WAAROM LIGGEN ER NOG 66.000 HONDEN AAN DE KETTING? Dierenbescherming en politie hebben ook uw hulp nodig bankierszoon (^j rrU ilipó Als er oorlog komt, gaan we de woestijn in ZONDAGS BLAD ZATERDAG 4 OKTOBER 1958 Hieuw? Cciïlsrljc (frnirnn Vandaag it hel Werelddierendag TOEN onlangs het bericht in de bladen verscheen, dat ergens in Nederland een hond aan de ketting lag, die pas van die ketting kon worden verlost, nadat de veearts het er om- heengegroeide nekvlees had losgepeuterd, zal menig dieren vriend hebben getrild van verontwaardiging. Hoe kan, na de jarenlange strijd, die de Dierenbescherming reeds tegen de houders van kettinghonden voert, zoiets hier nog voorkomen?! Ja, zijn er eigenlijk nog wel kettinghonden in ons aan humani taire opvattingen zo vergevorderde vaderland? vroegen som migen zich wellicht verbaasd af. En Inderdaad, hier in het westen kost het, blijkens onze eigen erva ringen, werkelijk enige moeite om een kettinghond op te sporen. Ge lukkig! Maar als men dan hoort, dat er een enkel jaar geleden nog tachtigduizend bestonden en er thans nog zesen- lestigduizend wor den geteld, dan voelt men dat de strijd beslist nog - - - niet als geëindigd mag worden be schouwd. zijn er wel. die zonder ilikken en blozen verklaren, dat ter die hond aan de ketting kan a dan zij zelf. maar eens kijken in Nun- speet of Garderen, of in welke an dere plaats van genoemde provin cies ook. Het wemelt er eenvou dig nog van de kettinghonden. En daar een hond. die voortdurend ivastzit, humeurig en vals wordt, komt het voor, dat zijn eigen baas er niet meer bij durft te ko- |men. Dan wordt het voedsel er imaar uit de verte naar toe ge- jgooid en de bak met water zo neergezet, dat het beest slechts 'kan drinken als het zich vèr uit- thans van dien aard, dat het toch die witte hond met die bruine vlekken moet zijn. Wederom ga je naar de boer en je eist zijn beest op. Ook zijn kameraad land en Brabant speciaal valt er evenwel nog volop werk te ver zetten. Met name wat de ellende van de kettinghonden betreft. Als nu iedereen, ook al is men al- geen lid van de Dierenbescher ming en ook al heeft men geen functie bij de politie, zijn ogen en oren maar eens open wilde zetten en zodra hij toestanden de dag, dan weet je constateert, die mensonterend zijn, Bewijs De heer Korpel vertelt ons voorts, dat zulke rovers zich veel al verraden, doordat ze onder de modder thuiskomen. Ook al zich zo goed mogelijk verzorgd, maar wilde wijzen Of nog beter, als men bij herhaling de eigenaren van honden, die slecht worden op het verkeerde, ja het on christelijke van hun houding. Dan zou er in korte tijd nog heel wat meer kunnen wor den bereikt, dan tot dusver al bereikt werd. Want van de op roof uitgaan. Dat rujm zestigduizend honden, Aio mnnit riivio lrrn- die nog dagelijks aan ketting probaat 0f touw hun leven moeten slijten, zijn er maar betrek- schoon en droogt die modder op, dan weet het geoefende oog toch meestal wel de nodige aanwijzin gen te ontdekken. Het van de veearts levert het overtuigende bewijs. komt, omdat die nooit gen over de buit... Er bestaat ook middel, om honden, die nog niet al te veel verdorven zijn, °,rch™tpkt Een ¥ch™5 leven een gebiedende nood- jaren heb meegemaakt wettigt 's nachts hun slag slaan. Het zijn hok, lammeren wel te verstaan. Wanneer nl. zo'n hond tot het voorjaar vastgehouden wordt en de boer jaagt de rover i schaap met jongen slechts de conclusie, dat bepaal- net ^ware jongens", die zich al in vertoeft, dan moet de boer erg de honden per sé aan de ketting moeten. Vanzelfsprekend mag dat geen stukje ketting zijn van nauwelijks een meter lengte. ,,En het is evenmin nodig", al dus merkte de heer Kreuger te voren lopen te verkneu teren in de dingen die komen 0Mr zuiKe on gaan. Als je van zulke honden Een kort samenzijn zen beetje studie gemaakt hebt schaap, dat op zo' oordeel je wel anders over hen legenheid krijgt Pijn de Dierenbescherming tegenover dan sommige fanatieke dieren- ons op. „dat die beesten in hun beschermers plegen te doen. eigen vuil moeten liggen, waar- door allerlei ziekten kunnen ont- Hoe kan een ketting in het vlees groeien, heeft men bij het lezen van het bewuste bericht wellicht gedacht. Zulke gevallen doen zich juist voor, wanneer niemand de hond ln kwestie meer durft aan te raken. Het begint met het stuk schuren van de huid, wan neer liet beost telkens blaffende opspringt en aan de ketting rukt bij het naderen van vreemdelin gen op het erf. Is die huid een maal kapot, dan komt er stof in de wond en gaat ze jeuken. En om dat jeuken te verdrijven gaat de hond ook al aan de ketting rukken als er géén vreemdeling in aantocht is. Aldus ontstaat er een diepe groef, die geleidelijk zo diep wordt, dat de randen elkaar raken en samengroeien. Van nu af aan schuurt de ketting dus door een koker van vlees. Welke pijnen zo'n beest dan heeft te doorstaan laat zich niet moeilijk Met dat al is de nieuwe dieren- ivet, die komende is. geen over daad. Deze wet zal ook voor dje kettinghonden vele verbeteringen brengen, want wie dan neg meent een hond aan de ketting te moeten houden zal worden ver plicht het beest een behoorlijke loopmogelijkheid te geven. Bij voorbeeld door op flinke afstand van elkaar twee paaltjes in tie grond te slaan, er een strakke ijzerdraad tussen te spannen en Dok de hond zelf een behoorlijke (lijn te geven, aan het einde waarvan een grote ring is beves tigd. die langs de ijzerdraad heen en weer bewegen kan. Voorts zal aan de constructie van de hokken aandacht worden geschonken, ter- l wijl er tevens kan worden inge grepen wanneer een hond genood zaakt is dorst te lijden, in de orandende zon of in de blubber te liggen, wanneer hij een luchtje icheppen wil. Zo werken de politie renbeschermers van samen. Een hond echter, die ge vaarlijk Toch is het dikwijls uiterst moeilijk om rovers op te spo- ren- Immers, heb je een vermoe- Schfedam den en ga,je bij de baas kijken, dan gebeurt het, dat zo'n rover oppassen, dat het schaap de hond ---* vermoordt.Zó fel zijn scha- onder zulke omstandigheden. __oI. paar flinke kiTauwen uit te delen, is voldoen de om de hond voor altijd de schrik voor schapen op het lijf te jagen. Elders zaak is. Laten we dus allen ons steentje in deze bij dragen. Een eeuw geleden geboren zag toekomst in techniek en stichtte wereldconcern schapen, konijnen, kippen dat je hem een cent zou geven. ient niet los te lopen. „Hij doet geen kip kwaad zegt thuishoorden, troKKen i nodig of de boer dan En r een looplijn, als het een waak hond betreft. Wie dat niet wil, moet zo'n hond opruimen. Vooral als het zo'n rover is. die er 's nachts met z'n maat op uit trekt om achter de schapen aan te gaan. ogen kan je aanschouwen, dat de moordenaar bij de schapen zijn baas gaat liggen slapen, je nu weinig ervaring, dan je onverrichterzake terug, wel vergist hebben" eigen of Pijnacker Donderdag 9 oktober a.s. is het precies een eeuw geleden, dat i het Nederlandse provinciestadje Zaltbommel als eerste Heb terug te voeren tot de „lokale' keer misdaden. ,,'k Maar zoals gezegd, in Schiedam denk heeft men de toestand aardig on- „Hebt u dat wel i bij meegemaakt?". Dat is iets vreselijks, aldus de heer Korpel. Het is hier herhaaldelijk gebeurd, dat 's morgens zeven, acht of negen schapen zwaar verminkt of doodgebloed in de wei werden aangetroffen: oren afgescheurd, de neus afgebeten, de buik open gereten, zodat de ingewanden er uit hingen, en ook verdronken, omdat zo'n schaap uit angst de sloot inliep, de dikke vacht steeds zwaarder werd en het dier later geen kans meer zag op de kant te klauteren. Straks begint dat weer, als de koeien naar binnen zijn. Koeien zijn nl. niet bang van honden en gaan er achteraan, wanneer die rovers het op de schapen hebben gemunt. dicht en tranen en de aanwijzingen zijn mag worden genoemd. In Gelder- Ook spel Denk evenwel niet, dat wan neer een willekeurige hond het weiland in rent en wat achter een koppel schapen gaat jagen, we steeds met een rover te ma ken hebben. Neen, dat is dik wijls maar spelen van zo'n hond. Zelfs al gaat hij er met een hap wol in zijn bek vandoor, dan is dit nog niet zó verschrikkelijk. De echte rovers zijn die honden, die elkaar overdag opzoeken, uren met elkaar lopen rond te dwalen, tegen elkaar kwispelen en wederkerig kopjes geven en kippenroof of konijnenroof veelal zevental kinderen uit het gezin van Frederik Philips en Betsij Heijligers, een jongen: Gerard Leonard Frederik geboren werd. Deze Gerard Philips was het, die drie-en-dertig jaar later met zijn vader als stille vennoot in het Brabantse Eindhoven een bedrijf zöu stichten met het doel „de vervaardiging van elektrische gloei lampen ter hand te nemen". Wie nu door hetzelfde Zaltbom- Zijn middelbare schoolopleiding mei dwaalt vindt er de rust haast genoot Gerard in Arnhem cn'daar nog net zoals ze er honderd jaar was het, dat de zoon van de ei- geleden geheerst moet hebben, genaar van de Bommeise gasfa- Över de brede Waal glijden de brlek de jonge dr. H. A. Lorentz binnenvaartschepen behoedzaam de Nederlandse hoogleraar ln voort. De spoorbaan heeft met de theoretische natuurkunde, die een brede zwaai het stadje op ge- in 1902 tezamen met prof. Zee ruime afstand laten liggen en man de Nobelprijs zou verwerven zelfs het snelverkeer onzer dagen hoorde spreken over „elektrici- dat over autobanen raast, liet net telt". Met grote belangstelling onaangetast. Hoe kon een jongen volgt Gerard in de jaren daarop in die tijd en tussen zoveel lan- de berichten over EdiSons sue- delijkheid zoveel trek in techniek cessen met zijn gloeilamp. In 1801 krijgen, dat hij naar Delft trok hangen ze zelfs al te pronken op om daar aan de Polytechnisctte de eerste internationale elektricl- School voor ingenieur te gaan teitstentoonstelling in Parijs, studeren? Wel, voor de Philipsen Twee jaar later-beëindigt Gerard de techniek minder vleemd Philips met j de meeste Zaltbomme- laars. Frederik Philips zette niet alleen de familietraditie: tabaks- handel voort, maar was tevens medeeigenaar van een tabaksker- verij, exploiteerde een koffiebran derij en een kleine watfenfabriek. zijn studie ten, werktuigkundig ingenieur. Eerste taak de groten die hij heeft te dienen hebben weinig be langstelling voor die mening. De jongeman met zijn sterke zelfstan- grote mogelijkheden van de elek trotechniek, speciaal waar het ,1e verlichting geldt, steunt. In Zalt bommel kan Gerard het washok in de tuin voor het „vuile werk" be nutten. De „jongenskamer" is be schikbaar voor het minder riskan te. Op 14 november 1890 schrijft Gerard zo staat het Ln het boek dat prof. dr. P. J. Bouman over Anton Philips schreef aan een Engelse relatie: ,,I am able to produce extremely homogeneous and equal cellulose filaments on a business scale". De basis voor de fabricage van een „Nederlandse" gloeilamp was gelegd. In oktober 1890 plaatst Gerard Philips adver tenties in het „Elektrotechnische Zeitschrift" en in „The Electri cian". Voor het te stichten bedrijf heeft Ir. Philips immers een vak man nodig, een gloeilampentec.i- nicus. Op 16 mei d.a.v. gaat de vroegere bukskinfabriek van Schroder en Wijers aan de Em- masingel te Eindhoven voor .12.150 in handen van Philips en Co., de vennootschap onder firma, die de dag tevoren was gesticht over. Het begin De eerste taak v Deze hond. een kruising van een bouvier en een poedel, draagt de verantwoordelijkheid voor het terrein van een autosloper, die voor duizenden guldens materiaal heeft liggen, zo maar langs de openbare weg ergens onder Schiedam. Het is een mensverscheurend beest en dus moet hy wel aan een ketting liggen. Maar die ketting is niet al te dik en behoorlijk aan de lengte, terwyl de tussen twee paaltjes gespannen Ijzerdraad de mogelijkheid biedt nog een flink stuk uit te lopen. Twaalf jaar Als Gerard twaalf jaar is de jonge vf» llli leur van de Sloomvaartaaat- SÏ?-, .gl°ï i1 5 "R?" schappij .Zeeland", laat hem naar Glasgow trekken om toezicht te houden op het aanleggen de Brush-Company: de vervaardiging van H Ned er- En dan begint de geschiedenis in Philips. Een klein bedrijf aan ui stille singel in een afgelegen provincienest. Een nieuwe taak in een oud land. Gerard Philips be- 1870 I HlRil w die bedrijvigheid nog een plaatse- stoomschip „Willem, Prins van waarop HJk kassierskantoor dat gelikwi- Oranje", dat op een werf in de draai deerd dreigde te worden toege- Schotse havenstad in aanbouw ">v"' voegd. En in 1871 ziet de heer was Gerard krijgt daar voorts Philips kans om plaatselijke unjeke kans verder wegwijs te dat fascinerende gebied jonge elektrotechniek land. speelt door zijn geest. Als gint met veel energie en ontnv hij er eens in zou slagen een veel moeilijkheden. In april 1892, bruikbare kooldraad te vervaardi- ongeveer een jaar na de opening heeft zijn vader aan al elektrische lichtinstallatie op het gen Dan ?ou#d£ ^as.is 8®le8d Z1in l®vert d® IO<>n Dan zou Nederland se havenstad in aanbouw £ve"s, minder afhankelijk zijn. Gerard krijgt daar voorts de ^n hij, Gerard Philips, kon een n fabriekje kon gaan kant zijn eerste gloeilampen gasfabriek, die onder Engelse ken concessie met verlies werkte, om van ^..0^ JU te zetten in een gezond bedrijf. acht maanden lang trekt hij dag- in-dag-ult naar het laboratorium eigen weg gaan. Proefnemingen een Kaarsenfabriek in Gouda. Drie jaar later het bedrijf telt dan 42 werknemers komt de jongere broer Anton naar Eindho ven om Gerard te helpen de com mercie gezond te maken. In 1898, thans zestig jaar geleden dos. tel de het bedrijf 250 arbeiders. Er Meer begrip c,_ ae nei oeariji 4JV ar iniucn. it pot.nataurt^du» Lord G.r.rt ir. Am.ird.ra ,1 Srt *erd'° ta -' 2^°00 efnemingen De experimenten Kelvin, die al in 1881 Zijn huU nrnefneminaon Tlo nvnr.r:mon.«r, -• met liefst honderd gloeilampen dragen echfer geld Meer dTn Ge" *r verlichtte! rard beschikbaar heeft. Vader Fre- Up8 werknemers In dlensl nerind* til- derik die met de nodige bezorgd- periooe Hf v -.„.(rant Ha niidsto rnnn Hi. lampen vervaardigd. Thans. Maar natuurlijk is het het aller- Delangrijkste, dat de mensen, die daaraan nog mank gaan, meer begrip van de liefde voor het dier een huisdier nog wel j wordt bijgebracht. En daarom zou men van de zijde van de Die renbescherming zo gaarne zien, dat predikanten en geestelijken bij hun huisbezoek ook dit pro- oleem aan de orde stelden waar de menselijkheid zulks eist. Er zijn intussen al gemeenten, waar de politieverordening zo is i samengesteld, dat het houden van sen kettinghond aan bepaalde voorwaarden is gebonden. Een prachtig voorbeeld daarvan is Schiedam, waar bijvoorbeeld een aalsband verlangd wordt die aan le binnenkant met zacht mate- 1 riaal is bekleed. En de politie „Als er oorlog komt gaan wij de woestijn in", hadden drie springbokken uit e Henno Martin en Hermann Korn in die dagen van voor 1939 n" "u,"ht verlichtte! Hierna volgt dens welke hfl Company naar om te trachten bied te vinden samen-zijn van twee mannen onder deze omstandigheden op booglampen de lange duur op de zenuwen Berlijn komt hij al spoedig tot de heid omtrent de oudste 0°u ,aL,Dr«USw"< zit maar niet kan vinden, de Duitsland trekt proefnemingen volgt en tevens ge er een afzetge- noeg werkelijkheidszin heeft voor dynamo's, een open oog te hebben voo Groei elkaar al vaak schertsenderwijs gezegd. Zij waren twee stoottg een schril waarschuwings- gaat werken. Slechts een enke- ontdekking hoe stevig de positie Duitse geologen, die in Zuid-West-Afrika werkzaam waren. In een bij H. P. Leopold's Uitgeversmaatschappij N V. te Den Haag verschenen boek heeft Martin het aangrijpende verhaal geschreven over de scherts, die een harde werke lijkheid is geworden. Want er kwam oorlog en de beide ge leerden doken onder in de onherbergzame Namib-woestijn, omdat zij bang waren door de Zuidafrikaanse regering in een concentratiekamp te worden opgesloten. signaal uit en keek nieuwsgie rig en verontrust mijn kant op. Het was een prachtig dier, maar slechts een gevoel vervulde mij: de begeerte naar buit". Eerlijk woon actief. „Kan die hond nu niet los?", zo begint meestal het gesprek met de eigenaar, wanneer men weer een naar geval heeft ontdekt. „Maar dan gaat hij achter de schapen aan!" is dan nogal eens het antwoord. Doch de politieman praat en praat en de resultaten blijven vaak niet uit. Ja de resul taten zijn van dien aard. dat van de tientallen kettinghonden, die daar een kwarteeuw geleden nog waren. er nog slechts enkele over zijn. En hiervan loopt er nog één aan een modellijn. Oppasssen „Nu moet men er voor oppas sen". zo vertelde ons adjudant Korpel. dat men niet te senti menteel doet tegenover een hoti. „Want wat ik hier in al die Immers, zij waren Duitsers en hoewel zeker niet Nazi-gezind, wisten ze, dat onherroepelijk de internering zou moeten volgen. Twee-en-een-half jaar lang leefden zij als moderne Robinsons temid den van de onbarmhartige natuur en tal van wilde dieren, die maar al te dikwijls hun leven bedreig den. Het begon allemaal in Wind hoek, ongeveer 100 kilometer ten noorden van de Steenbokskeer kring. In de meidagen hadden de Duitse Aangrijpend avontuur van twee Duitse geologen Eerlijk en aangrijpend vertelt de schrijver dan van de strijd tus sen de hongerige mens en het ge wonde dier. Het werd een onge lijke strijd, want Martin behoef de alleen maar zolang de bloed sporen van de bok te volgen hij het dode lichaam had gev den. Ondanks de noodzaak le keer echter kwam het tussen reeds was van een Siemens beiden tot een uitbarsting, een A.E.G. Gerard Philips bestu- Martin trok ,r enkrle dasen deert d, mojrtijktaeden tot dc op- •ll.on tussen uit, maar »a, tnch Hch.inj -n^een J.Oriek b. blij daarna weer terne te keren rn hr, „„„„„..eerden elektrische produk- ten vooralsnog Terug gering. Zo'n expe- fotO I in de hut. >rd in 1890 gemaakt. Men ziet hier ir. G. L. F. Philips hezig met zijn experimenten in de zogenaamde „jongenskamer'' van het ouderlijk huis te Zaltboi riment schflnt Twee-en-een half jaar lang bfl voorbaat tot wisten beide Duitsers zich aan ge~ arrestatie te onttrekken. Maar - VHU *r uiteindelijk oor- |n Londen de bok te volgen tot zaak van, dat zij vrijwillig naar Windihoek terugkeerden om. Vier jarcn na zoals zij dachten, de verdere het voltooien i in leven te blijven. jaren V(in de ooriog n- zijn Delftse studie partijen werk te zelfs in Windhoek. De oorlogs dreiging was ook daar voelbaar en Martin en Korn besloten zonder bevoorrading leven te houden. „Het leven Is wreed Die waarheid werd ons onbarm- viaruil vil auiii ucmuicu ljik ujuui mciu u-c/u uiw uin/ui/rt- - volgestouwde vrachtwagen de hartig ingeprent. We moesten grot* droo«te door- Wreed doden om te kunnen leven en we hadden or eigenlijk veel te weinig patronen voor. En daar- moesten we menig genade schot, dat we het doden e,4 „Urt SrnitCh,'f^keU'^r«ïd«^: «ntrntiekantp door to bronpou vo.^ Gerard te liefde voor het dier door. ..Twee dagen moesten wij in de c gnd GuUds of Prachtig zijn de beschrijvin- cel zitten schrijft Martin in de London-Institute. gen van de natuur. Als de regen- epiloog. „Toen kregen we een afio0p behoort tijd zich aankondigde gleden kamer toegewezen in een isola- hij een bui- ziekenhuis. tenlander tot meest suc- I daten en verwerft dagen moesten verschijnen kwamen wc de eergtc ys: er af met een kleine boete. Ook Mn zilveren me de regering liet genade vóór dalje. Terug in Ne- recht gaan. We behoefden niet derland ontmoeten in een kamp". we hem als^ re- De schrijver is thans als geo- a.EG. bil de loog in dienst van de regering onderhandelingen Zuid-W est-Afrika en Zuid- met de gemeen- schaduwen van wolken over de tiebarak M:"'h,r.uy»'br.r?nenoS cetvoiic tn het spellende onweersdreiging, dan onze arrestatie voor de rechter dj)lpn e| stortregende het 1 en in de woestijn maakten de bei de vluchtelingen ook perioden van Vrees al te graag Ven en zij moesten verschelde- Afrika, en werkzaam bij de ont- Amsterdam malen hun pas met veel moei- die dag al- te gebonwde pleisterplaats ver hoofdstukken van dit met vele leen op jacht gegaan. Aan de laten, uit vrees voor arresta- friend Korn vond in 1946 de ié"''Gerard "heeft foto's geïllustreerde boek, over rond van het plateau sprongen tie. Het is duidelijk, dat het dood by een auto-ongeluk. zijn eigen inzich- sluiting van het wijde, droge, dunbofolkio wnotvnlnndl Z,, SJkS5dbt*Sto- De ontwikkeling die het bedrijf de doormaakte is in tal van publica ties uitvoerig geschetst. Het tech nisch inzicht van Gerard Philips en het commerciëel talent van An ton bezorgden het bedrijf een ge stadige groei. In 1917 werd de stichter van het Philips concern eredoctor in de Technische We tenschappen van de Technische Hogeschool te Delft. De promotor, prof. dr. W. Reinders schetat do betekenis van de figuur van do nieuwe doctor: „Philips heeft in gezien, dat een rationele ontwikke ling der techniek alleen dan mo gelijk is, wanneer zij wordt voor afgegaan door wetenschappelijk onderzoek., en voorts: - Al heeft Philips hieraan zelf geen actief deel genomen, hij was toch de grote stuwkracht; zijn grote be langstelling, geestdrift en voort varendheid werkten bezielend op zijn medewerkers en zullen veel hebben bijgedragen tot hun suc- CeOp 1 april van het Jaar 1922 treedt dr. ir. Gerard Philips af als directeur van het bedrijf dat n op dat ogenblik 5500 werknemers 9 telt. Anton Philips, die hem 27 jaar terzijde stond, neemt de lei ding over. Op 26 januari 1942, in het midden van de sombere oor logsperiode, overlijdt dr. ir. Ge rard Philips: vier dagen tevoren overleed zijn echtgenote, me vrouw Joh. Philips-van der Willi gen. „Zijn werk is de grondslag geweest van de bloei onzer onder neming in goede tijden, van hasr kracht in moeilijke jaren", zo schrijft ir. F. J. Philips Ln een voorwoord tot een levensschets die door prof. dr. N. A. Halbertsma werd samengesteld en kort na het verscheiden van dr. ir. G. L. F. Philips aan het personeel werd uit-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1958 | | pagina 17