Vreedzaam contact gemaakt met de
Auca-indianen
Schoolstrij d in India
!M;
De negen „GROTE HEILIGEN"
van dr. Walter Nigg
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 11 JANUARI 1958
Het meest „spectaculaire" nieuws in de wereld van de zending is deze
weck ongetwijfeld het vreedzame contact, dat gelegd werd met drie Auca-
indianenvrouwen in Ecuador. Het was geen nieuws dat tot de voorpagina's
doordrong. Het duurde zelfs tot bijna een maand voor het vanuit de dichte
Amazone-jungle ons bereikte. Terwijl wij achter onze schrijfmachine zaten
en de treurige copy tikten van een tweede mislukte poging (Geestelijk
Leven, 30 nov.) om deze stam van wilde, hatende indianen met het Evan
gelie te bereiken, waadden drie Indianenvrouwen door het lage water van
de Curaray-rivier. Wij tikten de woorden van dr. Tidmarsh, taalgeleerde-
zendeling: „Verder weten we niet, wat we doen kunnen en we zouden
graag willen, dat u voor ons bad, opdat God on6 zal laten zien, hoe we
deze mensen moeten bereiken." Op dat ogenblik dankte dr. Tidmarsh dat
de gebeden verhoord waren.
Twee en twintig maan
den na de dood van
de v\jf jonge mannen
werd het eerste vreed-
iztne contact gelegd.
Betty ElHot. weduwe van
een van de vfjf man
oen en schrijfster van
bon levensgeschiedenis
..Trough Gates of Splen
dour", was de eerste om
hem te ontmoeten.
De vrouwen verschenen
volkomen onverwacht bij
de junglehut. die dr. Tid
marsh enkele maanden geleden op nau
welijks tien kilometer afstand van het
Aucadorp gebouwd had. De hut lag op
de rand van het gebied van de Quichua-
Indianen bij een Quichuadorp. Ondanks
net feit, dat de bamboehut volkomen
verwoest werd tijdens een nachtelijke
sanval (dr. Tidmarsh lag juist in het
ziekenhuis met een schouderblessure)
was er toch een nieuwe steviger hut ge
bouwd en dr. Tidmarsh bracht er een
groot gedeelte van zijn tijd door. Toen
de Auca-vrouwen verschenen, was hij
echter juist afwezig yoor een bezoek aaD
Maar toch kwam het weer tot
bloedvergieten
Quito, de hoofdstad van Ecuador.
Over de rivier
werden door de Quichua-
Indlanen gezien, toen ze door de r
waadden. Ze riepen luid en imiteerden
het geluid en de vlucht van de
dingsvliegtuigen, die vrijwel iedere week
een vlucht maken boven het* gebied van
de Auca's om te laten zien, dat de blan
ken vriendelijke bedoelingen hebben.
De Quichua's die gewoonlijk niets moe
ten hebben van hun martiale buren,
stuurden onmiddelijk een boodschap
naar Arajuno, waar Ed één van de an
dere vijf martelaren en Marilou McCul-
lu hun zendingspost hadden.
Door een samenloop van merkwaar
dige omstandigheden logeerde op dat
ogenblik Betty Elliot bij mevr.
mabsh. Betty besloot 'onmiddellijk de
lange en betrekkelijk zware tocht door
de dichte .jungle te; maken naar Oglan,
het Quichuadorp. Het was een wande
ling van ongeveer zes .uur. Jammer ge
noeg was de jongste van de drie vrou
wen toen reeds terug gegaan naar haar
gebied, maar Betty slaagde erin een ge
sprek te beginnen met twee leden van
de stam, die haar man hadden ver
moord. Ze bediende zich van haar
kleine Auca vocabulaire, die zij zich
inmiddels door contact met een jaren
geleden gevluchte Auca vrouw heeft
eigen gemgakt. De twee vrouwen bleven
die nacht logeren en hadden geen haast
om weg te gaan. Ze bleven woensdag,
donderdag, vrijdag en zaterdag en wa
ren er op het ogenblik, dat het zendings
radiostation HCJB het bericht uitzond
nog steeds in Oglan aanwezig.
Versterker....
Vijftigjarig jubileum
van kerk en predikant
Op 5 november vierde de Pilgrim
Lutherse Kerk van de (streng sepera-
tlstische) Missourisynode in de Verenig
de Staten haar vijftigjarig bestaan. Op
die dag deed haar tweede predikant zijn
intrede. Ds. Milton J. Nauss werd be
vestigd door ds. Alfred Doerffler, die de
kerk vijftig jaar geleden stichtte en al
die tijd als herder aan de gemeente was
verbonden. Hij is nu met emeritaat ge
gaan. Van de oorspronkelijke leden staan
er nog 29 ingeschreven. Eén
frieda Wiefhake is reeds vijftig jaar
dagsschoolonderwijzer-es.
Het schijnt, dat de vrouwen op het
idee gekomen zijn om contact op te ne
men met de blanken door de novem-
bervluchten van het zendingsvllegtuig.
De vlieger was er In geslaagd een
sterkere geluidsversterker In zijn vlieg
tuig aan te brengen. Dr. Tidmarsh
maakte verschillende vluchten mee en
terwijl het vliegtuigje zleh zo laag mo
gelijk boven de boomtoppen waagde
riep hij via de luidspreker, dat zij
vrienden wilden zijn en als het dorp
zieken had, dat zij hen wilden helpen
als ze naar het huls in Oglan kwamen.
Dr. Tidmarsh vertrok onmiddellijk
uit Quito naar de jungle, via het zen
dingsvliegveld in Arajuno. In Oglan is
wel een vliegveldje in aanbouw, maar
het is nog lang niet klaar.
Het is opmerkelijk dat
de Quichua's in Oglan,
die bang zijn voor Auca's
de vrouwen zo vriendelijk
hebben ontvangen. Ge
woonlijk verbergen zij
zich als leden van deze
stam de grens overschrij
den. Zij hebben de vrou
wen. die geheel naakt
waren, zelfs kleren gege
ven. De Aucavr ouwen
toonden zich heel trots
over hun nieuwe japon
nen. Het lijkt er op, dat
de oudste van de twee
tot het groepje van drie
behoort dat twee jaar geleden contact
heeft gemaakt met de vijf mannen die
werden vermoord. Betty Elliot is er vrij
zeker van. dat zij de vrouw is van de
foto's. De jongste van de drie. die de
eerste dag reeds weer naar haar stam
terugkeerde, schijnt, volgens de ver
klaringen van de Quichua's van Oglan.
die haar hebben gezien, het jongere
meisje te zijn dat indertijd de blanken
leerde kennen, die later in de berich
ten „Delila" werd gedoopt.
Taal op de band
Dr. Tidmarsh en Betty Elliot, die
een beetje van de taal verstaan, gebrui
ken deze tijd om de vrouwen beter te
leren kennen en van hen meer van de
taal te leren. De gesprekken zijn voor
studie op de band opgenomen, en dr.
Tidmarsh is nu in het bezit van dui
zend meter Aucataal.
Toch heeft ook dit contact een droe
vige afloop gehad. Er schijnt verschil
van mening uitgebroken te zijn in de
Aucastam. De vrouwen vertegenwoordi
gen een groep, die contact wenst, een
gedeelte van de stam zoekt eohter nog
steeds het volkomen isolement. Hun fa
natieke houding leidde weer tot moord.
Vier dagen na de aankomst
van de Aucavrouwen ver
moordde een andere groep
Auca's de Quichua, die de
vrouwen had geholpen bij
het oversteken van de rivier
en ontvoerden zijn vrouw.
Ook dit contact eindigde dus
weer met bloedvergieten.
Dayuma, de gevluchte Auca-
>rouw, die de Amerikaanse
:endelingen de Auca-taal
leerde.
EEN AANTAL VERFRISSENDE VOORGERECHTEN
Kerala-Christenen tegen de nieuwe
schoolwet van de communisten
De communistische regering, die de
staat Kerala in India sedert de laat
ste verkiezing bezit, is in conflict ge
komen met de christelijke kerken en
scholen van dat'land. In september
diende de pasgekozé'n regering een
nieuwe schoolwet in, die een einde
maakte aan de grote mate van vrij
heid van de bijzondere scholen,
eigendommen vervielen aan de staat,
de regering wenste zelf een v
dracht te maken, waaruit het hoofd
dan zijn onderwijzers zou kunnen kie
zen, maar wenste niet te beloven
steeds christelijke onderwijzers- te
kiezen voor christelijke scholen.
Het parlement, dat de wet moest
?men, stelde een klein comité aar
inlichtingen in te winnen en eventueel
amendementen aan te brengen. Daar
het' comité maar weinig tijd gegeven
werd. slaagden niet allen die tegen de
wet waren, er in hun ongenoegen ken
baar te maken. Toch stelde het comité
verschillende amendementen voor. De
gevangenisstraf, die schoolhoofden zou
den moeten ondergaan, als ze zich niet
aan de nieuwe wet wilden onderwerpen,
werd geschrapt. Bovendien stelde het co
mité voor dat niet de regering zelf de
lijst opstelt van nieuwe onderwijzers,
maar dat dit gedaan zal worden door
plaatselijke commissies voor sociale za
ken. Ook zag het comité graag, dat de
regering geen scholen in beslag zou ne
men, die naast kerken waren gebouwd
of naast gebouwen, die voor godsdien
stige doeleinden worden gebruikt.
De regering besliste, dat de amende-
menten, die het comité in de wet had J*1"*
aangebracht, voldoende zouden zijn
OOK CEYLON
Ook op Ceylon, waar de nieuwe rege
ring al verschillende malen grote obsta
kels in de weg van de christelijke zen
ding heeft gelegd,-broeit het-om dezelf
de reden. Op aanraden van een boeddhis
tische commissie wil de regering ook
daar alle scholen en andere instellingen
van de verschillende zendingsgenoot
schappen en kerken overnemen. De na
tionale christelijke raad van het eiland
heeft zich tot de eerste minister gewend
met het verzoek om de besluiten van de
commissie openbaar te maken, opdat de
verschillende groepen, die onder de
voorgestelde veranderingen zouden val
len, hun meningen zouden kunnen pu
bliceren voor het kabinet tot een beslis
sing komt. De raad schreef hem ver
der: Het werk van vrijwillige instellin
gen op dit gebied moet aangemoedigd
worden als men de geest van dienstbaar
heid en hulpbetoon, die absoluut nood
zakelijk zijn voor een verantwoord bur
gerschap wil doen groeien. Als christe
lijke patriotten maken wij ons zorgen
en willen we graag onze redelijke me
dewerking verlenen als het gaat om de
interesses van het volk van Ceylon.
Daarom stellen we er prijs op te ver
klaren dat het o.i. een fout van de re
gering zou zijn om door een onrechtma-
tweedracht te
actie onrust
zaaien waardoor de eenheid.
land afhankelijk
In een gesprek tussen Joannes van het Kruis en Teresa van Avila
werden beiden eens door een goddelijke raptus overvallen, die zo
sterk was dat zij, iéder aan de eigen kant van het traliehek met stoel
en al. werden opgeheven en door de lucht zweefden. Een toevallig
voorbijkomende non was er de ontdane getuige van. Maar als ras
echte protestanten zijn we geneigd eerder te geloven, dat de ontdane
non door een raptus werd overvallen dan de twee „heiligen per gratie
van de Rooms-Katholieke kerk".
De heiligenverering
van de roomsen hebben
de heiligen voor de
protestanten bijna tot
..personae non gratae"
gemaakt. Hun wonde
ren verwerpen we met
een neerbuigende glim
lach. huh geloofsmoed
bergen we op in het ar
chief „fanatisme" en
hun heiligheid noemen
we „werkheiligheid".
De protestantse theo
loog van de Universi
teit van Zürich, prof.
dr. Walter Nigg, heeft
het aangedurfd om toch
een studie te maken
van de heiligen. Hij
.doet een- boekje open
over- <ie waanzin van
«en' verdorven - kerk-,
maar zoekt achter le
gendarische heiligenfi
guren het lewen van
mensen, die alles er
voor over hadden om
God te leren kennen.
De wassen beelden in
kerknissen met hun
bolle wangen en hun
uitpuilende gipsogen
worden door zijn vaar
dige pen levende we-
Nigg besproken heiligenfigure
Schetsen
Met.enkele felle halen
schets* hij ons de le
vens van de spectacu
laire heiligen Francis-
cüs Van ASsiSi en
Jeane d'Arc, de'devote
ascesen Teresa en Jo
hannes. de. „vérliefde"
Francois de Sales en
de zwakzinnige pastoor
van Ars. Een enorme
hoeveelheid literatuur
heeft hij doorgewor
steld en de geschriften van de heiligen
heeft hij met de diepste aandacht
gelezen in zijn jacht naar de mens in
de heilige. Hij heeft kritisch gelezen en
via zijn scherpe analyse worden de ethe
rische wezens weer mannen en vrouwen
met bloed in de aderen. Met grote dank
baarheid hebben we die boek, toen we
het uit hadden, neergelegd. We wisten
dat we mensen hadden ontmoet die ieder
op hun eigen manier gezocht hebben
naar God en die de Hemelse Majesteit
ook hebben -ontmoet.
Hoe?
Hoe is Walter Nigg ertoe gekomen om
als protestants theoloog' een studie te
gaan maken van deze roomse heiligen?
Enkel en alleen, omdat hij besefte, dat
hun leven niet alleen de Rooms-Katho-
lieke Kerk toebehoort, maar dat zij het
eigendom zijn van de geschiedenis der
iwige kerk? Pas bij het lezen van
het hoofdstuk over de protestantse „hei
lige" Gerhard Tersteegen, de dichter
van „God is tegenwoordig. God is ii
midden", vonden we het antwoord. Nigg
vindt zijn heiligen niet via de canonisa
tieprocessen van hun kerk. maar vindt
hun heiligheid in hun mystieke verbon
denheid 'met God. Lang voor hem tegen
het begin van de achttiende eeuw
schreef de protestant Tersteegen reeds
„Keur van levensbeschrijvingen
heilige zielen". Prof. Nigg schrijft:
Doek "..is" een' sfillc. aandachtige ge-
-..Tr»dschryvi;ig, dje in de eerste plaat*
de innerlijke lèvènsgeschiedenis der hei
ligen tracht te begrijpèn. Hij stond niet
geheelonkritisch tegenover de stof
wat het woord „Keur" wilde uitdruk
ken en hij verzweeg ook niet opzet
telijk de fouten der heiligen, al meende
hij dat een besqheiden onderzoek
noodzakelijk, doch een roekeloos oordeel
hoogst schadelijk is. Polemiek ontweek
hij béwus*".
In deze Tersteegen heeft de schrijver
zijn voorbeeld gevonden. Wat var
mens, die leefde op de grens van d
thodoxie en het piëtisme gezegd kan
den, kan ook van het boek „Grote
Heiligen" worden gezegd. Evenals Ter-
iteegen is Walter Nigg niet van zins
intellectuele studie te schrijven maai
wil zijn heiligen benaderen om van hen
te leren, waaruit hun heiligheid bestaat.
Consequenties
2y
In onze vaderlandse kerk kan
men, alle kerkgeschiedenis ten
spjjt, een paar eeuwen na de Re
formatie, als proponent naar het
ambt van dienaar des Wnords
staan zonder uren met Calvyn te
hebben doorgebracht. Ja. in onze
toch gereformeerde kerk kan men.
zoals indertijd ondergetekende
deed, hel predikambt aanvaarden
zonder (zo fluister ik u toe) ook
maar één letter van Calvyns werk
te hebben gelezen.
Sedertdien heeft hy zyn schade
ruim ingehaald zoals zyn artikelen
over „Blijdschap'-' en „Ruimheid
bjj Calvyn" getuigen.
HARMONIKA-WAARHEID
Ds. L. Vroegirsdeweij in het
„Gereformeerd (Gereformeerde
Bond) Weekblad."
Want dit rs toch wel duidelijk,
dat het de midden-orthodoxie meer
om de eenheid dan om de waar
heid gaat. Natuurlijk willen zy
ook de waarheid. Wie zou deze
niet willen? Maar by hen is er
veel overeenkomst mot een har-
monika. Men kan de waarheid
over een brèed front uitspreiden
>k samendrukken.
de oppositie-partijen genoegdoening te -tt
hen, Al- geven. Maar toen de wet in behande-
ling werd gegeven en ook nadat zij werd
aangenomen, braken overal in Kerala <r
protesten los. In een protestsamenkomst
in Trivandrum, de hoofdstad van Kera-
la, verzamelden 200.000 rooms-katholie-
I ken zich. Nog immer worden er protest-
IN DE WATTEN
eetings gehouden, die steeds i
zoekschrift richten tot de gouverneur
tot de president van de
ongeldig te
Unie van India
verklaren.
Van de meer dan 7000 bijzondere scho-
len worden er ongeveer 2100 bestuurd
door christenen. Hiervan zijn er 1259 in
rooms-katholieke handen. De christenen
keren zich vooral tegen het feit, dat de
schoolhoofden en schoolbesturen hun on-
derwijzers slechts zullen kunnen kiezen
uit de voordracht, die zal worden op-
gemaakt door regeringscommissies. Zij c
zijn bang, dat niet altijd namen van 3
christenen op de lijsten zullen voorko- -s
men. De hoofden van hindoescholen ne-
men het tegenovergestelde standpunt in,
omdat zij hopen, dat op deze manier -s
hindoe-onderwijzers zullen worden aan-
gesteld op christelijke scholen. Zij heb- 5
ben reeds lang aanmerkingen gemaakt -s
op het feit, dat christenen hun scholen
met eigen mensen bemannen en pries- 1*
ters en nonnen „op kosten van de over-
heid" leven. De bijzondere scholen wa- <s
ren tot nu toe geheel zelfstandig, maar
de salarissen van het onderwijzend per-
soneel werden door de regering betaald.
NIET ERG STERK
De christenen hebben nu pogingen in
het werk gesteld om, als de president en
de gouverneur hun veto niet uitspreken, <t
de wet door het Hoog Gerechtshof van
New Delhi ongeldig te laten verklaren,
omdat de grondwet taal- en godsdiensti-
ge minderheden het recht geeft om een
eigen schoolsysteem te bezitten. Erg
sterk staan zij overigens niet. omdat de
regering van Kerala antwoordt, dat de-
ze wet slechts geldt voor de scholen,
wier onderwijzers salarissen van de staat
ontvangen en die nu tot staatsscholen
zullen worden. Nog altijd hebben de
christenen in Kerala het recht om eigen
scholen te stichten, zij zullen echter niet c
op subsidie en dus ook niet op erken-
ning moeten rekenen. Willen zij wel sub-
sidie ontyangen. zegt de regering, dan
Wie brengt deze ouders aan hun
verstand dat verwennen enkel maar
Bij de vele, vele giften die we °m eeuwige waarden druk maken, ontevreden en dus ongelukkig
Ao nfncinnc, nnnnZon nnt„innon maar wil hen daarom niet al te maakt? Wie wijst hen er op dat het
vlug-boos of zelfs maar vermanend
aanzien Er zijnzovele factoren,,
die hen daartoe hebben gebracht.
Ze hebben bijvoorbeeld zelf niet
de minste weet van deze geeste
lijke zijde. Hoe zouden ze ook!
Zolang de kerken in de steden
volstaan met één predikant op ne
gen- tot tienduizend zielen, blijven
zij in gebreke om'het evangelie te
verkondigen en tallozen komen
daarmede nimmer in aanraking.
Het is dus misplaatst wanneer we
deze ouders, die van Christus niet
Deze houding heeft consequenties. Hoe
kritisch Nigg de bronnen ook bestudeerd
heeft, de heiligen zelf benadert hij als
het ware op zijn knieën, als hij hun
menszijn opgedolven heeft uit hun bio
grafieën. Er is geen woord van kritiek
als Teresa van Avila zegt: „dat
zaligheid afhangt van onze standvastig-
heid" of als hij de gedachte van Fran-
ciscus van de „aan alle bezit inhaeren-
te demonie" naar voren brengt. De hei-
ligen worden zelden getoetst aan het
Woord van God.
Ook al zullen wij Walter Niggs heili-
j}- gen niet direct in onze armen willen
g- sluiten toch is het een boek,
in de afgelopen maanden ontvingen
hebben ook vele, vele bijschriften
gestaan We letten altijd terdege
op die aantekeningenwant ze zijn
belangrijk. Getuigen de giften van
sympathie en offervaardigheid, de
opmerkingen spreken van de be
reidheid tot méédenken en méé-
bidden. ofschoon ook wel eens
over angst, bedenkingen, aarzeling,
twijfel aan de uiteindelijke vrucht
baarheid van ons werk. Ja, we
spellen dergelijke korte notities
achterop girostrookjes, èn de lange
brieven met giften erin. Ze bewij
zen ons dat we onze arbeid niet
alleen verrichten. Ze opperen vra
gen waaraan wij best eens voor
bij zouden kunnen lopen. En ze
wijzen ook uit als ik door mijn
stukjes een onjuiste indruk zou
hebben gevestigd. Daarom: véél
dank voor al uw kanttekeningen:
we doen er ons voordeel mee!
Op één van die brieven wil ik
ditmaal eens nader ingaan. De
Wie wijst hen
kind, dat in de watten ligt
ven lang in de watten zal willen
liggen, en zich die watten zal wil
len veroveren langs allerlei slinkse
en mogelijk misdadige wegen? Wie £fü
leert hen de les dat welgelukzalig uwll
die zijn juk draagt in g boekenplank
iedere theologische boekenkast hoort
1}. staan. Als nuchtere calvinisten, w«
Ïvan tranen en dansende vreugde, zijn
wij uiterst bang voor mystiek. Er zijn
g stromingen in ons kerkelijk leven (ge-
p. weest?) die alle bevinding» en alle
mystiek naar de rommelzolder hebben
Dit boek stelt onze eenzijdi-i
an de kaak en wil ons
blik geven in het leven met God. Dat
hoort naast de leer thuis op
de studeerkamer e
lijke 1
SC TT
leren kenen..
Uit de
VOLKSWIJK
Maar er is nog een derde ant
woord te geven. Dan vraag ik: is
het juist wanneer we in de volks
wijk een andere levenshouding zou
den verwachten dan we overal om
ons heen ontdekken?. Want is dit
niet het nfschuioelijke dat alom
de stoffelijke watten bij miljoenen
kilo's gezocht en gekocht worden
en dat de geestelijke waarden
sterk onderwaardeerd staan?1. Voor
de hulp aan onontwikkelde gebie-
heeft een minister bere-
1 .vatting-.
Een eerbiedige benadering van'gra
ft ten en heiligen uit de kerkge-
j schiedenis, via een kritische bronnen-
studie.
Welke boodschap? (I)
Zolang het nog januari is. mag je nog
mensen een gelukkig nieuwjaar wen
sen. hebben we eens ergens gelezen
en die zin heeft ons moed gegeven
om een twee weken oua'e ..koe" van
een vraag uit de sloot te halen. Welke
boodschap moet de kerk in 1958 bren
gen? Sommige lezers zullen niet veel
moeite met die vraag hebben. Zelf zijn
we geneigd om te zeggen: de bood
schap van het Evangelie natuurlijk.
Maar die boodschap van het Evangelie
heeft zoveel facetten. Welk facet
moet in onze tijd voorop staan?
We vonden twee antwoorden in de afge
lopen weken. De Zwitserse prof. dr.
Walter Nigg. schrijft in zijn boek „Gro
te Heiligen": „Het nieuwe heiligen
type zal zich bewegen temidden van
de maalstroom der wereld en kan in
geen geval onverschillig voorbijgaan
aan het bloedig leed der sociale no
den. Slechts van een heilige in moder
ne kleding, zonder partij of wereld
beschouwing. zal de vurig gewenste
levensommekeer uitgaan, die in kleine
kringen een aanvang neemt en waar
van men de vorm nog niet nader kan
omschrijven."
De Amerikaanse prof. dr. John A.
Mackay van het beroemde Princeton
Seminarium, waar Kuyper indertijd
zijn Stone lectures" hield, antwoord
de: „Eén van de diepste en meest
profetische trekken van de tegenwoor
dige gedachtenwereld is en we zijn
er blij om de hernieuwde nadruk
die valt op de enkeling."
Welke boodschap? (II)
Nog altijd is er een stroming in de kerk
aanwezig, die het sociaal Evangelie"
dat zich richt op de kerstening van
de wereld en de verbetering van de
maatschappelijke omstandigheden, als
de boodschap voor deze tijd ziet. Bin
nensmonds wordt door andere mensen
in de kerk wel eens de vraag gesteld,
of we al niet ver genoeg zijn izó in
het algemeen gesproken) met onze so
ciale voorzieningen. Hier en daar hoort
men al eens zachtjes vragen, of
de vakverenigingen niet te veel macht
hebben gekregen in onze volkshuishou-
De „nadruk op de enkeling" heeft in
het verleden vaak geleid tot een vol
komen voorbijlopen aan de sociale toe
standen. De bekeerden hebben zich
van de wereld in afgrijzen afgewend
en volkomen ten onrechte de woorden
van Christus aangehaald: „Laat de
doden de doden maar begraven." Zo
raakte de boodschap van bekering in
discrediet.
Johannes de Doper bereidde Christus
de weg door op te roepen tot een
persoonlijk: „Bekeert U, want het
koninkrijk der hemelen is nabij." Je
zus Christus sprak met geen woord
tegen de slavernij de „vloek van Zijn
tijd." en gebruikte in zijn prediking
dezelfde woorden. Toch was Christus
niet asociaal. Ifij sprak zich door da
den uit tegen rassenscheiding (zie
Joh. 4). En het bezoek van Johannes
de Doper aan koning Herodes had ook
sociale achtergronden. Zij brachten
geen eenzijdige boodschap.
Als de kerk een louter sociale bood
schap gaat brengen,-zal zij dit jaar
de wereld van de werkgevers en
- industriëlen, die toch al over ..overso-
ciaal" spreken, nog verder van zich
vervreemden. Gooit zij zich op een
eenzijdige bekeringsoproep, die al
leen met het innerlijk leven te maken
heeft dan zal zij de arbeiderswereld
nog verder van zich vervreemden.
De boodschap voor 1958 moet berus
ten op gezag, het hart van de mens
raken en zijn dagelijks leven beïn
vloeden. Met minder kunnen we niet
toe.
Een
pagina
ontbrak
0 De Britse koningin Elizabeth bezocht
beide sondagen van baar bezoek aan
Canada en de Verenigde Staten kerk
diensten. In Ottawa, waar ze de Angli
caanse dienst bywoonde, die geleid werd
door ds. J. O. Anderson maakte de
koningin onbewust een voorval mee, dat
voor de predikant pynlyk had kunnen
Tydens het gezang vóór de preek contro
leerde ds. Anderson nog even zyn keurig
getypte toespraak en ontdekte tot zyn
grote schrik, dat de eerste pagina ont
brak. Pagina twee was er, en drie, en
vier, maar één was nergens op de kansel
te vinden. De dominee had de eerste
zinnen uit het hoofd geleerd, maar niet
de rest van zyn preek en hy was zich
er wel van bewust dat hy niet van het
gesprokene kon afwyken, omdat hyna
duizend journalisten reeds in het bezit
waren van de uitgewerkte preek. Zy
zouden het onmiddellijk merken als hy
afweek van de vastgelegde tekst. Vlug
berekende hy zyn kansen. Er moesten
nog zeven regels van het gezang ge
zongen worden. Kalm, schijnbaar zonder
enige haast, wandelde hy van de bredo
kansel, naar de consistoriekamer, greep
het missende vel en kwam heel rustig de
kerk weer binnen met het papier ver
borgen in de brede plooien van zyn
toga. Hy kon nog net het »Amen** van
het gezang meezingen.
bekende schrijfster zegt letterlijk weten, ook maar zacht verwijten kend geé*t ieclere Nederlander
het volgende: „Hoeveel mensen J~' v— '-jgd
staan hun kinderen niet in de weg,
ze verhinderen ze gewoon om t»i
te gaan. Wat de stoffelijke dingen
zouden dat ze huri kinderen
lekkerste watten leggen. Ongetwij
feld doen ze dat. Zélf zijn ze des-
PH^I tijds hevig tc kort gekomen. Ze
aangaat, leggen ze ze in de wat- groeiden op in de zwarte jaren
ilaise, werkloosheid
log. Ze kwamen zo veel te kort.
En ze zijn vast besloten dat hun
kinderen aan hun trek zullen ko-
meti: Zóda* snoepwinkels en ijs-
zaken aan de lopende band klaar soenen^moet
ten, maar om de eeuwige dingen
bekommeren ze zich nietIk
geef daarop een drieledig ant
woord.
In de eerste plaats: ik heb toch
nooit de indruk gevestigd dat dit
het algemene beeld van de volks
wijk zou zijn? Want dat is het
beslist niet. Ook daar, als overal
elders, wonen vele gelovige en
versta.ndige ouders, die eerst het dat schaap toch toekomt!' Zodat
geestelijk welzijn van hun kinde
ren zoeken. En ik vermoed zo dtit
dit te moeizamer wordt, naarmate
meer buurtgenoten zich minder om
deze dingen bekommeren.
per jaai slechts het bedragje uit
dat één kopje koffie exclusief fooi
kost Voor de hulp aan de eigen
volkswijken zijn practisch geen
krachten beschikbaar, en gelden al
tijd te weinig. Door slordigheid en
onoplettendheid gaan gewéldige
bedragen verloren: alleen reeds
voor het opprikken van wegge
gooide papieren in parken en plant-
Rotterdam jaar-
ij Indiase kerken kunnen steun
I van W esten niet ontberen
kunnen staan. Zodat het kan voor- Ujks honderd-twintig-duizend gul-
komen dat een schoolkind met een den worden besteed. Welnu, als de
briefje- van vijfentwintig gulden op grote samenleving zich zo gedraagt.
zak loopt, omdat die 'kinderbijslag wat kunnen we dan. van de kleine p d'P hebben om de kerkelijke hospi-
dat schaap toch toekomt!' ?-J-' -1 '-u—j J
het opgroeiende kind almaar
mooier dingen tuil hebben, en zich
verbeeldt dat het leven één onafge
broken sinterklaasavond is. Maar
wat kan men anders verwachten?
ien'eving verwachtenWat
nodig hebben is niet alleen e
bekeerde volksbuurt, het is e
bekeerd volk! Dat «it de watt
tuil stappen!
In een dienst ter gelegenheid
het tienjarig bestaan van de Kerk
v van Zuid-India, waarin o.a. Anglica-
p nen, Presbylerianen, Baptisten en
Methodisten samenleven, heeft bis-
schop Chellapa van Madras gezegd:
„Onze kerk is nu vrij, maar ze kan
nog niet zonder steun werken, omdat
we nog steeds hulp van overzee
talen, weeshuizen en andere institu-
J ten te laten voortbestaan. Het zou
t). gemakkelijk zijn om door een streep
met de pen een eindje maken aan
ij. deze humanitaire en philantropische
inrichtingen, en de toegang te ontzeg-
gen aan deze toegewijde mannen en
die de zee ztjn overge
stoken om deel te hebben aan ons
liefdadigheidswerk, waarvoor wij zelf
noch in de kerk, noch in de staat, de
geschikte personen of de geldbronnen
zouden hebben Maar het verlies zou
dan aan onze kant zijn. Het is goed
er op te wijzen, dat het merendeel
van degenen, die door deze inrichtin
gen geholpen worden, geen christenen
zijn Al deze huizen zijn meer dan
posten, waar men christenen werft.
Ze zijn een teken van de christelijke
geest de vrucht van het christelijk
medelijden Wij in India zijn vrij, maar
niet onafhankelijk in de zin van zich
zelf kunnen helpen, en het is wijs
om geen hulp af te wijzen, die zo on
zelfzuchtig geboden wordt".