Leiden is niet gebaat bij
incidentele oplossingen
Leids wegenstelsel mist
duidelijke opzet
Streekfunctie zal zich
steeds duidelijker
gaan aftekenen
Te veel interlokaal, doorgaand
verkeer in de binnenstad
kieuwe letosche courant
VRIJDAG 23 JANUARI 1939
Nodig zijn: reële durf en doelbewust vooruitzien
HET KAN NIEMAND ONTGAAN, dat de tijd vele dingen betrekkelijk
maakt. Er zijn voorbeelden genoeg om dat te illustreren. Vorige week
nog kregen wij een editie van onze krant uit 1934 onder ogen, waarin in
het stadsnieuws een fotootje is te zien van de Herenstraat, genomen bij
de Pieter de la Courtstraat in de richting van de Pioenstraat. Een ver-
keersdeskundige, die zich had belast met het schrijven van enige artikelen
over het Leidse verkeer en zijn mogelijk- en onmogelijkheden, klaagde
daarbij over de christelijke kleuterschool hoek Pioenstraat-Herenstraat,
die als een schrikaanjagend monster haar kop in de verkeersstroom steekt.
„Gelukkig is het gebouw in handen van de gemeente", troostte de schrijver,
„en dus mogen we wel aannemen, dat het over niet al te lange tijd weg
gaat"; de conclusie van zijn waarnemingen was categorisch: „Zo kan het
niet langer". Wij leven nu 25 jaar verder. De verkeers„stroom" van de der
tiger jaren is geëvolueerd tot een schuimende bandjir en dat monster van
een school staat er nóg, inwendig zelfs opgekalefaterd en vitaal. En merk
waardig: niemand heeft het er meer over. Wij vinden dit wèl illustratief
voor een gedachte, die het „Leidse wegenschema" bij ons opwekte.
De bouw
mee samenhangende voorzieningen
alleen de agglomeratie ruimte bieden. Bij
het ontwerpen van een oplossing der tal
rijke verkeerspuzzels spreekt met een zo
grote expansie ook de universiteit een
niet onbeduidend woordje mee.
Vanouds is Leiden een industriestad.
De ontwikkeling van de stadskern laat
daar verdere uitbreiding van de industrie
praktisch niet meer toe. Nieuwe en n
terreinen zullen de nodige expansiemo
gelijkheden moeten scheppen. Een gun
stige verkeerssituatie is voor de industrie
uiteraard van groot belang.
in het nieuwe agrarische
arkt) is onontbeerlijk voor
de verdere groei van deze gewichtige tak
van handel. Leiden is vanouds een han
delsplaats en wil de handel hier welig
tieren, dan is niet alleen een deugdelijke
accommodatie nodig, maar ook een veilig
en doelmatig wegennet.
De verkeersmogelijkheden zijn uiter-
aard ook bepalend voor de vestiging van
forensen in Leiden.
Nieuwe kazernes zijn nodig, maar deze
kunnen niet in de oude stad worden ge
projecteerd.
Tenslotte is de recreatie een in het oog
springend motief bij dit wegenschema.
Het merengebied in de omgeving van
Leiden neemt als ontspanningsgelegen
heid in betekenis steeds toe. De verbin-
wegenschem
tellers van het Leidse
hebben zorgvuldig
alle voor- en nadelen van de tracé's
der nieuwe verkeerswegen in de
binnenstad tegen elkaar afgewogen
om te voorkomen, dat de belangen
van het verkeer objecten van cul
turele waarde en onvervangbaar
stadsschoon zouden aantasten. Tot
de grachten die moeten worden ge
dempt, behoort deze Vijfde Binnen
vestgracht achter de Hortus. De be
bouwing langs de Nonnensteeg en
deze gracht zal, volgens het schema,
worden gesaneerd voor nieuwe uni
versitaire gebouwen.
De grachten hebben in Leiden al
zoveel kwaad verspreidt, dat het
wel moeilijk ls. er nog een goed
woord voor over te hebben. Maar
een plaatje als dit vertedert toch
altijd weer!
Burgemeester en wethouders lieten de
-eer A. J. J. Jongeleen, de man van
„openbare werken", ons de dikke map
»et een toelichting van acht foliovellen
voor en achter bedrukt en veertien teken-
bijlagen enigszins plechtig overhandigen.
Eet decorum accentueerde de voornaam-
an dit ogenblik. Jaren is er op ge
dacht; aan het eigenlijke schema mogen
<ie ontwerpers dan weinig meer dan een
hebben gewerkt, de duizenden gege-
waarmee bij het vaststellen der
lijnen rekening moest worden gehouden
ban wel waarvan moest worden uitge
daan, vergden enkele jaren.
„En toch moet ik nadrukkelijk zeggen,
bat dit geen plan maar een schéma is",
'at zoveel zeggen wil als: ,,Nu moet u
Diet denken, dat Leiden er over enkele
tientallen jaren zal uitzien als wij nu heb
ben gesuggereerdhet is een gedragslijn,
«aarvan in de toekomst op verschillende
Punten, wellicht nog gemakkelijk ook.
kan worden „afgeweken".
De wethouder scheen zijn betoog daar
mee af te zwakken en zijn journalistieke
auditorium zal zich bij de opzienbarende
unthullingen van dit schema dan ook wel
«ns hebben afgevraagd, hoé Leiden in
1980 wérkelijk zal bestaan. Toch staan de
ontwerpers en het gemeentebestuur sterk
Deen Leidenaar immers zal willen bewe-
j*n, dat onze stad, hoe talrijk haar dier
bare plekjes ook mogen zijn, nog langer
«n ontkomen aan radicale ingrepen. Lei
ben is oud en als het van geen doortas
tend optreden, om de ontwikkeling bij
te houden, wil weten, dan doet het zich-
aelf de das om
Dat werk draagt bepaald een permanent
karakter. Incidentele oplossinkjes voeren
verder van het doel af. Daarmee nu
de opzet van het wegenschema gerecht-
Taardigd.
Dij de ontwikkeling van een stad is het
=u eenmaal zo. dat wie nü iets onder-
Bwmt, moet weten, waar hij over tien
'ar ongeveer wil uitkomen.
"ij hopen, dat onze lezers zich dc
moeite willen getroosten, dit schema, dat
beslissend is voor Leidens ontwikkeling,
titans en later, op z'n minst in grote lijnen
bestuderen. Onze stadsverslaggevers
"uilen er in de komende jaren regelmatig
CP moeten terugkomen. Wij hebben er
aaar gestreefd, de zeer omvangrijke stof
duidelijk mogelijk voor te stellen.
Het gemeentebestuur is met dit wegen-
Khema zeker niet te vroeg gekomen. Ver.
Kheidene malen heeft de raad er bij het
•°Üege van B. en W. op aangedrongen,
de nodige voortvarendheid te betonen.
Het moet tot hun lof worden gezegd, dat
zij deze aandrang ernstig hebben geno
men en ondanks de vele onzekere fac
toren met een schets voor de dag zijn
gekomen, die de kwaliteit heeft geprojec
teerd te zijn op een stramien van reële
durf en doelbewust vooruitzien.
Leiden is Leiden niet zonder zijn
geving; in menig opzicht vervult het
streekfunctie. Die functie behoudt Leiden,
maar bovendien gaat het meespelen
het grote orkest van de „Randstad". 1
doen dat als hart van een agglomera
Op het spelen van deze gewichtige rol
is Leiden nog niet voorbereid.
Bijna de helft van de Nederlandse
bevolking woont in het westen, waar
van ongeveer vier miljoen in de
Randstad Holland. De Randstad om
vat de krans van steden aan de lijn
UtrechtAmsterdam—HaarlemDen
HaagRotterdam. Volgens een prog
nose van het Centraal bureau voor de
Statistiek zal de bevolking van Ne
derland toenemen van 10.2 miljoen in
1951 tot ongeveer 14 miljoen in 1980.
In het westen verwacht men in deze
periode een doorgaande concentratie,
waardoor de Randstad uitgroeit tot
5 a 5H miljoen inwoners.
De planologische diensten werken
onder hoogspanning om een onbe
heerste verstedelijking met alle onge
wenste gevolgen van dien tegen te
gaan, maar hun ideeën kunnen niet
verhinderen, dat er verkeerspuzzels
van bijzondere allure dreigen te ont
staan. Met de inwonertallen neemt
het verkeer toe; het verkeer wordt al
dagelijks meer bij een constante be
volking.
Zoals wij zaterdag meldden, had Lei
den op 1 januari van dit jaar 95.864 in-
;rs. Gaat men uit van de sterftever-
houdingen van de jaren 1947-1949, een da
lend geboortecijfer en een evenwicht tus-
vestiging en vertrek, dan komt men
en minimum-prognose van 1J3.000 in-
:rs op 31 december 1980; bij een ge
lijkblijvend geboortecijfer tot een maxi
mumprognose van 119.000. B. en W. van
Leiden achten het verantwoord, uit te
gaan van een gemiddelde van 116.000 in-
:rs. In 1965 zou de burgerlijke stand
de 100.000ste kunnen inschrijven.
Binnen de Leidse agglomeratie echter
oet in 1980 plaats zijn voor ongeveer
200.000 mensen. De mogelijkheid is geens
uitgesloten, dat dit cijfer nog hoger
komt te liggen.
Steeds duidelijker
Het behoort tot het wezen van Leiden,
;n streekfunctie te vervullen. In de toe
komst kan deze wezenstrek zich alleen
steeds duidelijker gaan aftekenen
Met acht punten zijn de meest essentiële
elementen van deze centrale positie aan
te duiden: 1 universitair centrum, 2 in
dustrieel en energie verzorgend centrum,
rzorgingsgebied van de agrarische be
volking, 4 woonplaats voor forensen, 5
administratief centrum, 6 garnizoensstad,
7 onderwijscentrum, 8 centrum van water-
sportgebied.
Het aantal studenten wordt voor 1980
geschat op 10.000. Dat is een verdubbeling
het tegenwoordige aantal. De univer
siteit moet dan ook in de naaste toekomst
spectaculaire uitbreiding krijgen om
deze ontwikkeling zonder dat de
lijke voorwaarden voor
onderricht worden aangetast, te kunnen
bijhouden. Voor de?e en andere, daar-
dingen met dit gebied, de zee en het
polderlandschap eisen met recht ook de
aandacht op.
Wie zo de tegenwoordige en toe
komstige status van Leiden op vele
punten duidelijk voor zich ziet, zal
niet meer twijfelen aan de nood
zakelijkheid van een wegenschema,
een visie, waaraan in de loop der
jaren wellicht nog veel moet worden
veranderd, misschien zelfs ingrij
pend, maar die voor een harmonische
ontwikkeling van jaar tot jaar zeker
niet kan worden gemist.
Enkele tracé's zijn nog in studie,
terwijl over de detaillering van de
verkeerswegen, kruispunten en par
keerplaatsen nog geen suggesties
worden gedaan. Van het aantal, de
ligging en de grootte der parkeer
plaatsen wordt nog een afzonderlijke
studie gemaakt. Wat nu is ingediend,
betreft alleen het schema van wegen.
Een verkeersprognose ten behoeve
daarvan zal ook nog worden in
gediend.
Verkeersstroom zal snel wassen
TAE VERKEERSSITUATIE in Leiden laat niet enkele maar een indruk-
wekkende serie tekortkomingen in het wegenstelsel zien. De samen
stellers van het wegenschema noemen zeven hoofdpunten:
het verkeer concentreert zich te 'veel op de oude verkeersroutes Hoge
Rijndijk-Breestraat-Haagweg en Hijnsburgerweg;
het doorgaande verkeer gaat langs daarvoor niet geschikte wegen in
de stad;
de combinatie van winkelstraat en straat voor doorgaand verkeer
levert voor beide functies bezwaren op;
door de uitbreiding van de woonwijken ontstaan op de radiale wegen
naar de binnenstad (dat zijn de wegen, die straalsgewijze naar
centrum lopen) moeilijkheden;
het verkeer langs de oude gra.chten levert zowel technisch als stede
bouwkundig bezwaren op;
bepaalde stadsdelen geraken mede door de ongunstige verkeersont-
sluiting in verval;
het gemeentelijke wegenstelsel mist een duidelijke opzet.
De drukste straten van Leiden zijn de
Hoge Rijndijk, Breestraat, Haagweg
Rijnsburgerweg. Er is in 1955 een verkeers
telling geweest, die uitwees, dat niet
der dan 71 procent van het totale de stad
i uitgaande verkeer deze wegen kiest.
Van het in- en uitgaande stadsverkeer
behoort meer dan 25 procent tot het inter
lokale, doorgaande verkeer. Dat betelcent,
dat vooral de binnenstad te veel door in
terlokaal verkeer wordt belast. Op de
Breestraat bijvoorbeeld is 15 17 procent
hert totale verkeer interlokaal door
gaand, terwijl 37,5 a 40 procent geen enkele
relatie met de binnenstad heeft. Alleen
de Kanaalweg en de nieuwe Voorechoter-
weg leiden een deel van het interlokale
doorgaande verkeer om de binnenstad
heen, Het gebrek aan verkeerswegen om
de stad en speciaal om de binnenstad doet
zich hier dus wel bijzonder sterk gevoe
len. De grootste knelling voor het "verkeer
demonstreert zich bij het kruispwnrt Kort
Rapenburg-Noordeinde-Breestraat. Daar
is hert vaak zo, dat de verkeersregeling
door middel van stoplichten ilSiet vol
doende is- Op zaterdagmiddag leidt een
agent bij de oversteekplaats Prinsesse-
kade-Blauwpoortsbrug het verkeer v
naar de uitgang van de stad.
De combinatie winkelstraat-weg
doorgaand verkeer levert vooral bezwa
ren op, wanneer dit verkeer veel vracht
vervoer heeft. De Breestraat, Haarlem
merstraat en Herenstraat en het Noord-
einde zijn zulke wegen. De winkelende
mensen vinden het doorgaande verkeer
erg lastig en de zakenmensen zier
uiteraard ook als een belemmering.
De uitbreiding van de woonwijken heeft
moeilijkheden gebracht op de radiale
wegen, die straalsgewijs naar het centrum
lopen. Opvallende voorbeelden daarvan
zijn de omgeving van de grote Havenbrug,
waarop onder meer de gehele Kooi en
stuk van het noorden zijn aangewezen,
de Zoeterwoudseweg en Herenstraat,
voor een belangrijk deel van het
zuid-westen de verbinding met de stad
:ijn. De tweede situatie wordt nog ver
zwaard door de aanwezigheid van fabrie
ken (als de N.E.M. en de H.C.W.), w
bij elkaar honderden mensen werken.
Jongeleen-Lem-DrostWegenschema is richtsnoer
TAEZE MANNEN hebben het meest te
maken gehad met de samenstelling
het wegenschema, zoals dat nu aan
de openbaarheid is prijsgegeven en dat,
'ellicht niet geheel, maar dan toch voor
en belangrijk deel, beslissend zal z(jn
oor dc toekomstige verkeerssituatie in
Leiden, waar het ontbreken van een dui
delijke opzet In het wegenschema nu als
acuut gemis wordt gevoeld. We zijn
ers In een ontwikkeling beland, die
lang uitstel niet meer duldt. Als wl) van
de veiligheid ln Leiden nog Iets willen
terechtbrengen, is een doortastend optre
den nodig, dat echte schoonheid en zeld-
mheden ontziet, maar onberedeneerde
sentimenten niet uit de weg gaat.
Deze drie Leidse mannen voelen dat met
og vele anderen in de stad wel aan en
zij zjjn dan ook bil) met de indiening van
dit schema en de openbaarmaking van
hun visie. Het zijn de wethoude r van open
bare werken, de heer A. J Jongeleen
(links), Ir. D Y Lem. directeur van Ge
meentewerken, (midden) en Itr. J. C. H.
Drost, die Is verbonden aan «le afdeling
stedebouwkunde en stadsontwikkeling van
de gemeente.
Bjj het ontwerpen van dit schema heb
ben zij ln de eerste plaats e<en duidelijke
en logische opbouw van bel toekomstige
hoofd-verkeerswegennet als doel gesteld.
Immers, een schema, waarin de functies
van de verschillende wegen goed z(jn on
derschelden, heeft een vlotte afwikkeling
van het verkeer In de stad tot gevolg en
Is voor een harmonische on/lwikkeling van
dc stad van onschatbare u/aarde.
De ontwerpers hebben dit schema niet
kunnen construeren zonder rekening te
houden met de behoeften van de gehele
agglomeratie; het Is het resultaat van een
verdere uitwerking van het boofdver-
keerswegenstclsel zoals dat in het struc
tuurplan voor de Leidse agglomeratie I*
ontworpen. Hier wordt ook een goed uit
gangspunt geboden voor de hoofdlijnen In
de reconstructie van dc binnenstad en voor
dc begrenzing van de nieuwe woonwijken.
Dit driemanschap vleit zich niet met de
gedachte, dat zijn visie en opzet geen
tegenstand zullen ontmoeten en geen <or-
rectles behoeven. Bovendien weet het, te
hebben gewerkt en nog te moeten werken
aan een plan voor enkele tientallen jaren.
Maar leidend Is de gedachte, dat dit een
bruikbare oplossing is. „Het wegenschema
is richtsnoer".
Het doorgaande verkeer langs het Ra
penburg bijvoorbeeld is voor de bebou
wing daar schadelijk. Het Rapenburg
heeft vooral aan de kant de universiteit
bovendien een zodanige breedte, dat het
eigenlijk niet verantwoord is, er nog lan
ger groot verkeer toe te laten.
In de omgeving van de Uiterste
gracht en in het gedeelte van de
binnenstad tussen de Herengracht en
de Zijlsingel is het wegenstelsel ten
enenmale ongeschikt. Dit geldt ook
voor een deel van het gebied tussen
de Haarlemmerstraat en Oude Vest.
Het zijn stadswijken, waaraan, mede
door een ongunstige verkeersontslui-
ting, het gezonde, zich min of meer
regelmatig vernieuwende stadsleven
Het spoorwegviaduct aan de Ilogc
Morswcg is een schakel in de „gordel-
weg", die de wijken van Lelden rond
om het stadscentrum onderling moet
verbinden. Op deze plaats komt ook
de brug over het Galgewatcr. In het
zuid-westen geeft de verbinding aan
sluiting op de Churchilllaan.
Algemeen wordt aangenomen, dat tus-
n 1970 en 1975 de verkeersintensiteit 2.5
maal die van 1955 zal zijn. De prognosae
van 55 personenauto's per 1000 inwoners
is een redelijk gemiddelde, ook voor
Leiden.
De plaatselijke ontwikkeling is vanzelf
sprekend mede afhankelijk van de groei
van de bevolking en van de toeneming van
de werkgelegenheid ln Leiden en omge
ving. De Leidse agglomeratie ligt geogra
fisch gunstig en er kan, ook al door het
functioneren in de Randstad, een aanzien
lijke bevolkingsaanwas worden verwacht;
met een snelle was van de verkeersstroom
moet dan ook beslist rekening worden
gehouden. De prognose van in 1970 2,5
maal het verkeer van 1955 moet voor deze
streek als minimum worden gesteld.
Speciaal zullen de vertteersrelaties met
Den Haag en omgeving, als gevolg van
de stedebouwkundige ontwikkeling van de
beide agglomeraties en het daarmee sa
menhangende forensenverkeer, nog veel
belangrijker worden. Aan dc verbindingen
met Den Haag moet dan ook bijzondere
aandacht worden besteed.
Verder zijn nodig: goede verkeerswegen
ln verscheidene delen van Leiden is het wegenstelsel totaal ongeschikt.
Dit geldt ook voor een deel van het gebied tussen de Haarlemmerstraat
en de Oude Vest. Het zijn stadswijken, waaraan, mede door een ongun
stige verkeersontsluiting, het zich regelmatig vernieuwende stadsleven
is voorbijgegaan. Slechts radicale maatregelen kunnen dergelijke
wijken hun functie in het stadsleven hergeven. Deze foto is gemaakt
bij de Boerhaavezalen, omgeving Vrouwenkerkhof.
is voorbij gegaan. Ze zijn soms in|na" de veemarkt, het zakelijke deel van
zeer diep verval geraakt en kunnen ^ewgenter-
rein, brede radiale wegen van de nieuwe
slechts door radicale maatregelen wooowttken na.r het centrum (Vijf-mei-
functioneel bij de stad worden be-liaan!), nieuwe wegen en parkeerruimten
'om de verkecraconcentraties in de bin
nenstad tegen te gaan, een vergroting en
tevens duidelijke begrenzing van het cen
trum (in die delen van de atad, die een
rustige sfeer vereisen, moet het oprichten
van verkeersa an trekkende gebouwen wor
den vermeden) en verkeersbeperkend®
bepalingen voor het winkel centrum. Af
sluiting van een deel van hert winkelcen
trum voor het verkeer vinden de samen
stellers van hert schema niet wenselijk.
Leidse plantkundigen
kozen nieuw bestuur
pOT VOORZITTER van de Maat-
schappij voor Tuinbouw en
Plantkunde, afdeling Leiden, is
woensdagavond tijdens de jaarver
gadering in De Vergulden Turk de
heer J. H. Smit gekozen. De heer
Smit had tot dusver in het bestuur
zitting gehad als tweede voorzitter
i volgt nu de heer Jonker op.
De heer J. Enrtrop nam op deze avond,
i twintig jaar secretaris te zijn geweest,
afscheid van hert bestuur. De voorzitter
bood hem, na een hartelijke toespraak,
geschenk onder couvert aan. Tot op
volger van de heer Enrtrop werd de heer
W. R. Oudshoorn benoemd. De heer N.
de Leeuw zag zrtoh herbenoemd als pen
ningmeester. Ten slotte werden ook de
'erige bestuursleden de heren C. van
Egmond en C. Sormandi herkozen.
Nadat de jaarverslagen waren goedge
keurd. werd aan twaalf jongelui de di
ploma's materiaiencursus uitgereikt.
Bij de bloeiwedatrijd voor hyacinten ia
de eerste prijs behaald door de heer H.
Veendorp. De heer Griffioen uit Oegst-
geesrt behaalde do tweede prijs.
trokken.
Leiden heeft te kampen met hert euvel,
dat het gemeentelijke wegenstelsel
duidelijke opzet mist en over het algemeen
weinig samenhang heeft
omliggende gemeenten. Uit een herkomst-
bestemmingsonderzoek, dat ln 1956
werd ingesteld.is naar voren gekomen,
dat de verkeersrelaties ln westelijke en
zuidwestelijke richting dc belangrijkste
zijn. Van het geheel in- en uitgaande
stadsverkeer is ongeveer vijftig procenrt
georiënteerd op de Vldetstireek, Den Haag
omgeving en de badplaatsen, terwijl
ook de Rijnstreek met 13 procent
grote betekenis is. Het stadscentrum ln
de directe omgeving van Breestraat
Haarlemmerstraat trekt een belangrijk
deel van het in- en uitgaande verkeer
namelijk 30 procent. De verkeersrelatie
issen het stadscentrum en Den Haag-
Vlletstreek is de grootste. Verwacht kan
worden, dat in het bijzonder deze relatie
al gaan toenemen.
De snelle ontwikkeling van het ver
keer sinds 1915 zet zich nog steeds
voort. En de toeneming van het aan
tal motorvoertuigen zal zeer belang
rijk blijven. Men moet niet vergeten,
dat dc autodichtheid in ons land nog
op een laag peil staat ln vergelijking
met vele andere landen. Daar komt
nog bij, dat deze dichtheid in Lelden
minder is dan in andere steden. In de
toekomst wordt das, als verschillende
(actoren (zoals economische situatie en
belastfngpolltiek) daartoe meewerken,
een beduidende achterstand Ingehaald
Tegen deze achtergrond gaat het nu
aangeboden wegenschema zich als een
urgente zaak aftekenen. Het gaat daar
bij om niets minder dan de veiligheid
In stad en agglomeratie voor ons en
onze kinderen. En Lelden Is een on
veilige stad. De ongelukkenstatlstlekcn
vertonen verontrustende lijnen!
Bijlielgenootschap in Leiden
In de week van 2 tot 7 maart zal c
bekende bestelwagen van het N'ed. Bijbe
genootschap in Leiden giin.