CHRISTELIJK
LADY ISABELLA
„Kerk en apostolaat"
zijn niet identiek
Generale financiële raad
gaf Wegwijzer 1958 uit
Boek
Het christendom groeit
in Indonesië
Aantal kinderongelukken
moet minder worden
TÜ:T|E VELPON - TUITJE
Easi Lynne
Eert woord voor vandaag
Kanttekening
t
De opbouw der gemeente
verdient meer nadruk
J
JS Belijden en Beleven maakt
dr. W. G. Harrerutein be
zwaar tegen het al te eenzijdig
nadruk leggen op het apostolaat
van de kerk. als gevolg tDaarvan
men z.i. bezig is beide te ver
eenzelvigen. Hij tuil duidelijk
onderscheid maken tussen de
geheel enige opdracht van
Christus aan Zijn discipelen als
Zijn oor- en ooggetuigen en de
opdracht aan de kerk. Tegen
de vereenzelviging van kerk en
apostolaat echter zijn de bezwa
ren van dr. Harrenstein echter
ran nog ernstiger aard. Hij
schrijft:
MEN zegt zo gemakkelijk, dat
de kerk die geen missionaire
drang openbaart opgehouden
heeft kerk te rijn. maar dat is
toch nog heel wat anders dan te
zeggen, dat kerk en apostolaat
identiek zijn. Ik wil graag toege
ven dat de Evangelie-verkondiging
in heel de wereld een levens
uiting, misschien zelfs wel de
voornaamste levensuiting, van de
kerk is. maar in die ene levens
uiting gaat het leven van de kerk
toch niet op. Zij kan en moet ook
op andere wijze haar leven open
baren en is pas echt kerk als ze
haar roeping alzijdig ziet en tracht
te volbrengen.
Ofschoon ik al lang van plan
was mijn onbehagen over deze te
grote en door zijn sterke eenzij
digheid zelfs gevaarlijke theo-
rieen te uiten, heeft een gesprek
dat ik één dezer dagen met een
longe predikant had mij tot spre
ken gedwongen Kort
zijn eerste gemeen-
nog eens zou willen
overdoen. Ook hij was door de
apostolaats-gedachte gegrepen en
had tie brede zoom van onkerke-
lijken in zijn gemeente zó eenzij
dig bearbeid, dat hij de levende
kern te veel uit het oog verloren
had. Deze was er daardoor ook
niet op vooruitgegaan en ging de
weg der onkerkelijkheid bedenke
lijk op. ..Als ik het nog eens zou
kunnen overdoen", zei hij met be
minnelijke eenzijdigheid. ..dan zou
ik al mijn krachten op die kern
concentreren en die brede zoom
van onkerkelijken min of meer
verwaarlozen". ..Als je van huis
afgodwaalden naar huis terug
roept,-moet je ze toch een thuis
kunnen aanbieden, waar ze opge
vangen _#n verzorgd worden."
ZIJN kerk en apostolaat Iden
tiek? Op die vraag antwoord
Ik met nadruk „neen". De kerk
heeft als lichaam van Jezus Chris
tus meer dan één roeping en zij
mag nooit één roeping zó onder
strepen dat te de andere uit het
oog verliest en naar de achter-
Jrond wegschuift. ZIJ heeft naast
e roeping tot evangelisatie en len
ding ook de roeping om Gods
Naam te belijden en over die be
lijdenis van Gods Naam te waken.
Zij heeft de gemeenschap der hei
ligen te beoefenen en het eenza
me en zwakke in die beoefening
der gemeenschap daadwerkelijk te
betrekken. Zij heeft de roeping om
God te loven en te aanbidden, op
dat Hij de lof cn de dank en de
verheerlijking ontvange. die Hem
toekomt. Zij is geroepen om naar
stig saam te komen rondom het
geopende Woord van God om op-
Eebouwd te worden in het geloof.
j de hoop en in de liefde: zij
heeft Christus' dood te verkondi
gen aan de Tafel des Heren en de
kinderen der gemeente door de
Doop van Gods verbondstrouw te
verzegelen en m haar midden op
te nemen; zij heeft ook aan wedu
wen en wezen en aan allen die in
zorg en moeite zijn Christus'
barmhartigheid in woord en daad
geweest en is er ook nu. dat
de kerk niet het één èn het an
der doet maar kiezen gaat tussen
het één óf het ander. Graag geef
ik toe dat in bepaalde tijden be
paalde opdrachten bijzondere aan
dacht vragen. Dat in onze dagen
de nood der wereld sterk op de
voorgrond treedt zie lk als een ze
gen. Wij kunnen God er alleen
maar voor danken en zullen dan
ongetwijfeld constateren, dat veel
achterstand moet worden inge
haald en dat de zaak van Jezus
Christus haast heeft, omdat de
grote tegenstander ook alles op al
les zet.
Als de kerk haar vensters naar
de wereld niet wijd openzet en tot
offers voor de zending en de evan-
ielisatie niet bereid is. is zij ziek.
,ls zij dat in onze dagen niet doet,-
is ze zelfs doodziek Als de kerk
echter haar eigen opbouw, haar
leven met God laat verkommeren'
staat het er even bedenkelijk met
haar voor. minstens even beden
kelijk.
Wij hebben een Zendingscen
trum nodig, maar ook theologische
hoogleraren; we hebben mannen
en vrouwen In de dienst van zen
ding en evangelisatie nodig, maar
even nodig hebben we zielszorgers
en dienaren des Woords, die de ge
meente bouwen en oproepen tot
bekering. Als de bron ophoudt te
leven moet de beek onherroepelijk
verdrogen.
ALS het thuisfront gaat ver
zwakken. gaat het strijdfront
inzakken Zeker, de zegenende
ziel wordt vet. maar om te kunnen
zegenen moet de ziel ook zelf ge
zegend worden.
Heb ik in het bovenstaande nu
een stukje theorie naar gerefor
meerde snit weggegeven? Ik ge
loof het niet. Mij treft telkens
weer bij het lezen van mijn Bij
bel, dat de grote zendingsapostel
der heidenen zoveel nadruk legt
op de opbouw van het geestelijk
leven in de gemeente. Ook vind ik
het slot van Handelingen 2 zo
veelzeggend. Als eerst het heils-
feit van Pinksteren in sobere woor
den is getekend en daarna Petrus'
prediking is vastgelegd, lezen we
niet alleen, dat duizenden zich ge
wonnen geven, maar dat de gelo
vigen bleven volharden bij het on
derwijs der apostelen en de ge
meenschap. het breken van het
brood en de gebeden. Als levende
kerk is zij zendingdrijvende kerk.
maar om zending te kunnen drij
ven moet ze levende kerk zijn en
blijven.
Ned. Hervormde Kerk
Veel geld nodig
VAN DE DAG
Collecteplan
Het begon zo onschuldig, door Bar
bara Noack. Uitgave Ad. M. C. Stok.
Zuid-Hollandsche Uitgevers MIJ, Den
Haag.
De oorspronkelijke titel luidt: Die
Zürcher Verlobung". maar de Neder
landse is aardiger en ook passender,
want het begon allemaal, zo onschuldig,
n.l. met twee mannen, van wie een aan
hevige kiespijn leed. en een tandarts
assistente. Deze drie blijven de hoofd
figuren in het boek en de tandartsassis
tente zorgt voor amusante verwikkelin
gen en bijna onoplosbare moeilijkheden.
Gelukkig voor haar komt alles nog in
orde. hoewel het er een ogenblik naar
uitziet, dat ze haar kans voorbij laat
gaan.
Barbara Noack heeft alle situatie*,
waarin ze haar figuren laat verkeren,
meesterlijk beschreven. Ze heeft een
goede pen en een heldere kijk op men
sen en hun tekortkomingen en al hun
levensuitingen. Het begon zo onsclyiidig
is daarom een charmant boek gewor
den. dat af en toe met gepaste vrij
moedigheid menselijke problemen be
spreekt. en doortrokken is van een ge
zonde humor.
Het boek is verschenen in dc Kleine J
Cultuurserie. De vertaling was in goede kas (eerst 60 cent. nu 1.50 per lid
handen bij R. Valkhoff. maati wordt door veel gemeenten re-
voor kerkelijke
activiteiten
DE generale financiële raad
der Ned. Herv. Kerk heeft
de kerkvoogdijen en kerkeraden
een wegwijzer toegezonden, waar
in tal van wetenswaardigheden
staan vermeld omtrent de bere
kening van het z.g. quotum, het
collecteplan, de generale kas, het
fonds voor noodlijdende kerken en
personen, het Grootboek der Ned.
Herv. Kerk en de centrale kas
geldrekening.
Het boekje, dat 40 bladzijden telt,
vermeldt in een voorwoord, dat de be
rekening van het aandeel, dat van
iedere gemeente wordt gevraagd
voor de onderscheidene doeleinden, ge
schiedt op gewijzigde basis. Het ligt in
het voornemen van de raad de bereke
ning van de aandelen der gemeente na
der te preciseren.
Breedvoerig wordt omschreven wat
het ..quotum" is. dat van iedere ge
meente wordt geheven: een niet ge
ringe taak. Het zal wel enige tijd du.
ren. voordat ieder op dit terrein de weg
precies weet te vinden. Verder is
nog restitutie-regeling
gelmatig afgedragen, maar helaas zijn
er ook. die ternauwernood aandacht
hebben voor dit werk.
Het boekje eindigt met een omschrij
ving van het werk van het fonds voor
noodlijdende kerken en personen, het
kerkelijke grootboek en de Centrale
kasgeldrekening. In het boekwerkje is
opgenomen de begroting van de kas
'oor administratiekosten.
Kardinaal betaalde -
goederen nu vrij
In een telegram aan mgr. Edw.
Swanstrom. directeur van de Ameri
kaanse Katholieke Caritas-organisatie,
heeft kardinaal Wyszynski, primaat van
Polen, medegedeeld, dat de Amerikaan
se hulpgoederen ter waarde van twee
miljoen gulden zijn vrijgegeven en door
hem bestemd zijn voor de slachtoffers
van de recente overstromingen in Po-
De voorraden kleding en schoeisel
kwamen begin 1958 in de Poolse haven
Gdynia aan. De Poolse regering legde
beslag op de zending en eiste, dat zij
ten goede zou komen aan de regerings-
instanties voor hulpverlening. Dit wei
gerde de kardinaal, omdat de Ameri
kaanse r.-katholieken de goederen had
den gezonden ter verdeling door de Ka
tholieke Caritas in Polen. Daarop eiste
de regering een bedrag aan invoerrech
ten van 160.000 gulden. Dit bedrag heeft
de kardinaal betaald, waarna hij over de
zending de beschikking kreeg.
Opgesomd worden de collecten, die
meetellen voor het z.g. collecteplan.
waaronder verstaan worden de geza
menlijke collecten voor de arbeid der
kerk. waarbij met name gnoemd wor
den de Paascollect« en de Oudejaarscol-
lecte.
In 1958 moet het plan opbrengen
1-219-251. Tezamen met andere In
komsten moet daarmee een totaal aan
uitgaven V3n omstreeks 7 miljoen wor
den gefinancierd. Sterk wordt er bU de
kerkvoogdijen op aan gedrongen de
Paascollecte huls aan huis te doen hou
den, waardoor de opbrengst ongetwij
feld zal stijgen.
Een apart hoofdstuk is gewijd aan dei
generale kas, een fonds, dat subsidies
verleent aan gemeenten en andere ker
kelijke lichamen ten behoeve van de in
standhouding en uitbreiding van pas-|
torale werk. evangelisatie, en kerste-|
ningsarbeid. Bijbelonderwijs op scholen!
jeugdwerk. De bijdrage voor dezej
Beroepingswerk
de Groot): A. Th. Rothfusz te Renkum;
Appelscha: L. Hylarides te Augusti-
nusga; te Poortvliet (toez.): P. de Jong
Warga: D. Mulder t
Kootwijk.
Aangenomen
Bedankt voor Schiedam (7e pred.pl.):
W. Brinkman te Asperen.
GEREFORMEERDE KERKEN
Aangenomen naar Lethbridge (Alber-
kand. A. Kuyvenhoven, oud-student
der V.U. te Amsterdam, die zijn studie
voltooide in Grand Rapids (U.S.A.).
CHR. GEREF. KERKEN
Tweetal te Werkendam: G. Blom te
Meerkerk en O. Slagboom te 's-Graven-
zande.
Bedankt voor Ermelo: G. de Vries te
Zeist; voor Gouda: A. H. Schippers te
Hillegom.
Dode Zee-rol met de
tien geboden in V.S.
De kerk der Unitariërs in New York
heeft een in uitstekende staat verkeren
de Dode Zee-rol verworven, waarin de
tien geboden staan opgetekend. Aange
nomen wordt, dat deze schriftstelling
van de tien geboden de oudste is die
bestaat De rol werd voor een niet ge
noemd bedrag aangekocht door een lid
der kerkgemeenschap, dat onbekend
wenst te blijven. De onderhandelingen
werden in Jordanië gevoerd door
Frank Cross, hoogleraar in het
Testament aan de Harvard Universiteit
in Amerika. De rol werd verworven tij
dens de troebelen in het Midden Oosten
en verliet Jordanië onder zeer bijzonde
re omstandigheden. De Jordaanse auto
riteiten hadden het plan de rol aan te
kopen voor het Archeologisch Museum
in de oude stad van Jeruzalem.
Waait Uw haar altijd door de war?
Gebruik dan
M s
•haarcrème
Rapport ministerie van eredienst
Na breuk met
het Westen
T 7OLGENS een rapport van het
Indonesische ministerie van
eredienst heeft het christendom
in Indonesië het einde van de
westerse heerschappij niet alleen
overleefd, maar is het zelfs groei
ende.
In het rapport wordt medegedeeld,
dat het eilandenrijk, toen dit onafhan
kelijk werd. nog geen vierenhalf
miljoen christenen telde en than6 onge
veer zes miljoen
Volgens de leiders van de 3.5 miljoen
protestanten. He 2.5 miljoen r.-katho
lieken en de 75 miljoen mohammedanen
bestaan hiervoor verschillende oorzaken.
De voornaamste daarvan zijn:
j Opleiding van meer en beéere
o Het christendom bood veleh in de
onrust der tijden een rustpunt en
een toevluchtsoord, waarbij in aanmer
king dient te worden genomen, dat een
groot deel van de cnrust veroorzaaKt
werd door de fanatieke, voor niets
terugdeinzende mohammedaanse orga
nisatie Daroel Islam, die streeft naar
een mohammedaanse theocratische staat.
Het christendom wordt niet lan
ger vereenzelvigd met het Westen,
in het bijzonder met Nederland en vol
gens de minister van eredienst, Moham
med IIjas. wordt het niet als een gevaar
voor het nationalisme van het land
beschouwd.
Ondanks de botsingen tussen de
nationaliteiten bestaat tussen de
kerken grote samenwerking en ver
draagzaamheid
3.
Groene Kruisdag 1958
Intensivering van
bejaardenzorg is
noodzakelijk
Bij de opening van de Groene
Kruisdag 1958 te Alkmaar heeft de
voorzitter van de algemene Neder
landse vereniging „Het Groene
Kruis",' prof. mr. A. Kleijn, zich
uitgesproken voor intensivering
van de bejaardenzorg en de propa
ganda van „health education" ter
voorkoming van het stijgende aan
tal kinderongelukken.
Er is stellig een meer systematische
benadering mogelijk van het bejaarden-
vraagstuk, aldus prof. Kleijn. die hierbij
speciaal doelde op het aspect van de
volksgezondheidszorg in de geriatrie. Het
algemeen bestuur van „Het Groene
Kruis" heeft hiertoe reeds stappen on
dernomen, welke o.m. geresulteerd heb
ben in de samenstelling van een com
missie voor bejaardenzorg. Deze maat
regel maakt deel uit van een kortgele
den tot stand gebrachte vergroting van
het bestuurlijk draagvlak der vereni
ging. waarbij voor de verschillende
beidsvelden aparte organen in het leven
zijn geroepen.
Prof. Kleijn sprak van het verontrus
tend verschijnsel, dat het aantal kinder
ongelukken toeneemt Gezien het univer
seel karakter daarvan meende hij. dat
ook de bestrijding universeel behoort
Advsrtentie
24.
Mijnheer Archibald!" protesteerde de oude klerk.
hoe komt u er bij. dat zulke degelijke mensen in
't geheim bij ro'n flirt als Afy zouden komen Dat
kunt u toch niet menen?" Hij kende ook geen fami
lieleden. die aan de beschrijving van Carlyle beant
woordden. De heren hadden hem verteld, dat ze
geen andere familie hadden. Niettemin zou hij er
nog eens terloops naar vragen.
Nadat mijnheer Dill was vertrokken, vroeg Car-
lyle of Joyce nog op was Ze was de oudste be
diende van juffrouw Carlyle en een halfzuster van
Afv Ze was vijf en dertig jaar Ze had een breed
voorhoofd en diepliggende grijze ogen. Heel ge
woon maar ze had gevoelige trekken.
„Sluit de deur. Joyce."
Joyce deed het. kwam dichterbij en bleef staan
bij de tafel.
.Heb je ooit nog iets van je zuster gehoord Joy
ce?" begon Carlyle, wat onverwacht.
„Nee. mijnheer", was het antwoord „het zou wel
een wonder zijn. als lk iets van haar hoorde, geloof
ik."
„Hoe zoT"
„Als ze naar Richard Hare is gegaan, die haar
vader In het graf bracht, dan zal ze zich maar lie
ver verborgen houden en nergens over praten te-
Het rood steeg Joyce naar de wangen en ze be-
i zachter te spreken. „Hebt u iets over hem ge-
1 Swainson. is het
..Dat geloof ik wel, mijnheer Afy wilde nooit veel
van hem vertellen Wij waren het niet eens Ik zei.
dat iemand van zijn stand niets voor haar was.
maar Afy werd altijd kwaad als ik iets van hem
Carlyl» ging onmiddellijk door: ..Van zijn stand
van
door ANN LUDLOW
ik kwam toen vroeg thuis en toen zat hij daar bij
Afy. Zijn witte handen schitterden van de ringen
en waar de knopen van zijn overhemd moesten zit
ten, zaten ook edelstenen."
„keb je hem sedert die tijd nog weer gezien,
„Nooit meer. en ik weet ook niet of ik hem wel
zou herkennen als ik hem weer zag. Hij stond op
mijnheer, zodra lk In de kamer binnenkwam, gaf
Afy een hand en vertrok. Het was een knappe
man. mijnheer, kaarsrecht en bijna zo lang als u.
maar heel slank. Die soldaten hebben altijd een
goed figuur."
..Hoe weet je. dat hij soldaat was?" hernam Carlyle.
„Dat zei Afy. Ze noemde hem altijd de Üapitein,
maar hij was nog niet helemaal kapitein zei hij.
maar één graad lager. E
„Luitenant?" hielp Carlyle.
..Ja. mijneer. dat was het: luitenant Thorn. Toen
hij door de keuken ging, liet hij zijn handschoen
vallen De pakte hem op. maar Afy greep hem uit
mijn handen en liep er mee naar de deur. Ze riep
hem na: „Kapitein Thorn u hebt uw handschoen
laten vallen", en hij kwam terug en nam hem aan.
Toen hij weer goed en wel weg was begon ze mij
uit te maken voor alles en nog wat en we kregen
„Ik ben
met Richard
daar blijf ik bij. Heel West Lynne denkt
hij er ook uit. De heb hem r
eeomaal gezien;
met Afy met die twee", was mijn eerste gedachte
en dat zei ik haar ook. Maar ze was razend. Nog
maar een week later was het, dat dat het
geluk mijn arme vader trof."
„Joyce", zei Carlyle. ..heb je er nooit aan
dacht dat het veel waarschijnlijker zou zijn.
Afv met die luitenant Thorn is meegegaan dan met
Richard Hare?"
„Nee. mijnheer", antwoordde Joyce,
altijd van overtuigd geweest, dat
Hare BÉ
dat
Carlyle probeerde haar niet tot andere gedachten
te brengen. Hij het haar gaan en zat nog een poos
na te denken.
Richard Hare was niet lang
bleven. Het had maar een kwartier geduurd uit
vrees voor het personeel. En met de honderd pond
in zijn zak en wanhoop in zijn hart, verliet de on
gelukkige jonge man nogmaals het huis van zijn
jeugd Mevrouw Hare en Barbara zagen hoe hy
steelsgewijs het pad af ging in het sprookjesach
tige maanlicht en de weg opdraaide.
Beiden voelden ze dat die afscheidszoenen die ze
hem gegeven hadden voor jaren de laatste zouden
zijn en misschien wel voor altijd.
HOOFDSTUK VII
BIJ Juffrouw Carlyle thuis
De kerkklokken van West Lynne sloegen acht uur
op een mooie morgen in Juli en toen begonnen ze
:e luiden, ten teken dat het zondag was. Het lui
den duurde voort toen juffrouw Carlyle utt haar
slaapkamer kwam. gekleed in een van haar och
tendjaponnen maar niet in de japon die ze 's zon
dags gewoonlijk aan had. Het was een lange witte
rok die tot aan haar er.kel reikte en een soort ka-
diè
Het^was de ochtend kleding die haar moeder ook
had gedragen en juffrouw Carlyle hield niet van
de nieuwe mode.
's Zondags was ze evenwel direct gekleed voor
dr gehele dag en dat ze nu van die gewoonte was
afgeweken moest eer. bijzondere betekenis hebben.
(Wordt vervolgd)
geschieden. De zg. ..health education",
die overigens een typische taak voor de
kruisverenigingen vormt, is hierbij, met
het grote respect van de huishoudelijke
voorlichting, van overwegend belang.
De voorzitter brak een lans voor eer
grotere mate van vrijheid voor de par
ticuliere gezondheidszorg. Hij zei te be
seffen. dat financiële banden, richtlijnen
en regelingen van de overheid onver
mijdelijk zijn, „maar niettemin is het
toch goed er keer op keer weer bij de
overheid op aan te dringen: beperk uv
ingrijpen, beperk uw opdrachten, uv
toezicht, uw regelingen zoveel mogelijk.'
Het gevaar Is reëel, dat zU. die met
plezier hun werk In de particuliere ge
zondheidszorg verrichten, op een bepaald
ogenblik In arren moede het bijltje
bU neerleggen. Dat dit gevaar
denkbeeldig Is, kan geïllustreerd worden
door de huidige moeilijkheden, dat het
steeds lastiger wordt jonge krachten
voor bestuursfuncties in dit werk te vin-
Nog veel te doen
De zorg voor de bejaarde mens was
het thema, waarop de voordrachten op de
„Groene Kruisdag" waren gebaseerd. De
Haagse geriater dr. R. J. van Zonneveld
betoogde, dat zowel medisch als maat
schappelijk nog een aanzienlijk terrein
braak ligt in de bejaardenzorg. Er is nog
veel te doen op het sociaal-wetenschap
pelijk gebied van de behuizing en zijn
speciale aspecten: over de biologie en de
fysiologie van de ouderdom zijn nog be
trekkelijk weinig feiten bekend: wat
weet men van de geestelijke capaciteiten
van de bejaarde-' Een der meest wense
lijk te achten middelen om tot de ver
eiste weteenschappelijke samenweerking
ter behandeling van deze problemen te
komen, is een onderzoekingsinstituut
voor gerontologie, zoals vroeger reeds
o.m. door Groen is bepleit, aldus dr. Van
Zonneveld.
Evenals bij het speurwerk staan ook
in het praktische werk vele problemen
ter oplossing. De bejaarde mens eist in
het algemeen meer gezondheidszorg dan
de jongere volwassene. Dit brengt met
zich mee. dat de voorzieningen op dit
gebied moeten voorzien in een volwaar
dige medische behandeling, zowel in de
inrichtingen als in eigen omgeving. Dr.
van Zonneveld betoogde, dat de preven
tieve gezondheidszorg voor bejaarden
reeds vroeg dient te beginnen, aangezien
als welhaast het belangrijkste aspect van
de gezondheidszorg bij bejaarden kan
—orden aangemerkt, dat het voorkomen
»an pathologische ouderdomsverschijn-
selen nog niet of slechts gedeeltelijk
voor therapie toegankelijk is. De spreker
noemde hierbij ook het nut der ..health
education".
Nieuw reglement op
examens m.o.-akten
In het staatsblad is gepubliceerd een
K.b. tot vaststelling van een nieuw re
glement voor de examens ter verkrij
ging van een middelbare akte. Dit re
glement, dat op 1 januari 1959 van
kraoht wordt, voorziet in de behoefte,
--ast de opleidingen, die voornamelijk
avondonderwijs worden gegeven, de
mogelijkheid te openen tot het volgen,
van een dagstudie aan universiteiten en
hogescholen.
Het examen zal door een commissie,
bestaande uit docenten van de betrok-;
ken universiteit of hogeschool, worden
afgenomen. Hierbij blijft het karakter
in staatsexamen gehandhaafd.
Het beginsel van het afleggen van een
gedeelte van het examen ln de vorm
van tentamens, zoals aan de Instellin
gen voor hoger onderwijs gebruikelijk
is. zal niet slechts bij de examens voor
de universitaire aktecommissies kun-
worden toegepast, doch eveneens
bij de examens voor een ongesplitste
of een b-akte. door de algemene com-|
missie af te nemen.
In Paulus' brief aan de Philippenzen staan in één tekst twee
zinnen, die zo op het eerste gezicht niet veel met elkaar te
makffh hebben: „Uw vriendelijkheid zij alle mensen bekend.
De Here is nabij." Maar hoe behandelen wij de mensen, die
we ontmoeten, als we ervan doordrongen zijn, dat onze Heer
spoedig wederkomt op de wolken om te oordelen? Jacobus
schrijft: „Onbarmhartig zal het oordeel zijn over hem, die
geen barmhartigheid bewezen heeft." Wat zou er van ons
worden, als wij in het eindgericht werden beoordeeld naar
streng recht? Daarom schrijft Paulus, dat de jonge christenen
in Philippi ook toegeeflijk en vriendelijk behoren te zijn
tegenover alle mensen, zonder onderscheid, ook dus tegen
over mensen, die ons nu niet bepaald vriendelijk bejegenen.
Zo heeft Christus immers ook tegenover ons gedaan?
Als wij die vriendelijkheid moeilijk kunnen opbrengen, zou
dat dan misschien komen, doordat we zo weinig leven uit
de verwachting van Christus' wederkomst, het laatste feest
van Gods barmhartigheid? Die barmhartigheid doet het óór
deel te niet. En het past ook ons, als we gehoorzame kinderen
van God willen zijn, vriendelijk en toegeeflijk te zijn in plaats
van maar altijd op ons „recht" te blijven staan.
IJZER PLUS LEEM IS LEEM
TN de wereld van de Nederlandse
dagbladpers wordt vandaag de
aanvang gemaakt met een merk
waardig experiment: een christelij
ke krant, het „Zeeuwsch Dagblad",
en een „neutrale" krant, het „Alge
meen Dagblad", hebben een vorm
van samenwerking gevonden.
Wij nemen aan dat, wanneer wij het
woord „neutraal" tussen aanhalings
tekens zetten, dit de Instemming
heeft van het „Zeeuwsch Dagblad".
Ook in dat blad hebben wij immers
steeds mogen lezen dat neutraliteit
in wezen een onmogelijkheid is.
Het „Zeeuwsch Dagblad" heeft aan
gekondigd dat zijn christelijk karak
ter behouden zal blijven. Echter ligt
het in de bedoeling dat voorts, ter
keuze van de redactie van het
„Zeeuwsch Dagblad", uit het „Alge
meen Dagblad" geput zal kunnen
worden.
Wij willen er voor het „Zeeuwsch
Dagblad" en voor deszelfs lezers het
beste van hopen. Maar zoals het blad
vrij was om deze weg te kiezen, zo
mogen wij ons wel de 'vrijheid ver
oorloven deze gang van zaken met
bezorgdheid te volgen.
Een christelijk dagblad ontstaat maar
niet door keuze van artikelen nlt een
„neutrale" krant, zelfs niet wanneer
daaraan nog een in christelijke geest
geschreven hoofdartikel plus een hoe
veelheid kerk- en schoolnieuws aan
wordt toegevoegd. Net zo min als
een „neutrale" school christelijk
wordt door een uur godsdienstonder
wijs. -
Onder een christelijke krant ver
staan wij nog altijd iets anders. Dat
is een krant die in al haar daarvoor
maar enigszins in aanmerking ko
mende rubrieken een bepaald stem
pel draagt, zoals ook een „neutrale"
krant een bepaald stempel draagt.
Wij vrezen dat in de thans gevolgde
opzet ijzer en leem worden gemengd.
Om een voorbeeld te noemen: de re
dactie van het „Zeeuwsch Dagblad"
vermeldt met enige gerechte trots
dat zij in haar geheel is aangesloten
bij de Protestants-Christelijke Jour
nalistenkring. Zij valt ook naar oni
oordeel deswege te prijzen. Maar
wanneer dit als een schibboletb
moet gelden, dan moeten wij onzer
zijds toch vaststellen dat ons van d<
zijde van de redactie van het „Alge
meen Dagblad" van bereidheid on
tot de Protestants-Christelijke Jour
nalistenkring toe te treden tot heden
niet is gebleken. Maar wat niet is,
kan natuurlijk nog komen.
De redactie van het „Zeeuwsch Dag
blad" geeft nu hoog op van haai
zelfstandigheid. De ijver waarmee
zij zulks doet lijkt zelfs overdreven
Ligt de verklaring hiervan wellich!
in het feit dat, naar de verzekerini
van de directie van het „Algemeei
Dagblad", dit „neutrale" blad eei
nieuw blad (het „Zeeuwsch Dagblad";
als „dochteronderneming" krijgt „toe
gevoegd"?
Luctor et emergo, zo luidt de zin
spreuk der Zeeuwen. Onze indruk is
dat in Zeeland de christelijke dag i
bladpers een aderlating ondergaat
Onze bezorgdheid is onvermijdelijk I
AANTREKKELIJK SPAREN
VANDAAG Is de spaarwet voor
jongeren in werking getreden.
Het is de wet die onder jongemen-
sen van vijftien tot een en twintig
Jaar het sparen wil bevorderen. Zij
doet dat door via een hoge premie
het sparen aantrekkelijk te maken.
Het gebeurt op een bescheiden
voet. Groots is het niet. Maar be
langrijk is het wel.
De opzet Is een bescheidene. Het
bedrag dat per jaar mag worden in
gelegd bedraagt maximaal tweehon
derd gulden. Van liberale kant is er
al een beetje de spot mee gedreven.
Maar was een grotere opzet geko-
ien, dan was van diezelfde kant
stellig geklaagd over te grote bemoei
zucht van de regering.
De opzet is een bescheidene. Het
gaat om de idee. En daar ligt ook
het belang van deze zaak. Het gaat
erom dat onze jongemensen al vroeg
Ieren iets opzij te leggen, dat zij met
terdaad gaan ervaren hoe zij van
sparen niet minder worden, dat het
sparen integendeel wat oplevert.
Wij zijn voor eerbiediging van de
eigendom, ook in deze zin dat wij
zijn voor spreiding langs gerechte
weg van de eigendom. Men kan
dat ook bezitsvorming noemen.
Met de bevordering van de bezits
vorming vordert het in onze tijd nie
erg. Er zijn ook verscheidene belem
merende factoren, meer dan onver
mijdelljk is.
Daarom betekent de spaarwet voo:
ie jongeren ook niet de laatste ei
de hoogste wijsheid. Maar juist te
genover de belemmerende factoren
die zo spoedig ontmoedigend kunnei
werken, heeft deze wet haar waarde
Tegenover de ontmoediging moedig i
zij aan.
Wij voor ons hebben hoop dat he
lukken zal. Jongemensen hebben ii
de regel de ogen wel open. Zij wetei
van hoeveel betekenis het is, strak»
wanneer er belangrijke beslissingei
komen, iets achter de hand te heb
ben. De eerste jaren van het huwe
lijk kunnen er alleen te aangename'
door worden.
Wel mocht men aannemen dat d<
spaarzin nog wat diende te wordei
gestimuleerd en geprikkeld. Di
laatste is nu gebeurd. De meestei
onzer zullen om hun leeftijd wel vat
deelneming zijn uitgesloten. An
ders
Thans wachten wij allen met be
langstelling de resultaten af.
NIET TE VLOT AANNEMEN
TN opdracht van de minister van
justitie zijn onverhoeds enkele
tientallen Indonesische verstekelin
gen, die als zodanig waren aangeko
men, weer aan boord gezet en terug
gezonden.
De regering neemt aan dat deze men
sen in Indonesië niets zal overko
men. Wij willen het "hopen. Men kan
ook in het „aannemen" al te vlot
zijn, zoals trouwens eveneens in het
„uitgeven".
Vluchtelingen mogen, in het bij
zonder wel in onze dagen, aanspraak
maken op een voorzichtige behande
ling. Er zijn in onze tijd vluchtelin
gen bij miljoenen. Het staatsbestel
in zovele landen brengt dit met zich.
Deze vluchtelingen hebben recht op
ons mededogen. In dit opzicht heeft
ons land trouwens een traditie waar
op het trots zou mogen zijn, ware
het niet dat wij menen het als een
vanzelfsprekendheid te moeten zien-
Wanneer men van trots spreekt, dan
toch alleen omdat andere landen te
kort geschoten zijn.
Wat van de vluchtelingen in het alge
meen geldt, geldt ook degenen dit
uit Indonesië zijn uitgeweken. Dezi
mensen, thans niettemin weer me
drang en dwang aan boord gezet val
het schip dat hen naar Indonesii]
moet terugbrengen, hebben het desJ
tijds toch maar nodig geoordeelta
hun land en volk vaarwel te zeggen l
Ze zullen er hun redenen voor heb j
ben gehad.
De vertegenwoordiging van Amboiw
in ons land heeft tegen deze terugj*
wijzing reeds een protest laten ho_r
ren. Trouwens, bij andere gelegen^
heden heeft onze regering wel t^,
kennen gegeven hoe zg zelf ove*;
het rechtsbestel in het Indonesië valU
vandaag denkt. Daar zijn zekere erbi
varingen mee opgedaan. Men moe^s
vooral op dit terrein niet al te vlo®1
zijn met het „aannemen" van risico'i
Reeds daarom lijkt het nuttig, zo on1
volk uitvoeriger over het uitwijd
zingsbeleid van onze regering wordj,(
ingelicht.
ONDERWIJSBENOEMINGEN
Benoemd tot hoofd van de CVO-schoc
te Hitzum de heer A. Zylstra te Monni
j kendam; van de school der Geref. Ge
meente te Rijssen de heer G. A. Molen
dijk, onderwijzer aan deze school.
Benoemd tot onderwijzeres aan de chö
school te De Meern (Utr.) mej. J. Ho»
deraaker te Bergschenhoek; aan de chl{
opleidingsschool Prins Maurits te Rijs!
wijk (ZH) mej B. E. J Bax te H.I. Am'
bacht; aan de Koningin Emmaschool tt
Deventer mej. G. Landcweert te Zutfenj
aan de chr. school te Montfoort mej. W
de Graaf (tijd.) te Zeist: aan de Julian»
j van Stolbergschool te Veenendaal mejL
1 M. Groenendijk te Rotterdam.