NIET 20 DUUR.. EÜBES3B3 „Die man kan wel staan, met dat kind op z'n arm!" kclj smakelijk 2 BLADPLANTEN Wij wonen vijf hoog, zesde van links wil maar zeggen NOG EENS OVER DE JEUGD- L95! ZATERDAG 11 JANUARI 1958 i y Hebt U, die misschien op het platteland of prettig aan de rand van de stad woont, er enig idee van, hoeveel woningen U in één oogopslag op deze foto ziet? Nou, het zijn er achtentwintig- Telt U maar gerust, 28. Dat zijn nu die hooggeroemde flats, die tegenwoordig het grote-stadsbeeld beheersen. Zes verdiepingen is niets.... tien, twaalf moet het zijn! eigenlijke luchtbew de voorkant )1 Onverwacht bezoek Uw man komt na zessen thuis en kondigt bezoek aan van een collega en zijn vrouw. Ende winkels zijn dicht, terwijl u niets lekkers in huis hebt. Word om te beginnen niet boos om die verrassing. Als u maar meel, een ei en wat jam in huis hebt, redt u zich wel. Hebt u een oven, dan kunt u binnen een half uur een blad vol koekjes heb ben gebakken, of een boter koekje, maar hebt u die niet, bak dan vlug een stapeltje flensjes, besmeer ze met jam, stapel ze netjes op en laat ze zo koud worden. Snijd ze in punten en presenteer ze ge rust bij wijze van gebak: u mlt er eer mee inleggen. V wilt bepaald nog dat scho ne witte blousje aantrekken, maar.... u moet het nog strij ken. In de haast maakt u het ijier te heet en u strijkt het mouwtje bruin. Raak opnieuw niet in paniek, maar neem een watje met waterstofsuperoxyde ai (hetgeen u tegen mondontste- Ungen in uw medicijnkastje moet hebben!) en daarmee veegt u het bruin onmiddellijk wég. Nu heeft natuurlijk nét uw toon met zijn melkbeker een vochtkring gemaakt op de eikenhouten leuning van een der armstoelen! Neem een dot je staalwol met meubelwas. veeg stevig met de nerf mee en weg is de kring. TI wilt een hartig hapje toe geven bij een frisse dronk, maar u hebt geen blikje vlees of vis in huis. Een paar hard gekookte eieren en een blikje soepgroenten doen dan wonde ren. Leg op toastjes of kleine stukjes geroosterd brood een Dlakje ei, een plukje soepgroen ten en garneer met wat mayon naise of tomatenketchup. U zult succes hebben! LlediR „Is er nog 'n plaats voor een dame met een kindje Hoe dikwijls heeft U dat de conducteur van een autobus of een tram al horen vragen, als de wagen flink vol is? Och, en dan moet het al erg gek lopen, als er niet direct iemand opstaat en zijn of haar plaats aanbiedt. Dat hoort nu eenmaal zo, al wordt er soms wel eens halfluid commentaar op gegeven, vooral, wanneer het zo in de spitsuren gebeurt. Aan lerijen met raampje-en-deurtje in w zie rijen naast elkaar, net 'n ouder wets hofje, maar dat stond dan Minimum, op de grond. Natuurlijk is het wel prettig wonen in zo'n moderne flat. als je er eenmaal in bent. Alles pre cies in elkaar gepast, geen trap pen op en af. geen centimetertje onbenut. ..Nou, maar er zijn toch zeker liften om hoven te komen?" Gelukkig wél. maar liften zijn dingen, die dood zijn. ook al kun- ken ze met knopjes omhoog en omlaag gestuurd worden. En ze gaan dus ook wel eens kapot. Tja. dan moet je de trappen op... Die balconnetjes zijn óók fijn. Maar je mag er geen deken klop pen, geen wasgoed drogen, geen kleren te luchten hangen... je mag er alleen op zitten, als Je eens niets te doen hebt. Als je voor het gebouw staat. man, „Nou is 't ónze beurt om te zitte!" De lerares zegt natuurlijk niets. Een verpleegster komt. tegen half acht, per tram uit haar nacht- negen uren hard kan je'iemand je huis aanwijzen: De ene mevrouw weet te zeg gen, dat ze toch ook maar rondsjouwen met die kinderen" en de andere meneer verklaart: ,,Wij hebben de hele dag ge werkt, we willen ook wel es zitten. Laten die vrouwen een uurtje eerder van d'r theevisi te weggaan!" Ze stapt In de bezette tram. Een kantoorheertje debiteert luid op: ,,Ik sta altijd voor dames op, van de bank behalve 's morgens, dan komt daar Jtrijg je iedereen net uit bed!" De zuster laat niets merken. Haar voeten vallen haast af. maar ze denkt: ,,Xog zes haltes en ik ben er". In de tram dient het Zo hebben we ?n oordeel klaar., "terwijl an niets weten. Deze moeder omhoog |ww„, mo» kleintjes wel frisse! lucht te krijgen. zo onbarmhartig worden geveegd, toch wel meelij de der ze aan haar knieën tegen het raam schuiven en ze zo uit het gedrang houden, dan is er altijd C1 m u wel iemand, die hardop moppert „nderwe'rn no«r ..dat er tóch al ro welmg nirmte °™«»«rl> En de grappige meneer helemaal niet, dat bij niet grappig ls.... ■■staat meer op om moeder een plaatsj'. te gunnen, zodat ze de kleuter op tussen de banken is' gelijks. Zo gauw een kind -e .Kijk, daar wonen wij: vijfde eta ge, zesde van links Je kunt niet zeggen: „Hoe vind-je m'n tuintje, staan de goudsbloemen niet leuk in bloei?" En je houdt je hart vast, als je kleine meid over de galerijen-met-'n-hekje Zo heeft het allemaal z'n voor en z'n tegen. Die nieuwe flats.... natuurlijk zijn ze beter, veel be ter dan de hoge. donkere stadswo ningen van voorheen, met drie- eet hoog-achter en duistere binnen- ens trappen. En er zal altijd, altijd wat te wensen blijven, voor iedereen. r Ja, het is waar: die januarimaand duurt veel langer dan welke maand van 't jaar ook. Natuurlijk niet echt, maar het lijkt dan toch We hebben allemaal wat teveel uitgegeven met de feestdagen, en dat moeten we nu in de huishoudportemonnaie bezuren. Er moet stilletjes een beetje zuinig-aan worden ge daan in de keuken.... wél stilletjes alstu blieft. want niets is voor een man zo ver velend om te moeten horen, dan: „We hebben zulke uitgaven gedaan met de feestdagen, dus nu moeten we goedkoop eten." Een maaltijd, die als „goedkoop" wordt aangediend, smaakt nu eenmaal niet zo bar. Düs gaan we stiekum de tering naar de nering zetten. En we eten zuurkool. Ja, maar géén 24 dagen achter elkaar! Twee, op z'n hoogst, en dan de ene dag apart en de andere als stamppot. N Hebt U een oven en een niet i él te groot gezin, snijdt U dan de I worst in kleine stukjes (U hebt dan stilletjes minder nodig), meng die door de stamppot en doe al les in vuurvaste schalen. Pane ren, wat klontjes boter of marga- op, I altijd dadelijk schoot kan nemen. En daar staat diejiummel dan. me£ zijn neusje de dokter komen of zuigelingenzorg, waar zij erg lang hee'fwatlnderTk haar eigen werk thuis mee móeten nemen, omdat niemand was om op 't kind te passen. Want ik beloof u, dat het nog wat anders is om als volwas sene klem te staan in een tram, - dan als klein kind. dat tussen al d^e baby <üe vochtige of warmte-uitstralen- de jassen en mantels staat ge pakt in een duffe mensenlucht en, omhoog kijkend, niets dan ruggen Maar enfin, de moeder met het ontdekt. Heel bijzonder uk d*V 1 dat komt Dan is men niet zo teerhar tig. Die man kan me heus wel eventjes staa Wie denkt er aan, d loodzwaar wordt op de de man die het draagt, moet op passen dat het kind zich niet stoot aan dringende mensen, niet opzij- geduwd wordt en... dat hijzelf bij remmen van de wagen of in boch ten, niet z'n evenwicht verliest? En de kleuter zelf... wie weet, wat het kind achter de rug heeft, waaróm het met vader in bus of tram gaat? Soms is een kleintje lastig en dreinerig in de volle wagen,' of het slaapt diep en zwaar, doodmoe als het is van het on gewone. volle wagen kluwen elk ogenblik bij een halte beweging komt en langs dat dat kind kind duwt en wringt, nok roept vader of moeder waarschuwend: ..Hier staat een kind. kijkt u uit als 't u blieft!" Uitkijken... hebben we niet al lemaal zo'n verschrikkelijke haast om binnen of buiten te komen... Wp moesten eens éventjes zo'n uk zijn, om die pret te beleven! Grootspraak Menselijk ™|le hebt geen kind aan'm als hij ijzijn blokken heeft Ze zyn toch wel verschrikkelük k, die moderne bouwdozen. Met grote blokken, weet u wel, waar- te of drie verdiepingen in elkai l, waarmee je in 'n handomdrai o kerk of een garage bouwt. t klei blokje! i wankel klapte iemand de deur dicht en pats! daar lag allee weer in elkaar. Ze zyn leuk, die grote blokken JMuie beschikt en niet telkens moei Rijen: „Wat zal ik nóu es bouwen?" :i moeder vroeger, b(j die kleine okjes: „Nou. een school!" dan werk van een half uur aan. Hebt u zich wel eens voorgesteld wat het moet zijn, in zo'n „volle bak" zoals dat schertsend wordt genoemd, boven al dat gewirwar van hoofden, tussen dat geduw en geroep, uit te steken1 En dan van dat alles niets te begrijpen en soms nog door vreemden goedmoe. dig aan pootje of handje gepakt te worden1 Och, gun de vader, die heus dat kind wel sjouwen kan, tóch maar uw zitplaats, als het even kan. Het is zoveel menselijker, het zal u echt meer genoegen geven dan uw kritiek in het wilde wee. zo niet thuis in de volte? Zit het kind op vaders knie. vaders armen beschermend als een huisje om hem heen, dan gaat het allemaal zoveel beter, dan verdwijnt de angst voor het vreemde gauwer. Ook dat kind Er zijn volwassenen, die, als ze een tram of bus binnenkomen, al met argusogen rondkijken, of er soms ergens wederrechtelijk een jongetje of een meisje op de bank zit. Dan is het dadelijk een tik je op het hoofd en: „Sta jij eens Meer dan eens blijkt het dan, dat er ook nog wel een andere plaats leeg was, maar ja: zo'n kind moet stéén. als er groten binnenkomen. Nu is dat dikwijls ook niet zo erg. vooral die opge schoten jongens en meisjes zullen er heus niets van krijgen, als ze een beetje heen en weer staan te hotsen. Maar die kleinen, die dan ook Zo'n heerlijk nummertje in tram of bus is ook die grootspraak. Een niet meer zo jonge lerares, die een vermoeiende dagtaak achter de rug heeft, krijgt van de .spraak zame grapjas", die er altijd wel bij is en lachers op z'n hand wil krijgen, de opmerking „Hê-je weer telang in de winkels rond gehangen. moeder?" toegebeten. Natuurlijk staat niemand voor haar op: ..Hé-je maar thuis mot te blijve", buldert een jonge werk- Naar aanleiding van de op handen zijnde opruiming of uit verkoop of prijzenslag, die blijk baar nergens officieel, maar dan toch haast in iedere winkel of ficieus aan de gang is, was ik de stad ingegaan. Alleen maar om te zien of er iets geschikts bij was, niet om zomaar te ko pen. Wat dat betreft ben ik wel wijzer, in elk geval wijser ,J?' Ik vroeg: Wnt j 71 kuo. ;i, -i, bruine korst er op bakken. U hebt werd op mezelf blafte ik ook dan feestmaal dat heel wat en ik zei: „Wat betekent dat. lijkt en toch goedkoop is. De ober, die al een kwart slag En maakt U de krootjes eens gedraaid was, keerde zich anders klaar: rasp ze op de grove weer naar mij toe en zei ntj- rasp. tezamen met een ui en een dig: ..Ach mevrouw, die pest- appel. Zet r heel weinig water, doe er wai pe- jongetjes Je hóbl dagwerk per zout"* i,urlcrbi,d suik„ met ze weg te jagen. Ieder door. voeg een enkel kruidnagel- ogenblik komen ze binnen om tje toe en later wat boter of mar- suikerzakjes te vragen, 't Is garine. tapel van te worde Suikerzakjes kerzakjes." .Wat doen ze nou die suikerzakjes spa- dan mijn lieve buurvrouw Lien, die in zuike omstandigheden nóóit een behoorlijk programma De ober verhing het servet opstelt, maar domweg aau het kopen gaat. Mei alle gevolgen van dien, natuurlijk. Natuurlijk eten we ook e keer koolraap. Kook die verandering eens gaar in hele plak ken. schep ze vlug op de borden, strooi er wat gehakl« peterselie over en leg in het midden een klontje boter of margarine. U zult de verrukte gezichten eens zien! Geef er droge rijst of aardappel puree bij. Ofwel meng een geraspte Het was wal je noemt tjokvol in de stad en na vijf kwar tier had ik geen benen meer vav. moeheid. Ik ben toen nuai een restaurant gegaan, omdat ik vond dat me dat wel toekwam en omdat :k bovendien geen bloesjes, kin dersokjes, truitjes en lingerie meer kon zien. Ik bestelde koffie, wat niet mijn gewoonte is 's middags, maar thee in een restaurant is nooit je dat. vandaar. Ik zat zoetjes en een beetje suffig naar bui ten te kijken, de ober zette het blaadje met de koffie- spullen over mijn schouder heen op het tafeltje en blafte tegelijkertijd: „Maak dat je wegkomt!" Ik kromp ineen gewoonweg, wat natuurlijk dwaasheid was, want ik zat daar volkomen legitiem. En omdat ik behalve kwaad op de ober ook kwaad zijn linkeronderarm duister: ,Ja, wist je dat ijiwu Iliau cetl eri maar. D'r zijn genógt mensen ^TkaaskorsTTeem' g£Éd die suikerzakjes sparen, van- schrappen natuurlijk!) door de wege ja, net zoiets als post- saus. Weer een verrassing! zegels, voelt u wel? D'r moe- Kook eens een flinke stoofpot ten hele bijzondere bijzijn, van plakken winterwortel, groene nou ja. die 'hebben wij hier envten en vrij wat kleingesneden 'et. wij I fabriek. Maar wat die kinderen d'r mee doen r>f maak de bruine bonen ik heb het ze wel eens ge- «ens ènders klaar. Laat ze in het vraagd, ze zeggen als je d'r nat en meng dit aan met sago of tienduizend heb krijg je een aardappelmeel, wat azijn, suiker fatsstro°P: en spekvet, boter of rv rei-' Fen flets"" margarine. Roer er ten slotte ge- lk ^ei ..Een fte s.bakken uien doorheen. Geef er .Ja wis en drie, een frets, zei gebakken spek of rolpens bij. U iiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiviiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiii „Gauw, gauw, gauw!! Zeg: Maar tussen dit geslacht scoop, of slenteren over straat? moet de opvoeding voltooid zijn „ik heb je lief", want de regen groeien de kinderen des Konink- is al radio-actief'. Jonge mensen zongen in de eerste week van dit pasbegon- n en jaar een lied. waarin bovenstaande regels telkens als refrein weerkeerden. Lees ze nog eens over ouderen! En nóg eens. En God geve, dat ze uw harten raken mogen. Met name de harten van hèn, die mij naar aanleiding van mijn stukje van 7 dec. l.l. „Durf ze toch los te laten", zulke boze brie- gebrekkige opvoeding. ven schreven. Hoort n de wanhoopsschreeuw gÊrto'Suïr^'SkwSu in dit refrein? Striemt het felle J bedoelt u met die niet- rijks op. Zij ad< van deze tijd in. Moeten wij nu ach en wee roepen1 Onze hoof den schudden over die „slechte" heiligen veranderen? Jeugd? Beware God ons dèar- voor Want m feite is dit: het in twijfel trekken van Gods trouw en almacht. Zou in déze tijd Zijn der hen, die dag e arm verkort zijn? Zou Hij niet bekering konden bij machte zijn, ook in deze eeuw van het atoom, Zijn kerk te bou wen? Zich lof tc moderne jeugd' Dat Hij dit ondanks onze ondanks gens en meisjes, die in „Jeugd het zestiende jaar rest ons nog Evangelie" werken, opeens in het leiding geven door waar schuwingen, het bijstaan in hun Ik heb nog nooit iemand ont- groei naar volwassenheid met ge- moet, die een vlekkeloos en zon- bed, met raad en met daad. Dit deloos leven leidde. Oók niet on- is au fond zeer zeker óók nog op- hun voeding, maar op een ander ni- Dit veau. Je komt behalve in de aatste kan ik niet. Ik herinner ouders kinderverhouding lang- mij in dit verband iets uit mijn zamerhand in die van mens tot iden uit deze ugd. Op een morgen kwam een mens te staan. met stralend gezicht bij ons En deze periode duurt tegen- „Dominee, woordig lang. Wij kunnen i: dit refrein? Striemt het felle verwijt u en mij om de oren? „Jullie ouderen, die honderd uit praten over de problemen rond de jeugd, jullie hebt al zoveel moois van het leven gezien en genoten en wat is er van de wereld, waarin wij be ginnen te leven, intussen ge worden? H-bommen. ruimtevaartpro jectielen, haat en nijd onder Christenen en ongelovigen, concentratie-kampen, vertrapte en verdrukte volken en wat hebben jullie eraan gedaan! Deze aarde raast haar onder gang tegemoet, maar wij wij willen nog léven. Gauw, gauw, laten wij elkaar nog even liefiieb- ben. want de regen is al radio actief Hoort en voelt u de angst? rassende wij En dan blijft een diepe dank en over. O Here, dat kind zó getuLgt mogelijk?Dat déze jongen, binnenhollen B ik ben vannacht bekeerd." Wij lè"gèvaü^n zéker'rê'kenên tot het werden dadelijk de kamer uiitge- 25e jaar. Behalve de boze brieven, ont- ing ik er óók nog drie naar aan leiding van voornoemd artikel, rordt? Komt juist dit nog?" het Glimlachend schudde mijn vader zijn hoofd en zei: „Bij c 'r-r-d >,ii r,i leiding van voornoema anucei, dïn bU ik di. óók deze agressieve i de Here Jezus hè?" Overpeinzingen van ftlargaritha teen-ager" met haar eigenwij ze paardestaart nu opeens blijk geeft, de Here Jezus met hart lief te hebben, ogenblik later verschillig. Ouders met een oplettend oog Hoe willen wij deze kinderen zien Hem Zijn kerk bouwen. Te- ten volle kunnen begrijpen? Wij genover de schaarse ogenblikken. zijn niet één, ties ouder, al zijn hun vaders en moeders. Ik hoor de onlangs een bekend Christen- psychiater zeggen: „We hebben iedere tien jaar een andere ge neratie tegenwoordig" ik. Twee van ouders van grote kinderen en één van een onder wijzeres. Als ik u vertel, dat het in de afgelopen Kerstvakantie bij mij iedere dag een instuif van jeugd tussen 16 en 21 jaar was en dat het geen zeldzaamheid is. als ik 's middags 24 koppen thee en 's avonds 30 koppen koffie in schenk (ieder twee), meen ik toch de mentaliteit van deze jeugd aardig van nabij te ken nen. Te meer daar mijn man door zijn werk dagelijks met de geestelijke verzorging van dui zenden jongeren te maken heeft. Wij hebben op Kerstavond oti- :iel iief te hebben, sl doet zij "dan dat je ie iedere dag bekeren ffff,Jf1 O. WMT 1. leven wil Je daerbu helpen. Dat hï* JêrrformwïïS' £Lie,beK\??rie «""se Ju werd. Je begrijpt daar nu nog odk verwonderd over wij dit zien. staan dagen, niets ven,, maar later zal ie het kennla, die ieder van haar (zijn) beginselen had èn over hun vrijmoedig getuigen. Dit ge sprek duurde plm. 2 uur, zonder de ander griefde „Nou. dan zal je, i ouder wordt steeds r drie genera- dan ook weken, maanden. Waarin wij met verstaan, angstige bezorgdheid het doen T" laten van onze pubers Ja, e Daarom beden j omtzag'lijk moeilijk, om digen grote kinderen lof ten vast te houden. nu versta ik het. Hoe p.. jev.. adole- ouder men wordt, des i nten gadeslaan. Wij kunnen laftt ondervinden wij van eigen djÖ~de~< beter doen. dan onze ge- T" ||g| 1jju" jor hen te vermenigvul- daarin God bij Zijn be- met wijsheid te leiden. Ook het tempo, waarin de geslachten el kaar opvolgen anlciding van mijn ant- oord aan het echtpaar K. heb- embenemend ben enkelen mij geschreven: natuurlijk niet „Zulke kinderen zijn nog geestelijke keerd. al werken zij jeugd consumptief, d len uit het leven halen, wat er van te halen valt, amusement, nog maar zoveel mogelijk genie ten, want „de regen is al ra dio-actief Wij ouderen, zijn de laatsten, die hierover de staf mogen bre ken, wij net jeugd, die 25 j, eens begrepen zouden hebben wat radio-actieve regen betekent. Ik heb het nu over de jeugd in 't algemeen. i! ttlJTTlin irJih zij»(l...n geloofsovertuiging ™sEi" d„y'z"ï\o?8d". dfee°See 'D°« het he" ademtocht gestreden moeter, Ln als dan een oudeie mij worden. Waar halen wij dan de ^chrijft: ..Tweemaal naar de euvele moed vandaan. »m van kerk en trouw ter catechisatie jongeren, die met hun lente-fris «a*n zyn toch de grondslagen be- geloof de wereld ingaan en die van christelijk leven dan ;e in wij niet eens persoonlijk kennen, /r,u deze moeder toe willen te zeggen, dat zij niet bekeerd vo*gen: „Bekeer u van deze ten werk zijn?! zeker, ze kunnen het nog ^er"f}, ««^reiende werfcheilig- nsen- erg bont maken, ze hebben onze "«d. j met leiding en ons voortdurend gebed 't Is of ik de paus aan het et be- nog zeer nodig Want, hoe is het woord hoor. Bij hoevelen is het treden mogen. Maar als jonge- 'och mogelijk, dat mensen uit dat Christelijk geloof ontaard ln wet- mensen zich vrijwillig melden, loslaten, waarover ik schreef, ticisme en moralisme. De jeugd om méé het evangelie uit te dra- hebben opgemaakt, dat wij alles doorziet dit. Daarbij verlicht gen, vind ik dit diep verheugend, maar over onze kant moeten la- door Gods Geest. Wij moeten van Zij verdienen er geen cent mee ten gaan? Hoe vaak heb ik de die werkheiligheid af. Ons enig en in het vrijmoedig getuigen tucht uit liefde niet aangewezen fundament is Christus en alleen van hun Heer en Heiland zullen als een kostbaar geschenk in de ioor genade zullen wij béhouden beschermde zij ook zelf gezegend worden, opvoeding en hoe dikwijls ge- -/orden, geleden niet Hoeveel duizenden jongens en waarschuwd tegen de devaluati zin bedoeld. Zalig hij (zij) die ook I.J.E. hiérin zijn(haar) Heer met haast Hoe weet u dat? Dit ten hoort komen. van de Heilige Geest in rr Men noemt de tegenwoordige harten is heilig land, dat v moddervoeten i uit onze kerken beste- van ons ouderlijk gezag. Maar ik den hun vrije tijd alleen maar ben het van harte eens met wat voor zichzélf? Hoevelen hunner o.m. professor Waterink eens gaan vrij geregeld naar de bio- schreef: op zestienjarige leeftijd MARGARITHA de ober. .Je zou zeggen, hoe er jg variatie genoeg! ten ze het. hè?" an wie gaat het dan iroeg ik, want al heb ik dan geen tienduizend sui kerzakjes in een kast liggen, ik vond het toch wel even een feit om bij stil te staan. ,,'t Is allemaal verlakkerij, me vrouw". zei de ober bitter. ..Een of andere gek heeft die kinieren misschien iets wijs gemaakt en nou lopen ze zich het vuur uit de sloffen om suikerzakjes te krijgen. Straks hebben ze een kist vol en nie mand loil ze hebben." „Maar dat is toch eigenlijk ge méén," zei ik boos. „Waarom wordt het dan niet tegen die kinderen gezegd, dat het tóch geen zin heeft die suikerzakjes te sparen?" De ober zei in sombere triomf: ,JJou, maar dót heb ik ze al 20 vaak gezegd. Maar u mot niet denken dat ze 't van een oudere aannemen. Kom bij u. strooide de inhoud in de kof fie, hoofdschuddend. Ik wil maar zeggen: als een of an dere dwaas met zo'n verhaal bij een paar kinderen aan komt, moet er toch wel iets met hem mis zijn. Of hij is inderdaad een verwoed ver zamelaar en wil op die ma nier een mooi album volkrij gen. Tienduizend toemaar. En een fiets toemaar. Als ik. dacht ik verwoed, hier of daar weer eens zo'n kind te genkom die suikerzakjes spaart, dan vraag ik ijskoud of hij ook weerbij wie hij ze moet inleveren om een fiets te krijgen, en dis hij dan een naam noemt, wat wel niet waarschijnlijk is, en éls ik er dan achter kom wie die held is, nou, dan denk ik wel dat ik het er op een of andere manier niet bij zal laten zit ten. De gemenerd. GRUMPY. Wonderlijk is dat toch: we kennen hier twee heel mooie bladplanten met prach tige bonte kleuren, die in hun oorspronkelijk, tropisch klimaat zeer hoge bomen worden, maar het bü ons. in kou en vocht, niet verder brengen dan aardige vensterbankversieringen. Het zijn de Cordyline, afkomstig uit Australië en Nieuw Zeeland, en de Dracaena uit Afrika. Ze behoren beide tot de leliënfami- lie en lijken zo veel op elkaar, dat ze nogal eens verward wor den. zelfs door bloemisten. Toch is er wel een duidelijk ver schil. maar dat moet ^en we ten. Bij de Cordyline z^n de wortels wit en bij de Dracaena geel of roodachtig geel gekleurd Natuurlijk kan men dat niet zien. wanneer de plant in een fiot staat en vandaar de moge- ijkheid, dat ook vaklieden ver gissingen kunnen maken. De plant, die U hier ziet afge beeld, is een Cordyline. maar deze wordt ook verkocht onder de naam Dracaena. Van beide planten zijn verschillende soor ten in de handel. Alle hebben bij zonder mooi gekleurd blad, dat heel sterk en taai is. Bij een van de Dracaena zijn de blade ren zelfs zo stijf, dat het lastig ls. de plant te hanteren. De kleuren zijn ook niet altijd de zelfde. Men heeft planten met groen en wit gestreepte blade ren, met bruin en met roodach tig blad, er zijn groene blade ren met een rode middennerf en rode bladeren met witte vlekken. Bij alle soorten vormen die bla deren een mooi gelijksoortig ro zet, waaruit bij sommige een sierlijke bloempluim ontspruit, de een bloeit wit. de ander blauw. Meestal bloeien de plan- ten pas, als ze een paar jaren Da planten zijn alle gemakkelijk met mooie bonte kleuren Een afbeelding van de Cordjdina, als kamerplant ta houden, omdat ze weinig eisen stellen. Ze kun nen heel goed tegen zon, behoa- '••n matig vocht en een enkele maal kunstmest. Ze zijn tevre den met een matige kamertem peratuur, maar de vorat ia hun vijand. Alle grondsoorten nemen ze voor lief, als die echter maar et ta stijf en te dicht is. Zelfs klei of leemgrond accepteren ze, maar dan moet die wel met turfatrooi- sel en scherp zand aijn ver mengd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1958 | | pagina 15