DE REGENBOOG Prins Willem V ZONDAGSBLAD Dezer dagen, vijf jaar na de ramp, ont moette ik in de trein tussen Bergen op Zoom en Rotterdam de dijkgraaf weer. Hij ging naar Den Haag om op het departement over financiële kwesties in verband met de herverkaveling te pra ten. „Hoe is het in de polder vroeg ik en de dijkgraaf vertelde hoe goed alles was geworden. Veertig nieuwe huizen, een kleuterschool en een ruim dorpshuis zijn in het dorp gebouwd. De opbrengst van het land is weer als vroeger. We mogen dankbaar zijn. „En wachtmeester Blaauw Dit zit ergens in Groningen. Ik heb veel aan hem gehad in die tijd, antwoordt de dijkgraaf. Het is gek, maar dat korte ogenblik, dat we op de toren waren, heeft hem veel gedaan. Hij was daarna anders. En eerlijk, dat wil ik je nu wel zeggen, na al die ellende en spanning, waar je maar overheen probeerde te »P pa leven, heeft het mij ook aangegrepen. ïtoa Ik heb er later veel over moeten naden- ken. Dat ogenblik, miaaohien was dat (,ebCetltC Willem V ook wel een wonder, dat ons weer hoop gaf, het wonder van Onderstaand bericht werd on langs in onze krant gepubliceerd en naar aanleiding daarvan schreef een onzer redacteuren de JTJEZE vroege voorjaarsdag is de lucht helderblauw. Er is haast geen wind en het wateroppervlak lijkt een gladde spiegel. Wachtmeester Blaauw van de rijks politie slaat de buitenboordmotor aan. Dijkgraaf Dominicus staat voor in het bootje en loodst ons langs de gehavende diaken van het gehucht Bijdorp, dat steeds meer geruïneerd wordt door het eeuwig bewegen van het water, dat niet wijken wil en bü elk tij nieuwe verwoestingen aanricht. De boot schuurt over de toppen van pas geplante jonge vruchtbomen. Dijkgraaf Dominicus kijkt over zijn grote verdron ken polder, die tot voor kort nog zo wel varend was. In de verte steekt de kerk toren nog net boven het wateroppervlak uit. De huizen van het dorp liggen diep in het water en zijn nauwelijks te zien. „Het water staat hoog vandaag", zegt de dijkgraaf. „Het is de vraag of we het gemeentehuis kunnen binnenkomen. An ders gaan we naar het gemaaltje op de zeedijk, dat nog intact is. Maar eerst zullen we onze dagelijkse route moeten afleggen." Zijn gestalte daar voor in de boot tekent zich scherp af tegen de omgeving. Ik weet, dat het aan hem te danken is, dat die zondagmorgen niemand in zijn dorp verdronken is. De dijkgraaf, hij heeft zich van adel getoond. De zeedijk hield het en voor het water uit het waterschap naast zijn polder, dat 's nachts bij de eerste vloed al vol stroomde, later op de dag de slaperdijk, de Lage Dijk, had stukgeslagen, was het hele dorp al geëvacueerd. Toen het water 's morgens om twaalf uur kwam. vond het alleen maar huizen en dieren. De mensen waren gered. Dijkgraaf Dominicus had het werk van zijn leven geaaan, tegen de zin in van andere dorpsautoriteiten, die bezwaren hadden gemaakt, ook tegen de zin in van Ie predikant, die nog een korte bidstond had willen houden, een kerkdienst, die zelf moord zou hebben betekend Want de evacuatie op die zondagmorgen was geen kwartier te vroeg geweest. „Is het geen wonder, dat nie mand m het dorp is omgeko men?", vraag ik de dijkgraaf als we de moeilijke patrouiUetocht langs de Lage Dijk. waarin vijf tien gaten zijn geslagen, en door het diep verdronken dorp achter de rug hebben en aanleggen bij het gemaaltje op de zeedijk. ,,Is het geen wonder?" Het is een oppervlakkige vraag. Hij haalt zijn schouders op en antwoordt pas als we het kamer tje van het gemaaltje binnengaan waar een kale tafel en een paar stoelen als meubilering staan. Uit een muurkastje haalt de dijkgraaf een kruik Bols en twee glaasjes. „Dit is het enige vertrek in de polder, waar je even bij kuntjeo- Hij moet het moeder net ver teld hebben, toen beneden een fel gerinkel klonk. Eerst een hevige schrik. Daar na het besef: Jaap belt op. De oude mensen moeten alles geprobeerd hebben. Ze konden niet bij de hoorn komen. En de telefoon rinkelde maar door daar onder de trapleuning vlak boven het water, dat hoger steeg. En het moet moeder ten slotte geweest zijn, die op de idee van de wandelstok kwam. Het lukte het handvat van de wandelstok achter de hoorn te ha ken en deze langs de muur naar boven te halen. Het snoer was lang genoeg. Eindelijk werd de telefoon op genomen. Ik hoorde een luid ge raas. Toen ineens de stem van moeder: „Ja Jaap. Ben jij het. Hier is vader". Ik kon met mijn ouders praten. Vader vertelde hoé alles gegaan was en hoe ze samen vlak boven het water op de trap stonden. „We leven nog Jaap", zei va der. „Maar we komen er niet meer uit. De dijk hier vlak bij is doorgeslagen, heb ik gezien. Ik geloof niet, dat het huis zal blij- Vaders stem was heel rustig. „Vader, ik kom, met een boot." „We hebben er al vrede mee. Geloof me. Ik weet, dat het niet lang meer duren zal. Moeder wil ook nog even met je praten." „Moeder, houd het nog even „Het is hier zo koud. Maar van binnen niet." Alles leek een groot wonder. Het was of moeder uit een heel andere wereld sprak. Toch was het haar eigen stem. „Het is niet zo erg. Vader heeft net voorgelezen uit de Psalmen. Watervloed roept tot watervloed bij het gebruis Uwer stromen, al Uw baren en golven slaan over mij heen". „Ja, maar moedèr". „Stil nou. Luister. Wist je dat de Bijbel zo werkelijk kon zijn. Va der heeft nog meer gelezen. En dat is ook werkelijkheid. Hoor je. Zendt uw licht en waarheid, mo gen die mij geleiden, zodat ik kan gaan tot Gods altaar. Jaap, versta je mij?" telt wachtmester Blaauw verder. Die dag heb ik geen boot meer kunnen krijgen. De volgende dag pas. Toen was het te laat. TTa na 150 jaar naar Nederland Het stoffelijk overschot van stadhouder Prins Willem V, die leefde van 8 maart 1748 tot 9 april 1806. zal na ruim 150 jaar naar ons land worden overgebracht en in het eigen graf' van de Oranjes in Delft worden bijgezet. Vertegenwoordigers van de Nederlandse ambassades in Bonn, zo meldt D.P.A., hebben reeds onderhandelingen met de bisschop van de Brunswij- ker Evangelische Lutherse staatskerk, Martin Erdmann, en met de voorzitter van 't be- stuursdistrict Brunswijk, dr. F. A. Knost, gevoerd. In beginsel is men tot over eenstemming gekomen. Het wachten is nu op een officieel verzoek van koningin Juliana. Daarna kan de plechtige over brenging van de sarcofaag uit de Brunswijker Dom naar Delft zonder verdere moeilijkheden doorgaan. V„, ZDH XvILU.M IK- V ?R1NSE. TTJl&TIG Tiz* Tutfjrfb G/ibra&z h*i. HïRTÖOLYKL r. BR UNSNVY een vorst die de til tegen zich had „Schrei niet mp vriend", zei de laatste Oranjestadhou- der, Willem V, tot de Scheveningse schipper Jan Roos, die de Prins op de koude zondagmiddag van 18 januari 1795 naar zijn schip overbracht om de Vorst naar Engeland te varen en die op dit historisch ogenblik nauwelijks zijn ontroering koui verbergen. „Schrei niet mijn vriend, ik ga, maar ik kom weder Zouden dit profetische woorden zijn geweest? Kort verhaal door BERT DE JONG het water tegen de huls stond er niet Het „Bij daglicht", gaat de dijk graaf verder, „zag men in Ker- keplaat wat voorgevallen gevaarlijk varen recht tegen over het stroomgat. Later zijn ze gevonden. Verleden week zijn mijn ouders bijgezet in het tijdelijke evenwijdig aan de vloedplanken geslagen en geklemd tegen de kanten spraken, hoekhuizen van de Voorstraat-Ha- - venkade. Dat schip brak de sterke J golfslag, toen de vloedplanken zou den breken en grendelde de Voor- straat af. Het was daarna niet druk.~~Ze werden oversternd door het. Het water klotste ™«r_ S™e5!' -Hüé" .al dd dlente verdriet De burgemeester en twee predi- „De stem des Heren heeft ge klonken", zei de predikant bij wie mijn ouders altijd kerkten. Deze woorden maakten geen i~ u»r, zakkendam achter de vloedplan- D*r vló'edplankan °P ta werpen. over de Havenkade straat al moesten geplaatst worden. De ko- De gang van de nabestaanden langs het graf was verschrikke- 150 op stond, hetgeen dagen een heel bedrag was). Het lichaam van de Prins was ge- balsefnd en gekleed in wit satijii, neergelegd in een houten kist, welke geplaatst werd in een lo den buitenkist, bekleed met zwart fluweel afgezet met zilvergalon, voorzien van de letters W.P.V.O. Met de kist werden in de graf kelder bijgezet een zilveren bus ningin Juliana er- Pet het hart toe kan besluiten ingewanden. De zilveren bus werd gische gang van zaken te een officieel ver- later gestolen en het hart zoek te richten tot gelakt tinnen vaas gedaan. voor het erfstadhouderschap i voorgoed voorbij. Nimmer zou in het vaderland terugkeren. VOORBEELD Prins Willem V is het vooi van de vorst, die de tijd teg met de zidh had. Men moet oi de betrokken Duit se autoriteiten oir het gebeente van haar op woensdag morgen 9 april 1806 NOOIT STERK te Brunswijk begraven 0 der te mogen la- april had hij nog ren niet zoeken naar tekortkc gen bij de man zelf. Er valt te heel weinig op hem ai merken; integendeel, er is veel dat voor hem pleit. Hij v>i goed verstas Prins Willem V, die nooit sterk an gezondheid was geweest, -had begiftigd met aldaar zich de laatste dagen voor zijn zijn geheugen was formldafc dood heel goed gevoeld. Op 8 Voor allerlei zaken rijtoer overbrengen maakt. In de nacht van 8 op 9 naar de grafkelder april echter werd hij door een der Oranjes in de benauwdheid overvallen. Aanvan- cU gsr-AS SSeideSg„»hfSd5ret zend deze woorden, zij zodat men de Prinses liet waar- schuwen. Om drie uur in de morgen van de negende april blies de Prins de laatste adem uit. Zijn laatste woorden waren, naar zijn biograaf W. G. F. Schenck meedeelt de bede uit het Onze Vader: „Vergeef ons on ze schulden gelijk ook wij verge ven onze schuldenaren De directe doodsoorzaak bleek, zoals de lijfarts van de Prins dr. Ph. Caspari i die ji na dato in zekere zin vervuld wor den. Dan zal het stoffelijk overschot van de Prins weer rusten in vader landse grond. Jan Roos heeft het niet meer mo gen meemaken: in levenden lijve Willem V nooit dedeelde, een stuwing schap en kunst had hij belangstelling. Hij was angelegd en hield van de kunst4 bloeiden. Dat kon ook i ren, want geld was er er was een algemene welvaa^ Ook om zijn karakter moet ir deze Oranjevorst prijzen: hij t een irenisch man, altijd klad om zich met zijn vijanden te v zoenen, verdraagzaam lievend. Alleenvan opvattd hij conservatief. Tot hei - mende minuten zouden Vandaar deze genever. Het dorp beslissen. is nog fris buiten. Laten we om de beurt een glaasje nemen." „Ach. wat wonder", zegt hij dan. „Je moet niet zo Sfmakke- meK n wonder Pra*®£- Ik zich in de voorstraat stortte, het Niets gebeurt bij geval, zegt lijic. Een meisje sprong, men in Kerkeplaat. Het heeft zo schreeuwend, in de kuil. Deze i moeten zijn. Het schip had niet actie kon ik begrijpen. ve? later op de kade moeten slaan. Er zijn er, die spreken van het i Kerkeplaat." PRINS WILLEM V Een pastel van de hand van Johann Heinrich Schroder, hofschilder te Brunswijk, vervaardigd in februari 1806, dus kort voor het overlijden van de stadhouder. Neder land teruggekeerd, want noch voor het toenmalig Ba- taafsch Gouverne ment, noch later het vormingen ging hij niet aderlijk bloed in de longen te zijn tengevolge van een klepge- brek in de lichaamsslagader. De ze halvemaanvormige kleppen ble- uitstrevende meningen ken verhard te zijn, zodat zij de tijd, die bij sommige groepen (dj Het had de situatie door en heb ge daan wat ik moest doen. Meer niet." De zon glinstert over de wijde watervlakte van de zeearm, waar op het venster van het kamertje uitziet. Het is een feest van licht en kleur. Deze dag lijkt alles zo vredig. „Wat wonder", herhaalt Domi- tin in Kerkeplaat, dat op het gevaar lijkste punt van het andere eiland ligt. Daar hoorde ik, wat er in Kerkeplaat in de rampnacht ge beurde." Dijkgraaf Dominicus vertelt: heeft hij een voet val willen maken, niet de eerste maal, dat angedrongen op overbren- elasticiteit misten om de long- >,,„„1..,. circulatie goed te doen functione- napoieon loneoerfpem teneevolee van te keren. Toch zijn de bewoners van het ttet is stil in het vertrek van net dorp die nacht als één man door Ei poldergemaal De rampnacht is ','J ben blij, dat ik hier iu uez.e het aanstromende water de zwar- herleefd g rampnaent is polder mi]n werk heb gekregen te duisternis ingerend naar het Het donder van Kerkeol^ht?" wachtmeester Blaauw, HET heeft wachtmeester Blaauw water verspreid. Waar het kerk- ging goed gedaan, dat hij uit kon hof moet liggen, is nog het dak JUar Delft. In 1913 (bij het eeuwfeest hof moet liggen, is nog het van het lijkenhuisje te zien. Ginds deze tegen de dijk gedrukt ligt het ver woeste Bijdorp. longoedeem tengevolge decompensatio aortae. De Prins en de Prinses hadden de winter in Brunswijk doorge- 'SrBSéliï ö«rS'. d._Domprob.l.i of het ZIJ ge- Bevernsche Palais, woon waren te verblijven, zij de gast waren van hun doch ter Frederica Louisa Wilhelmina, i 1790 in Den Haag eind van de Voorstraat. Het is moeilijk om precies te die dit zegt vertellen wat er gebeurde. Maar „Misschien, dat het wel zo is. Hori tegen alle berekening in lukte het Maar een wonder moet todl lets ?®n- Je de vloedplanken te plaatsen en de moois zyn. ik geloof het niet. wolken. Het wordt koud Voorstraat, de hoofdstraat van het ^ee dorp, voorlopig af te sluiten. Hi"j heeft zijn pet afgezetZijn Maar hoger werd het water, ogen staan fel Wachtmeester wilder beukte de zee, die de ge- Blaauw vloekt Kerkeplaat DE bewoners kennen het water. Die nacht gonnen. Allen, gekke Tinus van zaterdag op zondag waren M - J- 4 zij. zoals in vele dorpen wél het geval was. niet naar bed gegaan. >md en feller sloegen de gol- Het is buiten donkerder gewor- tJvIrdï Sa? Er^ll iS tegen de houten planken, die den Er komen een paar regen- y,erder gaan' Er zal nog Kerkeplaat moesten behouden, wolken aandrijven. Lang kon het niet meer duren. Dan zouden de vloedplanken als De storm heeft ons overval- wrakhout door de Voorstraat spoe- len Er zijn nu al meer dan dui. *enu zend doden geregistreerd. Dat Toen is pas de doodstrijd be- heeft zo moeten zijn. Wat won- der? Vertel me niets." De stem van Blaauw stokt. ,,Ik in het wonder geloofd, We lopen de hoek om. Vreemd, nu is het uitzicht heel anders. In buiten somberder gewor- de verte regent het. Zonnestralen schuil gegaan ach- vallen langs de wolken en wer- het pen een witte lichtvlek op het verdronken land. Tegen deze lichtvlek bewegen zegt dijkgraaf Domi- zich in het gat van de dijk de 5 wreed. Je hebt ge- donkere silhouetjes van dc man nen, die daar werken. Het gat is juist op de waterhoogte gedicht. Snel lopen de werkers heen en Neerlands Herstel) reeds stemmen opgegaan, SÖuwV M roerigsten) hadden postgevat. GROTESK „Er is voor de mensehelijkhd geen schooner schouwspel. J de val eens dwing elands", sch J. H. van der Palm na de Napoleon. De tijd vóór a NIET IN DELFT „Blaauw" nicus, „het lijk. Zo heeft het moeten zijn. Dominicus praat afwezig. Zeker der vervolgt hij: „We klimmen ongemerkt op de kerktoren. Ze Willem V Is de enige der Oran jes, die onze Gewesten bestuurd hebben, die niet in Delft ls bijge zet. Toen hij in 1806 stierf waren de gemoederen van zijn verwan- Dan tekent zich tegen de lucht ten niet gestemd om een verzoek doen aan het Bataafsch Gou- hard aan het werk bij het boog da ai eerste dijkgat. Misschien dat het Liiiks al dicht is. We gaan verder." In. het sóhip van de kerk staat baan Aan de kade zag men hoe bij eb zich tegen de planken geworpen. Zij hebben geduwd en gestut te gen de planken, tegen elkaar. Het was een gevecht tegen de zee. Dat doe je in je wanhoop. Maar het water haast niet afliep snel begon te stijgen. De wina was doorgelopen naar het noord westen. Om drie uur luidde de nood klok, haast overstemd door het gegier van de stormwind en het geraas van de branding. Binnen een kwartier zich een kleine tachtig zameld in de Voorstraat, die op de Havenkade uitloopt. Veel is er niet gesproken. Ieder- vertelde over&ï «j! ÜS'ta X eindelijk werd opgenomen. Ik zal jullie vertellen." sel steekt er net bovenuit. Langs de smalle trap klimmen we naar boven. de horizon raakt ze zelf z het water; hoog boven de wolken wijs langs de hemel loopt de kleuren- milie. rechts raakt de boog de het water nog gekomen. latere koning Willem II, Yarmouth was overgestoken vernement. Ja, dit Gouvernement de Prins eerst in de nacht zelf zond zelfs geen enkel be>- deelneming naar de fa- Franse Revolutie na Napoleon is tuk op het zie van een „tyran". Dat was hetro sedert gische wachtwoord en als nu dan geen „tyran" bij de handhï maakte men er een. Zo sohre de Gelderse edelman Joan Derc van der Capellen tot de Poll 1781 een felle aanklacht tege Willem V, waarin hij deze go» moedige, verdraagzame, vredf lievende man „een tyran en r odwingeland" noemde. Groteske helmina met haar schoondochter kon het niet, maar ja Capella het tweejarige kleinzoontje, de aanklacht vond weerklank Erfprins van Brunswijk-Wolfenbüt- tel. Anders woonden zij, sedei 1801 op het slot Oraniënstein in Nassau-Diez. IN ENGELAND Na de overtocht op die gedenk waardige zondag 18 januari 1795, waarop 's morgens Prinses Wil- trok i i te Harwich landde, De regenten zagen hem lieve het Prinselijk gezin de eerste gaan, de „vooruitstrevende c weken de gast Met veel eerbetoon van de zij- verblijf te Kew de der Hertogelijke Brunswijkse in+rek te nem' boog verbindt het water met regering heeft de bijzetting op Hampton Court. ^De Prins voelde op handelen'aankwam, nd en d. aard. met n. hemel 1806 _des^ avondszich echter in Engeland niet op koning George later woonde men eni ge tijd op het vorstelijk huiten- de beminden deze mai daarna zijn ren echter wel groot het paleis gering het land en de aarde met de hemel. We kijken. De ogen van wacht meester Blaauw zijn vochtig. „Het TE weet het had geen zin. Deze rampnacht moesten ook de mannen van Kerkeplaat het van ouaers WOÜIiaen m u de„ z."e verl,lez;n- De planken der Hu]) huls stond f p| hadden splinterden al ar. stand van ongeveer 100 meter van ,?.e?,..d.on.de::LdAdM.aPi.i"i™a^ stroomgat. dat daar in de dijk geslagen. Ze waren naar boven Het panorama, dat toren zien, is indrukwekkend. In is zo Dominicus. We moeten de onmiddellijke omgeving is geen der gaan. de Hertogelijke grafkelder in de Dom of St. Blasiuskerk te levën Brunswijk plaatsgehad. Deze bij- ^oen gemak. Hij leefde en van een emigrant 1801 de vrede ter niet gekomen. Wél waar mijn droog stukje land te bespeuren. Dat teken. De regen- ze"ing geschiedde des avonds bij met Oostenrijk de overkomst Bij de geboorte van Willem op 8 maart 1748 schreef een R< Napoleon terdammer: „Sommigen hebbtf ouders woonden in de Krevelpol- Boerderijen liggen overal in het boog. Wonderlijk", zegt hij. de borgemeesteren jonggeborei borgemeesteren nauwe gebeurde. Het oordeelsslag. Dat was het eind. Op dat ogenblik verminderde de gevlucht. Hun telefoon is aangesloten op het automatische net. Zondagmorgen om ongeveer acht uur hoorde ik, dat de Kre- velpolder verloren was. Ik zat thuis en zag mijn ouders boven, het water in het beneden huis; ik zag ook hun telefoon in de gang onder de trapleuning han- g Voor dat ik het zelf wist draai de ik aan de kiesschijf. Eerst K 9112. Ik hoorde de hoge zoem toon. Het net was nog niet ge stoord. Daarna draaide ik 314. De telefoon ging over. maar er werd niet geantwoord. Uren hadden ze tegen elkaar aan gezeten, helemaal verkleumd. Het huis beefde aan alle kanten. Erom en erin kolkte het water en het leek of de felle wind elk ogenblik zou afrekenen. Alle elementen keerden 'zich te gen het leven van de twee oude mensen. De nacht was een eeuwig heid. Toch waren ze rustig geworden en de angst was verdwenen. Op het tafeltje in de slaapkamer lag de Bijbel. Daaruit had vader voor gelezen. Eindelijk was het licht gewor den en met het licht was de hoop teruggekeerd. Maar later zag vader door hei zolderraam, dat de zeedijk recht tegenover het huis was doorgesla gen en hij wist wat dat beteken- Actie van het Nederlands Billy Graham-Comité Dan Piatt spreker in drie samenkomsten Na de grote samenkomst in het Feyen- oordstadion te Rotterdam, nu twee en een half jaar geleden, heeft het Neder lands Billy Graham-comité zich in de vergetelheid teruggetrokken. Dit wil echter niet zeggen, dat het comité inge dut is, want het heeft herhaalde pogingen in het werk gesteld om dr. Graham voor een campagne van een week naar Neder land te krijgen, Het comité heeft echter nu besloten weer iets nieuws te orga niseren, opdat de belangstelling voor het werk van dr. Graham levendig zal blij ven, maar ook opdat vele honderden die er om gevraagd hebben in de gelegen heid gesteld zullen worden een direct ooggetuigeverslag te krijgen van de grote campagne te New York. bestuur over zijn Nassause landen i in handen te nemen. In juni 1802 volgde prinses Van de vele huizen antwoorden, veelmin te bedai en als de Prins in 1806 gestorve is neemt het Nederlands besta' uie men m Nassau "bezat"'werd niet eens de moeite de Prins» tenslotte het slot Oraniënstein weduwe te condoleren. Tussen voor bewoning in gereedheid ge: 1 bracht, hoewel de Prinses kelijk meer v. Siegen voelde. Op 4, 5 en 6 februari organiseert het comité samenkomsten in resp. Den Haag (Congres zaal, Prinsegracht); Rotterdam (Congreszaal, W. Boothlaan) en Amsterdam (Bellevue). Dan Piatt, hoofd van de Europese Navigators, die overal het nazorgwerk in de campagnes van dr. Graham leidde, en stichter van een groot aantal christelijke militaire tehuizen voor Amerikaanse soldaten in Europa en N. Afrika, zal de spreker zijn. Hij heeft als leider van de geestelijke nazorg de New Yorkse campagne van heel nabij meegemaakt. Boven dien is hij van plan een groot aantal kleuren dia's te vertonen. Voor de samenkomsten kregen allen, die in Amsterdam en Rotterdam indertijd een be slissing voor Christus hebben genomen een persoonlijke uitnodiging, evenals alle raad gevers, nazorgers en andere medewerkers. Wie geen uitnodiging ontving, is evenwel ook van harte welkom, vertelde ons één van de comité- Het comité,hoopt niet alleen alle oude me dewerkers en belangstellenden weer eens bij elkaar te brengen, maar de avond zal tevens een evangelisch karakter dragen. De Rotter damse samenkomst zal geleid worden door ds. A. v. d. Most, de Haagse door ds. P. Luchtig heid en in Amsterdam zal ds. P. J. Mieters de leiding hebben. De Gereformeerde predikant uit Aalsmeer, ds. T. B. van Houten, en briga dier Nijman zullen als tolk optreden. twee volstrekte absenties .„„.u. burgerlijke beleefdheid ligt - het kasteel te tragische leven van een man het goede wilde, maar de w- tegen zich had. Hij TT A DTri t 1IT diend een baIling in eigen land, «s rlAIX 1 lLIJ IV vreemdeling in eigen tijd. De Nassause bevolking was al- lerhartelijkst; men was blij, dat de landsvorst weer temidden van zijn volk kwam wonen pn de Prins vaii zijn kant voelde zich in Nassau ook zeer thuis.. Kort na zijn aankomst ontsloeg hij de heeft in een klein boekje, Nederlandse oud-regenten van de genes-boekje, onder de titel „O eed van trouw en stond hun toe ambten aan te nemen en in open bare colleges zitting te nemen om het welzijn van „het lieve Vader land" te bevorderen. Dit lieve den Bom. Helaas. Vaderland (althans de aan het toch nog wel meer goede Ned. car- bewind staande mannen) had zijn kant reeds op 23 februari 1795 het een kostelijke verzamelinl het erfstadhouderschap vervallen spotprenten uit Denemarken, verklaard en de Prins uit al zijn Duitsland, erfelijke rechten gestoten; daar bij had men „plechtig" de Cartoon 58 De Bezige Bij te Amsterdam toon 58" de beste cartoons van 1957 bijeengebracht. Neder land is in dit boekje alleen ina" vertegenwoordigd door Bob vat Engeland, Frankrijk Italië, Oostenrijk, Zwitserland en de Ver. Staten. Wie zich 1788 daterende „Acte van verbin- wil amuseren met de rijke fanta sie van tekenaars, mag zich dil boekje niet laten ontgaan. WJt kunnen tekeningen vaak welspre- Tussen de generale erfstadhou- kender zijn dan woorden. tenisse tusschen de Provinciën tot guarantie van het Stadhouder schap" verbrand.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1958 | | pagina 14