KANTOORGEBOUW
r
CYlovellenkwartet
POOLSE OPERA en RUSSISCH
BALLET
ZELFPORTRET van
J
Mens en muziek
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 17 JANUARI 1959
Opgedragen
aan Rilke's
nagedachtenis
|N de laatste maanden is de Russische auteur
Boris Pasternak „in het nieuws", zoals men
dit pleegt te noemen, wegens het feit, dat hij de
hem toegekende Nobelprijs in verband met de
eisen van het heersende regime moest weigeren.
In zulke sensationele gebeurtenissen ligt ten op
zichte van de kunst altijd een groot gevaar, om
dat ze voor propaganda kunnen worden gebruik».
Het literaire product zelf moet echter, onafhanke
lijk van de actuele en wisselende politieke om
standigheden, de aandacht waard zijn en zijn
mérites tonen, ook als de politieke sensatie ver
dwenen is. Het moet met de maatstaven gemeten
kunnen worden, die werkelijk grote kunst vereist.
Of dit het geval is met het te schreeuwlelijk
oeuvre van Pasternak, moet de van de onderwe-
onverbiddelijk selecterende tijd reld" beschouwt,
uitwijzen. Maar in elk geval staat Bij de bolsje-
:elfportret. dat hierbij wordt wistische revolutie
1917 geldt hij
als de officiële
dichter van het
overwinnende
proletariaat, en
schrijft daarover:
„De 150 millioen
kes nagedachtenis wordt opgedra- 111 Gocd
gen (Pasternaks vader had Ril-
aangekondigd, hoog boven elke r
clame en kan nooit misbruikt w
den ten gunste of ten nadele
een of ander regime Het is een
boek. dat door waarachtig en ver
antwoordelijk kunstenaarschap
wordt gedragen.
Reeds het feit. dat het aan Ril-
i Schooi
t Lou Andreas-Salomé) bewijst,
dat hét niet in de eer site plaats
actuele waarden zoekt. maar
streeft naar het boventijdelijke.
Rusland met zijn mystieke vroom
heid is immers volgens Rilke
het land, dat direct aan God
grenst.
Voor de sociale misstanden had
Rilke geen oog. Pasternak wel.
Geboren in 1890. sloot hij als jong
student zich reeds aan bij een
groep revolutionaire jeugdige
Tegelijkertijd zoekt
liefde voor Lenin
Sovjetstaat." Maar
heeft de werkelijkheid hem teleur
gesteld? In 1930 pleegt hij zelf
moord.
Pasternak wijdt aandoenlijke
bladzijden aan zijn vriend, en ci
teert zijn gedicht:
Ik voel ik ben voor
mezelf te klein
Iemand breekt hardnekkig
uit mij te voorschijn.
Hallo
Wie is daar? Mama?
Mama Je zoon is ziek.
Mama zijn hart staat
bekend Russisch schilder,
n Boris 20 jaar was, maakte
vader deze tekening van
Te weinig
geschoolde arbeiders
kunstena
hij verdieping van filosofisch
zicht. Op hoogst originele wijze
vertelt hij, hoe hij naar Marburg
reisde, om daar de grootmeesters
van de Duitse neokantiaanse
school Natorp en Cohen te horen.
En tevens, hoe zijn filosofische
aspiraties doorkruist worden door ,iann_iaii»
piibnrtnttaünfdn. en ho.Jul
glanzend als saffraan." „Narcissen-
geur, licht als witachtige verdunde
likeur." „De meetkunde, die ik
aan dit meisje <nl. het meisje,
waarop hij verliefd was), bijbracht,
was meer Abelardisch dan Eucli-
ten slotte tot het inzicht komt.
dat niet wetenschappelijke arbeid,
maar dienst aan de kunst de roe
ping van zijn leven moet worden.
Futuristen
'"TERUGGEKEERD
-*■ kort voor hot uithi
Moskou
kort voor het uitbreken van de de.
eerste wereldoorlog, sluit hij zich
bij een groep van futuristen aan.
Zij willen het onmogelijke: feite
lijk breken met het gehele ver-
Hun voornaamste doel is
i politieke omwenteling.
herschepping
Zeg zijn zusters Ljudja
en uija,
Dat h\j geen raad meer weet.
Ook Block (1880—1921), die tot
•zelfde groep behoorde en geldt
als de belangrijkste lyrische dich
ter van het vóórrevolutionaire
Rusland, kon de pijnlijke tegen
stelling tussen zijn idealen en de
afgrijselijke realiteit niet verdra
gen en ging daaraan te gronde,
evenals Jessènin, die in 1925 op
ge leeftijd zelfmoord pleeg-
Traditie
kiugsvormen enigszins te
•rgelijfcen mot de „experimente-
ien" van onze dagen.
De onbetwiste leider" van de
ze groep is in Rusland Wladimir
Mojnkowsky (1894—1930).
Reeds vroeg is Majakowsky er
van ovortuigd. dat de kunst de
massa mbet dienen hij draagt
in grote zalen zijn gedichten pa
thetisch voor, zodat de czaristi-
scbo regering hem als ..geharnas-
Bori
■nak.
antekeningen wordt gevormd
door de uitweidingen over levens
houding en kunst. De man. die
zich met jeugdige onstuimigheid
keerde tegen de traditie, schrijft
nu: ,.De traditie is tot ons allen
gekomen, ons allen heeft zij een
gezicht beloofd, en ten opzichte
van ons allen heeft zij haar belof
te op verschillende wijze vervuld.
Wij allen zijn slechts mensen ge
worden in die mate. waarin wij
de mensen liefhadden. Niet alleen
de mensen in onze naaste omge
ving. Neen, onbaatzuchtig en zon
der reserve lief te hebben, met
een kracht, die in het kwadraat
tot de afstand staat."
Wat Is de functie van de kunst?
Zij interesseert zich niet voor de
mens, maar voor het beeld van
de mens. Dit beeld is
groter dan de mens.
F.en eerlijk man, die
alléén de waarheid
zegt, blijft daarmee
achter, omdat h|j door
de tijd wordt achter
haald. In de kunst
wordt zijn mond ge
sloten. In de kunst
zwijgt de mens, en het
beeld spreekt. Alléén
het beeld kan met de
voortgang van de na
tuur op gelijke hoogte
Goed zendingsboek
Het is een uitnemend zendings
boek, dat mevrouw Jo van Dorp-
Ypma heeft geschreven onder de
titel ,,Zend iemand anders".
Het is Jaap, die hierin zijn le
vensloop vertelt: een schuchtere
figuur, meester aan de dorps
school van zijn vader, altijd thuis
gebleven bij vader en moeder;
maar toch een mens, die de
droom heeft gekend. Als kind zag
hij met Lineke van de domine een
zendingstentoonstelling en samen
werden zij gegrepen door het
ideaal de zending te gaan die
nen: Lineke komt inderdaad op
een zendinasveld terecht, maar
niet met Jaap. maar met Dirk
Jan Groothuis en Jaap blijft een-
Later zal echter ook hij de
droom van toen realiseren, maar
dan zijn Lineke en haar man er
niet meer en ook hun kind is ge
storven. Een enigszins droevig
s'-t, en ook wat te gezocht.
De waarde van dit boek bestaat
eohter in het juiste besef voor het
werk der zending en in de fijne
tekening van een eenzaam leven
op een christelijk dorp.
Het boek dat door Bosch en
Keuning te Baarn werd uitgege
ven is voorzien van juist getrof
fen tekeningen. De illustrator
wordt echter niet vermeld.
Bij de bouw van dit kantoor
gebouw is dit in ruime mate ge
schied en het resultaat mag ge
zien worden.
Gebouwen als dit zijn natuurlijk
stuk voor stuk verschillend en
ieder nieuw gebouw moet natuur
lijk aan geheel andere gebruiks
eisen voldoen dan het vorige.
Daarom was bij het ontwikkelen
van het bouwsysteem, waarin dit
gebouw is opgericht, zoveel studie
n,,",rno n- zoveel vooroverleg nodig. Maar
het is er ten slotte gekomen.
De tegenwoordige capaciteit van De geschiedenis van de tot-
het Nederlandse bouwbedrijf wordt standkoming van dit kantoorge-
bejrensd door he, „.„.dl ...we- ^cSn
zige, geschoolde bouwvakarbeiders. £ouv£ met name 00k de woning-
Dit aantal is beperkt. Daarom zal bouw, omdat hier bewezen is, dat
uitbreiding van de bouwcapaciteit het mogelijk is. met hetzelfde
en dus ook opvoering van de wo- aantal geschoolde krachten meer
Wanneer een aannemersbedrijf al deze vaklieden toch te kunnen ningproduktie alleen mogelijk te bouwen. En dat is wat wij
:ij„. indien een groter deel v»n thans meer dan ooit nodig hebben.
PROF. DR. IR.
H. G. VAN BEUSEKOM.
in gemechaniseerd montagebouwsysteem
Hpt kantnnrfpbouw van de Een dergelijke bouwwijze, zegt representatie van het bedrijf, dat
net Kanioorgeoouw an ue ontwerperi vraagt echter o.a er zijn administratie voert.
Amsterdamse Ballastmaat- vele en goede timmerlieden en de Het is een goed voorbeeld van
afbouw vraagt metselaars en stu- moderne architectuur, manr Ha.i
schappij aan de Wlbautstraat kadoors en tegelzetters, en deze van een architectuur,
tr. Atvc+ot-Barr, Hnt in het af- vaklieden zijn schaars, althans te maakt van moderne bouwmetho-
te Amsterdam, aat in net ai schaars om tegelijk met de wei- den.
gelopen iaar is gereedgeko- nige opdrachten van het bedrijf
r oolc bet eigen gebouw binnen de
men, is een voorbeeld van de beschikbare tijd te voltooien. Er
a moest dus een andere weg wor-
toepassing van moderne in- den gezocht.
dustriële bouwmethoden. Deze is door de ontwerper ge
vonden in een methode om zonder
behoefte heeft aan meer en grote- bouwen, en wel door toepassing
re kantoorruimten, dan ligt het Van een gemechaniseerd monta- de bouwproduktle wordt
voor de hand. dat het deze zelf gebouwsysteem van geprefabri- plaatst haar de fabriek,
bouwt. Maar het ligt evenzeer ceerde onderdelen.
voor de hand, dat de bouw dan -
voortdurend wordt uitgesteld, om- BcspdNllg Op Itian-UrCII
dat het werk voor anderen, dat het
bedrijf draaiende moet honden. Volgen, Prof. Zwier, betekende
natuurlijk onder alle omstandighe- dit. dat de besparing opma r
den moe. voorgaan. geschoolde arbeid n,e zon mogen
De bouw voor eigen behoefte ophouden na de voltooiing van
wordt dus uitgesteld: totdat het het betonskelet, maar zich ook
niet langer kan. En dan moet met zou dienen uit te strekken over
grote haast worden gebouwd, om- geveipanelen en vloeren en zelfs
kanMaar°toch over trappen en bordessen,
moet er goed en voorbeeldig wor- En verder zouden tijds-
Eugenius van Savoye
Reinhold Schneider heeft als
historicus en literator steeds ge
tracht, geschiedkundig verant
woorde feiten te beschrijven in
een vorm. die artistiek aan hoge
voldoet. Zo geeft hij in dit
buitengewoon mooi verzorgde
boekje ons een exposé over de
laatste jaren van Eugenius van
Savoye, de Oostenrijkse generaal
uit het begin der achttiende eeuw,
die in het bekende volkslied
..Prinz Eugen, der edle Ritter"
voortleeft als de veroveraar van
Belgrado en de bevrijder van Oos
tenrijk uit de macht der Turken.
Ondanks het prachtige slot Belve
dere, dat hij in Wenen liet bou
wen en zijn schitterende gastvrij
heid was hij een eenzaam mens,
evenals Frederik II van Pruisen,
die als jong kroonprins de grijze
veldheer van de keizer heeft le
ren kennen. Ook uit dit boekje
(evenals in ziin biografie van Fi-
lips II) blijkt Schneiders grote lief
de voor de Habsburgse dynastie,
beter gezegd voor de dynastieën
in het algemeen. Zo kon hij voor
Eugenius. die zijn levensdoel zag
in de dienst aan zijn keizer, in
volle sympathie een erend literair
gedenkteken oprichten. J. H. S.
Reinhold Schneider: ,,Die letz-
ten Jahre des Prinzen Eugen".
56 biz. Uitg. Jakob Heger, Köln.
Dm 4.80.
Alexis Sorbas
De Griekse schrijver Nikos Ka-
zantzakis is een hoogstmerkwaar-
dige figuur op het literaire erf.
Hij mengt zijn Griekendom, zijn
verknochtheid aan het bonte Griek
se leven met zijn hartstocht en
zijn vroomheid, aan een filosofisch
vitalisme, dat hij zich tijdens zijn
studietijd aan de universiteiten
van Heidelberg en Berlijn eigen
heeft gemaakt. Nietzsche was een
filosoof naar zijn hart en nooit is
hij van diens vitalisme los kun
nen komen, Verrast hij soms door
„vrome" boeken als „Christus
wordt weer gekruisigd" of „Het
stenen hoofdkussen" (zijn boek
over Franciscus van Assisi), een
andere keer bewijzen zijn „Kapi-
ta „Alexis Sorbas", dat hij de le
venslustige heiden in zijn binnen
ste nooit heeft kunnen overwinnen.
Het is weer Hans Edinga, die
dit nieuwe avontuur op Kreta, de
levensgeschiedenis van de robuus
te Don Juan „Alexis Sorbas"
voortreffelijk heeft vertaald. Reeds
eerder was dé vertaalkunst van
Edinga opgevallen bij „Het ste
nen hoofdkussen". Hij zet met de
ze uitgave van W. Gaade te 's-Gra-
venhage, deze aangevangen faam
voort.
„Alexis Sorbas" zelf is een uit
nemend voorbeeld van de grote
vertelkunst van Kazantzakis, thans
in zijn Nietzschiaanse gedaante.
Frans van Leeuwen voorzag dit
werk van een uitermate raakge-
troffen omslag. EV. G.
VIER AUTEURS
SCHREVEN
KORT VERHAAL
het verschil
Nog altijd is het verschijn- reld-Bibliotheek Amsterdam Ant- wettigt het opnieuw
seï' waar te nemen van een werpen. Hij begin)
slechts matige belangstelling [usserT^novllir
dVn afgebouwd, omdat de naam en bp7d'sinte*nsievë"afwerkingsfasen op yan de Nederlandse lezer voor en toetst dan de vier kleine ver-
de reputatie van het bedrijf ten beidsintensieve an e g p de novelle. Auteurs van romans, halen in proza, die hier zijn sa-
nauwste verbonden zijn met de de bouwplaats, als metsel- en stu- waarVan de herdrukken elkaar mengebracht, nl. van Lidy van
wijze, waarop het zich naar bui- kadoorwerken zo mogelijk achter- SRe^ opVolgen komen met een Eysselsteijn „Het Huls „De Twee
ten representeert Ditgeldt wel wege moeten blijven en vervan- of e'n „ovellenbundel Luyckskens". van Nine van der
nemerfbedrljL 33 S gen worden door droge montage na jaren pas eens tot een tweede yan der*Vet !,Het°Portret"
Zo ontstond dit geprefabriceer- van geprefabriceerde onderdelen, druk. Het is mogelijk, dat hun en van Theun de Vries: „Sint-
de kantoorgebouw naar een ont- novellen achter staan bij hun Elisabeth" aan de gebruikelijke
werp van Prof. ir. H. T. Zwiers, Zo is, uiteraard na ee g romans Maar het omgekeerde maatstaven die voor een novelle
dat door de opdrachtgeefster zelf aantal proefnemingen, een con- kan evengoed uwrden veronder- gelden.
Wl3elef€oplde aard van het bedrijf structiesysteem ontstaan, dat stejd fjet merkwaardige is, dat ;iDe weinig ingewikkelde han-
van de opdrachtgeefster lag het eerst na langdurige uitwisseling de Nederlandse novelle een- denng verioopt snel en is ge-
voor de hand te denken aan een van gedachten tussen de architect zekere bloei beleeft: de kunst n„
onbekleed betonskelet mei bak- en de ieiding van het bouwbedrijf is dikwijls een „des ondanks"." ^kKeltjK te overzien, ue
steenvullingen en genormaliseerde zlJn uiteindelijlM vorm hee[t ge. schrijtlingen zijn beknopt en
le indeHng met genormaliseer- kregen. Aldus schrijft Antoon Coolen kleurig, de karakters met enkele
de scheidingswanden de nodige H ffpbnuw „taat er nu en het in ee" A Y lg en C0?~ trekken getekend en niet in bij-
flexibiliteit sou kunnen worden He', ««o»» s,,as' f creet Ten Oele.de bij vier korte
verkregen om aan alle variërende vormt een doelmatige behuizing, verhalen, uitgegeveni onder^ de^ti-
eisen van het gebruik te voldoen, maar tevens ook een waardige tel „Novellenkv
1 bij de We-
VIA NAALD
ÉN RLAAI
Wij
s man
IK GELOOF. dat
Pasternak een wijs
man is en dat we goed
doen naar zijn woor
den te luisteren Voor
taling is op te maken,
moet hij ook een taal
kunstenaar zijn, die
telkens verrast door
hoogst originele ver
gelijkingen: „Leerlin
gen. van domheid
Met financiële steun van dc
Ned. Organisatie voor Zuiver We
tenschappelijk Onderzoek, dc N.V.
Philips Eindhoven, afd. Nat. Lab.
en het Prins Bernhard Fonds
heeft dr G. C. Kop bij J. Muus-
ses te Purmerend een boek kun
nen uitgeven onder dc titel
„M ens en muziek" en dat
wil zijn een inleiding tot de peda
gogische muziekpsychologie.
Op het gebied der muziekpsy
chologie zijn reeds meerdere stu
dies verschenen, o.a. van prof. dr.
G. Révèsz. De pedagogische mu
ziekpsychologie bleef echter het
stiefkind. Dr. Kop noemt zijn stu
die dan ook slechts een terrein
verkenning van het nagenoeg on
ontgonnen gebied van de pedago
gische muziekpsychologie".
Veel muziekleraren zullen zich
weinig bekommeren om deze peda
gogische muziekpsychologie. Ze
geven gewoon les, laten de leerlin
gen tot een bepaalde graad van
technische beheersing komen, le
ren ook analyseren, maar verge
ten vaak waar het eigenlijk om
gaat bij het muziekonderricht: dc
interpretatie. Meerdere malen is
dat gebleken bij einduitvoeringen
van conservatoria.
„De pedagogische muziekpsy
chologie dient zich in de eerste
plaats met de interpretatie als
haar kernvraagstuk bezig te hou
den", zegt dr. Kop terecht. En hij
toont dat in een 11-tal hoofdstuk
ken heel duidelijk aan, hoofdstuk
ken waarin zowel de studiehou
ding, de stille oefening naar het
Zen-systeem (Zen-Boeddhismei
het spel van het wonderkind, het
ritme, het geheugen en de voorbe
reiding tot het optreden grondig
worden behandeld.
„Men merkt vaak op dat mu
ziekstudenten niet de tijd nemen
om zich in de waarde van een
kunstwerk als zodanig te verdie
pen. maar met verwoede ijver
zich toeleggen op de overwin
ning van technische moeilijkhe
den". Deze opmerking is maar al
te waar en het resultaat is, dat
de noten feilloos zijn ..gemaakt",
maar het kunstwerk uit de vertol
king is verdwenen. Deze zeer ge
fundeerde studie van dr. Kop mag
tn geen bibliotheek van een mu
ziekleraar ontbreken. Zij toont de
weg. waarlangs er alleen maar tot
een goed resultaat geleid kan wor
den. (198 blz.).
pOLEN als muziekland
bij velen alleen mi
bekend door de figuur v
Frédéric Chopin, die het
grootste deel van zijn leven
dan nog in Frankrijk heeft doorgebracht. Maar in de 15e eeuw
was de (contrapuntische) School van Krakau al beroemd, de
15e eeuw bracht de a capella-stijl met Szatomulski, Gomolka
(Poolse psalmen) en Leopolita, de 17e eeuw schonk missen en
motetten van Pekiel en Mielezewski en na een inzinking kwam
de 19de eeuw weer met figuren als Chopin, Nowakowski en
vooral Stanislaw Moniuszko (18191872), die aan Polen de
eerste werkelijk nationale opera schonk, nl. zijn in 1848 voltooide
opera „Halka".
Deze opera heeft Moniuszko
gemaakt op een libretto van Wla
dimir Wolsky en heeft als onder
werp een Pools minnedrama uit
1700. De drost van de Koning
geeft een feest voor zijn dochter
Sofie en haar bruidegom Janusz,
een edelman. Janusz had echter
kort daarvoor een verhouding ge
had met de lijfeigene Halka, die
een kind van hem verwacht. Hal
ka wordt ook bemind door de
knecht Jontek en als Halka op het
bruilofsfeest tot Janusz wil door
dringen vertelt Jontek wat er
eigenlijk aan de hand is. Halka
stort zich in vertwijfeling van de
rotsen en als Janusz berouwvol
naar de plaats des onheils komt
wordt hij door Jontek van de rot
sen gegooid. Dit relaas van het
arme Goralen-meisje Halka geeft
duidelijk aan de maatschappelijke
vernedering waaraan de leenplich-
tigen in het vroegere Polen waren
blootgesteld. Van deze opera is in
Polen ook een film gemaakt met
de actrice Barbara Kostrzewska
in de titelrol.
Moniuszko heeft dit oude Poolse
gegeven gebruikt om er heel veel
echte Poolse muziek in te gebrui
ken. Wel ontdekt men een wester
se invloed bij Moniuszko, maar
zijn orkest-Mazurka en zijn Gora-
lendansen voor orkest uit de ope
ra ..Halka" zijn toch v el onver
valste Poolse volkse uitingen. Het
is meeslepende muziek, vol melos
en romantiek, harmonisch dan
wellicht niet zo interessant, maar
wel zeer aantrekkelijk. En men
zou er naar verlangen deze opera
eens in een werkelijke opvoering
te zien.
szko (1819—1872), die de
nationale Poolse opera
.Jlalka" schreef.
DE DEUTSCHE GRAMMOPHON
GESELLSCHAFT heeft een aantal
hoogtepunten van deze Poolse ope
ra op een plaat vastgelegd met
de sopraan Alina Bolechowska, de
tenor Bogdan Paprocki, de bari
ton Andrzej Hiolski, de bas Ed
mund Kossowski en het Radio-
Symfonie Orkest Berlijn (Oost-sec-
tor) o.l.v. Mieczyslaw Mierzejew-
ski. (30 cm langspleelplaat LPEM
19142). Men kan zich muzikaal
geen betere uitvoering wensen.
Hier is volkomen gemusiceerd in
de geest van het werk van
Moniuszko. hier zingt Polen zich
zelf uit en de solisten zijn stuk
voor stuk voortreffelijke zangkun
stenaars. Vooral de sopraan Ali
na Bolechowska, die een typisch
pril meisje Halka zingt. Deze so
praan won in 1950 de 2de prijs
op het muziekconcours in Leipzig.
Opname-technisch ben ik echter
ni"!t in elk opzicht enthousiast
over deze plaat. De stemmen
„zitten" er alle prachtig in, maar
het orkestspel klinkt wat droog,
wat vlak. Vermoedelijk is de op
name-ruimte akoestisch slecht ge
weest, waardoor vooral de strij
kersklank verloren ging. Toch een
hoogst interessante plaat waarop
het Pools als een prachtige zang-
taal te horen is.
IGOR STRAWINSKY, de Russi-
sche componist gaf in 1913 de
muziekwereld een schok met zijn
ballet ,,Le Sacre du Printemps"
Toen dit werk in Parijs in pre
mière ging merkte een oude her-
heel verontwaardigd op, dal
keer sedert zestig
jaar was, dat men gewaagd had
haar voor de gek te houden. De
première op 18 mei 1913 in het
Théêtre des Champs Elysées te
Parijs is een werkelijk schandaal
geworden, waarbij zelfs geduel
leerd werd.
Men kende de scherpe ritmen en
de harde harmonieën nog niet en
thans ruim 40 jaar later ziet
men de ..Sacre" van Strawinksy
als een „klassiek" kunstwerk. Het
is maar al te zeer een bewijs
hoe men zich langzamerhand met
nieuwe klanken vertrouwd kan
maken en hoe de werkelijke kun
stenaars hun tijd vooruit zijn. In
dit ballet heeft Strawinsky het
schouwspel van een grote gewij
de heidense ritus gegeven: oude
wijzen zitten in een kring en
aanschouwen de dans van een jong
meisje, dat zij offeren om de
god van de lente gunstig te stem
men. Strawinksy heeft dit gege
ven in een geladen vertoning ge
bracht, geheel geboren uit het hei
dense oerinstinct. De kortademige
melodiek en de hevige ritmiek ge
ven het ballet muzikaal een sterk
primitief karakter.
DE DEUTSCHE GRAMMO
PHON GESELLSCHAFT bracht
dit ballet „Le Sacre du Printemps"
uit in een vertolking door het RI-
AS-Symfonie-Orkest Berlijn (West
sector) o.l.v. Ferenc Fricsay (30
cm. langspeelplaat LPM 18189).
Fricsay heeft het befaamde or
kest hier tot een fantastisch spel
gebracht en heeft de gehele inter
pretatie in een grote spanning
weten te houden. Nergens zakt de
ze spanning ook maar even in.
Men kan de klank dan misschien
wat Duits vinden (dit in tegenstel
ling tot de uitvoering van het bal
let door Franse orkesten) en de
opname wat donker gekleurd, het
is toch een vertolking geworden
die aan de top staat van de Stra-
winsky-discotheek.
CORN. BASOSKI.
dit de i
De Poolse sopraanzangeres Ali
na Bolechowska, die voor de
Deutsche Grammophon Geselt-
schaft de titelrol in de opera
jlalka" van Moniuszko zong.
Maar als man van de praktijk
weet Coolen dat theorieën over let
terkundige kunstwerken altijd iets
willekeurigs behouden: „het ver
halende geschrift, met de inde
ling waarvan men moeilijk raad
weet, kan juist een groot kunst
werk ^ijn."
Nu, met grote kunstwerken heb
ben wij hier naar mijn mening
niet te maken. Coolen wil dat
trouwens ook niet suggereren: hij
waardeert, prijst zelfs, laat de
vraag open welke van de vier no
vellen literair de beste kan wor
den genoemd en spreekt ten slot
te van een „boeiend geheel",
voornamelijk bereikt door de ge
lukkig sterk uiteenlopende wijze
van vertellen door de vier
auteurs. Coolen is een te goed
vakman om niet te zien welke
vaardigheden in de zo moeilijke
schrijfkunst hier door elk der
vier auteurs op zijn of haar wijze
wordt gedemonstreerd.
Lidy van Eijsselsteijn
"DIJ LIDY VAN EYSSELSTEIJN
is het de kunst van het uitspa
ren van de hoofdfiguur: hier een
gestorvene, Tante Briske, wier le
vensgeheim bijna trekje voor trek
je (met een uitschieter tegen het
slot) door een neef, die een poos
in het sterfhuis komt wonen,
wordt ontdekt. Terecht noemt Coo
len dit pröcédé knap. Het is ook
tamelijk ongewoon en het moet
gezegd dat deze hoofdfiguur en
de schuldige liefde, die haar tot
een teruggetrokken leven noopte,
voor de lezer inderdaad gaat le
ven, zij het dan ook enigszins ten
koste van het meisje Riekje en
de zeeman-neef, die ogenschijn
lijk de hoofdfiguren zijn. On
danks gedachten en termen, die
bij een zeeman passend kunnen
worden geacht, is deze gefingeer
de schrijver van de novelle-in-dag-
boekvorm niet waarschijnlijk ge
maakt. Hier en daar is hij Lidy
van Eijsselsteijn, met haar ge
voeligheid, dichterlijk-beeldend
vermogen en haar literaire bele
zenheid. Het centrale punt van
haar belangstelling lag in de fi
guur van Tante Briske.
Nine van der Schaaf
|"\E REEDS bejaarde schrijfster
'-'Nine van der Schaaf, die het
dorpsleven in het Noorden, met
name Friesland, goed kent, geefl
in „De man die won" in wezen
een kleine roman, waarop zelfs
een vervolg zou kunnen komen
Coolen zegt ervan (en de voor
treffelijkheid van de opmerking
citeren)
,.Het~verhaal is, wat ook aan de
roman eigen wordt geacht, een
voortdurend „worden", veel min
der naar een verrassend slot dan
naar een langzaam groeiende toe
stand, die bereikt wordt als de
man, in de titel reeds als
de overwinnaar aangeduid,
in dat uiterlijk gebeuren in
derdaad heeft gewonnen. En ook
dat is niet de afsluiting van het
verhaal, de toestand is niet vol
tooid: het wordt aan de verbeel
ding van de lezer overgelaten,
hoe de draden verder zullen door
lopen." Mij herinnerde deze no
velle aan „Une Vie" van Guy de
Maupassant, niet zozeer vanwe
ge de literaire kwaliteiten als
juist door dat wordende, zich niet
afrondende, open blijvende van
de verhaaigang, zoals men dat
aantreft bij veel naturalistisch
werk van het eind der 19de
eeuw, denk b.v. ook aan De klei
ne Republiek van Lodewijk van
Deyssel.
Anton van der Vet
TTET PORTRET" van Anton van
der Vet heeft mij, ondanks
knappe en beeldende détails, ken
nelijk uit eigen aanschouwing be
schreven, het minst voldaan. Na
tuurlijk is het moeilijk over schil
derijen te schrijven die niet wer
kelijk bestaan. De auteur doet
dat knap, even knap als hij de
psychische en artistieke slinger
gang in het leven van de schil
der Helmer Maarssen analyseert.
Maar het is hier niet de knapheid
van de oorspronkelijke, beeldende
geest, maar die van de man. die
weet heeft van kunst, van zielkun
de, van kunstenaarslevens en
temperamenten, van het verschil
in reactie tussen man en vrouw,
van de levensvragen achter het
kunstscheppen, van de moderne
problematiek in het algemeen en
die zijn verhaal opbouwt tegen
de achtergrond van dat weten en
eigenlijk alleen uit dat weten.
Daardoor verkrijgt de sfeer van
de novelle iets middelmatigs, ja
conventioneels. Er kunnen op de
ze wijze vele drankjes gebrouwen
worden. Over kunstenaars diep
gaand schrijven kan alleen geluk
ken uit naïviteit op hoog ni
veau, of uit een zodanige rijpheid
van geest dat de auteur boven
de problematiek van zijn onder
werp staat.
Theun de Vries
YYfAT VAKMANSCHAP betreft
wint Teun de Vries het naar
mijn mening van de andere drie
auteurs. Een jong priester gaat
naar zijn nieuwe parochie Almon-
de aan de vooravond van de St.
Elizabethsvloed en komt om bij
een poging een paard te redden,
dat evenals hij tot nu toe aan de
dood is ontkomen. De laat-middel-
eeuwse sfeer van mensen en land
schap is uitstekend gesuggereerd.
Het verhaal heeft een manne
lijke toon en excelleert in de be
schrijving van de natuurramp.
Toch is deze wijze van schrijven
niet meer van deze tijd. Vandaag
vraagt men naar de essentie van
elke situatie, en niet naar een
geduldige, aan alles denkende en
alles opmerkende aandacht, die
op gelijke wijze in woorden wordt
gebracht en gelijke deugden van
de lezer eist. Deze vorm van
schrijfkunst gaat helaas, maar on
herroepelijk verloren. Gelukkig
dat zij monumenten achterlaat
voor een mogelijke latere genera-
tie, voor welke ze weer als mo
dellen kunnen gelden.
C. RIJNSDORP.