CHRISTELIJK LADY ISABELLA „Kerk en apostolaat" zijn niet identiek Generale financiële raad gaf Wegwijzer 1958 uit Boek Het christendom groeit in Indonesië Aantal kinderongelukken moet minder worden TÜ:T|E VELPON - TUITJE Easi Lynne Eert woord voor vandaag Kanttekening t De opbouw der gemeente verdient meer nadruk J JS Belijden en Beleven maakt dr. W. G. Harrerutein be zwaar tegen het al te eenzijdig nadruk leggen op het apostolaat van de kerk. als gevolg tDaarvan men z.i. bezig is beide te ver eenzelvigen. Hij tuil duidelijk onderscheid maken tussen de geheel enige opdracht van Christus aan Zijn discipelen als Zijn oor- en ooggetuigen en de opdracht aan de kerk. Tegen de vereenzelviging van kerk en apostolaat echter zijn de bezwa ren van dr. Harrenstein echter ran nog ernstiger aard. Hij schrijft: MEN zegt zo gemakkelijk, dat de kerk die geen missionaire drang openbaart opgehouden heeft kerk te rijn. maar dat is toch nog heel wat anders dan te zeggen, dat kerk en apostolaat identiek zijn. Ik wil graag toege ven dat de Evangelie-verkondiging in heel de wereld een levens uiting, misschien zelfs wel de voornaamste levensuiting, van de kerk is. maar in die ene levens uiting gaat het leven van de kerk toch niet op. Zij kan en moet ook op andere wijze haar leven open baren en is pas echt kerk als ze haar roeping alzijdig ziet en tracht te volbrengen. Ofschoon ik al lang van plan was mijn onbehagen over deze te grote en door zijn sterke eenzij digheid zelfs gevaarlijke theo- rieen te uiten, heeft een gesprek dat ik één dezer dagen met een longe predikant had mij tot spre ken gedwongen Kort zijn eerste gemeen- nog eens zou willen overdoen. Ook hij was door de apostolaats-gedachte gegrepen en had tie brede zoom van onkerke- lijken in zijn gemeente zó eenzij dig bearbeid, dat hij de levende kern te veel uit het oog verloren had. Deze was er daardoor ook niet op vooruitgegaan en ging de weg der onkerkelijkheid bedenke lijk op. ..Als ik het nog eens zou kunnen overdoen", zei hij met be minnelijke eenzijdigheid. ..dan zou ik al mijn krachten op die kern concentreren en die brede zoom van onkerkelijken min of meer verwaarlozen". ..Als je van huis afgodwaalden naar huis terug roept,-moet je ze toch een thuis kunnen aanbieden, waar ze opge vangen _#n verzorgd worden." ZIJN kerk en apostolaat Iden tiek? Op die vraag antwoord Ik met nadruk „neen". De kerk heeft als lichaam van Jezus Chris tus meer dan één roeping en zij mag nooit één roeping zó onder strepen dat te de andere uit het oog verliest en naar de achter- Jrond wegschuift. ZIJ heeft naast e roeping tot evangelisatie en len ding ook de roeping om Gods Naam te belijden en over die be lijdenis van Gods Naam te waken. Zij heeft de gemeenschap der hei ligen te beoefenen en het eenza me en zwakke in die beoefening der gemeenschap daadwerkelijk te betrekken. Zij heeft de roeping om God te loven en te aanbidden, op dat Hij de lof cn de dank en de verheerlijking ontvange. die Hem toekomt. Zij is geroepen om naar stig saam te komen rondom het geopende Woord van God om op- Eebouwd te worden in het geloof. j de hoop en in de liefde: zij heeft Christus' dood te verkondi gen aan de Tafel des Heren en de kinderen der gemeente door de Doop van Gods verbondstrouw te verzegelen en m haar midden op te nemen; zij heeft ook aan wedu wen en wezen en aan allen die in zorg en moeite zijn Christus' barmhartigheid in woord en daad geweest en is er ook nu. dat de kerk niet het één èn het an der doet maar kiezen gaat tussen het één óf het ander. Graag geef ik toe dat in bepaalde tijden be paalde opdrachten bijzondere aan dacht vragen. Dat in onze dagen de nood der wereld sterk op de voorgrond treedt zie lk als een ze gen. Wij kunnen God er alleen maar voor danken en zullen dan ongetwijfeld constateren, dat veel achterstand moet worden inge haald en dat de zaak van Jezus Christus haast heeft, omdat de grote tegenstander ook alles op al les zet. Als de kerk haar vensters naar de wereld niet wijd openzet en tot offers voor de zending en de evan- ielisatie niet bereid is. is zij ziek. ,ls zij dat in onze dagen niet doet,- is ze zelfs doodziek Als de kerk echter haar eigen opbouw, haar leven met God laat verkommeren' staat het er even bedenkelijk met haar voor. minstens even beden kelijk. Wij hebben een Zendingscen trum nodig, maar ook theologische hoogleraren; we hebben mannen en vrouwen In de dienst van zen ding en evangelisatie nodig, maar even nodig hebben we zielszorgers en dienaren des Woords, die de ge meente bouwen en oproepen tot bekering. Als de bron ophoudt te leven moet de beek onherroepelijk verdrogen. ALS het thuisfront gaat ver zwakken. gaat het strijdfront inzakken Zeker, de zegenende ziel wordt vet. maar om te kunnen zegenen moet de ziel ook zelf ge zegend worden. Heb ik in het bovenstaande nu een stukje theorie naar gerefor meerde snit weggegeven? Ik ge loof het niet. Mij treft telkens weer bij het lezen van mijn Bij bel, dat de grote zendingsapostel der heidenen zoveel nadruk legt op de opbouw van het geestelijk leven in de gemeente. Ook vind ik het slot van Handelingen 2 zo veelzeggend. Als eerst het heils- feit van Pinksteren in sobere woor den is getekend en daarna Petrus' prediking is vastgelegd, lezen we niet alleen, dat duizenden zich ge wonnen geven, maar dat de gelo vigen bleven volharden bij het on derwijs der apostelen en de ge meenschap. het breken van het brood en de gebeden. Als levende kerk is zij zendingdrijvende kerk. maar om zending te kunnen drij ven moet ze levende kerk zijn en blijven. Ned. Hervormde Kerk Veel geld nodig VAN DE DAG Collecteplan Het begon zo onschuldig, door Bar bara Noack. Uitgave Ad. M. C. Stok. Zuid-Hollandsche Uitgevers MIJ, Den Haag. De oorspronkelijke titel luidt: Die Zürcher Verlobung". maar de Neder landse is aardiger en ook passender, want het begon allemaal, zo onschuldig, n.l. met twee mannen, van wie een aan hevige kiespijn leed. en een tandarts assistente. Deze drie blijven de hoofd figuren in het boek en de tandartsassis tente zorgt voor amusante verwikkelin gen en bijna onoplosbare moeilijkheden. Gelukkig voor haar komt alles nog in orde. hoewel het er een ogenblik naar uitziet, dat ze haar kans voorbij laat gaan. Barbara Noack heeft alle situatie*, waarin ze haar figuren laat verkeren, meesterlijk beschreven. Ze heeft een goede pen en een heldere kijk op men sen en hun tekortkomingen en al hun levensuitingen. Het begon zo onsclyiidig is daarom een charmant boek gewor den. dat af en toe met gepaste vrij moedigheid menselijke problemen be spreekt. en doortrokken is van een ge zonde humor. Het boek is verschenen in dc Kleine J Cultuurserie. De vertaling was in goede kas (eerst 60 cent. nu 1.50 per lid handen bij R. Valkhoff. maati wordt door veel gemeenten re- voor kerkelijke activiteiten DE generale financiële raad der Ned. Herv. Kerk heeft de kerkvoogdijen en kerkeraden een wegwijzer toegezonden, waar in tal van wetenswaardigheden staan vermeld omtrent de bere kening van het z.g. quotum, het collecteplan, de generale kas, het fonds voor noodlijdende kerken en personen, het Grootboek der Ned. Herv. Kerk en de centrale kas geldrekening. Het boekje, dat 40 bladzijden telt, vermeldt in een voorwoord, dat de be rekening van het aandeel, dat van iedere gemeente wordt gevraagd voor de onderscheidene doeleinden, ge schiedt op gewijzigde basis. Het ligt in het voornemen van de raad de bereke ning van de aandelen der gemeente na der te preciseren. Breedvoerig wordt omschreven wat het ..quotum" is. dat van iedere ge meente wordt geheven: een niet ge ringe taak. Het zal wel enige tijd du. ren. voordat ieder op dit terrein de weg precies weet te vinden. Verder is nog restitutie-regeling gelmatig afgedragen, maar helaas zijn er ook. die ternauwernood aandacht hebben voor dit werk. Het boekje eindigt met een omschrij ving van het werk van het fonds voor noodlijdende kerken en personen, het kerkelijke grootboek en de Centrale kasgeldrekening. In het boekwerkje is opgenomen de begroting van de kas 'oor administratiekosten. Kardinaal betaalde - goederen nu vrij In een telegram aan mgr. Edw. Swanstrom. directeur van de Ameri kaanse Katholieke Caritas-organisatie, heeft kardinaal Wyszynski, primaat van Polen, medegedeeld, dat de Amerikaan se hulpgoederen ter waarde van twee miljoen gulden zijn vrijgegeven en door hem bestemd zijn voor de slachtoffers van de recente overstromingen in Po- De voorraden kleding en schoeisel kwamen begin 1958 in de Poolse haven Gdynia aan. De Poolse regering legde beslag op de zending en eiste, dat zij ten goede zou komen aan de regerings- instanties voor hulpverlening. Dit wei gerde de kardinaal, omdat de Ameri kaanse r.-katholieken de goederen had den gezonden ter verdeling door de Ka tholieke Caritas in Polen. Daarop eiste de regering een bedrag aan invoerrech ten van 160.000 gulden. Dit bedrag heeft de kardinaal betaald, waarna hij over de zending de beschikking kreeg. Opgesomd worden de collecten, die meetellen voor het z.g. collecteplan. waaronder verstaan worden de geza menlijke collecten voor de arbeid der kerk. waarbij met name gnoemd wor den de Paascollect« en de Oudejaarscol- lecte. In 1958 moet het plan opbrengen 1-219-251. Tezamen met andere In komsten moet daarmee een totaal aan uitgaven V3n omstreeks 7 miljoen wor den gefinancierd. Sterk wordt er bU de kerkvoogdijen op aan gedrongen de Paascollecte huls aan huis te doen hou den, waardoor de opbrengst ongetwij feld zal stijgen. Een apart hoofdstuk is gewijd aan dei generale kas, een fonds, dat subsidies verleent aan gemeenten en andere ker kelijke lichamen ten behoeve van de in standhouding en uitbreiding van pas-| torale werk. evangelisatie, en kerste-| ningsarbeid. Bijbelonderwijs op scholen! jeugdwerk. De bijdrage voor dezej Beroepingswerk de Groot): A. Th. Rothfusz te Renkum; Appelscha: L. Hylarides te Augusti- nusga; te Poortvliet (toez.): P. de Jong Warga: D. Mulder t Kootwijk. Aangenomen Bedankt voor Schiedam (7e pred.pl.): W. Brinkman te Asperen. GEREFORMEERDE KERKEN Aangenomen naar Lethbridge (Alber- kand. A. Kuyvenhoven, oud-student der V.U. te Amsterdam, die zijn studie voltooide in Grand Rapids (U.S.A.). CHR. GEREF. KERKEN Tweetal te Werkendam: G. Blom te Meerkerk en O. Slagboom te 's-Graven- zande. Bedankt voor Ermelo: G. de Vries te Zeist; voor Gouda: A. H. Schippers te Hillegom. Dode Zee-rol met de tien geboden in V.S. De kerk der Unitariërs in New York heeft een in uitstekende staat verkeren de Dode Zee-rol verworven, waarin de tien geboden staan opgetekend. Aange nomen wordt, dat deze schriftstelling van de tien geboden de oudste is die bestaat De rol werd voor een niet ge noemd bedrag aangekocht door een lid der kerkgemeenschap, dat onbekend wenst te blijven. De onderhandelingen werden in Jordanië gevoerd door Frank Cross, hoogleraar in het Testament aan de Harvard Universiteit in Amerika. De rol werd verworven tij dens de troebelen in het Midden Oosten en verliet Jordanië onder zeer bijzonde re omstandigheden. De Jordaanse auto riteiten hadden het plan de rol aan te kopen voor het Archeologisch Museum in de oude stad van Jeruzalem. Waait Uw haar altijd door de war? Gebruik dan M s •haarcrème Rapport ministerie van eredienst Na breuk met het Westen T 7OLGENS een rapport van het Indonesische ministerie van eredienst heeft het christendom in Indonesië het einde van de westerse heerschappij niet alleen overleefd, maar is het zelfs groei ende. In het rapport wordt medegedeeld, dat het eilandenrijk, toen dit onafhan kelijk werd. nog geen vierenhalf miljoen christenen telde en than6 onge veer zes miljoen Volgens de leiders van de 3.5 miljoen protestanten. He 2.5 miljoen r.-katho lieken en de 75 miljoen mohammedanen bestaan hiervoor verschillende oorzaken. De voornaamste daarvan zijn: j Opleiding van meer en beéere o Het christendom bood veleh in de onrust der tijden een rustpunt en een toevluchtsoord, waarbij in aanmer king dient te worden genomen, dat een groot deel van de cnrust veroorzaaKt werd door de fanatieke, voor niets terugdeinzende mohammedaanse orga nisatie Daroel Islam, die streeft naar een mohammedaanse theocratische staat. Het christendom wordt niet lan ger vereenzelvigd met het Westen, in het bijzonder met Nederland en vol gens de minister van eredienst, Moham med IIjas. wordt het niet als een gevaar voor het nationalisme van het land beschouwd. Ondanks de botsingen tussen de nationaliteiten bestaat tussen de kerken grote samenwerking en ver draagzaamheid 3. Groene Kruisdag 1958 Intensivering van bejaardenzorg is noodzakelijk Bij de opening van de Groene Kruisdag 1958 te Alkmaar heeft de voorzitter van de algemene Neder landse vereniging „Het Groene Kruis",' prof. mr. A. Kleijn, zich uitgesproken voor intensivering van de bejaardenzorg en de propa ganda van „health education" ter voorkoming van het stijgende aan tal kinderongelukken. Er is stellig een meer systematische benadering mogelijk van het bejaarden- vraagstuk, aldus prof. Kleijn. die hierbij speciaal doelde op het aspect van de volksgezondheidszorg in de geriatrie. Het algemeen bestuur van „Het Groene Kruis" heeft hiertoe reeds stappen on dernomen, welke o.m. geresulteerd heb ben in de samenstelling van een com missie voor bejaardenzorg. Deze maat regel maakt deel uit van een kortgele den tot stand gebrachte vergroting van het bestuurlijk draagvlak der vereni ging. waarbij voor de verschillende beidsvelden aparte organen in het leven zijn geroepen. Prof. Kleijn sprak van het verontrus tend verschijnsel, dat het aantal kinder ongelukken toeneemt Gezien het univer seel karakter daarvan meende hij. dat ook de bestrijding universeel behoort Advsrtentie 24. Mijnheer Archibald!" protesteerde de oude klerk. hoe komt u er bij. dat zulke degelijke mensen in 't geheim bij ro'n flirt als Afy zouden komen Dat kunt u toch niet menen?" Hij kende ook geen fami lieleden. die aan de beschrijving van Carlyle beant woordden. De heren hadden hem verteld, dat ze geen andere familie hadden. Niettemin zou hij er nog eens terloops naar vragen. Nadat mijnheer Dill was vertrokken, vroeg Car- lyle of Joyce nog op was Ze was de oudste be diende van juffrouw Carlyle en een halfzuster van Afv Ze was vijf en dertig jaar Ze had een breed voorhoofd en diepliggende grijze ogen. Heel ge woon maar ze had gevoelige trekken. „Sluit de deur. Joyce." Joyce deed het. kwam dichterbij en bleef staan bij de tafel. .Heb je ooit nog iets van je zuster gehoord Joy ce?" begon Carlyle, wat onverwacht. „Nee. mijnheer", was het antwoord „het zou wel een wonder zijn. als lk iets van haar hoorde, geloof ik." „Hoe zoT" „Als ze naar Richard Hare is gegaan, die haar vader In het graf bracht, dan zal ze zich maar lie ver verborgen houden en nergens over praten te- Het rood steeg Joyce naar de wangen en ze be- i zachter te spreken. „Hebt u iets over hem ge- 1 Swainson. is het ..Dat geloof ik wel, mijnheer Afy wilde nooit veel van hem vertellen Wij waren het niet eens Ik zei. dat iemand van zijn stand niets voor haar was. maar Afy werd altijd kwaad als ik iets van hem Carlyl» ging onmiddellijk door: ..Van zijn stand van door ANN LUDLOW ik kwam toen vroeg thuis en toen zat hij daar bij Afy. Zijn witte handen schitterden van de ringen en waar de knopen van zijn overhemd moesten zit ten, zaten ook edelstenen." „keb je hem sedert die tijd nog weer gezien, „Nooit meer. en ik weet ook niet of ik hem wel zou herkennen als ik hem weer zag. Hij stond op mijnheer, zodra lk In de kamer binnenkwam, gaf Afy een hand en vertrok. Het was een knappe man. mijnheer, kaarsrecht en bijna zo lang als u. maar heel slank. Die soldaten hebben altijd een goed figuur." ..Hoe weet je. dat hij soldaat was?" hernam Carlyle. „Dat zei Afy. Ze noemde hem altijd de Üapitein, maar hij was nog niet helemaal kapitein zei hij. maar één graad lager. E „Luitenant?" hielp Carlyle. ..Ja. mijneer. dat was het: luitenant Thorn. Toen hij door de keuken ging, liet hij zijn handschoen vallen De pakte hem op. maar Afy greep hem uit mijn handen en liep er mee naar de deur. Ze riep hem na: „Kapitein Thorn u hebt uw handschoen laten vallen", en hij kwam terug en nam hem aan. Toen hij weer goed en wel weg was begon ze mij uit te maken voor alles en nog wat en we kregen „Ik ben met Richard daar blijf ik bij. Heel West Lynne denkt hij er ook uit. De heb hem r eeomaal gezien; met Afy met die twee", was mijn eerste gedachte en dat zei ik haar ook. Maar ze was razend. Nog maar een week later was het, dat dat het geluk mijn arme vader trof." „Joyce", zei Carlyle. ..heb je er nooit aan dacht dat het veel waarschijnlijker zou zijn. Afv met die luitenant Thorn is meegegaan dan met Richard Hare?" „Nee. mijnheer", antwoordde Joyce, altijd van overtuigd geweest, dat Hare BÉ dat Carlyle probeerde haar niet tot andere gedachten te brengen. Hij het haar gaan en zat nog een poos na te denken. Richard Hare was niet lang bleven. Het had maar een kwartier geduurd uit vrees voor het personeel. En met de honderd pond in zijn zak en wanhoop in zijn hart, verliet de on gelukkige jonge man nogmaals het huis van zijn jeugd Mevrouw Hare en Barbara zagen hoe hy steelsgewijs het pad af ging in het sprookjesach tige maanlicht en de weg opdraaide. Beiden voelden ze dat die afscheidszoenen die ze hem gegeven hadden voor jaren de laatste zouden zijn en misschien wel voor altijd. HOOFDSTUK VII BIJ Juffrouw Carlyle thuis De kerkklokken van West Lynne sloegen acht uur op een mooie morgen in Juli en toen begonnen ze :e luiden, ten teken dat het zondag was. Het lui den duurde voort toen juffrouw Carlyle utt haar slaapkamer kwam. gekleed in een van haar och tendjaponnen maar niet in de japon die ze 's zon dags gewoonlijk aan had. Het was een lange witte rok die tot aan haar er.kel reikte en een soort ka- diè Het^was de ochtend kleding die haar moeder ook had gedragen en juffrouw Carlyle hield niet van de nieuwe mode. 's Zondags was ze evenwel direct gekleed voor dr gehele dag en dat ze nu van die gewoonte was afgeweken moest eer. bijzondere betekenis hebben. (Wordt vervolgd) geschieden. De zg. ..health education", die overigens een typische taak voor de kruisverenigingen vormt, is hierbij, met het grote respect van de huishoudelijke voorlichting, van overwegend belang. De voorzitter brak een lans voor eer grotere mate van vrijheid voor de par ticuliere gezondheidszorg. Hij zei te be seffen. dat financiële banden, richtlijnen en regelingen van de overheid onver mijdelijk zijn, „maar niettemin is het toch goed er keer op keer weer bij de overheid op aan te dringen: beperk uv ingrijpen, beperk uw opdrachten, uv toezicht, uw regelingen zoveel mogelijk.' Het gevaar Is reëel, dat zU. die met plezier hun werk In de particuliere ge zondheidszorg verrichten, op een bepaald ogenblik In arren moede het bijltje bU neerleggen. Dat dit gevaar denkbeeldig Is, kan geïllustreerd worden door de huidige moeilijkheden, dat het steeds lastiger wordt jonge krachten voor bestuursfuncties in dit werk te vin- Nog veel te doen De zorg voor de bejaarde mens was het thema, waarop de voordrachten op de „Groene Kruisdag" waren gebaseerd. De Haagse geriater dr. R. J. van Zonneveld betoogde, dat zowel medisch als maat schappelijk nog een aanzienlijk terrein braak ligt in de bejaardenzorg. Er is nog veel te doen op het sociaal-wetenschap pelijk gebied van de behuizing en zijn speciale aspecten: over de biologie en de fysiologie van de ouderdom zijn nog be trekkelijk weinig feiten bekend: wat weet men van de geestelijke capaciteiten van de bejaarde-' Een der meest wense lijk te achten middelen om tot de ver eiste weteenschappelijke samenweerking ter behandeling van deze problemen te komen, is een onderzoekingsinstituut voor gerontologie, zoals vroeger reeds o.m. door Groen is bepleit, aldus dr. Van Zonneveld. Evenals bij het speurwerk staan ook in het praktische werk vele problemen ter oplossing. De bejaarde mens eist in het algemeen meer gezondheidszorg dan de jongere volwassene. Dit brengt met zich mee. dat de voorzieningen op dit gebied moeten voorzien in een volwaar dige medische behandeling, zowel in de inrichtingen als in eigen omgeving. Dr. van Zonneveld betoogde, dat de preven tieve gezondheidszorg voor bejaarden reeds vroeg dient te beginnen, aangezien als welhaast het belangrijkste aspect van de gezondheidszorg bij bejaarden kan —orden aangemerkt, dat het voorkomen »an pathologische ouderdomsverschijn- selen nog niet of slechts gedeeltelijk voor therapie toegankelijk is. De spreker noemde hierbij ook het nut der ..health education". Nieuw reglement op examens m.o.-akten In het staatsblad is gepubliceerd een K.b. tot vaststelling van een nieuw re glement voor de examens ter verkrij ging van een middelbare akte. Dit re glement, dat op 1 januari 1959 van kraoht wordt, voorziet in de behoefte, --ast de opleidingen, die voornamelijk avondonderwijs worden gegeven, de mogelijkheid te openen tot het volgen, van een dagstudie aan universiteiten en hogescholen. Het examen zal door een commissie, bestaande uit docenten van de betrok-; ken universiteit of hogeschool, worden afgenomen. Hierbij blijft het karakter in staatsexamen gehandhaafd. Het beginsel van het afleggen van een gedeelte van het examen ln de vorm van tentamens, zoals aan de Instellin gen voor hoger onderwijs gebruikelijk is. zal niet slechts bij de examens voor de universitaire aktecommissies kun- worden toegepast, doch eveneens bij de examens voor een ongesplitste of een b-akte. door de algemene com-| missie af te nemen. In Paulus' brief aan de Philippenzen staan in één tekst twee zinnen, die zo op het eerste gezicht niet veel met elkaar te makffh hebben: „Uw vriendelijkheid zij alle mensen bekend. De Here is nabij." Maar hoe behandelen wij de mensen, die we ontmoeten, als we ervan doordrongen zijn, dat onze Heer spoedig wederkomt op de wolken om te oordelen? Jacobus schrijft: „Onbarmhartig zal het oordeel zijn over hem, die geen barmhartigheid bewezen heeft." Wat zou er van ons worden, als wij in het eindgericht werden beoordeeld naar streng recht? Daarom schrijft Paulus, dat de jonge christenen in Philippi ook toegeeflijk en vriendelijk behoren te zijn tegenover alle mensen, zonder onderscheid, ook dus tegen over mensen, die ons nu niet bepaald vriendelijk bejegenen. Zo heeft Christus immers ook tegenover ons gedaan? Als wij die vriendelijkheid moeilijk kunnen opbrengen, zou dat dan misschien komen, doordat we zo weinig leven uit de verwachting van Christus' wederkomst, het laatste feest van Gods barmhartigheid? Die barmhartigheid doet het óór deel te niet. En het past ook ons, als we gehoorzame kinderen van God willen zijn, vriendelijk en toegeeflijk te zijn in plaats van maar altijd op ons „recht" te blijven staan. IJZER PLUS LEEM IS LEEM TN de wereld van de Nederlandse dagbladpers wordt vandaag de aanvang gemaakt met een merk waardig experiment: een christelij ke krant, het „Zeeuwsch Dagblad", en een „neutrale" krant, het „Alge meen Dagblad", hebben een vorm van samenwerking gevonden. Wij nemen aan dat, wanneer wij het woord „neutraal" tussen aanhalings tekens zetten, dit de Instemming heeft van het „Zeeuwsch Dagblad". Ook in dat blad hebben wij immers steeds mogen lezen dat neutraliteit in wezen een onmogelijkheid is. Het „Zeeuwsch Dagblad" heeft aan gekondigd dat zijn christelijk karak ter behouden zal blijven. Echter ligt het in de bedoeling dat voorts, ter keuze van de redactie van het „Zeeuwsch Dagblad", uit het „Alge meen Dagblad" geput zal kunnen worden. Wij willen er voor het „Zeeuwsch Dagblad" en voor deszelfs lezers het beste van hopen. Maar zoals het blad vrij was om deze weg te kiezen, zo mogen wij ons wel de 'vrijheid ver oorloven deze gang van zaken met bezorgdheid te volgen. Een christelijk dagblad ontstaat maar niet door keuze van artikelen nlt een „neutrale" krant, zelfs niet wanneer daaraan nog een in christelijke geest geschreven hoofdartikel plus een hoe veelheid kerk- en schoolnieuws aan wordt toegevoegd. Net zo min als een „neutrale" school christelijk wordt door een uur godsdienstonder wijs. - Onder een christelijke krant ver staan wij nog altijd iets anders. Dat is een krant die in al haar daarvoor maar enigszins in aanmerking ko mende rubrieken een bepaald stem pel draagt, zoals ook een „neutrale" krant een bepaald stempel draagt. Wij vrezen dat in de thans gevolgde opzet ijzer en leem worden gemengd. Om een voorbeeld te noemen: de re dactie van het „Zeeuwsch Dagblad" vermeldt met enige gerechte trots dat zij in haar geheel is aangesloten bij de Protestants-Christelijke Jour nalistenkring. Zij valt ook naar oni oordeel deswege te prijzen. Maar wanneer dit als een schibboletb moet gelden, dan moeten wij onzer zijds toch vaststellen dat ons van d< zijde van de redactie van het „Alge meen Dagblad" van bereidheid on tot de Protestants-Christelijke Jour nalistenkring toe te treden tot heden niet is gebleken. Maar wat niet is, kan natuurlijk nog komen. De redactie van het „Zeeuwsch Dag blad" geeft nu hoog op van haai zelfstandigheid. De ijver waarmee zij zulks doet lijkt zelfs overdreven Ligt de verklaring hiervan wellich! in het feit dat, naar de verzekerini van de directie van het „Algemeei Dagblad", dit „neutrale" blad eei nieuw blad (het „Zeeuwsch Dagblad"; als „dochteronderneming" krijgt „toe gevoegd"? Luctor et emergo, zo luidt de zin spreuk der Zeeuwen. Onze indruk is dat in Zeeland de christelijke dag i bladpers een aderlating ondergaat Onze bezorgdheid is onvermijdelijk I AANTREKKELIJK SPAREN VANDAAG Is de spaarwet voor jongeren in werking getreden. Het is de wet die onder jongemen- sen van vijftien tot een en twintig Jaar het sparen wil bevorderen. Zij doet dat door via een hoge premie het sparen aantrekkelijk te maken. Het gebeurt op een bescheiden voet. Groots is het niet. Maar be langrijk is het wel. De opzet Is een bescheidene. Het bedrag dat per jaar mag worden in gelegd bedraagt maximaal tweehon derd gulden. Van liberale kant is er al een beetje de spot mee gedreven. Maar was een grotere opzet geko- ien, dan was van diezelfde kant stellig geklaagd over te grote bemoei zucht van de regering. De opzet is een bescheidene. Het gaat om de idee. En daar ligt ook het belang van deze zaak. Het gaat erom dat onze jongemensen al vroeg Ieren iets opzij te leggen, dat zij met terdaad gaan ervaren hoe zij van sparen niet minder worden, dat het sparen integendeel wat oplevert. Wij zijn voor eerbiediging van de eigendom, ook in deze zin dat wij zijn voor spreiding langs gerechte weg van de eigendom. Men kan dat ook bezitsvorming noemen. Met de bevordering van de bezits vorming vordert het in onze tijd nie erg. Er zijn ook verscheidene belem merende factoren, meer dan onver mijdelljk is. Daarom betekent de spaarwet voo: ie jongeren ook niet de laatste ei de hoogste wijsheid. Maar juist te genover de belemmerende factoren die zo spoedig ontmoedigend kunnei werken, heeft deze wet haar waarde Tegenover de ontmoediging moedig i zij aan. Wij voor ons hebben hoop dat he lukken zal. Jongemensen hebben ii de regel de ogen wel open. Zij wetei van hoeveel betekenis het is, strak» wanneer er belangrijke beslissingei komen, iets achter de hand te heb ben. De eerste jaren van het huwe lijk kunnen er alleen te aangename' door worden. Wel mocht men aannemen dat d< spaarzin nog wat diende te wordei gestimuleerd en geprikkeld. Di laatste is nu gebeurd. De meestei onzer zullen om hun leeftijd wel vat deelneming zijn uitgesloten. An ders Thans wachten wij allen met be langstelling de resultaten af. NIET TE VLOT AANNEMEN TN opdracht van de minister van justitie zijn onverhoeds enkele tientallen Indonesische verstekelin gen, die als zodanig waren aangeko men, weer aan boord gezet en terug gezonden. De regering neemt aan dat deze men sen in Indonesië niets zal overko men. Wij willen het "hopen. Men kan ook in het „aannemen" al te vlot zijn, zoals trouwens eveneens in het „uitgeven". Vluchtelingen mogen, in het bij zonder wel in onze dagen, aanspraak maken op een voorzichtige behande ling. Er zijn in onze tijd vluchtelin gen bij miljoenen. Het staatsbestel in zovele landen brengt dit met zich. Deze vluchtelingen hebben recht op ons mededogen. In dit opzicht heeft ons land trouwens een traditie waar op het trots zou mogen zijn, ware het niet dat wij menen het als een vanzelfsprekendheid te moeten zien- Wanneer men van trots spreekt, dan toch alleen omdat andere landen te kort geschoten zijn. Wat van de vluchtelingen in het alge meen geldt, geldt ook degenen dit uit Indonesië zijn uitgeweken. Dezi mensen, thans niettemin weer me drang en dwang aan boord gezet val het schip dat hen naar Indonesii] moet terugbrengen, hebben het desJ tijds toch maar nodig geoordeelta hun land en volk vaarwel te zeggen l Ze zullen er hun redenen voor heb j ben gehad. De vertegenwoordiging van Amboiw in ons land heeft tegen deze terugj* wijzing reeds een protest laten ho_r ren. Trouwens, bij andere gelegen^ heden heeft onze regering wel t^, kennen gegeven hoe zg zelf ove*; het rechtsbestel in het Indonesië valU vandaag denkt. Daar zijn zekere erbi varingen mee opgedaan. Men moe^s vooral op dit terrein niet al te vlo®1 zijn met het „aannemen" van risico'i Reeds daarom lijkt het nuttig, zo on1 volk uitvoeriger over het uitwijd zingsbeleid van onze regering wordj,( ingelicht. ONDERWIJSBENOEMINGEN Benoemd tot hoofd van de CVO-schoc te Hitzum de heer A. Zylstra te Monni j kendam; van de school der Geref. Ge meente te Rijssen de heer G. A. Molen dijk, onderwijzer aan deze school. Benoemd tot onderwijzeres aan de chö school te De Meern (Utr.) mej. J. Ho» deraaker te Bergschenhoek; aan de chl{ opleidingsschool Prins Maurits te Rijs! wijk (ZH) mej B. E. J Bax te H.I. Am' bacht; aan de Koningin Emmaschool tt Deventer mej. G. Landcweert te Zutfenj aan de chr. school te Montfoort mej. W de Graaf (tijd.) te Zeist: aan de Julian» j van Stolbergschool te Veenendaal mejL 1 M. Groenendijk te Rotterdam.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1958 | | pagina 2