Vreedzaam contact gemaakt met de Auca-indianen Schoolstrij d in India !M; De negen „GROTE HEILIGEN" van dr. Walter Nigg ZONDAGSBLAD ZATERDAG 11 JANUARI 1958 Het meest „spectaculaire" nieuws in de wereld van de zending is deze weck ongetwijfeld het vreedzame contact, dat gelegd werd met drie Auca- indianenvrouwen in Ecuador. Het was geen nieuws dat tot de voorpagina's doordrong. Het duurde zelfs tot bijna een maand voor het vanuit de dichte Amazone-jungle ons bereikte. Terwijl wij achter onze schrijfmachine zaten en de treurige copy tikten van een tweede mislukte poging (Geestelijk Leven, 30 nov.) om deze stam van wilde, hatende indianen met het Evan gelie te bereiken, waadden drie Indianenvrouwen door het lage water van de Curaray-rivier. Wij tikten de woorden van dr. Tidmarsh, taalgeleerde- zendeling: „Verder weten we niet, wat we doen kunnen en we zouden graag willen, dat u voor ons bad, opdat God on6 zal laten zien, hoe we deze mensen moeten bereiken." Op dat ogenblik dankte dr. Tidmarsh dat de gebeden verhoord waren. Twee en twintig maan den na de dood van de v\jf jonge mannen werd het eerste vreed- iztne contact gelegd. Betty ElHot. weduwe van een van de vfjf man oen en schrijfster van bon levensgeschiedenis ..Trough Gates of Splen dour", was de eerste om hem te ontmoeten. De vrouwen verschenen volkomen onverwacht bij de junglehut. die dr. Tid marsh enkele maanden geleden op nau welijks tien kilometer afstand van het Aucadorp gebouwd had. De hut lag op de rand van het gebied van de Quichua- Indianen bij een Quichuadorp. Ondanks net feit, dat de bamboehut volkomen verwoest werd tijdens een nachtelijke sanval (dr. Tidmarsh lag juist in het ziekenhuis met een schouderblessure) was er toch een nieuwe steviger hut ge bouwd en dr. Tidmarsh bracht er een groot gedeelte van zijn tijd door. Toen de Auca-vrouwen verschenen, was hij echter juist afwezig yoor een bezoek aaD Maar toch kwam het weer tot bloedvergieten Quito, de hoofdstad van Ecuador. Over de rivier werden door de Quichua- Indlanen gezien, toen ze door de r waadden. Ze riepen luid en imiteerden het geluid en de vlucht van de dingsvliegtuigen, die vrijwel iedere week een vlucht maken boven het* gebied van de Auca's om te laten zien, dat de blan ken vriendelijke bedoelingen hebben. De Quichua's die gewoonlijk niets moe ten hebben van hun martiale buren, stuurden onmiddelijk een boodschap naar Arajuno, waar Ed één van de an dere vijf martelaren en Marilou McCul- lu hun zendingspost hadden. Door een samenloop van merkwaar dige omstandigheden logeerde op dat ogenblik Betty Elliot bij mevr. mabsh. Betty besloot 'onmiddellijk de lange en betrekkelijk zware tocht door de dichte .jungle te; maken naar Oglan, het Quichuadorp. Het was een wande ling van ongeveer zes .uur. Jammer ge noeg was de jongste van de drie vrou wen toen reeds terug gegaan naar haar gebied, maar Betty slaagde erin een ge sprek te beginnen met twee leden van de stam, die haar man hadden ver moord. Ze bediende zich van haar kleine Auca vocabulaire, die zij zich inmiddels door contact met een jaren geleden gevluchte Auca vrouw heeft eigen gemgakt. De twee vrouwen bleven die nacht logeren en hadden geen haast om weg te gaan. Ze bleven woensdag, donderdag, vrijdag en zaterdag en wa ren er op het ogenblik, dat het zendings radiostation HCJB het bericht uitzond nog steeds in Oglan aanwezig. Versterker.... Vijftigjarig jubileum van kerk en predikant Op 5 november vierde de Pilgrim Lutherse Kerk van de (streng sepera- tlstische) Missourisynode in de Verenig de Staten haar vijftigjarig bestaan. Op die dag deed haar tweede predikant zijn intrede. Ds. Milton J. Nauss werd be vestigd door ds. Alfred Doerffler, die de kerk vijftig jaar geleden stichtte en al die tijd als herder aan de gemeente was verbonden. Hij is nu met emeritaat ge gaan. Van de oorspronkelijke leden staan er nog 29 ingeschreven. Eén frieda Wiefhake is reeds vijftig jaar dagsschoolonderwijzer-es. Het schijnt, dat de vrouwen op het idee gekomen zijn om contact op te ne men met de blanken door de novem- bervluchten van het zendingsvllegtuig. De vlieger was er In geslaagd een sterkere geluidsversterker In zijn vlieg tuig aan te brengen. Dr. Tidmarsh maakte verschillende vluchten mee en terwijl het vliegtuigje zleh zo laag mo gelijk boven de boomtoppen waagde riep hij via de luidspreker, dat zij vrienden wilden zijn en als het dorp zieken had, dat zij hen wilden helpen als ze naar het huls in Oglan kwamen. Dr. Tidmarsh vertrok onmiddellijk uit Quito naar de jungle, via het zen dingsvliegveld in Arajuno. In Oglan is wel een vliegveldje in aanbouw, maar het is nog lang niet klaar. Het is opmerkelijk dat de Quichua's in Oglan, die bang zijn voor Auca's de vrouwen zo vriendelijk hebben ontvangen. Ge woonlijk verbergen zij zich als leden van deze stam de grens overschrij den. Zij hebben de vrou wen. die geheel naakt waren, zelfs kleren gege ven. De Aucavr ouwen toonden zich heel trots over hun nieuwe japon nen. Het lijkt er op, dat de oudste van de twee tot het groepje van drie behoort dat twee jaar geleden contact heeft gemaakt met de vijf mannen die werden vermoord. Betty Elliot is er vrij zeker van. dat zij de vrouw is van de foto's. De jongste van de drie. die de eerste dag reeds weer naar haar stam terugkeerde, schijnt, volgens de ver klaringen van de Quichua's van Oglan. die haar hebben gezien, het jongere meisje te zijn dat indertijd de blanken leerde kennen, die later in de berich ten „Delila" werd gedoopt. Taal op de band Dr. Tidmarsh en Betty Elliot, die een beetje van de taal verstaan, gebrui ken deze tijd om de vrouwen beter te leren kennen en van hen meer van de taal te leren. De gesprekken zijn voor studie op de band opgenomen, en dr. Tidmarsh is nu in het bezit van dui zend meter Aucataal. Toch heeft ook dit contact een droe vige afloop gehad. Er schijnt verschil van mening uitgebroken te zijn in de Aucastam. De vrouwen vertegenwoordi gen een groep, die contact wenst, een gedeelte van de stam zoekt eohter nog steeds het volkomen isolement. Hun fa natieke houding leidde weer tot moord. Vier dagen na de aankomst van de Aucavrouwen ver moordde een andere groep Auca's de Quichua, die de vrouwen had geholpen bij het oversteken van de rivier en ontvoerden zijn vrouw. Ook dit contact eindigde dus weer met bloedvergieten. Dayuma, de gevluchte Auca- >rouw, die de Amerikaanse :endelingen de Auca-taal leerde. EEN AANTAL VERFRISSENDE VOORGERECHTEN Kerala-Christenen tegen de nieuwe schoolwet van de communisten De communistische regering, die de staat Kerala in India sedert de laat ste verkiezing bezit, is in conflict ge komen met de christelijke kerken en scholen van dat'land. In september diende de pasgekozé'n regering een nieuwe schoolwet in, die een einde maakte aan de grote mate van vrij heid van de bijzondere scholen, eigendommen vervielen aan de staat, de regering wenste zelf een v dracht te maken, waaruit het hoofd dan zijn onderwijzers zou kunnen kie zen, maar wenste niet te beloven steeds christelijke onderwijzers- te kiezen voor christelijke scholen. Het parlement, dat de wet moest ?men, stelde een klein comité aar inlichtingen in te winnen en eventueel amendementen aan te brengen. Daar het' comité maar weinig tijd gegeven werd. slaagden niet allen die tegen de wet waren, er in hun ongenoegen ken baar te maken. Toch stelde het comité verschillende amendementen voor. De gevangenisstraf, die schoolhoofden zou den moeten ondergaan, als ze zich niet aan de nieuwe wet wilden onderwerpen, werd geschrapt. Bovendien stelde het co mité voor dat niet de regering zelf de lijst opstelt van nieuwe onderwijzers, maar dat dit gedaan zal worden door plaatselijke commissies voor sociale za ken. Ook zag het comité graag, dat de regering geen scholen in beslag zou ne men, die naast kerken waren gebouwd of naast gebouwen, die voor godsdien stige doeleinden worden gebruikt. De regering besliste, dat de amende- menten, die het comité in de wet had J*1"* aangebracht, voldoende zouden zijn OOK CEYLON Ook op Ceylon, waar de nieuwe rege ring al verschillende malen grote obsta kels in de weg van de christelijke zen ding heeft gelegd,-broeit het-om dezelf de reden. Op aanraden van een boeddhis tische commissie wil de regering ook daar alle scholen en andere instellingen van de verschillende zendingsgenoot schappen en kerken overnemen. De na tionale christelijke raad van het eiland heeft zich tot de eerste minister gewend met het verzoek om de besluiten van de commissie openbaar te maken, opdat de verschillende groepen, die onder de voorgestelde veranderingen zouden val len, hun meningen zouden kunnen pu bliceren voor het kabinet tot een beslis sing komt. De raad schreef hem ver der: Het werk van vrijwillige instellin gen op dit gebied moet aangemoedigd worden als men de geest van dienstbaar heid en hulpbetoon, die absoluut nood zakelijk zijn voor een verantwoord bur gerschap wil doen groeien. Als christe lijke patriotten maken wij ons zorgen en willen we graag onze redelijke me dewerking verlenen als het gaat om de interesses van het volk van Ceylon. Daarom stellen we er prijs op te ver klaren dat het o.i. een fout van de re gering zou zijn om door een onrechtma- tweedracht te actie onrust zaaien waardoor de eenheid. land afhankelijk In een gesprek tussen Joannes van het Kruis en Teresa van Avila werden beiden eens door een goddelijke raptus overvallen, die zo sterk was dat zij, iéder aan de eigen kant van het traliehek met stoel en al. werden opgeheven en door de lucht zweefden. Een toevallig voorbijkomende non was er de ontdane getuige van. Maar als ras echte protestanten zijn we geneigd eerder te geloven, dat de ontdane non door een raptus werd overvallen dan de twee „heiligen per gratie van de Rooms-Katholieke kerk". De heiligenverering van de roomsen hebben de heiligen voor de protestanten bijna tot ..personae non gratae" gemaakt. Hun wonde ren verwerpen we met een neerbuigende glim lach. huh geloofsmoed bergen we op in het ar chief „fanatisme" en hun heiligheid noemen we „werkheiligheid". De protestantse theo loog van de Universi teit van Zürich, prof. dr. Walter Nigg, heeft het aangedurfd om toch een studie te maken van de heiligen. Hij .doet een- boekje open over- <ie waanzin van «en' verdorven - kerk-, maar zoekt achter le gendarische heiligenfi guren het lewen van mensen, die alles er voor over hadden om God te leren kennen. De wassen beelden in kerknissen met hun bolle wangen en hun uitpuilende gipsogen worden door zijn vaar dige pen levende we- Nigg besproken heiligenfigure Schetsen Met.enkele felle halen schets* hij ons de le vens van de spectacu laire heiligen Francis- cüs Van ASsiSi en Jeane d'Arc, de'devote ascesen Teresa en Jo hannes. de. „vérliefde" Francois de Sales en de zwakzinnige pastoor van Ars. Een enorme hoeveelheid literatuur heeft hij doorgewor steld en de geschriften van de heiligen heeft hij met de diepste aandacht gelezen in zijn jacht naar de mens in de heilige. Hij heeft kritisch gelezen en via zijn scherpe analyse worden de ethe rische wezens weer mannen en vrouwen met bloed in de aderen. Met grote dank baarheid hebben we die boek, toen we het uit hadden, neergelegd. We wisten dat we mensen hadden ontmoet die ieder op hun eigen manier gezocht hebben naar God en die de Hemelse Majesteit ook hebben -ontmoet. Hoe? Hoe is Walter Nigg ertoe gekomen om als protestants theoloog' een studie te gaan maken van deze roomse heiligen? Enkel en alleen, omdat hij besefte, dat hun leven niet alleen de Rooms-Katho- lieke Kerk toebehoort, maar dat zij het eigendom zijn van de geschiedenis der iwige kerk? Pas bij het lezen van het hoofdstuk over de protestantse „hei lige" Gerhard Tersteegen, de dichter van „God is tegenwoordig. God is ii midden", vonden we het antwoord. Nigg vindt zijn heiligen niet via de canonisa tieprocessen van hun kerk. maar vindt hun heiligheid in hun mystieke verbon denheid 'met God. Lang voor hem tegen het begin van de achttiende eeuw schreef de protestant Tersteegen reeds „Keur van levensbeschrijvingen heilige zielen". Prof. Nigg schrijft: Doek "..is" een' sfillc. aandachtige ge- -..Tr»dschryvi;ig, dje in de eerste plaat* de innerlijke lèvènsgeschiedenis der hei ligen tracht te begrijpèn. Hij stond niet geheelonkritisch tegenover de stof wat het woord „Keur" wilde uitdruk ken en hij verzweeg ook niet opzet telijk de fouten der heiligen, al meende hij dat een besqheiden onderzoek noodzakelijk, doch een roekeloos oordeel hoogst schadelijk is. Polemiek ontweek hij béwus*". In deze Tersteegen heeft de schrijver zijn voorbeeld gevonden. Wat var mens, die leefde op de grens van d thodoxie en het piëtisme gezegd kan den, kan ook van het boek „Grote Heiligen" worden gezegd. Evenals Ter- iteegen is Walter Nigg niet van zins intellectuele studie te schrijven maai wil zijn heiligen benaderen om van hen te leren, waaruit hun heiligheid bestaat. Consequenties 2y In onze vaderlandse kerk kan men, alle kerkgeschiedenis ten spjjt, een paar eeuwen na de Re formatie, als proponent naar het ambt van dienaar des Wnords staan zonder uren met Calvyn te hebben doorgebracht. Ja. in onze toch gereformeerde kerk kan men. zoals indertijd ondergetekende deed, hel predikambt aanvaarden zonder (zo fluister ik u toe) ook maar één letter van Calvyns werk te hebben gelezen. Sedertdien heeft hy zyn schade ruim ingehaald zoals zyn artikelen over „Blijdschap'-' en „Ruimheid bjj Calvyn" getuigen. HARMONIKA-WAARHEID Ds. L. Vroegirsdeweij in het „Gereformeerd (Gereformeerde Bond) Weekblad." Want dit rs toch wel duidelijk, dat het de midden-orthodoxie meer om de eenheid dan om de waar heid gaat. Natuurlijk willen zy ook de waarheid. Wie zou deze niet willen? Maar by hen is er veel overeenkomst mot een har- monika. Men kan de waarheid over een brèed front uitspreiden >k samendrukken. de oppositie-partijen genoegdoening te -tt hen, Al- geven. Maar toen de wet in behande- ling werd gegeven en ook nadat zij werd aangenomen, braken overal in Kerala <r protesten los. In een protestsamenkomst in Trivandrum, de hoofdstad van Kera- la, verzamelden 200.000 rooms-katholie- I ken zich. Nog immer worden er protest- IN DE WATTEN eetings gehouden, die steeds i zoekschrift richten tot de gouverneur tot de president van de ongeldig te Unie van India verklaren. Van de meer dan 7000 bijzondere scho- len worden er ongeveer 2100 bestuurd door christenen. Hiervan zijn er 1259 in rooms-katholieke handen. De christenen keren zich vooral tegen het feit, dat de schoolhoofden en schoolbesturen hun on- derwijzers slechts zullen kunnen kiezen uit de voordracht, die zal worden op- gemaakt door regeringscommissies. Zij c zijn bang, dat niet altijd namen van 3 christenen op de lijsten zullen voorko- -s men. De hoofden van hindoescholen ne- men het tegenovergestelde standpunt in, omdat zij hopen, dat op deze manier -s hindoe-onderwijzers zullen worden aan- gesteld op christelijke scholen. Zij heb- 5 ben reeds lang aanmerkingen gemaakt -s op het feit, dat christenen hun scholen met eigen mensen bemannen en pries- 1* ters en nonnen „op kosten van de over- heid" leven. De bijzondere scholen wa- <s ren tot nu toe geheel zelfstandig, maar de salarissen van het onderwijzend per- soneel werden door de regering betaald. NIET ERG STERK De christenen hebben nu pogingen in het werk gesteld om, als de president en de gouverneur hun veto niet uitspreken, <t de wet door het Hoog Gerechtshof van New Delhi ongeldig te laten verklaren, omdat de grondwet taal- en godsdiensti- ge minderheden het recht geeft om een eigen schoolsysteem te bezitten. Erg sterk staan zij overigens niet. omdat de regering van Kerala antwoordt, dat de- ze wet slechts geldt voor de scholen, wier onderwijzers salarissen van de staat ontvangen en die nu tot staatsscholen zullen worden. Nog altijd hebben de christenen in Kerala het recht om eigen scholen te stichten, zij zullen echter niet c op subsidie en dus ook niet op erken- ning moeten rekenen. Willen zij wel sub- sidie ontyangen. zegt de regering, dan Wie brengt deze ouders aan hun verstand dat verwennen enkel maar Bij de vele, vele giften die we °m eeuwige waarden druk maken, ontevreden en dus ongelukkig Ao nfncinnc, nnnnZon nnt„innon maar wil hen daarom niet al te maakt? Wie wijst hen er op dat het vlug-boos of zelfs maar vermanend aanzien Er zijnzovele factoren,, die hen daartoe hebben gebracht. Ze hebben bijvoorbeeld zelf niet de minste weet van deze geeste lijke zijde. Hoe zouden ze ook! Zolang de kerken in de steden volstaan met één predikant op ne gen- tot tienduizend zielen, blijven zij in gebreke om'het evangelie te verkondigen en tallozen komen daarmede nimmer in aanraking. Het is dus misplaatst wanneer we deze ouders, die van Christus niet Deze houding heeft consequenties. Hoe kritisch Nigg de bronnen ook bestudeerd heeft, de heiligen zelf benadert hij als het ware op zijn knieën, als hij hun menszijn opgedolven heeft uit hun bio grafieën. Er is geen woord van kritiek als Teresa van Avila zegt: „dat zaligheid afhangt van onze standvastig- heid" of als hij de gedachte van Fran- ciscus van de „aan alle bezit inhaeren- te demonie" naar voren brengt. De hei- ligen worden zelden getoetst aan het Woord van God. Ook al zullen wij Walter Niggs heili- j}- gen niet direct in onze armen willen g- sluiten toch is het een boek, in de afgelopen maanden ontvingen hebben ook vele, vele bijschriften gestaan We letten altijd terdege op die aantekeningenwant ze zijn belangrijk. Getuigen de giften van sympathie en offervaardigheid, de opmerkingen spreken van de be reidheid tot méédenken en méé- bidden. ofschoon ook wel eens over angst, bedenkingen, aarzeling, twijfel aan de uiteindelijke vrucht baarheid van ons werk. Ja, we spellen dergelijke korte notities achterop girostrookjes, èn de lange brieven met giften erin. Ze bewij zen ons dat we onze arbeid niet alleen verrichten. Ze opperen vra gen waaraan wij best eens voor bij zouden kunnen lopen. En ze wijzen ook uit als ik door mijn stukjes een onjuiste indruk zou hebben gevestigd. Daarom: véél dank voor al uw kanttekeningen: we doen er ons voordeel mee! Op één van die brieven wil ik ditmaal eens nader ingaan. De Wie wijst hen kind, dat in de watten ligt ven lang in de watten zal willen liggen, en zich die watten zal wil len veroveren langs allerlei slinkse en mogelijk misdadige wegen? Wie £fü leert hen de les dat welgelukzalig uwll die zijn juk draagt in g boekenplank iedere theologische boekenkast hoort 1}. staan. Als nuchtere calvinisten, w« Ïvan tranen en dansende vreugde, zijn wij uiterst bang voor mystiek. Er zijn g stromingen in ons kerkelijk leven (ge- p. weest?) die alle bevinding» en alle mystiek naar de rommelzolder hebben Dit boek stelt onze eenzijdi-i an de kaak en wil ons blik geven in het leven met God. Dat hoort naast de leer thuis op de studeerkamer e lijke 1 SC TT leren kenen.. Uit de VOLKSWIJK Maar er is nog een derde ant woord te geven. Dan vraag ik: is het juist wanneer we in de volks wijk een andere levenshouding zou den verwachten dan we overal om ons heen ontdekken?. Want is dit niet het nfschuioelijke dat alom de stoffelijke watten bij miljoenen kilo's gezocht en gekocht worden en dat de geestelijke waarden sterk onderwaardeerd staan?1. Voor de hulp aan onontwikkelde gebie- heeft een minister bere- 1 .vatting-. Een eerbiedige benadering van'gra ft ten en heiligen uit de kerkge- j schiedenis, via een kritische bronnen- studie. Welke boodschap? (I) Zolang het nog januari is. mag je nog mensen een gelukkig nieuwjaar wen sen. hebben we eens ergens gelezen en die zin heeft ons moed gegeven om een twee weken oua'e ..koe" van een vraag uit de sloot te halen. Welke boodschap moet de kerk in 1958 bren gen? Sommige lezers zullen niet veel moeite met die vraag hebben. Zelf zijn we geneigd om te zeggen: de bood schap van het Evangelie natuurlijk. Maar die boodschap van het Evangelie heeft zoveel facetten. Welk facet moet in onze tijd voorop staan? We vonden twee antwoorden in de afge lopen weken. De Zwitserse prof. dr. Walter Nigg. schrijft in zijn boek „Gro te Heiligen": „Het nieuwe heiligen type zal zich bewegen temidden van de maalstroom der wereld en kan in geen geval onverschillig voorbijgaan aan het bloedig leed der sociale no den. Slechts van een heilige in moder ne kleding, zonder partij of wereld beschouwing. zal de vurig gewenste levensommekeer uitgaan, die in kleine kringen een aanvang neemt en waar van men de vorm nog niet nader kan omschrijven." De Amerikaanse prof. dr. John A. Mackay van het beroemde Princeton Seminarium, waar Kuyper indertijd zijn Stone lectures" hield, antwoord de: „Eén van de diepste en meest profetische trekken van de tegenwoor dige gedachtenwereld is en we zijn er blij om de hernieuwde nadruk die valt op de enkeling." Welke boodschap? (II) Nog altijd is er een stroming in de kerk aanwezig, die het sociaal Evangelie" dat zich richt op de kerstening van de wereld en de verbetering van de maatschappelijke omstandigheden, als de boodschap voor deze tijd ziet. Bin nensmonds wordt door andere mensen in de kerk wel eens de vraag gesteld, of we al niet ver genoeg zijn izó in het algemeen gesproken) met onze so ciale voorzieningen. Hier en daar hoort men al eens zachtjes vragen, of de vakverenigingen niet te veel macht hebben gekregen in onze volkshuishou- De „nadruk op de enkeling" heeft in het verleden vaak geleid tot een vol komen voorbijlopen aan de sociale toe standen. De bekeerden hebben zich van de wereld in afgrijzen afgewend en volkomen ten onrechte de woorden van Christus aangehaald: „Laat de doden de doden maar begraven." Zo raakte de boodschap van bekering in discrediet. Johannes de Doper bereidde Christus de weg door op te roepen tot een persoonlijk: „Bekeert U, want het koninkrijk der hemelen is nabij." Je zus Christus sprak met geen woord tegen de slavernij de „vloek van Zijn tijd." en gebruikte in zijn prediking dezelfde woorden. Toch was Christus niet asociaal. Ifij sprak zich door da den uit tegen rassenscheiding (zie Joh. 4). En het bezoek van Johannes de Doper aan koning Herodes had ook sociale achtergronden. Zij brachten geen eenzijdige boodschap. Als de kerk een louter sociale bood schap gaat brengen,-zal zij dit jaar de wereld van de werkgevers en - industriëlen, die toch al over ..overso- ciaal" spreken, nog verder van zich vervreemden. Gooit zij zich op een eenzijdige bekeringsoproep, die al leen met het innerlijk leven te maken heeft dan zal zij de arbeiderswereld nog verder van zich vervreemden. De boodschap voor 1958 moet berus ten op gezag, het hart van de mens raken en zijn dagelijks leven beïn vloeden. Met minder kunnen we niet toe. Een pagina ontbrak 0 De Britse koningin Elizabeth bezocht beide sondagen van baar bezoek aan Canada en de Verenigde Staten kerk diensten. In Ottawa, waar ze de Angli caanse dienst bywoonde, die geleid werd door ds. J. O. Anderson maakte de koningin onbewust een voorval mee, dat voor de predikant pynlyk had kunnen Tydens het gezang vóór de preek contro leerde ds. Anderson nog even zyn keurig getypte toespraak en ontdekte tot zyn grote schrik, dat de eerste pagina ont brak. Pagina twee was er, en drie, en vier, maar één was nergens op de kansel te vinden. De dominee had de eerste zinnen uit het hoofd geleerd, maar niet de rest van zyn preek en hy was zich er wel van bewust dat hy niet van het gesprokene kon afwyken, omdat hyna duizend journalisten reeds in het bezit waren van de uitgewerkte preek. Zy zouden het onmiddellijk merken als hy afweek van de vastgelegde tekst. Vlug berekende hy zyn kansen. Er moesten nog zeven regels van het gezang ge zongen worden. Kalm, schijnbaar zonder enige haast, wandelde hy van de bredo kansel, naar de consistoriekamer, greep het missende vel en kwam heel rustig de kerk weer binnen met het papier ver borgen in de brede plooien van zyn toga. Hy kon nog net het »Amen** van het gezang meezingen. bekende schrijfster zegt letterlijk weten, ook maar zacht verwijten kend geé*t ieclere Nederlander het volgende: „Hoeveel mensen J~' v— '-jgd staan hun kinderen niet in de weg, ze verhinderen ze gewoon om t»i te gaan. Wat de stoffelijke dingen zouden dat ze huri kinderen lekkerste watten leggen. Ongetwij feld doen ze dat. Zélf zijn ze des- PH^I tijds hevig tc kort gekomen. Ze aangaat, leggen ze ze in de wat- groeiden op in de zwarte jaren ilaise, werkloosheid log. Ze kwamen zo veel te kort. En ze zijn vast besloten dat hun kinderen aan hun trek zullen ko- meti: Zóda* snoepwinkels en ijs- zaken aan de lopende band klaar soenen^moet ten, maar om de eeuwige dingen bekommeren ze zich nietIk geef daarop een drieledig ant woord. In de eerste plaats: ik heb toch nooit de indruk gevestigd dat dit het algemene beeld van de volks wijk zou zijn? Want dat is het beslist niet. Ook daar, als overal elders, wonen vele gelovige en versta.ndige ouders, die eerst het dat schaap toch toekomt!' Zodat geestelijk welzijn van hun kinde ren zoeken. En ik vermoed zo dtit dit te moeizamer wordt, naarmate meer buurtgenoten zich minder om deze dingen bekommeren. per jaai slechts het bedragje uit dat één kopje koffie exclusief fooi kost Voor de hulp aan de eigen volkswijken zijn practisch geen krachten beschikbaar, en gelden al tijd te weinig. Door slordigheid en onoplettendheid gaan gewéldige bedragen verloren: alleen reeds voor het opprikken van wegge gooide papieren in parken en plant- Rotterdam jaar- ij Indiase kerken kunnen steun I van W esten niet ontberen kunnen staan. Zodat het kan voor- Ujks honderd-twintig-duizend gul- komen dat een schoolkind met een den worden besteed. Welnu, als de briefje- van vijfentwintig gulden op grote samenleving zich zo gedraagt. zak loopt, omdat die 'kinderbijslag wat kunnen we dan. van de kleine p d'P hebben om de kerkelijke hospi- dat schaap toch toekomt!' ?-J-' -1 '-u—j J het opgroeiende kind almaar mooier dingen tuil hebben, en zich verbeeldt dat het leven één onafge broken sinterklaasavond is. Maar wat kan men anders verwachten? ien'eving verwachtenWat nodig hebben is niet alleen e bekeerde volksbuurt, het is e bekeerd volk! Dat «it de watt tuil stappen! In een dienst ter gelegenheid het tienjarig bestaan van de Kerk v van Zuid-India, waarin o.a. Anglica- p nen, Presbylerianen, Baptisten en Methodisten samenleven, heeft bis- schop Chellapa van Madras gezegd: „Onze kerk is nu vrij, maar ze kan nog niet zonder steun werken, omdat we nog steeds hulp van overzee talen, weeshuizen en andere institu- J ten te laten voortbestaan. Het zou t). gemakkelijk zijn om door een streep met de pen een eindje maken aan ij. deze humanitaire en philantropische inrichtingen, en de toegang te ontzeg- gen aan deze toegewijde mannen en die de zee ztjn overge stoken om deel te hebben aan ons liefdadigheidswerk, waarvoor wij zelf noch in de kerk, noch in de staat, de geschikte personen of de geldbronnen zouden hebben Maar het verlies zou dan aan onze kant zijn. Het is goed er op te wijzen, dat het merendeel van degenen, die door deze inrichtin gen geholpen worden, geen christenen zijn Al deze huizen zijn meer dan posten, waar men christenen werft. Ze zijn een teken van de christelijke geest de vrucht van het christelijk medelijden Wij in India zijn vrij, maar niet onafhankelijk in de zin van zich zelf kunnen helpen, en het is wijs om geen hulp af te wijzen, die zo on zelfzuchtig geboden wordt".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1958 | | pagina 17