c
CHRISTELIJK
De verdwenen
miniatuur
Hervormde zending wil zo
lang mogelijk blijven
Hoe de stedeling over het
boerenleven denkt
Bezwaren tegen de „bonden"
in de Geref. Kerken
Genoeg mogelijkheden elders
Dr. H. R. Wijngaarden aanvaardde
hoogleraarsambt aan de V.U.
I Lo-u^rt het h+oeUttte
Een woord voor vandaag
Kanttekening
DE PLASTICLAK
2
Ook oorzaak van verschraling
Ds. G. Lugtigheid uit Maarn
heeft enige tijd geleden in een
betoog ten gunste von gemeente-
kringen enige bedenkingen doen
horen ten aanzien van de
„honden" in het gereformeerde
leven. Dat heeft enige veront
rusting gewekt en ds. Lugtigheid
licht in Centraal Weekblad zijn
bedenkingen toe. Wij nemen uit
zijn artikel het volgende over:
TVTU ZIJN er in het verenigings-
I leven, zoals het onder ons ge
groeid is enkele fouten. Zo heeft
de opzet van het vergaderen met
de jongens apart, de meisjes, de
mannen en de vrouwen schadelijk
gewerkt voor de gedachte van het
lichaam van Christis.
De gemeente is een eenheid. In
deze eenheid worden de onder
scheidingen die er zijn in het le
ven, tot een goede harmonie ver
bonden. Als wij gaan onderverde
len, omdat het massale niet han
teerbaar is, dan moeten wij in die
verdeling toch de eenheidsgedach
te van het lichaam van Christus
bewaren.
Prof. Bavinck legt in de bro
chure „Naar de kracht van elk
lid", er de nadruk op, dat de ge
meentekringen een directe vrucht
hebben in het doorbreken van te
genstellingen of „vermeende tegen
stellingen. Dan noemt hij in de
eerste plaats de tegenstelling tus
sen de jeugd en de oudere genera
tie. In het gezamenlijk gesprek
krijgt de jeugd de volle gelegen
heid om haar moeilijkheden, haar
aarzeling, haai angst voor het le
ven, haar twijfel uit te spreken.
Wanneer dat niet aanstonds kri
tisch en hard wordt afgesneden
maar met begrip en liefde wordt
opgevangen, kan dat uiterst heil
zaam wezen, zowel voor de jonge
ren als voor de ouderen."
Dat deze zoëven genoemde ont
wikkeling bedenkelijk is, kan hier
uit blijken: nu wij trachten een
organisatievorm van ons kerke
lijk leven te scheppen, die uit wil
gaan van bijbelse gegevens als
bij voorbeeld Efeze 4, wordt ons
allerwege tegengeworpen: „Maar
wat u wilt kunt u toch beleven in
onze verenigingen. De bonden bie
den onszelf de schetsen die zij voor
hun werk gebruiken aan. Waarom
wat nieuws scheppen?"
Men begrijpt niet de poging die
hierachter zit juist de eenheid van
dat lichaam van Christus te be-
Nu wordt de o.l. betere vorm
verworpen omdat de minder goe
de zodanig het patroon van onze
kerken heeft vastgezet, dat men
het onvolledige hiervan, het niet
volkomen verwerkt hebben van
bijbelse gegevens, niet meer ge
voelt. Nu gaat men het meer bij
bels verantwoorde zien als lief
hebberij van deze of gene, en het
geen werkelijk dat was, gaat men
als het meest geëigende naar vo
ren schuiven. „Men kan toch dit
mooie werk van zoveel jaren niet
weer afschaffen," zo wordt dan
geopponeerd.
Nog even afgewacht ervan of
dat direct nodig en nuttig is, men
zal toch voor het minst moeten ge-
'oelen dat wij door het kiezen van
en enigszins verkeerde vorm op
het ogenblik zitten met een zekere
verschraling van het geiqeente-
■zijn. Öaar hebben onze bonden
zeker huns ondanks aan mee
gewerkt. En onze ogen gaan daar
voor open, nu de structuur van
de tijd het patroon van zoveel dat
in de negentiende eeuw is, aan de
tand gaat voelen.
DAN IS DAAR in de tweede
plaats de zeer specifieke studie-
Al deze verenigingen hebben de-
Straks, als ik ga spreken over
de fouten, in de doelstelling, wil ik
hierover graag nog wel iets meer
zeggen. Voorlopig gaat het mij
hierom, dat men door deze vorm
te kiezen, de eenheid van het ge
meente-zijn nog meer heeft ge
schaad.
Ds. Teeuwen heeft hierover eens
geschreven in een artikel in De
Strijdende Kerk. Hij zegt daarin
„Principiële kernvorming,
werk niet het één en al zijn. Daar
bereikt men een betrekkelijk klei
ne groep van jongeren mee, zeker
in de steden. En de anderen dan?
En vooral de brede groep, die niet
op „studie" is aangelegd? Moeten
we jonge mensen forceren tot een
vorming, die niet bij hun psycho
logische structuur past? De zeker
ste weg om abnormale mensen te
kweken. Allesbehalve tot heil vbor
de kerk. Studie kan een jongen of
meisje van nature niet liggen (doe
er maar eens wat aan), maar toch
kan hij of zii een grote kracht be
tekenen in de dienst van het Ko
ninkrijk".
Door deze studievorm te ijken
tot de enige, die voor allen het
beste is, heeft men de jeugd van
de kerk opgesplitst. Verschillenden
gevoelden zich er niet bij te beho
ren. Want zij konden dat niet en
zagen er als tegen bergen op. En
een bepaald aangelegd type ging
zich breed maken en kreeg de
kansen. En anderen deden min of
meer voor spek en bonen mee, of
verlieten deze gelederen.
1~\EZE VORM heeft echter nog
veel funester gevolgen gehad.
De onderscheiding in jongens die
wel en die niet van studie houden,
werd straks ook nog ethisch uitge
diept. Dr. Hommes heeft erop ge
wezen, dat dr. Buskes eens heeft
gezegd, dat de leiding der gewe
tens teveel is overgegaan van de
kerk op de christelijke en politieke
organisaties.
Als een jongen niet graag naar
zulk een studievereniging ging;
als hij liever iets met zijn handen
deed, dan werd zo iemand op de
duur gediskwalificeerd als indiffe
rent. Men zag, vanwege de eenzij
dige verheerlijking van een be-
E aaide vorm, niet in, dat zulk een
enaming van de kant van hen die
haar gebruikten afgoderij was, om
dat zij hun vorm als maatgevend
voor het geloofsleven poneerden,
en voor de betrokkenen een aan
tasten van hun staat in Christus.
Nu moet men niet te spoedig
zeggen: „O, wat is dat overdre
ven!" Ik heb in veel gemeenten
gewerkt en ik kan niet ontkomen
aan de indruk: hierdoor is een
trek van Farizeïsme onder ons te
veel tot leven gekomen. En hier
door zijn mensen die toch wel goed
wilden, van ons kerkelijk leven
vervreemd.
Het hindert mij steeds als men
de geheide J.V.-ers onze „beste"
leden noemt.
Als men het zó kwalificeert,
heeft men naar mijn gedachte een
eigen uitgevonden schema van
kerkelijk leven maatgevend ge
maakt voor de beoordeling van
zijn medemensen. Het heeft mij
getroffen, toen ik werkte in een
gemeente die deerlijk gescheurd
was door de jongste kerkscheu
ring, dat juist dit type van leden
het eerst en in het grootste getal
was overgegaan naar „art. 31".
Door deze verkeerde vorm van
organisatieleven h°eft men een
ethos gevormd, dat ons met de
grootste zorg verduld, omdat het
wel eens dichter kon brengen bij
een bepaalde zeitbedingte vorm
van kerkelijk leven dan bü de le
vende gemeenschap met Christus
Jezus. En dat is verschraling in
optima forma.
Indonesische kerken dienen het uit te maken
Ook de Raad voor de zending der Nederlandse Hervormde Kerk
heeft zich bezonnen op de toekomst van het zendingswerk in Indo
nesië. Deze hervormde zending is evenals de gereformeerde gecon
centreerd op Indonesië, waar zij haar arbeid verricht in samenwer
king met veertien Indonesische kerken. Daarnaast werkt de her
vormde zending ook op Nieuw-Guinea en op Ceylon, waarheen bin
nenkort een tweede zendingspredikant vertrekt. Wat Indonesië be
treft: in het zojuist verschenen nummer van Hervormd Neder
land schrijft ds. P. J Mackaay, dat er voor de hervormde zending
nog mogelijkheden genoeg zijn, wanneer zij onverhoopt uit Indonesië
moet verdwijnen.
Veel werk voor
Oegstgeest
Dat verdwijnen Intussen zal men i.
lang mogelijk uitstellen. De zendings
arbeiders leven in goede verstandhou
ding met de Indonesische kerken en geen
van hen wenst naar Nederland terug te
Begrijp Iets méér van
Beethoven door te gaan zien
naar de film over zijn leven
Eroica
Grote belangstelling
(Van een onzer redacteuren)
In een stampvolle A.M.V.J.-zaal
ditmaal was de senaat niet bij
een in de ietwat killere Woest-
duinkerk heeft gistermiddag
dr. H. R. Wijngaarden zijn ambt
van hoogleraar in de faculteit der
letteren en wijsbegeerte der Vrije
Universiteit openlijk aanvaard
met het uitspreken van een rede,
die handelde „Over het onbewus
te".
Na een beschrijving van de ideeën o.a.
van Freud en Jung ontwikkelde prof.
Wijngaarden zijn gedachten over deze
materie. Hij merkte terloops op, dat popu
larisering van wat als wetenschappelijke
theorie bedoeld is. er vaak toe leidt, dat
men op de duur denkt met feiten te doen
te hebben in plaats van met mogelijk
heden.
Onder voorbehoud dat zijn conclusies
nog nader getoetst zullen worden, wilde
prof Wijngaarden de materie van het be
wuste en onbewuste als volgt indelen.
Allereerst: datgene wat mij bewust is;
alles waarvan ik onderken dat het mij
bezig houdt.
In de tweede plaats: wat mij onbewust
is. Dit kan komen omdat ik het verdron
gen, uit mijn bewustzijn geweerd heb.
waarbij het „ik" afgewend is van een
aspect van zichzelf Het kan ook zlin dat
•ets mij onbewust is, omdat ik het wel
bewust heb opgemerkt, maar niet onder-
keren, Iets wat door de gewone Indone
siër, christen of niet-christen wordt op
gemerkt en gewaardeerd.
Betekent dit nu, dat wij ons dus ook
voor de toekomst van ons zendingswerk
in Indonesië geen zorgen maken? Neen,
dat betekent het zeker niet. Het is zeer
wel mogelijk dat wanneer alle Neder
landers uit Indonesië zijn weggetrokken,
het voor de Indonesische kerken, juist in
haar apostolaire werkzaamheid onder de
miljoenen niet-christenen waartussen zij
onen, een te zware last gaat betekenen,
t er nog Nederlandse zendingsarbeiders
haar midden zijn.
Het kan best zijn, dat in een nabije toe
komst de Indonesische kerken tot de con
clusie moeten komen, dat door het poli
tieke conflict tussen Indonesië en Neder
land de voortgang van het evangelie in
Indonesië door de aanwezigheid van
Nederlandse zendingsarbeiders niet wordt
gediend maar juist wordt belemmerd.
Niet aan ons
Het is niet aan ons, maar aan de Indo
nesische kerken om uit te maken off de
hulp, die wij haar bieden door het zenden
van mensen en geld, in de nieuwe poli
tieke verhoudingen, die na de tegen
woordige crisis Lullen ontstaan, de gang
van het evangelie door Indonesië zal
dienen dan wel belemmeren.
Wanneer het mocht blijken, dat
Indonesische broeders op ons bi
rekenen, dan vertrouwen wij in de Raad
voor de zending er op, dat de gemeenten
onzer kerk juist dan alles in het werk
zullen stellen om het vertrouwen, dat de
kerken in Indonesië in ons stellen, niet
te beschamen
V isa
Maar het is natuurlijk ook zee
mogelijk, dat dè Indonesische regering
in haar afwjjzing van alle Nederlandse
invloed in Indonesië zo ver gaat, dat zij
ook de Nederlapdse zendingsarbeiders
zoal niet uitwijst dan toch, wanneer zij
met verlof gaan, hun niet weer op
nieuw een inreisvisum verleent. Op dit!
ogenblik hebben wij nog geen reden om
te menen dat dit beslist het geval zal zijn.
v/eg, dat niemand
kend; het „ik" is wel bij zichzelf, maar
kent zichzelf niet.
Tenslotte noemde prof. Wij .gaarden
het buitenbewuste, waarmee ik geen
relatie onderhoud. Daarin onderscheidde,^,,
hij het beschikbare (het is in zijn be- Dit neemt echter -
wuste geweest, maar daaruit verdwenen- °P dlt ogenblik kan zeggen of de politieke
het kan weer in het bewuste gebracht ontwikkeling m Indonesië niet in die
worden), het niet beschikbare (de ver- Achting zal gaan, dat van regerings-
schillende manieren van vergeten) en het Zljde de, vlsa V00F, onze zendingsarbei-
potentieel buitenbewuste. ders niet meer zullen worden verleend.
In de gebruikelijke toespraken heeft
prof. Wijngaarden .een sterk persoonlijk; Wat dan?
accent gelegd. De directeuren van de ver-1
eniging waarvan de V.U. uitgaat bracht! Mocht dat het geval zijn, wat dan?
hij dank voor hun belangstelling in de Dan Ugt het voor de hand
ontwikkeling van de psychologie, waar- althans de ontwikkeling niet gaat als
door deze nieuwe leerstoel werd gesticht, j in China waar alle buitenland
Hij beloofde daarin mee te werken aan dingsarbeiders zijn uitgewezen
de wetenschap die hem lief is. de Indonesische kerken, meer nog dan
I thans het geval is, zich zullen wenden
Dat curatoren prof. Wijngaarden zo- J tot' niet-Nederlandse kerken met het
veel bijbelse ruimte en vrijheid toestaan, verzoek om zendingsarbeiders te
heeft zijn band aan de Vrije Universiteit den en op deze wijze met haar samen
versterkt. te werken in Indonesië.
Ik neem aan, dat de niet-Néderlandse
Prof. Wijngaarden achtte het een voor- kerken, die daartoe in staat zijn,
recht te blijven werken in het team, 'dat i neer haar een dergelijk verzoek bereikt,
gevormd wordt door de verenigde facul- dit ook zullen doen. Voor enige weken
teiten der letteren ed wijsbegeerte en I was één van de secretarissen van de Zen
der medicijnen dingsraad van de Presbyteriaanse Kerk
van. Noord-Amerika, die o.a. Korea,
Een bijzonder woord van dank richtte Thailand en Indonesië had bezocht, op
de opgetreden hoogleraar tot prof. dr. J.
Waterink. zijn „leermeester, promotor en
vriend". Van ganser harte zijn zii beiden gemeente prof. Wijngaarden lid
In hun arbeid gedreven door de liefde J de Zaayer, procureur-generaal bij het
voor de mens als schepsel G*»ds. I Amsterdamse gerechtshof.
I Tevoren had mejuffrouw dr. H. Goris
Onder de aanwezigen merkten wij op I met een openbare les het ambt van lex-
prof dr. J. H. van den Bergh uit Leiden, j trix in de economische faculteit aan-
Drof. dr. G Brillenburg Wurth uit Kam- vaard. Deze les bevatte „Enkele be-
pen en dr. J. F. Wolfensberger, praeses schouwingen rondom allerlei specialisa-
van de centraale kerkeraad der hervorm-1 ties in het economische onderzoekings-
de gemeente van Amsterdam, van welke I werk"
(Advertentie)
betimmeringen verbouwingen enz. - voorhaven 101 tel 34971 rotterdam
10
„Wij gaan, zonder elkaar te kennen, door de
controle. En ik stop u heimelijk een pakje in
de hand. Niemand zal er iets van merken. Wij
reizen gescheiden. Wanneer men mij wil bero
ven, zal men niets vinden."
„En wanneer de bende nog handiger is en het
pakje van mij steelt?"
„Uitgesloten!" verklaarde zij. „Op dat idee
komt niemand!"
„Zo denkt u er over, juffrouw Trübner. Maar
ik schuif alle verantwoordelijkheid van te voren
van mij af.
„Natuurlijk, m'n beste mijnheer Külz." Zij
stond op. „Dat Is een pak van mijn hart. Ik
dank u, dat u me helpen wilt." Zij schudde hem
de hand. Hij schudde terug.
„Zo," zei ze. „En nu moeten onze wegen zich
scheiden. Anders valt het misschien nog op."
„Zoals u wilt. Dus morgenmiddag op het cen
traal station voor de controle."
„Wij spreken niet met elkaar. Wij kijken el
kaar niet aan. U steekt het pakje onopvallend
bij u en stopt het in uw koffer. En in Berlijn,
op het Stettiner Bahnhof. herkennen wij elkaar
plotseling weer! Accoord?"
,,Ik zal bloed zweten," vreesde hij. „Maar voor
u is mij geen worst te duur."
„Tot ziens," zei zij. „M.jnheer Steinhövel mag
in de toekomst alleen nog bij u vlees laten ko
pen. Anders zeg ik hem op de eerste op."
„Liever bij Otto," antwoordde slager Külz.
„Otto heeft het meer nodig."
„Afgesproken! En nu ga ik naar de stad. Ver
dwijnt u alstublieft in een andere richting. An
ders trekken we misschien de aandacht. Tot r
Papa
en liep heen.
Erich KSstner:
„Tot morgen," zei hij. Hij keek haar na. Zij
ging onder een poort door en verdween. „Ik ben
een oude ezel," mompelde hij. En deze gedachte
kon hij lange tijd niet van zich afzetten.
Nadat hij de Amalienborg verlaten had, kwam
hij in de Bredgade. In deze straat zijn zeer veel
antiquiteitenwinkels. Daar Külz, hoewel nog niet
lang, met miniaturen te doen had gekregen, hield
hij het voor zijn plicht zich met kunst bezig te
houden. Hij bekeek geduldig alle etalages. Hij
zag kopergravures, geborduurde priesterrokken,
zilveren luchters, Madonna's van beschilderd
hout, Japanse aquarellen, negerafgodsbeelden,
oude kalenders, Polynesische dansmaskers, ivo
ren snijwerk, Ruppiner kinderprenten en nog veel
meer. Het meeste beviel hem niet.
Voor een van de winkels stond de kleine heer,
die hem het onderscheid tussen Duitse en Deense
postzegels had uitgelegd. Storm was aandachtig
in de een of andere aanblik verzonken.
„Men moet maar geluk hebben!" riep Oskar
Külz en klopte de ander op de schouder.
Weggerukt uit de aanschouwing, keek mijnheer
Storm op. Hij lachte verward en stamelde: „Neen
maar, zo'n toeval tochmijnheerHoe was
nog maar weer uw geachte naam?"
„De geachte naam was Külz," verklaarde de
andere vergenoegd. „Ik verveel me afgrijselijk,
beste mijnheer Storm. Mijn hele leven lang heb
ik gewenst eens een paar dagen alleen te zijnl
En nu is mijn wens vervuld. Ik kan u alleen
maar zeggen: eenvoudig afgrijselijk!"
„Dat is een kwestie van gewoonte," meende
Storm. „Ik heb van het alleen zijn geen last."
„Was u vaak lange tijd alleen?"
De kleine heer sloeg de ogen naar beneden.
Dergelijke insinuerende vragen stonden hem te
gen. En helemaal van mensen, die de onnozele
uithingen. Dus hoorde hij de opmerking niet en
begon over kunst te spreken.
„Daarvan begrijp ik niets," zei Külz.
„Mij gaat het niet anders," antwoordde Storm.
„Maar ik heb een ongelukkige liefde voor zulke
dingen. Altijd als ik in Kopenhagen ben, slenter
ik een keer door deze straat. En daar ik mor
gen waarschijnlijk naar Berlijn reis, ben ik van
daag hier."
„U reist morgen naar Berlijn?"
„Als er niets tussen komt, ja."
„Prachtig. Ik ook! Derde klasse?"
„Waarachtig! Dan kunnen we elkaar gezel
schap houden."
Mijnheer Külz voelde zich gelukkig. Zij liepen
verder en praatten wat. Voor het volgende uit
stalraam hield mijnheer Storm stil. „Kijk 4och
eens!" fluisterde hij. „Deze heilige Sebastiaan!
Dertiende eeuw. Keulse school."
„Je reinste schietschijven," merkte Külz op.
„En deze miniatuur! Delicaat, vindt u niet?"
„Aha," zei Külz. „Dat is dus een miniatuur!
Zo zien die dingen er uit!"
De ander was bijna hals over kop door het ven
ster gevallen.
(wordt vervolgd)
zijn terugreis naar Amerika een ochtend
in Oegstgeest. Hij meende dat zijn kerk
stellig bereid zou zijn zendingsarbei
ders naar Indonesië te zenden wanneer
de Indonesische kerken daarom vroe
gen.
Maar tevens vroeg hij of de Her
vormde Kerk van Nederland in dat ge
val bereid zou zijn enkele van haar
zendingsarbeiders beschikbaar te stel
len om te gaan werken op plaatsen van
waaruit Amerikaanse zendingsarbei
ders naar Indonesië gaan!
Ik kan hier ook mededelen, dat reeds
geruime tijd aanvragen uit enkele delen
van Afrika op de tafel liggen van de Raad
voor de zending. Bovendien heeft de Inter
nationale Zendingsraad ons ruim een jaar
geleden een groot aantal belangrijke zen
dingsobjecten op verschillende plaatsen in
de wereld genoemd, waarvoor men gaarne
over Nederlandse zendingsarbeiders zou
beschikken. Tot op dit ogenblik heeft de
Raad voor de zending, met uitzondering,
van Ceylon al deze aanvragen afgewezen
omdat alleen al het werk in Indonesië en
Nieuw-Guinea onze krachten te boven
gaat. De herhaalde oproepen uit „Oegst
geest" om in de zendlngscollecten royaal
te geven zijn er om dit te bewijzen.
Geen zending, geen kerk
Ik schrijf dit alles omdat het goed is, dat
onze gemeenten weten dat, ook wanneer
Indonesië onverhoopt voor Nederlandse
zendingsarbeiders gesloten zou worden, er
vele mogelijkheden zijn om ergens ter we
reld op een nieuw front onze krachten in
te zetten. Het spreekt vanzelf, dat wij deze
mogelijkheden dan ook zullen aangrijpefi,
niet alleen omdat de jonge zendingsarbei
ders die wachten op uitzending daarop
rekenen, maar vooral ook omdat wij we
ten, dat een kerk, die geen zending drijft,
geen kerk is in de echte bijbelse zin.
Natuurlijk zal er enige tijd mee gemoeid
zijn wanneer wij ergens ter wereld op
nieuw zouden moeten beginnen en het
spreekt ook vanzelf dat niet alleen in de
Raad voor de zending maar ook in de
Generale Synode hierover uitvoerig van
gedachten zou moeten worden gewisseld,
om maar niet te spreken over de corres
pondentie die dan eerst moet worden ge
voerd met de Internationale Zendingsraad
kerken.
BEROEPIJVGSWERK
GEREFORMEERDE KERKEN
Beroepen te Forest, Ont. en te Orilla
Ont. (Canada): J. Kuntz te Schoone-
beek.
Examens. De classis Groningen
heeft preparatóor geëxamineerd en be
roepbaar verklaard de heer H. L. Hiving
#1"~r ,'~-J de theologische hoge-
theol". kand.
school. Kand. Hoving, Radijsstraat 82a,
Groningen, zal gaarne een eventueel
overweging nemen.
beroep
CHRISTELIJK GEREF. KERKEN
Beroepen te Zaandam: C. Langbroek
te Nieuwe Pekela.
EVANG.-LUTHERSE KERK
Drietal te Zwolle: H. L. G. Ouwerkerk
te Tiel, A. J. Allan te Heerlen en A.
Vermeulen te Amsterdam.
Dit is het troostwoord dat wij willen spreken tot aZ!
die vandaag, deze trieste dag van herinnering, de tranen
voelen branden achter hun oogleden. Omdat zij niet meer
zijn.
„En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, wam
de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan es
de zee was niet meer. En ik zag de heilige stad, een nieuu
Jeruzalem, nederdalende uit de hemel, van God, getooid aIr
een bruid die voor haar man versierd is. En ik hoorde
luide stem van de troon zeggen: Zie, de tent van God is bi
mensen en Hij zal bij hen wonen en zij zullen zijn volleen
zijn en God zelf zal bij hen zijn en Hij zal alle tranen Mm
hun ogen afwissen, en de dood zal niet meer zijn noch rounu,
noch geklaag, noch moeite zal er meer zijn, want de eertti
dingen zijn voorbijgegaan. En Hij, die op de troon gezeten k
zeide: „Zie, Ik maak alle dingen nieuw!"
HERSTELD PRESTIGE
£)E Amerikanen zijn er dan ein- wust niet aan deze belofte gehoude
feite treft dus de Amerikane
licht belangrijker zaak is de strijd
die tussen de verschillende onder
delen van de Amerikaanse strijd
delijk in geslaagd, een kunst
maan te lanceren, vier maanden in dit opzicht geen enkele blaam,
nadat de eerste Spoetnik van de Een andere en op den duur
Sowjetunie het luchtruim werd
geschoten. Zo is er een eind
komen aan een periode van
zekerheid en spanning, waarin het krachten is gevoerd op het gebiei
prestige van de Verenigde Staten in van de ontwikkeling van ballistisch!
de gehele wereld een geduchte raketten
knauw heeft gekregen.
Gelukkig is dit nu weer ten dele rechtvaardigen vertraging geleid, dit
hersteld en het laat zich aanzien
dat het vertrouwen in de weten
schappelijke en militaire prestaties heeft gegeven. De gevolgen hierva
van de Amerikanen zal toenemen, hebben zich het meest en het gi
naarmate de schijnbare achterstand vaarlijkst op politiek terrein
op de Sowjetunie, waarover dezer openbaard.
dagen de Noorse minister van bui- Het moet voor de mannen van he
tenlandse zaken, Halvard Lange, in Amerikaanse leger, die lange tij:
ietwat te dramatische woorden heeft met veel tegenwerking te kamp«
gesproken, zal worden ingelopen.
De kritiek op de Verenigde Staten,
hebben gehad, een grote voldoeniii
zijn, dat een van hun raketten, di
die na het lanceren van de eerste Jupiter C, de eerste Amerikaans
Spoetnik van alle kanten is losge
brand, was niet geheel gerechtvaar
digd. Het enige verwijt, dat men de
kunstmaan in zijn baan rondom
aarde heeft gebracht. Zowel de nu
als de luchtmacht, die e«
Amerikanen heeft kunnen maken, soort monopolie voor projecten had
was, dat zij zich niets hebben aan, den opgeëist, zijn
getrokken van de waarschuwingen, extra inspanningen van de afgelopn
dat de Russen alles op alles hadden maanden, nog niet in geslaagd, Üe
gezet om de Verenigde Staten vóór plannen te verwezenlijken,
te kunnen zijn bij het lanceren van De Amerikaanse kunstmaan maal
de eerste kunstmaan. nu zijn banen om de aarde. Het lan
Telkens is in Washington officieel ceren er van was harde noodzaa)
verklaard, dat er geen verandering geworden, omdat verder uitstel
zou komen in de Amerikaanse plan- verschillende delen van de wertH
nen en dat de Verenigde Staten zich ernstige politieke consequenties mi
zouden houden aan de ter gelegen- hebben gehad,
heid van het Geofysische jaar met de Laten we de wens uitspreken, dil
Sowjetunie gemaakte afspraak om het Amerikaanse succes er toe u!
In het voorjaar van 1958 gelijktijdig bijdragen, de eenheid en het ver
over te gaan tot het lanceren
het eerste ruimteprojectiel.
De Russen hebben zich om redenen
trouwen in de vrije wereld te hei
stellen, opdat de Sowjetunie er niet
zal slagen, haar ondermijning!
van propagandistische aard zeer be- politiek voort te zetten.
is beter - kost minder!
UIT een opinie-onderzoek van
het Landbouwschap blijkt,
dat slechts weinig stedelingen
het boerenbedrijf zien als belang
rijk voor de nationale economie
(export e.d.). Men beschouwt de
boer ook niet als iemand, die on
voldoende in de welvaartsver
meerdering heeft gedeeld. Zeven
tig procent vindt het boereninko-
men redelijk, soms zelfs te hoog,
Voor tuinders is dit percentage 59,
De meerderheid van de onder
vraagden echter acht de landar
beidersionen te laag. Het boeren
leven wordt niet rooskleurig be
keken. Uit de gegevens kan men
concluderen, dat de stedeling nog
Georganiseerd overleg
yoor het v.h.m.o.
In de vergadering van de commissie
voor georganiseerd overleg voor het
voorbereidend hoger en middelbaar
onderwijs op 21 januari zijn verschil
lende hangende kwesties, waaronder di
reorganisatie van het georganiseerd
overleg, nader besproken.
Een ontwerp-rapport inzake de
rière-vergelijking van de leraren ei
vergelijkbare functionarissen in c
heidsdienst zal vóór 1 februari aar
leden van de Kleine commissie uit de
interdepartementale werkgroep, die zich
met het onderzoek hiernaar bezighoudt,
worden toegezonden. Deze kleine com-
e zal vervolgens zo spoedig moge
voor een vergadering worden bij
eengeroepen.
Van het resultaat van de besprekingen
die commissie zal het afhangen wan-
;er de interdepartementale werkgroep
bijeenkomt, aldus een mededeling van
het ministerie van onderwijs.
Advertentie
MIDDELBARE AKTEN
Frans, Duit». Engels en Ned. M. O. A.
De kortsie en voordeligste opleiding:
RESA-HILVERSUM
(Bekende Schriftelijke Cursus)
Merkwaardige
conclusies
meer bezwaren tegen het boeren
leven heeft, dan de boer zelf.
Vrijwel alle stedelingen menen de boer
reeds aan zijn uiterlijk te herkennen,
door optreden en houding, lichaams
bouw, huidskleur, kleding en spraak.
De voorstelling, die de stedeling zich
van de tuinder maakt, wijkt op es
sentiële punten af van die van d€
boer in het algemeen, Hier overheer
sen gunstige eigenschappen. Veehou
ders en landbouwers genieten in ge
lijke mate waardering.
Drie der voornaamste bezwaren tegen
het boerenbedrijf zijn de gebonden
heid aan het bedrijf, zwaar en vuil
werk en sociaal en cultureel Isolement.
Tot de aantrekkelijke kanten rekent
men het eigen baas zijn, de omgang
met dieren, het buitenleven, gezond
leven en het ontbreken van jakkei
en jagen. Daarbij is de geboren
getogen stedeling niet vrij van rom.
De stedeling meent, dat de tuinder mi
opleiding behoeft ó'an de boer en zeker
op speciale scholen. De helft der ste
delingen acht de landarbeider een ge
schoolde arbeider. Een vrijwel alge
meen inzicht is, dat zich in het boe
renleven veranderingen voltrekken.
Men noemt verandering van leven en
bedrijf, versteedsing van levens
gewoonten en van het culturele leven
ten plattelande en een afnemend isole-
De gunstige eigenschappen die de stede
ling van de boer weet te vermelden
zijn: een harde werker, gemoedelijk,
Uniecollecte lijst 19
In de 79ste Uniecollecte voor de scho-
n met de Bijbel hebben zo blijkt uit
de onlangs verschenen lijst 19 475
plaatselijke comité's een bedrag bijeen-
lebracht van 251.705,26. Vorig jaar was
lit 226.554,92
Op lijst 19 komen de volgende namen
n bedragen voor. Hoogezand: 450,
(440,—); Meedhuizen 1.118,50 (135,—);
Franeker 1.160,— (1,145.83); Gorredijk
390,50 (398,27); Knijpe 76,75 (74,27);
Oosterbierum 172,55 (170,Ooster-
wolde 285,10 (334,—); Pingjum 96,50
1(53,50); Rietsum 264,77 (316.50); Den
Ham (gegref. school) 372.60; Den Ham
I (herv. school) 217.87; Daarle (geref.
school 360,— (v.j. 1.024,98 van drie
Ischolen); Lemele 286,40 (287.85); Aalst'
gastvrij, eerlijk enz. Merkwaardig
dat de meerderheid der stedelingö
meent, dat de boer zijn arbeiders bete
De ongunstige eigenschappen zijn: in
halig, opvliegend, eigenwijs en hé
ben betrekking op de boer als mens
het algemeen. De kern kan worden o&
schreven met: egoïstisch en materiali)
tisch ingesteld en minder intelligent
Gebleken is, dat de mensen, die voort
gezet onderwijs genoten overigen!
zonder meer feitenkennis iets n
der bevooroordeeld en kritiekloos
gens de boer zijn, dan de ondervraag
den met alleen lagere school.
Advertentie
doodg.-marteld wordt op de VIVISECTIETAFfl
van het INSTITUTE PASTEUR te
waarvoor???
voor de bloembollen? i tezamen
voor schoonheidsmiddelen? van «»«-
voor ander geldelijk gewin? dierproeve
136,61 Nijkerk 2.936,53 (2.674,66)1
Tiel 965,30 (917,15); Kockengen 383,43
(381,92); Heinenoord 526,50 (482,50);
Langerak bez. de Lek 227,64 (240,—);
Oegstgeest f 31,38 Reeuwijk 290,44
(273,50); Rotterdam (oud-Rotterdam)
2-893,52 (2.871,—); Vianen 296.56
(279.44); Nieuwdorp 107,10 (127.02)1
Veen 382,45 (369,40); Willemstri