Bernardus Smijtegeld
en Billy Graham
„Oude Schrievers" nog
niet zo ouderwets
(igiiiiiiiiiiiiiiiii
Herdrukken van
oude schrijvers''
Blank kindje trekt belangstelling
in de Baliem-vallei
mi'i'Hil'li'IHI
MIEBEL BIJ DE MASSAJEUGD
De vrome kater I
PROTESTANTEN GEËERD IN
ZUID-AMERIKA
193
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 8 FEBRUARI 1958
Brengers van dezelfde boodschap?
De vlotte evan-
jlist Billy Gra-
met zijn
iwbusinessachtige
ipagnes lijkt in
i pestelijk opzicht
„el heel ver verwij
derd van ds. Benar-
dus Smijtegeld, de
[ddelburgse pre
dikant uit het begin
van zeventienhonderd. Van de vlotte Amerikaan zijn we gewend, dat hij
rieh via radio en televisie richt tot de miljoenen. Smijtegeld is nu een
^oude schriever", die nog door wat bejaarde mensen gelezen wordt, en
in ere is, bij, wat de doorsnee-christen smalend noemt: ,.de zwarte
kousenkerk". Graham past bij het Feijenoord stadion. Smijtegeld bij een
kamertje, met een brandend theelichtje en een overvloed van vergeelde
portretten. We weten, dat we aan het generaliseren zijn, maar toch durven
gerust te schrijven dat een overgroot deel van het hedendaagse
["christendom bij Smijtegeld denkt aan een wereldmijdende, ouderwetse,
I aan tradities gebonden kerk en bij Graham aan een niet-sociaal-voelend
ifundamentalisme, dat de klok van de kerkgeschiedenis een paar
I wil terugdraaien.
In de afgelopen weken zijn weer
verschillende preken van oude
schrijvers, o.w. Smijtegeld, op
nieuw verschenen. Omdat er nog
vele honderden en zelfs duizenden
zijn, die deze preken nog altijd le
zen, hebben wc een speurtocht on
dernomen. Als vertegenwoordigers
van de jongere generatie konden
we het niet nalaten om de preken
van de bekendste evangelist uit on
ze tijd, dr. Billy Graham, te leg
gen naast de „Keurstoffen" van ds
Bernardus Smijtegeld. We ontdek
ten een groot aantal punten van
overeenstemming tussen deze met
selaars in Gods tempel, waarvan
de ene de oude orthodoxie, de an
dere het nieuwe fundamentalisme
vertegenwoordigt.
Uite rlij kheden
Als we spreken over
de overeenkomst in pre
diking moeten we niet
op uiterlijke zaken af
gaan. Wie geniet
kelijkheid zijn de kerken, die
Smijtegeld in ere houden, de enige vrij
wel die weinig invloed van de groeien
de ontkerkelijking ondervinden. En Gra
ham verpersoonlijkt een godsdienstige
reging, die de jeugd nog weet te
ien en zelfs in gloed kan zetten, wat ou
veel jeugdbewegingen al lang niet Smijtegeld, omdat hij
meer gezegd kan worden. Het opmer- prachtig „Heere" schrijft
ke is dat Graham in de preekstoel en Graham verafschuwt
Smijtegeld zeker zich geen vreem- omdat diens vertaler
de zou voelen en hele stukken uit Smij- „maar" over „Heer"
tegelds preken, met maar geringe wijzi-spreekt, heeft van de in
gingen voor Grahams werk zouden kun-1 houd niets begrepen. Bei-
nen doorgaan.
icIacajia^
DOMINEESKINDEREN
Het Evangelisch Luthers Week
blad leeft mee met de problemen
van de domineeskinderen:
Misschien trap ik hiermee een open
deur in. Sommigen schijnen immers
vergeten, dat dit gebod ook heel wat
over de arbeid zegt. Maar behalve de
slampampers zyn er ook slovers en de
laatsten zyn niet zoveel beter dan de
Israël verviel in uitersten, maakte
het zich veel te gemakkelijk vóór de
ballingschap en veel te moeilijk daar
na met de Sabbat.
Ds. Okke Jager heeft volgens
een verslag in „Het Zoeklicht"
in „Op de man af" geschreven:
De Anglicaanse en de Episcopale
Kerk van Schotland gaan herenigen,
de Schotse Kerk en de Presbyteriaan
se Kerk van Engeland zullen één
worden, er zyn 38 herenigingen van
gescheiden- kerken in voorbereiding.
g: Hoe kan dat, daar
een andere naam
is voor „Anglicaans" en de Schot
se Kerk ook wel de Presbyteri
aanse heet?
Jaren geleden schreef dr. Lekker»
kerker eens: de kerk belydt; ook in
haar benoemingen De benoemin
gen van kerkelijke medewerkers op
kardinale plaatsen stellen ons niet erg
gerust. We wezen er enkele weken ge
leden op, dat ds. Landman in Her
vormd Nederland schreef dat de kerk
inzake haar belijden beslist zou moe
ten spreken. Maar dit zal da:
izake
:ebrengen, dat dit spreken
GEJIOD ENT GEBED
Ds. W. Barnard schrijft in de
„Waagschaal" over gebed en
preek in de eredienst in een
knap geconstrueerd artikel, dat
als een nachtkaars schijnt uit
te gaan. Hij betrekt het gebed
op de eerse stenen tafel, de
preek op de tweede en zegt dan
bij het tweede gebod van de
wet:
De geijkte protestantse
daarvan (dat men niet naa
mag kyken of
passing
laar een beeld
situatie, als de volgende overweging:
nl. dat al te veel gebeden offeren aan
hetzy de idee (dat is hetgeen in de
hemel is), hetzy dc verstandhouding
met de gemeente (dat is dc verwar
rende aanwezigheid op aarde), hetzy
aan de daimoon (dat is eventueel het
onderbewuste, de schoot der dingen).
In de praktijk betekent dat: gebeden
die stranden op de dogmatiek (God
is orthodox genoeg) of op de
psychologie (de mensen vullen het
gebed) of schipbreuk lyden in de
inspiratie (die branding van gevoelens
en influisteringen).
Werkelijk gebed wordt geen van
deze geestelijke oefeningen.
de groepen van volge
lingen zijn geneigd op
uiterlijkheden af te gaan
Onlangs nog hoorden we van een lezer
van „oude schrievers", dat hij altijd al-
ging op de titelpagina. Hij keek niet
naar de titel en schrijver, maar naar
de kleur. Als de titelpagina alleen in het
zwart was gedrukt, was het boek niets
waard: als hij in zwart en rood was uit
gevoerd dan pas was het beslist zuiver
van de leer.
Lach niet al te hard, Graham-enthou-
siasten! Uit de mond van die evangelist
zelf hebben we eens gehoord, dat hij
moest samenwerken met een pianist, die
helemaal in het zwart gekleed was. Voor
de samenkomst begon, heeft hij hem
eerst meegenomen naar een kledingma
gazijn om hem een grijs pak en een fel
rode das te geven. Hij meende toen nog
dat een pianist in een evangelisatiesa
menkomst beslist .niet in het zwart kon
verschijnen. Dat strookte niet met de
blijdschap van het Evangelie.
Even verstikt
Een
evangelist In technicolor kan
even verstrikt raken in uiterlijke waan
als een kerkganger met zwarte kousen.
De kleur van de kleding bepaalt lang
niet altijd de zuiverheid van de leer.
Er is een grote overeenkomst in de
prediking van deze uiterlijk zo verschil
lende predikanten. In de afgelopen week
hebben we weer eens een groot aantal
preken van Smijtegeld gelezen, die zo
juist in een nieuwe uitgave verschenen
zijn onder de titel „Keurstoffen". Boven
dien hebben we daarnaast een. groot
aantal preken van Graham gelezen, die
hij hield voor de radio. Reeds bij de eer
ste oogopslag valt op. dat beiden hun
preken doorspekken met Bijbelteksten.
Smijtegeld haalt in één van zijn pre
ken 73 teksten aan, terwijl zijn gemid
delde even in de vijftig ligt. Graham ge
bruikt gemiddeld in zijn boek „Vrede
met God" ongeveer twintig teksten,
maar zijn hoofdstukken zijn beslist kor
ter dan die van de Middelburgse predi-
Eerste indruk
De eerste indruk bij het lezen van de
ze preken is, dat er geen enkele poging
werd aangewend om het Evangelie te
„vertalen". We horen tegenwoordig zo
vaak dat de mens de boodschap van
God niet meer begrijpt, en dat de pre
diker de Bijbelse termen moet vertalen
in de technische taal van de A.B.C.-
eeuw (atoom, bacterie, chemie).
Noch Graham, noch Smijtegeld doen,
ook_maar een poging om de termen van
de Bijbel te veranderen. Hun preken zijn
eenvoudig doorspekt met de bijbelse ter
minologie. Bij Smijtegeld is dit heus niet
natuurlijk. Ook hij leefde in een eeuw
die de bazuin van bekering moest horen.
Zijn taal draagt duidelijk de kenmer- X
ken van ouderdom, maar het is opmer- c
kelijk hoe gemakkelijk deze preken zich
nog laten lezen. De geschriften van een
natuurkundige uit zijn tijd staan veel
verder van ons af dan deze preken
omdat de oude Statenvertaling de theo
logische terminologie bewaard heeft.
verwerken. Van Smijtegeld wordt ge
zegd dat hij weieens heel plat uit de
hoek kon komen. In deze opgetekende
preken blijkt daar weinig van. Zeker
het niet zijn wens geweest om banaal
te zijn om populair te schijnen. Veel
waarschijnlijker is het, dat hij soms
eens is uitgegleden als hij tot de n
wilde neerdalen. Hij wilde het hart
de mens bereiken, maar niet ten koste
van alles populair zijn. Hetzelfde kan
van Graham gezegd worden. Toch ligt
de actualiteit niet in het ingaan op de
gebeurtenissen van de. tijd. In dat geval
zou Smijtegeld nu onleesbaar zijn en
zouden de Amerikaanse preken van
Graham in Europa en Azië onverteer
baar zijn. De beide predikers sluiten
zich niet aan bij de politiek, maar bij
het hart van de mens. Beiden richten
zich tot een mens, die geestelijk is vast
gelopen en maken een veelvuldig ge
bruik van het woord „zonde".
Zij geloven beiden, dat de zonde een
absolute scheiding gebracht heeft tussen
God en de mens en dat God evenzeer
buiten het bereik van de zondaar ligt als
het vasteland voor een drenkeling, in
het midden van de oceaan.
bekering van de nlet-chris-
ten). God eist dat wij onze
schuld zullen Inzien; Hfj
roept ons op tot geloof,
maar de wedergeboorte is
volkomen Gods werk, daar
in kunnen we alleen maar passief zUn.
Als hij dan zijn oproep doet vraagt hij
de mensen om hun zonden te erkennen
en Jezus Christus in geloof aan te ne
men, maar achter deze oproep tot „acti
viteit" staat de wetenschap dat God al
leen de mens tot wedergeboorte kan
brengen.
Hand in hand
In dit opzicht gaan Smijtegeld en Gra
ham hand in hand, want ook de Middel
burgse predikant liet geen kans voorbij
gaan om zijn gemeente tot een beslis
sing op te roepen. Tot slot van een preek
zegt hij: „En nu leggen wij al het gezeg
de in uw schoot: kiest nu. wie gij die
nen wilt. Zegt gij: ik kan niet? Gij kunt
wel als ge maar wilt." En een andere
keer: „Gij moet tot een besluit komen."
Niet iedere preek is als bij Graham ge
richt om niet-christenen
tot geloof op te roepen,
maar in iedere preek is
er een woord voor men
sen, die nog buiten het
Evangelie staan.
Bij geen van beide pre
dikers moet u een uit
zonderlijk sterke exege
se verwachten. Zij zijn
geen kanselredenaars die
op indrukwekkende wij
ze een exposé weten te
geven van een tekst of
schriftgedeelte. Zij beho
ren niet tot de dominees
die uitzonderlijk knap
iedere week weer de waarheden Gods
Nog altijd ver
schijnen er nieuwe
uitgaven van de
zogenaamde „oude
schrijvers". Er zijn
zelfs verschillende
uitgevers en boek-
handalaren, die
van deze preken
bundels een specialiteit hebben gemaakt. Het is helemaal geen ongewone
zaak als de oplage van deze bundels die van hedendaagse theologen
benadert of zelfs overtreft. De uitgever W. M. den Hertog uit Utrecht
heeft in korte tijd vier nieuwe bundels toegevoegd aan de lange reeks. De
pieken zijn gedrukt in een forse letter, die uitermate geschikt is voor
oudere ogen en de boeken zijn letterlijk een sieraad voor de boekenkast-
preken hol
omdat de waarheid netjes onder het Ij
in de vitrine blijft.
Eén doel
ten te exposeren,
DS. BERNARDUS SMIJTEGELD ^„ver„SeW^gLvde
zijn „Keurstoffen", een bundel van vijftig preken, die bijna zeven
honderd pagina's dik is. Het zijn preken, die ter gelegenheid van biddagen,
oud- en nieuwjaar en bij avondmaalsdiensten werden gehouden. Smijtegeld
is vooral bekend geworden door zijn 145 preken over het gekrookte riet.
Hij spreekt in voor zijn tijd zeer korte zinnen, waarvan het gemiddeld
aantal woorden 14.5 is (bij Graham 13.5), wat het lezen vergemakkelijkt Zijn
exegese van de tekst is wars van alle ziekelijke allegorie, maar is er op
gericht direct aansluiting te vinden bij het menselijk hart. Zijn taal is door
spekt met bijbelse terminologie, die op een enkele uitdrukking na zeker
niet onder de term „dierbaar" vallen. Smijtegeld, hoewel wars van de
woorden „algemene genade" en „vrije wil", vervalt zeker niet in het andere
uiterste, dat van God de auteur van de zonde maakt en de hemel het oord
van een kleine groep super-elite-uitverkorenen. Zijn Evangelie is een op
roep van God aan de mens om tot Christus te komen en tot de mens die
tobt met de uitverkiezing zegt hij troostend: „Het is zeker, die een
gekomene is, die is ook een gegevene!"
lingse predikant verschenen weer twee bundels. Eén onder de
genezing van de blinde Bartimeus" en de ander: „Elf leerredenen."
Het eerste boek behandelt het gedeelte van Lukas 18 3543 in zeven
preken en bevat bovendien twee biddagpreken (Job 58a en Micha 71
en 2a) die samen 172 pagina's druk beslaan. Het tweede boek bevat twee
cathechismuspreken, twee paaspreken, een preek over Psalm 47 en een
aantal preken over Nieuw Testamentische teksten over het eeuwige leven
en de genade van God.
Van der Groe leest veel moeilijker dan Smijtegeld. Zijn inleidingen zijn
vaak lang. Hij dwaalt nog al eens af en moet dan terugkeren naar zijn
onderwerp. Zijn zinnen zijn soms erg lang en vol bijzinnen. Meer dan
honderd woorden per zin komt herhaaldelijk voor en de gemiddelde zin
heeft meer dan vijftig woorden. Ook spreekt hij meer dan Smijtegeld in de
wensende wijs. Hij laat zien wat er met de mens moet gebeuren, maar het
„hoe" raakt wel eens op de achtergrond, wat dan vervangen wordt door een
zin als: „Eindelijk zij het mijn innigste wens en bede. dat het u mocht
geschonken worden, uzelf nauw met de Heere Jezus te verenigen
Van der Groe zou zeker nog met waardering gelezen kunnen worden,
ook buiten de kringen, waar hy geliefd is, omdat hy zo sterk de nadruk legt
op het „zoeken" en de „volharding". Hij laat zien dat „een stap tot
Jezus" geen danspasje is tot God, maar slechts uit een volkomen over
gegeven leven, veranderd door de werking van de Heilige Geest kan
geschieden.
WULFERT FLOOR
Smijtegeld en Graham peuren geen
mooie waarheden uit de Bijbel, maar
hebben maar één doel. Heel hun gebruik
van de Schrift is er op gericht om men
sen tot verandering, tot bekering te
brengen. Als zij „amen" zeggen, bedoe
len ze niet: „Dat was het wat God zei",
maar „Zo moet u worden in uw leven."
Zij zijn er niet op uit de gemeente op
te bouwen door iedere zondag opnieuw
de stenen te schilderen, maar door nieu
we stenen aan het bouwwerk toe te voe
gen. Bij beiden gaat het daarom niet
alleen om het, „Wat zegt het Evange
lie", maar komt ook steeds weer het
„Hoe" van het Evangelie naar voren.
Wie Smijtegeld leest weet hoe hy een
christen kan worden, wie Graham lioort,
weet het ook. Of beiden ook niet eenzij
dig zijn? Inderdaad, maar dat is een
metselaar ook. van hem wordt toch ook
niet verwacht, dat hij het huis boven
dien nog zal schilderen en de elektrische
leidingen zal aanleggen? Noch Graham,
van wie „zes en dertig nagelaten oefeningen"
weer werden uitgegeven leefde in een heel
andere eeuw als Smijtegeld en Van der Groe, die in de achttiende eeuw
preekten. Floor was een „oefenaar" uit het midden van de vorige eeuw,
die als eenvoudig landbouwer ging preken. Hij werd nimmer tot predikant
bevestigd en bleef de eenvoudige, maar zeker niet onontwikkeldeboer.
Hy is een kind van zijn tyd, die bij iedere nieuwe gedachte overstapt naar
een „toepassing", soms op een romantische, voor ons tegenwoordig gevoel
wat overdreven wijze spreekt, vooral als het gaat om het hart van de mens.
Floor vertegenwoordigt het gewone gemeentelid, dat bij gebrek aan
geestelijke leiders in de kerk, zelf door de omstandigheden tot een leider
uitgroeit, omdat mensen zich om hem gaan vergaderen. Hij behandelt in
deze bundel o.a. uitvoerig de tien geboden en het gebed, dat Christus zijn
discipelen leerde.
4mi9 leidingen zal aanleggen? N
Armimaans ;n0Ch Smijtegeld is dogmal
Onlangs lazen we
se predikant dat Graham Arminiaans
zoy zijn en de genade van God niet de
volle plaats gaf in het Evangelie. Als dat
zo is, dan was Smijtegeld ook een Ar-
miniaan en Calvijn eveneens. Graham
zegt ergens: „Zonde scheidt ons van
God. Zij brengt de toorn van God over
de menselijke ziel. Alle moeilijkheden,
lijden en problemen van de wereld vin
den hun grond in het feit, dat de mens
zijn zedelijk, intellectueel en geestelijk
bewustzijn van God kwijt is, omdat hij
God kwijt is." Smijtegeld schrijft: „Het
is ook een waarheid, dat er geen ge
meenschap en verkeer is tussen God en
de zondaar, zolang hij goddeloos blijft."
De beschuldiging aan het adres van
Graham dat hij geen goed Calvinist zou
zijn, komt waarschijnlijk voort uit een
verkeerd begrip van zijn uitnodiging om
tot Christus te komen. Nimmer zal hij
het nalaten om zijn gehoor voor een keu
ze te stellen en tot hen een oproep tot
bekering te richten. Bekering, zegt hijl
ln een preek over dat onderwerp, is j
drievoudig. Het bevat schuldbesef, ge
loof en wedergeboorte (Hij spreekt over
geet, het zijn predikers ïnci c«=u u
Nederland- dend hart Daarill Uft hun kracht.
ficus of i
De blanken zijn niet langer geesten in de Baliemvallei. De vijftig
duizend Dani's, die nog in het stenen tijdperk leven en pas vijf jaar
geleden ontdekt werden, hebben zich laten overtuigen door de pasge
boren baby van dokter en mevrouw Smit-Knibbe. In de laatste brief
van mevr. Smit aan de lezers van de „Pionier", het blad van de Christian
and Missionary Alliance, het zendingsgenootschap, dat op 15 maart a.s.
zijn nieuw Nederlands centrum „Parousia" hoopt te openen in Was
senaar, schrijft ze onder meer:
„Broodbakken is zo langzamerhand al
routinewerk geworden en gelukkig zijn
bloem en gist aan de kust te krijgen.
Wat de warme maaltijd betreft, eten wij
meestal varkensvlees, zoete aardappele-
len en Dani-groente of een blik groente.
Varkensvlees is hier niet duur. Voor
een bijl krijg je een middelmatig groot
varkeritje. De Dani-jongens slachter» dit
voor ons en krijgen dan zelf de kop en
poten.
IJSKAST
Wij bewaren al het vlees in de ijskast
die op petroleum brandt. Om deze reden
heb je hier zeker een ijskast nodig en
wij genieten daarbij erg van de extra
luxe die we er van hebben. De Dani-
groenten zijn tomaten (een jaar geleden
is hier zaad uitgegeven en nu groeien
de tomaten hier welig!) en een soort
spinazie die hier in de vallei groeit en
Gog en Magog
In de bespreking van het boekje over
Israël, maakte ik er onlangs aanmer
king op. dat de schrijfster beweerde
dat alle bijbeluitlcggers daar Rusland
in zagen. Een andere lezer, die meen
de dat we Israël haar toekomstige
-plaats in Gods heilsgeschiedenis ont
zegden, schreef ons: „Nog onbegrijpe
lijker en duisterder wordt de zaak, dat
u twijfel trekt uit de mededeling, wie
toch wel Gog zou zijn."
Na de tekst over Gog en het land van
Magog, Ezechiël 38 1,2 aangehaald
te hebben, schrijft hij verder: „Als
men hierover raadpleegt de schoolatlas
voor Bijbelse Geschiedenis van H.
Marwitz en G. Meima, dan vindt ge
op de le bladzijde een kaart van „de
oude wereld" (Gen. 10). waar ge vindt
Magog, Gomer, Mesech en Tubal. Ik
vraag u: Kan het nog duidelijker?"
Veel chiliasten (mensen die in een dui
zendjarig vrederijk geloven) maar ook
niet-chiliasten zien in Gog en Magog
ons tegenwoordige Rusland. Mesech is
dan een andere schrijfwijze voor Mos
kou en Tubal voor Tobolsk. Zo schrijft
Scofield in zijn beroemde Scofield Bij
bel. de vraagbaak bij uitnemendheid
voor chiliasten, in een aantekening bij
Ezechiël 38 2: „De namen Mesech
en Tubal (Moskou en Tobolsk) geven
een gemakkelijke oplossing. Rusland
en de noordelijke machten zijn de
laatste vervolgers van het verstrooi
de Israël".
Uiterst merkwaardig is echter dat deze
bewering niet klopt met de landkaart
achter in die Bijbel (die behalve voor
zien van uitgebreide kanttekeningen en
verwijsteksten ook van een klein hand
boek en concordantie is voorzien). Op
deze kaart liggen Magog, Mesech, en
Tubal helemaal niet in Rusland, maar
ln Klein-Azië, bij de bovenloop 'an de
Eufraat.
Deze tegenstelling in de nu vijftig jaar
oude uitgave, die jaarlijks bij dui
zenden wordt verkocht, wordt bestu
deerd door de herzieningscommissie,
die over vijf jaar moet uitkomen met
een geheel herziene uitgave van de
kanttekeningen. De vraag is of de kant
tekening of de kaart zal veranderen.
Edoch, in het hart van het chiliasme
is er zelfs geen eenstemmigheid over
de vraag wie Gog en Magog zijn.
God of Gog
Persoonlijk ontkom ik niet aan de in
druk dat we graag van Rusland de
komende Gog maken, omdat een rode
antichrist zo'n goed figuur slaat. We
kunnen ons de Russische dictator be
ter in die rol voorstellen dan een Wes
terse staatsman. Als we Ezechiël 38
rustig lezen, zien we, dat Gog en Ma
gog samenspannen met een aantal vol
keren, zoals Perzen, Moren, Puteeërs en
anderen.
In Openbaringen 20 8 komen Gog en
Magog nog eens terug en met hen vol
keren „uit de vier hoeken van de aar
de". Magog als Rusland is een moge
lijkheid, maar geen absolute zekerheid.
Waarom zouden we dit alles in de
schoenen schuiven van een volk dat
door het atheïsme wordt geregeerd?
Laten we nooit vergeten dat hel land
van Beethoven en Goethe ook tot een
aanval op Israël in staat was.
Gog zal eens zijn kop opsteken. Dan
zullen we weten, wie Gog, historisch
gezien, is. Geestelijk gezien woont
Gog niet alleen in het hart van Boel-
ganin, maar ook in dat van mij en u.
De aanval van Gog wil Israël vernie
tigen, omdat hij God van de troon wil
«toten en Christus zijn rechtmatige
plaats wil ontnemen.
zie ten minste geen enkele reden om
de historiciteit van deze profetieën te
ontkennen, maar deze historische aan
val is de optelsom van wat in onze
harten nu reeds gebeurt. Zit Gog of
God bij u op de troon?
b eschou-
Dicht bij het hart
Toch slagen beide predikers er in het
Evangelie heel dicht bij het hart van de
mens te brengen. Beiden zijn actueel,
ze schromen zich niet de gebeurtenissen
van de afgelopen week in de preek te
gesignaleerde verschijnsel komt gen. Wie informeert naar de ma-
voor in Nederland en in Amerika, nier waarop ouders van moeilijk
in Zweden en Duitsland, in Rus- hanteerbare kinderen deze kinde-
zo uni- ren tijdens de oorlogsjaren hebben
verseel, als het nooit tevoren ge- opgevoed", komt vaak tot de ont-
rdig op gewezen dat de heden- iveest is. En het feit dat een zoge- dekking dat ze hun kinderen in
daagse jonge mens afwijzend staat naamd slecht element overal ter die tijd nauwelijks gadegeslagen
tegenover inzichten, overtuigingen, wereld de zogenaamde goede ele- hebben. Ze kunnen trots vertellen
■6 methoden en beginselen der vol- menten méé zou slepen zou een wat ze deden om hun kroost hun
„NEEN"
In allerlei artikelen
ivingen van de zijde van jeugdzorg land en Engeland. Het
en jeugorganisatie wordt er tegen-
Mijn man helpt nu 's morgens al de
patiënten. Dit gebeurt in een klein poli-
kliniekje dat hij zelf bouwde van hout
en aluminium platen, samen met behulp
van Anton en Dominianus (twee Biak-
jongens, die ook voor de C.A.M.A. in de
vallei werken).
ZWEMMEN
's Middags gaat mijn man bijna altijd
een half uurtje in het beekje achter ons
huis zwemmen, iets wat de Dani's ook
prachtig vinden. Aan de kant staat nog
steeds elke keer een groepje bewonde-
Ons zoontje heeft zijn plaatsje hier al
weten te veroveren, 's Morgens vroeg als
de vrouwen naar hun tuinen gaan, komen
zij langs en vragen of zij het kindje mo
gen zien. Vooral in het begin waren ze
<rtrü enthousiast over zo'n blank kindje. „Ek-
ki, ekki" riepen ze maar en zij vertel-
P den hoeveel zij wel van hem hielden. Hun
Dit verzet uit zich op grondig onderzoek vereisen.
volgende vraag was steeds of ik het wel
zelf voedde en pas als zij hoorden dat
g dat wel in orde was waren zij tevreden.
GEWOON
ij. Door dit beginnen zij zich toch meer te
realiseren, dat wij ook gewoon mensen
j* zijn net als zij. Er zijn n.l. nog steeds
jï Dani's die denken dat wij geesten zijn.
p 's Morgens om tien uur schijnt hier al
5 een heerlijk warm zonnetje en Tacoot-
De Amsterd
newoud heeft
Hy schryft
redikant ds. M. Groe-
natje en droogje te bezorgen. Ze
verschillende wijze. Het kan blij- Een tweede antwoord wordt ge- hebben verhalen over hongertoch-
ken uit het feit dat een vroeger geven door hen, die er op wijzen ten en over illegaal werk. Maar
bloeiende jeugdvereniging opeens dat de hedendaagse jeugd einde- in feite hebben hun jongens zich
tot de ontdekking komt dat ze geen lijk aan zijn trek probeert te komen, alleen moeten redden. Ze waren
aanwas meer krijgt van adspirant- Het is de jeugd, die vlak voor of piepjong eigenlijk al volwassen. En
leden; zolang de seniores de club tijdens de oorlog geboren is. Het ze hebben zich eerst verbaasd,
trouw blijven, lijkt het totale leden- heeft haar ontbroken aan aandacht, toen morrend, en eindelijk be-
wust-afwijzend gekeerd tegen het
verlate opvoedingsproces waaraan
ust gekomen ouders nd de 5 ders wuden hun kindje dan dadelijk
- J gaan voeden, maar daar ik dat niet al-
ergens op bezoek -S
ieder geval zei die
kater, als ik 's mo
wyding luister, kc
dam
't Is
de i
lanlopet
hy altyd
en springt op m'n schoot. Als de
wyding afgelopen is, springt hy
af. Je zou toch zeggen: zo'n dier. u oe-
grijpt, dat ik innerlyk wat plezier had v
om deze „vrome" kater. Had hy z'n
koteree gevoelens, nu hy toch opgesloten -g
zat op drie hoog, gesublimeerd en had hy y
het in de godsdienst gezocht?
Ons gesprek ging daarna in geestelijke j*
richting. En ten slotte stelde ik voor
samen wat uit de bybel te lezen en te -5
bidden. Ik haalde m'n zakbijbeltje te
voorschijn. En daar, ineens, verhief de
kater zich, rekte zich uit, kwam met een
vaart aanlopen, sprong by m'n gastvrouw
op schoot en keek me aan met een ge- -2
zicht van: nou, ga je gang maar. En toen 2
ik na het gebed „amen" zei: sprong hy -d
vlug weer van haar schoot en begaf zich
naar de voorkamer. Ik moet zeggen: ik
was wel wat verbluft. Ik had katers vele
eigenschappen toegedacht, maar niet die
aantal nog aardig wal,
echte jeugdorganisatie is men dan
toch niet meer. Het kan ook tot
uiting komen in wilde taferelen,
oploopjes, relletjes, complete straat
gevechten, zoals die over heel de
wereld gesignaleerd worden. Soms
onderkennen we deze houding aan
een zekere laatdunkendheid waar
mee jongeren de ouderen gade
slaan, critisch bekijken, praten aan liefde
laten. Een andere maal wordt ze
hem te bewonde-
Zoveel belangstelling is erg gezellig,
alleen is het erg hinderlijk als ons „lie-
zoontje begint te huilen. Dani
Uit de
VOLKSWIJK
oorlog alsnog wensten te beginnen.
Nog daargelaten dat ouders en
ouderen zelf 'n beetje onwennig
tegenover heel dat opvoeden waren
gaan staan, want opvoeding eist
een dagelijkse, nooit-onderbroken
oefening.
koestering. De vol- Toch geloof ik niet dat deze
hadden in die dagen zo- tweede opvatting afdoende is: het
onder woorden gebracht, fel, harts- veel met zichzelf te stellen dat ze vraagstuk zit nog ingewikkelder in
weer S tochtelijk. De overigens al weer veel te weinig aandacht hebben elkaar. Ik ben namelijk overtuigd
U be- voorbije Rock and Roll evene- gegeven aan hun kinderen. Thans dat ook de jeugd van vroeger af-
deze halen deze opgroeiende jeugdigen wijzend stond tegenover hun leids-
de schade in: ze weigeren langer lieden, critisch, bedenkelijk ot zelfs
over het hoofd te worden gezien; vijandig Alle jeugd distancieerl
ze nemen wraak op de samen- zich van de groep der ouderen. In
leving. In dit antwoord zit onge- het verleden kwam het echter niet
twijfeld meer waarheid. Tijdens de zo massaal tot conflicten. Om
oorlogsjaren is menig ouder zo tweeërlei reden waarover de
vervuld geweest van de vragen volgende maal meer. Allereerst
naar voedsel, dekking en kleding omdat de ouderen zelf toen anders
en was zo aan het eind van zijn waren. En voorts omdat de wereld
kracht, wanneer die levensvoor- toen schijnbaar overzichtelijker was.
dat beslis! waarden maar vervuld waren, dat De je„od ..Neen' Maar dat
dan b(j die men meende nu toch wel al het rlien om ,ommern„chien
raddraaier, self aan de hand, en noadzakeluke te hebben gedaan. en beschuldigingen te gaan uiten
hot komt het dat zij opeens - Maar men vergat dat oorlogsm- Ten.j| me( betrekking tot onseelf!
tijd doe vinden de mensen mij hier
tens wreed. Steeds komen zij mij vertel-
len dat Tacootje honger heeft en dat zij
s'n medelijden hebben. Gelukkig is Ta-
o erg groot en stevig zodat het twijfel-
achtig is dat hij ondervoed is!"
Heiligen voor ziekten
Volgen« „De Pionier" voor
de Zntd-Spaanse Zending heeft
het Engelse rooms-katholleke
blad „Our Sunday Visitor" haar
lezers een „onschatbare dienst"
bewezen, door te publiceren
welke heiligen bij welke ziek
ten moeten worden aangeroe
pen:
Brand St. Laurens en St.
Barbara.
Epilepsie St. Vitus.
Gezir&moeilijkheden:
St. Eustachius.
Galstenen St. Liberius.
Hoofdpijn St. Denis.
Huidziekten St. Roch.
Insectenbeten St Tryphon.
Kiespijn St. Appolonia.
Klierontstekingen St. Cadoc.
Koorts St. George.
Krankzinnigheid St. Dympa
Maag "en Do^mstooi-nis
St. Erasmus.
Pest St. Hadrianus.
Reisgevaren St. ChristoffeL
Tbc St. Pantaleon.
Typhus St. Adalard
Verlamming St. Serverus.
Vorst St. Genesius.
(We weten niet of deze hei
ligen alleen aan het Engelse
taalgeoied gebonden zyn. Mis
schien geldt voor het Neder
lands taalgebied wel een andere
lijst.)
menten wijzen eveneens
richting. Kortom, we kunnen zeg-
ben dat de jeugd „Neen" zegt tegen
de samenleving der ouderen.
De vraag is: hoe komt dat?
,Er worden verschillende ver
klaringen voor gegeven.
De gemakkelijkste manier is na
tuurlijk om te zeggen dat er een
stel raddraaiers is, die de jeugd
ten kwade beïnvloedt. Een ant
woord op onze vraag i
niet. Immers, wat i
De oppositie tegen pro- benoemd. Matthews
MIEBEL.
testanten ln Zuid-Ame-
rlka begint haar scherpste
kanten te verliezen en ver-
dwijnt zelfs in sommige
landen volkomen. In de
afgelopen weken werden
twee protestanten geëerd
om het werk dat zU voor
het welzyn van de bevol
king hadden verricht.
In Brazilië werd ds.
Carlton Matthews, die
reeds 25 jaar in dat land
de Unie van Baptisten
ted Catholic" (de bekeerde
diende zijn opmerkelijke katholiek»,
de luchtbasis van Natal van ..Christ's Mission"
tijdens de tweede wereld
oorlog en zyn werk aan
de School voor Rechten
taal.
75-jarig zendingsge
nootschap. dat zich speci
aal werpt op de bekering
Mon-
Nog opmerkelijke!
het feit. dat de regering ge-vraa-?d om minister
van Bolivië dr. Walter M. buitenlandse zaken te v
Montano tot ere-consul be
noemde. Dr. Montano.
i burger van de stad Natal dacteur van „The Conver-
Bolivië, meldde
het Amerikaanse blad
„Christian Life". Nu
maakte de regering hem
ere-consul.