ONZE OREN WORDEN
GESCHREEUWD
DOOF
kr
HET BLAD VAN DE SOLDAAT
KERSTBIJLAGE 1957
(USA)
verstommen op Kerstdag de fabriekssirenes
Al* de kerkklokken van de Geboortekerk in het Amerikaanse Bethlehem het
Kerstfeest inluiden, als de kinderen van deze Pennsylvanische stad in het scheme
rige middenschip van deze kerk zij aan zij met hun ouders na de traditionele
peperkoek de bazuinen laten klinken zoals dat al tweehonderd jaar daar gebeurt,
dan vindt men iets terug van de vroegere eenvoud van deze stad, die nu
overheerst wordt door de gloed van de hoogovens en de walm van de fabrieken
van de Bethlehem Steel Corporation. Dan verstommen de fabriekssirenes, dan
verstomt het kabaal van de walserijen en de gedachten gaan terug.
isolerend
de 24ste de-
1741, toen een
Pennsylvanië
blokhut
de buitenwe
reld. In die blokhut aan de
oevers van de Lehigh zaten
baardige mannen-, en hun ge
dachten toefden in Duitsland
waar hun families zich op
maakten voor het Kerst
feest. Zij hier in Pennsylva
nië, om de wille van het ge-
euwe vader
land getrokken, deze Hern
hutters, zaten in de blokhut
bijeen vol idealen om een
nieuwe gemeenschap te stich
ten, waarin zij vrij konden
leven en waarin zij God
konden dienen op hun eigen
wijze.
Was het wonder, dat zij
op deze avond samen Kerst
liederen zongen? En was het
wonder, dat de gedachten
van de bisschop onder hen,
David Nitschmann, uitgingen
naar het échte Bethlehem,
waar ook de geluiden van
vee in de hut doordrongen,
waar ook stal en woning on
der één dak samenhurkten?
Op de plaats waar toen
eenzaam die blokhut stond,
groeide in twee honderd jaar
een belangrijke industriestad
met 60.000 inwoners. Het
werd Bethlehem, een stad
met twee gezichten die in
het Amerikaanse spraakge
bruik dan ook wel „Janus-
City" genoemd werd. Aan
de ene kant een van de
grootste staal-centra van de
wereld, onder meer baker
mat van veel oorlogswapens,
aan de andere kant gere
nommeerd Bach-muziekcen-
trum en de stad, waar voor
het eerst in Amerika Bachs terstukje van houtsnijkunst,
In het oude deel van de IJ
stad wonen nog de nakome- Vj
lingen van de rustige Hern- i
hutters. die in de blokhut
Kerstliederen zongen; zij,
vormen een gesloten ge
meenschap en dat in
schrille tegenstelling tot het
zuidelijk deel van de stad,-;
aan de andere zijde van de j
rivier, waar alle national!-
teiten elkaar treffen. Daar -
liggen de staalfabrieken, doi
daar dalen roo-k en roet neer 1
uit de gloed van de hoog- i
ovens. ke
In de Kersttijd is het Ame- ke
rikaanse Bethlehem een ge-
liefd toeristenoord. Al veer
tien dagen van te voren lavi
glinstert op een der Zuide- _r(
lijke bergtoppen rond de
stad een dertig meter hoge,
verlichte ..ster van Bethle- j
hem", mijlenver in de om- I
trek te zien.
In het gemeenschapshuis,
het middelpunt van het re-
ligieuze leven van de Hern
hutters, is gedurende de ge
hele Adventstijd de Kerst-
kribbe opgesteld, een mees- V'
bij
suizen in onvoor
stelbare vaart kunst
manen rond de aarde. „Ze
branden zichzelf op!"
„Neen, ze draaien nog!"
„Maar in mijn krant
staat„Ach wat, jij
hebt een ochtendkrant,
hier, lees deze is om
vier uur verschenen!"
Eisenhower krijgt een stoornis in de
bloedsomloop in een half uur tui
melt de effectenbeurs. In Amerika, in
Engeland, in Nederland. „Ik moet ver
kopen „Neen, niet verkopen!
Het ochtendbulletin van de artsen
kwam om zeven uur vanmorgen al
door de radio. Toestand gunstig!"
„Maar wie garandeert mij...?"
„Garantie? Haha!"
Wat doen die vier Ann
Nasser? Voorbij alweer
lachende Boelganin op mjjn televisie
scherm was datNeen, het
beeld verspringt. „Had dan even
gewacht met die koffie!" Nu Tito.
Treedt h\j af? „Maar wie garan
deert dan dat..."
„Garantie? Hahahaü"
Stil heb jc gehoord, dat Perón nog al
tijd opruiers beveelt in Argentinië?
„Peron? Perón? Wie heeft het nou nog
over Perón?"
„Was dat niet een van die ver
dwenen Engelse atoomgeleerden?"
Een nieuw type straaljager, al- j
weer. Gisterochtend openbaar ge- j
maakt in Amerika, gistermiddag j
in het nieuws van één uur door j
de radio, om vijf uur in mijn krant j
om half negen vanavond vluchtige
constructiebeelden op mijn televi-
sicscherm ik zie het monster van
de grond gaan het gierend geluid
scheurt door het halfdonker van
kamer
„Bestedingsbeperking!" „Maatrege
len tegen toenemende werkloosheid!" „Ge
denkt de kerstpotten van het Leger des
Hcils!" „De winkels zijn nog nooit zo vol
geweest als in deze decembermaand!"
„Trein ontspoord in Japan"... ik zie
het vanavond wel op het scherm. „De
V.N. vergadert, de Russische voorstellen
voor ontwapening... kernenergie... de
Spoetnik is niet zo onschuldig...!" ...Mexi
co roept bewoners van andere plane
ten...
T EN IK, we leven in de 20ste eeuw.
Maar de techniek heeft ons te pakken
vil verlamd, onze oren
en ons om de wereld
s verbijsterde hondjes in
ij krijgen de kele wereld thuió
ÖOOR
Phé Wijnbeek
lende gekend, maar wi,
midden der twintigste
anders, wij moeten alle
spreken, aanhoren, zii
wat er op heel de we
beurt.
eeuw, wij lijden
alles weten, be-
n en beoordelen
reld tegelijk ge-
De medische wetenschap. tot> ongeken
de hoogte opgevoerd, beschermt ons li
chaam. de sociale wetgeving ons maat
schappelijk bestaan, de hygiëne onze
gezondheid, de beschaving ons moreel.
Maar wij leven in een wereld zonder
grenzen, zonder afbakening. In die heer-
Van alle kanten vliegen
berichten op ons af
Dat heeft onze onbeschermde gepst ge
ïnfecteerd, beschadigd of... vervlakt. We
weten zovéél. We horen en zien radio- en
televisieforums, die ih een paar minuten
tijds „eventjes" kwesties afdoen als het
kleurlingenprobleem, het alcoholvraag
stuk, het gebruik van proefdieren bij
medische experimenten, de wereldvrede...
Al die zgn. „spontane" beschouwinkjes
door willekeurige en nergens toe bevoeg
de mensen worden dan zo populairweg
door de luisterenden bebabbeld... tot het
gesprek ontaardt in een felheid van te
genover elkaar gestelde meningen van
leken, leken die „alles weten" en alles
menen te doorgronden.
En zo draaien, suizen wij maar
mee in de geestelijke jacht van de
tijd, pratend, oordelend over din
gen, waarvan we gehoord hebben
of gelezen.
lijk-geopende wereld, vol van interna
tionale instellingen op alle gebied.
Wij kunnen niet meer rustig eten, als
we onze naaste gevoed weten, want wij
zijn verontrust door de voedselnood in
verre landen.
Wij kunnen niet meer rustig slapen
omdat we altijd balanceren tussen de „be
richten" van vandaag en morgen, omdat
we altijd het nieuws moeten horen, lezen.
Ach-
genomen. 01
doofgeschn-i
doen tuimeli
een kunstrr
zijn tijden geweest, in het verleden,
van v rvolging en strijd op leven en
dood. Er zijn belegerde steden uitgehon
gerd en dorpen platgebrand.
Epidemieën zijn dodend over de landen
getrokken en hebben een spoor van ellen
de achtergelaten. Ongedierte behoorde
bij de mens zogoed als zijn kleding: ko
ningen waren tirannen maai
de strijd op de wandluizen.
De wereld heeft altijd wahhoop
we hebben het gewild, u en ik,
hebben het bewonderd en mooi
gevonden, die steetls intensievere wereld-
•ommunieatie. We hebben gejuicht bij
de uitvindingen van telegrafie, telefonie,
radio, telex, radar en televisie.
En nu hebben we 't zover. Nu komt
dagelijks het hele wereldgebeuren op ons
aanzetten door die prachtige, technisch-
knappe communicatiemiddelen.
Wie durft nog te bekennen, dat hij op
z'n snipperdag ..het nieuws" niet heeft
..bijgehouden"? Wie neemt het op zich,
in gezelschap geen oordcel te hebben over
de Russische volkshuishouding, de per
soon van Nixon. de bouw van kernreac
tors, de toepassing van de atoomener
gie of de A-bom?
Wie niet wéét, is wereldvreemd, is de
Er is niets, dat onze geest beschermt
tegen deze niet te verwerken werveling
f van het wereldnieuws, dat we toeh
moeten „bijhouden"
We moeten mee. mee in de jacht in
de snelheid. Snellere vliegtuigen, snel
lere treinen, sneller autoverkeer. Als er
in onze overbevolkte Nederlandse ste
den met hun smalle straten een
maximum snelheid wordt ingevoerd,
zijn we gewoon beledigd, moet er
eindeloos over geconfereerd, geschre
ven en geïnterviewd worden.
Krant, radio, televisie, alles, alles
bemoeit zich ermee. Wie durft de
jacht van de tijd ergens tegen te
houden?
geen minuut, bij de dingen van eigen
stad. eigen land. We worden weer
meegezogen in het nieuws van de hele
wereld: we gaan slapen met de elf
uur-radioberichten in onze oren en
staan op met de berichten-van-zeven
En dat is niet genoeg. We moeten
ook nog weten, wat de Amerikanen
van de Russen en de Russen van de
Amerikanen zeggen. Wat de Jovda-
niërs over de Israëliërs en de Engel
sen nver de Fransen vertellen.
Je bent niet erg in tel als je maar
één krant leest en maar één beschou
wend weekblad erbij. Want je moet
alles weten en wal iedereen heeft
gezegd.
'/OVER zijn we al gekomen, dat
we onaangedaan kennis nemen
van geestelijke overspanningen, die
we al een mooie Amerikaanse)
naam kunnen geven: managers
ziekte; van toenemende gevallen
van hartverlamming („Nou ja, wat wil
je, in deze tijd?"), van neurose en andere
psychische storingen.
Bij alle mogelijke gelegenheden wordt
onze „neurose" er bij gesleept: leegge
lopen kindertehuizen voor bleekneusjes
worden ingericht voor neurotische kinde
ren. instellingen voor maatschappelijk
werk laten sprekers optreden om de „neu
rose" te behandelen... het woord ligt ons
in de mond bestorven, we gekken ermee
en noemen andermans kwalen graag
denigrerend ..psychisch".
Want we beseffen niet. dat de beperk
te mens. naast zijn dagtaak, naast zijn
zorgen voor het gezin of ook maar alleen
voor eigen bestaan, niet óók nog zich met
alle'levensproblemen én met het gehele
wereldgebeuren kan bemoeien en daarbij
nog eens de schokken en de dreiging van
de ons bijna ontglipte techniek en weten
schap verwerken.
We hebben de prachtige telecommuni
catie als een vriend binnengehaald, als
een kind gekoesterd, geprezen en dank
baar zien groeien. Maar is deze ontwik
keling een vriend gebleven? Wij durven
er de vreugde en de ontspanning niet van
te genieten, omdat wij kritisch behoren
te zijn en al veroordelen, eer we iets
doorgronden.
We kunnen die dikwijls ook niet genie
ten omdat dezelfde in geestelijke nood
verkerende mensen als wij onze gespan
nen geest geen ontspanning meer kunnen
brengen: zij hebben in hun arbeid óók de
rust en het evenwicht verloren, het mpet
steeds dwazer, doller, schetterender en
onharmonieuzer zijn, wil het in deze tijd
passen, menen zij.
Wat we dus voornamelijk overhouden
van de telecommunicatie is overprikke
ling. Het onbescheiden gebel van de tele
foon, de onrust van het voortdurend wis
selende radioprogramma, de vluchtig
heid van de nog ondermaatse televisie, de
vermoeienis van kranten met al teveel
koppen. aL teveel haastig verteld nieuws.
j^ATUURLIJK ligt het aan onszelf, i
we overprikkeld zijn en niet t
alles, wat ons wordt medegedeeld
Ui voorgehouden door de com-
municatie-media. We krijgen
eenvoudig teveel. We kunnen
het niet meer op. we kunnen
dikwijls nauwelijks meer goed
en minder goed van elkaar
onderscheiden.
We hebben er trouwens geen
tijd voor. We kunnen allang
niet meer naar echte toespra
ken luisteren of uitgebreide
artikelen lezen. Geen tijd. |pP
geen tijd. We malen mee in de
jacht van de tijd en we weten
„alles".
En we kunnen helemaal niet
meer terug. Met niets.
Het enige wat we doen kunnen is. zo
af en toe, de handen "voor ogen en oren
houden, onszelf en ons huis afsluiten van
de wereld en van het nieuws en van wat
iedereen over alles zegt.
Daardoor alleen kunnen we nog iets
van onze geest beschermen; we moeten
dat zelf doen, want er zijn geen thera
pieën, geen wetten en geen maatrege
len voor, die van buitenaf komen-
Het kan maar kort duren, want het he
le wereldgebeuren sleept ons toch weer
mee en wij blijven het hondje in de
Spoetnik.
Maar misschien duurt het lang genoeg
om even de Ster te zien en om Kerst
feest te vieren.
door de stichters van de Ter
stad uit Duitsland meege- d
bracht. Maar ook in de hui- Z\
zen staan deze Kerstgroepen R
opgesteld, zo uitgebreid I C
soms, dat' er een- hele ka- I z\
mer voor moet worden uit- ju
geruimd. En overal kan men b
aankloppen, en iedereen zal 1 Wl
u zijn Kerstgroep laten zien Cve
zodat het in de straten
van Bethlehem dan altijd
druk is, omdat iedereen naar i
iedereens Kerstgroep gaat
kijken.
En omdat die kolonisten j
daar in die blokhut in 1741
hun Kerstliederen zongen, L
oude Duitse Kerstliederen
als: „Bethlehem, aus dir
kommet, was mir frommet" i
heet de staalstad in Pennsyl-
nu BetblphAm
Waar komt de
Y"OEN de directeur van hel Londense
Victoria en Albert Museum, Sir Henry
Cole, op 17 november van het jaar 1843 de
bekende kunstenaar Joh'n Horsley opdracht
gaf, een kaart voor hem te tekenen voor
Kerstfeest, stond bij hem één ding voor
op: hij was af van dat dagenlang kaarten
met gelukwensen schrijven en kon nu een
gedrukte kaart rondsturen naar al zijn
relaties en keimissen. Wat hij niet besefte,
was dat die kleurige tekening van een
Engels gezin, dal gezellig rond een met
voedsel overladen Kerst-dis zat, het start
schot zou zijn to
in 1957, honderde,
drukt en verkoopt.
Want het sturen van kerstkaarten
wijdverbreide mode geworden, v*.
firma's die er zich speciaal in de
Angelsaksische landen op specialise- Sem]
ren, drukken per firma soms 50 miljoen pterc
van die kaarten, met sneeuwlandschap- In
pen, dennenbomen, arresleeën en be- opge
sneeuwde huisjes- kchn
[Ma
Ook
Er zijn in de geschiedenis ook wel heel
kostbare kerstkaarten verstuurd, zoals gj*®'
die, die de toneelspeelster Katharu
Schratt.van keizer Franz Josef ontving:
een op- een massieve goudplaat geschil
derd miniatuur van de hand van Hans
Holbein, „ingelijst" in een dubbele rij
van edelstenen....
Cm"
zingt
He
Prog
een
del.
De jonge Graaf de Brinon stuurde zijn
verloofde in Parijs ook eens een kerst- praa
kaart van hoge waarde maar hij be- tenoi
sefte het niet. Hij had namelijk op zijn
zolder een oud schilderij gevonden en i
het middendeel engeltjes en een ma-
donna-figuur daaruit gesneden, opge- i
plakt en als kerstkaart verstuurd. De I
verloofde liet de kaart zien aan de be- ira
roemde kunsthandelaar Brussac-Leclerc
en die sprong een gat in de lucht:
„Maar dat is een stuk uit een verloren Zo c
gegaan schilderij van Rubensin
riep hij uit. en hij bood voor het ge- en
heel 50.000 gulden. De jonge graaf. ho
die het charmante gebaar tegenover pr
zijn verloofde echter niet teniet wilde uil
doen. weigerdeen zo bleef dit stuk- 1
je Rubens als kerstkaart voortleven....
KI
Elke veertien dagen
schalt de Reveille onze sol
daten geestelijk wakker.
Te weinig is bekend, hoe
er gewerkt wordt, gedacht
en beraadslaagd om het
uitkomen van dit blad tel
kens weer te maken tot
een gebeurtenis, die alge
meen de aandacht trekt.
Er is een redactiestaf, die
telkens weer druk en le
vendig beraadslaagt. De
cén springt op met een
gloednieuw idee, terwijl de
ander op de schoorsteen
mantel staal te krabbelen.
De hoofden worden bijeen
gestoken. men praat druk
Een tijdschrift, dat tintelt
van leven en ideeën
komen. Het mi
zoveel lectuur
goeds
t hem steun geeft tem id'
brandende problemen
klaard. De Re
jvcdfi
slag. De hele rede word; a
gedrukt. En daartussen r
tastbare bewijzen, da: de Kei
leeft, dal Gods Geest wei'
in onze dagen Fouten
kerkmensen en vooi gauge:
worden niet verdoezeld, ma;
duidelijk wordt gesteld,
de Geest van het Pinkster
feest levend is.
Een andere keei verschijnt
kop in Hebreeuwse stijl, vol
met actuele berichten van
tweeduizend jaar ge.eden en
de grote vraag of de Rabbi
van Nazareth heeft gefaald.
Friezen, de opzier
van Efrata." de geboi
Het Kind. stemmen
leerden en sceptici
man en een brief van haar.
Nummers met minder op
zienbarende omslag behande
len weer de actuele proble
men van deze dagen: he;
-enigd Europa, hel vraag-
van de Oosteuropese
vjucntelingen.
Het Kerstnummer van dit
jaar geeft op de omslag de
schrijnende tegenstelling
stuk-
de titel „PSU no. 2" en „PSU
no. 3". Elke soldaat weet
dat dit betekent „Persoon
lijke Standaard-Uitrusting en
de boekjes vliegen bij duizen
den weg. In sierlijke bandjes
verschijnen werkjes met de
titel: „Soldaten rondom Je
zus". ..Soldaten rondom de
Kerk' «met gegevens uit de
Evangeliën en de Handelin
gen'.
Natuurlijk ontbreek* de
kritiek niet op deze werk
zaamheden. Kan men de
woorden „De kerk is dood"
met grote letters op de om
slag drukken? wordt er ge-
agd. Mag dit. kan dat?
Het i
i het
het werk
irde"
dc soldaat die trouv
wacht staat. Het probleem
wordt op de volgende blad
zijden aangepakt. Ook wordt
aandacht besteed aan de
Kerstkitsch en het Kerst
mannetje. die zo veel ver
warring en leed moeten mas
keren. Tegenover elkaar ge
steld worden de Kerstnacht
van een ongelovige en het
eenvoudige zuivere geboorte
verhaal uit de Bijbel. TÏIustra-
i de Kerstnacht staan
tegei
rijk".
de
Een andere kei
De Reveille is slechts e
leel van de publicistische f
jeid. Er zijn handige za
Jood een
Griek en de soldaat een sol
daat willen zijn. Het zijn de
mensen, die soms met het of
fer van hun leven echt soldaat
zijn geworden, gevaren en
leed met hem hebben ge
deeld. Het zijn geen mannen
met hoge hoeden en zwarte
form. Ook dat stuit bij ve
len op bezwaren. Zij werken
niet een frisheid van ideeën,
die wel eens een woord van
iar het blijft het
laten het spreken
onkere dagen.
BE