KUNST actoer ZONDAGSBLAD lil Denemarken zijn 40 missions-hotels mi spiegelglas eevmr vemAt GRYTVIKEN, eenzame basis der Fotorijk boek over de Achterhoek is.™w.kGh,de£ï°r"ï wor't'srtr ZATERDAG 7 JUNI 1958 •irirtrütrtiirir-ifüifüilïi-tiü'tlitiiirü-ü Irtrtrtrtrtrtrlrtr -Xziririrtr-ii-irtririiittrtfttrtrti&trirtrtrtrtr'irtririrtctt «4 PRAKTISCHE EVANGELISATIE: Ook deze zomer weer zullen duizenden toeristen, die Denemarken bezoeken, kunnen profiteren van een stukje praktische evangelisatie: de missionshotels, waarvan dit kleine land er niet minder dan veertig heeff. Kopenhagen heeft al vijf van deze missionshotels met tezamen tegen de 1000 kamers. Verder vindt men in talrijke andere plaatsen hotels, die op een christelijke grondslag worden geleid. I K ben van mening dat het schrijven van kunstkritieken een bijzonder onfatsoenlijke bezig- I heid is, maar toch ik heb het Marius G. Dorswinkel nooit kwalijk genomen. Ik nam Marius niets kwalijk, zelfs zijn merkwaardige hoofd en zijn eigenwijze mening niet. Hij liet mij volkomen koud en eerlijk gezegd heb ik altijd gedacht, dat hij niet in staat zou zijn mijn humeur te beïnvloeden. Zelfs niet met zijn geraffineerd-geniepige kunstkritieken. Ik heb me daarin schromelijk vergist. Na mijn laatste tentoonstelling schreef hij: „De schilder lijkt ons een sympathiek mens, die weet hoe een kwast vast te pakken. Eigenlijk ontbreekt hem slechts één ding: hij kan niet schilderen". DOP? 'TOEN IK dat las voelde ik mij niet direct ge- 1 gnefd. „Die kerel maakt my niets", dacht ik baldadig en opgewekt verfrommelde ik de krant, waarin de vriendelijke woorden een plaatsje hadden gekregen. De daaropvolgende dagen was er een rede lijke belangstelling voor mijn expositie en ik vergat de kritiek. Drie dagen achtereen, om tien uur precies, passeerde ik Marius G- Dors winkel in de smalle winkelstraat en ik dacht er eenvoudig niet aan hem ook maar iets betaald te zetten. De vierde dag. klokslag tien. was het opeens allemaal anders. Waarschijnlijk kwam het door de zon. die na lange donkere regen dagen. de winkelstraat vulde met sprankelend licht en winkelende mense dat mij inspireert en van ken. Maar Marius kenn ik wel, te goed. Hij stond weer voor het etalageraam van kunsthandel Ouborg en keek, het hoofd deskundig schuin, geïnteresseerd naar „Rechthoek m blauw"", een even fors als gedurfd doek van myn broeder in de schilderkunst Jantje Berkemeijer. Een voor treffelijk schilder, die Berkemeijer, en eerlijk is hy ook. Over zijn „Rechthoek in blauw" zei hij zelf: „Och, ik had alleen nog maar wat blauw. Maar dat zit er tenminste lekker dik op. Waar schijnlijk werd het daarom bekroond". Kijk, dat is nu oprechte taal, die waardering verdient. In zo'n geval zeg je: „Zand er over; we hebben allemaal wel eens een gekke bui. En daar kan Marius G. Dorswinkel, al is hij JK WEET dat het onlogisch klinkt, maar toen ik Marius de vierde morgen weer voor het etalageraam zag staan, gebiologeerd door de egaal-blauwe uitspatting van mijn vriend Ber kemeijer, dacht ik: „Wat zou ik het hoofd van die vent eens dolgraag in een beter model slaan". Natuurlijk, kunstschilders worden ge subsidieerd om te schilderen en niet om hun achtenswaardige en zeer deskundige dagblad- kritici lichamelijk letsel toe te brengen. Maar de zonnige sfeer bracht mij die morgen in een baldadige stemming, die omsloeg in een fana tieke vergeldingsdrang. Ik voelde mij plotseling in staat Marius eens hardhandig de waarheid te zeggen. Desnoods zonder subsidie. "FÊN KLAP. dacht ik, één forse klapen Manus G. D. (zo ondertekent hij zijn kri tieken) ligt met een bebloed hoofd tussen de „Chrysanten in vaas" van Fantin Latuon voor 12,50, „de Montalbaenstoren te Amsterdam" van Monet voor f 27,35 en de „Rechthoek in blauw" zonder prijskaartje. „Mooi rood bloed zal het zijn", dacht ik, want Marius is niet de eerste de beste. Zoon van een bekend schilder, kleinzoon van een gewaardeerd acteur en neef van enkele ooms. die vergeten onvergetelijke muziek op papier hadden gezet. Tussen de traag-voortdeinende, winkel-grage massa naderde ik. Hij stond als een rots in de branding: zijn bewondering voor het misbaksel van Berkemeijer was blijkbaar groter dan de kracht van de voorbijdringende horde. Even bewonderde ik hem. TK DACHT: „Als het voor de kunst is dan kijkt hij niet op een por meer of minder". Die bewondering ebde weg toen ik bloedrode letters op het blauwe schilderij zag. ..Je kan niet schilderen", stond er. Ik zag het duidelijk, hoe wel ik wist dat het verbeelding moest zijn of wit-gloeiende wraaklust, die mij parten speel de. Met enige onrust constateerde ik. dat ik al mijn zelfbeheersing nodig haA om niet op Ma rius toe te rennen. Ik begon mij zelfs te erge ren aan de gedweeë massa, die schaapachtig door de winkelfuik slofte. „Nog even", dacht ik. „nog even. en dan is het gebeurd met Ma rius G. D. Dan ligt hij tussen de wit-houten lijsten (niet duur en toch modern) en dan zul len puntige scherven van de grote spiegelruit een compositie met een geraffineerd cachet vormen. Een compositie op de grens tussen non- en oui-figuratief. Men beschouwt- mij als een vredelievend mens. maar op dat moment zag ik de krantenkoppen al: ..Kunstschilder drukt kriticus met neus op de kunst. Stilleven in bloed en glas langs drukke winkelstraat" passen en dan ligt Marius heel persoonlijk tus sen de kunst" Ik vertraagde mijn pas en keek om. Gezichten van mensen, die mij zonder her kenning voorbij keken. „Die zullen mij niet te- Knhouden" Ik merkte dat de hand, die niet n schilderen maar wel een kwast weet vast Hoewel de Denen voor 98 procent behoren tot de na- <z tionale Lutherse kerk. is het niet zeer sterk. Des te meer verwondering wekt het, dat in dit kleine, ongeveer 4^ miljoen inwoners tellende ■j* land, zo véél missionshotels i zijn. Dit is te danken aan de ac- tivileit en het doorzettings- vermogen van Andreas Chris- V tian Nissen, die leefde van 1840 tot 1919. Andreas Nissen was mis- sionaris van de„Indere Mis- Ïsion" (is inwendige zending). Hij was eigenaar van een grote boerderij, doch zag als zijn taak het verkondigen van het Evangelie. I GROTE OFFERS o De kerkelijke richting waartoe hij behoorde, de In- ■fc dere Mission heeft vooral veel aanhangers onder de g.en- c voudige mensen. Er gaat. een grote activiteit van deze kring <r uit en men is steeds bereid grote offers te brengen. •Cr Deze bereidheid moet ook Andreas Nissen hebben be- zield, toen hij van plaats tot plaats trok om de mensen op te wekken tot persoonlijke be- kering. Hij logeerde tijdens zijn reizen veel in hotels en j* trof daar dikwijls mensen aan. die te diep in het glaasje omhoog ging. Een weinig "2 hadden gekeken. Indertijd werd in Denemarken name lijk meer sterke drank ge bruikt dan gezond was voor de Vikingers. 70 JAAR GELEDEN Dit verdroot Nissen zeer. Toen kwam hij op het idee een „huis te stichten voor de vrienden van Gods Woord", een hotel, waar oprechte christenen zouden kun nen overnachten in een omge ving, waar zij zich thuis zouden voelen. Zo'n tehuis kwam tot stand in de Lpngangsstraede in Kopenhagen, nu 70 jaar geleden. Dit kleine begin vond weldra navolging. In 19Ó3 werd een ver eniging van hoteldirecteuren op gericht. die de gedachten van de ..Indere Mission" en van An dreas Nissen onderschreven. De leden verplichtten zich hun ho- christelijke geest te lei- GESPREK Morsing. gezeten achter zijn leis ui curisieiijivt.- geeai ie iti- Powell 660 Va" ^°r<^ den. geen alcoholische dranken Baden Powell. te pakken, langzaa: JPPI WkI onzeker constateerde ik, dat Tief mijn eigen hand was. Later heeft men mij verteld, dat ik een ongearticuleerde kreet uitstootte, toen ik met een forse sprong achter Marius neerplofte -i de nazaten en mijn vuist met kracht in zijn richting sloeg. 4* ■.■ifirttirüirtriritii'tfCrirüitirüirüiriririrü'irirtrü'ü t mijn vuist met kracht in zijn richting sloeg. Op het juiste ogenblik maakte Marius een klein stapje zijwaarts. Het was maar een klein pasje, maar doeltreffend. Mijn vuist trof de spiegelruit met een doffe bons. Vier onogelijk- kleine glasscherven tinkelden opgewekt tegen de geëtaleerde kunstnijverheidsprodukten. Eén scherfje bleef achter in mijn hand. Ik keek eerst naar de scheur in de spiegelruit, toen naar de bloeddruppeltjes op mijn hand en ver- QE woeste golven, die werden opgezweept door de altijd Padvinder geweest? Leider van een groep chris telijke padvinders. Ik was tij dens de wereldjamboree ook in Nederland, in Vogelenzang.. De heer Morsing is secretaris van de grootste vereniging van missionshotels. In Denemarken bestaat er namelijk nog een, die het gebruik van sterke drank niet geheel uitsluit. Het hotel waarvan de heer Morsing directeur is. moet er nu wel heel anders uitzien dan ze ventig jaar geleden. De kamers zijn smaakvol gemeubileerd; dikke tapijten garanderen een rustige sfeer. Alleen op een binnenplaats wordt lawaai ge maakt: daar wordt gewerkt aan de zoveelste uitbreiding van het hotel. HET GAAT GOED In Kopenhagen zijn wij altijd voor 95 procent bezet. De andere hotels halen een zo hoog per centage niet. Wij hebben deze drukke bezetting te danken aan de service die wij de gasten ge ven zonder er meer voor in re kening te brengen. Hij vertelt, dat het geven van fooien in missionshotels is ver boden. Het personeel is in vaste dienst en krijgt een vast sala ris. Alleen de portier en de hotel bediende mag men een „Drikke- penge" (fooi) geven. Ook als men alleen dineert in het GEEN VERSCHIL Er is beslist geen verschil tus sen een missionshotel en een an der zeer goed hotel. Uiterlijk al thans niet, of het zouden de bordjes op de gangen moeten zijn, waarop de vriendelijke uit nodiging staat de morgenwijding te komen bijwonen, of een enke le bijbeltekst in de hal of het restaurant. De dagopening wordt geleid door een predikant of door een ambtsdrager van de Indere Mis sion. De gasten en het personeel kunnen de dagopening bijwonen. De heer Morsing vestigt er nog de aandacht op. dat de vereni ging voor missionshotels zelf géén hotels exploiteert. De di recteuren zijn lid geworden uit geloofsovertuiging. De meeste hotels geven dan ook vrijwillig een deel van de winst aan de kerk. Alleen het hotel Hebron, in de Helgolandsgade te Kopen hagen, is eigendom van de „In dere Mission" en staat alle winst aan de kerk af. Uit het werk dat Andreas Christian Nissen tegen het eind van de vorige eeuw begon, is een machtige organisatie ge groeid. die de reiziger wil hel pen op zijn weg door de maat schappij. Helpen, in materieel, maar eveneens dn geestelijk op zicht volgens naar Marius. Hij glimlachte en zei: „Een duur grapje". „Wat je een grapje noemt", mompelde ik. verlegen met de groeiende groep sensatiezoekers. „Wij zullen de schade samen delen", zei Marius zakelijk. „Ik ben je nog het één en ander schuldig." „Schuldig", zei ik, on nodig. walvisvaarders Ton Zeelenberg wisselden en aan gebloemde theekopjes nip ten. terwijl hun echtgenoten schuilevinkje speelden met passerende zakenvrienden, gaf Marius mij de verklaring. „Kijk eens hier", zei hij, „dat schilderij van Berkemeijer doet mij iets- Ik wist niet wat het was, tot vanmorgen." Ondanks het bloed op mijn hand en de kos ten van de ruit kon ik het niet nalaten even te grinniken. Ik dacht: „En dat soort men sen beoordeelt nu de kunst in Nederland. Een schilder haalt en de achtenswaardige kunstkriticus zegt Het doet me iets'" rondom Vuurland en Patagonië jagende westerstormen, hadeftn ons zeeziek gemaakt. Het kleine schip kreeg geen ogenblik rust. Reeds bij de oude zeevaarders was dit ontzaglijke brok ijskoud water berucht geweest, maar de brullende watermassa maakte die twijfelachtige faam voor ons wel overduideliik. We waren onderweg naar Grytviken. Toen we de baai eindelijk bin nenvoeren, viel ons de onwerke lijke stilte op. Die stilte was druk kend en een symbool van de groot ste eenzaamheid. Jlier leer je liet zwijgen Papa M Enkele ogenblikken, nadat het schip gemeerd was, ontmoetten we de man, die de oudste bewoner van dit eiland is. Papa M. noem den ze hem. Duitser van geboorte 1 ^F-'en al dertig jaar woonachtig op grjipje uit met blauwe verf de„ piek van onze aard. een gevangene van het ijs en de rotsen. Op deze basis Grytviken op Zuid-Geor- gië, enkele honderden mijlen ten oosten van Vuurland, de uiterste zuidpunt van het Latijns-Amerikaanse conti nent, ligt eigenlijk al op de rand van het Zuidpoolgebied. Het is daar het eind van de wereld. Nog andere eilandjes liggen als stippen op de we reldkaart, temidden van de onmetelijke zee. Maar juist naar Grytviken voerde de tocht van onze bijzondere correspondent, die daarover in het artikel op deze pagina vertelt. Zee-olifanten als achtergrond zag ik je aankomen. Ik zag die onbeheerste uitdrukking op je gezicht en plotseling wist ik wat dat schilderij van Ber kemeijer te zeggen heeft Marius zweeg even en ik dacht: „Hier kletst hij zich met geen dertig kunst-encyclopedieën uit". Marius deed het wel. Hij zei: „Dat doek mTjVoMoendeÏBc vraag niet" geeft je de onverklaarbare neiging om het ik wil geen radio ogenblikkelijk in elkaar te trappen". kranten". hij. „hier leer je het zwij gen en de natuur beter begrijpen. Ik ken de Noren van de „Challen- ger"-vloot, ik ken de Russen, die hier komen om op walvissen te ja gen. Ik ken ook de zee-olifanten en hun levensgewoonten en niet te vergeten de walvissen. Dat is Ieder jaar in het begin van de zomer komen de zee-olifanten naar dit rotsachtige gebied om bruiloft te vieren. De mannetjes worden kende zes meter lang en als zij met el kaar om de zich afzijdig houdende wijfjes vechten dan vloeit er tame lijk veel bloed. Vroeger werd er op deze beesten ook jacht ge maakt, vanwege de traan. Maar ik wil geen tegenwoordig genieten ze bescher ming van de Britse regering. want Zuid-Georgië is een Britse bezitting. '»Ve kijken naar de rotsen, die dik bedekt zijn met ijs, dat kil in het schrale zonlicht glinstert. We zien de weerspiegeling van die bonken steen in het water. We ontdekken de door de wind scheef gebeukte barakken met hun zinken daken, dunne schoorstenen en hun „muren" van platgeslagen benzi- neblikken. Dit is dus de hoofdstad van Zuid-Georgië. Beschutte baai De walvisvaarders gebruiken de ze basis graag, als er reparaties te verrichten zijn. De baai ligt uitstekend beschut en vrijwel geen rimpeling beroert het wateropper vlak. Enkele weken tevoren was de vloot van Onassis er nog, om dat het reusachtige moederschip met de buik op een rif was gesto ten en een ernstige schade was ontstaan. Dat bracht vertier in de anders nogal rustige samenleving van 800 wal vis jagende en -vcrwer- ïannen. De vaste bewoners ïst Noren, die boven alles van hun pijp tabak houden en he lemaal niet graag praten. Drie steden ACHTER RIJN EN IJSSEL Nederland is mooi. Tot die conclusie komt men andermaal, wanneer men het pas verschenen boek .Achter Rijn en IJssel" ter hand neemt, waarin de Gelderlanders J. G. Vos, de schrijver, en Wim K. Steffen, fo tograaf, het resultaat van een zwerftocht door de Achterhoek en De Lijmers hebben neergelegd. Dit door de Uitgeversmaatschappij Holland te Amsterdam uitgegeven boek mag een aanbeveling bete kenen voor hen, die de Achterhoek nog niet kennen en nog geen va kantieplannen hebben opgesteld. Nederland is mooi en de aanraking met het platteland ervan een ver ademing voor de mens die de stads lucht gewend is. ..Achter Rijn en IJssel" bevat een rijkdom aan foto's en gegevens over de bodemgesteldheid, flora, fauna, folklore en volkscultuur uit dit gedeelte van ons land. waar voor de bekende natuurminnaars Thijsse en Heimans in het Westen de ogen hebben geopend. Het lezen van dit boek is uoor wie van zijn houdt, overigens een vacantie op zichzelf. H\j ondergaat de sfeer en neemt kennis van de Saksisch-landelijke cultuur, de pijler van het Oostnederlandse volksleven. De schrijver beroemt zich er met op een uit natuurhistorisch of ge schiedkundig oogpunt onmisbare bij drage te hebben geleverd, maar heeft toch wel zo veel wetenswaardig- en bijzonderheden opgetekend, dat hy de eenmaal voor dit gebied gewekte in teresse aanmerkelijk weet te verho gen. KASTELEN-LAND De Achterhoek is het land van de kastelen. Toeristen, die er reeds ge weest zijn, weten van de Acht-kas- telentocht. een door het V.V.V. ge organiseerde rit langs acht van die landgoederen en burchten, waarom heen de romantiek van sagen en le genden zweeft als het rijk gevarieerde vogeldom boven de uitgestrekte Gel derse bossen en landerijen. Maar be halve die acht waarop speciaal de aandacht gevestigd wordt, zijn er nog tal van andere. De Oude IJssel alleen al geeft langs haar oever een indruk wekkende rij te zien: Essel. Ringen- berg. Rodenhorst, Slot Anholt, Har- denberg, Landfort, Zwanenburg, De Wildt. Slot Ulft. Schuylenburg. alle maal bezienswaardigheden op zichzelf. Wat voor betekenis deze kastelen en kasteeltjes in de loop der geschie denis gehad hebben, weet men nog steeds niet. De geschiedenis zwijgt over de oorsprong van deze sterkten. Men vermoedt, dat zij ver vooruitge schoven Romeinse posten in het Ger- Er liggen drie „steden" op het 170 kilometer lange eiland: Grytvi ken. Husviken en Leight Harbour. Ze dragen alle drie hetzelfde ka rakter. maar het silhouet van Grytviken wordt bovendien nog be heerst door de toren van de kerk, die zelfs een klok heeft. Deze kerk is ongetwijfeld het zuidelijkst ge legen godshuis ter wereld en de mannen van de walvisvaarders gaan regelmatig naar de diensten, die door Papa M. worden geleid. Zivaar werk In Grytviken wordt veel en hard gewerkt en nog meer geld ver diend. Iedere man, -die hier kemt. schap, die vooral bij de historicus de contract V001" twee jaar aandacht voor deze treken kan doen T.Jdens het drukke trekken. FOLKLORE land zijn geweest, een weten als de walvissen bij tiental len worden binnengebracht wordt er niet veel geslapen. De walvissen worden onmiddellijk bewerkt, ge kookt tanks vloeit, zo veel hoger wordt de afrekening. Het is een vermoei- vuil karwei. Met de ja gers, die op de hoge zeeën als -ïotedop dobberen, wordt jacht ge maakt op de reuzenzoogdieren en iedere walvis, die gevangen wordt, t op het rotsige strand worden eept. Met kabels wordt de ge vangen vis dan verder getranspor teerd. zo dicht mogelijk bij de vrij orimitieve traankokerijen. De Achterhoek is ook, en dit tekent het gebied niet minder, het land van de folklore, welke hen, die er gevoe lig voor zijn aparte bekoring schenkt Wat de religie betreft licht de schrij ver toe (blz. 111), dat uit dit oogpunt beschouwd het mogelijk is geworden dat t>'P««ldc dorpen m hun geheel rooms-katholxek of protestant geble vange~ - J ven rijn. Ook de geografie speelt hier- teerd. bij een rol. Ter rechterzijde van de Oude IJssel ontmoet men een bevol king met duidelijk Saksische inslag en protestants geloof, terwijl ter lin kerkant in De Liemers met zijn vruchtbaarder grond mensen mei Frankische invloeden wonen, die gro tendeels r.k. z\jn. Al lezende trekt men met de schrij ver door steden en dorpen, elk me: zijn eigen aard, zijn rijkdom aan wa' de natuur er aan schoonheid biedt men komt langs oude hessenwegen door prachtige, eenzaam liggend' zandvelden. langs oude raadhuizen kerken en kloosters, het is alsof Primitief De productie op het ijs-eiland laat op een veel lager plan. dan op de moderne moederschepen, die de IJszee bevaren. Alles gaat hier nog tamelijk simpel en veel hand kracht is nodig in Grytviken. Voor de maatschappij, die de- re „business" beheert is het ech- er vrij goedkoop, want de dure •xploitatie van een moederschip vordt uitgespaard. En zo is Zuid-Georgië geworden ot een belangrijke vaste basis - de winning van traan. Acht- tl f"V>' t-lak hy r«h u-rct on„,ebr"ik„ arbbid pa. Dc talrijke loto normen een fraaie p, M. vindt zijn eilend de mooi- verbeelding van de tekst. ste plaats van deze aarde. wetenswaardig ij p% v- iy merkwaardig IlLULIl uit dp icereld van vandaag en gisteren, bijeengebracht door WRAAK 5n de provinciale gevangenis van Manitoba (Canada) lopen de bewakers rond in uniformen, die een maar zeer matige snit hebben. De ene cipier heeft een te nauwe pan talon aan. de andere draagt een veel te ruime jas Zo laat de „coupe" van alle bewakersuniformen iets te wensen over. Nu hebben de bewakers officieel een klacht ingediend, omdat zij achter de slechte snit van hun kleding een wraakoefening zoeken. De gevangenen maken namelijk de kleren van de cipiers. BOZEN-BOLZANO Nog altijd is Italiaans Tirol een steen des aanstoots voor de Oostenrijkers. Men kent het probleem: de bewoners van Oostenrijk zien het destijds bij Italië gevoegde gebied nog altijd als een onvervreemdbaar deel van hun vaderland. Nu zijn de Tirolers weer heel erg boos over het pas verschenen Italiaanse hoteljaarboek. Er staat weliswaar een inleiding in vier talen (Italiaans, Frans, Engels en Duits) ln, maar de Südtlroler plaatsnamen worden uitsluitend In het Italiaans gegeven. In plaats van Bozen, Ritten of Altrei staat er nu: Bolzano, Altitiano dl Renon en Anterivo. Zelfs de naam „Südtirol" ontbreekt. ZANGLES In Neurenberg leidt de 45-jarige leraar Wilhelm Hefele ka naries in de zangkunst op. Om de vogels de trillers en zang variaties op de juiste manier bij te brengen, heeft de heer Hefele een orgeltje gemaakt, waarop hij de tremolo's natuur getrouw kan nabootsen. Die moeten de kanaries dan weer nazingen. ONDERWIJSVERNIEUWING De school van Sankt Johann in Oostenrijk was zo langza merhand wel aan een grote schoonmaak- en restauratiebeurt toe. In de afgelopen 50 jaar was er aan deze onderwijsin stelling, die door 224 kinderen wordt bezocht, niets meer ge daan. Nu wordt er waterleiding aangelegd, de vermolmde vloeren, deuren cn vensters zullen worden vernieuwd en er komt ook een nieuwe kachel. DUUR EINDJE In New York is een actie voor reinheid op straat aan de gang. Rokers, die hun eindje sigaret achteloos op het plaveisel laten vallen, lopen grote kans op een boete van S 25.bijna honderd gulden). Om op het zuiver houden der straten te letten, zijn niet minder dan 200 (stille) politieagenten benoemd. JETS VAN THUIS" Miljonairs kunnen zich de weelde permitteren de grillen die leder mens wel eens in zich voelt opkomen, te verwezenlij ken. De heer Tempel Smith uit Chicago wilde zo graag een „Spaanse Rijschool" voor zichzelf hebben. Hij heeft daartoe 18 Lippizancrs gekocht en voor deze edele viervoeters wor den nu in Chicago stallen gebouwd in barokstijl. De paarden moeten ook ln Amerika „iets van thuis hebben", vindt de heer Smith. GEHEIME DIENST stad 'erden enkele maanden geleden benaderd door wu geheimzinnige man. die hun vroeg, of zij onder strikte ge heimhouding voor de Deense geheime dienst zouden willen werken. De jongens waren vaderlandslievend genoeg om dit te doen vooral toen zij pistolen kregen om alles nog interes santer te maken. Zo voorzagen zij hun opdrachtgever var. al le mogelijke inlichtingen over de ligging van de brandkasten en bnouteriedoosjes in een rijke villawijk. De jongens waren zeer verrast, toen ze hoorden, dat zij hun inlichtingen had den verstrekt aan een berucht inbreker, die aan de hand van de informaties overal zijn slag sloeg. De geheime hoofdagent grendel. De jongens zijn

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1958 | | pagina 6