HAD EEN KRUIS GETEKEND
aaóDLering in /r%
PASEN
ZONDAGS
BLAD
ZATERDAG 5 APRIL 1958
Toen de deur achter hem dichtviel slaakte ze een een zucht van verlichting. „Wat een zeur",
dacht ze nijdig, „Wat een zeur. Wat zei hij ook weer precies. Het was zoiets als: het is voor
jou en mij". Haar ogen dwaalden over de tapkast, en toen ineens zag ze het:
r~
HET barmeisje Lilly keek langs de man heen, die tegenover haar aan de bar stond ge
leund. Alsof de stem uit de verte kwam, zo vaag hoorde zij wat hij zei. Af en toe
knikte ze maar en zei ze: „zo is het", en „net wat je zegt", zo de indruk wekkend, dat
zij belangstelling had voor zijn verhaal. De man tikte nogmaals met de voet van het glaasje
op Het hout van de toonbank en uit gewoonte greep ze de fles om het te vullen. „Neem
zelf ook maar wat", bood hij aan.
Ze schudde het hoofd. „Dank
antwoordde ze. „het >s
ie nog te vroeg. Ik drink
jon voor zes uur". De man
wide de schouders op. „Dan
zei hij met een zeurige
„Dan niet, maar ik zeg
zo: het is nog het enige
een mens heeft." Een
icnblik was het^stil. Het bar-
leisje Lilly neuriede zachtjes
laatste schlager en de man
ronk langzaam het glas leeg.
zei hij weer: ,Jiet is nog
et enige wat een mens heeft",
toen: „wat heeft ons soort
iensen nou?"
TYE MAN lachte schor. Hij keek zei het nog eens: „Zondags-
-L' het barmeisje Lilly aan. „Het school", en hij zei het nog
is het merkwaardige",
„dat de geleerdheid
H lar is de
iiouu weest, toen ik nog jong was.
zijn er schepen, die op Hoelang is dat ook weer gele
atoomkracht worden voortbewo- den? Ik, jong". Hij bekeek zich
gen. Vliegtuigen brengen je in in de spiegel van het buffet
een paar uren over de oce- en hij streek zich over het grij-
jWentelen satellieten om ze haar. Hij zei: ,,En toch lijkt
worden plannen het me soms of het gisteren
Hij pakte het lege
„En na acht dagen waren Zijn discipelen weer in het huis en Thomas
met hen. Jezus kwam, terwijl de deuren gesloten waren, en Hij stond in
hun midden en zeide: „Vrede zij U! Daarna zeide Hij tot Thomas: Breng
uw vinger hier en zie mijn handen en breng uw hand en steek die in mijn
zijde, en wees niet ongelovig, maar gelovig. Thomas antwoordde en zeide
tot Hem: Mijn Here en mijn God! Jezus zeide tot hem-. Omdat gij Mij ge
zien hebt, hebt gij geloofd? Zalig zij, die niet gezien hebben en toch
geloven".
Zo verhaalt de evangelist Johannes de gebeurtenis, acht dagen na de
Opstanding van Christus. Thomas twijfelde en de Heiland gaf hem een
woord mee, dat ook nu, na bijna tweeduizend jaar nóg van kracht i««
„Zalig zij, die niet gezien hebben en toch geloven".
nog. In de business kan je er vent. Zet die
geen principes op na houden.
Laat ik maar slecht zijn om
dat ik hem inschenk, vooruit
dan maar. Nog eentje?" vroeg
ze en zonder antwoord af te
wachten greep ze de fles.
,,Hier", zei ze, „drink uit, ,,en
houd op met je gebazel, want
we worden er toch niet wijzer
van. We moeten alletwee leven
en ik kan alleen leven als
mensen als jij bij me hun bor
reltje komen halen. Ik vind jou
een goede vent en als ik het
zou kunnen, zou ik in dat boek
van kroeglopers en drinkers
'EN ANTW OORD op die vraag jouw naam doorhalen, en dan
kreeg hij met. Hij had dat
isschien ook niet verwacht,
barmeisje Lilly peinsde
/er zijn laatste woorden.
dacht: ,,Wat bazelt hij toch?
bedoelt hij toch met ons gaat niet meer, dat is voorbij,
mensen?" Ze zuchtte. Ze Als je eenmaal in het schuit-
icht: „Alle mensen zijn toch je zit. moet je meevaren. De
zijn toch allemaal boot legt nooit meer aan om
uit te stappen en over te
gaan op een andere boot. Je
moet meevaren tot het
eind van je leven en dan
De man staarde in
eens recht voor zich uit.
„Ja, wat dan", herhaalde
hij, en maakte met de
hand een beweging, alsof
hij iets wilde vastgrijpen.
„Dan", zei hij, „is het uit.
Radicaal uit. Niets meer
aan te doen". Een ogen
blik zweeg hij en vervolg
de toen: „Daar koersen wij,
slechte mensen, nu op aan:
naar niets meer aan te doen.
n beetje goed en een beetj'
icht, en we drinken allemaal
z'n tijd een borreltje en
vloeken allemaal wel eens
het ons zo te pas komt; er
.Want het is in deze wereld
zeurde de man verder, „je
bt goede en slechte mensen,
behoren tot de slechte
Ik ben een slecht
zei hij, „en jij bent
slecht mens. Ik omdat ik
heb verdronken en jij om-
e me altijd maar weer op-
inschenkt". Hij zei: ,,Ik
;en heel ander leven kun-
hebben als ik ook anders
geweest. Ik had kapitein
n zijn op een grote tan-
n misschien zat ik dan
el in Euenos Aires, in
j van hier achter de bar
jou te kijken. Maar het
zeker zo moeten zijn**,
kgde hij er berustend aan
„Mijn naam mocht zeker
t geschreven worden in het
boek. waarin alle namen
•an hen, die de zeeën
Mijn naam staat al-
i vermeld in het boek van
I kroeglopers en de drinkers
eentje."
j schoof het barmeisje zijn
greep de fles
l vulde het. „En als je een
dat boek staat", ging
i verder, „kom je er nooit
j|eer uit. Nooit meer wordt
i doorgekrast. Wie zou
4 ook moeten doen. De goe-
|t mensen zeker niet, en de
hte ook niet. De goede men-
n niet omdat ze met ons niet
illen omgaan, en de slechte
|et, omdat ze ons niet kun-
n missen. Ze verwarmen
elkaar en vinden bij
ftaar steun. En zo zijn er
partijen in het leven.
zeetermen te blijven:
naar reddeloos verloren." Hij
zei: „Toen ik twintig was heb
ik eens een schipbreuk meege
maakt. We waren op een klip
gelopen en het schip was niet
meer te houden. De ouwe zei:
„Jongens, daar gaan we. Zie
maar dat je je redt. Maar als
je het mij vraagt, zijn we
allemaal verloren. Het enige
En toen sprongen we in het
kolkende water", zei de man,
„en we trachtten de kant te
bereiken. Twaalf zijn er die
morgen verdronken. Ik had
geluk en kwam aan de kant.
Misschien had ik ook beter
uit je hoofd Je hebt een com
plex", zei ze. „Je hebt een com
plex en daar moet je van af.
We hebben ons zelf toch niet ge
maakt. Wat kunnen wij er aan
doen, dat we zo zijn?" Ze zei:
„Je moet niet zoveel over je
zelf praten, dat is niet goed."
"TVE MAN vroeg: „Keb je een
sigaret voor me?" Het bar
meisje Lilly haalde een pakje
Chesterfield uit haar tasje
„Hier", zei ze royaal, „mag
je houden. Er zitten er nog
een stuk of wat in. Neem
maar, ik rook toch niet." „Be
dankt", antwoordde de man.
Ze zei: „Van al dat praten
word je toch niet wijzer. Stel
je voor dat ik je mijn leven
ging vertellen. Dan zou je
toch ook zeggen: houd nu eens
op. Je moet niet zo met je
zelf bezig blijven. Je moet het
leven van de vrolijke kant be
kijken. Net wat je zegt: aan
EEN KORT VERHAAL
DOOR
H. J. WAALWIJK
het eind van je leven ben je
nergens meer. Vooruit dan
maar, nu nog wat plezier.
Denk je dat ik het altijd zo
lollig heb gehad. Man houd op,
als je het hoorde zou je er
misselijk van worden. Ik zal
ook wel in een of ander boek
lengen, maar een ding kunnen
ze niet. En dat is dat kna- ~T' iV™" IT;
gende gevoel van binnen beter laatste. ™oet I'
de aarde
gemaakt om een bezoek
de maan te brengen, het inge- -.. t
wikkeldste vraagstuk wordt op- Je °P enT 1 ,T~
gelost, er bestaan zo goed als meisje LlUy v°°r- „Toe
geen geheimen meer, en nog is smeekte hij, „nog eentje. Dat
het einde er niet. De doktoren is de laatste, dian ga ik weg",
kunnen de mens helemaal ont- Wild graaide het barmeisje
leden, hem in vakjes indelen, Lilly het glaasje uit zijn hand,
zijn leeftijd misschien wel ver- en vulde het opnieuw. „Hier",
heus de
ïken°"zê"kumra''mïin "hart opstappen." Als in gedachten
er uit halen en het weer in liet de man zijn vinger glijden
mijn lichaam zetten en dan door de gemorste jenever op
zal het weer kloppen zoals het het mahoniehout van de tap-
altijd heeft geklopt, maar de kast. Hij praatte meer in zich-
pijn, die knaagt en die je van zeif ^an tot het barmeisje Lil-
binnen wegvreet, daar hebben y, hij zei. Mijn geheu_
ze geen medicijn voor. De
knapste dokter niet, en de ge- w0'dt slechb 'k wect
leerdste professor niet. En ze a"es nie- meer. Waar ging het
kunnen het niet, omdat ze mijn °°k altijd weer over! We
naam niet kunnen weghalen moesten blij zijn met Pasen,
uit het boek. Ik wil je niet maar waarom. Er was een
bang maken", zei de man te- Mano. mijn hoofd". De
gen het barmeisje Lilly, man steunde. „Wat was het ook
„maar jij zal dat ook ervaren. weer met Pasen?" vroeg hy
zit nieT^^Werschü hl Ze' ken -t barmeisje Lilly. Stuurs zei
men nooit van elkaar los. Al- ze: "Ik weet het niet en ik wil
tijd gaan ze samen door het helemaal niet weten, reken
het leven. Samen zitten ze maar af en ruk op". De man
op die boot en samen va- haalde wat geld uit zijn zak.
ren ze naar het einde. Dat „Hier", zei hij. Langzaam
„einde", herhaalde de man. kwam hij overeind. „Hoe zat
„Niemand kan het ontlo- he. weer", vroeg hij nog
pen jij met en,k met. Het „er was wat met een
einde van drinkers en j
schenkers is allemaal ge- ManHg liep naar de uit-
lyk. En niemand kan ons «ar>g vande bar- BU de deur
helDen, niemand kan ons draaide hy nog eenmaal om.
redden. Mag ik er nog „Neem me niet kwalijk, dat ik
eentje?" het ben vergeten", zei hij ver-
XJET BARMEISJE Lilly zette ™"SbbuIdigen<L „Ja, ik ben het
11 de armen in de zij. „Nee", en daarom moet ik
«J meevaren in die boot. Ik weet
"Ü!e'Jf bet niet meer zo, en dat is
jammer, want als ik me goed
kunnen verdrinken,
naam ook nooit meer uit. Kop,
op, zeg ik altijd, morgen komt
er weer een dag en morgen
ls het ook Pasen."
Maar wat heb ik
Ik sta in het boek en jij
staat in het boek, en we ko
men er geen van beiden meer
uit. Pasen is voor de goedte
mensen, voor de mensen met
een nette betrekking, voor de
n, die niet drinken en die
de armen
antwoordde
krijgt geen druppel meer
me. Je bent dronken, je weet '"c
niet wat je zegt. Je maakt hennner gmg het om JOU
daar komt mijn me bang. Je verknoeit mijn
hele Pasen. Je bent een
landholieke dronkelap. Wat
kom je hier doen? 'k Zou
opstappen, 't Wordt
het niet schenken. Maar
Hij haalde de schou
ders op. „Mag ik er nog een-
alies" wei ~veï- Wj dronk he; glaasje in
een teug uit. „Dat verwarmt
zei hij. „Dat is nog het enige
wat verwarmt". Hij zei: „Met
Pasen voel je je ellende nog
erger. Met Pasen zie je je
is nadien niet veel met me
geworden. Ik ben gaan drin
ken en heb
knald, en dat is er nou van
me over. Een vent, die drinkt.
Die het drinken niet meer
kan laten. En daarom kom ik
lant e
geen twee soorten men-
dacht het barmeisje Lil-
■;l „Maar", dacht ze, waar-
is de een dan zo anders
i de andere?" Ze begon in-
nooit in het boek van hen, die naam duidelijk met vlammen
zee bevaren. Nooit meer", de letters in dat boek voor
hij en aan die gedachte slechte mensen staan Met Pa-
ik 'kapot. En daarom blijl Jen gaa; er altijd een steek
door mijn hart. Dan weet ik
niet, waar ik het moet zoeken,
Dan drink ik nog erger dan
anders. Feiteliik zou ie ie Pa-
Dan heb je ook geen heimwee
naar dat andere, dan knaagt
er niets van binnen." Hij zei:
„Ken jij dan dat gevoel niet,
dat gevoel alsof je van binnen
helemaal verteert? Alsof je he
lemaal wordt uitgehold? Het is
alsof op den dliur al
leen mijn huid zal overblij
ven." Het barmeisje Lilly zei:
„Waarom ga je niet eens
de dokter!"
ik drinken. En hoe
drink, hoe eender ik naar de
haaien ga. Ik kan zwemmen
TT ET BARMEIS-
JE Lilly boog
zich naar hem
over, en zei: „Wat
kan het mij nou
schelen wie en
wat je bent. Als
betaalt.
LIET BARMEISJE Lilly keek
naar de deur, die dichtsloeg.
„Dwaas", schamperde ze,
je tijd. Je hebt me lang ge- „dwaas met z n goede en slech-
noeg opgehouden. Dadelijk ko- te mensen. We zijn allemaal
men mijn klanten en die kun- gelijk. Over wat voor een Man
nen dat gepraat van jou niet had hij het nu eigenlijk! Het
hebben. Mijn klanten zijn vro- ging om mij en hem, zei hij.
lijke jongens, jongens, die niet 't Zal wel, om ons heeft zich
over „knagen" en „boeken" en nog nooit iemand bekommerd,
„namen" en „verloren" spre- Hij drinkt en ik tap. Hoe meer
ken. Met zeurpieten als jij hij drinkt, hoe meer ik kan
komt de wereld niet vooruit en tappen, en hoe meer ik kan
verdien ik geen boterham". Het tappen, hoe meer ik verdien",
barmeisje Lilly werd boos. Ze Ze keek naar de plaats waar
draaide het gezicht naar de de man had gestaan en haar
muur en deed alsof ze niets blik gleed over het mahonie-
meer met de man van doen hout van de tapkast. En toen
wilde hebben. „Dat geklets", ineens gaf ze een gil. Haar
mompelde ze in zichzelf. ..Da', ogen werden groot en angst te-
geklets. 't Lijkt wel of we op kende zich af op haar gezicht,
zondagsschool zitten in plaats Ze keek en ze bleef kijken,
van gezellig in de bar." „Die vent is gek", bracht ze
met moeite uit, „die dronke-
J^E MAN hoorde het woord lap... hij..heeft..in
het oude land meegebrachte gebruiken gehandhaafd.
Dat de Verenigde Staten een smeltkroes zijn van vele, liederen zingt. En als de zon op-
vaak zeer uiteenlopende volksgroeperingen komt vooral in v,worftx J"*
de viering van het Paasfeest tot uitdrukking. Het Wonder ^3^° ap
der Opstanding wordt in de U.S.A. op tal van manieren en
in vrijwel alle talen der wereld gevierd, want de verschil
lende groepen, die tezamen het Amrikaanse volk vormen,
hebben juist in de viering van het Paasfeest nog tal van uit de Indianen bijeengekomen
hun Schepper dank te brengen.
In de oude talen van Amerika
verkondigt een Navajo-priester
Zo klinken in de duizenden liturgieën in het Grieks, het La-
kerken op de Paasmorgen de tijn, het Oudlslavisch, Syrisch zijn stambroeders het Evange-
en Armeens. Zo'n driehonderd lie. Dat gebeurt niet alleen
geloofsrichtingen belijden op rondom de Canyon, maar ook
Eerste Paasdag him geloof
l Arizona en andere delen 1
hun blijdschap over de Op- het zuidwesten der Verenigde
standing van Gods Zoon. Di'. ge- Staten. Het Christendom is hier
het feest, waar dat maar mc
gelijk is, in de open lucht.
In de ochtendschemering 1
hoofdtooi van veren, hebben de
gezichten beschilderd en hou
den krijgsdansen, om dan even
In New York worden in alle
kerken en in het Central Park
godsdienstoefeningen gehou
den. En op Tweede Paasdag
wordt op Fifth Avenue de be
roemd geworden Easter Para
de" gehouden. Deze Newyork-
se straat wordt dan voor het
verkeer afgesloten en de wan
delaars paraderen op hun paas-
best over het plaveisel. Deze
paasparade is in de loop der ja
ren een soort modeshow gewor
den, waar de mannequins van
de grote modehuizen zich men
gen tussen de voetgangers, die
ook allen in nieuwe kleren zijn
gestoken.
Washington
In Washington heeft de
„Paaswandeling" plaats op de
zo verschillend
als de
volksgroepen
onderling
iiiiiiiiiliiiiiiiiiiiliiliiiiiiiiiiiniiiiiiii
voorname Connecticut Avenue.
Van daar wandelt de menigte
naar het Potomac Park en be
zoekt het Jefferson-monument,
de schrijn, die werd opgericht
ter ere van de derde president
der Verenigde Staten. Dit is
dus een patriottische pelgrima
ge, die met godsdienst niets te
maken heeft.
stadje Riverside op, om de
Mount Roubidoux te bestijgen
en daar de zonsopkomst af te
wachten. Zodra het zonlicht de
Hollywood Bowl
Indrukwekkend zijn ook de
>dsdienstoefeningen in de Hol
lywood Bowl, het reusachtige
amfitheater aan de voet van de
Sierra Madre, waar dertigdui-
TOSemiTeparK zencj mensen een zitplaats kun-
Op hetzelfde ogenblik hebben ne"
-.e strelen over de aarde
zendt, begint de godsdienstoefe
ning
Cleveland en Chicago, twee
w.„,ra rooms-katholieke" steden,
di machtige hebbE" °P PMsdag monster-
Half Dome in het Yosemitepark Processies en in het Midden-
verzameld. Nog voordat de ster- Wezten met z,,n veSc.tndtna-
duizenden gelovigen zich
oevers van het Spiegelmeer
de voet
ren verbleekt zijn in het licht
van de bijna beginnende dag,
zijn de mensen daar
stilte van de ontluikende natuur
te luisteren naar de eeuwen
oude Boodschap over de grote
Overwinning van Christus. Van
een klein eiland middenin het
meer komen de stemmen
vische bewoners trekken dui-
zenden naar het door enkele
dg Zweden gestichte stadje Linds-
berg om daar naar een beroemd
geworden vertolking van Bach's
Mattheus-Passion te luisteren.
Paasparade
In de grote steden viert 1
het massale koor, dat de Paas- het Paasfeest, zoals in Europa.
Feest van de blijde wederkomst
van Jezus uit het stof,
de morgen strooide diamant
voor Hem in Jozefs hof.
De engel keerde, zonder zwaard
nu, op de aarde weer
en wachtte stil en wees hen die
Hem zochten op den Heer.
Toen eindelijk kreeg de liefde in
de Zijnen stralend stem.
Zij knielden overweldigd neer
en zij aanbaden Hem.
NEL VEERMAN.