DE TREURBOOM
VAN DE U.K. 124
DRIMMELEN:
„Femina", ook
voor mannen
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 20 SEPTEMBER 193
LIEURIËND stond Jan Visser op de brug van zijn schip. Hij omklemde
het stuur in zijn sterke knuisten en corrigeerde voortdurend de
richting.
De schoonmaakbeurt die naar gewoonte plaats vond tijdena de reis
van Amsterdam naar Urk was verricht en ter beloning had Jan Visser zijn
drie knechten een poosje naar kooi gestuurd.
Als er aan dek niets te doen was kon er een uurtje pitten best af en
het was dan voldoende dat één man boven aan oogje in het zeil hield.
Bovendien was het nodig, had Jan Visser gedacht, dat zijn mensen
de vermoeide ledematen eens uitstrekten. Want niemand beter dan Jan
Visser kende het zware leven op een Urker noordzeekotter.
HET was ook deze week weer ploeteren
geweest van zondagavond twaalf uur af
en kon er voor de knechts nu en dan een
hazeslaapje overschieten, hij, de schipper
was niet uit de kleren geweest.
Maar gelukkig, vandaag was het zater
dag en morgen vierde men op Urk de
rustdag.
Als net een beetje meezat konden ze
vóór zes uur de haven binnenstomen. Dan
zat voor de Urker vissers het werk er op.
Dan zouden alle kotters broederlijk naast
elkaar liggen zoals de opvarenden broeder
lijk naas: elkaar in de kerk zouden zitten.
De andere schepen die deel uitmaakten
van de Urker vloot waren vlak achter de
U.K. 124.
Het leek een machtig eskader dat voortge
dreven werd door zware motoren.
Maar sterker dan deze motoren was het
verlangen van de mensen naar hun eiland.
In gedachten hadden zij reeds lang de
afstand overbrugd.
Het was als hoorden zij reeds het ruisen
van het zaterdagavondorgelspel in de kerk
en galmden de tonen van de kerkklokken
reeds over het dorp.
Jan Visser drukte de handle nog vaster
In voorwaartse richting.
De motor stond te brullen en de scher
pe steven sneed als een mes door het te-
genkantende water.
"\/OLLE KRACHT vooruit ging het en de
V meevliegende zeemeeuwen, het nooit
aflatende gezelschap vonden nauwelijks ge
legenheid zich voor een korte rustpoos op
de trillende masttop neer te zetten.
Beneden in het vooronder klonk gestom
mel. Een van de knechts uit zijn dutje ge
wekt door de plotseling intensievere bewe
ging van het schip klom naar boven.
Terwijl hij de verwilderde haardos met
de vingers enigszins trachtte te ordenen
bekeek hij de lucht aan alle kanten.
Daarna begaf hij zich naar de brug en
vroeg de schipper de wacht over te nemen.
..Ik denk dat we nog maar een uur te
stomen hebben", antwoordde Jan Visser.
..Het is de moeite niet nog naar kooi te
gaan
..Ik had gehoopt binnen te zijn, voordat
de zaterdagavondklokken op Urk beginnen
te luiden", zo ging hij verder „en je weet
wat dat vanavond voor mij zeggen wil."
De knecht wist het. Bij d« Urkers heerst
geen standsverschil en dit geldt in het
bUionder tussen schipper en knecht
De mensen die het grootste deel van
hun bestaan aan de elementen zijn over
geleverd en daarbij vaak in het aan
gezicht van de dood keken kenden zich
zelf te veel als mens dan dat zij door
stoffelijk bezit de afstand tot elkaar
zouden bepalen.
„Zou je niet eens een luchtje gaan
scheppen, schipper", hernam de knecht,
.je staat nu al van Amsterdam af in de
bedompte ruimte van de stuurhut."
Meteen nam hij het stuur over en nadat
de schipper nog even tegen het kompas ge
tikt had daalde deze de trap af.
Ja. die zaterdagavondklok zat hem van
avond wel erg in het hoofd.
TAN VISSER was twee en dertig Jaar ge-
J leden op Urk geboren, juist op een za
terdagavond toen het klokgebeier over het
eiland galmde.
Zijn vader had later vaak verteld hoe hij
op het ogenblik dat zijn oudste ter wereld
kwam in een dikke mist onder de Urker
kust zwalkte.
En nu vanavond? Zou het kind er al zijn?
Zes jaar hadden Antje en hij er naar uit
gezien.
Hun gebed was verhoord geworden en een
stille wens zou eindelijk in vervulling gaan.
Er was geen gevaar had de dokter ge
zegd toen hij de afgelopen maandag naar
Gisterenavond nog had hij van uit IJmui-
den naar Urk getelefoneerd en de medede
ling was geweest dat hel kind nu elk ogen
blik verwacht werd.
Hij had z^n vreugde en dankbaarheid
aan boord niet kunnen verbergen.
Bij het afscheid der laatste reis had moe
der vrolijk gezegd: ..Volgende week heb je
een stamhouder. Jan. en Je weet dat wij
Antje in alles terzijde zullen staan."
Ja. daar kende hij zijn moeder en de ge
hele eilandbevolking voor. Ze zouden af en
aan sjouwen en elkaar verdringen om hulp
te bieden zo lang dat nodig was
Wat zou alles knus zijn vanavond als hij
thuis kwam.
ZODRA de kotter de haven binnenkwam
zou vader hem toewuiven met de rode
zakdoek als het een zoon was en met de
hand als het een dochter was. ..Je krijgt
mijn witte zakdoek voor een dochter", had
moeder plagend gezegd.
Maar dat had vader haastig afgeweerd.
..Witte zakdoeken passen niet bij een zee-
Er zouden wel heel wat bezoekers komen
in Jan Vissers huisje achter de kerk.
Dat werden echte kraamvisites. De vrou
wen zouden allemaal de handen achter de
schort verborgen houden tot aan Antjes
kraambed toe en dan zouden ze de lekker
nijen en versterkende middelen uitstallen.
En alt het vanavond donker was sou hij
de buitendeur wijd open zetten dan zouden
de orgelklanken uit de kerk zijn woning
binnenzweven
En morgenochteod zou in de kerk ge
dankt worden voor de voorspoedige geboor
te.
Jan Visser hield zich vast aan het stag
en tuurde in de verte.
In geen enkele windstreek was een stukje
land tc bekennen.
Het leek of de zee gevangen lag in een
grote cirkel die de horizon om haar heen
getrokken had.
Het gebrom van de motor was bet enige
waarneembare geluid.
In de verte voer een zeilschip met volle
zeilen als een kloek die haar vleugelvracht
over haar jongen spreidde.
Op korte afstand volgden de andere sche
pen. Daar links asn bakboord stoomde de
U.K. 67,
Het was de kotter van Willem Baar as en
..De Vrouw Jannetje", heette bet vaartuig
van Willem Baarssen. zo genoemd naar
gijn vrouw die Willem kor tg tied ontval
len was
Het schip was toen nog niet eens eens
Urk hield voerde het een treurboom in de
vimp^
HET duurde één Jaar en zes weken.
Jan Visser keek naar de top van zijn
eigen mast waarin het rood-wit-blauw door
de wind gladgestreken wapperde.
Ja, hij haa een gezonde jonge vrouw,
maar die had Willem Baarssen ook gehad.
En 't was de geboorte van hun tweede kind
geweest die haar naar het graf bracht.
Jan Visser wist wel dat Willem Baarssen
zich diep in de schuld had moeten steken
voor hij de Urker vloot op de Noordzee
kon vertegenwoordigen.
,,'t Gaat om je kroost. Jan", had Willem
vaak tegen hem zegd.
..Je kent de Urker traditie; alles voor de
kinderen. Wij zien nu eenmaal niets lie
ver. dan dat straks, wanneer wij oud zijn
geworden onze kinderen het werk overne-
Daarvoor durven wij risico's te nemen en
daarvoor zetten wij iedere zondagavond de
benen kordaat op de plecht. Daarvoor vra
gen wij ook Gods hulp.
Dit alles overdacht Jan Visser terwijl hij
de ogen op de treurboom in de wimpel van
de U.K. 67 gericht hield.
Zes weken was het nu al weer geleden
toen alle Urker vissers achter de lijkbaar
van Willem Baarssens vrouw liepen.
Voorop de gemeenteveldwachter met zijn
glimmende pet op het hoofd en die een
eerbiedige afstand van precies drie meter
bewaarde tussen hem en de dragers van
Als een gebroken man had Willem achter
de baar gelopen en zijn gezicht in de rode
zakdoek verborgen.
ACHTER de familie liepen de belangstel
lenden. De vrouwen Voorop. De blanke
armen bekt door zwarte rouwwantjes en
op het hoofd een strooien hoed.
Hun zwarte muiltjes hadden geglommen
in de zonneschijn.
Achter de vrouwen liepen zij. de noordzee
vissers. De zilveren broekstukken waren
voor deze plechtigheid achterwege gelaten
en de karpoets die anders schuin op het
hoofd stond en hun blonde krullen vrij spel
met de wind liet stond toen recht op het
hoofd met het strikje in de gebruinde nek
ten teken van rouw.
Toen de predikant op de begraafplaats de
de U.K.124 en Jan
Visser zag hoe bij hen aan boord alles voor
de landing' in gereedheid werd gebracht.
Ook op de U.K. 67, de kotter die de
treurboom voerde, begon bedrijvigheid te
heersen.
En dan schoot hem een brok in de keel.
Wat had hij toch een stof tot dankbaarheid.
Zijn moeder had hem in zijn jeugd altijd
Seleerd alleen maar te zien naar mensen
ie minder met het aardse goed bedeeld
Dan groeide de dankbaarheid en dan be
reikte Je tevredenheid haast een toppunt.
Het is evenveel moeite placht zij te zeg
gen je in de ene dan wel in de andere
toestand in te leven. Het een geeft ons
een dankbaar hart en het andere slechts
jalouzie en hoogmoed.
Nu hij naar de U.K. 67 keek besefte hij
eerst goed de waarheid van haar woorden.
Het geklank der zaterdag avondklokken
zou Willem Baarssen straks onberoerd
laten en hem zou het zijn alsof zij de he
mel voor hem open luiden.
Steeds diohter naderden zij nu het ei
land.
Alles was nu duidelijk te onderscheiden.
Aan weerskanten strekten zich de forse
dijken uit als waren het machtige vleu
gels die Urks vooruitstrevendheid tot ver
buiten zijn grenzen uitdroegen.
Boven op de groene heuvel stonden de
huisjes dicht opeen gepakt en keken over
de stenen dam die Urk als een gordel
omsloot neer op de zee.
Het dichtst aan de kust stond het kerkje
aan de zee (Ned. Herv.kerk) dat zich zelf
met een groen bladerdek beschermd had
tegen de vaak woelige elementen en dat
zijn spitse toren als een waarschuwende
vinger verhief.
De witte vuurtoren staarde wat drome
rig over de zee evenals een oude visser
die onder aan zijn voet wat verpozing
zocht
66N (COZTjemAL
i J. de Boer
ken te klippen.
De klokken lieten dan één sombere klaag
toon horen en de vrolijke welluidende klan
ken werden dan uitgeschakeld. Dat gebeur
de alleen wanneer er rouw op het eiland
Dat zou vanavond anders zijn. De klok
ken van Urk zouden in alle tonen kwistig
hun vrolijke klanken over het dorp strooien.
In het gezin van Jan Visser de schipper
van de U.K. 124 was immers een kind gebo
ren en morgen zou het zondag zijn
Jan Visser liep terug naar de brug. De
knecht zag hem komen en hield het portier
reeds open.
..Zou je zoon al op de wereld zijn. schip
per". vroeg de kneent terwijl hij een vluch
tige blik op het kompas wierp.
De knecht wist wel hoe verlangend hij
naar een zoon uitzag.
Jan Visser maakte een gebaar als gold
het een onvoorspelbare uitslag van een exa-
,.'t Is een geschenk van boven, jongen,
en dus willen we dankbaar ontvangen, dat.
wat God denkt dat goed voor ons is. Ook
als het een dochter is."
Dat begreep de knecht. Zelf had hij vier
dochters en voor al het goud van de wereld
zou hij er niet een willen missen, ook niet
als hij daar een zoon voor in de plaats zou
kunnen krijgen.
,,Ben je nu niet blij. schipper", hernam
de knecht. ..dat ik die bloemen afgewimpeld
heb die je voor Antje wilde meebrengen?"
Jan Visser gaf niet dadelijk antwoord
maar een glimlach begon om zijn mond te
•pelen.
TTOE kwam hij er ook bij om zo pardoes
■TA een bloemenzaak binnen te stappen en
een keus te maken.
Hij zag mooie rode en witte. Die had hij
willen hebben. De naam kende hij niet
eens maar hij had ze maar rozen genoemd.
De twee jongste knechts hadden er met
open mond bij gestaan, maar de oudste had
het afgeraden
..Hoe moet je ze vanavond van boord krij
gen. schipper", had hij gevraagd
..Hier in Amsterdam gaat het nog maar
je weet dat je op Urk met geen bloemen
kan lopen als noordzeevisser.
Dat is iets voor schoolmeesters en kan
toorheren". Maar hij had zich niet zo maar
uit het vekl laten slaan en met trots had
hij op de wijde broekzakken gewezen.
Daar konden ze best in er tussen zijn
baadje zou hij er ook een paar doen.
Wie zou hem dan nog belet hebben om
vanavond regelrecht naar Antjes kraambed
te stappen en haar het geurende boeket
in de armen te leggen.
Maar zelfs de bloemenhandelaar zag hier
niets In want hij deed ineens geen moeite
meer om zijn bloemen aan de man te bren
gen.
Och, wat besefte zo'n men ook van zijn
Seluk. Wat wist hij van een schone zater-
agavond op Urk en een stille zondagmor-
i willen zoeken.
STRAKS op weg naar Antje. onder het ge-
klank der klokken zou hij dit toppunt
opnieuw beleven.
En dan rees daar ongemerkt uit het wa
ter op het oude eiland Het leek of de ho
rizon moeilijk een geheim prijs gaf.
Het was nog maar nauwelijks zichtbaar er
slechts de witte vuurtoren onderscheidde
zich van de vormloze massa.
Jan Visser nam het roer van de knecht
weer over en deze begaf zich naar het
vooronder om de beide jongsten te wekken.
Da andere achepen voeren oog steeds
DOOR de nauwe straatjes van Urk ging
de dominé. Hij was op weg naar de
kerk om daar de klokketoren te be
klimmen.
Hij wilde de koster vragen te wachten
met het luiden der klokken tot de noord-
zeevloot binnen was.
Vanavond moest er geklipt worden want
er was een dode op het eiland.
De vrouw van Jan Visser, de schipper
van de U.K. 124 was gestorven bij de ge
boorte van haar eerste kind en de predi
kant was zojuist van het sterfhuis terug
gekeerd.
Heel het dorp was onder de indruk van
dit plotseling sterven.
Reeds waren de witte overgordijntjes ge
sloten zoals dat op Urk gebruikelijk is.
De kotter van Jan Visser was nog on
derweg naar huis
Terwijl de dominé daar zo voort liep
vroeg hij zich af op welke wijze hij de
schipper het best kon verwittigen.
Gelukkig had hij de schippersvrouw nog
levend en bij kennis aangetroffen.
..Geen hoop meer voor moeder en kind"
had de dokter hem haastig in het oor ge
fluisterd
En terwijl de U.K. 124 voortijlde naar
het eiland was hij bij het bed van Jan
Vissers vrouw gaan zitten. Hij had de han
den van de slap neerliggende vrouw in de
zijne genomen als wilde hij haar zo be
moedigen voor de reis naar de eeuwigheid.
Toen had hij gebeden. Vurig gebeden. En
zij had gefluisterd, ,.hoe veilig zij in Jezus'
armen was".
Een glimlach was op haar gelaat ver
sohenen en deze was niet meer geweken
ook met toen zij de laatste adem uitblies.
En nu lag zij daar met haar dode doch-
tertje in de armen. Nooit zou een zoet kin
dergeluidje h®1 °°r van de moeder strelen
zouden heldere kinderoogjes de
me en te voorstellen.
De moeder zelf was reeds met haar
kind in de armen op weg naar Jezus.
De glimlach die haar gelaat bij het af
scheid sierde zou door Hem vervolmaakt
worden tot een eeuwig durende.
LIEMELSE koren zouden een volmaakt
lied zingen
jism uij«uen aan ae
Wanneer Jan Vissers oor straks"hët 'ga-
klip der klokken van Urk zou opvangen
dan zouden zijn vrouw en kind reeds toe
ven onder de welluidende volmaakte klan
ken der klokken van Jeruzalem.
DIJ de ingang van de haven klonk zwaar
1J geronk. Het waren de motoren van de
Urker noordzeevaarders die na een vol
brachte reis op het punt stonden de haven
in te stomen.
Op de brug van de U.K. 124 had de oud
ste knecht de wacht weer betrokken. De
twee jongsten stonden op de uitkijk.
En beneden in het vooronder? Wie was
daar nu ook weer? De knecht had nog
moeite zijn gedachten te ordenen.
Daar beneden in het vooronder zat de do
miné en hij sprak met de schipper.
Wat had de predikant nu ook weer voor
•en boodschap, toen hij zo Juist van een
grijze politieboot op de U.K. 124 overstap-
mandant van de politieboot tegen de knecht
gezegd. De schippersvrouw was overleden
Wat zei Jan Visser nu toch ook weer?
O ja. hij had het over bloemen en over
een treurboom.
Waarom lagen dia Urker kotters au ao
Over drie dar en
aüMïr.= .het leven
tikkeltje weemoe,
dig. want het geel
worden van de
bladeren van de
bomen, het vroege
Invallen van de
avond, de Noord
westers en de grauwe luchten gaan t.
nooit onopgemerkt aan ons voorbij.
Het Herfstbeeld beïnvloedt sterk
onse stemming. We weten dan nooit
goed. wat we zullen doen. Als we
door de bossen rijden en we ruiken
de scherpe geur van de grond en
van de bomen, en we zien het
goud-geel getinte bladerdak, dat
by elke windstoot doorzichtiger
wordt, krijgen we de neiging verre
reizen te maken. Reizen, die een
paar jaar zullen duren. De ijle.
kringelende rook, die opstijgt van
de velden, als de boer het onkruid
verbrandt, de mistige morgens, de
grauwe akkers, de nachtvorsten
dit allea grijpt ons even fel aan.
Over drie dagen begint de Herfst
en daarom zijn we een tikkeltje
weemoedig.
linilllUillllBllllMlIllMIIIMIillllUIIIIIIIIIIII
Heel Drimmelen (van Made
en Drimmelen) wilde er bij
zjjn en daarom reden we maar
kalm achter de stroom fietsers
en wandelaars aan en kwamen
toen vanzelf bij de Amer. Daar
vonden we de heer Chris Hit
ters, die met zijn genodigden
vol ongeduld het ogenblik ver
beidde, waarop het luxueuze
jacht van een ons onbekende
rijke Amerikaan te water kon
worden gelaten.
..Nog een minuut oi tien. dan is
het water hoog genoeg en gaat het
gebeuren", riep hij ons haastig
toe terwijl hij ons voorbij snelde
om nieuwe gasten te begroeten.
Het had var. ons nog wel een
half uur mogen duren, want het
was gezellig op zijn werf, en als
bij elk feest amuseerden we ons
best. Leden van de watersportver.
eniging Amer. nonchalant in luch
tig sportcostuum, mengden zich
tussen de officiële gasten, cie zich
voor deze gelegenheid oo.e officieel
hadden gekleed. De zon scheen
stralend, het nieuwgebouwde jacht
was rijkelijk gepavoiseerd en
iedereen was vrolijk.
..Dat het, toch betrekkelijk laat
in het jaar. nog zulk verrukkelijk
weer is!", hoorden we een dame
SECRETARESSE
Het bericht komt uit New York.
Een bekende bedelaar. Frank Gon-
zoles geheten, kon het werk niet meer
hfl belastte met het beleggen van zijn
gelden en het invullen van ztfn be
lastingbiljet. De politierechter ver
oordeelde hem tot een boete van 50
dollar. „Geen centje pijn", moet
Gonzoles hebben gezegd. „Met een
dag bedelen haal ik ruim honderd
dollar op".
IB" bowM
TELEURSTELLENDE ERVARING
Een commies van de inkomstenbelasting kwam voor
privé-zaken op bezoek bij dominee Hilary Zwisler te Akron
in de Amerikaanse staat Ohio. „Nu ik toch hier ben", zei de
commies, „zou ik graag uw kerk eens willen zien, want ik
heb er erg veel over gehoord." De dominee nam zijn gast
mee naar het kerkgebouw en leidde hem (trots) rond. „En
wat denkt u er van?" vroeg hij na de rondgang. Jk ben diep
teleurgesteld", antwoorde de commies, „want als ik naar de
hoge bedragen kijk. die de mensen als giften aan uu) kerk
op hun belastingbiljet in mindering brengen, zou je moeten
aannemen, dat de vloeren en de banken waren ingelegd met
zuiver goud
een nieuw jacht en
een grote biefstuk
met haar propaganda ook op het
water. Volgend jaar hopen we een
café-restaurant met hotelaccom
modatie rijker te zijn. De gemeen
teraad telt dertien leden en twee
wethouders, en we komen onge
veer 17 maal per jaar in verga
dering bijeen".
,,U bent nog een jonge burge
meester". zeiden we tot drs. Crul.
,.Pas op", antwoordde hij, ..ik
loop tegen de vijftig. Man. ik heb
al twee studerende zoons."
Biefstuk
in een. wat we dachten, gouden
japon met een grote goudblonde
strohoed op. zeggen. ,,Is het waar,
dat dit jacht ton heeft ge-
koet?". informeerde een heer bij
een andere heer.
Made's breedgeschouderde ge
meente-secretaris C. W. Smits
was in druk gesprek gewikkeld
met de beide wethouders, burge
meester drs. Crul luisterde met
aandacht naar een overste van de
landmacht en een paar teenagers
bewonderden eikaars japonnen.
Gemoedelijk
werkplaats, waarin
uc >cv.»iciiatlng de gasten zou- n
den worden ontvangen, schonk de De enige man ter wereld, die een
heer A. Stoop vast tientallen gla- vergunning voor het houden van een
zen vol met sherry en legde hij zwaard bezit, is de zegelbewaarder
zoute krakelingen, zoute staafjes van het Paleis van Justitie in Parijs
en koekjes op schaaltjes. „Ik doe nior-cn hii met bet zwaard
om He heer Hittor. to helnrn" m®rien *aaI »U net IWaarf1
fie bij Cor van Drimmelen en daar
was het, dat we slager G. C. de
Laat ontmoetten. ..Kom nog even
een lekkere biefstuk bij me eten",
bood hij aan. en dat aanbod heb
ben we aanvaard. Het was een lan
ge. hoge biefstuk, die ons werd
voorgezet van een 'dbor ons niet
te schatten gewicht, ,,'n Beste
biefstuk", prezen we, ,,'t Zal we
zen", zei slager De Laat, ,,'t zal
wezen, hij is van het onderste ge
deelte van de walm", en dat heb
ben we goed onthouden. „In Drim
melen". zei slager De Laat, „ben
ik de enige slager. Ons dorp telt
zo een 1.000 inwoners en wilt u
geloven, dat ik met het slachten
van twee koeien in de drie weken
niet toekom? En dan slacht ik ook
nog een varken per week. Wel
thuis", zei hij. toen we na een
uurtje opstapten. ,,We komen heel
gauw terug", beloofden we.
MARKT
Sinds we eens
een morgen, een
middag en een
avond hebben
doorgebracht op
de Utrechtse kun-
stenaarsmarkt, be- Lfl
horen we jaarlijks
tot de vaste be
zoekers, en zo
stonden we dan
ook woensdag op
het Janskerkhof,
vlak achter de
burgemeester en naast de territo
riaal bevelhebber en bij de hoofd
commissaris van politie. We hebben
met aandacht geluisterd naar de
openingsrede van de heer J. van
Staveren en intussen, voor zover
dat mogelyk was. naar het dichtst
bijzijnde geëxposeerde werk ge
keken. We vonden het erg mooi en
het initiatief de kunstwerken in
kraampjes op een marktplein ten
toon te stellen zeer lofwaardig. Zo
hoort het ook, naar onze mening.
De kunst dient by het volk ge
bracht. Begeleid door een lieve
dame zijn we langs de kraampjes
gewandeld. We hebben geprobeerd
te raden welk schilderij bij welke
schilder hoorde. Misschien hebben
we een prijs. En als dat eens dat
ene schilderij zou zijn!
heeft verlaten. En op grond van
oud voorschrift moet de aegel-
der ajjn zwaard altjjd bjj sich
dit om de heer Hitters te helpen",
verduidelijkte hij. „Ik zit helemaal
niet in dit vak. ik ben n.l. de 'ji«
postbesteller hier". We vertellen dienstwoning, die hei
dit alleen maar om te bewijzen
hoe gemoedelijk het er in (Made
en) Drimmelen aan toegaat.
„Dit is het eerste schip, dat op dragen,
de nieuwe werf is gebouwd", ver
telde de heer .Hitters later. „En
het is een mooi schip", zei hij met
trots. „Het is comfortabel inge
richt en voorzien van de modern
ste nautische instrumenten. We
hebben altijd veel werk uit het
buitenland Dat komt zo vanzelf
als je behoorlijk werk levert", zei
hij nog. en hij mooht dat zeggen,
want hij is. hoorden we. een kun
dig man, die hard meewerkt en
niet rust voordat alle puntjes op
de i zijn gezet. „Ik ben 36 jaar",
vertelde de heer Hitters. ..en van
jongsaf aan heb ik aan de water
kant gezeten. Schepen bouwen is
een mooi vak".
Zet maar A
Op de receptie dronken we nog
een glas sherry met burgemeester
Crul. wiens voorletters we wilden
weten. Hij zei: ..Zet maar A. Ik
heb zes voorletters. Mijn vader zei
n.l. altijd: als je van achteren
niets hebt. moet je van voren iets
hebben". Burgemeester Crul is
sinds 1946 eerste burger van Ma
de en Drimmelen. „Voordien was
ik 15 jaar bestuursambtenaar in
Indië. De laatste tijd zat ik in So
lo en bestuurde daar in mijn een
tje een gebied met een 3V4 mil
joen inwoners. Made en Drimme
len tellen samen 8.000 zielen en
De heer N. D. de Ou4e. direc
teur van „Femina" (consumenten
beurs en tentoonstelling), zat juist
aan de lunch toen we de Rotter
damse Ahoy'-hal binnenstapten.
„Hoe staat het met het damesbe
zoek?", vroegen we hem. „U
heeft een heel verkeerde voorstel
ling over het doel van „Femina".
zei hij zuchtend. „We willen niet
alleen de vrouw bereiken, maar
het hele gezin. Nu weet ik wel.
dat de vrouw van het gezin is.
maar dat neemt niet weg. dat we
toch de man hier graag zien. Ge
lukkig hebben we daarover geen
klagen. Schattlngsgewijs zijn er op
elke 100 bezoekers 40 mannen".
Als u de heer De Oude niet
mocht kennen: hij is een inne
mend mens. Van achter ronde
brilleglazen kijken een paar vrien
delijke ogen u lachend aan. Zijn
haar is spierwit, en dat is, gelo
ven wij, niet alleen te wijten aan
zijn leeftijd. „Uiteraard hebben we
elk jaar opnieuw onze zorgen",
vertelde hij. „We moeten met on
ze „Femina" actueel blijven en we
moeten er voor zorgen, dat we en
standhouders en bezoekers tevre
den stellen. Het is dus zaak, dat
we ons op de hoogte houden van
hetgeen er te koop is. En dat
brengt mee. dat we naar de be
langrijkste beurzen in het buiten
land gaan om indrukken op te
„In de jaren, dat we onze „Fe
mina" houden, hebben we haar
niet alleen geconsolideerd, maar
ook uitgebreid. We zijn begonnen
met de Ahoy'-hal en nu hebben
we de Energie-hal eveneens in ge
bruik. De „Femina" is uitgegroeid
tot een evenement in de eerste
plaats voor de provincie, maar
daarnaast ook voor West-Brabant
en Zeeland. Het bezoek loopt weer
best. Tot op heden hebben we al
1.300 bezoekers meer genoteerd
dan in de overeenkomstige periode
van vorig jaar. Vorig jaar hadden
we in totaal 90.000 bezoekers, en
ik denk wel, dat wie dit jaar de
100.000 halen. Heeft u al een wan
deling over de „Femina" gemaakt.
Tot de 24ste kunt u er terecht."
had de U.K, 67 de
Wa
hij Urk niet vinden kon"
En kijk eens, ze voerden ineens allemaal
de vlag halfstoks. Natuurlijk dat moest zo.
De Urkers op de andere schepen stonden
bedrukt op de plecht met de handen in de
wijde broekzakken. De strik van de karpoets
achter in de nek geschoven. De knecht frun
nikte wat aan zijn eigen karpoets.
Onder de haven van Urk was de rouw in
getreden op de vloot. De scheepshoorns zou
den hun komst niet aankondigen maar ge
ruisloos zouden ze de haven binnenglijden.
Daar schoof reeds de U.K. 67 tussen de
havenhoofden door De begeleidende sche
pen met in hun midden de U.K. 124 volg
den onmiddellijk.
En dan verscheen aan dek het vriende
lijke gelaat van de predikant.
„Wat een vreemde aanblik", dacht de
knecht.
Deze man die Je je alleen maar op de
kansel kunt vooratellen en aan een ziekbed
liep daar onvervaard over de plecht van
een noordzeevaarder.
„Ik ga met de schipper naar huis. van
Veen", zei hij tegen de knecht. „Goed do
miné". antwoordde deze.
Meteen draaide hij het stuur en de
kotter van Jan Visaer schuurde langs de
havenkant.
De predikant daalde de trap naar het
vooronder weer af en kèerde even later
met Jan Visser terug.
Deze verborg het gelaat in d« rode zak
doek.
Toen zij aan wal stapten begonnen de
klokken van Urk te klippen.
Nog eenmaal wierp de schipper een blik
naar zijn kotter.
Volgende reis zou hij een treurboom voe-
yOORDAT we ons naar de Ridderzaal begaven om te
luisteren naar de Troonrede, waarmee Hare Majesteit
de Koningin het parlementaire jaar zou openen, en te
kijken naar het geschitter en het geflonker van de unifor- IT'rfijc
men der hoogwaardigheidsbekleders, dwaalden we nog
een ogenblik door het gebouw van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal, waarin, naar we meenden, de banken
leeg zouden staan. Maar we hadden ons vergist. Nog tijdig
konden we een buiging maken, en zeggenDag heren
Tilanus! U ziet ze op de foto: het Kamerlid H. W. Tilonus,
in het ceremonieel tenue van majoor der Artillerie, zyn
zoon en diens zoon. Drie generaties.
INBREKER
..Ik was van plan u té beroven, maar u bent zo mooi.
dat ik het niet over mijn hart kan verkrijgen dit te doen,"
zo hoorde de 23-jarige knappe Parisienne Colette Gaure
zich toevoegen, toen zij midden in de nacht wakker werd.
Haar bezittingen mocht zij behouden, maar de gentleman-
inbreker vroeg haar toestemming om twee flesjes bier te
mogen opdrinken.
MAZELEN
Een Londense kinderarts vond het uit het oogpunt van
verpleging gemakkelijker als zijn vier kinderen tegelijk
mazelen kregen. Om dit te bereiken bracht hij een kind.
dat aan mazelen leed. in kontakt met zijn kinderen en toen
wachtte hij rustig af wat er ging gebeuren. Kort daarop
wist hij het. De enige in de familie, die wegens mazelen
het bed moeat houden, was hijzelf. Zijn kinderen bleven er
vrij van.
Voor da kust van de Franse
Rivièra hebben duikers het wrak
van een schip gevonden, dat vol
gens archeologen een van de
vrachtschepen moet zijn, die het
leger van Julius Caesar ten tijde
van de veldtocht in Frankrijk be
voorraadden. In het wrak werden
nog honderden, waterdicht geslo
ten, vaten aangetroffen. De in
houd moet bestaan uit tonijn en
ansjovis in olie. uit honing, wijn
en olijfolie. Hoewel men er van
overtuigd is, dat deze levensmid
delen intussen voor de consumptie
ondeugdelijk zijn geworden zijn
zij voor de wetenschap van groot
nut. De wetenschap n.l. kan door
deze vondst antwoord krijgen op
de vele vragen over de „voedings
industrie" in de Antieke Wereld.