KANTOORGEBOUW r CYlovellenkwartet POOLSE OPERA en RUSSISCH BALLET ZELFPORTRET van J Mens en muziek ZONDAGSBLAD ZATERDAG 17 JANUARI 1959 Opgedragen aan Rilke's nagedachtenis |N de laatste maanden is de Russische auteur Boris Pasternak „in het nieuws", zoals men dit pleegt te noemen, wegens het feit, dat hij de hem toegekende Nobelprijs in verband met de eisen van het heersende regime moest weigeren. In zulke sensationele gebeurtenissen ligt ten op zichte van de kunst altijd een groot gevaar, om dat ze voor propaganda kunnen worden gebruik». Het literaire product zelf moet echter, onafhanke lijk van de actuele en wisselende politieke om standigheden, de aandacht waard zijn en zijn mérites tonen, ook als de politieke sensatie ver dwenen is. Het moet met de maatstaven gemeten kunnen worden, die werkelijk grote kunst vereist. Of dit het geval is met het te schreeuwlelijk oeuvre van Pasternak, moet de van de onderwe- onverbiddelijk selecterende tijd reld" beschouwt, uitwijzen. Maar in elk geval staat Bij de bolsje- :elfportret. dat hierbij wordt wistische revolutie 1917 geldt hij als de officiële dichter van het overwinnende proletariaat, en schrijft daarover: „De 150 millioen kes nagedachtenis wordt opgedra- 111 Gocd gen (Pasternaks vader had Ril- aangekondigd, hoog boven elke r clame en kan nooit misbruikt w den ten gunste of ten nadele een of ander regime Het is een boek. dat door waarachtig en ver antwoordelijk kunstenaarschap wordt gedragen. Reeds het feit. dat het aan Ril- i Schooi t Lou Andreas-Salomé) bewijst, dat hét niet in de eer site plaats actuele waarden zoekt. maar streeft naar het boventijdelijke. Rusland met zijn mystieke vroom heid is immers volgens Rilke het land, dat direct aan God grenst. Voor de sociale misstanden had Rilke geen oog. Pasternak wel. Geboren in 1890. sloot hij als jong student zich reeds aan bij een groep revolutionaire jeugdige Tegelijkertijd zoekt liefde voor Lenin Sovjetstaat." Maar heeft de werkelijkheid hem teleur gesteld? In 1930 pleegt hij zelf moord. Pasternak wijdt aandoenlijke bladzijden aan zijn vriend, en ci teert zijn gedicht: Ik voel ik ben voor mezelf te klein Iemand breekt hardnekkig uit mij te voorschijn. Hallo Wie is daar? Mama? Mama Je zoon is ziek. Mama zijn hart staat bekend Russisch schilder, n Boris 20 jaar was, maakte vader deze tekening van Te weinig geschoolde arbeiders kunstena hij verdieping van filosofisch zicht. Op hoogst originele wijze vertelt hij, hoe hij naar Marburg reisde, om daar de grootmeesters van de Duitse neokantiaanse school Natorp en Cohen te horen. En tevens, hoe zijn filosofische aspiraties doorkruist worden door ,iann_iaii» piibnrtnttaünfdn. en ho.Jul glanzend als saffraan." „Narcissen- geur, licht als witachtige verdunde likeur." „De meetkunde, die ik aan dit meisje <nl. het meisje, waarop hij verliefd was), bijbracht, was meer Abelardisch dan Eucli- ten slotte tot het inzicht komt. dat niet wetenschappelijke arbeid, maar dienst aan de kunst de roe ping van zijn leven moet worden. Futuristen '"TERUGGEKEERD -*■ kort voor hot uithi Moskou kort voor het uitbreken van de de. eerste wereldoorlog, sluit hij zich bij een groep van futuristen aan. Zij willen het onmogelijke: feite lijk breken met het gehele ver- Hun voornaamste doel is i politieke omwenteling. herschepping Zeg zijn zusters Ljudja en uija, Dat h\j geen raad meer weet. Ook Block (1880—1921), die tot •zelfde groep behoorde en geldt als de belangrijkste lyrische dich ter van het vóórrevolutionaire Rusland, kon de pijnlijke tegen stelling tussen zijn idealen en de afgrijselijke realiteit niet verdra gen en ging daaraan te gronde, evenals Jessènin, die in 1925 op ge leeftijd zelfmoord pleeg- Traditie kiugsvormen enigszins te •rgelijfcen mot de „experimente- ien" van onze dagen. De onbetwiste leider" van de ze groep is in Rusland Wladimir Mojnkowsky (1894—1930). Reeds vroeg is Majakowsky er van ovortuigd. dat de kunst de massa mbet dienen hij draagt in grote zalen zijn gedichten pa thetisch voor, zodat de czaristi- scbo regering hem als ..geharnas- Bori ■nak. antekeningen wordt gevormd door de uitweidingen over levens houding en kunst. De man. die zich met jeugdige onstuimigheid keerde tegen de traditie, schrijft nu: ,.De traditie is tot ons allen gekomen, ons allen heeft zij een gezicht beloofd, en ten opzichte van ons allen heeft zij haar belof te op verschillende wijze vervuld. Wij allen zijn slechts mensen ge worden in die mate. waarin wij de mensen liefhadden. Niet alleen de mensen in onze naaste omge ving. Neen, onbaatzuchtig en zon der reserve lief te hebben, met een kracht, die in het kwadraat tot de afstand staat." Wat Is de functie van de kunst? Zij interesseert zich niet voor de mens, maar voor het beeld van de mens. Dit beeld is groter dan de mens. F.en eerlijk man, die alléén de waarheid zegt, blijft daarmee achter, omdat h|j door de tijd wordt achter haald. In de kunst wordt zijn mond ge sloten. In de kunst zwijgt de mens, en het beeld spreekt. Alléén het beeld kan met de voortgang van de na tuur op gelijke hoogte Goed zendingsboek Het is een uitnemend zendings boek, dat mevrouw Jo van Dorp- Ypma heeft geschreven onder de titel ,,Zend iemand anders". Het is Jaap, die hierin zijn le vensloop vertelt: een schuchtere figuur, meester aan de dorps school van zijn vader, altijd thuis gebleven bij vader en moeder; maar toch een mens, die de droom heeft gekend. Als kind zag hij met Lineke van de domine een zendingstentoonstelling en samen werden zij gegrepen door het ideaal de zending te gaan die nen: Lineke komt inderdaad op een zendinasveld terecht, maar niet met Jaap. maar met Dirk Jan Groothuis en Jaap blijft een- Later zal echter ook hij de droom van toen realiseren, maar dan zijn Lineke en haar man er niet meer en ook hun kind is ge storven. Een enigszins droevig s'-t, en ook wat te gezocht. De waarde van dit boek bestaat eohter in het juiste besef voor het werk der zending en in de fijne tekening van een eenzaam leven op een christelijk dorp. Het boek dat door Bosch en Keuning te Baarn werd uitgege ven is voorzien van juist getrof fen tekeningen. De illustrator wordt echter niet vermeld. Bij de bouw van dit kantoor gebouw is dit in ruime mate ge schied en het resultaat mag ge zien worden. Gebouwen als dit zijn natuurlijk stuk voor stuk verschillend en ieder nieuw gebouw moet natuur lijk aan geheel andere gebruiks eisen voldoen dan het vorige. Daarom was bij het ontwikkelen van het bouwsysteem, waarin dit gebouw is opgericht, zoveel studie n,,",rno n- zoveel vooroverleg nodig. Maar het is er ten slotte gekomen. De tegenwoordige capaciteit van De geschiedenis van de tot- het Nederlandse bouwbedrijf wordt standkoming van dit kantoorge- bejrensd door he, „.„.dl ...we- ^cSn zige, geschoolde bouwvakarbeiders. £ouv£ met name 00k de woning- Dit aantal is beperkt. Daarom zal bouw, omdat hier bewezen is, dat uitbreiding van de bouwcapaciteit het mogelijk is. met hetzelfde en dus ook opvoering van de wo- aantal geschoolde krachten meer Wanneer een aannemersbedrijf al deze vaklieden toch te kunnen ningproduktie alleen mogelijk te bouwen. En dat is wat wij :ij„. indien een groter deel v»n thans meer dan ooit nodig hebben. PROF. DR. IR. H. G. VAN BEUSEKOM. in gemechaniseerd montagebouwsysteem Hpt kantnnrfpbouw van de Een dergelijke bouwwijze, zegt representatie van het bedrijf, dat net Kanioorgeoouw an ue ontwerperi vraagt echter o.a er zijn administratie voert. Amsterdamse Ballastmaat- vele en goede timmerlieden en de Het is een goed voorbeeld van afbouw vraagt metselaars en stu- moderne architectuur, manr Ha.i schappij aan de Wlbautstraat kadoors en tegelzetters, en deze van een architectuur, tr. Atvc+ot-Barr, Hnt in het af- vaklieden zijn schaars, althans te maakt van moderne bouwmetho- te Amsterdam, aat in net ai schaars om tegelijk met de wei- den. gelopen iaar is gereedgeko- nige opdrachten van het bedrijf r oolc bet eigen gebouw binnen de men, is een voorbeeld van de beschikbare tijd te voltooien. Er a moest dus een andere weg wor- toepassing van moderne in- den gezocht. dustriële bouwmethoden. Deze is door de ontwerper ge vonden in een methode om zonder behoefte heeft aan meer en grote- bouwen, en wel door toepassing re kantoorruimten, dan ligt het Van een gemechaniseerd monta- de bouwproduktle wordt voor de hand. dat het deze zelf gebouwsysteem van geprefabri- plaatst haar de fabriek, bouwt. Maar het ligt evenzeer ceerde onderdelen. voor de hand, dat de bouw dan - voortdurend wordt uitgesteld, om- BcspdNllg Op Itian-UrCII dat het werk voor anderen, dat het bedrijf draaiende moet honden. Volgen, Prof. Zwier, betekende natuurlijk onder alle omstandighe- dit. dat de besparing opma r den moe. voorgaan. geschoolde arbeid n,e zon mogen De bouw voor eigen behoefte ophouden na de voltooiing van wordt dus uitgesteld: totdat het het betonskelet, maar zich ook niet langer kan. En dan moet met zou dienen uit te strekken over grote haast worden gebouwd, om- geveipanelen en vloeren en zelfs kanMaar°toch over trappen en bordessen, moet er goed en voorbeeldig wor- En verder zouden tijds- Eugenius van Savoye Reinhold Schneider heeft als historicus en literator steeds ge tracht, geschiedkundig verant woorde feiten te beschrijven in een vorm. die artistiek aan hoge voldoet. Zo geeft hij in dit buitengewoon mooi verzorgde boekje ons een exposé over de laatste jaren van Eugenius van Savoye, de Oostenrijkse generaal uit het begin der achttiende eeuw, die in het bekende volkslied ..Prinz Eugen, der edle Ritter" voortleeft als de veroveraar van Belgrado en de bevrijder van Oos tenrijk uit de macht der Turken. Ondanks het prachtige slot Belve dere, dat hij in Wenen liet bou wen en zijn schitterende gastvrij heid was hij een eenzaam mens, evenals Frederik II van Pruisen, die als jong kroonprins de grijze veldheer van de keizer heeft le ren kennen. Ook uit dit boekje (evenals in ziin biografie van Fi- lips II) blijkt Schneiders grote lief de voor de Habsburgse dynastie, beter gezegd voor de dynastieën in het algemeen. Zo kon hij voor Eugenius. die zijn levensdoel zag in de dienst aan zijn keizer, in volle sympathie een erend literair gedenkteken oprichten. J. H. S. Reinhold Schneider: ,,Die letz- ten Jahre des Prinzen Eugen". 56 biz. Uitg. Jakob Heger, Köln. Dm 4.80. Alexis Sorbas De Griekse schrijver Nikos Ka- zantzakis is een hoogstmerkwaar- dige figuur op het literaire erf. Hij mengt zijn Griekendom, zijn verknochtheid aan het bonte Griek se leven met zijn hartstocht en zijn vroomheid, aan een filosofisch vitalisme, dat hij zich tijdens zijn studietijd aan de universiteiten van Heidelberg en Berlijn eigen heeft gemaakt. Nietzsche was een filosoof naar zijn hart en nooit is hij van diens vitalisme los kun nen komen, Verrast hij soms door „vrome" boeken als „Christus wordt weer gekruisigd" of „Het stenen hoofdkussen" (zijn boek over Franciscus van Assisi), een andere keer bewijzen zijn „Kapi- ta „Alexis Sorbas", dat hij de le venslustige heiden in zijn binnen ste nooit heeft kunnen overwinnen. Het is weer Hans Edinga, die dit nieuwe avontuur op Kreta, de levensgeschiedenis van de robuus te Don Juan „Alexis Sorbas" voortreffelijk heeft vertaald. Reeds eerder was dé vertaalkunst van Edinga opgevallen bij „Het ste nen hoofdkussen". Hij zet met de ze uitgave van W. Gaade te 's-Gra- venhage, deze aangevangen faam voort. „Alexis Sorbas" zelf is een uit nemend voorbeeld van de grote vertelkunst van Kazantzakis, thans in zijn Nietzschiaanse gedaante. Frans van Leeuwen voorzag dit werk van een uitermate raakge- troffen omslag. EV. G. VIER AUTEURS SCHREVEN KORT VERHAAL het verschil Nog altijd is het verschijn- reld-Bibliotheek Amsterdam Ant- wettigt het opnieuw seï' waar te nemen van een werpen. Hij begin) slechts matige belangstelling [usserT^novllir dVn afgebouwd, omdat de naam en bp7d'sinte*nsievë"afwerkingsfasen op yan de Nederlandse lezer voor en toetst dan de vier kleine ver- de reputatie van het bedrijf ten beidsintensieve an e g p de novelle. Auteurs van romans, halen in proza, die hier zijn sa- nauwste verbonden zijn met de de bouwplaats, als metsel- en stu- waarVan de herdrukken elkaar mengebracht, nl. van Lidy van wijze, waarop het zich naar bui- kadoorwerken zo mogelijk achter- SRe^ opVolgen komen met een Eysselsteijn „Het Huls „De Twee ten representeert Ditgeldt wel wege moeten blijven en vervan- of e'n „ovellenbundel Luyckskens". van Nine van der nemerfbedrljL 33 S gen worden door droge montage na jaren pas eens tot een tweede yan der*Vet !,Het°Portret" Zo ontstond dit geprefabriceer- van geprefabriceerde onderdelen, druk. Het is mogelijk, dat hun en van Theun de Vries: „Sint- de kantoorgebouw naar een ont- novellen achter staan bij hun Elisabeth" aan de gebruikelijke werp van Prof. ir. H. T. Zwiers, Zo is, uiteraard na ee g romans Maar het omgekeerde maatstaven die voor een novelle dat door de opdrachtgeefster zelf aantal proefnemingen, een con- kan evengoed uwrden veronder- gelden. Wl3elef€oplde aard van het bedrijf structiesysteem ontstaan, dat stejd fjet merkwaardige is, dat ;iDe weinig ingewikkelde han- van de opdrachtgeefster lag het eerst na langdurige uitwisseling de Nederlandse novelle een- denng verioopt snel en is ge- voor de hand te denken aan een van gedachten tussen de architect zekere bloei beleeft: de kunst n„ onbekleed betonskelet mei bak- en de ieiding van het bouwbedrijf is dikwijls een „des ondanks"." ^kKeltjK te overzien, ue steenvullingen en genormaliseerde zlJn uiteindelijlM vorm hee[t ge. schrijtlingen zijn beknopt en le indeHng met genormaliseer- kregen. Aldus schrijft Antoon Coolen kleurig, de karakters met enkele de scheidingswanden de nodige H ffpbnuw „taat er nu en het in ee" A Y lg en C0?~ trekken getekend en niet in bij- flexibiliteit sou kunnen worden He', ««o»» s,,as' f creet Ten Oele.de bij vier korte verkregen om aan alle variërende vormt een doelmatige behuizing, verhalen, uitgegeveni onder^ de^ti- eisen van het gebruik te voldoen, maar tevens ook een waardige tel „Novellenkv 1 bij de We- VIA NAALD ÉN RLAAI Wij s man IK GELOOF. dat Pasternak een wijs man is en dat we goed doen naar zijn woor den te luisteren Voor taling is op te maken, moet hij ook een taal kunstenaar zijn, die telkens verrast door hoogst originele ver gelijkingen: „Leerlin gen. van domheid Met financiële steun van dc Ned. Organisatie voor Zuiver We tenschappelijk Onderzoek, dc N.V. Philips Eindhoven, afd. Nat. Lab. en het Prins Bernhard Fonds heeft dr G. C. Kop bij J. Muus- ses te Purmerend een boek kun nen uitgeven onder dc titel „M ens en muziek" en dat wil zijn een inleiding tot de peda gogische muziekpsychologie. Op het gebied der muziekpsy chologie zijn reeds meerdere stu dies verschenen, o.a. van prof. dr. G. Révèsz. De pedagogische mu ziekpsychologie bleef echter het stiefkind. Dr. Kop noemt zijn stu die dan ook slechts een terrein verkenning van het nagenoeg on ontgonnen gebied van de pedago gische muziekpsychologie". Veel muziekleraren zullen zich weinig bekommeren om deze peda gogische muziekpsychologie. Ze geven gewoon les, laten de leerlin gen tot een bepaalde graad van technische beheersing komen, le ren ook analyseren, maar verge ten vaak waar het eigenlijk om gaat bij het muziekonderricht: dc interpretatie. Meerdere malen is dat gebleken bij einduitvoeringen van conservatoria. „De pedagogische muziekpsy chologie dient zich in de eerste plaats met de interpretatie als haar kernvraagstuk bezig te hou den", zegt dr. Kop terecht. En hij toont dat in een 11-tal hoofdstuk ken heel duidelijk aan, hoofdstuk ken waarin zowel de studiehou ding, de stille oefening naar het Zen-systeem (Zen-Boeddhismei het spel van het wonderkind, het ritme, het geheugen en de voorbe reiding tot het optreden grondig worden behandeld. „Men merkt vaak op dat mu ziekstudenten niet de tijd nemen om zich in de waarde van een kunstwerk als zodanig te verdie pen. maar met verwoede ijver zich toeleggen op de overwin ning van technische moeilijkhe den". Deze opmerking is maar al te waar en het resultaat is, dat de noten feilloos zijn ..gemaakt", maar het kunstwerk uit de vertol king is verdwenen. Deze zeer ge fundeerde studie van dr. Kop mag tn geen bibliotheek van een mu ziekleraar ontbreken. Zij toont de weg. waarlangs er alleen maar tot een goed resultaat geleid kan wor den. (198 blz.). pOLEN als muziekland bij velen alleen mi bekend door de figuur v Frédéric Chopin, die het grootste deel van zijn leven dan nog in Frankrijk heeft doorgebracht. Maar in de 15e eeuw was de (contrapuntische) School van Krakau al beroemd, de 15e eeuw bracht de a capella-stijl met Szatomulski, Gomolka (Poolse psalmen) en Leopolita, de 17e eeuw schonk missen en motetten van Pekiel en Mielezewski en na een inzinking kwam de 19de eeuw weer met figuren als Chopin, Nowakowski en vooral Stanislaw Moniuszko (18191872), die aan Polen de eerste werkelijk nationale opera schonk, nl. zijn in 1848 voltooide opera „Halka". Deze opera heeft Moniuszko gemaakt op een libretto van Wla dimir Wolsky en heeft als onder werp een Pools minnedrama uit 1700. De drost van de Koning geeft een feest voor zijn dochter Sofie en haar bruidegom Janusz, een edelman. Janusz had echter kort daarvoor een verhouding ge had met de lijfeigene Halka, die een kind van hem verwacht. Hal ka wordt ook bemind door de knecht Jontek en als Halka op het bruilofsfeest tot Janusz wil door dringen vertelt Jontek wat er eigenlijk aan de hand is. Halka stort zich in vertwijfeling van de rotsen en als Janusz berouwvol naar de plaats des onheils komt wordt hij door Jontek van de rot sen gegooid. Dit relaas van het arme Goralen-meisje Halka geeft duidelijk aan de maatschappelijke vernedering waaraan de leenplich- tigen in het vroegere Polen waren blootgesteld. Van deze opera is in Polen ook een film gemaakt met de actrice Barbara Kostrzewska in de titelrol. Moniuszko heeft dit oude Poolse gegeven gebruikt om er heel veel echte Poolse muziek in te gebrui ken. Wel ontdekt men een wester se invloed bij Moniuszko, maar zijn orkest-Mazurka en zijn Gora- lendansen voor orkest uit de ope ra ..Halka" zijn toch v el onver valste Poolse volkse uitingen. Het is meeslepende muziek, vol melos en romantiek, harmonisch dan wellicht niet zo interessant, maar wel zeer aantrekkelijk. En men zou er naar verlangen deze opera eens in een werkelijke opvoering te zien. szko (1819—1872), die de nationale Poolse opera .Jlalka" schreef. DE DEUTSCHE GRAMMOPHON GESELLSCHAFT heeft een aantal hoogtepunten van deze Poolse ope ra op een plaat vastgelegd met de sopraan Alina Bolechowska, de tenor Bogdan Paprocki, de bari ton Andrzej Hiolski, de bas Ed mund Kossowski en het Radio- Symfonie Orkest Berlijn (Oost-sec- tor) o.l.v. Mieczyslaw Mierzejew- ski. (30 cm langspleelplaat LPEM 19142). Men kan zich muzikaal geen betere uitvoering wensen. Hier is volkomen gemusiceerd in de geest van het werk van Moniuszko. hier zingt Polen zich zelf uit en de solisten zijn stuk voor stuk voortreffelijke zangkun stenaars. Vooral de sopraan Ali na Bolechowska, die een typisch pril meisje Halka zingt. Deze so praan won in 1950 de 2de prijs op het muziekconcours in Leipzig. Opname-technisch ben ik echter ni"!t in elk opzicht enthousiast over deze plaat. De stemmen „zitten" er alle prachtig in, maar het orkestspel klinkt wat droog, wat vlak. Vermoedelijk is de op name-ruimte akoestisch slecht ge weest, waardoor vooral de strij kersklank verloren ging. Toch een hoogst interessante plaat waarop het Pools als een prachtige zang- taal te horen is. IGOR STRAWINSKY, de Russi- sche componist gaf in 1913 de muziekwereld een schok met zijn ballet ,,Le Sacre du Printemps" Toen dit werk in Parijs in pre mière ging merkte een oude her- heel verontwaardigd op, dal keer sedert zestig jaar was, dat men gewaagd had haar voor de gek te houden. De première op 18 mei 1913 in het Théêtre des Champs Elysées te Parijs is een werkelijk schandaal geworden, waarbij zelfs geduel leerd werd. Men kende de scherpe ritmen en de harde harmonieën nog niet en thans ruim 40 jaar later ziet men de ..Sacre" van Strawinksy als een „klassiek" kunstwerk. Het is maar al te zeer een bewijs hoe men zich langzamerhand met nieuwe klanken vertrouwd kan maken en hoe de werkelijke kun stenaars hun tijd vooruit zijn. In dit ballet heeft Strawinsky het schouwspel van een grote gewij de heidense ritus gegeven: oude wijzen zitten in een kring en aanschouwen de dans van een jong meisje, dat zij offeren om de god van de lente gunstig te stem men. Strawinksy heeft dit gege ven in een geladen vertoning ge bracht, geheel geboren uit het hei dense oerinstinct. De kortademige melodiek en de hevige ritmiek ge ven het ballet muzikaal een sterk primitief karakter. DE DEUTSCHE GRAMMO PHON GESELLSCHAFT bracht dit ballet „Le Sacre du Printemps" uit in een vertolking door het RI- AS-Symfonie-Orkest Berlijn (West sector) o.l.v. Ferenc Fricsay (30 cm. langspeelplaat LPM 18189). Fricsay heeft het befaamde or kest hier tot een fantastisch spel gebracht en heeft de gehele inter pretatie in een grote spanning weten te houden. Nergens zakt de ze spanning ook maar even in. Men kan de klank dan misschien wat Duits vinden (dit in tegenstel ling tot de uitvoering van het bal let door Franse orkesten) en de opname wat donker gekleurd, het is toch een vertolking geworden die aan de top staat van de Stra- winsky-discotheek. CORN. BASOSKI. dit de i De Poolse sopraanzangeres Ali na Bolechowska, die voor de Deutsche Grammophon Geselt- schaft de titelrol in de opera jlalka" van Moniuszko zong. Maar als man van de praktijk weet Coolen dat theorieën over let terkundige kunstwerken altijd iets willekeurigs behouden: „het ver halende geschrift, met de inde ling waarvan men moeilijk raad weet, kan juist een groot kunst werk ^ijn." Nu, met grote kunstwerken heb ben wij hier naar mijn mening niet te maken. Coolen wil dat trouwens ook niet suggereren: hij waardeert, prijst zelfs, laat de vraag open welke van de vier no vellen literair de beste kan wor den genoemd en spreekt ten slot te van een „boeiend geheel", voornamelijk bereikt door de ge lukkig sterk uiteenlopende wijze van vertellen door de vier auteurs. Coolen is een te goed vakman om niet te zien welke vaardigheden in de zo moeilijke schrijfkunst hier door elk der vier auteurs op zijn of haar wijze wordt gedemonstreerd. Lidy van Eijsselsteijn "DIJ LIDY VAN EYSSELSTEIJN is het de kunst van het uitspa ren van de hoofdfiguur: hier een gestorvene, Tante Briske, wier le vensgeheim bijna trekje voor trek je (met een uitschieter tegen het slot) door een neef, die een poos in het sterfhuis komt wonen, wordt ontdekt. Terecht noemt Coo len dit pröcédé knap. Het is ook tamelijk ongewoon en het moet gezegd dat deze hoofdfiguur en de schuldige liefde, die haar tot een teruggetrokken leven noopte, voor de lezer inderdaad gaat le ven, zij het dan ook enigszins ten koste van het meisje Riekje en de zeeman-neef, die ogenschijn lijk de hoofdfiguren zijn. On danks gedachten en termen, die bij een zeeman passend kunnen worden geacht, is deze gefingeer de schrijver van de novelle-in-dag- boekvorm niet waarschijnlijk ge maakt. Hier en daar is hij Lidy van Eijsselsteijn, met haar ge voeligheid, dichterlijk-beeldend vermogen en haar literaire bele zenheid. Het centrale punt van haar belangstelling lag in de fi guur van Tante Briske. Nine van der Schaaf |"\E REEDS bejaarde schrijfster '-'Nine van der Schaaf, die het dorpsleven in het Noorden, met name Friesland, goed kent, geefl in „De man die won" in wezen een kleine roman, waarop zelfs een vervolg zou kunnen komen Coolen zegt ervan (en de voor treffelijkheid van de opmerking citeren) ,.Het~verhaal is, wat ook aan de roman eigen wordt geacht, een voortdurend „worden", veel min der naar een verrassend slot dan naar een langzaam groeiende toe stand, die bereikt wordt als de man, in de titel reeds als de overwinnaar aangeduid, in dat uiterlijk gebeuren in derdaad heeft gewonnen. En ook dat is niet de afsluiting van het verhaal, de toestand is niet vol tooid: het wordt aan de verbeel ding van de lezer overgelaten, hoe de draden verder zullen door lopen." Mij herinnerde deze no velle aan „Une Vie" van Guy de Maupassant, niet zozeer vanwe ge de literaire kwaliteiten als juist door dat wordende, zich niet afrondende, open blijvende van de verhaaigang, zoals men dat aantreft bij veel naturalistisch werk van het eind der 19de eeuw, denk b.v. ook aan De klei ne Republiek van Lodewijk van Deyssel. Anton van der Vet TTET PORTRET" van Anton van der Vet heeft mij, ondanks knappe en beeldende détails, ken nelijk uit eigen aanschouwing be schreven, het minst voldaan. Na tuurlijk is het moeilijk over schil derijen te schrijven die niet wer kelijk bestaan. De auteur doet dat knap, even knap als hij de psychische en artistieke slinger gang in het leven van de schil der Helmer Maarssen analyseert. Maar het is hier niet de knapheid van de oorspronkelijke, beeldende geest, maar die van de man. die weet heeft van kunst, van zielkun de, van kunstenaarslevens en temperamenten, van het verschil in reactie tussen man en vrouw, van de levensvragen achter het kunstscheppen, van de moderne problematiek in het algemeen en die zijn verhaal opbouwt tegen de achtergrond van dat weten en eigenlijk alleen uit dat weten. Daardoor verkrijgt de sfeer van de novelle iets middelmatigs, ja conventioneels. Er kunnen op de ze wijze vele drankjes gebrouwen worden. Over kunstenaars diep gaand schrijven kan alleen geluk ken uit naïviteit op hoog ni veau, of uit een zodanige rijpheid van geest dat de auteur boven de problematiek van zijn onder werp staat. Theun de Vries YYfAT VAKMANSCHAP betreft wint Teun de Vries het naar mijn mening van de andere drie auteurs. Een jong priester gaat naar zijn nieuwe parochie Almon- de aan de vooravond van de St. Elizabethsvloed en komt om bij een poging een paard te redden, dat evenals hij tot nu toe aan de dood is ontkomen. De laat-middel- eeuwse sfeer van mensen en land schap is uitstekend gesuggereerd. Het verhaal heeft een manne lijke toon en excelleert in de be schrijving van de natuurramp. Toch is deze wijze van schrijven niet meer van deze tijd. Vandaag vraagt men naar de essentie van elke situatie, en niet naar een geduldige, aan alles denkende en alles opmerkende aandacht, die op gelijke wijze in woorden wordt gebracht en gelijke deugden van de lezer eist. Deze vorm van schrijfkunst gaat helaas, maar on herroepelijk verloren. Gelukkig dat zij monumenten achterlaat voor een mogelijke latere genera- tie, voor welke ze weer als mo dellen kunnen gelden. C. RIJNSDORP.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1959 | | pagina 18