EHH22 Nicolaas Kroese experimenteert met plastic Hoe kunnen wij cultuur brengen zonder de ziel te schaden? ZATERDAG 8 NOVEMBER 1958 HET gesprek heeft ren hoogtepunt bereikt. Ongemerkt is het donker geworden in de grote keuken van de boerderij. De man rit in de rieten arm stoel naast het kolenfornuis. waarop het water in de ketel zachtjes raast. Hij heeft zich ineer opgewonden dan goed voor hem is. ..Dat verhaal over ds. Peter» uit Moordam is waar. Het is zo waar als dat kopje hier", zegt hij. Het is even stil. Dan antwoordt de oudste dochter: „Wat bedoelt u dan toch? Nog nooit hebben we de hele geschiedenis gehoord. We weten alleen, dat die dominee op een wonderlijke manier is gered. En dat moeten we dan „Je hebt gelijk". Het heeft lang ge duurd voordat dit antwoord kwam. „Dat is zo", zegt hij eindelijk. „Ik ben er altijd huiverig voor geweest om er over te praten. Gaasbeek beeft me het zelf verteld. Lang geleden. Verder heeft hij er met niemand anders over gespro ken. Hij heeft het altijd als een vrese lijk. maar toch ook als een blij geheim bewaard. Maar goed DE al volwassen kinderen, die deze avond op de Almheerd bijeen zijn, schikken wat dichter bij. Zij luisteren graag naar Pa als hij van vroeger ver telt. Dan spreekt een stem uit een verleden tijd, waarvan zij weinig weten, maar waarvoor zij grote eerbied heb ben. Als Pa praat, ligt er zo'n merk waardige glans in zijn ogen. ..Ja. laat ik het jullie vanavond dan vertellen. Maar jullie zijn tegenwoordig zo materialistisch. Begrijp dan toch dat er meer onder de zon i» dan jullie ver- i uioeden. Die dingen waarover ik zal ver- tellen, zijn gebeurd en kunnen ook nu nog gebeuren. Als jullie er maar oog 7 voor wilt hebben en aanvaarden." En helemaal in zichzelf herhaalt de (j oude man: ..Waarom zou zo*n «tcllie- i denis zich niet in deze arme tijd kunnen Luider zegt hij: „Maar luister. Ik zal proberen mijn gedachten te ordenen en alles zo begrijpelijk mogelijk te ver tellen." Alleen de oude man praat nog. Daar in de donkere keuken van de hofstede herleeft de merkwaardige en haast ongeloofwaardige geschiedenis van Maar IJ ET is deze zondagmiddag warm en benauwd in de kerk. Op zijn langzame en nadrukkelijke manier zegt ds. Peters: „Aan de orde van behandeling vanmid dag is Zondag 42 van de Heidelberger Catechismus." Seconden wacht de predikant. Dan herhaalt hij: „Ik bedien V hedenmiddag het Woord, zoals dat is samen- gevatM YY'OORD VOOR WOORD spreekt ds. Peters »V uit. als wil hij elk woord de nadruk van Zo houdt hij ook zijn preek over het acht ste gebod. Steeds op dezelfde toon komen de woor den van de kansel. Het is een traag kab belende stroom, waaraan geen eind lijkt te komen. Zij. die van buiten het rivierstadje ko men en in deze oogsttijd een hele week lang en hard gewerkt hebben, valt het moeilijk de ogen in de bedompte kerk open te houden. Hier en daar wordt al geknik kebold. Na een kwartier is het alsof de gehele gemeente zit te slapen. Maar dat is slechts schijn Want vaak gebeurt het, dat ds. Peters zijn stem ver heft Dan schrikken de licht sluimerende kerkgangers op en zien zij. dat de predi kant zijn bril heeft afgezet Hij leest zijn keurig uitgeschreven preek niet meer voor. Elk woord is een donderslag, die door de kerkruimte dreunt. Dan is de oude gevierde predikant ont- op de kansel staat de profeet. dat is verbeelding. die spreekt van oordeel en genade "i kerk van de Afgescheidenen. Ook deze warme zondagmiddag is de tra ge stroom van woorden plotseling een stort vloed geworden. Nee, deze dienst zijn de ogen tijdens de tussenzang niet even open gegaan om zich voor het derde punt van de preek weer te sluiten. Ds. Peters heeft vóór de tussenzang rijn bril al afgezet. |N DE ZIJBANKEN rechts van de preek- stoel zit Gaasbeek, de man waarover de laatste tijd in de gemeente veel is ge sproken. Ja. daar zit hij In de ogen van veten een grote Kortgeleden ver scheen in Duits land het boek: K3an HET LEVE woestijn In". Het was ir '.939 het de naderende verschrik- ntkomen. Heden ten dage •n die kreet meer slaken. oorlog komt. gaan we i onbewoond eiland". Wc dat het wel bij een kreet We geloven niet aan onbewoonde eilanden en aan ge bieden, die door niemand zijn of worden betreden. De men* komt overal, met kwade en goede be doelingen. We zijn in die mening versterkt door een bericht dat Reuter ons uit Kneala Loempoer toezond. Britse valschermjagers achtervolgden in Noord-Malakka een groep communistische opstan delingen en ontdekten in het oer- king te zal blijvi IB-bondig mitieve stam. waai staan onbekend was erg verschrikt toen i zagen", weet Reuter tellen. ..Ze hadden Het water klotst wild tegen de pijlers van de brug Een ogenblik valt er maanlicht langs de wolkenmassa. Aan de brugleuning klemt zich een man vast. Even meent ds. Peters het gezicht van Gaasbeek te onderscheiden. Tegen twaalf uur komt ds. Pet thuis. Zijn vrouw is nog op. „Het was een grap. De weduwe was kerngezond. Ze deed me zelf open. Ze wist van niets. Een flauwe grap." Moe gaat hij in zijn stoel zitten. altijd vrij. Na het ontbijt wordt er gebeld. De predikant doet open en ziet het weggetrokken gezicht van Gaasbeek. Het is alsof een geestverschijning voor de deur staat. Uiterlijk onbewogen zegt ds. Peters: „Gaasbeek, man. kom binnen Maar de vragen vliegen door zijn hoofd. „Wilt u me spreken? Zal ik Voor gaan naar de studeerkamer?" Gaasbeek loopt achter ds. Peters de lange gang door. Hij kan niets zeggen. En ook in de studeerkamer willen de woorden niet Gaasbeek staart maar en durft niet op te zien Minuten gaan voorbij. Eindelijk vraagt hij: „Is er gisteravond bij u gebeld? Bent u door het noodweer nog naar vrouw Meijer aan de andere kant van de brug gegaan?" „Ja, Gaasbeek", antwoordt ds. Peters. Schichtig kijkt hij de predikant aan. Dan fluistert hij nauwe lijks hoorbaar DOC* renten doen het toch ook* Eerst wilde hij niet naar de kerk gaan. Maar hij zou zich laten kennen? Juist nu de zondag over het stelen aan de ■beurt was? En wat hebben ze allen, wat heeft die ds. Peters met «.n zakelijk leven woorden zijn recht op de In de kerk voelt men. dat de climax na dert. „Wat bevorderen van mijn naastens nut?", smaalt de predikant. „En de nood- druftigen helpen, zoals onze catechismus zegt? Wie durft daarover nog te praten? Ik weet. dat hier in de gemeente verschrik kelijke dingen gebeuren. Er wordt onder ons uitgezogen onder schijn des rechts Het is doodstil, steeds wanneer de woor den tegen de stenen muren zijn wegge- echoodu De stem van ds. Peters slaat over. Hjj kijkt naar rechts en zegt: „Ik zie zc hier voor me zitten de dieven en rovers, die dc Overheid niet kan straf fen. omdat zij het kwaad in het verborgene doen. Maar God zal ze straffen en hun oor deel zal des te zwaarder zijn De striemende woorden blijven in de kerk hangen Niemand durft zijn blik van de kansel af te wenden. Dan dreunt de deur dicht. De plaats van Gaasbeek in de zitbanken is leeg. In het portaal hoort hij nog. dat de ge meente traag de tussenzang inzet: „Heer. ai maak mij Uwe wegen Dc haat laait in Gaasbeek op Peters wees met zijn bril naar mij. De hond Hij zal het weten. Hij zal het we ten k Blijf U al de dag verwachten", klinkt het nog uit de kerk als Gaasbeek door dc stille straat naar huis loopt. Het dringt niet meer tot hem door.... -,.i ..Was u alleen?" eet* mr mmt Het was een grote, rijzige gestalte. Een moment zag ik zijn gezicht. Hij keek naar me. Het was alsof hij dwars door mij heen keek. Ik wist niet wat ik deed. Beneden me was het donkere water en ik wilde springen. Maar iets hield me tegen en ik klemde me aan de brug leuning vast. De macht van hem. die naast u liep, moet me bewaard hebben. Samen verdween u in het duister." „Maar ik was alleen", zegt ds. Peters. Gaasbeek hoort het niet. Grote zweet druppels staan op zijn voorhoofd. Dan vraagt hij nog gespannen: .Dominee, wie liep er naast i die iemand? Wie i i dat?' den- van ds. Peters af. „Nee. u was niet alleen. Nee!" Gaasbeek schreeuwt het uit „Er was iémand bij u". Een radeloos snikkende en gebroken man zit in de stoel. TN ZULKE OGENBLIKKEN kan er een wonderlijke rust van ds. Peters uit gaan. Hij staat op en buigt zich over Gaasbeek heen. Dc hand van de predikant rust op de schouder van de man en Gaasbeek voelt nu een zegenende rust over zich komen. Het is alsof deze rust ver weg van boven komt. Plotseling richt hij zich op en kijkt ds. Peters recht aan. „Ik zal alles vertellen. Ik had die Jan Tamming gisteravond gestuurd. Het was geen grap. Ik haatte u gisteren in de kerk. Dc dacht dat u mij aanwees. Dc haatte u zo erg. dat ik u wilde vermoorden Ik moet in de greep van de duivel geweest zijn. Op de brug stond ik u op te wachten. Een greep van achteren. Niemand zou het ontdekt hebben. Ik had u over de leuning in het water gegooid. Ik was vastbesloten." „Gaasbeek", onderbreekt ds. Peters. „Nee. dominee, stil. In de verte hoorde ik voetstappen. Maar het waren voetstappen van meer mensen. Even brak de maan door de wolken. Toen zag ik, dat iemand naast u liep. Zijn handen beven. „Ik begin het te begrijpen. Gaasbeek' zegt de predikant woord voor woord. „Ik begrijp het. Ik heb niets gemerkt. Maar. God heeft gisteravond Zijn engel gezonden om mij te bewaren en ook. om jou te redden." Langzaam loopt ds. Peters naar de tafel. „Laten we de Heere danken. Gaasbeek", zegt hij. Twee mannen knielen in dat morgenuur op het vloerkleed voor de kachel. Hun hoof den zijn diep gebogen. „Ga nu eens", zo was ons aangeraden, „naar de Wondertuin van Nicolaas Kroese te Warmond, en neem daar eens kennis van zijn experimenten met plastic. Je zult verbaasd staan". De heer Nicolaas Kroese is een vriendelijk man, die altijd bereid wordt gevonden nieuwsgierigen rond te leiden en hen te vertellen over de resultaten, die hij met plastic heeft geboekt. Hij experimenteert al enkele •olledige afzondering jaren, zodat zijn ervaringen waarde bezitten. nooit contact gehad De Wondertuin van de heer Kroese heeft als over kapping een dubbele laag plastic. In die tuin staan planten, heesters, bloemen en bomen, en zij groeien en bloeien dat het een lieve lust is. En dit nu zegt de heer Kroese: „Die voorspoedige en volle groei is naar mün mening te danken aan het plastic dak. Want plastic heeft een merkwaardige eigenschap. Het werkt als een zeef. Van het lieht houdt het de schadelijke golven tegen en het laat de midden- en lange golven door". geleefd I met de beschaving. Ze maakten nog vuur door houten blokken tegen elkaar te wrijven". Nu ze ontdekt zUn, zullen ze wel uit hun isolement worden verlost. De soldaten begonnen met hen siga retten te geven en voedsel, en zieken dienden zy penicllline- injecties toe. Maar goed, ze zijn onM«kl V -< het oerwoi'd "an Noord-Malakka is ook niet veilig VIJGEN TWEE WOORDEN De heer Kroese zei: „Kijk", en hij wees op een boom. waarvan de stam door het plastic dak was heengegroeid. Zijn bladeren in de tuin waren fris-groen, maar het bladerdak in de vrije lucht was geel en verdord. Hij wees op een lindeboom, op een struik langs het dak geleid, waaraan Polynesi sche aardappelen groeien, op een PAYS-BAS: in fraaie foto's „Vel* jaren is dit land een on uitputtelijke bron van schilder achtige schoonheid geweest een warme en voldoening schen kende herleving van het verleden, dat daar voor mij werd tentoon gespreid. Zodra mijn dagelijks le ven grauw cn monotoon dreigde te worden, zei ik: „Kom. ik ga eens een reis naar Holland ma ken". Want Holland was dichtbij cn bovendien leverde zo'n reis mij in geestelijk opzicht telkens weer rijke winst op". Deze woorden zijn van de be roemde Franse literator Jules Ro- mains. lid van de Academie fran- gaise. en hij schreef ze neer in het Voorwoord tot Pays-Bas. een prachtig fotoboek over Holland, dat is verschenen in de serie lan den en steden, uitgegeven door Ides et Calendes S.A.. Neuchatel. Zwitserland. Jules Romains vertelt, dat hij Holland door en door kent. „Het was het eerste land. dat ik be zocht". en hij heeft het doorkruist varf Noord naar Zuid en van Oost naar West. Dezelfde liefde voor ons land bezit Arielli. Met zijn fototoestel is hij er op uitgetrok ken. weken achtereen, en wat hem boeide en imponeerde, heeft hij op de gevoelige plaat vastge legd. Hij fotografeerde mensen in hun doen en laten, zo maar ter wijl zij in het Rijksmuseum in stille bewondering stonden voor het werk van de grote meesiers, terwijl zij bloemen kochten en verkochten, bezig waren met hun dagelijkse arbeid, op de markt appelboom, rijk vruchten dragend. „Het merkwaar dige is, dat de vrudhten in mijn tuin eerder rijp, zijn. dan in de na tuur het geval is". „Er kwam hier eens een Israëliër", vertelde de heer die als een deskun dige op >het gebied HHPHI ken wordt beschouwd. Hij zag mijn digen hebben me verteld, dat pias- bloeiende vijgenboom en keek eens tic buitengewoon geschikt is naar de vruchten. Toen zei hij: het telen van Sumatra dekl „Nou, nou. de 'boom doet het hier Dat ga ik ook nog proberen' beter dan de vijgenbomen het bij de D.Un.r doo»" WETENSCHAP Wat onmiddellijk opvalt is, dat in de Wondertuin geen insecten zijn. „Een deskundige op electro- nisch gebied heeft me de oorzaak beweren de geleerden. „Geeft c daarvan uitgelegd. De vliegei ken de ruimte op tussen twee la gen plastic, want daar is het lek- omdat plastic al- NADELEN heeft ook nadelen. Het verweert grote ruimte met glas afge dekt en wij tonen u dezelfde resul taten"/ Ze gaan zelfs verder in hun bewering. Ze zeggen: „Plastic laat meer ultra-violet licht door dan glas en daarom moet de kans ook groter worden geacht, dat het plastic dak van de Wondertuin eer der remmend dan stimulerend werkt. De groeistof auxine wordt haar werking afgebroken. We •onderstellen, dat in die Wonder tuin getopte bomen staan en af liet slijt. Daarop moeten worden gevonden. De heer Kroese hoopt, dat Zweden hem de oplossing biedt, en juist Zweden omdat dat land ook op andere ge bieden met plastic experimenteert. _.B_ In de -Rotterdamse haven demon- schap gaat nu ook proeven 'jat gesneden takken". Tegenover deze opmerkingen maakt de heer Kroese het royale gebaar van: „Heren, komt binnen, overtuigt u". Goed, de rde de Zweed Olof Sandén met een plastic regenscherm, dat het mogelijk maakte ook tijdens heer Kri hevige regen een schip te lossen zonder dat arbeiders de zaak wetenschappelijk on derzoeken. Te zijner tijd zal de Kroese de resultaten verne- Dan komt ook het antwoord op de vraag: Gaat plastic een om- Diergaarde op de Samarinda kinderen. Kinderen, verdiept in hun spel aan de waterkant, kinde ren op school, een meisje uit Haarlem en een meisje, dat een koe melkt. Fotoboeken Nederland ophingen, aan het zijn er te kust en te keur. Maar of aardappelen dit boek van Arielli. dat Pierre H. de Dubois van een goede tekst heeft toch niet overbodig. stonden, de rietvlechten pootten Hij fotografeerde schoonheid van stad en land: de HRHH„.B.- stille grachtjes, de pleinen, de De buitenlander maakt de Neder- kerken. de bloeiende boomgaar- lander attent op den. de tulpenvelden en de be- drijvigheid in havens en op rivie ren. Hij fotografeerde ook veel schoonheid, die hij, omdat hij er midden in leeft en werkt, niet meer ziet. Wat is Nederland mooi! „PAPOEA'S AAN DE MAPPF heid van een bevolking in een overgangstijd te beschermen. ferblijdend A DE DIENST vraagt een ouderling in de consistorie: ..Heeft u zich niet te veel laten gaan dominee"" Ds. Peters geeft geen antwoord 's Avonds thuis vraagt zijn vrouw het zelfde. Ze maakt zich wat ongerust Het weer is omgedraaid. Dikke wolken stapelen zich op. De duisternis valt snel in. Ds. Peters legt zijn boek op zij Bedaard zegt hij: „Gaasbeek heeft gedacht, dat ik alleen voor hem preekte De man kon het niet meer verdragen Dat kan alleen maar goed zijn Of zal hij toch De rust wordt verstoord door de huisbel Ds Pe'ers gaat naar voren. ..Ik moe; var. avond nog weg. moeder De weduwe Meij er is ernstig ziek geworden. Een zekere Jan Tamming, d;e bij haar in de buurt woont op de Achterdijk. bracht de bood schap". „Ja, maar", probeert ze nog te zeggen, hoewel ze weet. dat het niet zal helpen. „Het is zo donker vanavond Je moet bijna een uur lopen Het is helemaal over de brug. Doe wel een das om." Hij kijkt haar verwonderd aan Ze vnjgt hem tot aan de voordeur. Hij verdwijn» in de inktzwarte nacht Angstig blijft zij achter. TAE STORM is losgebarsten De wind giert sJ over de rivier en Jaagt de golven met schuimkoppen voort. Over de brug gaat ds Peters diep in ge dachten verzonken Hij ia bezig met net incident in de kerk. technische ontwikkeling in te voeren zonder dat de mense- den kunnen gaan betekenen. Kop- M Verl0re" Tl H,e' noodzakelijk. b™.T„C£d«i™ dat wij onze gedachten laten gaan over de bestaande cultuur, de der moderne techniek op korte technische ontwikkeling en de pogingen om de geestelijke gezind- iermijn te vormen tot mensen, die op basis van een nieuwe le vensbeschouwing en nieuw sociaal- economisch levenspatroon voor zich zelf kunnen zorgen en iets bijdra- Het i, verblydend. dat m een tijd. 5'" de '■"ronomle Met waar,n men telkens de Ie,u hoort ?"e u,tspr"k waarschuwt spreker. ..Nieuw-Guinea is zo zwaar, zo duur en Indonesië is zo' nijdig", de ernstige studies voortgaan en een duidelijk licht werpen o grote verantwoordelijkheid. De schrijver betoogt, dat men in het culturele opbouwwerk de men selijke waarden in het leven van de Papoea moet behouden en daar waar vorm en inhoud van die waarden gezamenlijk te gronde gaan. nieuwe waarden moet geven. ?.rP°. misstanden Hü herinnert oon At vraag W--— --- Margaret Mead: Onder de oude bomen van het park, die in dr herfst hun zomertooi verliezen, bloeide de len te van het leven. Samen wandelden ze over het pad, dat door de ritselende bladeren nas be- Deze vraag, die werkelijk niet al leen van belang is voor primitieve volken, maar ook voor de moderne mens, wordt aan de orde gesteld in een uitvoerige studie van een Rooms Katholiek ethnoloog, die van nabij het leven en de. overgang naar de moderne tijden onder het werk der R. K. missie heeft gade geslagen. Schrijver is dr. J. Boelaars, de titel is .Papoea's aan de Mappi" en het boek behandelt de stam der Jaqai in het zuiden van Nederlands Nieuw-Guinea. Uitgeefster is De Fontein te Utrecht. Hulp van het minisferie van Overzee en van bisschop Tillemans heefi de verschijning mogelijk ge maakt van een werk, dat niet al leen deze dringende levensvraag bespreekt, doch tevens een uit gebreide studie is van alle ver schijnselen van persoonlijk en maat schappelijk leven, recht en gods dienst van een klein nog voor enkele jaren koppen snellend en mensen- etend volk. Het geeft een beeld van de inwerking van het moderne le ven, de gevolgen ran bestuur, wet en recht, de leiding ran de R. K. missie om een alle levensterreinen omvattende ontwikkeling mogelijk te maken. Het boek leest niet als een roman, maar het is uitnemend voor de brede kring van hen, die ernstig studie maken van Nieuw- Guinea en het zal eenmaal een on schatbare historische waarde bezit- tegen de opvatting in Nederland, dat ons werk mislukt, omdat men niet snel resultaten ziet. Zending Hoe enorm de betekenis van het werk van zending en missie in dit gebied is, leert ons dit boek. Hier wordt geschilderd hoe hard het leven is ran de Papoea. Hoe ïijksleven. Hoe ontzettend er ge moord werd om het leven van de groep in stand te houden. Hoe het Gesteld al dat wij alle tech- samenleven van mannen met man- nische verbeteringen volmaakt ncv- bet uitlenen van jongens door zouden kunnen verwezenlijken, in dc veder aan andere mannen, leid- hoeverre zou dit dan geschieden de tot de walgelijkste verhoudin- ten koste van het specifiek men- Maar ook veel interessants cn selijke in het leven van een volkbekoorlijks kan men vinden in dit Hoeveel kostbare waarden zou- primitieve bestaan, den voorgoed verloren gaan? In Wie het culturele opbouwwerk in hoeverre zou de persoonlijkheid dit land onder, dit volk nauwkeurig ontwricht raken? Hoe langzaam aan dc hand van dit boek volgt, zal moeten wij te werk gaan'' Hoe ar iets van begrijpen, snel moeten wij te werk gaanzo langzc Primitief gaat. Hij zal dan te- welke enorme verschil len er de laatste jaren zijn tot stand gebracht. Men heeft volgens schrijver nog Als men de sporen van het hei- weinig idee hoe ongelooflijk primi- dendom onder ons volk kent, dan tief de bevolking van Nieuw-Guinea kan men ook een beetje begrij- nog leeft en kan niet beseffen, pen hoe lang het duren kan eer welke problemen zich voordoen, de nieuwe orde. beschaving en het wanneer men eiland en bevolking Christendom de ziel van de Papoea „snel tot ontwikkeling brengen" doordrenken zullen, wil. Men denkt te gemakkelijk dat Niet alleen om de tekst doch ook door goede gezondheidszorg, goed om de grote menigte fraaie foto's is onderwijs, goede economische plan- dit boek het bezit waard. TANKS burg te Amersfoort, i ken met hem over Centurion- lanks. over oefenterreinen en de wildstand. „Is het nu niet zo", vroegen we. „dat al dat geraas en dat zware geluid, dat tanks maken, het wild op de vlucht grafen, radio en televisie grote Het s.s. Samarinda van de Koninklijke Rotterdamsche Lloyd was kortgeleden een echte diergaarde gelijk. We hebben dit gelezen in do Lloyd-Mail, het huisorgaan voor het personeel van deze maatschappij. In Mombasa (Oost-Afrika) werd het grootste dierentransport, dat ooit uit deze haven, waar dergelijke transporten toch om zo te zeggen „dage lijks werk" zijn. werd ver scheept, aan boord genomen. „Behalve de grootste in gevangenschap levende gi raffe, een mannetjesdier van niet minder dan 4.27 m hoogte, dat vanwege zijn wijsgerige uiterlijk ..Socra tes" werd gedoopt, omvatte het voor New York bestem de transport o.m. nog 16 giraffes, 4 koedoe's, 2 gazel len, 3 antilopen. 2 apen, 10 gekuifde kraanvogels. 2 jachtluipaarden, 2 „gewone" luipaarden, 2 blauwe zebra's en een aardvarken. U en ik moeten er voor naar „Blij-Dorp" lopen, om al die verschillende die. ren in levende lijve te zien, maar op de Samarinda hadden ze dit alles zogezegd bij zich thuis „in de van de dieren tonnen voedsel wordeh meegenomen. „Voor het aardvarken. het eerste, dat per Oostafrikaanse haven verliet, ging er een speciaal dieet bestaande uit een mengsel havermoutpap met spek. eie- en zwavel". Bij aankomst in New York werd door pers, foto- jagen?" belangstelling getoond. De gezag voerder van de Samarinda, kapi tein W. K. van den Berg. vertelde later: „De televisie-operateurs wis ten deze kapitein zover te krijgen, dat hij in vol ornaat voor de lui- paardenkooi ging kruipen. ..Make „Nee", zei de kolonel beslist. „Nee. de tanks jagen het wild niet op de vlucht, dat doen de mensen. Onthoud dit. de groot ste vijand v mens. Neem nu een leger kiest hij altijd., en dat heb ik meermalen waargenomen, langs de spoordijk, vlak bij de rails waarover vij geregeld de treinen denderen. En hij doet wachting maken. „Toen hij dat ook als vlak naast de spoor- f" baan een weiland is gelegen. ..Op ..De Vlasakkers", hel oefenterrein van de tanks", zc de kolonel, „kun je nog de kat gezwind de kuierlatten het dier is de the creature growl please". haas. Zijn daarbij het verzoek, terwijl de j_. u -imera's op volle toeren draaiden De scheepskat had voor de die- grote belangstelling en ging dagen overal zijn op- laken. „Toen hij nieuws gierig keek in de kooi van Lolita, het jachtluipaard, kreeg hij echter de schrik van zijn leven, want deze „collega" begroette hem der- n^tc onkameraadschappelijk, dat wild sindsdien allerlei so len straks over het terrein rij- dierendek ging buurten!' den en dan kunt u constateren, dat bijv. de korhoenders op hun plaats blijven zitten. Maar op het ogenblik, dat je uit je auto crales de Wij2e besnuffelt niéuws- stapt en de vogels je in de ga- gierig zijn hoed. ten krijgen, vliegen ze op. Hier in de omgeving zitten nog vele korhoenders. Er is een filmpje gemaakt van ..De Vlasakkers" en op dit filmpje zie je de slechtvalk, die zich te goed doet aan een konijntje, en je ziet zelfs enkele hertjes. Nee", zei de kolonel. ..onze tanks bedreigen de wildstand niet"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1958 | | pagina 6