WAAROM LIGGEN ER NOG
66.000 HONDEN AAN DE KETTING?
Dierenbescherming en politie
hebben ook uw hulp nodig
bankierszoon (^j rrU ilipó
Als er oorlog komt, gaan we de woestijn in
ZONDAGS
BLAD
ZATERDAG 4 OKTOBER 1958
Hieuw? Cciïlsrljc (frnirnn
Vandaag it hel
Werelddierendag
TOEN onlangs het bericht in
de bladen verscheen, dat
ergens in Nederland een hond
aan de ketting lag, die pas van
die ketting kon worden verlost,
nadat de veearts het er om-
heengegroeide nekvlees had losgepeuterd, zal menig dieren
vriend hebben getrild van verontwaardiging. Hoe kan, na de
jarenlange strijd, die de Dierenbescherming reeds tegen de
houders van kettinghonden voert, zoiets hier nog voorkomen?!
Ja, zijn er eigenlijk nog wel kettinghonden in ons aan humani
taire opvattingen zo vergevorderde vaderland? vroegen som
migen zich wellicht verbaasd af.
En Inderdaad,
hier in het westen
kost het, blijkens
onze eigen erva
ringen, werkelijk
enige moeite om
een kettinghond
op te sporen. Ge
lukkig! Maar als
men dan hoort,
dat er een enkel
jaar geleden nog
tachtigduizend
bestonden en er
thans nog zesen-
lestigduizend wor
den geteld, dan
voelt men dat de
strijd beslist nog - - -
niet als geëindigd
mag worden be
schouwd.
zijn er wel. die zonder
ilikken en blozen verklaren, dat
ter die hond aan de ketting kan
a dan zij zelf.
maar eens kijken in Nun-
speet of Garderen, of in welke an
dere plaats van genoemde provin
cies ook. Het wemelt er eenvou
dig nog van de kettinghonden. En
daar een hond. die voortdurend
ivastzit, humeurig en vals wordt,
komt het voor, dat zijn eigen
baas er niet meer bij durft te ko-
|men. Dan wordt het voedsel er
imaar uit de verte naar toe ge-
jgooid en de bak met water zo
neergezet, dat het beest slechts
'kan drinken als het zich vèr uit-
thans van dien aard, dat het toch
die witte hond met die bruine
vlekken moet zijn. Wederom ga
je naar de boer en je eist zijn
beest op. Ook zijn kameraad
land en Brabant speciaal valt er
evenwel nog volop werk te ver
zetten. Met name wat de ellende
van de kettinghonden betreft.
Als nu iedereen, ook al is men
al- geen lid van de Dierenbescher
ming en ook al heeft men geen
functie bij de politie, zijn ogen
en oren maar eens open wilde
zetten en zodra hij toestanden
de dag, dan weet je constateert, die mensonterend zijn,
Bewijs
De heer Korpel vertelt ons
voorts, dat zulke rovers zich veel
al verraden, doordat ze onder de
modder thuiskomen. Ook al
zich zo goed mogelijk verzorgd, maar wilde wijzen
Of nog beter, als men bij
herhaling de eigenaren van
honden, die slecht worden
op het verkeerde, ja het on
christelijke van hun houding.
Dan zou er in korte tijd nog
heel wat meer kunnen wor
den bereikt, dan tot dusver
al bereikt werd. Want van de
op roof uitgaan. Dat rujm zestigduizend honden,
Aio mnnit riivio lrrn-
die nog dagelijks aan ketting
probaat 0f touw hun leven moeten
slijten, zijn er maar betrek-
schoon en droogt die modder op,
dan weet het geoefende oog toch
meestal wel de nodige aanwijzin
gen te ontdekken. Het
van de veearts levert
het overtuigende bewijs.
komt, omdat die nooit
gen over de buit...
Er bestaat ook
middel, om honden, die nog niet
al te veel verdorven zijn,
°,rch™tpkt Een ¥ch™5 leven een gebiedende nood-
jaren heb meegemaakt wettigt 's nachts hun slag slaan. Het zijn hok,
lammeren wel te verstaan.
Wanneer nl. zo'n hond tot het
voorjaar vastgehouden wordt en
de boer jaagt de rover
i schaap met jongen
slechts de conclusie, dat bepaal- net ^ware jongens", die zich al in vertoeft, dan moet de boer erg
de honden per sé aan de ketting
moeten. Vanzelfsprekend mag
dat geen stukje ketting zijn van
nauwelijks een meter lengte.
,,En het is evenmin nodig", al
dus merkte de heer Kreuger
te voren lopen te verkneu
teren in de dingen die komen 0Mr zuiKe on
gaan. Als je van zulke honden Een kort samenzijn
zen beetje studie gemaakt hebt schaap, dat op zo'
oordeel je wel anders over hen legenheid krijgt
Pijn
de Dierenbescherming tegenover dan sommige fanatieke dieren-
ons op. „dat die beesten in hun beschermers plegen te doen.
eigen vuil moeten liggen, waar-
door allerlei ziekten kunnen ont-
Hoe kan een ketting in het vlees
groeien, heeft men bij het lezen
van het bewuste bericht wellicht
gedacht. Zulke gevallen doen zich
juist voor, wanneer niemand de
hond ln kwestie meer durft aan
te raken. Het begint met het
stuk schuren van de huid, wan
neer liet beost telkens blaffende
opspringt en aan de ketting rukt
bij het naderen van vreemdelin
gen op het erf. Is die huid een
maal kapot, dan komt er stof in
de wond en gaat ze jeuken. En
om dat jeuken te verdrijven gaat
de hond ook al aan de ketting
rukken als er géén vreemdeling
in aantocht is. Aldus ontstaat er
een diepe groef, die geleidelijk zo
diep wordt, dat de randen elkaar
raken en samengroeien. Van nu
af aan schuurt de ketting dus
door een koker van vlees. Welke
pijnen zo'n beest dan heeft te
doorstaan laat zich niet moeilijk
Met dat al is de nieuwe dieren-
ivet, die komende is. geen over
daad. Deze wet zal ook voor dje
kettinghonden vele verbeteringen
brengen, want wie dan neg
meent een hond aan de ketting te
moeten houden zal worden ver
plicht het beest een behoorlijke
loopmogelijkheid te geven. Bij
voorbeeld door op flinke afstand
van elkaar twee paaltjes in tie
grond te slaan, er een strakke
ijzerdraad tussen te spannen en
Dok de hond zelf een behoorlijke
(lijn te geven, aan het einde
waarvan een grote ring is beves
tigd. die langs de ijzerdraad heen
en weer bewegen kan. Voorts zal
aan de constructie van de hokken
aandacht worden geschonken, ter-
l wijl er tevens kan worden inge
grepen wanneer een hond genood
zaakt is dorst te lijden, in de
orandende zon of in de blubber
te liggen, wanneer hij een luchtje
icheppen wil.
Zo werken de politie
renbeschermers van
samen. Een hond echter, die ge
vaarlijk
Toch is het dikwijls uiterst
moeilijk om rovers op te spo-
ren- Immers, heb je een vermoe-
Schfedam den en ga,je bij de baas kijken,
dan gebeurt het, dat zo'n rover
oppassen, dat het schaap de hond
---* vermoordt.Zó fel zijn scha-
onder zulke omstandigheden.
__oI. paar flinke
kiTauwen uit te delen, is voldoen
de om de hond voor altijd de
schrik voor schapen op het lijf
te jagen.
Elders
zaak is. Laten we dus allen
ons steentje in deze bij
dragen.
Een eeuw geleden geboren
zag toekomst in techniek en stichtte wereldconcern
schapen, konijnen, kippen dat je hem een cent zou geven.
ient niet los te lopen. „Hij doet geen kip kwaad zegt thuishoorden, troKKen
i nodig of de boer dan
En r
een looplijn, als het een waak
hond betreft. Wie dat niet wil,
moet zo'n hond opruimen. Vooral
als het zo'n rover is. die er
's nachts met z'n maat op uit
trekt om achter de schapen aan
te gaan.
ogen kan je aanschouwen, dat de
moordenaar bij de schapen
zijn baas gaat liggen slapen,
je nu weinig ervaring, dan
je onverrichterzake terug,
wel vergist hebben"
eigen of Pijnacker
Donderdag 9 oktober a.s. is het precies een eeuw geleden, dat
i het Nederlandse provinciestadje Zaltbommel als eerste
Heb terug te voeren tot de „lokale'
keer misdaden.
,,'k Maar zoals gezegd, in Schiedam
denk heeft men de toestand aardig on-
„Hebt u dat wel i
bij meegemaakt?". Dat is iets
vreselijks, aldus de heer Korpel.
Het is hier herhaaldelijk gebeurd,
dat 's morgens zeven, acht of
negen schapen zwaar verminkt
of doodgebloed in de wei werden
aangetroffen: oren afgescheurd,
de neus afgebeten, de buik open
gereten, zodat de ingewanden er
uit hingen, en ook verdronken,
omdat zo'n schaap uit angst de
sloot inliep, de dikke vacht steeds
zwaarder werd en het dier later
geen kans meer zag op de kant
te klauteren. Straks begint dat
weer, als de koeien naar binnen
zijn. Koeien zijn nl. niet bang van
honden en gaan er achteraan,
wanneer die rovers het op de
schapen hebben gemunt.
dicht en tranen en de aanwijzingen zijn mag worden genoemd. In Gelder-
Ook spel
Denk evenwel niet, dat wan
neer een willekeurige hond het
weiland in rent en wat achter
een koppel schapen gaat jagen,
we steeds met een rover te ma
ken hebben. Neen, dat is dik
wijls maar spelen van zo'n hond.
Zelfs al gaat hij er met een hap
wol in zijn bek vandoor, dan is
dit nog niet zó verschrikkelijk.
De echte rovers zijn die honden,
die elkaar overdag opzoeken,
uren met elkaar lopen rond te
dwalen, tegen elkaar kwispelen
en wederkerig kopjes geven en
kippenroof of konijnenroof veelal zevental kinderen uit het gezin van Frederik Philips en Betsij
Heijligers, een jongen: Gerard Leonard Frederik geboren werd.
Deze Gerard Philips was het, die drie-en-dertig jaar later met zijn
vader als stille vennoot in het Brabantse Eindhoven een bedrijf
zöu stichten met het doel „de vervaardiging van elektrische gloei
lampen ter hand te nemen".
Wie nu door hetzelfde Zaltbom- Zijn middelbare schoolopleiding
mei dwaalt vindt er de rust haast genoot Gerard in Arnhem cn'daar
nog net zoals ze er honderd jaar was het, dat de zoon van de ei-
geleden geheerst moet hebben, genaar van de Bommeise gasfa-
Över de brede Waal glijden de brlek de jonge dr. H. A. Lorentz
binnenvaartschepen behoedzaam de Nederlandse hoogleraar ln
voort. De spoorbaan heeft met de theoretische natuurkunde, die
een brede zwaai het stadje op ge- in 1902 tezamen met prof. Zee
ruime afstand laten liggen en man de Nobelprijs zou verwerven
zelfs het snelverkeer onzer dagen hoorde spreken over „elektrici-
dat over autobanen raast, liet net telt". Met grote belangstelling
onaangetast. Hoe kon een jongen volgt Gerard in de jaren daarop
in die tijd en tussen zoveel lan- de berichten over EdiSons sue-
delijkheid zoveel trek in techniek cessen met zijn gloeilamp. In 1801
krijgen, dat hij naar Delft trok hangen ze zelfs al te pronken op
om daar aan de Polytechnisctte de eerste internationale elektricl-
School voor ingenieur te gaan teitstentoonstelling in Parijs,
studeren? Wel, voor de Philipsen Twee jaar later-beëindigt Gerard
de techniek minder vleemd Philips met j
de meeste Zaltbomme-
laars. Frederik Philips zette niet
alleen de familietraditie: tabaks-
handel voort, maar was tevens
medeeigenaar van een tabaksker-
verij, exploiteerde een koffiebran
derij en een kleine watfenfabriek.
zijn studie ten,
werktuigkundig ingenieur.
Eerste taak
de groten die hij
heeft te dienen hebben weinig be
langstelling voor die mening. De
jongeman met zijn sterke zelfstan-
grote mogelijkheden van de elek
trotechniek, speciaal waar het ,1e
verlichting geldt, steunt. In Zalt
bommel kan Gerard het washok in
de tuin voor het „vuile werk" be
nutten. De „jongenskamer" is be
schikbaar voor het minder riskan
te.
Op 14 november 1890 schrijft
Gerard zo staat het Ln het boek
dat prof. dr. P. J. Bouman over
Anton Philips schreef aan een
Engelse relatie: ,,I am able to
produce extremely homogeneous
and equal cellulose filaments on a
business scale". De basis voor de
fabricage van een „Nederlandse"
gloeilamp was gelegd. In oktober
1890 plaatst Gerard Philips adver
tenties in het „Elektrotechnische
Zeitschrift" en in „The Electri
cian". Voor het te stichten bedrijf
heeft Ir. Philips immers een vak
man nodig, een gloeilampentec.i-
nicus. Op 16 mei d.a.v. gaat de
vroegere bukskinfabriek van
Schroder en Wijers aan de Em-
masingel te Eindhoven voor
.12.150 in handen van Philips en
Co., de vennootschap onder firma,
die de dag tevoren was gesticht
over.
Het begin
De eerste taak v
Deze hond. een kruising van een bouvier en een poedel, draagt de
verantwoordelijkheid voor het terrein van een autosloper, die voor
duizenden guldens materiaal heeft liggen, zo maar langs de openbare
weg ergens onder Schiedam. Het is een mensverscheurend beest en
dus moet hy wel aan een ketting liggen. Maar die ketting is niet al
te dik en behoorlijk aan de lengte, terwyl de tussen twee paaltjes
gespannen Ijzerdraad de mogelijkheid biedt nog een flink stuk
uit te lopen.
Twaalf jaar
Als Gerard twaalf jaar is
de jonge
vf» llli
leur van de Sloomvaartaaat- SÏ?-, .gl°ï i1 5 "R?"
schappij .Zeeland", laat hem naar
Glasgow trekken om toezicht te
houden op het aanleggen
de Brush-Company:
de vervaardiging van
H Ned er-
En dan begint de geschiedenis
in Philips. Een klein bedrijf aan
ui stille singel in een afgelegen
provincienest. Een nieuwe taak in
een oud land. Gerard Philips be-
1870 I HlRil w
die bedrijvigheid nog een plaatse- stoomschip „Willem, Prins van waarop
HJk kassierskantoor dat gelikwi- Oranje", dat op een werf in de draai
deerd dreigde te worden toege- Schotse havenstad in aanbouw ">v"'
voegd. En in 1871 ziet de heer was Gerard krijgt daar voorts
Philips kans om plaatselijke unjeke kans verder wegwijs te
dat fascinerende gebied
jonge elektrotechniek
land. speelt door zijn geest. Als gint met veel energie en ontnv
hij er eens in zou slagen een veel moeilijkheden. In april 1892,
bruikbare kooldraad te vervaardi- ongeveer een jaar na de opening
heeft zijn vader aan al elektrische lichtinstallatie op het gen Dan ?ou#d£ ^as.is 8®le8d Z1in l®vert d® IO<>n
Dan zou Nederland
se havenstad in aanbouw £ve"s, minder afhankelijk zijn.
Gerard krijgt daar voorts de ^n hij, Gerard Philips, kon een
n fabriekje kon gaan kant zijn eerste gloeilampen
gasfabriek, die onder Engelse ken
concessie met verlies werkte, om van ^..0^ JU
te zetten in een gezond bedrijf. acht maanden lang trekt hij dag-
in-dag-ult naar het laboratorium
eigen weg gaan.
Proefnemingen
een Kaarsenfabriek in Gouda.
Drie jaar later het bedrijf telt
dan 42 werknemers komt de
jongere broer Anton naar Eindho
ven om Gerard te helpen de com
mercie gezond te maken. In 1898,
thans zestig jaar geleden dos. tel
de het bedrijf 250 arbeiders. Er
Meer begrip
c,_ ae nei oeariji 4JV ar iniucn.
it pot.nataurt^du» Lord G.r.rt ir. Am.ird.ra ,1 Srt *erd'° ta -' 2^°00
efnemingen De experimenten
Kelvin, die al in 1881 Zijn huU nrnefneminaon Tlo nvnr.r:mon.«r, -•
met liefst honderd gloeilampen dragen echfer geld Meer dTn Ge" *r
verlichtte! rard beschikbaar heeft. Vader Fre- Up8 werknemers In dlensl
nerind* til- derik die met de nodige bezorgd-
periooe Hf v -.„.(rant Ha niidsto rnnn Hi.
lampen vervaardigd. Thans.
Maar natuurlijk is het het aller-
Delangrijkste, dat de mensen, die
daaraan nog mank gaan, meer
begrip van de liefde voor het
dier een huisdier nog wel
j wordt bijgebracht. En daarom
zou men van de zijde van de Die
renbescherming zo gaarne zien,
dat predikanten en geestelijken
bij hun huisbezoek ook dit pro-
oleem aan de orde stelden waar
de menselijkheid zulks eist.
Er zijn intussen al gemeenten,
waar de politieverordening zo is
i samengesteld, dat het houden van
sen kettinghond aan bepaalde
voorwaarden is gebonden. Een
prachtig voorbeeld daarvan is
Schiedam, waar bijvoorbeeld een
aalsband verlangd wordt die aan
le binnenkant met zacht mate-
1 riaal is bekleed. En de politie
„Als er oorlog komt gaan wij de woestijn in", hadden drie springbokken uit e
Henno Martin en Hermann Korn in die dagen van voor 1939 n" "u,"ht
verlichtte!
Hierna volgt
dens welke hfl
Company naar
om te trachten
bied te vinden
samen-zijn van twee mannen
onder deze omstandigheden op booglampen
de lange duur op de zenuwen Berlijn komt hij al spoedig tot de
heid omtrent de oudste
0°u ,aL,Dr«USw"< zit maar niet kan vinden, de
Duitsland trekt proefnemingen volgt en tevens ge
er een afzetge- noeg werkelijkheidszin heeft
voor dynamo's, een open oog te hebben voo
Groei
elkaar al vaak schertsenderwijs gezegd. Zij waren twee stoottg een schril waarschuwings- gaat werken. Slechts een enke- ontdekking hoe stevig de positie
Duitse geologen, die in Zuid-West-Afrika werkzaam waren.
In een bij H. P. Leopold's Uitgeversmaatschappij N V. te
Den Haag verschenen boek heeft Martin het aangrijpende
verhaal geschreven over de scherts, die een harde werke
lijkheid is geworden. Want er kwam oorlog en de beide ge
leerden doken onder in de onherbergzame Namib-woestijn,
omdat zij bang waren door de Zuidafrikaanse regering in
een concentratiekamp te worden opgesloten.
signaal uit en keek nieuwsgie
rig en verontrust mijn kant op.
Het was een prachtig dier, maar
slechts een gevoel vervulde mij:
de begeerte naar buit".
Eerlijk
woon actief.
„Kan die hond nu niet los?",
zo begint meestal het gesprek met
de eigenaar, wanneer men weer
een naar geval heeft ontdekt.
„Maar dan gaat hij achter de
schapen aan!" is dan nogal eens
het antwoord. Doch de politieman
praat en praat en de resultaten
blijven vaak niet uit. Ja de resul
taten zijn van dien aard. dat van
de tientallen kettinghonden, die
daar een kwarteeuw geleden nog
waren. er nog slechts enkele
over zijn. En hiervan loopt er nog
één aan een modellijn.
Oppasssen
„Nu moet men er voor oppas
sen". zo vertelde ons adjudant
Korpel. dat men niet te senti
menteel doet tegenover een
hoti. „Want wat ik hier in al die
Immers, zij waren Duitsers en
hoewel zeker niet Nazi-gezind,
wisten ze, dat onherroepelijk de
internering zou moeten volgen.
Twee-en-een-half jaar lang leefden
zij als moderne Robinsons temid
den van de onbarmhartige natuur
en tal van wilde dieren, die maar
al te dikwijls hun leven bedreig
den. Het begon allemaal in Wind
hoek, ongeveer 100 kilometer ten
noorden van de Steenbokskeer
kring. In de meidagen
hadden de Duitse
Aangrijpend
avontuur van
twee Duitse
geologen
Eerlijk en aangrijpend vertelt
de schrijver dan van de strijd tus
sen de hongerige mens en het ge
wonde dier. Het werd een onge
lijke strijd, want Martin behoef
de alleen maar zolang de bloed
sporen van de bok te volgen
hij het dode lichaam had gev
den. Ondanks de noodzaak
le keer echter kwam het tussen reeds was van een Siemens
beiden tot een uitbarsting, een A.E.G. Gerard Philips bestu-
Martin trok ,r enkrle dasen deert d, mojrtijktaeden tot dc op-
•ll.on tussen uit, maar »a, tnch Hch.inj -n^een J.Oriek b.
blij daarna weer terne te keren rn hr, „„„„„..eerden
elektrische produk-
ten vooralsnog
Terug gering. Zo'n expe-
fotO I
in de hut.
>rd in 1890 gemaakt.
Men ziet hier ir. G. L. F. Philips
hezig met zijn experimenten in
de zogenaamde „jongenskamer''
van het ouderlijk huis te
Zaltboi
riment schflnt
Twee-en-een half jaar lang bfl voorbaat tot
wisten beide Duitsers zich aan ge~
arrestatie te onttrekken. Maar
- VHU *r uiteindelijk oor- |n Londen
de bok te volgen tot zaak van, dat zij vrijwillig naar
Windihoek terugkeerden om. Vier jarcn na
zoals zij dachten, de verdere het voltooien
i in leven te blijven. jaren V(in de ooriog
n- zijn Delftse studie
partijen werk
te zelfs in Windhoek. De oorlogs
dreiging was ook daar voelbaar
en Martin en Korn besloten
zonder bevoorrading
leven te houden.
„Het leven Is wreed
Die waarheid werd ons onbarm-
viaruil vil auiii ucmuicu ljik ujuui mciu u-c/u uiw uin/ui/rt- -
volgestouwde vrachtwagen de hartig ingeprent. We moesten grot* droo«te door-
Wreed
doden om te kunnen leven en
we hadden or eigenlijk veel te
weinig patronen voor. En daar-
moesten we menig genade
schot, dat we
het doden e,4 „Urt
SrnitCh,'f^keU'^r«ïd«^: «ntrntiekantp door to bronpou vo.^ Gerard
te liefde voor het dier door. ..Twee dagen moesten wij in de c gnd GuUds of
Prachtig zijn de beschrijvin- cel zitten schrijft Martin in de London-Institute.
gen van de natuur. Als de regen- epiloog. „Toen kregen we een afio0p behoort
tijd zich aankondigde gleden kamer toegewezen in een isola- hij een bui-
ziekenhuis. tenlander tot
meest suc-
I daten en verwerft
dagen moesten verschijnen kwamen wc de eergtc ys:
er af met een kleine boete. Ook Mn zilveren me
de regering liet genade vóór dalje. Terug in Ne-
recht gaan. We behoefden niet derland ontmoeten
in een kamp". we hem als^ re-
De schrijver is thans als geo- a.EG. bil de
loog in dienst van de regering onderhandelingen
Zuid-W est-Afrika en Zuid- met de gemeen-
schaduwen van wolken over de tiebarak
M:"'h,r.uy»'br.r?nenoS cetvoiic
tn het spellende onweersdreiging, dan onze arrestatie voor de rechter dj)lpn e|
stortregende het 1
en in de woestijn maakten de bei
de vluchtelingen ook perioden van
Vrees
al te graag Ven en zij moesten verschelde- Afrika, en werkzaam bij de ont- Amsterdam
malen hun pas met veel moei-
die dag al- te gebonwde pleisterplaats ver
hoofdstukken van dit met vele leen op jacht gegaan. Aan de laten, uit vrees voor arresta- friend Korn vond in 1946 de ié"''Gerard "heeft
foto's geïllustreerde boek, over rond van het plateau sprongen tie. Het is duidelijk, dat het dood by een auto-ongeluk. zijn eigen inzich-
sluiting van het wijde, droge,
dunbofolkio wnotvnlnndl Z,, SJkS5dbt*Sto-
De ontwikkeling die het bedrijf
de doormaakte is in tal van publica
ties uitvoerig geschetst. Het tech
nisch inzicht van Gerard Philips
en het commerciëel talent van An
ton bezorgden het bedrijf een ge
stadige groei. In 1917 werd de
stichter van het Philips concern
eredoctor in de Technische We
tenschappen van de Technische
Hogeschool te Delft. De promotor,
prof. dr. W. Reinders schetat do
betekenis van de figuur van do
nieuwe doctor: „Philips heeft in
gezien, dat een rationele ontwikke
ling der techniek alleen dan mo
gelijk is, wanneer zij wordt voor
afgegaan door wetenschappelijk
onderzoek., en voorts: - Al heeft
Philips hieraan zelf geen actief
deel genomen, hij was toch de
grote stuwkracht; zijn grote be
langstelling, geestdrift en voort
varendheid werkten bezielend op
zijn medewerkers en zullen veel
hebben bijgedragen tot hun suc-
CeOp 1 april van het Jaar 1922
treedt dr. ir. Gerard Philips af
als directeur van het bedrijf dat
n op dat ogenblik 5500 werknemers
9 telt. Anton Philips, die hem 27
jaar terzijde stond, neemt de lei
ding over. Op 26 januari 1942, in
het midden van de sombere oor
logsperiode, overlijdt dr. ir. Ge
rard Philips: vier dagen tevoren
overleed zijn echtgenote, me
vrouw Joh. Philips-van der Willi
gen. „Zijn werk is de grondslag
geweest van de bloei onzer onder
neming in goede tijden, van hasr
kracht in moeilijke jaren", zo
schrijft ir. F. J. Philips Ln een
voorwoord tot een levensschets die
door prof. dr. N. A. Halbertsma
werd samengesteld en kort na het
verscheiden van dr. ir. G. L. F.
Philips aan het personeel werd uit-