EHH22
Nicolaas Kroese experimenteert
met plastic
Hoe kunnen wij cultuur brengen
zonder de ziel te schaden?
ZATERDAG 8 NOVEMBER 1958
HET gesprek heeft ren hoogtepunt
bereikt. Ongemerkt is het donker
geworden in de grote keuken van de
boerderij. De man rit in de rieten arm
stoel naast het kolenfornuis. waarop het
water in de ketel zachtjes raast. Hij
heeft zich ineer opgewonden dan goed
voor hem is. ..Dat verhaal over ds.
Peter» uit Moordam is waar. Het is zo
waar als dat kopje hier", zegt hij.
Het is even stil. Dan antwoordt de
oudste dochter: „Wat bedoelt u dan
toch? Nog nooit hebben we de hele
geschiedenis gehoord. We weten alleen,
dat die dominee op een wonderlijke
manier is gered. En dat moeten we dan
„Je hebt gelijk". Het heeft lang ge
duurd voordat dit antwoord kwam.
„Dat is zo", zegt hij eindelijk. „Ik ben
er altijd huiverig voor geweest om er
over te praten. Gaasbeek beeft me het
zelf verteld. Lang geleden. Verder heeft
hij er met niemand anders over gespro
ken. Hij heeft het altijd als een vrese
lijk. maar toch ook als een blij geheim
bewaard. Maar goed
DE al volwassen kinderen, die deze
avond op de Almheerd bijeen zijn,
schikken wat dichter bij. Zij luisteren
graag naar Pa als hij van vroeger ver
telt. Dan spreekt een stem uit een
verleden tijd, waarvan zij weinig weten,
maar waarvoor zij grote eerbied heb
ben. Als Pa praat, ligt er zo'n merk
waardige glans in zijn ogen.
..Ja. laat ik het jullie vanavond dan
vertellen. Maar jullie zijn tegenwoordig
zo materialistisch. Begrijp dan toch dat
er meer onder de zon i» dan jullie ver- i
uioeden. Die dingen waarover ik zal ver-
tellen, zijn gebeurd en kunnen ook nu
nog gebeuren. Als jullie er maar oog 7
voor wilt hebben en aanvaarden."
En helemaal in zichzelf herhaalt de (j
oude man: ..Waarom zou zo*n «tcllie- i
denis zich niet in deze arme tijd kunnen
Luider zegt hij: „Maar luister. Ik zal
proberen mijn gedachten te ordenen en
alles zo begrijpelijk mogelijk te ver
tellen."
Alleen de oude man praat nog. Daar
in de donkere keuken van de hofstede
herleeft de merkwaardige en haast
ongeloofwaardige geschiedenis van
Maar
IJ ET is deze zondagmiddag warm en benauwd in de
kerk. Op zijn langzame en nadrukkelijke manier
zegt ds. Peters: „Aan de orde van behandeling vanmid
dag is Zondag 42 van de Heidelberger Catechismus."
Seconden wacht de predikant. Dan herhaalt hij: „Ik
bedien V hedenmiddag het Woord, zoals dat is samen-
gevatM
YY'OORD VOOR WOORD spreekt ds. Peters
»V uit. als wil hij elk woord de nadruk van
Zo houdt hij ook zijn preek over het acht
ste gebod.
Steeds op dezelfde toon komen de woor
den van de kansel. Het is een traag kab
belende stroom, waaraan geen eind lijkt te
komen.
Zij. die van buiten het rivierstadje ko
men en in deze oogsttijd een hele week
lang en hard gewerkt hebben, valt het
moeilijk de ogen in de bedompte kerk open
te houden. Hier en daar wordt al geknik
kebold. Na een kwartier is het alsof de
gehele gemeente zit te slapen.
Maar dat is slechts schijn Want vaak
gebeurt het, dat ds. Peters zijn stem ver
heft Dan schrikken de licht sluimerende
kerkgangers op en zien zij. dat de predi
kant zijn bril heeft afgezet Hij leest zijn
keurig uitgeschreven preek niet meer
voor. Elk woord is een donderslag, die door
de kerkruimte dreunt.
Dan is de oude gevierde predikant ont-
op de kansel staat de profeet.
dat is verbeelding.
die spreekt van oordeel en genade "i
kerk van de Afgescheidenen.
Ook deze warme zondagmiddag is de tra
ge stroom van woorden plotseling een stort
vloed geworden. Nee, deze dienst zijn de
ogen tijdens de tussenzang niet even open
gegaan om zich voor het derde punt van
de preek weer te sluiten. Ds. Peters heeft
vóór de tussenzang rijn bril al afgezet.
|N DE ZIJBANKEN rechts van de preek-
stoel zit Gaasbeek, de man waarover
de laatste tijd in de gemeente veel is ge
sproken. Ja. daar
zit hij In de ogen
van veten een grote
Kortgeleden ver
scheen in Duits
land het boek:
K3an HET LEVE
woestijn In". Het
was ir '.939 het
de naderende verschrik-
ntkomen. Heden ten dage
•n die kreet meer slaken.
oorlog komt. gaan we
i onbewoond eiland". Wc
dat het wel bij een kreet
We geloven niet aan
onbewoonde eilanden en aan ge
bieden, die door niemand zijn of
worden betreden. De men* komt
overal, met kwade en goede be
doelingen. We zijn in die mening
versterkt door een bericht dat
Reuter ons uit Kneala Loempoer
toezond. Britse valschermjagers
achtervolgden in Noord-Malakka
een groep communistische opstan
delingen en ontdekten in het oer-
king te
zal blijvi
IB-bondig
mitieve stam. waai
staan onbekend was
erg verschrikt toen i
zagen", weet Reuter
tellen. ..Ze hadden
Het water klotst wild tegen de pijlers van
de brug
Een ogenblik valt er maanlicht langs de
wolkenmassa. Aan de brugleuning klemt
zich een man vast. Even meent ds. Peters
het gezicht van Gaasbeek te onderscheiden.
Tegen twaalf uur komt ds. Pet
thuis. Zijn vrouw is nog op.
„Het was een grap. De weduwe was
kerngezond. Ze deed me zelf open. Ze wist
van niets. Een flauwe grap."
Moe gaat hij in zijn stoel zitten.
altijd vrij. Na het ontbijt wordt er
gebeld. De predikant doet open en ziet het
weggetrokken gezicht van Gaasbeek. Het is
alsof een geestverschijning voor de deur
staat.
Uiterlijk onbewogen zegt ds. Peters:
„Gaasbeek, man. kom binnen Maar de
vragen vliegen door zijn hoofd.
„Wilt u me spreken? Zal ik Voor gaan
naar de studeerkamer?"
Gaasbeek loopt achter ds. Peters de lange
gang door. Hij kan niets zeggen. En ook
in de studeerkamer willen de woorden niet
Gaasbeek staart maar en durft niet op
te zien Minuten gaan voorbij.
Eindelijk vraagt hij: „Is er gisteravond
bij u gebeld? Bent u door het noodweer
nog naar vrouw Meijer aan de andere kant
van de brug gegaan?"
„Ja, Gaasbeek", antwoordt ds. Peters.
Schichtig kijkt hij de predikant aan. Dan
fluistert hij nauwe
lijks hoorbaar
DOC*
renten doen het toch
ook*
Eerst wilde hij
niet naar de kerk
gaan. Maar hij zou
zich laten kennen?
Juist nu de zondag over het stelen aan de
■beurt was? En wat hebben ze allen, wat
heeft die ds. Peters met «.n zakelijk leven
woorden zijn recht op de
In de kerk voelt men. dat de climax na
dert. „Wat bevorderen van mijn naastens
nut?", smaalt de predikant. „En de nood-
druftigen helpen, zoals onze catechismus
zegt? Wie durft daarover nog te praten?
Ik weet. dat hier in de gemeente verschrik
kelijke dingen gebeuren. Er wordt onder
ons uitgezogen onder schijn des rechts
Het is doodstil, steeds wanneer de woor
den tegen de stenen muren zijn wegge-
echoodu
De stem van ds. Peters slaat over. Hjj
kijkt naar rechts en zegt:
„Ik zie zc hier voor me zitten de dieven
en rovers, die dc Overheid niet kan straf
fen. omdat zij het kwaad in het verborgene
doen. Maar God zal ze straffen en hun oor
deel zal des te zwaarder zijn
De striemende woorden blijven in de
kerk hangen Niemand durft zijn blik van
de kansel af te wenden.
Dan dreunt de deur dicht.
De plaats van Gaasbeek in de zitbanken
is leeg.
In het portaal hoort hij nog. dat de ge
meente traag de tussenzang inzet:
„Heer. ai maak mij Uwe wegen
Dc haat laait in Gaasbeek op
Peters wees met zijn bril naar mij. De
hond Hij zal het weten. Hij zal het we
ten
k Blijf U al de dag verwachten", klinkt
het nog uit de kerk als Gaasbeek door dc
stille straat naar huis loopt. Het dringt niet
meer tot hem door....
-,.i ..Was u alleen?"
eet* mr mmt
Het was een grote, rijzige gestalte. Een
moment zag ik zijn gezicht.
Hij keek naar me. Het was alsof hij
dwars door mij heen keek. Ik wist niet
wat ik deed. Beneden me was het donkere
water en ik wilde springen. Maar iets hield
me tegen en ik klemde me aan de brug
leuning vast.
De macht van hem. die naast u liep,
moet me bewaard hebben.
Samen verdween u in het duister."
„Maar ik was alleen", zegt ds. Peters.
Gaasbeek hoort het niet. Grote zweet
druppels staan op zijn voorhoofd. Dan
vraagt hij nog gespannen:
.Dominee, wie liep er naast i
die iemand? Wie i
i dat?'
den- van ds. Peters
af. „Nee. u was niet
alleen. Nee!" Gaasbeek schreeuwt het uit
„Er was iémand bij u".
Een radeloos snikkende en gebroken man
zit in de stoel.
TN ZULKE OGENBLIKKEN kan er een
wonderlijke rust van ds. Peters uit gaan.
Hij staat op en buigt zich over Gaasbeek
heen. Dc hand van de predikant rust op de
schouder van de man en Gaasbeek voelt
nu een zegenende rust over zich komen.
Het is alsof deze rust ver weg van boven
komt.
Plotseling richt hij zich op en kijkt ds.
Peters recht aan.
„Ik zal alles vertellen. Ik had die Jan
Tamming gisteravond gestuurd. Het was
geen grap.
Ik haatte u gisteren in de kerk. Dc dacht
dat u mij aanwees. Dc haatte u zo erg. dat
ik u wilde vermoorden Ik moet in de
greep van de duivel geweest zijn.
Op de brug stond ik u op te wachten.
Een greep van achteren. Niemand zou het
ontdekt hebben. Ik had u over de leuning
in het water gegooid. Ik was vastbesloten."
„Gaasbeek", onderbreekt ds. Peters.
„Nee. dominee, stil.
In de verte hoorde ik voetstappen. Maar
het waren voetstappen van meer mensen.
Even brak de maan door de wolken.
Toen zag ik, dat iemand naast u liep.
Zijn handen beven.
„Ik begin het te begrijpen. Gaasbeek'
zegt de predikant woord voor woord.
„Ik begrijp het. Ik heb niets gemerkt.
Maar. God heeft gisteravond Zijn engel
gezonden om mij te bewaren en ook. om
jou te redden."
Langzaam loopt ds. Peters naar de tafel.
„Laten we de Heere danken. Gaasbeek",
zegt hij.
Twee mannen knielen in dat morgenuur
op het vloerkleed voor de kachel. Hun hoof
den zijn diep gebogen.
„Ga nu eens", zo was ons aangeraden, „naar de
Wondertuin van Nicolaas Kroese te Warmond, en
neem daar eens kennis van zijn experimenten met
plastic. Je zult verbaasd staan". De heer Nicolaas
Kroese is een vriendelijk man, die altijd bereid
wordt gevonden nieuwsgierigen rond te leiden en
hen te vertellen over de resultaten, die hij met
plastic heeft geboekt. Hij experimenteert al enkele
•olledige afzondering jaren, zodat zijn ervaringen waarde bezitten.
nooit contact gehad
De Wondertuin van de heer Kroese heeft als over
kapping een dubbele laag plastic. In die tuin staan
planten, heesters, bloemen en bomen, en zij groeien
en bloeien dat het een lieve lust is. En dit nu zegt de
heer Kroese: „Die voorspoedige en volle groei is naar
mün mening te danken aan het plastic dak. Want
plastic heeft een merkwaardige eigenschap. Het
werkt als een zeef. Van het lieht houdt het de
schadelijke golven tegen en het laat de midden- en
lange golven door".
geleefd I
met de beschaving. Ze maakten
nog vuur door houten blokken
tegen elkaar te wrijven". Nu ze
ontdekt zUn, zullen ze wel uit
hun isolement worden verlost. De
soldaten begonnen met hen siga
retten te geven en voedsel, en
zieken dienden zy penicllline-
injecties toe. Maar goed, ze zijn
onM«kl V -< het oerwoi'd "an
Noord-Malakka is ook niet veilig
VIJGEN
TWEE WOORDEN
De heer Kroese zei: „Kijk", en
hij wees op een boom. waarvan
de stam door het plastic dak was
heengegroeid. Zijn bladeren in de
tuin waren fris-groen, maar het
bladerdak in de vrije lucht was
geel en verdord. Hij wees op een
lindeboom, op een struik langs
het dak geleid, waaraan Polynesi
sche aardappelen groeien, op een
PAYS-BAS: in fraaie foto's
„Vel* jaren is dit land een on
uitputtelijke bron van schilder
achtige schoonheid geweest
een warme en voldoening schen
kende herleving van het verleden,
dat daar voor mij werd tentoon
gespreid. Zodra mijn dagelijks le
ven grauw cn monotoon dreigde
te worden, zei ik: „Kom. ik ga
eens een reis naar Holland ma
ken". Want Holland was dichtbij
cn bovendien leverde zo'n reis
mij in geestelijk opzicht telkens
weer rijke winst op".
Deze woorden zijn van de be
roemde Franse literator Jules Ro-
mains. lid van de Academie fran-
gaise. en hij schreef ze neer in
het Voorwoord tot Pays-Bas. een
prachtig fotoboek over Holland,
dat is verschenen in de serie lan
den en steden, uitgegeven door
Ides et Calendes S.A.. Neuchatel.
Zwitserland.
Jules Romains vertelt, dat hij
Holland door en door kent. „Het
was het eerste land. dat ik be
zocht". en hij heeft het doorkruist
varf Noord naar Zuid en van Oost
naar West. Dezelfde liefde voor
ons land bezit Arielli. Met zijn
fototoestel is hij er op uitgetrok
ken. weken achtereen, en wat
hem boeide en imponeerde, heeft
hij op de gevoelige plaat vastge
legd.
Hij fotografeerde mensen in
hun doen en laten, zo maar ter
wijl zij in het Rijksmuseum in
stille bewondering stonden voor
het werk van de grote meesiers,
terwijl zij bloemen kochten en
verkochten, bezig waren met hun
dagelijkse arbeid, op de markt
appelboom, rijk
vruchten dragend.
„Het merkwaar
dige is, dat de
vrudhten in mijn
tuin eerder rijp,
zijn. dan in de na
tuur het geval is".
„Er kwam hier
eens een Israëliër",
vertelde de heer
die als een deskun
dige op >het gebied HHPHI
ken wordt beschouwd. Hij zag mijn digen hebben me verteld, dat pias-
bloeiende vijgenboom en keek eens tic buitengewoon geschikt is
naar de vruchten. Toen zei hij: het telen van Sumatra dekl
„Nou, nou. de 'boom doet het hier Dat ga ik ook nog proberen'
beter dan de vijgenbomen het bij
de D.Un.r doo»" WETENSCHAP
Wat onmiddellijk opvalt is, dat
in de Wondertuin geen insecten
zijn. „Een deskundige op electro-
nisch gebied heeft me de oorzaak beweren de geleerden. „Geeft c
daarvan uitgelegd. De vliegei
ken de ruimte op tussen twee la
gen plastic, want daar is het lek-
omdat plastic al-
NADELEN
heeft ook nadelen. Het verweert
grote ruimte met glas afge
dekt en wij tonen u dezelfde resul
taten"/ Ze gaan zelfs verder in
hun bewering. Ze zeggen: „Plastic
laat meer ultra-violet licht door
dan glas en daarom moet de kans
ook groter worden geacht, dat het
plastic dak van de Wondertuin eer
der remmend dan stimulerend
werkt. De groeistof auxine wordt
haar werking afgebroken. We
•onderstellen, dat in die Wonder
tuin getopte bomen staan en af
liet slijt. Daarop
moeten worden gevonden. De heer
Kroese hoopt, dat Zweden hem de
oplossing biedt, en juist Zweden
omdat dat land ook op andere ge
bieden met plastic experimenteert. _.B_
In de -Rotterdamse haven demon- schap gaat nu ook proeven
'jat gesneden takken".
Tegenover deze opmerkingen
maakt de heer Kroese het royale
gebaar van: „Heren, komt binnen,
overtuigt u". Goed, de
rde de Zweed Olof Sandén
met een plastic regenscherm, dat
het mogelijk maakte ook tijdens heer Kri
hevige regen een schip te lossen
zonder dat arbeiders
de zaak wetenschappelijk on
derzoeken. Te zijner tijd zal de
Kroese de resultaten verne-
Dan komt ook het antwoord
op de vraag: Gaat plastic een om-
Diergaarde op de Samarinda
kinderen. Kinderen, verdiept in
hun spel aan de waterkant, kinde
ren op school, een meisje uit
Haarlem en een meisje, dat een
koe melkt.
Fotoboeken
Nederland
ophingen, aan het zijn er te kust en te keur. Maar
of aardappelen dit boek van Arielli. dat Pierre H.
de Dubois van een goede tekst heeft
toch niet overbodig.
stonden, de
rietvlechten
pootten Hij fotografeerde
schoonheid van stad en land: de HRHH„.B.-
stille grachtjes, de pleinen, de De buitenlander maakt de Neder-
kerken. de bloeiende boomgaar- lander attent op
den. de tulpenvelden en de be-
drijvigheid in havens en op rivie
ren. Hij fotografeerde ook veel
schoonheid,
die hij, omdat hij er midden in
leeft en werkt, niet meer ziet.
Wat is Nederland mooi!
„PAPOEA'S AAN DE MAPPF
heid van een bevolking in een overgangstijd te beschermen.
ferblijdend
A DE DIENST vraagt een ouderling in
de consistorie: ..Heeft u zich niet te veel
laten gaan dominee"" Ds. Peters geeft geen
antwoord
's Avonds thuis vraagt zijn vrouw het
zelfde. Ze maakt zich wat ongerust
Het weer is omgedraaid. Dikke wolken
stapelen zich op. De duisternis valt snel
in.
Ds. Peters legt zijn boek op zij Bedaard
zegt hij: „Gaasbeek heeft gedacht, dat ik
alleen voor hem preekte De man kon het
niet meer verdragen Dat kan alleen maar
goed zijn Of zal hij toch
De rust wordt verstoord door de huisbel
Ds Pe'ers gaat naar voren. ..Ik moe; var.
avond nog weg. moeder De weduwe Meij
er is ernstig ziek geworden. Een zekere
Jan Tamming, d;e bij haar in de buurt
woont op de Achterdijk. bracht de bood
schap".
„Ja, maar", probeert ze nog te zeggen,
hoewel ze weet. dat het niet zal helpen.
„Het is zo donker vanavond Je moet bijna
een uur lopen Het is helemaal over de
brug. Doe wel een das om."
Hij kijkt haar verwonderd aan
Ze vnjgt hem tot aan de voordeur. Hij
verdwijn» in de inktzwarte nacht Angstig
blijft zij achter.
TAE STORM is losgebarsten De wind giert
sJ over de rivier en Jaagt de golven met
schuimkoppen voort.
Over de brug gaat ds Peters diep in ge
dachten verzonken Hij ia bezig met net
incident in de kerk.
technische ontwikkeling in te voeren zonder dat de mense- den kunnen gaan betekenen. Kop-
M Verl0re" Tl H,e' noodzakelijk. b™.T„C£d«i™
dat wij onze gedachten laten gaan over de bestaande cultuur, de der moderne techniek op korte
technische ontwikkeling en de pogingen om de geestelijke gezind- iermijn te vormen tot mensen,
die op basis van een nieuwe le
vensbeschouwing en nieuw sociaal-
economisch levenspatroon voor zich
zelf kunnen zorgen en iets bijdra-
Het i, verblydend. dat m een tijd. 5'" de '■"ronomle Met
waar,n men telkens de Ie,u hoort ?"e u,tspr"k waarschuwt spreker.
..Nieuw-Guinea is zo zwaar, zo
duur en Indonesië is zo' nijdig", de
ernstige studies voortgaan en een
duidelijk licht werpen o
grote verantwoordelijkheid.
De schrijver betoogt, dat men in
het culturele opbouwwerk de men
selijke waarden in het leven van
de Papoea moet behouden en daar
waar vorm en inhoud van die
waarden gezamenlijk te gronde
gaan. nieuwe waarden moet geven. ?.rP°. misstanden
Hü herinnert oon At vraag W--— ---
Margaret Mead:
Onder de oude bomen van het park, die in dr
herfst hun zomertooi verliezen, bloeide de len
te van het leven. Samen wandelden ze over het
pad, dat door de ritselende bladeren nas be-
Deze vraag, die werkelijk niet al
leen van belang is voor primitieve
volken, maar ook voor de moderne
mens, wordt aan de orde gesteld in
een uitvoerige studie van een
Rooms Katholiek ethnoloog, die van
nabij het leven en de. overgang
naar de moderne tijden onder het
werk der R. K. missie heeft gade
geslagen.
Schrijver is dr. J. Boelaars, de
titel is .Papoea's aan de Mappi" en
het boek behandelt de stam der
Jaqai in het zuiden van Nederlands
Nieuw-Guinea. Uitgeefster is De
Fontein te Utrecht.
Hulp van het minisferie van
Overzee en van bisschop Tillemans
heefi de verschijning mogelijk ge
maakt van een werk, dat niet al
leen deze dringende levensvraag
bespreekt, doch tevens een uit
gebreide studie is van alle ver
schijnselen van persoonlijk en maat
schappelijk leven, recht en gods
dienst van een klein nog voor enkele
jaren koppen snellend en mensen-
etend volk. Het geeft een beeld van
de inwerking van het moderne le
ven, de gevolgen ran bestuur, wet
en recht, de leiding ran de R. K.
missie om een alle levensterreinen
omvattende ontwikkeling mogelijk
te maken. Het boek leest niet als
een roman, maar het is uitnemend
voor de brede kring van hen, die
ernstig studie maken van Nieuw-
Guinea en het zal eenmaal een on
schatbare historische waarde bezit-
tegen de opvatting in Nederland,
dat ons werk mislukt, omdat men
niet snel resultaten ziet.
Zending
Hoe enorm de betekenis van het
werk van zending en missie in dit
gebied is, leert ons dit boek.
Hier wordt geschilderd hoe hard
het leven is ran de Papoea. Hoe
ïijksleven. Hoe ontzettend er ge
moord werd om het leven van de
groep in stand te houden. Hoe het
Gesteld al dat wij alle tech- samenleven van mannen met man-
nische verbeteringen volmaakt ncv- bet uitlenen van jongens door
zouden kunnen verwezenlijken, in dc veder aan andere mannen, leid-
hoeverre zou dit dan geschieden de tot de walgelijkste verhoudin-
ten koste van het specifiek men- Maar ook veel interessants cn
selijke in het leven van een volkbekoorlijks kan men vinden in dit
Hoeveel kostbare waarden zou- primitieve bestaan,
den voorgoed verloren gaan? In Wie het culturele opbouwwerk in
hoeverre zou de persoonlijkheid dit land onder, dit volk nauwkeurig
ontwricht raken? Hoe langzaam aan dc hand van dit boek volgt, zal
moeten wij te werk gaan'' Hoe ar iets van begrijpen,
snel moeten wij te werk gaanzo langzc
Primitief
gaat. Hij zal dan te-
welke enorme verschil
len er de laatste jaren zijn tot
stand gebracht.
Men heeft volgens schrijver nog Als men de sporen van het hei-
weinig idee hoe ongelooflijk primi- dendom onder ons volk kent, dan
tief de bevolking van Nieuw-Guinea kan men ook een beetje begrij-
nog leeft en kan niet beseffen, pen hoe lang het duren kan eer
welke problemen zich voordoen, de nieuwe orde. beschaving en het
wanneer men eiland en bevolking Christendom de ziel van de Papoea
„snel tot ontwikkeling brengen" doordrenken zullen,
wil. Men denkt te gemakkelijk dat Niet alleen om de tekst doch ook
door goede gezondheidszorg, goed om de grote menigte fraaie foto's is
onderwijs, goede economische plan- dit boek het bezit waard.
TANKS
burg te Amersfoort, i
ken met hem over Centurion-
lanks. over oefenterreinen en
de wildstand. „Is het nu niet zo",
vroegen we. „dat al dat geraas
en dat zware geluid, dat tanks
maken, het wild op de vlucht grafen, radio en televisie grote
Het s.s. Samarinda van de
Koninklijke Rotterdamsche
Lloyd was kortgeleden een
echte diergaarde gelijk. We
hebben dit gelezen in do
Lloyd-Mail, het huisorgaan
voor het personeel van deze
maatschappij. In Mombasa
(Oost-Afrika) werd het
grootste dierentransport, dat
ooit uit deze haven, waar
dergelijke transporten toch
om zo te zeggen „dage
lijks werk" zijn. werd ver
scheept, aan boord genomen.
„Behalve de grootste in
gevangenschap levende gi
raffe, een mannetjesdier van
niet minder dan 4.27 m
hoogte, dat vanwege zijn
wijsgerige uiterlijk ..Socra
tes" werd gedoopt, omvatte
het voor New York bestem
de transport o.m. nog 16
giraffes, 4 koedoe's, 2 gazel
len, 3 antilopen. 2 apen, 10
gekuifde kraanvogels. 2
jachtluipaarden, 2 „gewone"
luipaarden, 2 blauwe zebra's
en een aardvarken. U en ik
moeten er voor naar „Blij-Dorp"
lopen, om al die verschillende die.
ren in levende lijve te zien, maar
op de Samarinda hadden ze dit
alles zogezegd bij zich thuis „in de
van de dieren tonnen voedsel
wordeh meegenomen. „Voor het
aardvarken. het eerste, dat per
Oostafrikaanse haven
verliet, ging er een speciaal dieet
bestaande uit een mengsel
havermoutpap met spek. eie-
en zwavel". Bij aankomst in
New York werd door pers, foto-
jagen?"
belangstelling getoond. De gezag
voerder van de Samarinda, kapi
tein W. K. van den Berg. vertelde
later: „De televisie-operateurs wis
ten deze kapitein zover te krijgen,
dat hij in vol ornaat voor de lui-
paardenkooi ging kruipen. ..Make
„Nee", zei de kolonel beslist.
„Nee. de tanks jagen het wild
niet op de vlucht, dat doen de
mensen. Onthoud dit. de groot
ste vijand v
mens. Neem nu een
leger kiest hij altijd., en dat heb
ik meermalen waargenomen,
langs de spoordijk, vlak bij de
rails waarover vij geregeld de
treinen denderen. En hij doet wachting maken. „Toen hij
dat ook als vlak naast de spoor- f"
baan een weiland is gelegen.
..Op ..De Vlasakkers", hel
oefenterrein van de tanks", zc
de kolonel, „kun je nog de kat gezwind de kuierlatten
het dier is de the creature growl please".
haas. Zijn daarbij het verzoek, terwijl de
j_. u -imera's op volle toeren draaiden
De scheepskat had voor de die-
grote belangstelling en ging
dagen overal zijn op-
laken. „Toen hij nieuws
gierig keek in de kooi van Lolita,
het jachtluipaard, kreeg hij echter
de schrik van zijn leven, want
deze „collega" begroette hem der-
n^tc onkameraadschappelijk, dat
wild
sindsdien
allerlei so
len straks over het terrein rij- dierendek ging buurten!'
den en dan kunt u constateren,
dat bijv. de korhoenders op hun
plaats blijven zitten. Maar op
het ogenblik, dat je uit je auto crales de Wij2e besnuffelt niéuws-
stapt en de vogels je in de ga- gierig zijn hoed.
ten krijgen, vliegen ze op. Hier
in de omgeving zitten nog vele
korhoenders. Er is een filmpje
gemaakt van ..De Vlasakkers"
en op dit filmpje zie je de
slechtvalk, die zich te goed doet
aan een konijntje, en je ziet
zelfs enkele hertjes. Nee", zei de
kolonel. ..onze tanks bedreigen
de wildstand niet"