Manfred Haiisinanii
i
PRENTEN EN TEKENINGEN
sinn. cle <zï)uitóe óckrijver^ i?
lyMlil fyéfll)
i)'V™rïr'ia'•£- H«°f.pn"oo»ned° tóssts
Cultureel
venster
'^W.uMca-kalend.er3
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 22 NOVEMBER 1958
LEZINGEN IN NEDERLAND
Da Duit»» t<hrijv»r »n dichfar Manfrad Hautr
dar po»itiaf-chri»tali|ka »u»»ur, uit W#.t-Duit»land.
lal ondar auipician van hal Ganootieh.p NadarUnd-
Duit.land. volganda waak ankala laihtgan «var
wark in ont land houdan. Op 25 novtmbar in
lardam, op 26 ne^ambar In Utraehl, op 27 novembar
In Amttardam an op 28 novambar in Dan Haag
„Wo kein Sinn mehr misst, waltet erst der
Wo kein Weg mehr ist, ist des Wegs Beginn'
„Als ik in Den Haag kom, ga ik steeds naar het Mauritshuis. Daar kijk ik in de
eerste plaats naar Rembrandts Saul en David, voor mijn gevoel het diepzinnigste
schilderij van de wereld. Als ik daarvoor sta, huiver ik tot diep in mijn hart. Hij
heeft het dus óók ervaren hoe het is, als men 's nachts wakker wordt en moeder
ziel alleen in de duisternis ligt, Rembrandt,mijn broeder in de hopeloosheid, en
Saul met de door tranen verduisterde blik van de koning, die ziek is van inzicht
in de gevangenis der menselijke ziel en in de onbegrijpèlijkheid van het levèn.
Hij zit daar wat gebogen. In zijn arm de lange speer. Zijn rechterhand de
hand van iemand, die aan onrust en slapeloosheid lijdt. Zijn linkerhand grijpt
blindelings in het gordijn om de tranen, van het jehaarde gezicht af te wissen,
de tranen die komen, als Davids spel tot hem spreekt van de heilige harmonie
der geschapen wereld. David is een dichter. Hij zingt de geheime melodie der
schepping, die anderen niet kunnen horen, hij zingt van de waarheid die in alles
verborgen is, de onschuld achter alle schuld, de harmonie achter alle verscheurd
heid, de waarheid achter alle leugen, de lof van de schepper achter al het kreunen
van de demonen.
Een i
die
heeft e
een mens meent te moeten Hl
gaan van heimwee, zijn kramp- laden,
achtigheid verdwijnt, hij is gered,
._n anti-bur
zulk gerlijke levenshouding. Lampioon de natuur als bui-
schuld op zich ge- tengewoon doel-
ogenblik kan hij de beslissende
stap doen. waarin hij zich aan
God overgeeft. De stap in de af-
hij niet in
kan komen, verliest de aan
sluiting aan de wereld van het ge
zin en het beroep en begint te
zwerver Hij leert luisteren, luis
teren naar de natuur, luisteren
.Ieder mens die ik ontmoet, is God
- - de kert
tig.
kon hij
grond. Dat betekent hetzelfde als
het besluit: lief te hebben Volko
men. onvoorwaardelijk lief te heb- als
ben. de wereld lief te hebben, zo
als zij is. in haar gehele bedreigd-
heid en vreselijkheid, haar om W..H
Gods wil lief te hebben. Iemand, ken. tot ongedwongenheid
die tot zulk een liefde besluit, die trouwen
bijna als waanzin, neen. di
menselijk bedenken niets
ken tot Irdisches
Vergnügen bi
Gott, met Haus-
mann staat het
anders. Hij klaagt
Hij pie-
vreemd bos midden
nacht." gej
Ik w«t. dal ik da ..genschap jonge^"die "dü-'
heb. de mensen d.e met ml) .pre- w„rd,„ „„gevreten
MAXFRBD HAUSMANN
brengen. Vroeger be
greep ik niet hoe dat toeging,
het komt wel daarvandaan,
in.
En 1
is, die springt de afgrond dat ik eenvoudig met open kaar- ^eid
ten speel."
daartoe niet kan beslui-
Is er een God
len geschreven („Marlenklnd";
„Der dunkle Relgen"' maar zijn
toneelstuk: „Aufruhr in der Ma-
rienkirehe" f1957 geeft meer ge
dialogiseerde theologische vragen
dan een werkelijk dramatisch be
wogen handeling.
De bedoeling van de auteur is
ongetwijfeld, een krachtig getui
genis van zijn reformatorische ge
zindheid te geven. Het speelt in
1533 in de hoofdkerk van Hanno
ver. Gedurende de preek van een
monnik dringen benden Wederdo
pers de kerk binnen; zij willen in
navolging van Jan van Leiden in
Münster met vuur en zwaard een
Godsrijk op aarde oprichten, en
houden de stemmen, die zij van
binnen menen te horen, voor een
boodschap van de Heilige Geest.
Een lakenwever,
berg is gegaan om daarover de
mening van Luther te vragen,
komt met diens afwijzende bood
schap en het lied: „Een vaste
burcht is onze God", terug. Hoe
wel zijn vrouw en zijn invalide
zoon tijdens zijn lange afwezig
heid weer in de schoot der Moe
derkerk zijn teruggekeerd, de an
dere zoon zich bij de dweepzieke
horde heeft gevoegd» staat hij
sterk in zijn reformatorische over
tuiging.
Door hem spreekt Hausmann
wel zelf. „Het kruis betekent:
God heeft gelijk, de mens heeft
ongelijk. De enige weg tot God is
Christus, die we kennen uit de
Heilige Schrift."
De monnik echter zegt: „De
PROTESTANTS-CHRISTELIJKE FIGUREN
IN HEDENDAAGSE FRANSE LETTEREN
VAK AGNOSTICUS TOT EVANGELIST
RAOVL SJEPHAN
rye Protestantse sector in het waarbij opvallen menige originele
Franse volk is zeer smal en opmerking en de persoonlijke vi-
gezonderd m de 16e eeuw. slechts interesseren.
Met zijn in 1948 verschenen
een geringe bijdrage heeft geleverd aan het literaire leven
loop der tijden. Niet dat de Protestanten ontbreken, die
en essays publiceren of gepubliceerd hebben, maar meestal ver
raadt alleen een zeker moreel besef en ingetogenheid van taal,
vrucht van de hugenootse opvoeding, de afkomst der schrijvers.
Schaars zijn zij, die zich het Evangelie niet schamen en in hun
werk het geloof tekenen als een lerende kracht. Intussen, ze zijn
er wel. Mijn plan is in een kleine
voor te stellen.
Een der bekendste is Raoul Sté-
phan. Cevenot van afstamming,
heeft hij de klassieke letteren be-
Witten- studeerd en vele jaren het onder
wijs gediend. Hoewel hij zich
steeds verbonden gevoelde aan de
zaak der Protestanten, was hij
agnosticus geworden, tot hij in de
Tweede Wereldoorlog zich gewon-
„L'Occldent fait fausse route",
(uitg. Ed. du Campaniel, Yverdon,
Zwitserland)later in vermeerder
de uitgave gepubliceerd onder de
titel „L'Occident au carrefour",
enkele ervan aan de lezers komt Stéphan tot de moderne tijd.
In dit boekje, dat bedoeld is als
evangelisatiemiddel onder ontwik-
Ollde eik keiden, geeft hij een analyse van
het geestesleven onzer dagen in
zijn negativisme en normloosheid
wijst op het Evangelie als bron
gaf
EEN boek is er bij, dat na dertig
jaar nog zeer de moeite waard
is voor wie kennis wil maken met
het oud-Hugenootse milieu, zoals der vernieuwing,
dat te vinden was en gedeeltelijk
nog is in de Cevennen. Monestié
le Huguenot, (uitg. Albin Michel.
Parijs'. De uitstekende Hollandse
Gods roepstem, die vertaling van dr. Marmelstein
uitverkocht, de Franse uitgave is
nog leverbaar.
De centrale figuur in de roman
is Monestié. oude eik, waarvan
's levens stormen menige tak heb
ben afgescheurd. De zwaarste slag
treft hem, als blijkt, dat de enige
die hem is overgebleven.
Hij stelt zijn grote belezenheid
brede literatuurkennis in dienst
in dit doel. De uitnemende ver
taling van dr. Baardman, getiteld
„Het Westen op de dwaalweg",
uitg. Wever. Franeker),
de niet-Franslezende een goede
gelegenheid kennis te maken met
Stéphan.
Dichter
ten"*
Voor die blijft alleen de apeer
over hij kan er niet toe beslui- I» e
ten lief te hebben, en hij weet ven
toch. dat hij dit zou moeten. Hij weten
weet wat het betekent, een mens is."
zijn. hij kent zijn weerloosheid
ien God? ..Die daar bo-
a ja om te beginnen
nog niet, of Hij er wel
en zijn afhankelijkheid. Ma;
kan niet liefhebben. En dan
hij de speer, dan haat hij de
der in zichzelf.
t Vervolg
de Lampioonver-
hij halen vinden we in „Salut gen
rpt Hlmmel". (1929'. Kostelijk het
an- debat tussen de zwerver-uit-prin-
zichzelf het cipe Lampioon en de aartsfilister
Bertelsberg. Adembenemend, hoe
Lampioon op de Liineburgerheide
ge- probeert. •-
Bovenstaande gedachten
verspreide flarden uit e<
sprek. dat dr. Garrelts. die zich
in een ernstige geestelijke crisis
bevindt, houdt met de directeur de wind deze toch ontwortelt.
wilde kat
ij ziet de
volkomen machteloosheid van de
mens. Hij ziet het donkere ver-
l,.r.p van zoveel aardse liefde. ..De kmderverhaal ..0nlJe Arp«
eigenlijke helde heeft met teder- de anecdotische bele enis.
heid en liefelijkheid niet. te doen <>e vijfiar,ge Martin .Gesch chten kerk is de ark:
Wie haar met de juiste naam wil aus ®mer glucklichen Welt) en in niet geborgen is, zal
Eenk,em<SuWeZdgen„ngS^ing" l.T.J'wVS»S, SSt omkomen hij de .torrn.
tin. moord en firlorenheid" JjM van zijn Amerikaanse ra» ra Wie de kerk met zijn Moe-
1929: „Kleine Liebe zu Amerika der noemt, kan God niet
Zonder problemen .»iebört"°ïuw. 'Ü25. ta "In V.d.r noemen. Er
Niet alle werken van Hausmann het door de auteur zo geliefde slechts één plaats op aar
zijn zwaar van problematiek, landschap, de streek bij Bremen. de waar de bedreigde ziel
ü*iïi 'kostelijk ,1S?ïf7rt£ men'Jeeb.'.D,.VïrSin-f (Griek: zich geborgen voelt, nl. in
jongens van 17 en 19 jaar. die bij se gedichten). „Hlnter dom Per- de kerk. Niet ieder mag
de Wezermonding op een kotter lenvorhang" (Chinese poezie). en de Schrift naar eigen
gaan varen en daar een jongen „Das Lied der Lieder een po- goeddunken verklaren;
van 15. Abel. redden (zijn enig ging. het Hooglied van Salomo te m>n rmfraiihar® h««
de storm, met stenen bezit is een mondharmonika, vertolken.
in de vreselijke gebeurtenissen
die tijd tot hem kwam. en daarin
volkomen vrede vond. Het is jam
mer dat hij sinsdien niet meer de
inspiratie gevoelde tot het schrij
ven van een roman, die getuigen
zou van het nieuwe inzicht. Maar iUU11 U1C „c„,
dat zijn dingen, die zich niet for- overspel^eeft'gepleegd^ Hil^rêelrt
ceren laten. niet. maar een scheur trekt door h(£
Zo ligt dan zijn verbeeldingsar- zijn hart. Naast hem staat zijn
beid in de periode van de eerbiedi- vriend Espanadel, in wie het Evan-
ge twijfel; ze 1. spirituelistiKh Jgjf Sfe^ ruk ze'ienUj bladz"jd,
het dorpsleven zijn om de
ze twee geplaatst.
Dit mannelijk boek, in beel
dende taal geschreven, is nog in
het minst niet verouderd.
Van de andere romans
noem ik Le Hls de ma
chair, (uitg. Albin Michel.
Parijs), dat de kloof van
onbegrip en misverstand
tekent tussen een idealis
tische vader en een mo
derne zoon, die door het
materialisme wordt be
heerst. Uit dit boek spreekt
niet de Hugenoot,
pantheïstische inslag. De
Christen-lezer kan waardering ge- ron n
voelen voor het idealisme, dat er
uit spreekt, maar blijft toch onbe
vredigd.
al de kracht van zijn li-
i scheepswerf in de huwe
lijks- en doktersroman van Man
fred Hausmann „Liebende Leben
von der Vergebung" (1953).
En we vergissen ons wel niet,
als we ze tevens als een geloofs
belijdenis van de auteur beschou
wen Een belijdenis van zijn door
Kierkegaard beïnvloed Of-Of.. De
absolute keus doen. De sprong in
de afgrond. Het xich op genade
overgeven.
Wie ben ik
„Wie ben ik?" vraagt hij In een
zelfportret van 1950 „Ik geloof,
dat van mij. wanneer ik alles laat
varen, wat ik geërfd, geleerd of
mij eigen heb gemaakt, alles wat
ik niet aan mezelf, maar aan de
De natuurbeschrijvingen herin
hun exactheid soms aan
die andere Noordduitser
waarop hij buitengewoon goed
kan spelen). Wat zij beleven, ook
met een meisje dat zij ontmoeten,
is fris en onpathetisch beschre-
Het laatste geldt ook voor het
Geen dramaturg
danken heb. ik geloof dat
dan van mij niets overblijft dan
een hulpeloos wezen, dat een
zaam. schuldbewust en met de be
hoefte aan genade voor de oorde
lende ogen van de Eeuwige staat,
die het heeft geschapen."
Deze geestelijke houding heeft
Manfred Hausmann niet altijd ge
had Eerst is hij een overmoedige
jonge man. Geboren in 1898 als
zoon van een fabrikant in Kassei,
wordt hij naar 't gymnasium ge
stuurd. maar in de eerste we
reldoorlog moet hij naar het front,
komt in 1918 gewond thuis, leidt
een avontuurlijk leven als fa
brieksarbeider, student, drama
turg en koopman, promoveert in
München tot Dr. phil., wordt
journalist, en woont vele jaren in
de kunstenaarskolonie Worpswede.
die vooral door Rilke bekend is
geworden („Gehelmnls elner
Landschaft")
Maar het stabiele leven van de
burger trekt hem niet aan. hij is
de geboren zwerver en beeldt dit
leven uit in: „Lampioon küstt
Madrhen und kleine Birken"
1928' Een dubbel thema dus:
erotiek en natuurliefde. Lampioon
(„Ich kann auch schön pfeifen.
Lampioon ist mein werter Na
me") is verwant met Peter Ca-
„Tussen Ja en Nee"
gevoelsverhalen
„Tussen Ja en Nee" noemt me
vrouw Jeanne van Schaik-Willing
haar nieuwe bij Querido te Am
sterdam verschenen verhalenbun
del. Een uitnemend gekozen titel, de Verloren
want deze negen verhalen bewe- Rembrandt i
ter, zich inderdaad ariana tua.en heeft
tussen ja en nee. tussen rea
liteit en droom, tussen de beslis
sing en de vlucht, en welke ande
re tussenstadia men zich kan in
denken.
Indertijd heeft Menno ter Braak te brengen
van de vertelkunst van mevrouw
Van Schaik verklaard, dat haar
mensen zijn „wezens van vlees en
bloedNa het lezen van deze ver
halen. wrijft men zich bij zo'n uit-
spraak even de ogen uit. Want aat
hoeveel goeds or ook te zeggen is het
over wat deze schrijfster heeft tc rgn
bieden, haar mensen zelf
en blijven wazige figuren.
„wandelen in water", vlees
bloed kan men er niet aan i
dekken, wel weet de schrijfster
sfeer, een bepaald gevoel i
concreet en cxacf weer te ge'
Haar mensen missen echter i
re tastbaarheid; men moet hun
dikwijls het logisch reageren ont
zeggen en ook het daadkrachtig
handelen Wat zij wel hebben is
gevoel. Haar mensen zijn gevoels-
wezens en vertonen daarom een
zeer beperkt aspect van het men
selijke; maar dit vertonen
dan ook goed
moet men de vertelkunst van
Jeanne van Schaik-Willing zeer
Pril**0-
moet een onfeilbare beslis
sende instantie zijn."
De humanistisch gezinde school
meester probeert deze standpun-
.matis dhe "ballade l°' wa'be;
enkele mysteriespe- gnjpelijkerwijs geen resultaat
heeft. Het stuk toont, dat de vra
gen der reformatie, als ze radi-
caa[ gesteid worden, nog even
brandend zijn als vier eeuwen ge-
De lakenwever in bovenge
noemd reformatiespel wordt in
een grenssituatie gebracht, waar
in hij geheel alleen staat en nie
mand meer heeft dan God.
Deze gedachten beheersen ook
Hausmanns essays (verzameld in
de bundel: „Elner muss wachen")
en de lyriek van de laatste ja
ren. God doodt ons, om ons tot
leven te wekken. Dan is de mens
„verzweifelt und getrost" want:
Tweeërlei
schriftuur
ook een dichter, ge-
'56 verschenen bun
deltje „Des pipeaux de Midi aux
Cantiques du Soir" (uitgave: La
bor et Fides, Genève). De oogst i
niet rijk, zeventig
geheel een leven,
zeer gevarieerd van vorm en in
houd, boeien in hun zuivere ge
voeligheid. Vele dateren uit de
laatste jaren. Het zijn de beste:
de drie Christelijke hoofddeugden
hebben er de bezieling aan gege-
Laat ik. omdat ze karakteristiek
zijn voor de geestelijke instelling
mogen citeren van een gedicht,
getiteld „De mensen, mijn broe
ders".
„Sinds gij my hebt gegrepen
me ue nu SUR iSHi in machtiffe fifeep,
te" «lotte1 "behandelt"het O "Bin God. mijn Voder
mijn Al, dat ik t
r geen dingdat ik niet
anders aanvoel,
r voor mijn hart niets, dat
niet is omgezet."
Kostbaar
bezil
Querido's Uitgevers-maatschap- njet toe.
pij te Amsterdam geeft jaarlijks
een boekje uit onder de titel „Sin
gel 262". waarin stukjes van
schrijvers over zichzelf zijn opge
nomen. Thans is er een dergelijk
bundeltje (pocket-formaat) ver
schenen onder de titel „Tweeër
lei schriftuur" en zijn het
jelfde thema als het
eerstgenoemde, de strijd Is
der generaties, met dit
verschil dat hier de disso- Js
nant wordt opgelost in een
gelukkig, maar niet geheel over
tuigend slotakkoord. Ook dit boek
met grote taalbeheersing en in
wisselende stijl geschreven, min
der ruig dan de Cevenotse roman,
houdt de aandacht yast. De
andere rom
óf spreken
We (zijn ihier ver van het nihi
lisme en de trieste uitzichtloosheid
van de moderne dichter.
Stilzwijgend voorbijgaand
'lijn óf*uitverkocht essayistische arbeid, vermeld
Hollandse leaer k »°J, medewerking
Franse protestantisme
"JVTA zijn geestelijke ommekeer bereikt.
heeft Stéphan een werk gege
ven, dat hem jaren van studie
heeft gekost. „L'Epopée Hugueno-
te", (uitg. La Colombe, Parijs).
over zichzelf schrij- Het behandelt de geschiedenis van
het Alfred Kossmann het Franse protestantisme, begin-
die gedichten en handschriften nend bij de voorlopers in de Mid-
van 24 auteurs bij elkaar heeft deleeuwen en besluitend met de
gezocht. Om enkele namen te noe- strijd der Camisards (17021713).
Bertus Aafjes, Max Dender- Het richt zich tot het grote pu-
doordrin-
van Stéphan aan het bekende
weekblad „Le Christianisme
XX-ième, siècle", waar zijn mild
woord duizenden geloofsgenoten
„Wo kein Weg mehr ist
1st des Wegs Beginn."
H. SCHOUTEN
monde. Jan Engelman, Hella S. bliek en wil het i
Haasse. Catharine v. d. Linden, gen. dat het protestantisme
Cees Nooteboom, Max Nord, An- wettige plaats toekomt in het
nie M. G. Schmidt. Garmt Stui- Franse volksleven als een van zijn
Vestdijk, Victor v. integrerende bestanddelen. Van-
Elisabeth Zernike. daar de oprechte objectiviteit en
hoogst interessante de conciliante toon, waarin het is
■an verzen geworden, geschreven. Het is geen weten
de grafologen het schappelijk geschrift, maar veel
wetenschap is er in verwerkt,
(DR. M. C. v. d. PANNE
„Sawitri" van
Antoon Coolen
verzameling
waarbij voo:
handschrift zeker waardevol
JN het Teyler's Museum
Haarlem hangt het
ran deze tekening. Het is de
beelding van de terugkeer
on, zoals eens
Run die in zyn
fninder dan 237 afbeeldingen
tekeningen moest de medewer
king worden gekregen van
musea en verzamelaars over de
gehele wereld. Die medewerking
werd gevonden en van het origi
neel werden reproducties ge
maakt Door deze omslachtige,
maar juiste manier van werken,
en bovendien door het feit, dat
het diepdrukprocedé werd toege
past. werd een weergave ver
kregen, die waarheidsgetrouw is
en de toets van alle kritiek
ruimschoots kan doorstaan.
Het is de eerste maal. dat een
zo gedocumenteerd en belangrijk
Ifs niet mopehjk. ómdat boek van een zo bij uitstek des-
be;,, zijn ren pcrticuiie- kundue als professor Van Gelder
(hij schreef een boeiende ïnlei-
ren een be^chtxgmg ran het ding) over de Nederlandse prent-
oorspronkelijke werk onmogelijk en tekenkunst van bijna vijf
maakt. eeuwen werd uitgegeven. In 1959
d(, ave van zal 660 Amerikaanse, Duitse en
de Uitleveru ConUct in Am- 'Und"rd-
editer" lede- ^d^rdwerk'T.D»-* Sch.-"nheid W« k"* bejtrijkl een periode.
I ons land" een onderneming» die begint mei de 15-de eeuw
ingmcn rragctci «...n- 'al hebben en die eindigt met recente wer-
„OU he, dssdkreentig Je ^er^cc^ «^hebbel
dient, went in dit prachtig ver- ^eeld vin Piet Mondriaan en de
zorgde album heeft prof. dr .1 ?nlangj overleden Bud
inkt op het papier heeft ge
zet. Weinige mensen zullen er
door de dagelijkse beslommerin
gen toe komen om een bezoek
alle musea, waar
de werken van onze meesters
der schilder- en tekenkunst be
waard zijn gebleven. Vaak ook is
van Gelder onder de titel Leek.
„Prenten en Tekeningen"
a»...»,, w. Tekenin-
in dit opzicht samenvatting gegeven van dit gen" geworden tot een kostbaar
r m. van onderde,.] van de Nederlandse bezit, dat geen minnaar van de
kunst, dat helaas te vaak ver- Nederlandse tekenkunst zich zal
waarloosd is geworden. Niet laten ontgaan.
Zij, die zich na de gebeurtenissen van
de afgelopen maanden een beeld willen
vormen van de diepste gevoelens die in
het Franse volk leven, doen er goed aan,
dit bijzonder knappe werk van deze Duit
se literator aan te schaffen. Een vergelij
king tussen de wijze waarop Napoleon in
1815 na zijn vertrek van het eiland Elba
weer aan de macht kwam en de ontwik
kelingen welke geleid hebben- tot het her
nieuwde optreden van generaal De Gaulle
gaat niet op. Daarvoor liggen de beweeg
redenen te ver uiteen. Maar beiden heb
ben met succes een beroep gedaan op de
Franse nationale trots, door het volk nieu
we glorie, nieuwe grootheid in het voor
uitzicht te stellen. En daarom biedt de
manier waarop het Franse volk gerea
geerd heeft op het appèl van De Gaulle
een treffende overeenkomst met het wel
kom dat Napoleon in 1815 ten deel viel.
Hoewel Sieburg voornamelijk de periode
der 110 dagen behandelt die voorafgingen
aan de definitieve val van de keizer, is
hij er in geslaagd een volledig beeld te
geven van het leven en streven van de
grote Corsicaan. Dit heeft hij bereikt, door
telkens op beslissende momenten terug te
blikken in het verleden van Napoleon, dat
zo rijk was aan historische gebeurtenissen.
De bekende schrijfster Hella S. Haasse
zorgde voor een voortreffelijke vertaling
van dit werk. waaraan elke zucht naar
sensatie vreemd is.
Dr. Helen Keller, door Walter Pause,
bewerkt door Fré Domisse. Uitgave G.
J. A. Ruys. Bussum.
We mogen verheugd zijn met een door
Fré Domisse vertaalde en bewerkte uitga
ve van Walter Pause's roman Dr. Helen
Keller, die als ondertitel draagt „De wils
kracht van een doofstomme blinde".
Voor vele lezers, misschien wel het
meest voor degenen die zelf ernstig zijn
gehandicapt, zal dit boek een troost en een
bemoediging zijn. Het is de levensgeschie
denis van de nu bijna 80-jarige Amerikaan
se. die in nacht en geluidloosheid enorme
werkkracht heeft ontplooid en door onvoor
stelbare energie na harde studie zich een
voorname plaats in de maatschappij heeft
veroverd. Op die plaats heeft zij haar le
ven lang zeer veel gedaan in het belang
van doofstommen en blinden.
Een biografie bij haar leven verdient
deze merkwaardige vrouw zeker en wij
zouden het boek in veler handen willen
zien. Het is eenvoudig, maar beeldend en
boeiend geschreven, geheel in de geest
van Helen Keller's eigen optreden, dat
haar met vele groten der wereld in aan
raking heeft gebracht.
De uitgeversmaatschappij Ruys te Bus
sum maakte er een keurige uitgave van.
Het spiegeltje, door Ina Boudier-Bak-
ker. Prisma-uitgave Het Spectrum,
Utrecht.
De totale karakterverandering van de
Nederlandse romankunst wordt eens te
meer duidelijk bij een heruitgave als van
Ina Boudier-Bakkers „Het Spiegeltje" dat
nu in zakformaat maar liefst de 12e druk
beleeft.
Deze in 1917 voltooide en met groot en
thousiasme ontvangen roman voert ons te
rug naar het familieleven vóór de eerste
wereldoorlog, toen in de beslotenheid van
het deftige burgergezin aan de Amsterdam
se grachten blijkbaar niets van het lands-
of wereldgebeuren enige rol speelde. Toen
alles zich concentreerde op en om de be
levenissen in eigen kleine kring en de sen
timenten van het gedachtenleven in hoge
kwetsbaarheid op de voorgrond stonden
Ouderen, die deze tijd nog hebben be
leefd, zullen veel uit hun jeugd herkennen,
maar de jongeren van nu. die leven bij
kernenergie en ruimtevaart en het ganse
wereldgebeuren in woord en beeld thuis
gebracht krijgen, moet dit wel een onwe
zenlijke samenleving toeschijnen.
Toch mogen we blij zijn. dat specimina
van onze Nederlandse literatuur door de
zgn. goedkope uitgaven weer in de handel
komen: z»j houden de herinnering levend
en verrijken het inzicht in vervlogen tijden.
Wendelmoet Meiisdochter, door Cor
Bruijn. Uitgave G. F. Callenbach N.V.,
Nijkerk.
Tijdens een verblijf in de oorlogsjaren
in Hoorn heeft de schrijver Cor Bruijn
zich kunnen verdiepen in de rijke historie
van dit stadje. Hij heeft toen een grote
liefde opgedaan voor onze late middeleeu
wen en de tijd der Reformatie. De schrij
ver is toen geïnspireerd tot verschillende
romans. Een dezer, handelende over een
jonge., schone vrouw in een Vlaams stad
je, „Wendelmoet Melisdochter" is thans
door Callenbach opnieuw uitgegeven in een
handzaam formaat. Het is door Rie van
Rossum stijlvol geïllustreerd, en maakt nu
deel uit van een nieuwe populaire reeks,
Callenbachs „Keur-reeks", waarin tal van
oudere uitgaven, die het verdienen, her
drukt worden.
Wendelmoet Melisdochter opent deze
reeks en een betere „keur" zou niet mo
gelijk zijn, want Cor Bruijn is een rasver
teller en voor men het weet is men ter
dege in zijn boeiend verhaal verdiept.
IJskoud in Alex, door Christopher Lan-
don. Uitgave A. W. Sijthoff's uitgevers
maatschappij n.v. Leiden, vertaling van
J. F. Kliphuis.
Christopher Landon heeft van zijn ver
haal over de kapitein Anson en de ad
judant Pugh. die in de laatste wereldoor
log in Afrika dienen en daar op een ge
geven moment de opdracht krijgen twee
verpleegsters met een ambulancewagen
door de vijandelijke linies te brengen,
een spannend geheel gemaakt. Het boek
laat zien vlot lezen en Landon is er goed
in geslaagd de sfeer te tekenen van het
moeilijke werk dat de soldaten in de woes
tijn moeten verrichten. Daar staat tegen
over dat hij in zijn boek ook de nodige
onwaarschijnlijkheden debiteert en beslist
in dramatische kracht tekort schiet als hij
een poging doet om de werkelijke ellende
van de oorlog te beschrijven. Zijn verhaal
is dan ook geen wezenlijk oorlogsverhaal.
Het is het best te beschrijven als een
avonturenroman die zich afspeelt in oor
logstijd en waarvan de hoofdfiguren solda
ten zijn. Een avonturenroman echter die
beslist niet van spanning is ontbloot en die
enkele gezellige avonden garandeert. J. F.
Kliphuis heeft voor een uitstekende ver
taling gezorgd.
hoff. Leiden.
Martin Mons. die al zo veel spannende
detectives heeft geschreven, heeft dit keer
een ingewikkelde situatie opgeroepen rond
om een moord op een gymnasiumleerlinge.
Mons' „vaste man", hoofdinspecteur Per-
quin, komt er bijna niet uit. Natuurlijk is
de zaak niet helemaal onoplosbaar, want
anders zou de heer Perquin zijn boeken
bestaan in gevaar brengen. En dat zou
jammer zijn voor de liefhebber van een
ontspannende Nederlandse detective.
Als toneelstuk is .Sawitri" het
zusje v?n „Shakuntala". Eerlijk
gezegd maakte dit zusje een gro
tere indruk dan Shakuntala zelf,
dat iin het jongste Holland Festo-
veel val verkoren werd tot Nederland
se toneelmanifestatie.
Met Sawitri kan men kennis
maken door een uitstekende Ne
derlandse bewerking van Antoon
Coolen. Dit Oosters spel van de
liefde en de dood zag bij Nijgh
en Van Ditmar te 's-Gravenhage
het licht.
Evenals voor Shakuntala is
ook voor Sawitri de stof ontleend
aan de Maha-Bharata. Het is het
verhaal van een Indiase konings
dochter die door haar grote lief
de de dood wist te vermurwen,
zodat haar geliefde prins Satia-
vaan weer aan haar en het le
ven teruggegeven wordt.
Terecht trekt Coolen in zijn In
leiding een parallel met het Hoog
lied. Ook hier is de liefde sterk
als de dood en haar gloed on
verbiddelijk als het graf.
Jammer dat Sawitri in het Hol
land Festival de plaats van Sha
kuntala niet heeft ingenomen.
Zij zou ongetwijfeld sterker tot
ons publiek gesproken hebben.
Ev. G.
Opnieuw is de muziekuitgeverij
Barenreiter-Verlag te Kassei met
een bijzonder fraaie muziekkalen-
dcr „Musica" uitgekomen, nu
voor 1959. (DM 5.40). Zoals dat
jaarlijks de gewoonte is bevat de
kalender 28 prachtige reproduc
ties In zwart-wlt en in kleur van
kunstwerken, die beirekking heb
ben op de muziek.
De titelplaat b.v. is een kleur-
reproductie van het schilderij
„Dwarsfluitspelende jongen" van
Judith Leyster (leerlinge van
Frans Hals), waarop ook nog een
Viola da braccia en een blokfluit
voorkomen. Ook van Manet is er
een kleurreproductie van diens
fluitspelende knaap. Voor het
Handeljaar (Handel stierf in 1759)
is een foto gegeven van het Han-
del-monument in de Westminster
Abbey in Londen, waarop Handel
de partituur vasthoudt van de
aria „I know that my Redeemer
livethVan Rembrandt is er een
afbeelding van diens ..David voor
Saul" en van Hendrick Goltzius
is er de ..Psalteriumspeler". Jan
van Scorel is vertegenwoordigd
door een luitspeler, terwijl van de
moderneren zijn te noemen Pau
la Modersohn (Blazend meisje in
het bos), August Macke (Russisch
ballet), Gerhard Marcks (beelden
groep Dansende meisjes), Henry
Laurens 'beeldhouwwerk „Am-
phion") en Max Beckmann (Pie-
rette en clown). Een 14-daags ka-
lendarium is onder elke reproduc
tie aangebracht en aan de ach
terzijde vindt men de gegevens.
Een bijzonder mooie „Jahrweiser"
voor muziekliefhebbers.