NEDERLANDSE JONGENS C GEEN HEREOF, maar rusthuis voor stoere veteranen huis vallen. het is toch militair ge- dat we ver- hier geen ech- egtuigen, maar llvliegtuigen. kent ze wel, kleine ranke elletjes, sa- lesteld uit wat I en papier. lbouwen in ons land Ingang gevonden. Zoveel jongens •n er hun hart aan verpand, !r thans 70 clubs zijn, alle euiue Ccihsrljc tffournnt fflllllllWiiiHIlil eenvoudig om- .lEDERLAND heeft tenmin- M ste 2500 vliegtuigen meer officieel is geregistreerd, in enkele militaire inlichtin- dienst zal u er Inlichtingen r verstrekken. Niet omdat I dit om strategische redenen niet wM, men het niet kón. fie de luchtvloot zoekt op de Nederlandse vliegvelden, zal irgeefs zoeken. De vliegtuigen zijn er niet. Waar men ze wel kan vinden? Op de zolders van woonhuizen of, wan- r het goed weer is, daar waar een vliegtuig thuis hoort: in bcht. Het zijn toestellen, die ontworpen en gevlogen worden r Nederlandse jongens. Jongens, die gemiddeld niet ouder dan zestien jaarl ontwerpen eigen luchtvloot van 2500 vliegtuigen it met de deur pen: het be lucht. Lang en statig glij- e voort, soms erden meters dan als de is verloren 1 .rt gras te dui- hollen estelletje op en en het r het bij de :t beschadigd te maken 1 Niet zonder trots zenden an vliegtuig het luchtruim in. rs: het is het resultaat van i bouwen, uren van pie- proberen en nauwkeurig rueren. Want een „luchtwaar toestel heeft men niet zo één, twee. drie in elkaar ge- laarvoor komt een grote ao- indigheid en nauwkeurigheid D. Een paar gram te veel ge- aan een van de vleugels kan ildoende zijn om het toestel terlijk te doen stranden, iwijls kunnen de jongens dan, eer het vliegtuig een flinke ih" heeft gemaakt van vo lt aan beginnen. En wat dat :ent, vraag dat maar eens een echte modelbouwer. We »n met opzet echte mo- uwer, want die alleen zal ;r gaan wanneer zijn toestel linke kneus heeft opgelopen, iet-echte zal er mee ophou- »m er nooit meer aan te be lli. Het modelbouwen is een r, die doorzetting vereist en ld. Het voornaamste werk is jrs het bouwen en dat vergt 7TÓ weken, maanden soms. 70 Clubs I zijn vooral de jaren na de iloten bij de Koninklijke Prlandse Vereniging voor helvaart, die in 1934 de afde- Inodelvliegtuigbouw oprichtte, delaal tellen de clubs ongeveer Meieden. Jongens. die stuk >2, stuk warm lopen voor hun f. De meesten beginnen er re als ze 12 zijn en sommi- Wc|elfs nog eerder. begin is nogal eenvoudig en Adien: het hoeft niet veel berte kosten. oud scheermesje, wat balsa- langvezelig papier. een schuurpapier een tubetje ,seen wat spanlak, ziedaar het noè instrumentarium van de stpigbouwer-in-de-dop. een Vele kneepjes i de club krijgt hij een teke- die hem moet helpen bij tiuwen. Een tekening van tandaardtype niet te inge- ld want al lijkt het bouwen tt eerste gezicht eenvoudig, agens merken al gauw. dat g vele kneepjes aan te pas voordat het eerste toestel stapel loopt" voordat het dan zijn eerste vlucht achter de rug heeft er dikwijls nog heel wat ferbouwd worden. Maar de bouwer is dat juist de e het bouwen vormt het ite en interessantste deel ie hobby, zo zeggen de jon- |n het geeft grote voldoening s i lange tijd werken binnens- let toestelletje een geslaag- i: acht maakt. kan men verder gaan. n ïedig worden ingewikkelder aigen gemaakt. Voorlopig al- »g „zweefkistjes". maar als igens er dc slag van te aak- lebben komen er motoren n pas. Eerst een „rubbermo- 11 dat bestaat uit sterk zn- en en krachtig aflopende rstrengen en daarna de p. benzinemotor. „Kinderspul"? dat niet te gauw. dat dit maar ..kindersnul" is. Al e toestelletjes dikwijls klein. Irden opmerkelijke resulta- >ee bereikt. Soms bereiken igten van 7 a 800 meter en lotste afstand, die ooit in land werd afgelegd be- l 85 kilometerl raard wordt de hobby dan er maar voordat men zoyer in de jongens ook al weer sar jaartjes ouder en velen en verdienen dan al. zodat ikje bij beetje de onderde- 58 Oor een dergelijk vliegtuig n aanschaffen. Het modern- in het modernste Is het ra- Jiseh bestuurde model. Op #nd staat een klein zendap- tje en In het toestel is een cuul ontvangertje aanee- l. Is het vliegtuig eenmaal lucht, dan kan het geheel e grond af worden bestuurd middel van de zender, die Dr. Plesman Wijlen dr. Albert Plesman, één vau de grootste luchtvaartpio niers, die Nederland heeft ge kend, was een sterk voorstander van de modelvliegtuigbouw. Hij was het ook. die met enkele an deren de eerste club oprichtte. Dat was in 1913, even voor de eerste wereldoorlog. De club kreeg de naam Proef Aeroplane Sportclub, en was in Den Haag gevestigd. De leden kwamen uit alle delen van het land. De be langstelling werd echter pas goed opgewekt na de sensationele vluchten van de Uiver en de Snip in de dertiger jaren. In één slag was Nederland air-minded" geworden. Bij de K.N.V.v.L. vond men dat wel grappig, maar belangrijker vond men het met het oog op de toekomst van de luchtvaart dat de jeugd belang stelling bleef tenen. De kwestie werd in het hoofdbestuur bespro ken en het gevolg was. dat er in 1934 een onderafdeling werd op gericht: de afdeling modelvlieg tuigbouw. 2500 Leden uit alle delen van het land. En kele malen per week komen zij bijeen om te bouwen. Hoofdzake lijk "s winters, 's Zomers trekken zij naar buiten om hun modellen het luchtruim in te sturen. Te vens staan er wedstrijden op het programma. Er zijn zelfs nationa le kampioenschappen. De win naars daarvan nemen deel aan internationale ontmoetingen en tot nu toe hebben zij daar steeds een prima figuur geslagen. Zo bezette de Nederlandse ploeg nog enkele maanden gele den op de Europese kampioen schappen In Saarland de tweede plaats. Volgende maand gaat er weer een ploeg naar Brussel voor de wereldkampioenschappen lijn bestuurde vliegtuigen. Zij zullen daar laten zien, dat de Neder landse vliegtuigbouwers hun man netje staan. Dat Nederland, het land waar eens de grote Fokker zijn werk begon, op het gebied van de vliegtuigbouw een belang rijke plaats inneemt. Ook al gaat het hier dan alleen maar om de vliegtuigbouw ln miniatuur. Nationaal Automuseum Driebergen WJ IE in de vakantie door Driebergen rijdt, ziet daar op een groot spandoek het woord „Automuseum" staan. Op het eerste gezicht lijkt het misschien een beetje vreemd om oude auto's in een museum te zetten. Toch is het vanzelfsprekend, dat vooral in de laatste jaren de belangstelling voor de geschiedenis van de auto en daarmee voor de weinige vehi kels uit de oertijd, die aan de slopershamer ontkwamen, zo toegenomen is. Een Amerikaan heeft eens gezegd, dat niets ook maar bij be nadering zo'n invloed heeft gehad op de sociaal- economische ontwikkeling van de Verenigde Staten in de eerste decennia van onze eeuw als de T-Ford. Deze uitspraak is veel minder overdreven dan men zo op het eerste gezicht zou denken. T-Ford aanwezig ln dc vorm van een brandweerauto, die ruim drie jaar geleden in Heer Hugowaard nog dienst deed. signalen uitzendt, welke door het ontvangapparaat ln het vliegtuig worden opgevangen en waardoor de richtingroeren worden be diend. Aan de lijn En dan is er nog een andere mogelijkheid voor de modelbou wer: het lijnbestuurde vliegtuig. Kleine vinnige toestelletjes, met motoren, die een hels lawaai ma ken. Aan de lijn laat de bouwer het vliegtuigje in een wijde boog om hem heen vliegen, intussen de vreemdste capriolen uithalend. Enorme snelheden worden met deze toestelletjes bereikt. Want wist u. dat ze meer dan 160 km per uur vliegen? Merkwaardig Is, dat de model vliegtuigbouw honderden jaren voor het eerste echte vliegtuig is ontstaan. Leonardo da Vinei hield er zich al m»f bezig en ook de oude Chinezen bouwden model len. Vreemd is dat eigenlijk ook weer niet want juist het echte vliegtuig is ontstaan uit kleine modelletjes. Vliegtuigbouwers ais de gebroeders Wright, Farman en Blcriot maakten eerst model len voordat zij met de bouw -an het eigenlijke vliegtuig be gonnen In onze moderne tijd ziet men dat ook. Er zijn windtunnels gebouwd, onder meer in het nationaal luchtvaart laboratorium te Am sterdam, waar de modellen op hun ca paciteiten worden beproefd. Door deze tunnels wordt met grote snelheid lucht gevoerd om te kun nen constateren hoe het vliegtuig zich ge draagt. Ook de nieu we Fokker Friend ship is op deze ma- gebouwd. Wie hun modellen haasje over laten buitelen door het luchtruim straks bekende vlieg tuigbouwers. Bekend is in ieder geval, dat 32 procent van deze jongens later een baan vinden ln de technische vak ken van de lucht vaart, want spelen derwijs hebbén zij al vele problemen be studeerd. die samen hangen met het vliegtuig en het De T-Ford is het symbool van het goedkope (350 dollar), be trouwbare in massaproduktie ver vaardigde voertuig, dat Amerika heeft gemotoriseerd. Deze auto doorbrak het isolement van het platteland en stelde de Amerikaan uit de stad in de gelegenheid om zijn land te leren kennen. De mil joenen Fordjes drongen tot ver betering van het wegennet en zorgden ervoor dat de staatsgren zen in het onmetelijke land ver vaagden. Hoeveel hierdoor is bij gedragen tot het ontstaan van een uniformer levenswijze, van wat tegenwoordig betiteld word als ..the American way of life" valt niet te berekenen. De T-Ford gaf de stoot tot het ontstaan van het systeem van de lopende band en van de moderne massa-productie. De goedkope au to maakte een geheel nieuwe ste denbouw mogelijk met vriendelij ke woonwijken op grote afstand van de fabriekscentra. Uit dit ver voermiddel ontwikkelde zich de tractor, die de landbouwmechani satie en daardoor de verveelvou diging van de agrarische produk- tie inleidde. En nu deden we nog maar een greep, waarbij de vele aspecten van de reorganisatie der rond het modernst dernste: het radiografisch be stuurde vliegtuig. In het koffertje links bevindt zich de zender, ter ts ijl in het vliegtuig de ontvan- distributie nog buiten beschouwing Moeite en toewijding We willen maar zeggen, dat de ontwikkeling van de auto toch echt een veel belangrijker onder deel vormt in de sociaal-economi sche geschiedenis van onze eeuw dan velen denken. In ons land wordt die auto-historie bewaard en geïllustreerd in het Nationaal Automuseum te Driebergen, dat verbonden is aan het Instituut voor de Autohandel. In nog geen vijf jaar tijd heeft de heer G. Riemer. de directeur van dit In stituut, met ontzaglijk veel moei te en toewijding een unieke ver zameling bijeengebracht, die nog steeds groeiende is. Een verzame ling, die natuurlijk allereerst het onderwijs in het I.V.A. dient, maar die van de zaterdag voor Pasen tot 16 oktober ook voor het publiek openstaat. En de belangstellenden komen opzetten bij drommen. Tijdens ons bezoek zagen we heus niet alleen auto-technici tussen de oude au to's en de andere collecties rond scharrelen Het waren juist de niet-ingewijden, de gewone huis vaders met vrouwen en kroost die het leeuwendeel van de bezoekers vormden en die met de grootste Interesse naar de levendige expli catie van de directeur luisterden. Daar staan ae dan, de wonder lijke voorlopers van ons vertrouw de en betrouwbare vervoermiddel van nu. De „Veteran cars" zoals de Britten ze noemen. Vreemde Deze Panhard Let, had een 2 cylindern buisontsteking cn tuig vertonen. Auto's met maximum-snelheid van 20 km per uur of minder, met zonderlinge constructies en vol rare kuren. Wagens, die om rijdende te blij ven elk half uur dc liefdevolle zorg van him eigenaars nodig had den, maar die telkens hier en daar toch ook geniale vondsten la ten zien; constructies die zich ln verbeterde vorm tot op de huidige dag gehandhaafd hebben. Een wandeling langs deze oud jes. die hier liefdevol .verzorgd worden en in glanzende welge daanheid van veel koper en ge verfd hout staan te pronken, ver plaatst de moderne automobilist in een andere wereld. Een we reld van in s'.ofmaskers en brillen, in ..parapluies de chauffeur" en petten met stormbanden gehulde voorgangers, die juichten als de helft van de deelnemers aan een tocht Amsterdam-Parijs deze ge weldige afstand van 500 km in drie dagen wist af te leggen. Man nen, die achtervolgd werden door veldwachters en verontwaardigde boeren, geplaagd door panne op panne zonder enige kans op des kundige hulp onderweg. Pioniers als die Haagse automobilist, die bekeurd werd omdat hij op de Koninginnegracht „sneller reed dan een paard en rijtuig in mati ge draf". Of als de man uit Bra bant. die ontheffing kreeg van het verbod om met een motor voertuig te rijden, mits hij onder meer ..bij mist of sneeuwval een onafgebroken luid signaal liet horen". In het museum bevindt zich nog de hoorn met koffiemo lenzwengel. die zo'n signaal moest voortbrengen. De automobilist, die door de fis cus nog steeds als vogelvrij wordt beschouwd, had toen ieders hand legen zich. Elke wegwerker van Rijkswaterstaat mocht hem rond de eeiuwwlssellng bekeuren, alleen als zo'n In snelheden gans onbe dreven functionaris maar ver moedde dat het monster op «delen harder reed dan 25 km. Men be taalde dan ook maar regelmatig boeten zonder ooit voor de rech ter te verschijnen, want dat hielp toch niet. Kapitalen gingen ook heen aan de vergoeding van dood gereden kippen, honden en ande re dieren. In de paraplustandaard van één der wagens ln het mu seum staat nog de knots, die de berijder eens nodig had om In de dorpen de woedende mensenme nigte van zich af te houden, als er door zijn toedoen een paard op kennis maken. Hier staat Benz van 1894 met rijtuigwielen en een echte bok. Geen wonder da', deze auto als „Wagen ohne Pferde" aan de markt werd ge bracht. Het vehikel heeft 1 cilin der en het kon in de eerste ver snelling 8 en in de tweede ten hoogste 12 km per uur rijden. De versnelling werkte met riemen en poelies, wat tot gevolg had dat bij vochtig weer de zaak ging slippen terwijl bij hevige hitte de krim pende nemen de hele zaak muur vast lieten lopen. Kettingen zorg den voor overbrenging van de mo torkracht naar de wielen. Breken en aflopen van kettingen kwam regelmatig voor. In 1867 voerde de heer M W. Aertnys uit Nijmegen de eerste en al veel verbeterde Benz in Ne derland binnen. Daarrtiee was het aantal benzine-voertuigen toen in ons land op drie gebracht. Hij ging de wagen zelf aan de fa briek in Mannheim halen en had zes dagen nodig om de reis naar Nijmegen te maken. In die tijd versleet hij ruim een dozijn onder brekerveertjes. Elk half uur moest de carburateur een kleine tank waarin de benzine moest verdam pen door het opendraaien van een kraan weer uit de grote tank worden bijgevuld. Tegelijkertijd konden dan de diverse vetpotjes op de lagers uit de grote vetbus van nieuwe voorraad worden voor zien. Dc douane had het moeilijk bij de invoer van dit vreemde voertuig Eén ambtenaar wilde We kunnen de oude auto's niet de rug toekeren, zonder nog even te hebben stilgestaan bij de twee vertegenwoordigers van de glo rietijd der Nederlandse auto-in dustrie in dit gezelschap: de Spij kers. De njtuigmakerij van ae Gebr. Spijker in Amsterdam, die een zeer goede naam had en on der meer de befaamde Gouden Koets vervaardigde, begon rond de eeuwwisseling auto's te fabri ceren. Oank 7.i' .iet feit. dat ze de begaafde Fransman Laviolette als dienst namen, le- die zelfs dc veeleisende Engelsen verbluft deden staan. Zo staat hier dan de beroemde Spijker uit 1903. de eerste zesci linder ter wereld met een cilin derinhoud van ruim 8^4 liter en een maximumsnelheid van maar even 80 km. Iets om over te ijzen in die tijd. want Aertnys kon vijf jaar tevoren in zijn Benz Veloci- pède nog maar met moeite de 25 km halen. Met deze wagen met voorwiclaandrijving reed ten van de gebroeders Spijker in Londen tegen de trappen van het Crystal Palace op. om zijn on- Seëvenaarde klimkwaliteiten te emonstreren. Verder staat hier nog een 2-ci- linder Spijker, volgens het bord je daterend van 1906. Dit kan echter niet juist zijn, want in 1904 stopte de N.V. Trompenburg al met de fabricage van de twee cilinders. Dit moet dus haast wel een wagen zijn uit 1901 of 1902. toen de eerste jaargangen de fa- .haute finance". Ze waren zeer sportief, maar hadden van de autotechniek weinig kaas gegeten. Vandaar dat op verschillende ty pen zeer oude auto's een „chauf- feurszit" voorkomt; een klein bankje met een voetenplank, dat tegen de achterzijde van het voer tuig bevestigd was. Hierop reed dan de chauffeur mee. meestal een halfwassen jongmens dat bij een smid of rijwielhersteller in de leer was geweest. Deze knaap zat daar dan met zijn rug naar de rijrich ting gewend stof te happen, tot i-er' -i -p-i®r man^ TTient z:in hulp noodzakelijk maakte. Na dc eer ste pioniersjaren kregen echter al spoedig zowel bepaalde dorpssme den en andere ambachtslieden als de berijders meer verstand van de nieuwe voertuigen. In het museum vinden we een prospectus van Dion Bouton met alle leverbare typen auto's, met een kaart van Parijs en omgeving (verder kwamen de meeaten toch niet) en met een lijst van adres- s n, waar men in allerlei, doroen terecht kon bij pech. Deze lijst vermeldt smeden, slotenmakers Bergstut Maar al deze en oog tal van andere narigheden konden niet verhinderen, dat er steeds auto's verkocht werden wat de fabrieken Edelman Daar xien we een Panhard Le- vassor van 1897 met 2-cillndcr motor en gloelbuisontsteklng. In- plaats van bougies staken de uit einden van twee platinastlften bo ven In de cilinder. Deze stiften «erden met petroleumbranders buiten de cilinder roodgloeiend ge maakt en zorgden zo voor een „permanente vonk". BIJ een zij wind doofden vaak deze petrole umvlammen en het brandgevaar ln zo'n voertuig met open vuur vlak in de buurt van benzinelei dingen was natuurlijk zeer groot. Hier staat een Dion Bouton van 1899. een produkt van de Franse edelman de Dion met de grote Ideeën en het kapitaal en va» het nijvere zwoegertje Bouton die de ze ideeën aan de werkbank tot re aliteit wist te maken. De beroem de achteras van deze wagen differentieel vast aan het chassis en twee flexibele aandrijfstangen naar de beide achterwielen wordt in principe nu nog net zo toegepast in wereldmerken als Porsche. Chevrolet Corvette, Ma- serati en Ferrari. De slinger zit hier aan de zijkant van de wagen, zodat de chauffeur niet door zijn eigen voertuig overreden kan wor den als hij vergeten heeft voor het aanslaan de versnelling vrij te zetten. Op de loodrechte stuur stang zit een horizontale stuurhan- dle aie aan de roerstang van een schip herinnért. Daaronder bevindt zich ook een wiel. maar daarmee vordt de versnellingsbak bediend. Ginds staat een Darracq. de Franse wagen waarmee Opel als mporteur en later als licentie- aouwer voor Duitsland zijn car- -lère begon. Deze wagen uit 1899 heeft al een cardanas. een diffe rentieel en zowaar zelfs een stuur- versnelling. Natuurlijk is ook de briek verlieten. Bij deze kleinere wagen zit dc oudste nog bestaan de Vredestcinband op het reser vewiel gemonteerd Bij banden- pech moest dit reservewiel met klemmen aan het wiel met de lekke band worden bevestigd, waarna men dan huiswaarts kon scharrelen. Vooral als het om een lekke voorband ging was de wa gen in deze toestand natuurlijk vrijwel onbestuurbaar We zullen de glorie van de on overtroffen Spijkers niet verder bezingen. Na de eerste wereld oorlog ging het snel bergafwaarts met de N.V. Trompenburg. Hope lijk zal de D A F. erin slagen de Nederlandse auto opnieuw omhoog te stoten in de vaart der volkeren. Natuurlijk lieten deze oude kar retjes hun berijders nogal eens in de steek en dan was goede raad duur. De eerste automobilisten waren over het algemeen zeer welgestelde lieden uit de kringen van de adel. de industrie en de Op de voorgrond een Grégoire uit 1909, een model reiskoets en daar achter een Panhard-Levasior Coupé de Ville uit 1912 en een Londen se dubbeldekker autobus. In de gelegenheid stelde om steeds nieuwe en verbeterde typen aan de markt te brengen. Naast de ..veteran cars" zoals de auto's tot 1914 heten, bezit het museum ook verschillende typen uit de volgende periode, die der „vintage cars". In die jaren na de eerste wereldoorlog begonnen de Amerikaanse auto's de Neder landse markt te veroveren en r het Euro- 'Lte verder volge&de pag. MODELBOUWEN: Hobby voor doorzetters en geduldigen ZATERDAG 16 AUGUSTUS J958 De vierjarige Jaapje Bartels uit Ermelo heeft natuurli|k nog niet de leeftijd om zelf een „lucht waardig" toestel te bouwen. Nu kan hij nog maar met moeite het model omhoog tillen. Later zal ook deze jongen zich wellicht voegen bij hei leger van modelvliegtuigbouwers, dat op het ogenblik 2500 leden telt en waarover één ohzer verslaggevers op deze pagina een reportage heeft geschreven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1958 | | pagina 9