DE REGENBOOG
Prins Willem V
ZONDAGSBLAD
Dezer dagen, vijf jaar na de ramp, ont
moette ik in de trein tussen Bergen op
Zoom en Rotterdam de dijkgraaf weer.
Hij ging naar Den Haag om op het
departement over financiële kwesties in
verband met de herverkaveling te pra
ten.
„Hoe is het in de polder vroeg ik
en de dijkgraaf vertelde hoe goed alles
was geworden. Veertig nieuwe huizen,
een kleuterschool en een ruim dorpshuis
zijn in het dorp gebouwd. De opbrengst
van het land is weer als vroeger. We
mogen dankbaar zijn.
„En wachtmeester Blaauw
Dit zit ergens in Groningen. Ik heb veel
aan hem gehad in die tijd, antwoordt
de dijkgraaf. Het is gek, maar dat korte
ogenblik, dat we op de toren waren,
heeft hem veel gedaan. Hij was daarna
anders. En eerlijk, dat wil ik je nu wel
zeggen, na al die ellende en spanning,
waar je maar overheen probeerde te »P pa
leven, heeft het mij ook aangegrepen. ïtoa
Ik heb er later veel over moeten naden-
ken. Dat ogenblik, miaaohien was dat (,ebCetltC Willem V
ook wel een wonder, dat ons weer hoop
gaf, het wonder van
Onderstaand bericht werd on
langs in onze krant gepubliceerd
en naar aanleiding daarvan
schreef een onzer redacteuren de
JTJEZE vroege voorjaarsdag is de lucht
helderblauw. Er is haast geen wind
en het wateroppervlak lijkt een gladde
spiegel.
Wachtmeester Blaauw van de rijks
politie slaat de buitenboordmotor aan.
Dijkgraaf Dominicus staat voor in het
bootje en loodst ons langs de gehavende
diaken van het gehucht Bijdorp, dat steeds
meer geruïneerd wordt door het eeuwig
bewegen van het water, dat niet wijken
wil en bü elk tij nieuwe verwoestingen
aanricht.
De boot schuurt over de toppen van
pas geplante jonge vruchtbomen. Dijkgraaf
Dominicus kijkt over zijn grote verdron
ken polder, die tot voor kort nog zo wel
varend was. In de verte steekt de kerk
toren nog net boven het wateroppervlak
uit. De huizen van het dorp liggen diep
in het water en zijn nauwelijks te zien.
„Het water staat hoog vandaag", zegt
de dijkgraaf. „Het is de vraag of we het
gemeentehuis kunnen binnenkomen. An
ders gaan we naar het gemaaltje op de
zeedijk, dat nog intact is. Maar eerst
zullen we onze dagelijkse route moeten
afleggen."
Zijn gestalte daar voor in de boot tekent
zich scherp af tegen de omgeving.
Ik weet, dat het aan hem te danken is,
dat die zondagmorgen niemand in zijn
dorp verdronken is. De dijkgraaf, hij heeft
zich van adel getoond.
De zeedijk hield het en voor het water
uit het waterschap naast zijn polder, dat
's nachts bij de eerste vloed al vol
stroomde, later op de dag de slaperdijk,
de Lage Dijk, had stukgeslagen, was het
hele dorp al geëvacueerd. Toen het water
's morgens om twaalf uur kwam. vond het
alleen maar huizen en dieren. De mensen
waren gered.
Dijkgraaf Dominicus had het werk van
zijn leven geaaan, tegen de zin in van
andere dorpsautoriteiten, die bezwaren
hadden gemaakt, ook tegen de zin in van
Ie predikant, die nog een korte bidstond had
willen houden, een kerkdienst, die zelf
moord zou hebben betekend Want de
evacuatie op die zondagmorgen was geen
kwartier te vroeg geweest.
„Is het geen wonder, dat nie
mand m het dorp is omgeko
men?", vraag ik de dijkgraaf als
we de moeilijke patrouiUetocht
langs de Lage Dijk. waarin vijf
tien gaten zijn geslagen, en door
het diep verdronken dorp achter
de rug hebben en aanleggen bij
het gemaaltje op de zeedijk. ,,Is
het geen wonder?" Het is een
oppervlakkige vraag.
Hij haalt zijn schouders op en
antwoordt pas als we het kamer
tje van het gemaaltje binnengaan
waar een kale tafel en een paar
stoelen als meubilering staan. Uit
een muurkastje haalt de dijkgraaf
een kruik Bols en twee glaasjes.
„Dit is het enige vertrek in de
polder, waar je even bij kuntjeo-
Hij moet het moeder net ver
teld hebben, toen beneden een fel
gerinkel klonk.
Eerst een hevige schrik. Daar
na het besef: Jaap belt op.
De oude mensen moeten alles
geprobeerd hebben. Ze konden
niet bij de hoorn komen. En de
telefoon rinkelde maar door daar
onder de trapleuning vlak boven
het water, dat hoger steeg.
En het moet moeder ten slotte
geweest zijn, die op de idee van
de wandelstok kwam.
Het lukte het handvat van de
wandelstok achter de hoorn te ha
ken en deze langs de muur naar
boven te halen. Het snoer was
lang genoeg.
Eindelijk werd de telefoon op
genomen. Ik hoorde een luid ge
raas. Toen ineens de stem van
moeder:
„Ja Jaap. Ben jij het. Hier is
vader".
Ik kon met mijn ouders praten.
Vader vertelde hoé alles gegaan
was en hoe ze samen vlak boven
het water op de trap stonden.
„We leven nog Jaap", zei va
der. „Maar we komen er niet
meer uit. De dijk hier vlak bij
is doorgeslagen, heb ik gezien. Ik
geloof niet, dat het huis zal blij-
Vaders stem was heel rustig.
„Vader, ik kom, met een boot."
„We hebben er al vrede mee.
Geloof me. Ik weet, dat het niet
lang meer duren zal.
Moeder wil ook nog even met
je praten."
„Moeder, houd het nog even
„Het is hier zo koud. Maar van
binnen niet."
Alles leek een groot wonder. Het
was of moeder uit een heel andere
wereld sprak. Toch was het haar
eigen stem.
„Het is niet zo erg. Vader heeft
net voorgelezen uit de Psalmen.
Watervloed roept tot watervloed
bij het gebruis Uwer stromen, al
Uw baren en golven slaan over
mij heen".
„Ja, maar moedèr".
„Stil nou. Luister. Wist je dat de
Bijbel zo werkelijk kon zijn. Va
der heeft nog meer gelezen. En
dat is ook werkelijkheid. Hoor je.
Zendt uw licht en waarheid, mo
gen die mij geleiden, zodat ik kan
gaan tot Gods altaar.
Jaap, versta je mij?"
telt wachtmester Blaauw verder.
Die dag heb ik geen boot meer
kunnen krijgen. De volgende dag
pas. Toen was het te laat. TTa
na 150 jaar naar
Nederland
Het stoffelijk overschot van
stadhouder Prins Willem V, die
leefde van 8 maart 1748 tot 9
april 1806. zal na ruim 150
jaar naar ons land worden
overgebracht en in het eigen
graf' van de Oranjes in Delft
worden bijgezet.
Vertegenwoordigers van de
Nederlandse ambassades in
Bonn, zo meldt D.P.A., hebben
reeds onderhandelingen met
de bisschop van de Brunswij-
ker Evangelische Lutherse
staatskerk, Martin Erdmann,
en met de voorzitter van 't be-
stuursdistrict Brunswijk, dr. F.
A. Knost, gevoerd.
In beginsel is men tot over
eenstemming gekomen. Het
wachten is nu op een officieel
verzoek van koningin Juliana.
Daarna kan de plechtige over
brenging van de sarcofaag uit
de Brunswijker Dom naar Delft
zonder verdere moeilijkheden
doorgaan.
V„, ZDH XvILU.M IK- V ?R1NSE.
TTJl&TIG Tiz* Tutfjrfb G/ibra&z h*i. HïRTÖOLYKL r. BR UNSNVY
een vorst die de til
tegen zich had
„Schrei niet mp vriend", zei de laatste Oranjestadhou-
der, Willem V, tot de Scheveningse schipper Jan Roos, die
de Prins op de koude zondagmiddag van 18 januari 1795
naar zijn schip overbracht om de Vorst naar Engeland te
varen en die op dit historisch ogenblik nauwelijks zijn
ontroering koui verbergen.
„Schrei niet mijn vriend, ik ga, maar ik kom weder
Zouden dit profetische woorden zijn geweest?
Kort verhaal
door
BERT DE JONG
het water tegen de huls stond er niet
Het
„Bij daglicht", gaat de dijk
graaf verder, „zag men in Ker-
keplaat wat voorgevallen
gevaarlijk varen recht tegen
over het stroomgat.
Later zijn ze gevonden.
Verleden week zijn mijn ouders
bijgezet in het tijdelijke
evenwijdig aan de vloedplanken
geslagen en geklemd tegen de kanten spraken,
hoekhuizen van de Voorstraat-Ha- -
venkade. Dat schip brak de sterke
J golfslag, toen de vloedplanken zou
den breken en grendelde de Voor-
straat af. Het was daarna niet druk.~~Ze werden oversternd door
het. Het water klotste ™«r_ S™e5!' -Hüé" .al dd dlente verdriet
De burgemeester en twee predi-
„De stem des Heren heeft ge
klonken", zei de predikant bij
wie mijn ouders altijd kerkten.
Deze woorden maakten geen i~
u»r, zakkendam achter de vloedplan-
D*r vló'edplankan °P ta werpen.
over de Havenkade
straat al
moesten geplaatst worden. De ko-
De gang van de nabestaanden
langs het graf was verschrikke-
150 op stond, hetgeen
dagen een heel bedrag was). Het
lichaam van de Prins was ge-
balsefnd en gekleed in wit satijii,
neergelegd in een houten kist,
welke geplaatst werd in een lo
den buitenkist, bekleed met zwart
fluweel afgezet met zilvergalon,
voorzien van de letters W.P.V.O.
Met de kist werden in de graf
kelder bijgezet een zilveren bus
ningin Juliana er- Pet het hart
toe kan besluiten ingewanden. De zilveren bus werd gische gang van zaken te
een officieel ver- later gestolen en het hart
zoek te richten tot gelakt tinnen vaas gedaan.
voor het erfstadhouderschap i
voorgoed voorbij. Nimmer zou
in het vaderland terugkeren.
VOORBEELD
Prins Willem V is het vooi
van de vorst, die de tijd teg
met de zidh had. Men moet oi
de betrokken Duit
se autoriteiten oir
het gebeente van
haar op woensdag
morgen 9 april 1806
NOOIT STERK
te Brunswijk
begraven 0
der te mogen la- april had hij nog
ren niet zoeken naar tekortkc
gen bij de man zelf. Er valt
te heel weinig op hem ai
merken; integendeel, er is
veel dat voor hem pleit. Hij v>i
goed verstas
Prins Willem V, die nooit sterk
an gezondheid was geweest, -had begiftigd met
aldaar zich de laatste dagen voor zijn zijn geheugen was formldafc
dood heel goed gevoeld. Op 8 Voor allerlei zaken
rijtoer
overbrengen maakt. In de nacht van 8 op 9
naar de grafkelder april echter werd hij door een
der Oranjes in de benauwdheid overvallen. Aanvan- cU
gsr-AS SSeideSg„»hfSd5ret zend
deze woorden, zij zodat men de Prinses liet waar-
schuwen. Om drie uur in de
morgen van de negende april
blies de Prins de laatste adem
uit. Zijn laatste woorden waren,
naar zijn biograaf W. G. F.
Schenck meedeelt de bede uit
het Onze Vader: „Vergeef ons on
ze schulden gelijk ook wij verge
ven onze schuldenaren
De directe doodsoorzaak bleek,
zoals de lijfarts van de Prins dr.
Ph. Caspari
i die ji
na dato in zekere
zin vervuld wor
den. Dan zal het
stoffelijk overschot
van de Prins weer
rusten in vader
landse grond.
Jan Roos heeft
het niet meer mo
gen meemaken: in
levenden lijve
Willem V nooit dedeelde, een stuwing
schap en kunst had hij
belangstelling. Hij was
angelegd en hield van
de kunst4
bloeiden. Dat kon ook i
ren, want geld was er
er was een algemene welvaa^
Ook om zijn karakter moet ir
deze Oranjevorst prijzen: hij t
een irenisch man, altijd klad
om zich met zijn vijanden te v
zoenen, verdraagzaam
lievend. Alleenvan opvattd
hij conservatief. Tot hei
- mende minuten zouden
Vandaar deze genever. Het dorp beslissen.
is nog fris buiten. Laten we om
de beurt een glaasje nemen."
„Ach. wat wonder", zegt hij
dan. „Je moet niet zo Sfmakke- meK
n wonder Pra*®£- Ik zich in de voorstraat stortte,
het Niets gebeurt bij geval, zegt lijic. Een meisje sprong,
men in Kerkeplaat. Het heeft zo schreeuwend, in de kuil. Deze i
moeten zijn. Het schip had niet actie kon ik begrijpen.
ve? later op de kade moeten slaan.
Er zijn er, die spreken van het
i Kerkeplaat."
PRINS WILLEM V
Een pastel van de hand van Johann Heinrich
Schroder, hofschilder te Brunswijk, vervaardigd
in februari 1806, dus kort voor het overlijden van
de stadhouder.
Neder
land teruggekeerd,
want noch voor
het toenmalig Ba-
taafsch Gouverne
ment, noch later
het vormingen ging hij niet
aderlijk bloed in de longen te
zijn tengevolge van een klepge-
brek in de lichaamsslagader. De
ze halvemaanvormige kleppen ble- uitstrevende meningen
ken verhard te zijn, zodat zij de tijd, die bij sommige groepen (dj
Het
had de situatie door en heb ge
daan wat ik moest doen. Meer
niet."
De zon glinstert over de wijde
watervlakte van de zeearm, waar
op het venster van het kamertje
uitziet. Het is een feest van licht
en kleur. Deze dag lijkt alles zo
vredig.
„Wat wonder", herhaalt Domi-
tin
in Kerkeplaat, dat op het gevaar
lijkste punt van het andere eiland
ligt. Daar hoorde ik, wat er in
Kerkeplaat in de rampnacht ge
beurde."
Dijkgraaf Dominicus vertelt:
heeft hij een voet
val willen maken,
niet de eerste maal, dat
angedrongen op overbren-
elasticiteit misten om de long-
>,,„„1..,. circulatie goed te doen functione-
napoieon loneoerfpem teneevolee van
te keren.
Toch zijn de bewoners van het ttet is stil in het vertrek van net
dorp die nacht als één man door Ei poldergemaal De rampnacht is ','J ben blij, dat ik hier iu uez.e
het aanstromende water de zwar- herleefd g rampnaent is polder mi]n werk heb gekregen
te duisternis ingerend naar het Het donder van Kerkeol^ht?"
wachtmeester Blaauw,
HET heeft wachtmeester Blaauw water verspreid. Waar het kerk- ging
goed gedaan, dat hij uit kon hof moet liggen, is nog het dak JUar Delft.
In 1913 (bij het eeuwfeest
hof moet liggen, is nog het
van het lijkenhuisje te zien. Ginds
deze tegen de dijk gedrukt ligt het ver
woeste Bijdorp.
longoedeem tengevolge
decompensatio aortae.
De Prins en de Prinses hadden
de winter in Brunswijk doorge-
'SrBSéliï ö«rS'. d._Domprob.l.i of het
ZIJ ge-
Bevernsche Palais,
woon waren te verblijven,
zij de gast waren van hun doch
ter Frederica Louisa Wilhelmina,
i 1790 in Den Haag
eind van de Voorstraat.
Het is moeilijk om precies te die dit zegt
vertellen wat er gebeurde. Maar „Misschien, dat het wel zo is. Hori
tegen alle berekening in lukte het Maar een wonder moet todl lets ?®n- Je
de vloedplanken te plaatsen en de moois zyn. ik geloof het niet. wolken. Het wordt koud
Voorstraat, de hoofdstraat van het ^ee
dorp, voorlopig af te sluiten. Hi"j heeft zijn pet afgezetZijn
Maar hoger werd het water, ogen staan fel Wachtmeester
wilder beukte de zee, die de ge- Blaauw vloekt
Kerkeplaat
DE bewoners
kennen het water. Die nacht gonnen. Allen, gekke Tinus
van zaterdag op zondag waren M - J- 4
zij. zoals in vele dorpen wél het
geval was. niet naar bed gegaan.
>md en feller sloegen de gol- Het is buiten donkerder gewor- tJvIrdï Sa? Er^ll iS
tegen de houten planken, die den Er komen een paar regen- y,erder gaan' Er zal nog
Kerkeplaat moesten behouden, wolken aandrijven.
Lang kon het niet meer duren.
Dan zouden de vloedplanken als De storm heeft ons overval-
wrakhout door de Voorstraat spoe- len Er zijn nu al meer dan dui.
*enu zend doden geregistreerd. Dat
Toen is pas de doodstrijd be- heeft zo moeten zijn. Wat won-
der? Vertel me niets."
De stem van Blaauw stokt. ,,Ik
in het wonder geloofd,
We lopen de hoek om. Vreemd,
nu is het uitzicht heel anders. In
buiten somberder gewor- de verte regent het. Zonnestralen
schuil gegaan ach- vallen langs de wolken en wer-
het pen een witte lichtvlek op het
verdronken land.
Tegen deze lichtvlek bewegen
zegt dijkgraaf Domi- zich in het gat van de dijk de
5 wreed. Je hebt ge- donkere silhouetjes van dc man
nen, die daar werken. Het gat is
juist op de waterhoogte gedicht.
Snel lopen de werkers heen en
Neerlands Herstel)
reeds stemmen opgegaan,
SÖuwV M
roerigsten) hadden postgevat.
GROTESK
„Er is voor de mensehelijkhd
geen schooner schouwspel. J
de val eens dwing elands", sch
J. H. van der Palm na de
Napoleon. De tijd vóór a
NIET IN DELFT
„Blaauw"
nicus, „het
lijk. Zo heeft het moeten zijn.
Dominicus praat afwezig. Zeker
der vervolgt hij: „We klimmen ongemerkt
op de kerktoren. Ze
Willem V Is de enige der Oran
jes, die onze Gewesten bestuurd
hebben, die niet in Delft ls bijge
zet. Toen hij in 1806 stierf waren
de gemoederen van zijn verwan-
Dan tekent zich tegen de lucht ten niet gestemd om een verzoek
doen aan het Bataafsch Gou-
hard aan het werk bij het boog da ai
eerste dijkgat. Misschien dat het Liiiks
al dicht is. We gaan verder."
In. het sóhip van de kerk staat baan
Aan de kade zag men hoe bij eb zich tegen de planken geworpen.
Zij hebben geduwd en gestut te
gen de planken, tegen elkaar. Het
was een gevecht tegen de zee.
Dat doe je in je wanhoop. Maar
het water haast niet afliep
snel begon te stijgen. De wina
was doorgelopen naar het noord
westen.
Om drie uur luidde de nood
klok, haast overstemd door het
gegier van de stormwind en het
geraas van de branding.
Binnen een kwartier
zich een kleine tachtig
zameld in de Voorstraat, die op
de Havenkade uitloopt.
Veel is er niet gesproken. Ieder-
vertelde over&ï «j! ÜS'ta X
eindelijk werd opgenomen.
Ik zal jullie vertellen."
sel steekt er net bovenuit.
Langs de smalle trap klimmen
we naar boven.
de horizon raakt ze zelf z
het water; hoog boven de wolken wijs
langs de hemel loopt de kleuren- milie.
rechts raakt de boog de
het water nog
gekomen.
latere koning Willem II,
Yarmouth was overgestoken
vernement. Ja, dit Gouvernement de Prins eerst in de nacht
zelf zond zelfs geen enkel be>-
deelneming naar de fa-
Franse Revolutie
na Napoleon is tuk op het zie
van een „tyran". Dat was hetro
sedert gische wachtwoord en als nu
dan geen „tyran" bij de handhï
maakte men er een. Zo sohre
de Gelderse edelman Joan Derc
van der Capellen tot de Poll
1781 een felle aanklacht tege
Willem V, waarin hij deze go»
moedige, verdraagzame, vredf
lievende man „een tyran en
r odwingeland" noemde. Groteske
helmina met haar schoondochter kon het niet, maar ja Capella
het tweejarige kleinzoontje, de aanklacht vond weerklank
Erfprins van Brunswijk-Wolfenbüt-
tel. Anders woonden zij, sedei
1801 op het slot Oraniënstein in
Nassau-Diez.
IN ENGELAND
Na de overtocht op die gedenk
waardige zondag 18 januari 1795,
waarop 's morgens Prinses Wil-
trok i
i te Harwich landde,
De regenten zagen hem lieve
het Prinselijk gezin de eerste gaan, de „vooruitstrevende c
weken de gast
Met veel eerbetoon van de zij- verblijf te Kew
de der Hertogelijke Brunswijkse in+rek te nem'
boog verbindt het water met regering heeft de bijzetting op Hampton Court. ^De Prins voelde op handelen'aankwam,
nd en d. aard. met n. hemel 1806 _des^ avondszich echter in Engeland niet op
koning George
later woonde men eni
ge tijd op het vorstelijk huiten- de beminden deze mai
daarna zijn ren echter wel groot
het paleis
gering
het land en de aarde met de hemel.
We kijken. De ogen van wacht
meester Blaauw zijn vochtig. „Het
TE weet
het had geen zin.
Deze rampnacht moesten ook de
mannen van Kerkeplaat het van ouaers WOÜIiaen m u
de„ z."e verl,lez;n- De planken der Hu]) huls stond f p|
hadden splinterden al ar. stand van ongeveer 100 meter van
,?.e?,..d.on.de::LdAdM.aPi.i"i™a^ stroomgat. dat daar in de dijk
geslagen. Ze waren naar boven
Het panorama, dat
toren zien, is indrukwekkend. In is zo Dominicus. We moeten
de onmiddellijke omgeving is geen der gaan.
de Hertogelijke grafkelder
in de Dom of St. Blasiuskerk te levën
Brunswijk plaatsgehad. Deze bij- ^oen
gemak. Hij leefde
en van een emigrant
1801 de vrede
ter niet gekomen. Wél waar mijn droog stukje land te bespeuren. Dat
teken. De regen-
ze"ing geschiedde des avonds bij met Oostenrijk de overkomst
Bij de geboorte van Willem
op 8 maart 1748 schreef een R<
Napoleon terdammer: „Sommigen hebbtf
ouders woonden in de Krevelpol- Boerderijen liggen overal in het boog. Wonderlijk", zegt hij.
de borgemeesteren
jonggeborei
borgemeesteren nauwe
gebeurde. Het
oordeelsslag. Dat was het eind.
Op dat ogenblik verminderde de
gevlucht.
Hun telefoon is aangesloten op
het automatische net.
Zondagmorgen om ongeveer
acht uur hoorde ik, dat de Kre-
velpolder verloren was.
Ik zat thuis en zag mijn ouders
boven, het water in het beneden
huis; ik zag ook hun telefoon in
de gang onder de trapleuning han-
g Voor dat ik het zelf wist draai
de ik aan de kiesschijf. Eerst
K 9112. Ik hoorde de hoge zoem
toon. Het net was nog niet ge
stoord. Daarna draaide ik 314. De
telefoon ging over. maar er werd
niet geantwoord.
Uren hadden ze tegen elkaar
aan gezeten, helemaal verkleumd.
Het huis beefde aan alle kanten.
Erom en erin kolkte het water en
het leek of de felle wind elk
ogenblik zou afrekenen.
Alle elementen keerden 'zich te
gen het leven van de twee oude
mensen. De nacht was een eeuwig
heid.
Toch waren ze rustig geworden
en de angst was verdwenen. Op
het tafeltje in de slaapkamer lag
de Bijbel. Daaruit had vader voor
gelezen.
Eindelijk was het licht gewor
den en met het licht was de hoop
teruggekeerd.
Maar later zag vader door hei
zolderraam, dat de zeedijk recht
tegenover het huis was doorgesla
gen en hij wist wat dat beteken-
Actie van het Nederlands Billy Graham-Comité
Dan Piatt spreker in drie samenkomsten
Na de grote samenkomst in het Feyen-
oordstadion te Rotterdam, nu twee en
een half jaar geleden, heeft het Neder
lands Billy Graham-comité zich in de
vergetelheid teruggetrokken. Dit wil
echter niet zeggen, dat het comité inge
dut is, want het heeft herhaalde pogingen
in het werk gesteld om dr. Graham voor
een campagne van een week naar Neder
land te krijgen, Het comité heeft echter
nu besloten weer iets nieuws te orga
niseren, opdat de belangstelling voor het
werk van dr. Graham levendig zal blij
ven, maar ook opdat vele honderden die
er om gevraagd hebben in de gelegen
heid gesteld zullen worden een direct
ooggetuigeverslag te krijgen van de grote
campagne te New York.
bestuur over zijn Nassause landen i
in handen te nemen. In juni
1802 volgde prinses
Van de vele huizen
antwoorden, veelmin te bedai
en als de Prins in 1806 gestorve
is neemt het Nederlands besta'
uie men m Nassau "bezat"'werd niet eens de moeite de Prins»
tenslotte het slot Oraniënstein weduwe te condoleren. Tussen
voor bewoning in gereedheid ge: 1
bracht, hoewel de Prinses
kelijk meer v.
Siegen voelde.
Op 4, 5 en 6 februari organiseert het comité
samenkomsten in resp. Den Haag (Congres
zaal, Prinsegracht); Rotterdam (Congreszaal,
W. Boothlaan) en Amsterdam (Bellevue).
Dan Piatt, hoofd van de Europese Navigators,
die overal het nazorgwerk in de campagnes
van dr. Graham leidde, en stichter van een
groot aantal christelijke militaire tehuizen
voor Amerikaanse soldaten in Europa en N.
Afrika, zal de spreker zijn. Hij heeft als leider
van de geestelijke nazorg de New Yorkse
campagne van heel nabij meegemaakt. Boven
dien is hij van plan een groot aantal kleuren
dia's te vertonen.
Voor de samenkomsten kregen allen, die in
Amsterdam en Rotterdam indertijd een be
slissing voor Christus hebben genomen een
persoonlijke uitnodiging, evenals alle raad
gevers, nazorgers en andere medewerkers. Wie
geen uitnodiging ontving, is evenwel ook van
harte welkom, vertelde ons één van de comité-
Het comité,hoopt niet alleen alle oude me
dewerkers en belangstellenden weer eens bij
elkaar te brengen, maar de avond zal tevens
een evangelisch karakter dragen. De Rotter
damse samenkomst zal geleid worden door ds.
A. v. d. Most, de Haagse door ds. P. Luchtig
heid en in Amsterdam zal ds. P. J. Mieters de
leiding hebben. De Gereformeerde predikant
uit Aalsmeer, ds. T. B. van Houten, en briga
dier Nijman zullen als tolk optreden.
twee volstrekte absenties
.„„.u. burgerlijke beleefdheid ligt -
het kasteel te tragische leven van een man
het goede wilde, maar de w-
tegen zich had. Hij
TT A DTri t 1IT diend een baIling in eigen land, «s
rlAIX 1 lLIJ IV vreemdeling in eigen tijd.
De Nassause bevolking was al-
lerhartelijkst; men was blij, dat
de landsvorst weer temidden van
zijn volk kwam wonen pn de
Prins vaii zijn kant voelde zich
in Nassau ook zeer thuis.. Kort
na zijn aankomst ontsloeg hij de heeft in een klein boekje,
Nederlandse oud-regenten van de genes-boekje, onder de titel „O
eed van trouw en stond hun toe
ambten aan te nemen en in open
bare colleges zitting te nemen om
het welzijn van „het lieve Vader
land" te bevorderen. Dit lieve den Bom. Helaas.
Vaderland (althans de aan het toch nog wel meer goede Ned. car-
bewind staande mannen) had
zijn kant reeds op 23 februari 1795 het een kostelijke verzamelinl
het erfstadhouderschap vervallen spotprenten uit Denemarken,
verklaard en de Prins uit al zijn Duitsland,
erfelijke rechten gestoten; daar
bij had men „plechtig" de
Cartoon 58
De Bezige Bij te Amsterdam
toon 58" de beste cartoons van
1957 bijeengebracht. Neder
land is in dit boekje alleen ina"
vertegenwoordigd door Bob vat
Engeland, Frankrijk
Italië, Oostenrijk, Zwitserland en
de Ver. Staten. Wie zich
1788 daterende „Acte van verbin- wil amuseren met de rijke fanta
sie van tekenaars, mag zich dil
boekje niet laten ontgaan. WJt
kunnen tekeningen vaak welspre-
Tussen de generale erfstadhou- kender zijn dan woorden.
tenisse tusschen de Provinciën tot
guarantie van het Stadhouder
schap" verbrand.