deh
wissende
sanger
We eeuive
AMULET verzen van Lucebert
MUNCHENER BACHKOOR
MET KERKCANTATES
Cultureel
venster
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 30 NOVEMBER 19571
EEN VROUW MET DUIZEND STEMMEN EN DUIZEND GEZICHTEN
Als het lukt, wacht de
beeldkijkers volgend voor
jaar een verrassing, nl. een
opvoering van De appels
van Eva (Allan Berthal), met
Enny Mols—de Leeuwe in de
hoofdrollen. „Rollen", want zij speelt daarin
bijna letterlijk de vrouw met de duizend
stemmen en gezichten.
Het gaat hier om een komische thriller
waarin de hoofdrolspeelster niet minder dan
zes in stem, gelaat en persoonlijkheid sterk
uiteenlopende vrouwen moet uitbeelden. Het
is dus, net als „Brand in de Jonge Jan" van
Heijermans, een transformatie-stuk.
„Toen ik het in handen kreeg", zegt Enny
Molsde Leeuwe, „had men er notabene al
twee jaar in Nederland mee geleurd. Niemand
had zich er aan willen wagen".
(geheim van toneelspelen)
zichzelf blijven,
door anderen te zijn
al dat zwart gedoe herinnert is
haar maandkalender. Die nog
steeds zwart ziet van de afspra
ken, voordrachtsavonden e.d. Dat
sommige zich cultureel-voelende
instellingen hierbij hun
fronsen moeten ze zelf
tenslotte zijn het hun wenk
brauwen. Maar wat Enny doet,
desnoods het onmogelijke moet
het
haa:
Huzarenstuk
zonder huzaar
Het waarom daarvan begreep ze eigenlijk pas
goed toen ze vlak voor de première in de winter
19511952 tranen met tuiten huilde. „Ik haal het
niet, echt. Ik haal het niet!!" Enny bedoelde de
verkleedpartijen. Want, terwijl de twee rechercheurs
overleggen hoe die moord nou wel gepleegd kan
zijn en het publiek ongeduldig en hoorbaar mom
pelt „hoe zal ze er nou weer uitzien" moet Enny
zich vliegensvlug verkleden. En dit 16 maal In één
voorstelling.
Presteer het maar eens: een an
dere jurk, een andere pruik, an
dere grime, of een aangeplakt
neusje. In tijden, variërend van
30 tot 90 seconden. Maar ze
haalde het wél. Op de duur hield
ze zelfs tijd over!
Van haar ..timing", resultaat
van een slordige 400 toneel-opvoe
ringen in de
ENNY MOLS-DE LEEUWE
kinderrollen in de ouderwetse zeer
verguisde en teerbeminde draken.
Lat£r, k'"derIilm,s' *°«n. I" ken die het echtpa., B
.echte stukken zoals Het Licht comblnatie gedurende de Volgen-
n de Nacht (Inte Onsmanl een 12 jaren bracht maar te hoe
De Rozenkrans. Een dui-
de Nacht (Inte Onsman
honderd maal Greta.
Scholing Daar is Enny heus Slviërhonde'rd'
gekomen. .We fluisteren waarin de gelieven de aandoenlijk-
ste rol van hun leven speelden en
Ze heeft het razend druk. Te
meer waardering had ik daarom
voor haar „optreden" als gast-
vrouwe bij ons geanimeerd ge
sprek in haar gezellige huiskamer,
Aan niets kon ik merken, dat
dit gesprek eigenlijk geflankeerd
werd door een run op de zater
dagse boodschappen en een avond
voorstelling van Het Dagboek van
Anne Frank. En als ik haar uit
spraak overweeg: ,,Men moet het
niet spelen, men moet het
,,zijn" dan heeft dat vermogen om
te zijn wat men wil zijn hier wel
een uiterst convenient en sympa
thiek aspect.
Van elke ontmoeting draagt een
mens iets mee. als het even kan
het mooiste wat hij vindt. Hel
meest moet ik hierbij denken aan
haar feilloze uitspraak. Ook al
imiteert zij het rauwste „slang"
elk woord blijft volkomen ver
staanbaar. Of zij nu „wordt"
Kwei-Lan, het Chinese vrouwtje
uit Oostenwind-Westenwind, of
Doortje uit de Lijmkit, of het
oude vrouwtje met haar schuren
de stem in De appels van Eva.
Om het even!
De micro kan haar niets, en d.e
camera nagenoeg niets meer leren
„Het is heel moeilijk om te
spelen voor T1"
practisch vlak voor je in hun fau
teuil zitten". Inderdaad, vele zelfs
de grootste acteurs leren hun at
tributen, d.w.. hun stem en mi
miek, nooit aanpassen tot het di
minuendo, de intimiteit van de
lens.
Zelfs het beste, de uiterst vol
eigen maakte uitspraak en daardoor een
teveel aan zichtbare spraakbewe-
gingen, wordt op zo'n kleine af
stand onnatuurlijk. Te moeilijker
het Boek voor blle zè,nqeRS
ER ZIJN veel zangers en er zijn nog meer
zangeressen. Dagelijks prijken namen op
aanplakbiljetten; dagelijks worden zingende
lieden geprezen of „gekraakt" in een of an
dere krant; dagelijks reizen ontelbare zang
kunstenaars van de ene stad naar de andere
om te zingen. En als we beseffen dat de stem
het mooiste instrument in de muziek is, dan
is er toch wel veel te genieten voor de muziek-
gevoeligen.
Maar als
kunstenaars
de zangkuni
al die echte en zogenaamde zang-
lar de regels van en de eisen voor
vragen, dan zullen vele aanbeden
meer blijken te zjjn dan
een mooie stem. Alleen maar een mooie
niet. Misschien is het gelukkig, want hoe
n beseft eigenlijk niets te
i zangers, muzikaal geleid door vader en ir
eisxner porseleingroep uit de 18de eeuiv, een kl
rococostijl, voorstellend het musiceren in d
aoeder aan het spinet. De groep is slechts 18 c
onbekend. Waar dit kleurrijke kunstwerkje i
ias onbekend. (Foto Johannes Padelt, Bavariave
Zo is het ook op zanggebied:
als de zanger zich werkelijk be
wust gaat worden van zijn taak als
vertolkend
de mogelijkheid niet meer te
kunnen zingen. Want de stem is
dan wel het mooiste instrument,
opvoeringen te bestrijden, naarmate dit de
Niet lang na het verschijnen
van de derde druk van de dicht
bundel Apocrief, bekroond met
de poëzieprijs van de stad Am
sterdam, laat Lucebert via de
of actrice ook in het dagelijks uitgeverij De Bezige Bij te Am-
zal bij de TV-uitzending wel het kochte Schouwburg in Rotterdam ,11f,htenH«= anh i
iiiforcth ffovhrffH urnrripn Vflnr mnpef -711 nlnfcolinn Ho ornto t-„ 1
rbij de ouderen onder
neusjes kent het c
a-oog geen d'Avesne
blz.) leerde
Else Mauhs
genade. Er zal dus, omwille
de close-ups zonder dewelke TV uit het hoofd,
als beeldspel waardeloos is, mei
uiterst raffinement- moeten ge
werkt worden aan de „koppen".
En dat kost tijd! Om die te win
nen kan men de tussendialogen var
de politiemannen nauwelijks rek
ken. Immers, hun dialoog, var
huisuit niet berekend op de
zij Plotseling de grote rol kpn Ik ka er van meepraten.
als Cor^® bescheiden weliswaar want ik zat
,ro1 als jongeman natuurlijk weer eens
•nkele nacht op e,n vrijkaartje.
Passie
ianslag op haar
rtistieke zelfstandigheid waagde
de bezetter. Doch Enny wenste
De tijd verging, de Rozenkrans
werd „passé". Maar het huwelijk
der niemands hoge goedkeuring te bleef „présent". Terloops met
spelen. „Dan maar niet". Maar, de Présent en Passé heeft Pierre - uaniHcha,-.*,
Mols de oorlog wel blonder
doen gekregen. Hij werd nl.
tweede natuur is gewor
den, en het dus niet meer als
overdreven onderkent.
Zo keren we terug op ons punt
van uitgang: Enny's TV-succes,
waarin zij het schijnbaar onbereik
bare vaak toch nog bereikte. Ik
doel hier op menig te accoustiscb
en daardoor eigenlijk anti-TV ge
schreven stuk.
Dus wanneer een pro-TV spel
als De appels van Eva he*t volgend
deze jonge
dergeschikte plaats die het beeld- ontkomen: de liefde.
i fuik gezet, - P
minder makkelijk kon leraar Frans M.Ö.
1 het woord inruimt, zal Bij het Schouwtoneel onder Jan
de oorlog viel er niet veel
t tijdens
reedj; zo bondig^ mogelijk moeten Musch speelde een jeune premier Maar het toneelbloed
j 71- 1 ?rtuigend, dat de inmiddels kroop waar het niet
1 kan het haar nog gaan kon. Zij liet de Kulturkam-
tien: knappe Enny mer links liggen en begon haar
ran onder de indruk .zwarte" (wie
is Pierre Mols, die heeft dat woord
worden. Ik hoef dus Enny
te vragen, waarom zij dit stuk
voor de TV een ongelofelijk moei
lijke opgave vindt. Met recht is
het, hoewel er geen huzaar in
voorkomt, tóch een Huzaren-stuk!
Bij niemands gratie
Al die transformaties zijn voor
Enny Mols-De Leeuwe meer dan
een stunt. Er achter ligt een be
ginsel, dat men altijd, doch zelden
zo scherp bij een artist(e) kan
waarnemen. Onafhankelijkheid,
zelfs van... zichzelve. En deze
aandrift, die zich instinctief keert
tegen belemmering van artistieke
vrijheid kan zich fel en agressief
keren tegen derden. Dat onder
vond in 1952 een directeur van
een omroepvereniging die hai
treden buiten de radio aan
den wilde leggen en haar we
de verbreiding van haar roei
de welwillendheid van de omroep.
jonge (en, m
heel goed aa
de Leeuwe' e
raakte. Dat
schijnt, verzuimt niet Enny in
haar tfansformaties te zien.
Voor de TV hoop ik dat zij er
Chaefsky en vooral E. B. Roberts
Enny eerst eens op na gaat slaan. En
voor Enny? Wel, dat er boven
haar hoofd ditmaal geen grote spin sühcüévë'belangsteïfing:
i(v w„ naar beneden komt zakken. Want keur vooraf, die nog geen
vredesnaam dan... Nee ik héb haar beloofd
het niet te schrijven.
Dus u moet het haar zelf maar
vragen! CARL LANS
te taak. Maar dit afdwingen van
de onmiddellijke aandacht bewijst
dat men hier met echte dichters
te doen heeft en met werk dat
een duidelijk eigen gezicht ver
toont. Men is benieuwd te verne
men of en hoe de dichter zich ont
wikkeld heeft; men verwacht sprc-
kende, nieuwe beelden,
ontvangt een criticus vrij ge- uitspraken van belang
re5e,d dich,bundels Sommige
daarvan kan hij met een rus- sionaire voorstellingen
tig gemoed even terzijde leg- met een ongewoon colo
gen, oningezien, tot zich de ge- riet, opmerkingen langs
legenheid van rustig lezen en de neus weg van men-
beoordelen voordoet. Maar selijke en literaire waar
soms constateert hij bij zich- den.
zelf een spontane nieuwsgierig- Verscheidene van de in
heid, die hem noopt zich on- Amulet gebundelde
middellijk, tijd of geen tijd,
de bundel te verdiepen.
En als het dan 1
ook het moeilijkst te hante-
1 het meest vatbare instru-
1 £jjn i»«b aio Stembeheersing en stemcul-
dan bestaat tuur zijn twee uiterst belangrijke
goed dat ook in ons land,
waar aan de zangopleiding, speci
aal bij de conservatoria, nog wel
wat ontbreekt, lectuur gevonden
wordt die de jonge zangeres/zan
ger kan helpen een vastere basis
te krijgen. En die haar/hem bo
vendien tot muzikaal begrip
brengt.
Zulkè lectuur is er nu uitgeko
men bij Atlantis Verlag in Zürich
in de vorm van een zangerslexi
con onder de titel „Der wissende
zwijgen Sanger" en geschreven door nie-
i van een ,riand minder dan Franziska Mar-
,,,nnrj lon, tienssen-Lohmann, de befaamde
9. Duitse zangpedagoge uit Düssel-
m aue angst dorf, oud-leerlinge van de Neder-
genezen is lander Joh. Messchaert en lera
res van Ned. zangkunste-
naars als Mea Nabermann
Laurens Bogtman.
In dit boekwerk worden
alle zaken die betrekking
hebben op de zangkunst,
zo geniaal besproken dat
men begrijpt hoe enthou
siast een befaamd zanger
als Dietrich Fischer-
Dieskau is, die tot de uit
spraak kwam ein
Evangelium für alle die
ihr Leben lang sehnsüch-
tig den Klèmg der mensch-
lichen Stimme nachlau-
schen". Inderdaad, dit boek mag
zangeres/zanger missen.
In alfabetische volgorde worden
hier begrippen, technieken, muzi-
Men behoeft dit poëtisch credo kale eiseni ^tc zeer „dringend en
door ,teteren°°daV5S!,erri"v«'d. dicht ">ch zeer du'deliik Er
het algemeen en de poé- 5taan zow.el knaPpe dingen m
Lucebert in het bijzonder portamento
Weet wat ik y
Het gedicht i
t dit alles heb
gezegd niet
<.en amulet.
heeft r
schriften ontmoet. Voor
wie de experimentele
Zo zou het mij gaan bij Achter- dichtwijze, die bij Luce-
bèrg: zo gaat het mij bij Claus bert geen navolging is móar zijn
Lucebert. Hier spreekt een in- persoonlijke manier van zich in
'- verzen uitspreken vormt, een
■- hardnekkig onbegrijpelijk idioom
keur in de gebruikelijke zin van blijft, is het wellicht goed kennis
het woord behoeft te betekenen, te nemen van de afdeling in deze
Bovendien is het recenseren van bundel getiteld „Een Reisje door staterei
dit experimentele werk geen lich- Bulgarije", verlucht met twee door kunst i„ „au ai8cm„u cu yuc-
Lucebert ter plaatse genomen z[e van Lucebert in het bijzonder Portamento en frasering als
\vaar de mee-jt ver- belangrijke dingen gezegd zijn, kopstem, Bachzang, mezza voce,
stokte tegenstander van de nog die ongetwijfeld in de Nederland- forte, hedzang. ballade, stern-
literatuur geschiedenis zullen typen, stemplaatsing, ademtech-
VIA NAALD
IN HAAI
JOH. SEB. BACH heeft het
gehele kerkelijke jaar met
de heerlijkste en rijkste kunst
°P" gesierd. Hij heeft alle kerke-
'an' lijke feestvieringen met zijn
kunst diepere zin gegeven en
verinnerlijkt, zonder uit het
Haar" antwoord 'luidde: "vóór kader van de liturgie te gaan. Zelfs zonder het koraal als de basis wahl, jloch
van het zingen in de gemeenschap der heiligen te verwaarlozen.
En juist deze kerkelijke arbeid had de liefde van zijn hart. Meer
dan welke andere muzikale activiteiten ook.
Illllllllllillllllllllllllllllllllllllllllllilllilllllllllllllllllllllllllliilllllllllllilllillllillllltlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllllllllil
Is Bach I
Hilversum was ik reeds Enny
Mols-De Leeuwe. 'en evenmin bij
iemands gratie!"
Enny, wier levenshouding blijkt
te zijn gericht op zowel mees
terschap ln als over haar kunst, ||j|v
heeft zover ik weet nooit gebogen epBaan jUis,
in kwesties als deze. Ook niet toen L kerkm„,iek te
de Toneelschool haar als jong de Ke™"™21** te
meisje wilde dwingen 's avonds
braaf thuis te zitten. „Dan er
maar af", zei Enny! In gemoede.
hoe had zij, die als hummel van
zes jaar al met haar beroemde
Oom Okito twee jaar lang in En
geland optrad zich door anderen
Leipzig
dienen? Zijn posi-
aan het Hof
vorst Leopold
1 Cöthen was
Onder eigen dak
Simon Vinkenoog heeft een aan
tal verzen uit de jaren 1950 tot
1956, waarvan de lezer verschei
dene reeds elders tegengekomen diende
is, verzameld „Onder eigen dak
en bij A. A. M. Stols te 's-Graven-
hage uitgegeven. Wie zich- ma J'
betaalde ook veel
meer. Maar dat
verhinderde niet,
dat Baah de toen
in minder aanzien
staande fijnctie van
Thomascantor te
Leipzig aannam,
een functie waar
hij minder ver-
experimentele poëzie in het alge
meen en die van Vinkenoog in het
bijzonder interesseert, kan hier
véél meer
broodheren te ma
ken had. Van hof-
dirigent werd
Bach kerkcantor.
En echt
proberen of bij hi het werk. dat jeen om zjjn zoons
zich over een zestal jaren uit- in de gelegenheid
strekt, een zekere ontwikkeling te t
kan opmerken. Het resultaat zal O
,„»i -rïiri Hat rn-en ongetwijfeld een s
wel zijn dat
zekerheid
van het dichterlijk idioom, maar
tevens en deze indruk over
weegt nu een zich naar het
grondpatroon gelijk blijven van
dit dichtwerk. De vraag rijst of,
wanneer mensen als Vinkenoog er
niet in slagen him talent van een
geheel nieuwe kant te laten zien,
zij op den duur kunnen blijven
boeien. Men went aan alles en ze
ker aan het jargon van de vijfti
gers. maar het wordt langzamer-
hand duidelijk dat men. bij alle Zwollen
begrip en betrekkelijke waarde-
ring.
•ersiteit te laten
in. Die kans zou
tooh wel zijn
geweest. Neen, het
ging Bach in de
allereerste plaats
om de kerkmuziek, om zijn
ideaal: „Erhaltung meines End-
zweckes wegen dor wohlzufassen-
de Kirchenmusik"
Niet minder dan 265 cantates
(van de in totaal 295' schreef
Bach in Leipzig, beginnend met de
cantate „Jesus nahm
geen sprake), welk feit altijd met bas
een kerkelijke plechtigheid werd
gevierd. Het is een bijzonder
mooie cantate geworden, feeste
lijk en een stuk pure barok.
Naast het slotkoor noem ik als
hoogtepunt in deze cantate het 4de
vers met de trompet en de tenor:
„Lobe den Herren, der deinen
Stand sichtbar gesegnet, der aus
dem Himmel mit Stromen der
Liebe geregnet". Een juweel van
Het Münchener Bach-Chor,
koor van overwegend jonge r
sen, zingt prachtig en ik hoop
harte, dat Karl Richter met
Holland komt.
zijn
=n. uaariussen piaaisie mj David Koning heeft al enkele land'
tenor-recitatief .aankondiging fc, ..nï 1 to ef hoekjes over bellet op sijn naam
1o» DrniHor,r\rr\ News eens. „A voice of golden cl»n F„ ki; ,n„ k„„i.
quality". De tei
twee "duetten dft Keith Eng.
„"Duitland 'mol het I
Bachkoor de Bnchcan
Weihnachtsoratorium z
(foto Foyer, Wc
jit 1723, het
sich die
.erk tigen König der Ehren", uitge-
Anders van karakter en ook van
bouw is de meer bekende cantate
140 „Wachet auf, ruft uns die
Stimme". waarvan Tclefunken
met dezelfde uitvoerenden een op
name maakte (30 cm langspeel
plaat BLK 16071). De tekst van
Philipp Nicolai (15561608) in het
koraal heeft Bach in drie delen on
veranderd door het koor laten
zingen. Daartussen plaatste hij
een te:
van de komst van de Bruidegom
voor de dochters Sions
brandende lampen
voor sopraan en bas (twee liefdes
duetten tussen de bruid en de he
melse bruidegom, zoals dat in Sa-
lomo's Hooglied is te vinden; en
een basrecitatief (waarin de Brui
degom de bruid uitnodigt).
Welke een onvergelijkbare mu
zikale symboliek heeft Bach in dit
werk gelegd! Hoe zuiver en hoe
schoon heeft hij hier de geestelijke
gedachte aan de muziek verbon
den. ja een deel van de muziek
gemaakt. De grote gedachten in de
woorden van deze cantate vervat
zo te kunnen verklanken, kan
slechts het werk zijn van een
mens. die God waarachtig als de,
hemelse Bruidegom ziet. Zo'n
mens was Bach.
KARL RICHTER, die met zijn
Münchener B?ch-Chor jaarlijks
in Ansbach een Bachwoche geef)
daar vorig jaar niet minder
Van de solisten noem ik aller
eerst de sopraan Chloë Owen,
die in Chattonooga (in Tennessee,
Ver. Staten) geboren werd uit een
zeer muzikale familie en studeer
de in Baltimore en New York. Ze
had reeds een grote naam in Ame
rika toen ze in Europa ging stude
ren bij Hans Hotter, Germaine Lu-
bin en Otto Müller. Enige jaren
werkte Chloë Owen bij het Stadt-
theater van Bern en nu is ze gast-
zangeres in Duitsland, Oostenrijk
en Zwitserland. Een fantastisch
mooie stem, waard om voor alle
Bach-werken naar ons land te ha-
nieuwste poëzie
tegenkomt van grote plastische
en evocatieve kracht. Er zijn ook
enige op het oude China geïnspi
reerde verzen, waarvan ik er een
voor U overschrijf:
Een rode wind verlaat de
stervende zon
Maakt heel heet de avond
Hoog op zijn hemelsblank
terras
Gaat de grootste zoon des
hemels zelfs
Achter zijn waaier bezweet
Als achter een ploeg.
De bundel eindigt met misschien
het belangwekkendste vers van de
ze verzameling, belangwekkend
omdat het een uitgebreid dichter
lijk credo vormt, het vers „Mijn
Gedicht", dat eindigt met het
woord, waaraan de bundel zijn
titel ontleent, en waarvan de
laatste strofe luidt:
Ik ben de stem die geen stem
maken.
Zest
niek, klankkleur, dictie en koor-
RIJNSDORP zang. Het meest waardevolle werk
dat ik ooit op zanggebied onder
ogen heb gehad. Bovendien prach
tig uitgegeven (456 blz. Zw. frs.
21.25).
CORN. B.
ien jaar
Op blote voeten over kiezel lopen,
naaktheidsgevoel beginnend in je longen.
Je weet niet of het niezen wordt of lachen,
het wordt je door je benen opgedrongen.
Tot aan je knieën in koud water staan,
nerveusheid looit de huid met zomerkou.
Je hebt geen weet meer van je benen,
maar langzaam wordt het water lauw.
Subjectiet boek over balletbezit
uitstekende Bach-zangers. wier
stemmen bijzonder fraai getim-
breerd zijn en vol uitdrukking. De
ze twee platen mag u beslist niet
missën. Als u van Bach houdt ten
minste.
CORN. BASOSK1
tendentious is, David Ko-
het niet minder. Ten kos-
alles wat danst in ons
land verheerlijkt hij het Ned.
keil niet'onder*stoelen°of"banken BaLlel en met
staan. En hij heeft in die boek
jes zijn grote bewondering voor
het Ned. Ballet o.l.v. Sonia
De
van het Mün-
gestoken. We nemen hem die Hilarides, var
voorkeur niet kwalijk. Wat we voorstellingen
hem wel kwalijk nemen is, dat Wel
hij in een nieuw boekje over bal- een
let, getiteld „Ballet in Nederland"
(Uitg. De Bezige Bij te Amster
dam), een zeer subjectief over
zicht geeft van de geschiedenis
van het ballet in- ons land.
Hij mag dan opmerken dat dr.
Eberhard Rebling in zijn boek
Een eeuw danskunst in Neder-
iets anders gaat
langen, waarbij these (traditio
nele poëzie) en antithese (Expe-
voerd door het Münchener Bach- dan 12 Bach-cantates uitvoerd'
goed mogelijk te handhaven
Bach de koralen steeds uil
zullen zijn de bestaande gezangboeken. Niet
iwe synthe- één koraaltekst of koraalmelodie is
»e. ui, vin .«-> -on Hollands van- Bach zelf afkomstig. In som-
te zeggen de vijftigers kunnen mige cantates liet Bach het koraal
ons met hun werk niet blijvend sterk overheersen, in andere can-
booien; het leven is te rijk. de mo- tates vormde het koraal een ope- - vi0olsolo het 3de
gelijkheden te vele en men ver- nings- of sluitingsdeel met verder do„°,r
langt naar poëzie die. profiterend beschouwende aria's,
van de verkende nieuwe moge-
heeft zich op het gebied van Bachs
kerkmuziek een internationale be
kendheid verworven. En de uitvoe-
nings- en slotkoor geven het ko- rjng van deze cantates op de Te
raal resp. als koorbewerking en in lefunkenplaten zijn het bewijs, dal
de oorspronkelijke zetting. Het Richter met zeer grote ernst en
tweede vers van de dichter Joa
chim Neander (16501680' wordt
gezongen door de alten met om-
lijkheden, weer aansluit bij de
ditle. En indien de vijftigers dit
niet zelf kunnen, dan zullen er jon
gere dichters opstaan die voor
deze synthese zorgen en hun yoor-
igers verdringen en antikise-
tig voorbeeld gegeven van eer
cantate, waarin het koraal zo over
heerst, dat elk deel van h
het koraal zelf met of zondei
met veel stijlbesef het
Bach uitvoert. Men kan met Rich
ter eventueel van mening verschil
len over de tempi van sommige
delen (zo bijv. het voor mijn ge-
langzame deel „Zion hört
■ordt uitgevoerd door de trompet die Wachter singen"). hier
■erk
met vocale omspelingen
tenorsolist.
De cantate heeft Bach in 1732 ge
schreven ter gelegenheid
overtuigend,
Bachse beweeglijkheid gemusi
ceerd. dat ik deze cantates hoog
tepunten noem in de Bach-disco-
grafie. ook wat de technische op
namen betreft. En zelfs ondanks
A. Gerits, redacteur van de se
rie „Het Nieuwe Voorhout", be
gonnen met de publicatie van een
paar korte verhalen in het „Am-
Marianne sterdams Tijdschrift voor Letter-
bij de laatste kunde", dat inmiddels opgeheven
„Giselle" toch is, debuteert nu als dichter met
gebleken dat ze weliswaar een bundel verzen, waaraan hij de
een voorbeeldige techniek heeft, titel Grondbezit heeft gegeven.*)
maar geen enkele bezieling of Inderdaad spreken deze gedichten
expressie kan opbrengen. van m stepke vcrbondenheid met
Het overzicht van David Koning water en land van Holland, het
is natuurlijk interessant en de meest duidelijk wel in het twee
vele foto's zijn bijzonder fraai, bladzijden beslaande, rijmloze
maar meer objectiviteit hadden vers „Introductie", dat tevens ty-
we toch wel verwadht. We had- perend kan heten voor de thema
den ook verwacht dat hij een tiek niet alleen, maar ook voor de
voor die tijd in ons land zo be- eigen aard en het niveau van de-
i'angrijke figuur als Yvonne ze dichter. Adembenemend is dit
Georgi niet zo maar „en passant" werk niet, maar het beweegt zich
had genoe'md. Bovendien hadden ongetwijfeld op een zeker niveau
we van een schrijver over bal- en wat voor de criticus plezierig
let meer begrip verwacht voor 's' vertoont in zijn factuur een
de „musique concrète" van synthese van de overgeleverde
Schaeffer, waarop Maurice Bé- dichtstijl en het beeldgebruik van
jart zijn zeer fascinerende ballet de j°ngste school. Het bundeltje
Symphonic pour un homme seul" S^echfs 18 verzen, te weinig
»n voor de elektronisch»
die echt niet zoals
ipmerkt
bouwde,
muziek
Koning
vordt, maar die door Badings
/oor zijn Kain-ballet wel dege-
ijk is gecomponeerd op zuiver
nüzikale wijze).
Jammer dat een schrijver over
jallet weer eens tot dergelijke al
te persoonlijke inzichten wordt
geleid en alles wat buiten dat ka
der valt m^t meerdere of min
dere ironie behandelt.
verwachtingen uit te spreken
ich tot dieper gaande analyse
gefabriceerd te laten verieiden. Gerits lijkt mij
toe een van de betrekkelijk vele
„minor poets" te zijn, die niet de
spits maar een lagere ommegang
van de toren der poëzie vormen en
wel degelijk hun eigen waarde in
het geheel van onze letteren bezit-