DE BIJBEL ontdekt in
aarde en steen
In twee verschillende werelden
MIEBEL BIJ DE MASSAJEUGD
Acht stappen naar nieuw
leven i n Christus
ONDAGSBLAD
ZATERDAG 11 OKTOBER 1958
Geen mensenoffer
DE PALESTIJNSE BODEM GEEFT ZIJN GEHEIMEN PRIJS
•JL."" n.,,
Hari Singh zat onder een struik bij de tempel van zijn godin te wach
ten tot zij hem de weggelopen biggen zou terugbrengen. In plaats
van de biggen kwamen politiemannen van Nehroe hem ophalen en
sloten hem in de gevangenis op wegens moord op zijn vierjarig
Singh had in een droom de godin Kali horen zeggen, dat zij hem zou
helpen als hij zijn kind wilde opofferen. De volgende dag toen zijn
vrouw en de andere kinderen naar het veld waren, greep hij het
kind, doodde het en droeg het bloedende lichaampje zingend door
de straten. In de tempel sprenkelde hij het bloed voor Kali. de
zwarte moeder, de vrouw van god Siva een afgrijselijk beeld met
vier rode handen, een uitpuilende tong, skeletten als oorring en
lijken om haar lichaam als gordel.
In het moderne India zijn de mensenoffers verboden. Hoogstens kan
het bloed van geiten verzoening brengen. Over het geheel genomen
slijt ook daar het offer uit de godsdienst weg. India volgt de weg
van het westen.
We huiveren bij het verhaal van Hari Singh, zoals we huiveren wan
neer de Bijbel ons vertelt van de Israëlieten die hun kinderen „door
het vuur lieten gaan". Maar we beseffen niet, dat we met het offer
ook de verzoening dreigen weg te gooien. Ieder mensenoffer uit de
geschiedenis en er is nauwelijks een volk op aarde, dat geen
mensenoffers heeft gekend wijst op de Bijbelse uitspraak: ,.De
ziel die zondigt moet sterven." Altijd weer hebben volkeren verzoe
ning gezocht door een mens (of dier) voor hun zonden te laten ster
ven. maar zij vergaten, dat een zondig mens en allen hebben
gezondigd alleen voor eigen zonden kon sterven
India volgt het westen naar een godsdienst zonder bloed en het beseft
niet dat een „bloedloze godsdienst" even machteloos is als de hei
dense religies.
Geen bloedloos geloof
Het christelijk geloof is geen bloedloos geloof. Het belijdt: „Zonder
bloedstorting geschiedt er geen vergeving." (Hebr. 9 22b). Wie
het offer uit he.t christendom wegneemt, neemt Christus weg en
houdt iets „doms" over.
Aan het offer moeten eisen gesteld worden. Het moet een volmaakt
offer zijn. en het moet een mensenoffer zijn. Slechts een mens
kan de plaats van een mens innemen. Het offer is immers niet
alleen een straf die gedragen wordt, maar ook een gave die ge
geven wordt. God gaf de weg van het offer aan een wereld van
zondaars niet alleen, opdat hun straf zou worden weggenomen,
maar opdat zij weer in gemeenschap met God de wil van God
zouden volbrengen. Het bloed van een dier kon het oordeel van
de mens niet wegnemen omdat het de mens geen nieuwe geest
kon geven.
Christus was het enige otter dat aan de eisen voldeed. Hij was waar
lijk God en waarlijk mens. Als mens kon Hij voor mensen ster
ven. als God kon Hij de mens zijn Geest schenken voor een nieuw
leven. Op het kruis van Golgotha stierf de zondaar omdat Christus
tot zonde werd voor hem Maar door het kruis van Golgotha
schonk God de mens nieuw leven.
Neem het offer weg en niet alleen is dan de weg tot God afgesne
den. maar ook de weg naar een nieuw leven. Het gevaar van de
nieuwe weg van India is dat wel een eind wordt gemaakt aan
de afgrijselijke mensenoffers, maar ook het enige offer dat wel
verzoening kan brengen wordt afgewezen. Dan blijft de mens in
India verstoken van de werkelijke vrede. Dan is India even ver al6
het westen, dat geroepen heeft: „Weg met het bloed, geen slacht
huiereligie" en het bloed van Christus heeft veracht en daarom
geen deel kan hebben aan de Geest van Christus.
Slechts als wij in Christus aan het kruis onszelf als rechtvaardig
veroordeelden zien hangen, zullen we van Christus Zijn Geeet tot
een nieuw loven kunnen ontvangen.
Keiler kreeg een concurrent
MET uitzondering van de atoomleer heeft geen enkele weten
schap in de laatste tien jaren zo de belangstelling van
de grote massa gehad als de Bijbelse archeologie. De sensationele
vondst van de rollen van de Dode Zee hebben deze belangstel
ling aangewakkerd, en populaire uitgaven over archeologische
vondsten hebben haar gevoed. De archeologen hebben eerst hun
ogen eens een beetje moeten uitwrijven over deze plotselinge
interesse. Hun uitgaven waren over het algemeen hyper-tech
nisch en voor de leek geschreven in geheimschrift. Zij waren
gewend met vakmensen over hun werk te spreken en niet om
de leek de betekenis van hun werk uit te leggen.
De meeste populaire artikelen
waren dan ook oorspronkelijk
van de hand van publicisten, die
een beetje in het vak gegras
duind hadden en de moeilijke
materie probeerden te vertolken,
maar daarbij vaak de weten
schappelijke grenzen uit het oog
verloren. Langzaam maar zeker
verandert de toestand. De geleer
den leren weer in de taal van
de leek te denken. Een voor
beeld van een wetenschappelijke
uitgave op Bijbels archeologisch
gebied, die door allen gelezen
kan worden is het pas bij het
„Wereldvenster" verschenen
werk van G. Ernest Wright„De
Bijbel ontdekt in aarde en
steen".
VAKMAN
De avondmaalsbeker die in An-
tiochië werd gevonden. Lang meen
de men, dat deze beker de Heilige
Graal was die door Jesus by het
laatste avondmaal werd gebruikt.
Nu neemt men aan, dat de beker
uit de 4de of 5de eeuw na Christus
stamt.
het
DOMINEE EN MONNIK
De dominee van een pro
testantse gemeente in Ame
rika en de monnik van een
orthodox klooster in Rusland
zijn weliswaar tijdgenoten,
maar zij leven toch in twee
volkomen verschillende we
relden. Dit werd dezer dagen
weer eens bevestigd door
twee berichten, die wij ont
vingen.
Dominee
Een verzekeringsmaatschap
pij te Minneapolis in de Ver
enigde Staten heeft aan de
hand van een vragenlijst uitge
zocht, wat de „doorsnee gees
telijke" in de U.S.A. de groot
ste zorgen geeft. In deze „zor-
genlijsten" van mannen, die
zich geenszins op „vrome eilan
den" bevinden, maar midden
in het volle leven staan, komt
het gebrek aan tijd op de eer
ste plaats. Daarna volgt de ge
ringe bereidheid der gemeente
leden om zich in de kerk ac
tief in te zetten en vaste plich
ten op zich te nemen. Verder
beklagen de dominees zich over
het grote gebrek aan belang
stelling voor de Bijbel. Pas dan
komen op het formulier de zor
gen over de karige bezoldiging
aan de orde. Vijftien procent
der ondervraagde predikanten
moet een „nevenbetrekking"
Prediken met
hulpmiddelen
„Ik ken vreemde predikanten.
Zo heeft een oude vriend van
mij een hele verzameling kerk
orgels in zyn pastorie. Hij bezit
zeventien prachtige instrumen
ten, die hij overal heeft achter
haald en die hij nu in zijn huis
heeft neergezet. Zelfs staat er
een in de badkamer. Deze pre
dikant had ook een ingenieuze
manier gevonden om de aan
dacht van de kerkgangers op
zijn preek gevestigd te houden.
H\j haalde overal in zyn parochie
koperen knoppen van de ledi
kanten af en verborg deze op
zyn preekstoel. Wanneer er een
ran zijn kerkgangers zat te
knikkebollen, liet hij een van
de knoppen van de kansel af
rollen. Met een bons viel deze
knop vervolgens op de kerkbank
onder de preekstoel. Wanneer
dit nodig was liet hij enkele
knoppen tegelijk van de kansel
afrollen. Excentriek? Misschien
wel, maar toch was hy een be
minnelijke oude man en een
prima predikant".
uitoefenen om het gezin in het
lev-en te kunnen houden. De
traktementen liggen vaker bij
de 3000 dollar per jaar dan bij
de 10.000, welk bedrag slechts
door 4 pet. van de dominees
wordt overschreden. De domi
nees hebben dus veel aardse
zorgen.
Monnik
En nu dus de Russische mon
nik. Leden van een Anglicaanse
orde hebben onlangs een bezoek
gebracht aan een klooster in
Rusland. Zij hebben over het
leven binnen de kloostermuren,
ergens in de Sowjetunie, na hun
terugkeer verteld. De orthodoxe
monniken leven in de isolatie
van het klooster nog precies,
volgens de honderden jaren
oude tradities en ze zijn daar
bij diepgelovig. Ze kleden zich,
zoals hun voorgangers dit' eeu
wen geleden ook al deden en
ze dragen de typische lange
baard en de lange haren. Ze
roken niet en komen slechts als
het nodig is, buiten het kloos-
In V.S. al 400
vrouwelijke
dominees
In de Verenigde Staten zijn
thans meer dan 400 vrouwelijke
predikanten. Zij zijn in de stad Bil
lings (Montana) in congres bijeen
geweest. Tijdens dit congres wa
ren vrouwelijke dominees uit de
Methodisten- en Congregationalis-
tische gemeenten, uit de Reformed
Churches en andere evangeli
sche denominaties tegenwoordig.
Door diverse spreeksters werd ge
constateerd, dat de tegenkanting
tegen de vrouw in het ambt in de
Verenigde Staten steeds meer af
neemt. De kerken worden zich
meer en meer de waarde be
wust, die de vrouw voor zielzorg
en verkondiging van het Evange
lie kan hebben, aldus constateer
den de congressisten. De meeste
vrouwelijke predikanten vindt men
in de oostelijke New-England-
staten, in het Middenwesten en in
het Zuiden.
Biechtgeheim in
Engeland blijft
De synode van de Anglicaanse
kerk heeft m de Engelse stad
Canterbury besloten, dat het
biechtgeheim ook in de Engelse
staatskerk gehandhaafd zal
moeten blijven. Er werd gezegd,
dat een geestelijke streng ge
bonden is nooit aan wie dan
ook een zonde mee te delen, die
h{j tijdens de biecht heeft ge
hoord.
ter. Maar dan schromen ze niet
om van de modernste vervoers
middelen gebruik te maken. Zij
reizen dan ook vaak per vlieg
tuig. De Engelse bezoekers zei
den verrast te zijn door het
feit, dat de bisschoppen van de
Russische orthodoxe kerk in
hun gebied de mensen nog vaak
tot offers weten te brengen. De
monniken hebben geen enke
le aardse zorg.
TWEEDE BOEK
Deze nieuwe uitgave is
tweede boek in de loop van
drietal jaren dat een poging on
derneemt om in één deel alle
voornaamste vondsten die op de
Bijbelse geschiedenis betrekking
hebben, samen te vatten. Het eer
ste boek: „De Bijbel heeft toch
gelijk" werd geschreven door de
journalist Werner Keller, die vijf
jaar lang zich wierp op de ar
cheologie. Zijn boek was vlot ge
schreven, de gegevens waren
hoogst interessant verwerkt, maar
in vakkringen ontving het heel
wat critlek. Ongetwijfeld heeft
Keiler bij zijn popularisering van
deze wetenschap de voorzichtig
heid wel eens uit het oog verlo
ren. Opmerkelijk is echter dat
heel wat negatieve critieken niet
verder kwamen dan een aanval op
de titel van het boek, die onge
twijfeld een beetje ongelukkig is
gekozen. Geen enkele wetenschap,
ook de archeologie niet, kan de
waarheid van de Bijbel bewijzen.
We hebben ons echter wel eens
afgevraagd of de negatieve recen
sies ook zo negatief geweest zou
den zijn als Keiler een vakman
was geweest. Wij blijven volhou
den het boek ondanks zijn ge
breken een weelde aan interes
sant materiaal biedt.
Het boek Jesaja, dat bij de Dode
Zee werd gevonden.
ten van Keller. G. Ernest Wright
is een vakman en bovendien de
leerling van de grootste en meest
bekende archeoloog van de Ver
enigde Staten prof. dr. W. F. Al
bright. Wright zelf geeft al jaren
les aan het McCormick theolo
gisch seminarium te Chicago in de
geschiedenis en theologie van het
Oude Testament Samen met Al
bright heeft hij 20 Jaar geleden
al in Palestina opgravingen ver
richt en in het afgelopen jaar
werkte hij nog mee aan de op
gravingen bij Sichem. Wright is
aus wel iemand die zijn vak niet
achter zijn bureau heeft geleerd;
hij heeft niet geschroomd zijn
handen vuil te maken. Het se
minarium waar prof. Wright do
ceert leidt presbyteriaanse predi
kanten op en staat bekend als
neo-orthodox.
Wright neomt ztjn lezer* mee
door de historische gegevens van
de Bijbel en laat tien wat de aar
de heeft opgeleverd ter illustratie
van het Boek der boeken. Hij pro
beert niets te bewijzen; hij laat
zich vrijwel nergens verleiden tot
een eenzijdig weergeven van be
paalde theorieën al moet hij na
tuurlijk uit het omvangrijk ma
teriaal steeds weer een keuze
doen. Toch durft hij met stellig
heid te schrijven: „Voor het me
rendeel he»ft de archeologie het
bijbelverhaal op soveel kritieke
punten bevestigd en verhelderd,
dat niemand meer In ernst kan
zeggen, dat het weinig anders Is
dan een verzameling van mythen
HEEL SOBER
Vooral in het begin hadden we
wel gewild, dat de schrijver wat
minder voorzichtig ware geweest.
De zondvloed, de ark van Noach
en de toren van Babel worden
heel sober afgedaan. Dit is des te
meer opmerkelijk omdat deze on
derwerpen „het doorsnee publiek
liggen." en ook omdat een ge
leerde als André Passot aan de
ze onderwerpen nog altijd twee
deeltjes wijdt in zijn serie „Bijbel
en Archeologie". Prof. Wright be
gint eigenlijk pas bij de aartsva
ders, maar geeft dan ook een
enorme hoeveelheid materiaal die
de bladzijden van de Bijbel tel
kens weer plaatsen in het licht
van de historie. Vooral de hoofd
stukken over het geloof in Israël
en Kanaün en de tijd der richteren
en de zeer uitvoerige gegevens
over de dagen van het tweestam-
nenrijk en zeker niet te ver
geten het slothoofdstuk over de
steden waar de eerste christelijke
kerken zich vestigden, maken dit
boek tot een kostelijk bezit.
Als we dit boek vergelijken met
dat van Keiler dan moeten we
erkennen dat het veel minder
sprankelend is. Keiler heeft zijn
journalistieke achtergrond niet
verloochend door zijn hoofdstuk
ken op te bouwen rond de meeat
senationele ontdekkingen. Het
menu van Wright wordt wat min
der smakelijk opgediend, maar is
veel uitgebreider. Wright wandelt
als het ware door de Bijbel en
illustreert dan van hoofdstuk tot
hoofdstuk met de vondsten van
potten, inscripties, graven, steden
gebouwen en geschriften.
KOSTBAAR
Dit werk is een kostbare uitga
ve. Een prijs van 34.90 is geen
peulschilletje. Maar het is dan ook
een groot werk met 333 pagina's
in het formaat van 26 bij 19ü
cm plus 72 pagina's illustraties.
Het bevat 220 illustraties in totaal
en zeer uitvoerige namen- en tek-
stenregisters. Bovendien is ieder
hoofdstuk voorzien van een uitge
breide bibliografie, die door prof.
dr. Th. C. Vriezen voor Nederland
nog is uitgebreid met Nederland
se literatuur, zodat het boek te
vens dienst kan doen als een in
leiding tot de Bijbelse archeologie
en de deur opent naar een be
studering van de afzonderlijke on
derwerpen. die worden aangesne
den. Hierdoor is dit boek tot meer
dan een leesboek geworden Het
is bijna een handboek bij de Bij-
Blondje en zwartje XXXII
Jk kan niet meer!" zei
de vicaris, toen hy rui de be
grafenis in een stoel van onze
stafkamer neerviel. „Stil
maar", zei ik troostend. „Je
krijgt een lekkere verse kop
thee!" En Joke oordeelde: „Je
hebt 'm verdiend; je hebt het
heus niet gefy gedaan!" Iets
waarmee Tim, een andere
jeugdleider tenvolle instemde:
„Die ene opmerking van je
vond ik gewoon geniaal
Jammer dat hij niet toelichtte
welke opmerking dat geweest
mocht zijn, maar waarschijn
lijk was hij die trouwens al
weer vergeten, gelijk dat al
tijd met geniale opmerkingen
het geval pleegt te zijn.
Toen we Ronald gelaafd
hadden, zeiden we belang
stellend „Hoe ging het aan
't sterfhuis?" „Vreemd", be
kende Ronald, Jk ben vier
keer opnieuw begonnen. Tel
kens als ik een paar zinnen
gezegd had, kwamen er weer
andere familieleden binnen.
Dat is zoiets verschrikkelijks.
Ik zei: „Waarde familie, nu
we hier bijeen zyn geko
men en dan zei de
deur piep en er drongen weer
een paar mensen het vertrek
in. Als daar nou nog plaats
was geweest, zou het :o erg
niet zijn geweest, maar er kon
al geen kip meer in. En dan
gingen ze handjes geven, de
hele kring rond en als ze dan
eindelijk ergens tegen de wand
stonden geplakt, dan zei ik
weer: „Waarde familie, nu we
hier byeen zyn gekomen
en dan ging de deur op
nieuw open. Toen de laatste
er was
„Die zoon uit het buitenland
zeker?" informeerde Joke
belangstellend.
„Nee, die komt pas van
avond; die had vertraging!
Maar toen de laatste er ein
delijk in was. was het ook al
tijd om op te houden, want
toen belde de ondernemer aan.
Ik heb eigenlijk enkel maar
'n heel klein
stukje kunnen
lezen. Toen
moesten we
weg. En de rest
hebben jullie
zelf meege
maakt
Dat hadden we inderdaad.
En we zullen het nooit ver
geten.
Er waren veel belangstel
lenden. Je eerste reactie daar
op is een waarderend gestem
de: het doet je goed als ie
mand door velen de laatste
eer bewezen wordt. Ik zou
bijna durven zeggen dat dit
zelfs één van de vele positieve
eigenschappen van de volks
wijk is: men neemt de tyd
om een uitvaart by te wonen.
Terwijl in andere kringen de
overledene, die geen goed en
geen kwaad meer uitrichten
kan. reeds terwijl hij opge
baard ligt afgeschreven en
vergeten kan worden, bege
leidt de volkswijk de vroegere
metgezel naar de dodenakker.
Dat is ontroerend; dat is
menswaardig en dat is goed.
Maar ik zag over het hoofd
hoe verbeten vele dezer be
langstellenden thans keken.
Dat had me moeten waar
schuwen. Al zou ik niet gewe
ten hebben wat ik daartegen
moest doen. Toen kwam de
stoet. Toen sloten we ons
daarachter aan.
Toen groepten we rond het
graf. En toen zei de onderne
mer of er nog
iemand was,
die woorden
van troost wil
de spreken bij
deze geopende
groeve. En
twee mannen
traden naar
voren, waarvan de ene maar
net met 'n ademstoot voor
sprong de andere naar het
tweede plan duwde en aan-
i'ing te spreken. Maar moesten
dat woorden van troost be
tekenen?
Ik wil niet zeggen dat hy
zijn woordje niet kon doen; hij
kon dat juist al te best. Be
paald geslaagd als het om 'n
propagandaspeech of een ver
kiezingsrede zou hebben ge
gaan. En nu wordt het een
beetje moeilijk om U daarvan
een juiste indruk te geven,
want ik toil niet vertellen
om welke politieke, of maat
schappelijke o/ ontspannings-
Uit de
VOLKSWIJK
vereniging het dan wel ging.
Laat me volstaan met de op
merking dat ik daar aan dat
graf ongeveer de hele levens
geschiedenis van die organisa
tie heb horen voorlepelen. En
dat ik nauwelijks tien woor
den heb gehoord met betrek
king tot hem wiens verschei
den aanleiding tot deze beto
ging had gevormd omdat hij
eenmaal lid van deze groepe
ring was geweest. Maar ter-
wijl hij sprak zag ik wel dat
vele aanwezigen al instem-
mender knikten, en dat ande
re vele aanwezigen al verbe-
tener naar een ontploffings
moment toegroeiden.
En toen de eerste spreker
klaar was, kwam de tweede.
En die werd nog veel uitvoe
riger, want hij moest eerst
de voorgaande orator als het
ware weerleggen, eer hij aan
zijn eigen vaderlandse histo
rie beginnen kon. Ach, laat ik
er maar het zwijgen 'toe doen.
U gelooft me toch niet, al
schrijf ik een stenografisch
verslag op van alles wat daar
toen gezegd is. Of iemand
daarna nog geluisterd heeft
naar wat Ronald zei? Ik be
twijfel hef. De organisatie
leden in geen geval: die waren
nu allemaal bloedrood. En
in elk geval niet in staat om
geniale opmerkingen te waar-
MIEBEL
Hoe uitvoerig het boek ook Is.
het is toch een leemte die dunkt
ons een direct gevolg Is van de
midden-orthodoxe theologie van
de sohrijver. Er ontbreekt n.l.
een hoofdstuk dat In een uitvoerig
boek als dit. eigenlijk niet had
mogen ontbreken. Prof. Wright
behandelt de historische boeken
maar vergeet de profetische ge
schriften bijna volkomen.
met instemming prof. Albright die
schreef: ..Haggal's tweede gods
spraak is een juichkreet over
de op handen zijnde val van Per-
zlë en de geboorte van een nieu
we joodse staat; in zijn vierde
godsspraak toen de Babyloni
sche revolte nog steeds met suc
ces scheen te worden bekroond,
verklaarde hij uitdrukkelijk dat de
keizerlijke troon omvergeworpen
zou worden en Zerubbabel de ge
zalfde van de Heer was." Al
bright en Wright betrekken de
profetie van Haggaï dus geheel op
een mislukte Babylonische op
stand van een zekere Nebukad-
nezar (niet de koning van Daniël)
tegen Darius de Grote. Maar als
dit verband wetenschappelijk be
wezen zou zijn, zou Haggaï als
profeet gefaald hebben. De Joden
hadden echter zeer besliste regels
voor de erkenning van een pro
feet en zouden de profetie van
Haggaï zeker niet in de Oud-
Testament'sche canon hebben op
genomen als de profeet inderdaad
gefaald had.
ANTWOORD
niet eerder gedateerd? Een voet
noot geeft het antwoord: „De his
torische toespelingen uit de derde
en tweede eeuw dalen zo in bij
zonderheden af. dat het boek ge
dateerd wordt omstreeks 165 v. C.,
in de laatste jaren van de rege
ring van Antiochus Epifanea." In
andere woorden de schrijver zegt.
dat er in de laatste hoofdstukken
van Daniël zoveel historische fei
ten zijn opgenomen dat deze
hoofdstukken pas na afloop kun
nen zijn geschreven. Onze vraag
is: maar kan God deze feiten ook
niet voorshands geopenbaard heb
ben? Wright maakt van deze pro
fetie dus historié omdat hij niet
gelooft dat God geschiedkundige
feiten aan zijn profeten openbaar
de. Wanneer hij echter zijn posi
tie consequent zou doorvoeren dan
zijn de profetieën van het Oude
Testament stampvol latere toe
voegingen, vervalsingen etc.
WETENSCHAP?
Wright en velen met hom dur
ven de Bijbel ondanks al hun
mooie woorden niet helemaal In
geloof aanvaarden. Zij klemmen
zich nog altijd vast aan de weten
schap. die dan dus toch als een
soort bewijs of onderstreping van
Gods Woord moet dienen. Het ge
volg Is dat als de schrijver moet
klesen tussen de Bijbel en de op
gravingen hij vrijwel altijd kiest
voor de wetenschap, die in de
laatste honderd jaar herhaaldelijk
van gezicht veranderd is. Volgens
Wright gast h.v. het Bijbelse
sondvloedverhaal terug op de Ba
bylonische legende.
Dit is echter slechts theorie en
helemaal geen wetenschap. Waar
om zou het Bijbelse verhaal niet
het oorspronkelijke door de gelo
vigen aan elkaar oververtelde
verhaal zijn en het heidense ver
haal van Babylonië verbastering?
Het sobere Bijbelverhaal past on
getwijfeld meer in de sfeer van
een oorspronkelijk verhaal dan de
heidense mythe, waarbij de goden
zich aan het slot als „vliegen ver
dringen" om het offer van de Ba
bylonische Noach. Hier wordt
theorie tot these en dat is onwe
tenschappelijk. Helaas vonden we
in dit prachtige werk niet minder
dan dertien van dergelijke geval
len. waarbij aan de archeologische
vondsten kennelijk meer waarde
Reconstructie ran Salomo'» tem
pel, getekend naar aanuytingen
ran prof. Albright en prof. It right.
werd gehecht dan aan de Bijbelse
openbaring.
Typerend voor Wrights hou
ding is dan ook de zin: „Het Is
belangwekkend op te merken dat
Lucas zijn naam en titel (d.l. van
Sergius Paulus) juist weergeeft."
Voor ons is dit helemaal niet be
lang w-eklocnd. Het la niet meer
dan natuurlijk. Waarovn zou Lu
cas dommer zijn dan een onbe
kende. die een Inscriptie maakte?
WAARDEVOL
Deze opmerkingen doen geen
afbreuk aan de waarde van dit
boek. Het blijft een waardevol be
zit. Zelfs vele nieuwe wonderbare
vondsten zullen dit boek niet spoe
dig doen verouderen. Het boven
staande wil ook helemaal niet
zeggen dat wij de schrijver ervan
betichten de Bijbel afbreuk te
doen. Ongetwijfeld meent prof.
Wright het tenvolle als hij schrijft:
„Bovendien kon de Bijbelse mens
zo vol vertrouwen uitdrukking ge
ven aan zijn geloof, omdat hij be
greep dat de gebeurtenissen die
hij beschreef werkelijk hadden
plaats gehad. Als wy hem ernstig
willen nemen, moeten wij ook zijn
geschiedenis ernstig nemen en
hoe meer wij van die geschiede
nis weten, hoe meer inzicht wij
zullen krijgen in wat hij daar
over zegt. Het intensieve onder
zoek van de Bijbelse archeoloog
is derhalve de vrucht van de in
tense belangstelling voor de ge
schiedenis die de Bijbel in ons
heeft gewekt. Wij kunnen daar
om niet aannemen dat de kennis
van de bijbelse geschiedenis
voor het geloof niet terzake zou
doen. Bijbelse theologie en bijbel
se archeologie moeten hand in
hand gaan. willen wij de zin van
de Bijbel verstaan Ons enig be
zwaar tegen dit uitstekende werk
is dan ook dat wij menen dat
prof. Wright in sijn enthousiasme
de archeologie wel eens vooruit
laat hollen.
„De
A. «e Laaglie,
n voorttelling van
tisch meitje op
een plaatselijke, historische sfeer
betrekken en dus zo indirect het
hele Jodendom ervan beschuldi
gen een valse profeet onder de
profeten Gods aanvaard te hebben,
dan is het enige antwoord: zij
aanvaarden de profetieën niet als
profetieën. Duidelijk komt dit aan
het licht bij de profeet Daniël.
Wright schrijft dat de ontdekking
van de rollen van de Dode Zee
de geleerden ertoe gebracht heeft
de datering van verschillende
Bijbelboeken te herzien. Zij gelo
ven dus nu dat de boeken veel
eerder werden geschreven dan
oorspronkelijk werd aangenomen.
Echter, gaat Wright verder, dit
is waar met uitzondering van
Daniël. Waarom wordt Daniël
IN EEN WERELD VAN ONZEKERHEID, waarin dage
lijks de problemen van alle kanten op je af stormen,
7x>eken miljoenen naar dat, wet Ihun leven doeltreffend
kan maken. Zij worstelen met vragen en problemen en speu
ren naar datgene dat hun in staat stelt, zelf deel te hebben
aan de oplossing van hun levensvraagstukken. Zij vragen
zich af: Waardoor krijgt mijn 'leven doel?
dc wereld ook gesteld werd.
De mensen zullen een veran
derd leven spoedig opmerken.
Zij zullen om hulp komen en
hun noden kun je lenigen
door te geven, wat je zelf
gevonden en ontvangen hebt.
Breng hen in een Christelijke
gemeenschap, laat hen met de
levende Heer kennis maken.
De laatste stap is de opwek
king die deze tijd nodig heeft.
De toestand in de wereld
maakt mensen wanhopig. Na
tiën staan bij de wegsplitsing
van „beslissing" en „noodlot"
en zy weten niet welke weg
zij gaan moeten. Maar zij
staan op een totaal verkeerd
spoor en hef is onze plicht,
door ons gebed en door ons
optreden, de mens op de weg
Gods terug te brengen. Dat is
de taak van iedere Christen,
samen met alle Christenen.
Het begint met de eenvoudige
getuigenis, die echter groot
van kracht is en die ver zal
doorwerken.
Door de International Council
for GiriillM) Leadership is een
foldertje uitgegeven, waarin acht
stappen worden genoemd, die wU
mensen moeten nemen, willen w|)
komen tot een werkelijk doeltref
fend persoonlek leven. En werke
lijk doeltreffend Is een leven pas,
wanneer het doel dat God voor
dit leven stelde, geraakt wordt.
Dese stappen zijn:
1. We moeten werkelijkheid en
een nieuw leven in Christus
wensen. Het trachten God te
vinden als een persoonlijke
ervaring, is het meest primaire
en essentiële in de gods-
dienol.
2. Om God en Zyn plan voor
ons leven te leren begrypen,
moeten we eerst onszelf eer
lijk onderzoeken. We moeten
tot de erkenning van onze
zonden komen en ons dan af
vragen wat er veranderd moet
worden. Absolute eerlijkheid,
zuiverheid, zelfverloochening
en volkomen liefde, zijn mo
gelijk door Zyn genade en
3. Alles wat wij hebben, zyn en
weten, toevertrouwen aan
Christus, de Heiland, en Zijn
vergeving aanvaarden, is de
volgende stap. Deze stap moet
ook volledig genomen worden
en houdt volgende niet mak
kelijke stappen in. zoals: be
rouw, schadeloosstelling, an
deren vergeven. Door de over
gave aan God Zijn wil bo
ven de onze worden wij
nieuwe mensen, die Hij kan
gebruiken.
4. We moeten Christus toestaan,
door Zijn hervormende, ver
lossende liefde en Zijn indrin
gende Heilige Geest, een re
volutie in ons denken teweeg
te brengen, en een ommekeer
in onze houding. We moeten
Hem toestaan, dat hij ons
helpt dingen met anderen in
het reine te brengen.
5. We moeten 's morgens en
's avonds de tijd nemen om
stil te zijn in Zijn tegenwoor
digheid. Als we de Bijbel le
zen fn ons bezinnen op de
inhoud, zal Zijn Woord op
nieuw levend worden en zal
het Woord met hernieuwde
betekenis aan ons geopen
baard worden.
6. Alt we geluisterd hebben naar
wat God tegen ons zegt. zul
len we anderen gaan vertel
len van wat Jezus in ons le
ven bereikt heeft. Dan komen
we in actie. Dan zoeken we
naar een taak in de kerk, dan
gaan we deel uitmaken van
de kerk en dan krijgen de
eredienst, het gebed en de
sacramenten diepere beteke
nis.
2?
VHKDKKTH HTRN
Ds. G. Th. Rothuizen
Belijden en Beleven
Men kan vredeatirhten n
liefde en men kan het doen n
recht. AU ik zeg, dal het e
uitsluit, dan k
vengoed zeggei
teërlei liefde
,k dos
sticht ei
l.\nitl.\l,F.\D
Ds. M. L. W. Schoch in
Hervormd Nederland:
Het i» wonderlik, dat waar de,
boodschap zn indringend moge
lijk gebracht wordt, men niet
koud kan blijven. De vraag i«
alleen: i« men bereid de bood-
••"hap Ie gehoorzamen of .rhiidt
men de zaak snel van zich af?
TBEF POLEN
Prof. dr. K. Dyk in Cen
traal Weekblad:
God erbarme Zieh over on*
en geve on* in heilige eenheid
iw de beide po
len
bew.
kerkleven tirh beweegt; ja ook
bet eigen karakter van de plaat,
•eljjke kerk met haar bijzondere
taak en roeping, maar niet min
der de noodzaak en betekeni*
van het kerkverband, dat ook
■Ün arbeid en gezag van
Chri.tu. ontvangen heef,