Bergingsmogelijkheid riool
te klein, stuwing te groot
£53>*hviarkt
Huisvesting studenten moet
Leiden ter harte gaan
Wethouder laakte trage afdoening
door Gemeentewerken
Shirts Shorts
PeektCloppenburg
DOKTER BAZUIN DIRECTEUR
LEIDSE G.G. EN G.D.
Raad hoorde Questroo's
woord met instemming
Leiden heeft nog enige
honderden krotten
NIEUWE LETDSr.HE COURANT
3
DINSDAG 13 MEI 1958
Van Iterson interpelleerde over Langebrug
DE
|E HEER J. VAN ITERSON, lid van de prot.-christelijke fractie, kreeg
gistermiddag in de Leidse raad de gelegenheid, zijn interpellatie over
de Langebrug-kwestie (ondeugdelijke riolering) te houden. De besprekin
gen resulteerden in het volgende voorstel van de heren Van Iterson en mr.
Woudstra: „De raad verzoekt het college om binnen drie maanden aan de
vo° raad een voorstel te doen met betrekking tot de maatregelen, die genomen
dienen te worden om de lozing van de percelen aan de Langebrug op af-
doende wijze te verbeteren; de raad mededeling te doen van de kosten, die
j de uitvoering der maatregelen met zich brengt, en van de tijd, die met deze
uitvoering zal zijn gemoeid." Toen dit voorstel was ingediend, ging het
mef college in beraad. De burgemeester zei na een minuut of vijf, tegen dit
voorstel geen bezwaar te hebben, maar hij wilde er twee restricties aan ver-
da binden. Het is namelijk de bedoeling van B. en W. een deskundige te raad-
vjet plegen; men weet niet, of deze deskundige het rapport binnen drie maan-
nie den klaar zal kunnen hebben. En bovendien kan niet van tevoren worden
vai gezegd, dat de oplossing, die de deskundige eventueel aangeeft, afdoende
vai zal zijn. In beide gevallen wilde de burgemeester de woorden „zo moge-
va lijk" toevoegen. Wat de termijn betreft gingen de heren Van Iterson en
iitfêl Woudstra met deze toevoeging akkoord, maar het „afdoende" wensten zij
zonder beperking te handhaven. Geen der raadsleden bleek bezwaar tegen
het voorstel in deze vorm te hebben,
eei WiJ geven hieronder eerst het antwoord van wethouder Jongeleen op de
zee vijf door de heer Van Iterson gestelde vragen.
een vaak voorkomend verschijn
sel, dat bepaalde overheidsmaatregelen,
die in het algemeen belang moeten wor
den getroffen, gevolgen hebben ten aan
zien van een speciaal belang van de enke
ling. Het zal van de omstandigheden af-
nisti
Niet mogelijk
vai 1. Was het technisch mogelijk en
uitvoerbaar, het riool zodanig te con-
strueren, dat daarin voldoende ber
gingsmogelijkheid aanwezig was om
0ok het water van zware regenbuien
®ow op te vangen en af te voeren?
Antwoord:
Dat was niet technisch mogelijk en uit
voerbaar. Het was namelijk niet verant
woord, een riool boven de boczemwatcr-
stand aan te leggen. Dit zou in strijd zijn
geweest met de plannen voor de centrale
eet riolering van de binnenstad. Bovendien
,oor zou dan bij grote regenval het water zelfs
boven de bestrating van de Langebrug
dooi uit^omen- Het rio<>1 in Langebrug ligt
nu beneden Rijnlands boezempeil. Ook al
zou men het riool veel groter hebben ge-
rs a maakt, dan zou het technisch niet mogelijk
e r®jzijn geweest, zware regenbuien op te
I vangen en af te voeren zonder overlast
itanfin de kelders te veroorzaken.
Men zou nu kunnen vragen: Waarom is
e Langebrug dan gedempt en waarom
1 heeft men geen nieuwe overkluizing ge-
maakt? Afgezien van de veel hogere kos-
ten die op zichzelf geen beletsel mogen
'vormen zou het geen zin hebben deze
overkluizing op de centrale riolering aan
rijt te sluiten, daar in een overkluizing geen
er ilafvoermogelijkheid van vaste stoffen
Et kunnen plaats hebben.
Niet bekend
moe'
Indien vraag 1 ontkennend
°eu°'wordt beantwoord, waarom hebben
v®cfalB. en W. dan een voorstel aan de
raad gedaan om de Langebrug te
men dempen en te rioleren, resp. bij dit
voorstel geen mededeling gedaan
van de technische bezwaren, aan de
jUitvoering verbonden?
Antwoord:
De reden waarom B. en W. het voorstel
tot demping en riolering hebben gedaan,
is reeds vermeld in het schriftelijke stuk
het college van 2 mei 1958 als aot-
jrd op de eerder ingediende vraag var
heer Van Iterson.
Het is begrijpelijk, dat bij de indiening
het voorstel geen mededeling is ge-
n van de bezwaren. Het was de dienst
gemeentewerken immers niet bekend,
it de bewuste kelders lek en poreus
dat er zovele rioleringen onder
huizen doorliepen, die eveneens
poreus waren. In alle opzichten is
de uitvoering getracht, aan de be-
i van de bewoners tegemoet
door het aanbrengen van tcrug-
(slagkleppen en andere voorzieningen
De derde vraag van de heer Van
Jterson luidde: Waarom is in de
Langebrug niet een riool aange
bracht met voldoende bergingscapa
citeit?
Aangezien vraag 1 ontkennend werd be
antwoord. behoefde deze vraag geen be
antwoording.
Belang
van en
keling
Achten B. en W. het juist om de
iwoners in overweging te geven.
:lf voorzieningen te treffen om deze
Ier tegen te gaan, terwijl de ge-
ieente geen gebruik heeft gemaakt
ran de mogelijkheid om een riool te
leggen met voldoende capaciteit?
Antwoord*
tBij een juiste beoordeling van deze zaak
oet men de verschillende aspecten dut-
slijk voor ogen houden. De Langebrug
in de oude gedaante vertoonde ernstige
Igebreken; de hygiënische toestanden
ren zeer slecht; er heerste een ra
plaag; het verkeer liep gevaar. De
leg van een gesloten riool binnen hei
kader van de plannen voor de centrale
riolering van de binnenstad was een drin
gende eis. evenals dit nu het geval ii|
de demping van de Uiterstegracht. De
moeilijkheden bij de uitvoering v
niet gering, maar zijn zo goed mogelijk
ondervangen.
Tegenover al deze factoren staat het
feit van de aanwezigheid van een aantal
laaggelegen kelders, in het verre verleden
(aangebracht en wellicht toen beantwoor
dend aan de bestaande verlangens en gel-
idende eisen. De veroudering van de bin-
inenstad heeft uiteraard de sterkste weer
slag geschapen ten aanzien van die bouw-
■onderdelen, die aan de funeste werking
van het grondwater jaren, soms
eeuwen hebben blootgestaan.
hangen, of met dit speciale belang door
de overheid kan worden rekening gehou
den. Waar de bewuste kelders en huis
rioleringen duidelijke gebreken vertonen,
ligt het op de weg van de eigenaren, de
ongemakken, die samenhangen met de
bijzondere risico's, aan deze kelders
verbonden, weg te nemen.
Versneld tempo
5. Zijn B. en W. bereid, alsnog op
korte termijn te doen onderzoeken,
welke maatregelen moeten worden
genomen om het riool voldoende ber
gingsmogelijkheid te geven, eri van
het resultaat van het onderzoek
mededeling te doen aan de raad?
Antwoord:
Namens het college van B. en W.
kan ik verklaren, dat het college be
reid is op korte termijn de mogelijk
heid onder ogen te zien in een ver
sneld tempo te geraken tot uitbrei
ding van de centrale riolering, dia
aansluit aan het riool van de Lange
brug. Met name denkt het college aan
de onmiddellijke voorbereiding vaD
een plan tot aansluiting van het riool
in de Langebrug op de centrale riole
ring in de Korevaarstraat door middel
van een riool met zinker door het
Steenschuur, terwijl het college zich
tevens zal beraden omtrent andere
mogelijkheden, die binnen het kader
van de centrale riolering kunnen bij
dragen tot een verdere verbetering in
de situatie.
De raad dient echter te beseffen,
dat de bestedingsbeperking in dit op
zicht een sterk belemmerende factor
vormt. Ik geef u echter de verzeke
ring. dat B. en W. de plannen zeer
spoedig zullen doen voorbereiden en
aan de commissie openbare werken
ter beoordeling zullen voorleggen
TUA DIT ANTWOORD hield de vragen
steller, de heer Van Iterson,
ressant betoog over z
verschillende panden in de omgeving v:
de Langebrug. Hij trad daarbij ook
kleine bijzonderheden, zodat de raad e
goed beeld van de situatie kon krijgen
Zo was hij in een pand, waar de w
en de afvoer goed functioneren, ma
waar het volkomen mis is bij zwa
regenval. De bergingsmogelijkheid v.
het riool is namelijk te klein en als ge
volg daarvan is de stuwkracht te groot
Hij noemde enkele frappante voorbeelden
van „met rioolspul" ondergelopen kelders.
Het is niet alleen een kwestie
oudering. Zo bezocht hij een pand uit
1932, waarin nadat het nieuwe riool
aangelegd, de kelder, die voor de centrale
verwarming bestemd is, ook onderliep
Door de stuwkracht kwam het water door
de muren De exploitant heeft toen
zijn kelder een „stuwkelder" gemaakt
maar nu zit hij met rioolgèssen.
Van het gereedkomen van de
nieuwe riolering af is het bU velen
misère geweest. De heer Van Iterson
zag het als een dwingende vraag,
waarom de bewoners so lang hebben
moeten wachten: „vindt de wethouder
dat betamelijk?" „De schuld afwen
telen op de bewoners is nog minder
juist". Voorzieningen moeten worden
getroffen, maar het is voor de heer
Van Iterson dan nog de vraag, of deza
het gewenste effect zullen opleveren.
Hij vroeg de wethouder om een dui
delijk en omlijnd antwoord op de
vraag, wat het college nu van plan is.
aan dit alles te doen.
De heer Van Dijk van de k.v.p. stelde,
at men bij de aanleg van de riolering
toch rekening had moeten houden met de
feitelijke toestand: waterpeil en de con
structie van de kelders. Het was voor hem
ook de vraag, of de kosten wel kunnen
worden afgeschoven op de eigenaars.
Ook volgens de heer Piena (p.v.d.a.)
ït fatsoenlijk zijn geweest, als de be-
oners eerder bericht hadden ontvangen.
De heer Hagens van de v.v.d. stemde
deze opmerking in.
Water komt terug
TITR. WOUDSTRA, prot.-christ.. meende,
dat onder de oude situatie de bewo-
s niet hebben geklaagd. En in deze
Jwe situatie lopen de kelders vol. Do
wanden zijn poreus, zo wordt gesteld.
het water komt door de afvoeren
terug. De dienst van gemeentewerken
zegt: we wisten het niet, dat de wanden
poreus zijn. Maar dat speelt volgens de
heer Woudstra geen rol. Als oorzaak
wordt aangevoerd: er is geen stamriocl.
Dan had er eerst een stamriool moeten
komen en dan had men de riolering daar
op moeten aansluiten.
Wat de schade betreft merkte de
heer Woudstra op, dat de gemeente
hier een daad heeft verricht en dat
daardoor de bewoners schade lijden.
„Is deze zaak niet op te lossen, x
dat het centrale rioleringsstelsel voor
elkaar is?" Hij pleitte voor een inci
dentele, partiële oplossing op kosten
van de gemeente. „Ik vind dit een
zaak. die terstond moet worden aan
gepakt, omdat de toestand volkomen
onverantwoord is." Zowel de heer
Woudstra als de heer Van Iterson
wees op het gevaar van de gassea
Bezinking
De heer Jongeleen (p.v.d.a.)
de, dat het voorstel tot demping
Langebrug indertijd is voorbereid door
de vroegere directeur van gemeentewer
ken, ir. Boogerd. Deze stelde voor, eer
rioolbuis te leggen van 40 bij 60. Men wai
van mening, dat dit voldoende was.
Een rioolbuis van deze afmetingen geeft
het vuil weinig gelegenheid tot bezm-
king. Een grotere geeft dat wèl. Bij de
aanleg van het riool heeft me zorgvuldig
nagegaan, waar de huisaansluitingen lig
gen. Wat men toen vond, was niet veel
De dienst van gemeentewerken i®
echter herhaaldelijk bezig geweest om
de moeilijkheden te verhelpen. Er zijn
inmiddels dan ook klachten opgeheven.
De wethouder wees er nog op. dat men
Leiden indertijd voor een bepaald
rioolstelsel heeft gekozen; „en voor dit
probleem zit men nu". Later deelde do
heer Jongeleen mee, dat de berekeningen
de nieuwe directeur van gemeente
werken kloppen met die van de vorig®
directeur.
Moeilijk punt
De kritiek op het lange wachten
vond hij een van de moeilijkste pun
ten. De klacht van de bewoners is
naar de dienst van gemeentewerken
gegaan en de wethouder heeft ver
scheidene malen aangedrongen op
spoedige behandeling. De heer Jon
geleen was van mening, dat het rap
port binnen enkele maanden klaar
had kunnen zijn. Hij kon geen woord
ter verdediging van dit tempo aan
voeren. „Ik ben ook niet van plan.
het te proberen. Ik betreur dit in
hoge mate en zie het als een grote
fout."
De oplossing van B. en W., gegeven in
het antwoord op vraag 5 van de heer V;
Iterson, zag de heer Jongeleen als rede
lijk. Maar hij kon de raad niet de garantie
geven, dat de klachten daardoor - geheel
en al zullen worden opgeheven.
Met betrekking tot de schade verklaar
de de wethouder, dat het college var
mening is, dat men de gemeente niet aan
sprakelijk kan stellen voor wat in d®
huizen gebeurt. De toestand van de riolen
tn de oude huizen is meer dan slecht
Wel fouten gemaakt
„Dat schijnt hier zo te blijven", zei de
heer Van Iterson in zijn antwoord op dit
betoog van de wethouder, toen hij sprak
over het lange uitblijven van
woord aan de bewoners. Hij meende, dat
er wel degelijk fouten zijn gemaakt,
zijn slechte kelders, maar zeer zeker ook
goede. Hij deed de suggestie aan de hand,
er maar eens een „deskundige van bul
ten" bij te haiep.
Mr. Woudstra meende, dat in dit
speciale geval een diepgaand onder
roek nodig is. De gemeente is niet
aansprakelijk als er slechte kelders
en riolen zijn, maar wel als het water
na een regenbui in de huizen terug
komt, zo stelde hij.
Voordat de burgermeester het antwoord
van het college gaf op het voorstel van
de heren Van Iterson en Woudsbra, gaf
de wethouder nog een korte technische
explicatie. Hij zei. dat er een verbinding
moet komen tussen noord en zuid-west.
Protest
De raad reageerde niet hoorbaar,
maar wel met zichtbare verbazing,
toen de heer Piena van de p.v.d.a.
gistermiddag een steek liet vallen,
door te suggereren, dat de heer
Van Iterson wel de hand zou heb
ben gehad in ons eerste artikel
over de rioolkwestie van de Lan
gebrug.
„Ik heb in de Nieuwe Leidsche
Courant een artikel over deze
zaak gelezen en boven dat artikel
staat „Van een medewerker". Nu
ik de heer Van Iterson zo heb ge
hoord. hoef ik mezelf niet meet
af te vragen, in welke richting dl®
medewerker moet worden ge
zocht", zo meende de heer Piena
te moeten zeggen.
De enige die hoorbaar reageerde
was de heer Van Iterson zelf en
hy deed dat fel. „Ik protesteer
hiertegen, mynheer de voorzitter",
zei hy tot tweemaal, de rechter
hand opheffend.
Van Iterson kwam er later nog
even op terug. Hy verklaarde,toen
dat hy al enige tyd van de riool-
toestand aan de Langebrug op d®
hoogte was. De kwestie in het
openbaar ter sprake brengen, wil
de hy nog niet. omdat wellicht
nog een oplossing zou worden ge
vonden.
Elke woensdag
Poloshirt met ronde hols
streepdessins- kleurecht
kelijk
wosboor. KtI'aj
6
Short kotoenen ribcord in 4
stoere kleuren - met elostische
bond - ijzersterk,
primo wosboor
leeftijd 4 joor.
rr
In de gistermiddag gehouden vergade
ring van de gemeenteraad is dokter J. G.
Bazuin benoemd tot directeur van de ge-
iteiyke geneeskundige en gezond
heidsdienst als opvolger van dokter C. R.
Zyerveld.
Dokter Bazuin werd geboren op 30 mei
1908 te Odoorn, deed in 1926 eindexamen
van de R. H. B. S. te Steenwijk, werkte
vervolgens twee jaar voor het aanvullend
staatsexamen latijn en grieks en studeer
de van 1928 af aan de Rijksuniversiteit te
Groningen, waar hij in 1936 zijn
examen deed. Na het verder vervullen
van zijn dienstplicht als reserve-officier
van gezondheid en na voor enige collega's
de praktyk te hebben waargenomen, ves
tigde hij zich als huisarts te Schoonoord
(gem. Sleen, Dr.).
Hier, in een drukke en uitgestrekte
praktijk in een van de armste streken
Drente, ging zyn belangstelling al spoedig
uit naar de sociale en preventieve ge
neeskunde. Hy was o.m. voorzitter
„Het Groene Kruis" ter plaatse en daarna
lid van het hoofdbestuur van de A.N.V.
„Het Prov. Drentse Groene Kruis". Zyn
werkkring te Schoonoord werd gedurende
de mobilisatie in 1939'40 onderbroken
Het stamriool aan de Korevaarstraat
(Geregracht) pompt het water en de
stoffen naar de installatie in noord. Noord
kan wed voldoende pompen, maar niet
voldoende zuiveren. Als het riool Lange
brug wordt aangesloten, is het mogelijk,
dat er verlichting in de toestand komt.
In het aglemeen zei de wethouder nog,
dat men geen riool kan maken, dat bij
hevige regenval in staat is, èl het
te verwerken.
Precedent gevreesd en begroet
T~\E STICHTING Leidse Studentenhuisvesting had het college van B. en
W. verzocht, aan haar in erfpacht uit te geven een bouwrijp perceel
op de hoek van de Haagweg en de Churchill-laan, waarvoor de stichting een
zeer aantrekkelijk object voor de huisvesting van 222 studenten heeft ont
wikkeld. Dat kan met belangrijke steun van het rijk en de centrale Stich
ting Studentenhuisvesting tot stand komen en B. en W. vinden, dat de ge
meente Leiden nu niet kan achterblijven. De uitgifte van de nodige grond
in erfpacht tegen een lage canon zal de jaarlijkse exploitatielasten aanzien
lijk verlichten; het college achtte het in dit bijzondere geval dan ook ver
antwoord, deze canon op 1 per jaar te stellen voor de duur van de termijn
van erfpacht, die op vijftig jaar kan worden bepaald.
De heer De Hosson van de k.v.p. meen
de tegen dit voorstel in oppositie te moe
ten komen, omdat hier een gevaarlijk
precedent zou worden geschapen. Boven
dien wordt met dit object het woonruim
teprobleem in Leiden niet opgelost.
Zeer reëel
Daarentegen vond de heer Questroo
van de prot.-christeiyke fractie het een
zeer reëel voorstel. „Juist dit precedent
zal het straks voor het college en voor
de raad gemakkelijker maken om even
tuele andere, gelijksoortige voorstellen
evenzo te behandelen". De heer Questroo
noemde als voorbeeld de bouw van een
bejaarden-tehuis. Zyn woord bleek veler
instemming te hebben.
De heer Hagens van de v.vul. verklaar
de, dat dit precedent voor zyn fracti®
geen aanleiding is om nu maar alle voor
stellen van gelijke strekking met enthou
siasme te begroeten. Hy keurde het goed.
dat de gemeente op deze wijze de univer
siteit en de huisvesting van de studen
ten wil dienen.
Ook de heer Zunderman van de p.v.d.a
stelde, dat de gemeente verplicht is, deze
mensen te helpen. De hoge huur die som®
voor een kamer wordt gevraagd, noemd»
hij een schandvlek voor de stad.
Aanklacht
De heer Schüller, p.v.d.a., gaf de heer
De Hosson in overweging, te bedenken,
hoe wij aan onze universiteit zijn geko
men. De studentenhuisvesting is een
QUESTROO
(ook diaken)
welkom precedent
klacht tegen onze stad, vond hy. Dez®
steun is de overheid aan de universiteit
verschuldigd.
Dokter Kortmann meende, dat wel d®-
gelijk overwogen moet worden, hoe d®
gemeente dit beleid kan voortzetten.
Wethouder Jongeleen verklaarde,
dat deze aangelegenheid voor het
college een zeer moeilyke was ge
weest. Maar het college heeft hier-
by toch ook rekening gehouden met
het meermalen in de raad geuite
verlangen, dat de gemeente meer
voor de universiteit en alles wat
daarmee samenhangt zal doen. Het
voorstel komt neer op een bedrag
van f 235.000. Het college kan zich
echter niet losmaken van het ba-
lang, dat de universiteit voor Lel
den en voor onze gehele gemeen
schap heeft. „Wy zouden onder do
maat biyven, als wy riet meegingen.
De gemeente kin zich niet aan be
paalde subsidies onttrekken; als wy
dat niet meer kunnen doen, staat
het maatschappeiyke leven stil. Het
kan zyn, dat dit voorstel consequen
ties heeft, maar dan zullen de plan
nen stuk voor stuk moeten worden
bekeken", aldus wethouder Jonge-
Beide van belang
Burgemeester Van Kinschot voegde
aan dit alles nog toe, dat het van belang
Is, dat de student in de universitaire ge
meenschap wordt opgenomen. Het stu
dent-zijn ls niet alleen een kwestie
de colleges volgen. „Hier ligt een taak
waaraan de gemeente zich bepaald
kan onttrekken".
De heer De Hosson betoogde in twee
de instantie, dat het hem slechts ging
om het precedent, de mogelijke gevolgen
van het aannemen van dit voorstel. Te
gen steun aan universiteit en studenten
kon hij zich niet verklaren, maai
wilde toch wel stellen, dat de industrie
voor Leiden wellicht van nog groter be
lang is dan de universiteit. De heer
Questroo raadde aan, de belangen niet
tegen elkaar te gaan afwegen. Industrie
en universiteit zijn beide van grote be
tekenis voor het Leidse leven.
Het voorstel werd zonder hoofdelijke
stemming aangenomen, nadat de heer De
Hosson de wethouder nog had gewezen
op de zeer hoge prUs van de grond
de in Leiden-zuid-west te bouwen
kerk en de wethouder hem te verstaan
had gegeven, dat daarover nog steeds
onderhandelingen worden gevoerd.
door die als bataljonsarts bU het 10e Reg.
Infanterie te Veenendaal.
Op 1 sept. 1946 werd dokter Bazuin be
noemd tot gemeent-arts te Leiden, waar
hij werd belast met het geneeskundig
f
schooltoezicht. Hier was hij in de gelegen
heid zioh verder te bekwamen op het ter
rein der sociale geneeskunde.
Ook op het terrein der particuliere ge
zondheidszorg ls hij actief werkzaam,
ais voorzitter van de „Dr. Vam Voorthuy-
senstichtiing voor nazong van B.L.O.-leer-
llngen" en ais voorzitter van de „Mytyl-
sbichtin/g". Gedurende een 5-tal jaren wa
hij voorzitter van „Het Kraamcentrum'
De E.H.B.O.-verenigmgen kennen hem
als docent en examinator.
Dokter Bazuin is secretaris van de af-
delingsraad van de Kon. Ned. Mij. tot
bevordering der Geneeskunst afd. Leiden.
Wedstrijd Het Oosten
Het Oosten hield een wedvlucht
Mons. De duiven werden om 12.lS
met zuidwestelijke wind gelost. De eerste
duif bereikte zyn hok om 14.33.44 uur en
maakte eeq snelheid van 1386.93 m per
minuut de laatste prijswinnaar kwam om
14.47.1 uur aan, met een snelheid van
1273-69 m per minuut.
De uitslag luidt: H. van der Vecht 1,
4. 26. 34 en 36; D. Sonnega 2, 6, 8 en 10;
A. ter Haar 3 en 27; Ch. Selier 5, 25 en 37;
J. van Wezel 7, 12, 18 en 38; J. Roest 9.
11. 21, 24 en 32; D. Zwaan 13; K. van den
Berg 14, 17 en 35; W. Hartevelt 15; L.
Burgers 16, 20 en 22; S. Schoeman 19. 39
en 40; J. G. R. Langhout 23 en 29; J. Ver
baan 28; A. van de Reyde 30; B. ter Beek
Plantsoenschool
moet verbeterd
worden
De raad kreeg gistermiddag ook een
voorstel te behandelen voor medewer
king tot stichting van een Hervormd®
school voor buitengewoon lager onder
wijs in het zuidwesten van de stad. ter
vervanging van de oude. ondoelmatig ge
worden school aan het Plantsoen. Mr.
Woudstra was van mening, dat in d«
Plantsoenschool van een noodtoestand
sprake is.
Wethouder Van Schaik beaamde dit. Er
moet echter rekening worden gehouden
met de omstandigheid, dat de nieuwe
school, die zal komen op de hoek van de
Hoflaan en de Telderskade, voorlopig
niet kan worden gebouwd. De inspecteur
voor het b.l.o. heeft verklaard, dat er
ccholen zyn, die een nog veel slechter on
derdak hebben.
Er zullen dus aan het oude gebouw be
paalde vóorzieningen moeten worden ge
troffen. B. en W. zoeken op het ogenblik
naar een oplossing voor de financiële
moeilijkheden, die dit met zich brengt.
Er zUn tussen het gemeentebestuur en
het bestuur van de Hervormde school
vereniging dusdanige onderhandelingen
lopende, dat een gunstig resultaat mag
worden verwacht, zo zei de heer Van
Schalk.
Slotavond met promoties
Leidse amateurfotografen
Voor de laatste maal In het seizoen kwa
men gisteravond de amatenrfotografen ln
Dc Doelen byeen. Op het programma stond
een bespreking van clgcn werk. Het eer
ste deel van dc avond was gewyd aan een
bespreking door de heer J. G. Gomprlmac
van door leden gemaakte vergrotlngci
van één negatief; in het tweede gcdeellt
werden kleurendia's besproken.
De competitie 1957-'58 had de volgend®
promoties ten gevolge; van beginnersklas
se tot de klasse van gevorderden: de heer
H. Honegger. Van de klasse der gevorder
den tot de promotieklasse: mevrouw W. B.
Wajon-Stroethoff en de heer J. Jongkind.
De prijzen: hoofdklasse: J. G. Gompel-
man, le prijs (152 punten), J. Versteeg 2®
prijs (129 punten).
Gevorderden: mevrouw W. B. Wajon,
le prijs (137 punten), W, Winsemius, 1®
prijs (131), J. Jongkind, 2e prijs (113), J. J.
Mojet, 3e prijs (106).
Beginners: H. Veijlbricf, le prijs (138
punten), Kok, le prijs (133), J. M. Boon-
zaayer, le prijs (126), G. Leupen, 2e pryi
(121), Jac. Raar, 2e prijs (110), Huwae, 2e
prijs (109), H. Honegger, 3e prijs (107), W.
d. Eynden. 3e prijs (100), Geldens, 3®
prijs (100), W. Oudshoorn, E.V. (83).
ACADEMISCHE EXAMENS
LEIDEN. 12 mei Rijksuniversiteit. Geslaagd
oor het knd. ex. sociologie: mejuffrouw E Vonk
Toewijzing woningwetwoningen dit
jaar valt weer tegen
J^EN VOORSTEL tot onbewoonbaar-
verklaring van de woningen
Waardgrachl 5, 5a en 5c wa® voor de
heer Van Dyk (k.v.p.) aanleiding om
de wethouder van openbare werken
gistermiddag in de raadsvergadering
te vragen, wanneer nu eindeiyk wordt
overgegaan tot sanering van bepaalde
delen in de binnenstad. „Ik ben nu
al zo lang raadslid en ben alsmaar
aan het onbewoonbaar verklaren,"
zei de heer Van Dük. De nieuwe
wyken van de stad kunnen de toets
van de kritiek zeker doorstaan, maar
wat biytt er van de oude binnenstad
over. als we alleen onbewoonbaar
verklaren cn eventueel afbreken, maar
geen constructieve plannen naar vo
ren brengen om de daardoor ontstane
gaten te dichten?
Wethouder Jongeleen antwoordde, dat
Leiden inderdaad enige honderden krot
woningen telt. Er ie een saneringsplan in
voorbereiding, maar dit moet passen in
raam van het grote plan: er word*
gewerkt aan het wegenschema
Tegenvaller
Hij deelde mee. dat einde 1954 302 on
bewoonbaar verklaarde woningen zijn
ontruimd; „men moet due niet zeggen,
dat er in Leiden niets gebeurt". De wet
houder betoogde nadrukkelijk, dat er
alleen kan worden ontruimd, als er een
groot aantal woningen wordt gebouwd
En daar is dit Jaar weer geen sprake van.
Het aantal woningwetwoningen
dat Leiden voor 1958 is toegewezen,
geeft, helaas, geen reden tot een
jubelstemming. De wethouder heeft
te bevoegder plaatse dan ook zijn
ernstige bezwaren al kenbaar ge
maakt.
Overigens was het de heer Van DUk
niet duidelijk, dat elk constructief plan
onderworpen moet zyn aan het wegen
schema. „Over vier of vijf Jaar kan wel
blijken, dat dat wegenschema weer heel
andere moet worden."