Bernardus Smijtegeld en Billy Graham „Oude Schrievers" nog niet zo ouderwets (igiiiiiiiiiiiiiiiii Herdrukken van oude schrijvers'' Blank kindje trekt belangstelling in de Baliem-vallei mi'i'Hil'li'IHI MIEBEL BIJ DE MASSAJEUGD De vrome kater I PROTESTANTEN GEËERD IN ZUID-AMERIKA 193 ZONDAGSBLAD ZATERDAG 8 FEBRUARI 1958 Brengers van dezelfde boodschap? De vlotte evan- jlist Billy Gra- met zijn iwbusinessachtige ipagnes lijkt in i pestelijk opzicht „el heel ver verwij derd van ds. Benar- dus Smijtegeld, de [ddelburgse pre dikant uit het begin van zeventienhonderd. Van de vlotte Amerikaan zijn we gewend, dat hij rieh via radio en televisie richt tot de miljoenen. Smijtegeld is nu een ^oude schriever", die nog door wat bejaarde mensen gelezen wordt, en in ere is, bij, wat de doorsnee-christen smalend noemt: ,.de zwarte kousenkerk". Graham past bij het Feijenoord stadion. Smijtegeld bij een kamertje, met een brandend theelichtje en een overvloed van vergeelde portretten. We weten, dat we aan het generaliseren zijn, maar toch durven gerust te schrijven dat een overgroot deel van het hedendaagse ["christendom bij Smijtegeld denkt aan een wereldmijdende, ouderwetse, I aan tradities gebonden kerk en bij Graham aan een niet-sociaal-voelend ifundamentalisme, dat de klok van de kerkgeschiedenis een paar I wil terugdraaien. In de afgelopen weken zijn weer verschillende preken van oude schrijvers, o.w. Smijtegeld, op nieuw verschenen. Omdat er nog vele honderden en zelfs duizenden zijn, die deze preken nog altijd le zen, hebben wc een speurtocht on dernomen. Als vertegenwoordigers van de jongere generatie konden we het niet nalaten om de preken van de bekendste evangelist uit on ze tijd, dr. Billy Graham, te leg gen naast de „Keurstoffen" van ds Bernardus Smijtegeld. We ontdek ten een groot aantal punten van overeenstemming tussen deze met selaars in Gods tempel, waarvan de ene de oude orthodoxie, de an dere het nieuwe fundamentalisme vertegenwoordigt. Uite rlij kheden Als we spreken over de overeenkomst in pre diking moeten we niet op uiterlijke zaken af gaan. Wie geniet kelijkheid zijn de kerken, die Smijtegeld in ere houden, de enige vrij wel die weinig invloed van de groeien de ontkerkelijking ondervinden. En Gra ham verpersoonlijkt een godsdienstige reging, die de jeugd nog weet te ien en zelfs in gloed kan zetten, wat ou veel jeugdbewegingen al lang niet Smijtegeld, omdat hij meer gezegd kan worden. Het opmer- prachtig „Heere" schrijft ke is dat Graham in de preekstoel en Graham verafschuwt Smijtegeld zeker zich geen vreem- omdat diens vertaler de zou voelen en hele stukken uit Smij- „maar" over „Heer" tegelds preken, met maar geringe wijzi-spreekt, heeft van de in gingen voor Grahams werk zouden kun-1 houd niets begrepen. Bei- nen doorgaan. icIacajia^ DOMINEESKINDEREN Het Evangelisch Luthers Week blad leeft mee met de problemen van de domineeskinderen: Misschien trap ik hiermee een open deur in. Sommigen schijnen immers vergeten, dat dit gebod ook heel wat over de arbeid zegt. Maar behalve de slampampers zyn er ook slovers en de laatsten zyn niet zoveel beter dan de Israël verviel in uitersten, maakte het zich veel te gemakkelijk vóór de ballingschap en veel te moeilijk daar na met de Sabbat. Ds. Okke Jager heeft volgens een verslag in „Het Zoeklicht" in „Op de man af" geschreven: De Anglicaanse en de Episcopale Kerk van Schotland gaan herenigen, de Schotse Kerk en de Presbyteriaan se Kerk van Engeland zullen één worden, er zyn 38 herenigingen van gescheiden- kerken in voorbereiding. g: Hoe kan dat, daar een andere naam is voor „Anglicaans" en de Schot se Kerk ook wel de Presbyteri aanse heet? Jaren geleden schreef dr. Lekker» kerker eens: de kerk belydt; ook in haar benoemingen De benoemin gen van kerkelijke medewerkers op kardinale plaatsen stellen ons niet erg gerust. We wezen er enkele weken ge leden op, dat ds. Landman in Her vormd Nederland schreef dat de kerk inzake haar belijden beslist zou moe ten spreken. Maar dit zal da: izake :ebrengen, dat dit spreken GEJIOD ENT GEBED Ds. W. Barnard schrijft in de „Waagschaal" over gebed en preek in de eredienst in een knap geconstrueerd artikel, dat als een nachtkaars schijnt uit te gaan. Hij betrekt het gebed op de eerse stenen tafel, de preek op de tweede en zegt dan bij het tweede gebod van de wet: De geijkte protestantse daarvan (dat men niet naa mag kyken of passing laar een beeld situatie, als de volgende overweging: nl. dat al te veel gebeden offeren aan hetzy de idee (dat is hetgeen in de hemel is), hetzy dc verstandhouding met de gemeente (dat is dc verwar rende aanwezigheid op aarde), hetzy aan de daimoon (dat is eventueel het onderbewuste, de schoot der dingen). In de praktijk betekent dat: gebeden die stranden op de dogmatiek (God is orthodox genoeg) of op de psychologie (de mensen vullen het gebed) of schipbreuk lyden in de inspiratie (die branding van gevoelens en influisteringen). Werkelijk gebed wordt geen van deze geestelijke oefeningen. de groepen van volge lingen zijn geneigd op uiterlijkheden af te gaan Onlangs nog hoorden we van een lezer van „oude schrievers", dat hij altijd al- ging op de titelpagina. Hij keek niet naar de titel en schrijver, maar naar de kleur. Als de titelpagina alleen in het zwart was gedrukt, was het boek niets waard: als hij in zwart en rood was uit gevoerd dan pas was het beslist zuiver van de leer. Lach niet al te hard, Graham-enthou- siasten! Uit de mond van die evangelist zelf hebben we eens gehoord, dat hij moest samenwerken met een pianist, die helemaal in het zwart gekleed was. Voor de samenkomst begon, heeft hij hem eerst meegenomen naar een kledingma gazijn om hem een grijs pak en een fel rode das te geven. Hij meende toen nog dat een pianist in een evangelisatiesa menkomst beslist .niet in het zwart kon verschijnen. Dat strookte niet met de blijdschap van het Evangelie. Even verstikt Een evangelist In technicolor kan even verstrikt raken in uiterlijke waan als een kerkganger met zwarte kousen. De kleur van de kleding bepaalt lang niet altijd de zuiverheid van de leer. Er is een grote overeenkomst in de prediking van deze uiterlijk zo verschil lende predikanten. In de afgelopen week hebben we weer eens een groot aantal preken van Smijtegeld gelezen, die zo juist in een nieuwe uitgave verschenen zijn onder de titel „Keurstoffen". Boven dien hebben we daarnaast een. groot aantal preken van Graham gelezen, die hij hield voor de radio. Reeds bij de eer ste oogopslag valt op. dat beiden hun preken doorspekken met Bijbelteksten. Smijtegeld haalt in één van zijn pre ken 73 teksten aan, terwijl zijn gemid delde even in de vijftig ligt. Graham ge bruikt gemiddeld in zijn boek „Vrede met God" ongeveer twintig teksten, maar zijn hoofdstukken zijn beslist kor ter dan die van de Middelburgse predi- Eerste indruk De eerste indruk bij het lezen van de ze preken is, dat er geen enkele poging werd aangewend om het Evangelie te „vertalen". We horen tegenwoordig zo vaak dat de mens de boodschap van God niet meer begrijpt, en dat de pre diker de Bijbelse termen moet vertalen in de technische taal van de A.B.C.- eeuw (atoom, bacterie, chemie). Noch Graham, noch Smijtegeld doen, ook_maar een poging om de termen van de Bijbel te veranderen. Hun preken zijn eenvoudig doorspekt met de bijbelse ter minologie. Bij Smijtegeld is dit heus niet natuurlijk. Ook hij leefde in een eeuw die de bazuin van bekering moest horen. Zijn taal draagt duidelijk de kenmer- X ken van ouderdom, maar het is opmer- c kelijk hoe gemakkelijk deze preken zich nog laten lezen. De geschriften van een natuurkundige uit zijn tijd staan veel verder van ons af dan deze preken omdat de oude Statenvertaling de theo logische terminologie bewaard heeft. verwerken. Van Smijtegeld wordt ge zegd dat hij weieens heel plat uit de hoek kon komen. In deze opgetekende preken blijkt daar weinig van. Zeker het niet zijn wens geweest om banaal te zijn om populair te schijnen. Veel waarschijnlijker is het, dat hij soms eens is uitgegleden als hij tot de n wilde neerdalen. Hij wilde het hart de mens bereiken, maar niet ten koste van alles populair zijn. Hetzelfde kan van Graham gezegd worden. Toch ligt de actualiteit niet in het ingaan op de gebeurtenissen van de. tijd. In dat geval zou Smijtegeld nu onleesbaar zijn en zouden de Amerikaanse preken van Graham in Europa en Azië onverteer baar zijn. De beide predikers sluiten zich niet aan bij de politiek, maar bij het hart van de mens. Beiden richten zich tot een mens, die geestelijk is vast gelopen en maken een veelvuldig ge bruik van het woord „zonde". Zij geloven beiden, dat de zonde een absolute scheiding gebracht heeft tussen God en de mens en dat God evenzeer buiten het bereik van de zondaar ligt als het vasteland voor een drenkeling, in het midden van de oceaan. bekering van de nlet-chris- ten). God eist dat wij onze schuld zullen Inzien; Hfj roept ons op tot geloof, maar de wedergeboorte is volkomen Gods werk, daar in kunnen we alleen maar passief zUn. Als hij dan zijn oproep doet vraagt hij de mensen om hun zonden te erkennen en Jezus Christus in geloof aan te ne men, maar achter deze oproep tot „acti viteit" staat de wetenschap dat God al leen de mens tot wedergeboorte kan brengen. Hand in hand In dit opzicht gaan Smijtegeld en Gra ham hand in hand, want ook de Middel burgse predikant liet geen kans voorbij gaan om zijn gemeente tot een beslis sing op te roepen. Tot slot van een preek zegt hij: „En nu leggen wij al het gezeg de in uw schoot: kiest nu. wie gij die nen wilt. Zegt gij: ik kan niet? Gij kunt wel als ge maar wilt." En een andere keer: „Gij moet tot een besluit komen." Niet iedere preek is als bij Graham ge richt om niet-christenen tot geloof op te roepen, maar in iedere preek is er een woord voor men sen, die nog buiten het Evangelie staan. Bij geen van beide pre dikers moet u een uit zonderlijk sterke exege se verwachten. Zij zijn geen kanselredenaars die op indrukwekkende wij ze een exposé weten te geven van een tekst of schriftgedeelte. Zij beho ren niet tot de dominees die uitzonderlijk knap iedere week weer de waarheden Gods Nog altijd ver schijnen er nieuwe uitgaven van de zogenaamde „oude schrijvers". Er zijn zelfs verschillende uitgevers en boek- handalaren, die van deze preken bundels een specialiteit hebben gemaakt. Het is helemaal geen ongewone zaak als de oplage van deze bundels die van hedendaagse theologen benadert of zelfs overtreft. De uitgever W. M. den Hertog uit Utrecht heeft in korte tijd vier nieuwe bundels toegevoegd aan de lange reeks. De pieken zijn gedrukt in een forse letter, die uitermate geschikt is voor oudere ogen en de boeken zijn letterlijk een sieraad voor de boekenkast- preken hol omdat de waarheid netjes onder het Ij in de vitrine blijft. Eén doel ten te exposeren, DS. BERNARDUS SMIJTEGELD ^„ver„SeW^gLvde zijn „Keurstoffen", een bundel van vijftig preken, die bijna zeven honderd pagina's dik is. Het zijn preken, die ter gelegenheid van biddagen, oud- en nieuwjaar en bij avondmaalsdiensten werden gehouden. Smijtegeld is vooral bekend geworden door zijn 145 preken over het gekrookte riet. Hij spreekt in voor zijn tijd zeer korte zinnen, waarvan het gemiddeld aantal woorden 14.5 is (bij Graham 13.5), wat het lezen vergemakkelijkt Zijn exegese van de tekst is wars van alle ziekelijke allegorie, maar is er op gericht direct aansluiting te vinden bij het menselijk hart. Zijn taal is door spekt met bijbelse terminologie, die op een enkele uitdrukking na zeker niet onder de term „dierbaar" vallen. Smijtegeld, hoewel wars van de woorden „algemene genade" en „vrije wil", vervalt zeker niet in het andere uiterste, dat van God de auteur van de zonde maakt en de hemel het oord van een kleine groep super-elite-uitverkorenen. Zijn Evangelie is een op roep van God aan de mens om tot Christus te komen en tot de mens die tobt met de uitverkiezing zegt hij troostend: „Het is zeker, die een gekomene is, die is ook een gegevene!" lingse predikant verschenen weer twee bundels. Eén onder de genezing van de blinde Bartimeus" en de ander: „Elf leerredenen." Het eerste boek behandelt het gedeelte van Lukas 18 3543 in zeven preken en bevat bovendien twee biddagpreken (Job 58a en Micha 71 en 2a) die samen 172 pagina's druk beslaan. Het tweede boek bevat twee cathechismuspreken, twee paaspreken, een preek over Psalm 47 en een aantal preken over Nieuw Testamentische teksten over het eeuwige leven en de genade van God. Van der Groe leest veel moeilijker dan Smijtegeld. Zijn inleidingen zijn vaak lang. Hij dwaalt nog al eens af en moet dan terugkeren naar zijn onderwerp. Zijn zinnen zijn soms erg lang en vol bijzinnen. Meer dan honderd woorden per zin komt herhaaldelijk voor en de gemiddelde zin heeft meer dan vijftig woorden. Ook spreekt hij meer dan Smijtegeld in de wensende wijs. Hij laat zien wat er met de mens moet gebeuren, maar het „hoe" raakt wel eens op de achtergrond, wat dan vervangen wordt door een zin als: „Eindelijk zij het mijn innigste wens en bede. dat het u mocht geschonken worden, uzelf nauw met de Heere Jezus te verenigen Van der Groe zou zeker nog met waardering gelezen kunnen worden, ook buiten de kringen, waar hy geliefd is, omdat hy zo sterk de nadruk legt op het „zoeken" en de „volharding". Hij laat zien dat „een stap tot Jezus" geen danspasje is tot God, maar slechts uit een volkomen over gegeven leven, veranderd door de werking van de Heilige Geest kan geschieden. WULFERT FLOOR Smijtegeld en Graham peuren geen mooie waarheden uit de Bijbel, maar hebben maar één doel. Heel hun gebruik van de Schrift is er op gericht om men sen tot verandering, tot bekering te brengen. Als zij „amen" zeggen, bedoe len ze niet: „Dat was het wat God zei", maar „Zo moet u worden in uw leven." Zij zijn er niet op uit de gemeente op te bouwen door iedere zondag opnieuw de stenen te schilderen, maar door nieu we stenen aan het bouwwerk toe te voe gen. Bij beiden gaat het daarom niet alleen om het, „Wat zegt het Evange lie", maar komt ook steeds weer het „Hoe" van het Evangelie naar voren. Wie Smijtegeld leest weet hoe hy een christen kan worden, wie Graham lioort, weet het ook. Of beiden ook niet eenzij dig zijn? Inderdaad, maar dat is een metselaar ook. van hem wordt toch ook niet verwacht, dat hij het huis boven dien nog zal schilderen en de elektrische leidingen zal aanleggen? Noch Graham, van wie „zes en dertig nagelaten oefeningen" weer werden uitgegeven leefde in een heel andere eeuw als Smijtegeld en Van der Groe, die in de achttiende eeuw preekten. Floor was een „oefenaar" uit het midden van de vorige eeuw, die als eenvoudig landbouwer ging preken. Hij werd nimmer tot predikant bevestigd en bleef de eenvoudige, maar zeker niet onontwikkeldeboer. Hy is een kind van zijn tyd, die bij iedere nieuwe gedachte overstapt naar een „toepassing", soms op een romantische, voor ons tegenwoordig gevoel wat overdreven wijze spreekt, vooral als het gaat om het hart van de mens. Floor vertegenwoordigt het gewone gemeentelid, dat bij gebrek aan geestelijke leiders in de kerk, zelf door de omstandigheden tot een leider uitgroeit, omdat mensen zich om hem gaan vergaderen. Hij behandelt in deze bundel o.a. uitvoerig de tien geboden en het gebed, dat Christus zijn discipelen leerde. 4mi9 leidingen zal aanleggen? N Armimaans ;n0Ch Smijtegeld is dogmal Onlangs lazen we se predikant dat Graham Arminiaans zoy zijn en de genade van God niet de volle plaats gaf in het Evangelie. Als dat zo is, dan was Smijtegeld ook een Ar- miniaan en Calvijn eveneens. Graham zegt ergens: „Zonde scheidt ons van God. Zij brengt de toorn van God over de menselijke ziel. Alle moeilijkheden, lijden en problemen van de wereld vin den hun grond in het feit, dat de mens zijn zedelijk, intellectueel en geestelijk bewustzijn van God kwijt is, omdat hij God kwijt is." Smijtegeld schrijft: „Het is ook een waarheid, dat er geen ge meenschap en verkeer is tussen God en de zondaar, zolang hij goddeloos blijft." De beschuldiging aan het adres van Graham dat hij geen goed Calvinist zou zijn, komt waarschijnlijk voort uit een verkeerd begrip van zijn uitnodiging om tot Christus te komen. Nimmer zal hij het nalaten om zijn gehoor voor een keu ze te stellen en tot hen een oproep tot bekering te richten. Bekering, zegt hijl ln een preek over dat onderwerp, is j drievoudig. Het bevat schuldbesef, ge loof en wedergeboorte (Hij spreekt over geet, het zijn predikers ïnci c«=u u Nederland- dend hart Daarill Uft hun kracht. ficus of i De blanken zijn niet langer geesten in de Baliemvallei. De vijftig duizend Dani's, die nog in het stenen tijdperk leven en pas vijf jaar geleden ontdekt werden, hebben zich laten overtuigen door de pasge boren baby van dokter en mevrouw Smit-Knibbe. In de laatste brief van mevr. Smit aan de lezers van de „Pionier", het blad van de Christian and Missionary Alliance, het zendingsgenootschap, dat op 15 maart a.s. zijn nieuw Nederlands centrum „Parousia" hoopt te openen in Was senaar, schrijft ze onder meer: „Broodbakken is zo langzamerhand al routinewerk geworden en gelukkig zijn bloem en gist aan de kust te krijgen. Wat de warme maaltijd betreft, eten wij meestal varkensvlees, zoete aardappele- len en Dani-groente of een blik groente. Varkensvlees is hier niet duur. Voor een bijl krijg je een middelmatig groot varkeritje. De Dani-jongens slachter» dit voor ons en krijgen dan zelf de kop en poten. IJSKAST Wij bewaren al het vlees in de ijskast die op petroleum brandt. Om deze reden heb je hier zeker een ijskast nodig en wij genieten daarbij erg van de extra luxe die we er van hebben. De Dani- groenten zijn tomaten (een jaar geleden is hier zaad uitgegeven en nu groeien de tomaten hier welig!) en een soort spinazie die hier in de vallei groeit en Gog en Magog In de bespreking van het boekje over Israël, maakte ik er onlangs aanmer king op. dat de schrijfster beweerde dat alle bijbeluitlcggers daar Rusland in zagen. Een andere lezer, die meen de dat we Israël haar toekomstige -plaats in Gods heilsgeschiedenis ont zegden, schreef ons: „Nog onbegrijpe lijker en duisterder wordt de zaak, dat u twijfel trekt uit de mededeling, wie toch wel Gog zou zijn." Na de tekst over Gog en het land van Magog, Ezechiël 38 1,2 aangehaald te hebben, schrijft hij verder: „Als men hierover raadpleegt de schoolatlas voor Bijbelse Geschiedenis van H. Marwitz en G. Meima, dan vindt ge op de le bladzijde een kaart van „de oude wereld" (Gen. 10). waar ge vindt Magog, Gomer, Mesech en Tubal. Ik vraag u: Kan het nog duidelijker?" Veel chiliasten (mensen die in een dui zendjarig vrederijk geloven) maar ook niet-chiliasten zien in Gog en Magog ons tegenwoordige Rusland. Mesech is dan een andere schrijfwijze voor Mos kou en Tubal voor Tobolsk. Zo schrijft Scofield in zijn beroemde Scofield Bij bel. de vraagbaak bij uitnemendheid voor chiliasten, in een aantekening bij Ezechiël 38 2: „De namen Mesech en Tubal (Moskou en Tobolsk) geven een gemakkelijke oplossing. Rusland en de noordelijke machten zijn de laatste vervolgers van het verstrooi de Israël". Uiterst merkwaardig is echter dat deze bewering niet klopt met de landkaart achter in die Bijbel (die behalve voor zien van uitgebreide kanttekeningen en verwijsteksten ook van een klein hand boek en concordantie is voorzien). Op deze kaart liggen Magog, Mesech, en Tubal helemaal niet in Rusland, maar ln Klein-Azië, bij de bovenloop 'an de Eufraat. Deze tegenstelling in de nu vijftig jaar oude uitgave, die jaarlijks bij dui zenden wordt verkocht, wordt bestu deerd door de herzieningscommissie, die over vijf jaar moet uitkomen met een geheel herziene uitgave van de kanttekeningen. De vraag is of de kant tekening of de kaart zal veranderen. Edoch, in het hart van het chiliasme is er zelfs geen eenstemmigheid over de vraag wie Gog en Magog zijn. God of Gog Persoonlijk ontkom ik niet aan de in druk dat we graag van Rusland de komende Gog maken, omdat een rode antichrist zo'n goed figuur slaat. We kunnen ons de Russische dictator be ter in die rol voorstellen dan een Wes terse staatsman. Als we Ezechiël 38 rustig lezen, zien we, dat Gog en Ma gog samenspannen met een aantal vol keren, zoals Perzen, Moren, Puteeërs en anderen. In Openbaringen 20 8 komen Gog en Magog nog eens terug en met hen vol keren „uit de vier hoeken van de aar de". Magog als Rusland is een moge lijkheid, maar geen absolute zekerheid. Waarom zouden we dit alles in de schoenen schuiven van een volk dat door het atheïsme wordt geregeerd? Laten we nooit vergeten dat hel land van Beethoven en Goethe ook tot een aanval op Israël in staat was. Gog zal eens zijn kop opsteken. Dan zullen we weten, wie Gog, historisch gezien, is. Geestelijk gezien woont Gog niet alleen in het hart van Boel- ganin, maar ook in dat van mij en u. De aanval van Gog wil Israël vernie tigen, omdat hij God van de troon wil «toten en Christus zijn rechtmatige plaats wil ontnemen. zie ten minste geen enkele reden om de historiciteit van deze profetieën te ontkennen, maar deze historische aan val is de optelsom van wat in onze harten nu reeds gebeurt. Zit Gog of God bij u op de troon? b eschou- Dicht bij het hart Toch slagen beide predikers er in het Evangelie heel dicht bij het hart van de mens te brengen. Beiden zijn actueel, ze schromen zich niet de gebeurtenissen van de afgelopen week in de preek te gesignaleerde verschijnsel komt gen. Wie informeert naar de ma- voor in Nederland en in Amerika, nier waarop ouders van moeilijk in Zweden en Duitsland, in Rus- hanteerbare kinderen deze kinde- zo uni- ren tijdens de oorlogsjaren hebben verseel, als het nooit tevoren ge- opgevoed", komt vaak tot de ont- rdig op gewezen dat de heden- iveest is. En het feit dat een zoge- dekking dat ze hun kinderen in daagse jonge mens afwijzend staat naamd slecht element overal ter die tijd nauwelijks gadegeslagen tegenover inzichten, overtuigingen, wereld de zogenaamde goede ele- hebben. Ze kunnen trots vertellen ■6 methoden en beginselen der vol- menten méé zou slepen zou een wat ze deden om hun kroost hun „NEEN" In allerlei artikelen ivingen van de zijde van jeugdzorg land en Engeland. Het en jeugorganisatie wordt er tegen- Mijn man helpt nu 's morgens al de patiënten. Dit gebeurt in een klein poli- kliniekje dat hij zelf bouwde van hout en aluminium platen, samen met behulp van Anton en Dominianus (twee Biak- jongens, die ook voor de C.A.M.A. in de vallei werken). ZWEMMEN 's Middags gaat mijn man bijna altijd een half uurtje in het beekje achter ons huis zwemmen, iets wat de Dani's ook prachtig vinden. Aan de kant staat nog steeds elke keer een groepje bewonde- Ons zoontje heeft zijn plaatsje hier al weten te veroveren, 's Morgens vroeg als de vrouwen naar hun tuinen gaan, komen zij langs en vragen of zij het kindje mo gen zien. Vooral in het begin waren ze <rtrü enthousiast over zo'n blank kindje. „Ek- ki, ekki" riepen ze maar en zij vertel- P den hoeveel zij wel van hem hielden. Hun Dit verzet uit zich op grondig onderzoek vereisen. volgende vraag was steeds of ik het wel zelf voedde en pas als zij hoorden dat g dat wel in orde was waren zij tevreden. GEWOON ij. Door dit beginnen zij zich toch meer te realiseren, dat wij ook gewoon mensen j* zijn net als zij. Er zijn n.l. nog steeds jï Dani's die denken dat wij geesten zijn. p 's Morgens om tien uur schijnt hier al 5 een heerlijk warm zonnetje en Tacoot- De Amsterd newoud heeft Hy schryft redikant ds. M. Groe- natje en droogje te bezorgen. Ze verschillende wijze. Het kan blij- Een tweede antwoord wordt ge- hebben verhalen over hongertoch- ken uit het feit dat een vroeger geven door hen, die er op wijzen ten en over illegaal werk. Maar bloeiende jeugdvereniging opeens dat de hedendaagse jeugd einde- in feite hebben hun jongens zich tot de ontdekking komt dat ze geen lijk aan zijn trek probeert te komen, alleen moeten redden. Ze waren aanwas meer krijgt van adspirant- Het is de jeugd, die vlak voor of piepjong eigenlijk al volwassen. En leden; zolang de seniores de club tijdens de oorlog geboren is. Het ze hebben zich eerst verbaasd, trouw blijven, lijkt het totale leden- heeft haar ontbroken aan aandacht, toen morrend, en eindelijk be- wust-afwijzend gekeerd tegen het verlate opvoedingsproces waaraan ust gekomen ouders nd de 5 ders wuden hun kindje dan dadelijk - J gaan voeden, maar daar ik dat niet al- ergens op bezoek -S ieder geval zei die kater, als ik 's mo wyding luister, kc dam 't Is de i lanlopet hy altyd en springt op m'n schoot. Als de wyding afgelopen is, springt hy af. Je zou toch zeggen: zo'n dier. u oe- grijpt, dat ik innerlyk wat plezier had v om deze „vrome" kater. Had hy z'n koteree gevoelens, nu hy toch opgesloten -g zat op drie hoog, gesublimeerd en had hy y het in de godsdienst gezocht? Ons gesprek ging daarna in geestelijke j* richting. En ten slotte stelde ik voor samen wat uit de bybel te lezen en te -5 bidden. Ik haalde m'n zakbijbeltje te voorschijn. En daar, ineens, verhief de kater zich, rekte zich uit, kwam met een vaart aanlopen, sprong by m'n gastvrouw op schoot en keek me aan met een ge- -2 zicht van: nou, ga je gang maar. En toen 2 ik na het gebed „amen" zei: sprong hy -d vlug weer van haar schoot en begaf zich naar de voorkamer. Ik moet zeggen: ik was wel wat verbluft. Ik had katers vele eigenschappen toegedacht, maar niet die aantal nog aardig wal, echte jeugdorganisatie is men dan toch niet meer. Het kan ook tot uiting komen in wilde taferelen, oploopjes, relletjes, complete straat gevechten, zoals die over heel de wereld gesignaleerd worden. Soms onderkennen we deze houding aan een zekere laatdunkendheid waar mee jongeren de ouderen gade slaan, critisch bekijken, praten aan liefde laten. Een andere maal wordt ze hem te bewonde- Zoveel belangstelling is erg gezellig, alleen is het erg hinderlijk als ons „lie- zoontje begint te huilen. Dani Uit de VOLKSWIJK oorlog alsnog wensten te beginnen. Nog daargelaten dat ouders en ouderen zelf 'n beetje onwennig tegenover heel dat opvoeden waren gaan staan, want opvoeding eist een dagelijkse, nooit-onderbroken oefening. koestering. De vol- Toch geloof ik niet dat deze hadden in die dagen zo- tweede opvatting afdoende is: het onder woorden gebracht, fel, harts- veel met zichzelf te stellen dat ze vraagstuk zit nog ingewikkelder in weer S tochtelijk. De overigens al weer veel te weinig aandacht hebben elkaar. Ik ben namelijk overtuigd U be- voorbije Rock and Roll evene- gegeven aan hun kinderen. Thans dat ook de jeugd van vroeger af- deze halen deze opgroeiende jeugdigen wijzend stond tegenover hun leids- de schade in: ze weigeren langer lieden, critisch, bedenkelijk ot zelfs over het hoofd te worden gezien; vijandig Alle jeugd distancieerl ze nemen wraak op de samen- zich van de groep der ouderen. In leving. In dit antwoord zit onge- het verleden kwam het echter niet twijfeld meer waarheid. Tijdens de zo massaal tot conflicten. Om oorlogsjaren is menig ouder zo tweeërlei reden waarover de vervuld geweest van de vragen volgende maal meer. Allereerst naar voedsel, dekking en kleding omdat de ouderen zelf toen anders en was zo aan het eind van zijn waren. En voorts omdat de wereld kracht, wanneer die levensvoor- toen schijnbaar overzichtelijker was. dat beslis! waarden maar vervuld waren, dat De je„od ..Neen' Maar dat dan b(j die men meende nu toch wel al het rlien om ,ommern„chien raddraaier, self aan de hand, en noadzakeluke te hebben gedaan. en beschuldigingen te gaan uiten hot komt het dat zij opeens - Maar men vergat dat oorlogsm- Ten.j| me( betrekking tot onseelf! tijd doe vinden de mensen mij hier tens wreed. Steeds komen zij mij vertel- len dat Tacootje honger heeft en dat zij s'n medelijden hebben. Gelukkig is Ta- o erg groot en stevig zodat het twijfel- achtig is dat hij ondervoed is!" Heiligen voor ziekten Volgen« „De Pionier" voor de Zntd-Spaanse Zending heeft het Engelse rooms-katholleke blad „Our Sunday Visitor" haar lezers een „onschatbare dienst" bewezen, door te publiceren welke heiligen bij welke ziek ten moeten worden aangeroe pen: Brand St. Laurens en St. Barbara. Epilepsie St. Vitus. Gezir&moeilijkheden: St. Eustachius. Galstenen St. Liberius. Hoofdpijn St. Denis. Huidziekten St. Roch. Insectenbeten St Tryphon. Kiespijn St. Appolonia. Klierontstekingen St. Cadoc. Koorts St. George. Krankzinnigheid St. Dympa Maag "en Do^mstooi-nis St. Erasmus. Pest St. Hadrianus. Reisgevaren St. ChristoffeL Tbc St. Pantaleon. Typhus St. Adalard Verlamming St. Serverus. Vorst St. Genesius. (We weten niet of deze hei ligen alleen aan het Engelse taalgeoied gebonden zyn. Mis schien geldt voor het Neder lands taalgebied wel een andere lijst.) menten wijzen eveneens richting. Kortom, we kunnen zeg- ben dat de jeugd „Neen" zegt tegen de samenleving der ouderen. De vraag is: hoe komt dat? ,Er worden verschillende ver klaringen voor gegeven. De gemakkelijkste manier is na tuurlijk om te zeggen dat er een stel raddraaiers is, die de jeugd ten kwade beïnvloedt. Een ant woord op onze vraag i niet. Immers, wat i De oppositie tegen pro- benoemd. Matthews MIEBEL. testanten ln Zuid-Ame- rlka begint haar scherpste kanten te verliezen en ver- dwijnt zelfs in sommige landen volkomen. In de afgelopen weken werden twee protestanten geëerd om het werk dat zU voor het welzyn van de bevol king hadden verricht. In Brazilië werd ds. Carlton Matthews, die reeds 25 jaar in dat land de Unie van Baptisten ted Catholic" (de bekeerde diende zijn opmerkelijke katholiek», de luchtbasis van Natal van ..Christ's Mission" tijdens de tweede wereld oorlog en zyn werk aan de School voor Rechten taal. 75-jarig zendingsge nootschap. dat zich speci aal werpt op de bekering Mon- Nog opmerkelijke! het feit. dat de regering ge-vraa-?d om minister van Bolivië dr. Walter M. buitenlandse zaken te v Montano tot ere-consul be noemde. Dr. Montano. i burger van de stad Natal dacteur van „The Conver- Bolivië, meldde het Amerikaanse blad „Christian Life". Nu maakte de regering hem ere-consul.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1958 | | pagina 15