Manfred Haiisinanii i PRENTEN EN TEKENINGEN sinn. cle <zï)uitóe óckrijver^ i? lyMlil fyéfll) i)'V™rïr'ia'•£- H«°f.pn"oo»ned° tóssts Cultureel venster '^W.uMca-kalend.er3 ZONDAGSBLAD ZATERDAG 22 NOVEMBER 1958 LEZINGEN IN NEDERLAND Da Duit»» t<hrijv»r »n dichfar Manfrad Hautr dar po»itiaf-chri»tali|ka »u»»ur, uit W#.t-Duit»land. lal ondar auipician van hal Ganootieh.p NadarUnd- Duit.land. volganda waak ankala laihtgan «var wark in ont land houdan. Op 25 novtmbar in lardam, op 26 ne^ambar In Utraehl, op 27 novembar In Amttardam an op 28 novambar in Dan Haag „Wo kein Sinn mehr misst, waltet erst der Wo kein Weg mehr ist, ist des Wegs Beginn' „Als ik in Den Haag kom, ga ik steeds naar het Mauritshuis. Daar kijk ik in de eerste plaats naar Rembrandts Saul en David, voor mijn gevoel het diepzinnigste schilderij van de wereld. Als ik daarvoor sta, huiver ik tot diep in mijn hart. Hij heeft het dus óók ervaren hoe het is, als men 's nachts wakker wordt en moeder ziel alleen in de duisternis ligt, Rembrandt,mijn broeder in de hopeloosheid, en Saul met de door tranen verduisterde blik van de koning, die ziek is van inzicht in de gevangenis der menselijke ziel en in de onbegrijpèlijkheid van het levèn. Hij zit daar wat gebogen. In zijn arm de lange speer. Zijn rechterhand de hand van iemand, die aan onrust en slapeloosheid lijdt. Zijn linkerhand grijpt blindelings in het gordijn om de tranen, van het jehaarde gezicht af te wissen, de tranen die komen, als Davids spel tot hem spreekt van de heilige harmonie der geschapen wereld. David is een dichter. Hij zingt de geheime melodie der schepping, die anderen niet kunnen horen, hij zingt van de waarheid die in alles verborgen is, de onschuld achter alle schuld, de harmonie achter alle verscheurd heid, de waarheid achter alle leugen, de lof van de schepper achter al het kreunen van de demonen. Een i die heeft e een mens meent te moeten Hl gaan van heimwee, zijn kramp- laden, achtigheid verdwijnt, hij is gered, ._n anti-bur zulk gerlijke levenshouding. Lampioon de natuur als bui- schuld op zich ge- tengewoon doel- ogenblik kan hij de beslissende stap doen. waarin hij zich aan God overgeeft. De stap in de af- hij niet in kan komen, verliest de aan sluiting aan de wereld van het ge zin en het beroep en begint te zwerver Hij leert luisteren, luis teren naar de natuur, luisteren .Ieder mens die ik ontmoet, is God - - de kert tig. kon hij grond. Dat betekent hetzelfde als het besluit: lief te hebben Volko men. onvoorwaardelijk lief te heb- als ben. de wereld lief te hebben, zo als zij is. in haar gehele bedreigd- heid en vreselijkheid, haar om W..H Gods wil lief te hebben. Iemand, ken. tot ongedwongenheid die tot zulk een liefde besluit, die trouwen bijna als waanzin, neen. di menselijk bedenken niets ken tot Irdisches Vergnügen bi Gott, met Haus- mann staat het anders. Hij klaagt Hij pie- vreemd bos midden nacht." gej Ik w«t. dal ik da ..genschap jonge^"die "dü-' heb. de mensen d.e met ml) .pre- w„rd,„ „„gevreten MAXFRBD HAUSMANN brengen. Vroeger be greep ik niet hoe dat toeging, het komt wel daarvandaan, in. En 1 is, die springt de afgrond dat ik eenvoudig met open kaar- ^eid ten speel." daartoe niet kan beslui- Is er een God len geschreven („Marlenklnd"; „Der dunkle Relgen"' maar zijn toneelstuk: „Aufruhr in der Ma- rienkirehe" f1957 geeft meer ge dialogiseerde theologische vragen dan een werkelijk dramatisch be wogen handeling. De bedoeling van de auteur is ongetwijfeld, een krachtig getui genis van zijn reformatorische ge zindheid te geven. Het speelt in 1533 in de hoofdkerk van Hanno ver. Gedurende de preek van een monnik dringen benden Wederdo pers de kerk binnen; zij willen in navolging van Jan van Leiden in Münster met vuur en zwaard een Godsrijk op aarde oprichten, en houden de stemmen, die zij van binnen menen te horen, voor een boodschap van de Heilige Geest. Een lakenwever, berg is gegaan om daarover de mening van Luther te vragen, komt met diens afwijzende bood schap en het lied: „Een vaste burcht is onze God", terug. Hoe wel zijn vrouw en zijn invalide zoon tijdens zijn lange afwezig heid weer in de schoot der Moe derkerk zijn teruggekeerd, de an dere zoon zich bij de dweepzieke horde heeft gevoegd» staat hij sterk in zijn reformatorische over tuiging. Door hem spreekt Hausmann wel zelf. „Het kruis betekent: God heeft gelijk, de mens heeft ongelijk. De enige weg tot God is Christus, die we kennen uit de Heilige Schrift." De monnik echter zegt: „De PROTESTANTS-CHRISTELIJKE FIGUREN IN HEDENDAAGSE FRANSE LETTEREN VAK AGNOSTICUS TOT EVANGELIST RAOVL SJEPHAN rye Protestantse sector in het waarbij opvallen menige originele Franse volk is zeer smal en opmerking en de persoonlijke vi- gezonderd m de 16e eeuw. slechts interesseren. Met zijn in 1948 verschenen een geringe bijdrage heeft geleverd aan het literaire leven loop der tijden. Niet dat de Protestanten ontbreken, die en essays publiceren of gepubliceerd hebben, maar meestal ver raadt alleen een zeker moreel besef en ingetogenheid van taal, vrucht van de hugenootse opvoeding, de afkomst der schrijvers. Schaars zijn zij, die zich het Evangelie niet schamen en in hun werk het geloof tekenen als een lerende kracht. Intussen, ze zijn er wel. Mijn plan is in een kleine voor te stellen. Een der bekendste is Raoul Sté- phan. Cevenot van afstamming, heeft hij de klassieke letteren be- Witten- studeerd en vele jaren het onder wijs gediend. Hoewel hij zich steeds verbonden gevoelde aan de zaak der Protestanten, was hij agnosticus geworden, tot hij in de Tweede Wereldoorlog zich gewon- „L'Occldent fait fausse route", (uitg. Ed. du Campaniel, Yverdon, Zwitserland)later in vermeerder de uitgave gepubliceerd onder de titel „L'Occident au carrefour", enkele ervan aan de lezers komt Stéphan tot de moderne tijd. In dit boekje, dat bedoeld is als evangelisatiemiddel onder ontwik- Ollde eik keiden, geeft hij een analyse van het geestesleven onzer dagen in zijn negativisme en normloosheid wijst op het Evangelie als bron gaf EEN boek is er bij, dat na dertig jaar nog zeer de moeite waard is voor wie kennis wil maken met het oud-Hugenootse milieu, zoals der vernieuwing, dat te vinden was en gedeeltelijk nog is in de Cevennen. Monestié le Huguenot, (uitg. Albin Michel. Parijs'. De uitstekende Hollandse Gods roepstem, die vertaling van dr. Marmelstein uitverkocht, de Franse uitgave is nog leverbaar. De centrale figuur in de roman is Monestié. oude eik, waarvan 's levens stormen menige tak heb ben afgescheurd. De zwaarste slag treft hem, als blijkt, dat de enige die hem is overgebleven. Hij stelt zijn grote belezenheid brede literatuurkennis in dienst in dit doel. De uitnemende ver taling van dr. Baardman, getiteld „Het Westen op de dwaalweg", uitg. Wever. Franeker), de niet-Franslezende een goede gelegenheid kennis te maken met Stéphan. Dichter ten"* Voor die blijft alleen de apeer over hij kan er niet toe beslui- I» e ten lief te hebben, en hij weet ven toch. dat hij dit zou moeten. Hij weten weet wat het betekent, een mens is." zijn. hij kent zijn weerloosheid ien God? ..Die daar bo- a ja om te beginnen nog niet, of Hij er wel en zijn afhankelijkheid. Ma; kan niet liefhebben. En dan hij de speer, dan haat hij de der in zichzelf. t Vervolg de Lampioonver- hij halen vinden we in „Salut gen rpt Hlmmel". (1929'. Kostelijk het an- debat tussen de zwerver-uit-prin- zichzelf het cipe Lampioon en de aartsfilister Bertelsberg. Adembenemend, hoe Lampioon op de Liineburgerheide ge- probeert. •- Bovenstaande gedachten verspreide flarden uit e< sprek. dat dr. Garrelts. die zich in een ernstige geestelijke crisis bevindt, houdt met de directeur de wind deze toch ontwortelt. wilde kat ij ziet de volkomen machteloosheid van de mens. Hij ziet het donkere ver- l,.r.p van zoveel aardse liefde. ..De kmderverhaal ..0nlJe Arp« eigenlijke helde heeft met teder- de anecdotische bele enis. heid en liefelijkheid niet. te doen <>e vijfiar,ge Martin .Gesch chten kerk is de ark: Wie haar met de juiste naam wil aus ®mer glucklichen Welt) en in niet geborgen is, zal Eenk,em<SuWeZdgen„ngS^ing" l.T.J'wVS»S, SSt omkomen hij de .torrn. tin. moord en firlorenheid" JjM van zijn Amerikaanse ra» ra Wie de kerk met zijn Moe- 1929: „Kleine Liebe zu Amerika der noemt, kan God niet Zonder problemen .»iebört"°ïuw. 'Ü25. ta "In V.d.r noemen. Er Niet alle werken van Hausmann het door de auteur zo geliefde slechts één plaats op aar zijn zwaar van problematiek, landschap, de streek bij Bremen. de waar de bedreigde ziel ü*iïi 'kostelijk ,1S?ïf7rt£ men'Jeeb.'.D,.VïrSin-f (Griek: zich geborgen voelt, nl. in jongens van 17 en 19 jaar. die bij se gedichten). „Hlnter dom Per- de kerk. Niet ieder mag de Wezermonding op een kotter lenvorhang" (Chinese poezie). en de Schrift naar eigen gaan varen en daar een jongen „Das Lied der Lieder een po- goeddunken verklaren; van 15. Abel. redden (zijn enig ging. het Hooglied van Salomo te m>n rmfraiihar® h«« de storm, met stenen bezit is een mondharmonika, vertolken. in de vreselijke gebeurtenissen die tijd tot hem kwam. en daarin volkomen vrede vond. Het is jam mer dat hij sinsdien niet meer de inspiratie gevoelde tot het schrij ven van een roman, die getuigen zou van het nieuwe inzicht. Maar iUU11 U1C „c„, dat zijn dingen, die zich niet for- overspel^eeft'gepleegd^ Hil^rêelrt ceren laten. niet. maar een scheur trekt door h(£ Zo ligt dan zijn verbeeldingsar- zijn hart. Naast hem staat zijn beid in de periode van de eerbiedi- vriend Espanadel, in wie het Evan- ge twijfel; ze 1. spirituelistiKh Jgjf Sfe^ ruk ze'ienUj bladz"jd, het dorpsleven zijn om de ze twee geplaatst. Dit mannelijk boek, in beel dende taal geschreven, is nog in het minst niet verouderd. Van de andere romans noem ik Le Hls de ma chair, (uitg. Albin Michel. Parijs), dat de kloof van onbegrip en misverstand tekent tussen een idealis tische vader en een mo derne zoon, die door het materialisme wordt be heerst. Uit dit boek spreekt niet de Hugenoot, pantheïstische inslag. De Christen-lezer kan waardering ge- ron n voelen voor het idealisme, dat er uit spreekt, maar blijft toch onbe vredigd. al de kracht van zijn li- i scheepswerf in de huwe lijks- en doktersroman van Man fred Hausmann „Liebende Leben von der Vergebung" (1953). En we vergissen ons wel niet, als we ze tevens als een geloofs belijdenis van de auteur beschou wen Een belijdenis van zijn door Kierkegaard beïnvloed Of-Of.. De absolute keus doen. De sprong in de afgrond. Het xich op genade overgeven. Wie ben ik „Wie ben ik?" vraagt hij In een zelfportret van 1950 „Ik geloof, dat van mij. wanneer ik alles laat varen, wat ik geërfd, geleerd of mij eigen heb gemaakt, alles wat ik niet aan mezelf, maar aan de De natuurbeschrijvingen herin hun exactheid soms aan die andere Noordduitser waarop hij buitengewoon goed kan spelen). Wat zij beleven, ook met een meisje dat zij ontmoeten, is fris en onpathetisch beschre- Het laatste geldt ook voor het Geen dramaturg danken heb. ik geloof dat dan van mij niets overblijft dan een hulpeloos wezen, dat een zaam. schuldbewust en met de be hoefte aan genade voor de oorde lende ogen van de Eeuwige staat, die het heeft geschapen." Deze geestelijke houding heeft Manfred Hausmann niet altijd ge had Eerst is hij een overmoedige jonge man. Geboren in 1898 als zoon van een fabrikant in Kassei, wordt hij naar 't gymnasium ge stuurd. maar in de eerste we reldoorlog moet hij naar het front, komt in 1918 gewond thuis, leidt een avontuurlijk leven als fa brieksarbeider, student, drama turg en koopman, promoveert in München tot Dr. phil., wordt journalist, en woont vele jaren in de kunstenaarskolonie Worpswede. die vooral door Rilke bekend is geworden („Gehelmnls elner Landschaft") Maar het stabiele leven van de burger trekt hem niet aan. hij is de geboren zwerver en beeldt dit leven uit in: „Lampioon küstt Madrhen und kleine Birken" 1928' Een dubbel thema dus: erotiek en natuurliefde. Lampioon („Ich kann auch schön pfeifen. Lampioon ist mein werter Na me") is verwant met Peter Ca- „Tussen Ja en Nee" gevoelsverhalen „Tussen Ja en Nee" noemt me vrouw Jeanne van Schaik-Willing haar nieuwe bij Querido te Am sterdam verschenen verhalenbun del. Een uitnemend gekozen titel, de Verloren want deze negen verhalen bewe- Rembrandt i ter, zich inderdaad ariana tua.en heeft tussen ja en nee. tussen rea liteit en droom, tussen de beslis sing en de vlucht, en welke ande re tussenstadia men zich kan in denken. Indertijd heeft Menno ter Braak te brengen van de vertelkunst van mevrouw Van Schaik verklaard, dat haar mensen zijn „wezens van vlees en bloedNa het lezen van deze ver halen. wrijft men zich bij zo'n uit- spraak even de ogen uit. Want aat hoeveel goeds or ook te zeggen is het over wat deze schrijfster heeft tc rgn bieden, haar mensen zelf en blijven wazige figuren. „wandelen in water", vlees bloed kan men er niet aan i dekken, wel weet de schrijfster sfeer, een bepaald gevoel i concreet en cxacf weer te ge' Haar mensen missen echter i re tastbaarheid; men moet hun dikwijls het logisch reageren ont zeggen en ook het daadkrachtig handelen Wat zij wel hebben is gevoel. Haar mensen zijn gevoels- wezens en vertonen daarom een zeer beperkt aspect van het men selijke; maar dit vertonen dan ook goed moet men de vertelkunst van Jeanne van Schaik-Willing zeer Pril**0- moet een onfeilbare beslis sende instantie zijn." De humanistisch gezinde school meester probeert deze standpun- .matis dhe "ballade l°' wa'be; enkele mysteriespe- gnjpelijkerwijs geen resultaat heeft. Het stuk toont, dat de vra gen der reformatie, als ze radi- caa[ gesteid worden, nog even brandend zijn als vier eeuwen ge- De lakenwever in bovenge noemd reformatiespel wordt in een grenssituatie gebracht, waar in hij geheel alleen staat en nie mand meer heeft dan God. Deze gedachten beheersen ook Hausmanns essays (verzameld in de bundel: „Elner muss wachen") en de lyriek van de laatste ja ren. God doodt ons, om ons tot leven te wekken. Dan is de mens „verzweifelt und getrost" want: Tweeërlei schriftuur ook een dichter, ge- '56 verschenen bun deltje „Des pipeaux de Midi aux Cantiques du Soir" (uitgave: La bor et Fides, Genève). De oogst i niet rijk, zeventig geheel een leven, zeer gevarieerd van vorm en in houd, boeien in hun zuivere ge voeligheid. Vele dateren uit de laatste jaren. Het zijn de beste: de drie Christelijke hoofddeugden hebben er de bezieling aan gege- Laat ik. omdat ze karakteristiek zijn voor de geestelijke instelling mogen citeren van een gedicht, getiteld „De mensen, mijn broe ders". „Sinds gij my hebt gegrepen me ue nu SUR iSHi in machtiffe fifeep, te" «lotte1 "behandelt"het O "Bin God. mijn Voder mijn Al, dat ik t r geen dingdat ik niet anders aanvoel, r voor mijn hart niets, dat niet is omgezet." Kostbaar bezil Querido's Uitgevers-maatschap- njet toe. pij te Amsterdam geeft jaarlijks een boekje uit onder de titel „Sin gel 262". waarin stukjes van schrijvers over zichzelf zijn opge nomen. Thans is er een dergelijk bundeltje (pocket-formaat) ver schenen onder de titel „Tweeër lei schriftuur" en zijn het jelfde thema als het eerstgenoemde, de strijd Is der generaties, met dit verschil dat hier de disso- Js nant wordt opgelost in een gelukkig, maar niet geheel over tuigend slotakkoord. Ook dit boek met grote taalbeheersing en in wisselende stijl geschreven, min der ruig dan de Cevenotse roman, houdt de aandacht yast. De andere rom óf spreken We (zijn ihier ver van het nihi lisme en de trieste uitzichtloosheid van de moderne dichter. Stilzwijgend voorbijgaand 'lijn óf*uitverkocht essayistische arbeid, vermeld Hollandse leaer k »°J, medewerking Franse protestantisme "JVTA zijn geestelijke ommekeer bereikt. heeft Stéphan een werk gege ven, dat hem jaren van studie heeft gekost. „L'Epopée Hugueno- te", (uitg. La Colombe, Parijs). over zichzelf schrij- Het behandelt de geschiedenis van het Alfred Kossmann het Franse protestantisme, begin- die gedichten en handschriften nend bij de voorlopers in de Mid- van 24 auteurs bij elkaar heeft deleeuwen en besluitend met de gezocht. Om enkele namen te noe- strijd der Camisards (17021713). Bertus Aafjes, Max Dender- Het richt zich tot het grote pu- doordrin- van Stéphan aan het bekende weekblad „Le Christianisme XX-ième, siècle", waar zijn mild woord duizenden geloofsgenoten „Wo kein Weg mehr ist 1st des Wegs Beginn." H. SCHOUTEN monde. Jan Engelman, Hella S. bliek en wil het i Haasse. Catharine v. d. Linden, gen. dat het protestantisme Cees Nooteboom, Max Nord, An- wettige plaats toekomt in het nie M. G. Schmidt. Garmt Stui- Franse volksleven als een van zijn Vestdijk, Victor v. integrerende bestanddelen. Van- Elisabeth Zernike. daar de oprechte objectiviteit en hoogst interessante de conciliante toon, waarin het is ■an verzen geworden, geschreven. Het is geen weten de grafologen het schappelijk geschrift, maar veel wetenschap is er in verwerkt, (DR. M. C. v. d. PANNE „Sawitri" van Antoon Coolen verzameling waarbij voo: handschrift zeker waardevol JN het Teyler's Museum Haarlem hangt het ran deze tekening. Het is de beelding van de terugkeer on, zoals eens Run die in zyn fninder dan 237 afbeeldingen tekeningen moest de medewer king worden gekregen van musea en verzamelaars over de gehele wereld. Die medewerking werd gevonden en van het origi neel werden reproducties ge maakt Door deze omslachtige, maar juiste manier van werken, en bovendien door het feit, dat het diepdrukprocedé werd toege past. werd een weergave ver kregen, die waarheidsgetrouw is en de toets van alle kritiek ruimschoots kan doorstaan. Het is de eerste maal. dat een zo gedocumenteerd en belangrijk Ifs niet mopehjk. ómdat boek van een zo bij uitstek des- be;,, zijn ren pcrticuiie- kundue als professor Van Gelder (hij schreef een boeiende ïnlei- ren een be^chtxgmg ran het ding) over de Nederlandse prent- oorspronkelijke werk onmogelijk en tekenkunst van bijna vijf maakt. eeuwen werd uitgegeven. In 1959 d(, ave van zal 660 Amerikaanse, Duitse en de Uitleveru ConUct in Am- 'Und"rd- editer" lede- ^d^rdwerk'T.D»-* Sch.-"nheid W« k"* bejtrijkl een periode. I ons land" een onderneming» die begint mei de 15-de eeuw ingmcn rragctci «...n- 'al hebben en die eindigt met recente wer- „OU he, dssdkreentig Je ^er^cc^ «^hebbel dient, went in dit prachtig ver- ^eeld vin Piet Mondriaan en de zorgde album heeft prof. dr .1 ?nlangj overleden Bud inkt op het papier heeft ge zet. Weinige mensen zullen er door de dagelijkse beslommerin gen toe komen om een bezoek alle musea, waar de werken van onze meesters der schilder- en tekenkunst be waard zijn gebleven. Vaak ook is van Gelder onder de titel Leek. „Prenten en Tekeningen" a»...»,, w. Tekenin- in dit opzicht samenvatting gegeven van dit gen" geworden tot een kostbaar r m. van onderde,.] van de Nederlandse bezit, dat geen minnaar van de kunst, dat helaas te vaak ver- Nederlandse tekenkunst zich zal waarloosd is geworden. Niet laten ontgaan. Zij, die zich na de gebeurtenissen van de afgelopen maanden een beeld willen vormen van de diepste gevoelens die in het Franse volk leven, doen er goed aan, dit bijzonder knappe werk van deze Duit se literator aan te schaffen. Een vergelij king tussen de wijze waarop Napoleon in 1815 na zijn vertrek van het eiland Elba weer aan de macht kwam en de ontwik kelingen welke geleid hebben- tot het her nieuwde optreden van generaal De Gaulle gaat niet op. Daarvoor liggen de beweeg redenen te ver uiteen. Maar beiden heb ben met succes een beroep gedaan op de Franse nationale trots, door het volk nieu we glorie, nieuwe grootheid in het voor uitzicht te stellen. En daarom biedt de manier waarop het Franse volk gerea geerd heeft op het appèl van De Gaulle een treffende overeenkomst met het wel kom dat Napoleon in 1815 ten deel viel. Hoewel Sieburg voornamelijk de periode der 110 dagen behandelt die voorafgingen aan de definitieve val van de keizer, is hij er in geslaagd een volledig beeld te geven van het leven en streven van de grote Corsicaan. Dit heeft hij bereikt, door telkens op beslissende momenten terug te blikken in het verleden van Napoleon, dat zo rijk was aan historische gebeurtenissen. De bekende schrijfster Hella S. Haasse zorgde voor een voortreffelijke vertaling van dit werk. waaraan elke zucht naar sensatie vreemd is. Dr. Helen Keller, door Walter Pause, bewerkt door Fré Domisse. Uitgave G. J. A. Ruys. Bussum. We mogen verheugd zijn met een door Fré Domisse vertaalde en bewerkte uitga ve van Walter Pause's roman Dr. Helen Keller, die als ondertitel draagt „De wils kracht van een doofstomme blinde". Voor vele lezers, misschien wel het meest voor degenen die zelf ernstig zijn gehandicapt, zal dit boek een troost en een bemoediging zijn. Het is de levensgeschie denis van de nu bijna 80-jarige Amerikaan se. die in nacht en geluidloosheid enorme werkkracht heeft ontplooid en door onvoor stelbare energie na harde studie zich een voorname plaats in de maatschappij heeft veroverd. Op die plaats heeft zij haar le ven lang zeer veel gedaan in het belang van doofstommen en blinden. Een biografie bij haar leven verdient deze merkwaardige vrouw zeker en wij zouden het boek in veler handen willen zien. Het is eenvoudig, maar beeldend en boeiend geschreven, geheel in de geest van Helen Keller's eigen optreden, dat haar met vele groten der wereld in aan raking heeft gebracht. De uitgeversmaatschappij Ruys te Bus sum maakte er een keurige uitgave van. Het spiegeltje, door Ina Boudier-Bak- ker. Prisma-uitgave Het Spectrum, Utrecht. De totale karakterverandering van de Nederlandse romankunst wordt eens te meer duidelijk bij een heruitgave als van Ina Boudier-Bakkers „Het Spiegeltje" dat nu in zakformaat maar liefst de 12e druk beleeft. Deze in 1917 voltooide en met groot en thousiasme ontvangen roman voert ons te rug naar het familieleven vóór de eerste wereldoorlog, toen in de beslotenheid van het deftige burgergezin aan de Amsterdam se grachten blijkbaar niets van het lands- of wereldgebeuren enige rol speelde. Toen alles zich concentreerde op en om de be levenissen in eigen kleine kring en de sen timenten van het gedachtenleven in hoge kwetsbaarheid op de voorgrond stonden Ouderen, die deze tijd nog hebben be leefd, zullen veel uit hun jeugd herkennen, maar de jongeren van nu. die leven bij kernenergie en ruimtevaart en het ganse wereldgebeuren in woord en beeld thuis gebracht krijgen, moet dit wel een onwe zenlijke samenleving toeschijnen. Toch mogen we blij zijn. dat specimina van onze Nederlandse literatuur door de zgn. goedkope uitgaven weer in de handel komen: z»j houden de herinnering levend en verrijken het inzicht in vervlogen tijden. Wendelmoet Meiisdochter, door Cor Bruijn. Uitgave G. F. Callenbach N.V., Nijkerk. Tijdens een verblijf in de oorlogsjaren in Hoorn heeft de schrijver Cor Bruijn zich kunnen verdiepen in de rijke historie van dit stadje. Hij heeft toen een grote liefde opgedaan voor onze late middeleeu wen en de tijd der Reformatie. De schrij ver is toen geïnspireerd tot verschillende romans. Een dezer, handelende over een jonge., schone vrouw in een Vlaams stad je, „Wendelmoet Melisdochter" is thans door Callenbach opnieuw uitgegeven in een handzaam formaat. Het is door Rie van Rossum stijlvol geïllustreerd, en maakt nu deel uit van een nieuwe populaire reeks, Callenbachs „Keur-reeks", waarin tal van oudere uitgaven, die het verdienen, her drukt worden. Wendelmoet Melisdochter opent deze reeks en een betere „keur" zou niet mo gelijk zijn, want Cor Bruijn is een rasver teller en voor men het weet is men ter dege in zijn boeiend verhaal verdiept. IJskoud in Alex, door Christopher Lan- don. Uitgave A. W. Sijthoff's uitgevers maatschappij n.v. Leiden, vertaling van J. F. Kliphuis. Christopher Landon heeft van zijn ver haal over de kapitein Anson en de ad judant Pugh. die in de laatste wereldoor log in Afrika dienen en daar op een ge geven moment de opdracht krijgen twee verpleegsters met een ambulancewagen door de vijandelijke linies te brengen, een spannend geheel gemaakt. Het boek laat zien vlot lezen en Landon is er goed in geslaagd de sfeer te tekenen van het moeilijke werk dat de soldaten in de woes tijn moeten verrichten. Daar staat tegen over dat hij in zijn boek ook de nodige onwaarschijnlijkheden debiteert en beslist in dramatische kracht tekort schiet als hij een poging doet om de werkelijke ellende van de oorlog te beschrijven. Zijn verhaal is dan ook geen wezenlijk oorlogsverhaal. Het is het best te beschrijven als een avonturenroman die zich afspeelt in oor logstijd en waarvan de hoofdfiguren solda ten zijn. Een avonturenroman echter die beslist niet van spanning is ontbloot en die enkele gezellige avonden garandeert. J. F. Kliphuis heeft voor een uitstekende ver taling gezorgd. hoff. Leiden. Martin Mons. die al zo veel spannende detectives heeft geschreven, heeft dit keer een ingewikkelde situatie opgeroepen rond om een moord op een gymnasiumleerlinge. Mons' „vaste man", hoofdinspecteur Per- quin, komt er bijna niet uit. Natuurlijk is de zaak niet helemaal onoplosbaar, want anders zou de heer Perquin zijn boeken bestaan in gevaar brengen. En dat zou jammer zijn voor de liefhebber van een ontspannende Nederlandse detective. Als toneelstuk is .Sawitri" het zusje v?n „Shakuntala". Eerlijk gezegd maakte dit zusje een gro tere indruk dan Shakuntala zelf, dat iin het jongste Holland Festo- veel val verkoren werd tot Nederland se toneelmanifestatie. Met Sawitri kan men kennis maken door een uitstekende Ne derlandse bewerking van Antoon Coolen. Dit Oosters spel van de liefde en de dood zag bij Nijgh en Van Ditmar te 's-Gravenhage het licht. Evenals voor Shakuntala is ook voor Sawitri de stof ontleend aan de Maha-Bharata. Het is het verhaal van een Indiase konings dochter die door haar grote lief de de dood wist te vermurwen, zodat haar geliefde prins Satia- vaan weer aan haar en het le ven teruggegeven wordt. Terecht trekt Coolen in zijn In leiding een parallel met het Hoog lied. Ook hier is de liefde sterk als de dood en haar gloed on verbiddelijk als het graf. Jammer dat Sawitri in het Hol land Festival de plaats van Sha kuntala niet heeft ingenomen. Zij zou ongetwijfeld sterker tot ons publiek gesproken hebben. Ev. G. Opnieuw is de muziekuitgeverij Barenreiter-Verlag te Kassei met een bijzonder fraaie muziekkalen- dcr „Musica" uitgekomen, nu voor 1959. (DM 5.40). Zoals dat jaarlijks de gewoonte is bevat de kalender 28 prachtige reproduc ties In zwart-wlt en in kleur van kunstwerken, die beirekking heb ben op de muziek. De titelplaat b.v. is een kleur- reproductie van het schilderij „Dwarsfluitspelende jongen" van Judith Leyster (leerlinge van Frans Hals), waarop ook nog een Viola da braccia en een blokfluit voorkomen. Ook van Manet is er een kleurreproductie van diens fluitspelende knaap. Voor het Handeljaar (Handel stierf in 1759) is een foto gegeven van het Han- del-monument in de Westminster Abbey in Londen, waarop Handel de partituur vasthoudt van de aria „I know that my Redeemer livethVan Rembrandt is er een afbeelding van diens ..David voor Saul" en van Hendrick Goltzius is er de ..Psalteriumspeler". Jan van Scorel is vertegenwoordigd door een luitspeler, terwijl van de moderneren zijn te noemen Pau la Modersohn (Blazend meisje in het bos), August Macke (Russisch ballet), Gerhard Marcks (beelden groep Dansende meisjes), Henry Laurens 'beeldhouwwerk „Am- phion") en Max Beckmann (Pie- rette en clown). Een 14-daags ka- lendarium is onder elke reproduc tie aangebracht en aan de ach terzijde vindt men de gegevens. Een bijzonder mooie „Jahrweiser" voor muziekliefhebbers.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1958 | | pagina 18