CORNELIS REDER PIET en was zor vertrouwen vol 'gehos Een nieuw begin voor NATHAN LEOPOLD ZONDAGSBLAD redde 50 jaar geleden ons koningshuis ZATERDAG 8 MAART 1958 Koninklijke koets botste op Haagse tram ZOU ons land nog steeds een koninkrijk zijn geweest, als Cornelis Reder 50 jaar geleden niet tijdig zijn tram in de Parkstraat te Den Haag tot stilstaan had gekregen? Waarschijnlijk niet. Het was een wonder, de hand van God, zo zegt de heer Reder zelf, dat Koningin Wilhelmina en Prins Hendrik gezeten in een rijtuig toen aan de dood ont snapten. De bestuurder van een van de eerste elektrische trams in Den Haag, de thans 80-jarige heer Reder, woont in Am sterdam. Daar zochten we hem op, om een halve eeuw na de angstige ogenblikken, die heel het Nederlandse volk deden huiveren (immers Prinsesje Juliana werd pas een vol jaar later geboren, en een troonopvolger was er dus nog niet), te luisteren naar het onopgesmukte verhaal van een ongeluk, dat zo wonderlijk goed afliep. passagier naast de voorruit gekwakt en had een brandwond boven zijn rechteroog. Dat kwam doordat zijn sigaar t IK GING die dag, het was de dus nog eens -extra tegen de i 26ste februari van 1908, om torwagen door. mgntt, half ee„ middo9! van huis. Dat was in de Arnhemsestraat 12 in Scheve- ningen. Ik had late dienst en moest om een uur bij de „pit",- dat is het Kurhaus, afrijden. Er waren voor die eerste rit weinig passagiers en toen ik „on naar cpnaaT de lange Scheveningseweg om conducteur met kwart over een achter de rug had waren er twee passagiers „aan boord". Een stond er naast mij op het voorbalkon, de tweede, een advocaat, zat in de jen. De aanhangwagi gaat de heer Reder verder. De gedaan. Minister Talma - de dag van het ongeval in het bui tenland en las daar van het onge val in de kranten. Hij liet de zaak uitzoeken en uitmaken dat de bank gerold en had paar schaafwonden, terwijl de lucteur met 26 gulden klein geld in de wagen lag te i de paarde- de rijtuig uit de tijd tram, was leeg. Met een redelijke vaart reed ik door de Parkstraat naai Korte Vijverberg, bellend ik de enige zijstraat van Parkstraat, de Oranjestraat derde. Ma; De Koningin en de Prins gingen spoedig na het ongeluk naar Schie dam, waar zij ingenieurs van Allan en Co, de fabriek waar de tramwagens gemaakt werden, Ravage viel mee !>et?n uiUeMon."Ut bestuurder Reder allemaal had moeten doen k bulten viel de ravage nog- en gedaan had, om het ongeluk zo ee. De schimmels waren voor goed te doen aflopen. Het re- •am langs gekomen en ook sultaat was dat de heer Reder be morste deel van de koets, noemd werd door de Koningin tot de koppelstang van de tram Ridder in de Orde van Oranje In het linker achterwiel ge- Nassau, zeker in die tijd een ho ik zal u het verhaal vertellen van mijn vriend Piet. Het is misschien een doodgewoon verhaal, maar in Piets leven gebeuren toch vele wonderlijke dingen, die ik nog niet ben tegengekomen in het leven van anderen. Het zijn eenvoudige gebeurtenissen, die echter door hun glans een zekere huivering, een blijde huivering dan, opwekken bij anderen. Piet is een Indische Nederlander en is uit Soerabaja afkomstig. Dit zegt niet veel, want nu er zovele Indische Nederlanders ons land binnenstromen, zal Piet wel één van de velen zijn, die nu moeten proberen de warmte van de tropenzon te verzoenen met sneeuw en kou. haakt en had de achteras )or leidingmast de gedrukt.' la_ De Koningin en de Prins waren van de koets gevallen en werden door de conducteur en mij met de Oran- opstaan geholpen. Toen keek ik op de klok van de kerk, recht ge onderscheiding motorwagen krom heer Reder zelf noemt „gewone mensjes". Koninklijk bezoek tuig de Parkstraat indraaien. Het tegenover de Oranjestri zogenaamde „Weener hoge rijkoets". Het was één flits, waarin ik alles zag gebeuren. Prins Hendrik hield de teugels ook Koningin Wilhelmina zag ik. reed Even hield de Prins in, maar leg- tijds nog op het Plein de direct daarop de zweep In 1924, om precies te zijn, op de eerste april, brachten de Ko ningin en de Prins nog een bezoek aan de heer Reder. De Prins ver telde dat hij nog steeds huiverde, heTS*^ ETd~ bij de hoek ven de Parkstraat net tien voor half twee ge weest. Met de conducteur zette ik de koets aan de kant van de weg, stapte weer op de tram de Oranjestraat passeerde. En de Koningin herhaalde toen de opmerking, die zij vlak na het de" HTM-directie ongeluk ook maakte: „Als er een is die schuld had, dan was jij dat toch, Hendrik". tot cruttr n Al met al heeft de heer Reder, botsine te Reder zijn directeur, de hootdcom- buiten dit ongelu' gerekend, uuwjiiig ie or, Jn tuieid een veelbewoeen leven eehad. Zijn de twee schimmels ~en joeg het Daarna volgde de rit span voor de tram langs, tussen Schevemngen terug, mij en een mast van de boven- opdracht leiding door. Dat gebeurde alle en piano, zodat ja renlang huize Re der een eigen huis orkestje had. Nog steeds houdt hij van muziek, maar weinig speelt hij nog. Zijn han den zijn niet zo vast meer. Maar genieten ervan kan hij nog steeds, daar hij vaak bij zijn schoonzoon Si mon C. Jansen op bezoek is. En met de muziekstudies van de kleinkinde ren amuseert hij zich uiteraard van dag tot dag. De kinderen vinden in hem een bekwaam en grootvaderlijk- zacht kriticus. Af en toe vragen de kleinkinderen hem de onderschei dingen, die hij in zijn lange leven kreeg te laten zien. En dan haalt groot vader de doosjes met fluweel en watten voor de dag en vertelt hij de kleintjes wat de medailles beteke nen. De ridderorde, die geldt niet alleen voor mij, maar voor alle HTM-bestuurders, zegt hij dan. Het mobilisatiekruis. en dan ko men de verhalen van de eerste wereldoorlog. Het ridderkruis van verdienste van de Amsterdamse Burgerwacht en de verguld zilve ren medaille van de Burgerwacht, dan luisteren de kinderen gespan nen naar de verhalen uit de tijd dat grootvader te paard in actie kwam, wanneer er relletjes door stakers op touw werden gezet. Het gouden horloge, dat hij van de HTM kreeg, en waarin de in scriptie stond: Ter herinnering aan de 26e februari, Van de HTM, Cornelis Reder in 1908. kan hij niet meer laten zien, want dat werd hem in 1912 bij het Am sterdamse Centraal Station ontsto len. Zo beleeft de moedige HTM-be- stuurder Reder van vroeger, de grootvader van muzikale klein kinderen van thans, nog een blij de levensavond, waarover slechts de schaduw valt van het heen gaan van zijn vrouw. „Een scha duw", zo zegt hij zelf, „die er niet meer zal zijn, wanneer ik ook daar zal zijn. waar zij is en waar het goed is." ■piET, hij heet voluit Pieter Rocquefort, een heel mooie naam dus, werkte in Indonesië als admi nistratieve kracht, een soort eufemisme voor kan toorbediende bij een grote handelszaak. Het werk, dat hij deed had niet veel om het lijf. Eenvoudige administratie, werken met een rekenmachine, en vele andere ondergeschikte klusjes meer. Maar Piets werk is niet het belangrijkste, hoewel Piet zijn werk altijd opgeruimd deed. Het viel hem na tuurlijk niet gemakkelijk, want, en hier draait al les om, Piet is een dromer, een onpraktikus van de eerste rang. Wat dit zeggen wil, kan met enke le woorden gezegd worden. Piet leeft eigenlijk voorbij deze wereld. Hij is dromer bij de gratie Gods en dit doet voor hem het leven anders zijn dan voor ons. Mooier, rijker, zinvoller. Maar ik weet, dat Piet het blijmoedige verworven heeft langs een weg van diepe ellende, van immense verlatenheid en onmetelijke wanhoop Piet is zoals gezegd een man, die niet met zijn beide benen op de grond staat, die alle dingen, die hij moet doen en die hij moeilijk of onoverkomelijk vindt, aan anderen over laat. Aan zijn vrienden bij voorbeeld. Aan mij. Want Piet komt vaak bij me. Nu nog en vroeger in de „goe de oude tijd" in Indonesië ook. Dan spraken wij bes, ontwapeningscommissie bijeen, advertenties: goedkope schoenen hier en prachtige gordijnen daar en natuurlijk het beeldverhaal, toen ik dus de krant las, voelde ik mij vreemd. Er was iets, dat mij hinderde, iets dat jk vergeten had, iets dat mij riep, ja dat was het, iets of iemand riep mij. Wie, waar en waarom? Ik luisterde. Er was natuurlijk niets, behalve de krekels en een late satéverkoper. Saté, en ik dacht glimlachend aan de vele avonden met Piet, met saté en sigaretten, met gelach en gepraat. Piet, ja Piet. En opeens wist ik het. Was het niet Piet, die riep? Nee, het was Piet niet. Die man lag zeker al lang te slapen. Nee. ik wist het, het was Piet niet Wie dan wel? En tot nu toe kan ik het me niet realiseren, wat mij die nacht tot handelen dreef. Ik ging regelrecht naar mijn wagen en zonder dat ik het wist wat er aan de hand was en waarom ik het deed zette ik koers naar Piet. midden in de nacht, in de nacht detram Snelle reactie politie en de twee rechercheurs, die op de fiets ach ter de koets van de Koningin re den en zo voor de begeleiding zorg den. Nadat de heer Reder de twee Denken en handelen vielen samen in een duizendste seconde. Boven mijn hoofd zat de automaat, met rechercheurs' een kruk om de stroom uit te rechercneurs schakelen. Met mijn rechterhand greep ik de kruk en hield die te gen, zodat er stroom op de wa- blijven staan. Want als n uitvi Met mijn rechterhand draaide ik in een klap de rijkruk van „rijdeir-9" door nul naar - remmen en met mijn rechtervoet had gevraagd. Of stampte ik op de zandstrooier. a Alles wat remmen kon, remde. prettige vragen had gesteld, kon hij bij de kassier beneden 25 gul den gaan halen voor een vrolijke m„„~„ Qtaar, w=r,t ,ic avond. „Maar mijn dag was door «-juafflcs Wat hij - aan de politiemannen ..ad gevraagd? Of er in hun voor schriften stond dat zij achter de koets moesten blijven rijden. Dat Alleen de aanhanger niet, want kleek^md^rjiaad veelbewogen leven gehad. Zijn grootste verdriet is dat zijn vrouw, die hij 72 jaar geleden al als kind kende en met wie hij de afgelopen week 55 jaar getrouwd P Lwen zou z'in geweest, vorig jaar over- paar minder Met zijn vrouw heeft hij veel mooie, afwisselende jaren, maar ook veel moeilijke tijden meege maakt. Zij trouwden toen de heer Reder nog als onderofficier bij de cavalerie diende. Zeven jaar heeft hij voor hij bij de HTM ging werken in het zadel van de huza ren gezeten. Kort voor zijn af zwaaien trouwden zij, en in 1903 ging het echtpaar naar Duitsland, waar de heer Reder, goed ruiter als hij was, verbonden werd Essen. Dit buiten- met sterren en wind. met sprookjesachtige manoeu vres van de bladeren van de bomen op mijn gezicht. allerlei onderwerpen, terwijl z(jn bab- Nederland vertrekken wou. zo ongeveer een jaar geleden, er was dus nog geen sprake van enige agitatie tegen Nederlanders, zei hij op een onschuldig ogenblik: Ik ga naar Nederland. En ik moest alles voor hem regelen, formulieren aan vragen en invullen, instanties aflopen en met tact te werk gaan, kortom, Piet vertrouwde alles aan mij toe. stak geen hand uit en beschouwde het als vanzelfsprekend, dat ik het deed. Ik zelf beschouw de het trouwens ook als de gewoonste zaak van de wereld. WAAR gaat het nu om. met dit verhaal van Piet, zult u mij vragen? Tja, ik kan het niet precies zeggen, vast omlijnen kan ik het niet. Maar ik ge loof, dat Piet in vele opzichten een voorbeeld voor mij is. Voor mij is hij het altijd geweest en is het nog. Het verhaal wordt wel wat onsamenhan gend, maar dit komt, geloof ik, door Piets invloed in mijn leven. Want Piet doet alles onsamenhan gend. zich verliezend in de dagdromen van zijn gedachten. Nu dan. Piets leven heeft iets fleurigs. Want, en hier komt het op neer, Piet laat alles over aan God. En ik geloof, dat God zijn onprak tische onhandige Piet nooit in de steek laat. Ik zal u daarvan een voorbeeld geven. Piet sprong in Indonesië heel raar met zijn geld om. Zij vrouw was veel te lief en te zachtmoedig om hiertegen ook maar een protest te laten ho ren. Waaraan besteedde Piet zijn toch al niet te Kroot salarisje? Dat wist hij zelf eigenlijk niet. 'ij was royaal, kocht dingen, waar hij zijn vrouw en zoontje mee kon verwennen, en ik weet niet of ik het mag zeggen, hij gaf ook geld aan onnuttige dingen uit. Zodat zo tegen de belft van de maand er geen geld voor eten meer was. Dit is zeer onverantwoordelijk, zult u zeggen. Dat wist, of liever weet Piet heus wel, want hij is nog geen haar veranderd hier in Nederland, maar hij kon er niets aan doen. Elke keer verviel hij weer in de fout van te veel geld uitgeven. En dan ver kocht hij zijn boeken, (groter bibliofiel dan Piet heb ik nog nooit ontmoet) en zo was cr weer voor een paar dagen te eten. En natuurlijk was ik er ook nog. ...oatschappelijke normen, weet ik, dat God dit al les tolereert Want Piet bidt altijd, vergeef me als ik nu profaan ben voor sommigen van U, Piet bidt in de trein, op kantoor, in bed. onder het eten, overal dus. En dit maakt hem tot een dromer pur sang, een onwerkelijke. Piet doet nooit demonstra Ik was bezig iets te vertellen, waardoor Plets geloof iets benauwends, voor mij althans, krijgt. Op een nacht, omstreeks twaalf uur middernacht zat ik wat in de krant te lezen in mijn voorga lerij. Het was weer een van die snikhete dagen in Soerabaja en ik geloof, dat ik meer dan tien gla zen ijswater naar binnen heb gegoten. TK was net thuis van een drukke conferentie en was wel wat bly. dat ik even op adem kon komen. Ik was al lange tijd niet bij Piet geweest, want het was juist een zenuwslopende maand voor mij geweest, vol vergaderingen, recepties, gemeente raadszittingen enzovoorts. Toen ik op de galerij in de krant las: steeds het zelfde nieuws, bendewezen leeft op in Midden-Cele- JToen ik bij Piet was, HENNY TURPIJN woonde met vrouw en kind in een garage, want er was en is net zo goed met de woningnood in Indonesië en als je Nederlander was, of geen geld had kreeg je nooit een wo ning, als je er geen had was nog verlicht, wist ik niet duidelijk meer wat ik deed. Ik klopte aan. Piet deed open en wis een ogenblik sprake loos. „Kom binnen", zei hij. Zijn vrouw had gehuild, dat zag ik direct. D" baby sliep. Piet wist niet, wet hij zeggen moest. ,flallo'', zei .hij wat onlogisch. Hoe het verder ging kan ik me niet meer herinneren, maar ik weet nog, dat we met zijn drieën in een wagen een tochtje maakten om een late satéverkoper op te vissen, en ik zie het nog voor mij, hoe wij met honderd satéstokjes en vele stangen lontong, dat zijn een soort koekjes van rijst, die je bij de saté eet, naar Piets woning terugkeerden en tot ongeveer drie uur zaten te eten. Want Piet had de gehele dag nog niet gegeten en zijn vrouw ook nienatuurlijk. Zijn laatste restje geld, overgebleven na tal van gemakkelijke uitgaven, was besteed aan melk en rijst voor de pap van de baby. En Piet had hongerig, maar dromend zitten wachten op hulp, die voor hem en zijn vrouw zou komen. te zijn. En, de hoofdcom- zc' bestuurder Reder egn mane e m &BSCI, jjlt Ul Die wagen drukte toen: Dan wordt het tijd dat die land^verblijf du^rde'echter"] voorschriften gewjngd worden Drie ^aanden later keerden en dat jullie bij gevaarlijke pf,htplieden terue waarna tot n~J~~ 1958. kruispunten voorop^gajm^ rijden 1910 de periode bü de HTM volgde. Als rijks-zuivelvisiteur trok de heer Reder vervolgens naar Rot terdam. twee jaar later naar Am- .1 het verkeer op de nadering van een koninklijk ge zelschap attent ma- sterdam zijn geboorteplaats tot in 1914 de mobilisatie en de Instructies terugkeer in 's Konings wapenrok volgde. Na de oorlog van '14'18 werd de heer Reder weer visiteur. Bij de burgerwacht werd hij in 1919 tot officier beëdigd en enke nadering ie jaren later verliet hij dit korps u"* in Amsterdam als kapitein. Want in de in- I structies van HTM- H bestuurders stond, Koninklijk Huis. hun tram dienden f stil te zetten, er I naast moesten gaan p staan, de houding i militaire jj brengen. Als" die rechercheurs mij I toen op de nade- I ring f hadden geattem Muziek Zijn grote liefhebberij is altijd de muziek geweest. Het liefst groet speelde hij orgel en toen hij la ter in Haarlem kwam te wonen, werd hij organist van de Gere de koets formeerde kerk van Heemstede. Iedere zondagmorgen maakte hij dan van Haarlem de wandeling gebeurd en had ik door de Haarlemmerhout naar netjes met mijn Heemstede. Ook thuis werd veel hand aan de pet gemusiceerd. Zijn oudste dochter speelt viool en zingt in het Bach- naast de wagen ge- heer Reder gevolg van zijn scherpe opmerking op het hoofdkan toor was, dat een week later de in structies voor de koor van de Amsterdamse terkerk, zijn jongste dochter speelt cello in het Bachorkest en is ge huwd met de bekende dirigent en cantor-organist van de Wester- kerk Simon C. Jansen. Zijn twee zoons spelen respectievelijk viool Hij moordde om de uitiverking te zien.. Nathan Leopold, de laatste herinnering aan de „Gay Twenties" Zijn eerste opmerking of het dieptepunt van de „verloren generatie" der twintiger jaren SSSSSS.SSS. SSS. is weer op vrije voeten Samen met zijn achttienjarige vriend, haaidè'zïjn~wöordèn later Richard Loeb, beproefde deze miljonairszoon in 1924 de volmaakte «eie uitspraak i t i - ben God in de moord. Louter om te zien, hoe zij zelf op moord zouden reageren, en ba; om hun geloof in Nietzsche's supermens te demonstreren ki ze de veertienjarige Bobby Franks van een sportveld en de bevrij- erkennen dat hij door dende boodschap was „God zij dank teit werd gepakt, maar schreef zijn dat het allemaal voorbij is Hij her- vaj toe aan ten speling van het nood- haalde zijn woorden later in een offi- ,.t wi4 ciële uitspraak voor de pers: „Ik V Wij geloven met dat hij zijn ben God in de eerste plaats dank- misdaad door dienstbetoon kan - Een verbeterd leven slechts doen nog i het om hun geloof in Nietzsche's supermens te demonstreren kidnapten kumien wat God ze laat doen ik ben lang geen verzoend leven. Leopold r «act wan nian nm wiin_nitorti0 Ko-ct kan zichzelf beschrijven als een „oude, gebroken man" wiens „zwaar ste straf van binnenuit is gekomen," maar dat kan ook geschreven worden van Judas. Gewetenswroeging is nog geen zondebesef. Ondanks de prachti ge verdedigingsrede van Clarence Darrow blijft Leopold voor ziijn he- hem de schedel in. Bijna vier en dertig jaar na de dood van Bobby niet te beschamen." Tijdens het is Leopold op erewoord vrijgelaten. Loeb werd in 1936 door een medegevangene vermoord. „Waarom doodden zij de kleine Bob by Franks?" vroeg de verdediger Clarence Darrow in zijn beroemd ge worden rede: „Niet om geld. niet uit wrok. niet uit haat. Zij doodden hem. den TRANEN. derzoek naar zijn gratieverzoek zei hij dat hij alleer, maar wilde weg duiken „in het één of ander rustig hoekje, waar ik uit het gezicht kan verdwijnen om mijn misdaad te ver door anderen te dienen." Hij hoopt op De rechter was zo bewogen, dat de baantj. hem over de wangen biggel- hij inplaats van de doodstraf. niet zo bost betaald malse Rechter verantwoordelijk als laboratoriumassistent zijn eigen daden. Bij God ging spin zouden doden, of levenslang wegens moord .«.zendingshospitaal van 'de Church mets mis toen Leopold werd gescha- of the Brethren 'Broedergemeente) in Pen- yUs hlJ al een gevangene gevangenisstraf wegens kinderroof hun karakte' eiste. Herhaalde malen heeft Leopold da oneindige «Probaard om grltle te krijgen. vlieg, om de ervaring. Zij dood den hem, omdat het paste. Omdat ergens a, Uc muc - - processen, die leiden tot het onteta.n van een jongen of een man. mis ging." Twaalf H Darrow het ene argument dere naar Voren om t« bewijzen dat de misdaad het gevolg was van een innerlijke dwang dat de twee studen ten het niet hadden kunnen helpen. }aaT. Porto Rico. fgewezen. totdat hij twee weken geleden in de Vtrai-ht Statevillegevangems te Joliet (Illi- lang bracht hnfm1„ a.f hH —-j- LES GELEERD zijn omstandigheden was hij dat door eigen overgave. Bij de hemelse Rechter is ook verzoening, maar niet -- 'door eigen dienstbetoon, maar slechts "rlloor bloed, door dc dood va„ Je Christus. Slechts in Christus is er begin voor Nathan Leopold. of Leopold echter wel zijn les heeft worden vrij- geleerd en schrijft „Toch is Leopold nog niet van overtuigd dat hij Nathan Leopold is r.i gezette. kaalhoofdige suikerzieke, wiens hart ook niet zo sterk meer een wat ?een bovenmenselijke brein heeft. In ^et k te hopen dat deze die Levenslang plus 99 jaar" de gevangenis twintig talen leerde, "c uitkomt, weigert hij te dat begrepen heeft! wetenswaardig r*|k| merkwaardig ELUCiPI uit de uereld van vandaag en gisteren bijeengebracht door jJW/A IVOOR-STROPERS De olifanten van Kenya (Afrika) lopen steeds groter gevaar. De „safari" der (rijke) blanke jagers deed af en toe wel eens een jumbo sneuvelen. Dat noemde men sport en de schutters kregen slechts vergunning om één olifant te schieten. De Wakani- ba's en Walingulu's van Kenya maakten er evenwel „business" van. Op grote schaal begonnen zij jacht te maken op de tanden der olifanten en ware slachtpartijen ontstonden. De ivoor koorts dreigde de reuzen van de wildernis uit te roeien. Nu gaat men de Wakamba's en Waliungulu's zelf te lijf. Zij worden gewapenderhand uit het 20.000 km2 grote natuurreservaat Tsavo gedreven en de olifanten kunnen weer wat ruimer ademhalen. Ruimte genoeg overigens, als men bedenkt, dat de oppervlakte van Nederland ongeveer 33.000 km2 is. MAGNAAT Mike P. Millan is een Amerikaanse oliemagnaat. Vorige week was z(jn vrouw jarig en z(] moest ter gelegenheid van dit heu gelijke feit dus een cadeau hebben. Mike P. deed het niet minder. Hij hield zijn stand op, nl. die van Texaanse oliekoning. Voor één dag huurde hü het grootste warenhuis van Austin (Texas), het gebouw werd voor het (gewone) publiek gesloten en zo kon de heer Millan rustig kopen. Het gehele personeel stond buigend tot zijn beschikking. „Minghty" Mike kocht voor 480.000 gulden aan presentjes voor vrouwlief. BENOEMING De Noorse Wagner-zange~es Kirsten Flagstad is benoemd tot directrice van de Staatsopera te Oslo. Ongetwijfeld een eervolle post. Zij kan echter nog niet in functie treden, want er is geen operagebouw. LAATSTE KANS „Laatste kans om voor 28 cent te tanken", was de slagzin, die bij de Amerikaans-Mexicaanse grens in grote letters in de ge zichten der automobilisten werd geslingerd. Gretig grepen ,zij de gelegenheid aan om benzine te kopen. Er was maar één chauf feur (een vrouwelijke) die tot dc vraag kwam: „En wat kost de benzine aan de andere kant van de grens?" Het antwoord van de pompbediende: „24 cent!" SCHEVE ZAAK Honderdduizend toeristen vergapen zich jaarlijks aan de scheefheid van de toren van Pisa. Reeds bij de bouw aan het eind van de twaalfde eeuw, bleek, dat de bodem te week was om de toren te kunnen dragen en al heel gauw stond het bouwwerk scheef. Er bleef beweging in zitten en nu staat hij al vijf meter uit het lood. Pisa. dat van de toren leeft, ziet dit verder zakken met lede ogen gebeuren. Het bestaan van de stad rust letterlijk op een te weke bodem, want er hangt in deze Italiaanse toe ristenplaats van alles scheet Nu wil een zekere prof. Do- nato stad en toren gaan red den. Hij heeft een manier uitgedacht om de toren op een betonnen bed te laten rusten. Dan zou de beweging gestuit worden. De scheef heid blijft en dat is uitein delijk de bedoeling der Pi- sanen, want door een rechte toren zou het toerisme, wat men populair noemt, wel eens de pisang kunnen worden. OPGEVROLIJKT „Come to Britain", is een slagzin, die de laatste jaren in de hele wereld bekendheid heeft gekregen. De Britten proberen door die zin (met verdiend succes) duizenden buitenlanders naar het Verenigd Koninkrijk te lokken om daar een plezierige vakantie door te brengen. De affiches zijn nu in het Zuidpool gebied verschenen. Ook daar dus de uitnodiging om naar Groot- Brittannië te komen. De mannen van de expeditie hadden zelf om die kleurige aanplakbiljetten gevraagd om de witheid van het Zuidpoollandschap wat op te vrolijken. Nu staan daar in het ijsgebied grote kleurenfoto's van het graafschap Essex, een char mant meisje uit Wales, een „Beefeater" met zo'n kleurig rood uniform en een Engelse cottage-tuin.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1958 | | pagina 16