Australisch chauffeur heer in 't verkeer Met meer burgers verkorting van de diensttijd mogelijk Na u, geachte voetganger Ondanks dat: 4 doden en 100 gewonden per dag Merijntje Gijzens jeugcl draait dinsdag voor de televisie BOEKENSPÏEGEL MAANDAG 25 NOVEMBER 1951 (Van onze Australische correspondent Leo 't Hart.) TAE AUSTRALISCHE VOETGANGER sluit zijn ogen, verlaat het trottoir en steekt dwars de drukste verkeersweg over. Remmen van auto's knarsen; plots stopt alles. De voetganger, veilig aan de andere kant van de weg, neemt nergens notitie van en wandelt rustig verder. Zo gaat dat. Doch iedere dag worden op die Australische wegen gemiddeld vier mensen ge dood en ruim honderd gewond. In de meeste gevallen speelt de drank daar bij echter een grote rolDat ogen dicht" bij het oversteken van de weg is mogelijk een beetje overdreven, maar dat de voetganger iedere minuut van de dag zijn leven in handen van een chauffeur legt beslist niet. gezellig Kijk nu eens naar kletsende dames. Ze ir dere kamt van de weg. Het gesprek stokt niet, ze keuren het verkeer zelfs geen blik waardig, steken recht over en praten door. Hoe vaak heb ik in 't begin lelijke woorden gemompeld aan het adres var dergelijke dames. Op den duur word j< echter ook heer in het verkeer; moppert niet maar remt. „Na u, voetganger' Kostbaar Meen niet dart de Australische voetgan ger zelfmoordneigangen vertoont, of sohijnselen van levensmoeheid. Integen deel, de voetganger is zioh zijn waarde bewust. Hij is een buitengewoon kostbaar wezen op de wegen. Een gebroken been levert hem minstens 10.000 gulden op: naarmate het letsel ernstiger is, stijgt de nu ja, hoe zal ik het noemen de „ver goeding". Natuurlijk loert hij er niet op, voor bijvoorbeeld een ton een been te missen, wie echter wel in die richting denkt: de automobilist. Hij weet, dat- in dien hij een voetganger aanrijdt, de kans besbaat niet slechts in een serie proce dures te worden gewikkeld terwijl ook de gewone strafvervolging hem wacht, doch dat er ook zeer zware financiële lasten op hem gelegd kunnen worden. Weliswaar dekt de verplichte verzekering „tegen derde" hem in de meeste gevallen, doch er kunnen zich omstandigheden voordoen, waarbij hij zelf diep in de beurs zal ten tasten. Zo reed enige tijd geleden een kennis van mij in het avondduister met zijn auto tegen een uit de weide ontsnapt paard. Het dier werd zodanig gewond, dat het moest worden afgemaakt; het bleek vrij kostbaar renpaard te zijn. Gevolg: tot schadevergoeding en de onfortuinlijke autobestuurder was verplicht zijn huis te verkopen, teneinde de bijna 30.000 gulden te kunnen betalen. Hij had niet de vol ledige verzekering, welke een verstandig autobezitter afsluit, alvorens hij achter het stuurwiel plaats n< Misbruik Nu maken die voetgangers stevig mis bruik van hun waarde. Ze mogen dan niet letterlijk de ogen sluiten bij het overste ken van de weg, doch figuurlijk wel. De autobestuurder volgt daarom steeds nauwlettend iedere beweging van de voet ganger, gereed om voor hem of haar ieder moment te stoppen. Hij neemt daarbij het risico dat de achter hem rijdende auto door het plotseling hevig remmen, boven op zijn wagen vliegt, iets, waarvan zijne of hare hoogheid de voetganger zich wei nig of niets aantrekt en dikwijls rustig de weg vervolgt. De autobestuurder moet maar uitkijken. Bepaald boven de wet is de voetganger, indien hjj zich tussen de twee witte lijnen, de ovcrsteekzones, bevindt; de autobe stuurder is dan altijd degene die onder ligt. Hij volgt bü het naderen van zulk een zone steeds met angstige spanning of soms één of andere dartele voetganger van de stoep tussen die lijnen springt; o wee indien hij hem dan enig letsel be zorgt: hjj „hangt" onder alle omstandig heden. In het donker is het soms heel moeilijk dergelijke zones te ontdekken, behalve dan op de erg drukke plaatsen, waar de „flikkerlichten" zijn aangebracht. Maar verder ligt de volle verantwoordelijkheid voor de de voetganger bjj dag en nacht op zijn schouders. Zeven van de tien Nu schijnt ad die bezorgdheid voor het leven vam de voetganger in strijd te zijn met de cijfers van doden en gewonden op de Australische wegen; vier doden en meer dan honderd gewonden per dag. De verklaring hiervoor ligt in de drank. Vol gens offioiële rapporten, worden zeven uit de tien misdaden tijdens dronkenschap gepleegd, hetgeen In het bijzonder ook de verkeersongevallen betreft en daaraan een tragischer kant geeft. Ondanks die (gedwongen) zorg voor de voetganger, is hij toch allerminst veilig voor de ver- keersmoloch. Als tegenstelling met de hiervoor om- schreven veiligheid, leert in het bijzonder na 's avonds zes uur, de dood op de weg. Op genoemd tijdstip sluiten n.l. voor een uur de „pubs", waar ook menig autobestuurder met volle teugen van het koele bier heeft genoten. Hij neemt achter het stuurwiel plaats; het is dan dikwijls meer geluk dan zijn wijsheid welke hem veilig thuis brengt. Er zijn maar weinig •ochtenden waarop de kranten geen mel ding maken van slachtoffers van dronken autobestuurders, die meestal na een aan rijding nog doorrijden ook Heel dikwijls voert de politie jacht op zulk een verdwenen auto en het moet gezegd, in negen van de tien gevallen weet zij die op te sporen. Reeds eerder maakte ik er melding van, dat de Austra lische politie goede speurders bezit. Toch moet worden gezegd, dat politie en jus titie de drankduivel allerminst naar diens reputatie behandelen. Wie op hiervoor ge noemd tijdstip een poosje in de buurt van een pub vertoeft, zou geen moeite hebben een aantal half of geheel benevelden r het s randaan te sleuren. Niets gebeurd echter, zolang de man (nog) ndemand heeft aan of dood ge reden. Hij kan naar huis laveren, indien hij dat althans niet té erg maakt. Verder kan zulk een wegmisdadiger in het alge- wel op ruime clementie rekenen hij straks voor de rechter staat. Het bier en al hetgeen daar helaas verwant is geraakt, is zulk gemeengoed geworden, dat de straffe hand verslapt Weliswaar zijn er rechters die, zodra dronkenschap verbonden is met een geval, stevig van leer trekken, doch heel vaak vindt men dan weer mildheid bij het hoger beroep. Driemaal is scheepsrecht Daar was bijvoorbeeld de treinmachi nist, die wegens dronkenschap tijdens zijn dienst door zijn chefs driemaal was geschorstt alvorens de rechter hem tot drie maanden gevangenisstraf veroor- noge er de laatste tijd veel gezegd er de noodzakelijkheid om drank gevolgen zwaarder te bestraffen, de „wel willendheid" jegens Bacchus zoveel jaren reeds betoond, is moeilijk te verdrijven. Dezer dagen vertelde een politieman wiens negenjarig zoontje door een dron ken autobestuurder was gedoog, dat laatstgenoemde vijf grote glazen bier en een halve fles wijn naar binnen had ge slagen, alvorens hij achter het stuur Van dergelijke mensen kan men niet veel coulanthedd op de weg verwachten.... Vandaar dat des avonds na zes uur, de rollen op de weg omkeren en de voet ganger onmiskenbaar zorgvuldig is Niet alleen omdat hij heus geen zelf moordneigingen of jacht op grote schade vergoedingen bezit, doch ook, omdat die dronkenschap weieens als „verzachtende omstandigheden" voor een autobestuurder kan gelden. Het is inderdaad wel zó, dat de politie in steden als Sydney en Melbourne er zeer nauwlettend op toeziet dat voetgangers niet van de voetpaden komen of straten kruisen, anders dan waar aangegeven, doch dit heeft slechts te maken met de algemene verkeersregelingen en niet ter Loonakkoord op Curacao Met ingang van 1 december zal een collectieve arbeidsovereenkomst worden gesloten tussen de Curacaose Petroleum Industriemij. en de vakvereniging der ar beiders, benevens een afzonderlijke c.a.o. dezelfde duur voor de bewakers, aldus deelt de heer J. A. Berger, voorzitter van het college van rijksbemiddelaars in Ne derland, mede. Deze treedt namelijk op als 1 andsbemiddelaar tussen de CPIM en de arbeiders. Een gratificatie wordt ge geven van anderhalve week loon. De lo nen worden verhoogd met 5 tot 7 procent De Antilliaanse regering heeft haar grote genoegen uitgesproken over het verkregen resultaat. besoberming van de autobestuurder, die jegens de voetganger zware verplichtin gen heeft. Hierdoor is de (nuchtere) Aus tralische autobestuurder zeer gediscipli neerd. Hij weet dat de politieman onver biddelijk is in zijn bekeuring; daar helpt geen praten en geen excuus aan. Ook daarom zal hij bijvoorbeeld braaf aan de kant van de weg gaan staan, wanneer hij de sirene van brandweer- of ziekenauto hoort. Hij wuift vriendelijk naar de voet- gangerfster) die de straat oversteekt, een vriendelijkheid, welke hem gro tendeels door de angst is aangeleerd. „Na u, voetganger", is de leus van de Australische automobilist; het klinkt zeer waarschijnlijk als muziek in de oren van de Nederlandse voet ganger Bereidheid voor dienstneming is aanwezig (Van onze militaire medewerker) MINISTER STAF heeft onlangs de Defensiecommissie ingelicht over de factoren, die het naar zijn oordeel onmogelijk maken in ons land de diensttijd, d.w.z. de duur van de eerste militaire oefening, te ver korten. Er zijn stemmen opgegaan, die betogen dat het toch wel wonderlijk is, dat Ne derland dus niet zou kunnen doen waar toe de ons omringende landen wel in staat zouden blijken te zijn. Dit lijkt toch wel ai te dwaas. Van Rooms-Katholieke zijde is reeds de vraag gesteld of hier niet een parlementair onderzoek ge- Tot een goed begrip van de zaak waar om het hier gaat, zullen wij in het navol gende in het kort een overzicht geven van de uiteenzetting van minister Staf en daaraan enkele eigen conclusies verbin- De minister wijst er op, dat vai dienstplichtigen 20 pet wordt afgekeurd en dat 8 pet afvalt wegens tijdelijke on geschiktheid, wegens opleiding tot een geestelijk ambt of wegens overgang tot beroepsdiens't. Daarenboven moet aan 8 pet vrijstelling worden verleend. Degenen, die uitstel krijgen, kunnen weliswaar later worden opgeroepen, maar van uitstel bomt dikwijls afstel Trouwens, ook na de oproeping vallen er nog velen af wegens lichamelijke ongeschiktheid of vrijstelling. In de praktijk blijkt men daardoor slechts, in het gunstigste geval over 64 pet van de jongeren te kunnen be schikken. Na de oproepingen voor de Koninklijke marine en de Koninklijke luchtmacht blij ven voor de Koninklijke landmacht maxi maal per jaar 45.000 nieuwe dienstplich tigen over. Dit aantal is te klein om bij de nieuwe legerorganisatae (twee parate divisies) in het benodigde aantal troepen te kunnen voorzien. De diensttijd bedraagt slechts achttien maanden. Hiermee kan maximaal parate sterkte van 7/9 gedeelte worden bereikt van die, die bij de diverse leger eenheden organiek nodig is. In het ont brekende 2/9 gedeelte wordt voorzien door de „klein-verlofgangers". Dit zijn de dienstplichtigen, die nog maar kort tevoren zijn „afgezwaaid". Zij moeten zich nog vier maanden na verlaten van de militaire dienst gereed houden oih op het eerste sein terug keren bij hun onderdeel, teneinde dit op oorlogssterkte te brengen. Eerst nadat deze vier maanden zijn verstreken gaan ze met „groot-verlof". Zoals men weet .komen de groot-verlof gangers eerst op bij mobilisatie. Zij vor men dan in het algemeen de „mobilisabele eenheden". Deze laatste zijn bestemd oir de beide mobilisabele divisies van hel Ilde Legerkorps, alsmede de legerkorps troepen en de territoriale troepen te for- Natuurlijk kan men de vraag stellen waarom aan het stelsel van de klein- verlofgangers geen uitbreiding wordt ge geven. Wanneer de dienstplichtigen, ir plaats van na achttien maanden eerste oefening, reeds na 16 maanden naar huis zouden worden gezonden en daarbij de verplichting krijgen om in plaats van vier maanden voortaan zes maanden z.g. „klein-verlofgangers" te zijn, dan zou aldus een verkorting van de diensttijd met twee maanden worden verkregen. PARAATHEID In zijn reeds genoemde uiteenzetting be toogt de minister echter, dat een derge lijke regeling niet mogelijk is. Door de dienstplichtigen twee maanden eerder naar huis te laten gaan, zou de sterkte aan metterdaad aanwezig personeel bij de parate eenheden teruglopen van 7/9 ge deelte tot 6/9 gedeelte van de organiek Dc jaarlijkse ylipjacht te Udenhout pleegt opgeluisterd te worden door de sonore hoornklanken van acht Belgische jachthoornblazers. de „sonneurs de Ia Louvière". Ditmaal echter was het bijna misgegaan. Nederlandse douaniers maakten n.l. bezwaar tegen hun uniform. Of eigenlijk niet het uniform zelf de rode en groene jachtrokken maar de bij dit uniform behorende jacht messen die in de gordel ge dragen worden, ontmoetten de kri tische blikken onzer grensbewakers. Dat was n.l. wapeninvoer. De Bel gen hebben twintig minuten moeten praten voor en aleer ze de be ambten overtuigd hadden dat het zo'n vaartn iet liep. Ze werden ten slotte compleet doorgelaten en ar riveerden nog op tijd om het sein tot verzamelen te blazen voor het Udenhoutse jachtfestjjn. noodzakelijke sterkte. En dit nu Is ontoe laatbaar. Navo-verband geldt de uitdrukkelijke stelregel, dat eenheden die op minder dan 7/9 gedeelte van de organieke sterk te zijnniet meer als parate troepen kun nen worden beschouwd. Behalve dat zij in dit geval niet meer gevechtsvaardig zijn, kunnen zij bü deze vefminderde sterkte ook niet meer voldoende oefenen. Een sterkte van 7/9 gedeelte van de or ganieke sterkte vormt de grens waar be neden men niet mag gaan. De minister wijst er op, dat een verkor ting van de diensttijd met twee maanden wel mogelijk zou zijn, indien de ploeg dienstplichtigenf die in dit geval twee maanden eerder naar huis zou gaan, kan worden vervangen door een ploeg be- roepspersoneel. Hierdoor zouden alle be zwaren als bij toverslag verdwijnen en zou zelfs een betere geoefendheid wor den verkregen. V/ant de parate troepen zouden dan voor 1/9 gedeelte uit be roepstroepen bestaan. De sterkte va\ beroepsploeg zou slechts 7000 man nen te bedragen. Hlaas blijkt het in Nederland niet moge lijk een zodanige sterkte aan beroepsper- soneel aan te werven, boven en behalve het beroepspersoneel, dat reeds uit deren hoofde nodig is. De ploeg van man zou uit korporaals en soldaten i ten bestaan. De animo om zich hiervoor te verbinden is vrijwel nihil. De tijd, dat men nog koloniaal tekende om als korporaal of soldaat elders in de wereld zijn fortuin te zoeken, is voorbij. Het vooruitzicht een loopbaan als beroepssoldaat of be roepskorporaal bij de strijdkrachten in Nederland lokt ndemand aan. Zelfs de campagnes voor de werving var beroepspersoneel voor de onder-officiers rangen levert reeds niet meer voldoende gegadigden op en toch wordt hierbij het vooruitzicht geboden op 40 jaren rijksdienst, pensioen, de mogelijkheid de hogere onder-officiersrangen te bereiken de Nederlandse film „Merijntje Gijzen's jeugd" op het beeldscherm te zien. Dat zal een heleboel kijkers deugd doen, vrienden, ook al leveren wij Nederlanders niet zulk groots filmwerk. Want die wekelijkse film voorstellingen van de N.T.Sdaarover valt nog wel eens een woordje. De laatste tijd bereikten me weer heel wat klachtenvooral van bezitters van streektoestellen. „Het beeld is niet duidelijk enhet ergste: we kun nen de onderschriften niet lezen." Maar er zijn ook andere klachten en wel over het gehalte van de films: Waarom altijd die ouwe dingen....?" Dus zullen we nu meteen eens evei paar wagen en klachten beantwoorden. Ja, dat het beeld niet altijd scherp is dat men tijdens de voorstelling nog wel eens bijstellen moet.dat euvel is moei. Programma voor morgen 8.50 V d huisvrouw Watcrst 9.40 Gram 9.45 Lichtbaken 10.00 kleuters 10.15 Gram 10.50 Schoolradio 10.50 Gram 11.00 V d vrouw 11.00 Schoolradio 11.50 Als de ziele luistert 13.00 Middagklok-noodkt 12.03 Gram 12.30 Land- en tuinbouwmeded 12. Gram 12.55 Zonnewijzer 13.00 Nws en ka nws 13,20 Platennieuws 13.30 Dansmuz 14.00 B riten en piano 14.25 Gram 14.30 Wij vrouw van het land 14.40 Gevar progr 16.00 V d z keil 16.30 Ziekcnlof 17.00 V d kind 17.40 Beu bcr 17.45 Regeringsuitz: Rijksdelen Overzee. H werk van de Caxaibische commissie, door E H de Vriendt. 13.00 Lichte muz 18.20 Sportpraatje 18.30 Lich- 19.35 Gi t 20.45 De gewone man 20.50 Gi -ork en sol 22.10 Wij Ei Italië. De Radiodokter 22.45 23.15—24.00 8.00 Nws 8.15 Gram 9.00 Gym v d hui» 9.10 De groenteman 9.15 Gram wijding 10.00 Gram 10.50 V d i 13.20 S :en 16.30 23.00 Nws 23.15 23.26—24.00 Gran New York 23.1 Oerwoud zonder genade, oorspronkelijk in het Frans geschreven door John L. Brom, vertaling Puck Doyer. Uitgave W. Gaade N.V., Delft. John L. Brom is op zijn filmexpeditie lar onbekende gebieden sterk onder de indruk gekomen van het Afrikaanse oer woud, dat een ongekende schoonheid ademt, maar even mysterieus en onheil spellend als prachtig is. In zijn boek vertelt Brom op eenvoudige wijze van zijn belevenissen: over onvoor stelbaar vreemde rituelen, over ontmoe tingen met krokodilmannen, kannibalen, pigmeeën, polygamisten, blanken en zwar- Door het enigszins geromantiseerde ver haal klinkt steeds weer iets van verwon dering over al die merkwaardige men en dingen, een verwondering, die gaandeweg ook over de lezer komt. De tekst wordt ondersteund door prach tige foto's. W. M. Pogge van Ranken. De onvol maakte illusie. Vertaald door Hans de. Vries. Uitg. Zuid-Hollandse Ultg. Mij Den Haag. Een ongewoon, maar boeiend boek. Een jongeman, op het gymnasium destijds „anders dan de andere jongens", wordt door een geschilderd portret van een meis je zó geboeid dat hij naar die vroegere en naar haar gaat verlangen. Hij ondergaat een transformatie, vindt haar in die andere eeuw in levenden lijve, en maakt allerlei mee vooral rondom het nof van Hendrik VIII. Het is niet bepaald •erheffend en beter dan het heden waar hij eigenlijk toe behoort. Een enkel moment vinden we religieus itorend, terwijl ook een paar passages om morele redenen misschien niet voor alle jongelui geschikt zijn. Maar het boek houdt de lezer vast door zijn ongewone Inhoud, zijn glimlachende geestigheid hier en c en vooral ook door zijn mooie en luchtige taal. Albert Schweitzer (Nobelprijs voo vrede), door Jacquelyn Berrill. Verta ling mr. G. J. Brevet—Hoctink. Uitga ve N.V. Boekencentrum, 's-Gravenhage. De Amerikaanse schrijfster Jacquelyn Berrill geeft er in haar boek blijk van, een gedegen studie te hebben gemaaki van Albert Schweitzer's leven. Een stu die, die haar in staat heeft gesteld een antwoord te geven op de vraag hoe hel komt, dat Schweitzer zo'n buitengewone figuur is geworden, terwijl hij toch nim mer naar eer heeft gestreefd of zelfs maar erkenning heeft begeerd. Het boek heeft de pretentie, Schweitzer's beteke nis voor de wereldvrede te belichten. Het begint dan ook met een beschrijving van de plechtige uitreiking van de Nobelprijs en het huldebetoon, dat hem ter gelegen heid daarvan in 1952 in Oslo ten deel ;s gevallen. Daarna volgt JacqueJyn Berrill even van de grote man op de voet. In sobere bewoordingen, maar niettemin boeiend vertelt zij over zijn daden en be weegredenen, die ieder mens, ook al kan hij de theologische inzichten van Schweit- niet delen, moeten aanspreken. Het ons voorkomen, dat zij daarbij een en kele keer wat aan de oppervlakkige kant blijft. Het lezen van dit boek is overigens alleszins de moeite waard en wij zouden het geval de jongeren willen aanbevelen. De illustraties van de schrijfster zijn een voudig, maar suggestief. Kleine Sjang cn dc konijntjes, door E. F. Lattimore. Ultg. H. P. Leopold's Uitg. M(j., Den Haag. Dit uit het Engels vertaalde boekje voor jongens en meisjes van 6 tot 10 jaar is het derde deeltje over de kleine Sjang. Het Chineesje wil boer worden, net als zijn vader. De muilezel is zijn vriend Sjang houdt veel van dieren Als hij op de markt komt, wil hij voor een stuivertje een ezel kopen en als dat niet gaat, koopt Sjang een paar konijntjes. Trots neemt hij ze mee naar huis, waar de diertjes voor vele verrassingen zorgen. De Neder landse bewerking is van Claia Ascher- Het masker af, door Wim Hornmau. Uitgave A. W. S(jthoff's uitgeversmaat schappij. Leiden. Een moeizame en moeilijke tocht van 40.000 kilometer door Afrika heeft de jour nalist Wim Hornman stof te over gege ven voor het schrijven van dit zeer bij zondere reisverhaal. Geboeid als hij was door de vele problemen, die dit, zich zelf ontdekkende werelddeel in beroering brengen, zwierf hij in gezelschap van zijn vrouw vijftien maanden rond tussen Ma rokko en Zuid-Afrika. De vele indrukken, die hij zodoende opdeed, groepeerde hij in „Het masker af", rond twee onderwerpen, die hem vooral aanspraken: een opstand van politiebroepen in Zuid-Soedan en de beweging der Mau-Mau in Kenya. Op vallend in Hornman's werk zijn de scher pe situatietekeningen, waarin geen detail verwaarloosd wordt, en de bloeiende weer gave in prettig leesbare verhaaltrant van explosieve gebeurtenissen. Dit rijk met foto's geïllustreerde boeit laat zich werkelijk als een spannende avonturen roman lezen, zoals op de omslag is ver meld. Een avonturenroman echter, die in- plaats van bizarre verzinsels harde wer- xelijkheld tot onderwerp heeft. Wim Horn man heeft het bij vertellen over toe standen in het zwarte werelddeel niet ge laten; voortdurend pleit hij voor begrip voor en tussen de zwarte, bruine en blan ke mensen van Afrika, die alle voor el kaar een masker dragen. Daarmee heelt hij de waarde van zijn toch al goede boek nog verhoogd. Friesolien de das, door Hans Fallada. Uitgeverij Plocgsma te Amsterdam. De Duitse schrijver Hans Fallada heelt zich met zijn boek „Fridolien, de das" niet aan sprookjesachtige beschrijvingen over het dierenrijk gewaagd. Op aardige wijze vertelt hij over de levensgewoonten van enkele viervoeters. De hoofdfiguur blijft echter de dassenzoon Fridolien, die het in zijn jonge leven zwaar te verduren heeft. Ondanks het feit, dat Fallada de „dassenfouten" onverbloemd aan het licht stelt, „een das is een nurks en vraat zuchtig wezen", schrijft hij ergens zal toch de sympathie van de lezertjes naar Fridolien blijven uilgaan. De tekeningen zijn enigszins onbeholpen en ook op de i daar wel Iets De hondcrd-c Dodie Smith- Uitgcversmaa een Dalmatiners, doo Uitg, H. P. Leopold' happy N.V., Den Haag. De Engelsen staan bekend om hun liefde voor paarden en (vooral) honden. Het is dus helemaal niet opzienbarend, als er boekje verschijnt, dat aan het leven een hond is gewijd. Maar als het vertelt over het wel en wee van welgetelt 101 honden, moet er toch wel iets bijzonders aan de hand zijn. Zo is het dan ook in dit' geval. De om haar geestigheid bekende schrijfster Dodle Smith laat hier een van zijn kroost beroofd hondenpaar op zoek gaan naar de vijftien puppies, die in han den zijn gevallen van een wreed vrouw mens, op wie de gespikkelde vacht van de Dalmatiners diepe indruk heeft gemaakt Zij wil er bontjassen van laten maken. Natuurlijk komt het zover niet, want va der en moeder hond, geholpen door alle honden uit de wijde omtrek bevrijden hun kinderen en komen op Kerstavond laat terug bij baas en vrouw met boven dien een dikke tachtig andere Dalmatiner- hondjes, die en passant gere.d werden. Het is natuurlijk allereerst een verhaal voor de rijpere -— jeugd. Maar volwas senen zullen evengoed smullen van deze kostelijke kolder, die tevens de overdre ven zorg van de Britten voor hun huis dieren hekelt. Santa, de gele dog, door Paul Eliper. Uitg. H. P. Leopolds Uitgeversmij N.V., Den Haag. ,De geschiedenis van een vriendschap de ondertitel van dit merkwaardige boek. Merkwaardig, omdat de schrij- het heeft aangedurfd, zich een hond acht jaar aan te schaffen, een dier dus, dat de beste jaren van z'n leven achter zich had. Merkwaardig vooral omdat uit kennismaking tussen baas en hond op die gevorderde leeftijd "an laatst genoemde een wederzijdse waardering groeide, die haar weerslag vond In bijna 200 uiterst boeiend beschreven pagina s. Het is moeilijk, een huisdier die aandacht te geven, waar het recht op heeft. Maar in slaagt, het karakter van een hond te doorgronden, zal vanzelf de hech te band groeien, waarover Elipper schreef. Vermelden wij nog, dat het boek prach tige foto's bevat, (sergeant, ma j ooi zelfs de rang va oier). Zolang Nederland aan dc NAVO-ver plichtlngen wil voldoen en daarnaast tevens nog strijdkrachten op de bei houden met het ook op de verdediging van zuiver nationale belangen (bijv. troe pen voor dc territoriale verdediging, de luchtverdediging van Nieuw-Guinea en voor de bescherming van overige rijks delen) zal de diensttijd in ons land bij het huidige beleid door gebrek aan mili tair beroepspersoneel niet kunnen wordi verkort. MOGELIJKHEDEN Doch zijn hiermee alle mogelijkheden om de diensttijd te verkorben uitgeput? Wij betwijfelen het! De laatste jaren blijkt tekens weer opnieuw, dat de tegenzin om een verbintenis als beroepsmilitair aam te gaan, de bereidheid in rijksdienst te tre den geenszins uitsluit. Steeds talrijker wordt het aantal dier genen, die zich bereid verklaren na af loop van hun diensttijd te blijven dienen in de krijgsmacht, echter niet als militair doch als burger. Het aantal burgerarbeids krachten in de militaire bedrijven, de kazernementen, de kampen, de maga zijnen en de kantoren is dan ook enorm toegenomen. De minister van oorlog heeft In zijn memorie van toelichting op de oorlogs begroting daarover nauwkeurige gege vens verschaft. Bij de militaire diensten en op de bureaus, die voor de drie krijgs machtdelen gezamenlijk werkenen op de militaire ministeries werken in totaal reeds 4.679 man burgerpersoneel. In de militaire bedrijven zijn 11.375 man aan burgerpersoneel te werk gesteld. In de kampementen, kazernes, magazijnen enz. werken al 12.010 burgers. De bouwdienst der Genie heeft 1.270 man burgerper soneel en de medische-, tandheelkun dige-, geestelijke- en sociale verzorging hebben samen 1.916 burgers. De Topo grafische Dienst, het bewakingskorps, het Loodswezen, de Hydrografie en de Mobiele Colonnes tellen samen 3.135 man burgerpersoneel. Het totaal-generaal be draagt reeds 33.485 man aan burgerper soneel. CONCLUSIE De conclusie die hieruit kan worden ge trokken, is naar onze mening duidelijk en voor geen weerlegging vatbaar; er is voldoende animo om bij de strijdkrachten te dienen, echter niet als militair doch als Om te kunnen bezuinigen op het aantal benodigde militairen, moeten de militaire bureaus, de militaire bedrijven, de kazer nes en kampementen en alle overige mili taire inrichtingen steeds verder worden uitgekamd. Overal waar dit maar enigs zins mogelijk is zonder de gevechtsgereed heid en de gevechtsvaardigheid van de militaire eenheden in gevaar te brengen, zullen militairen moeten worden vervan gen door burgerpersoneel. Hierdoor is het nodig, dat de stop op •t aannemen van burgerpersoneel wordt opgeheven en dat overal de mogelijkheid dt geschapen burgerpersoneel in ,sf te nemen waar de organisatie dat toelaat. De arbeidsmarkt is hiervoor gunstig. In de afgelopen jaren is dikwijls met spot gesproken over de enorme hoeveelheid „burgerambtenaren" bij de ministeries van oorlog en marine. Maar deze groep ambtenaren, onver schillig of zij de pen hanteren dan wel optreden als kok, corveeër, sto ker, telefonist, technicus, magazijn bediende, tekenaar, bewaker, zieken verpleger, chauffeur of wat dan ook, biedt de enige reële mogelijkheid om Nederland de diensttijd te ver korten. lijk te verhelpen, omdat er toch al een heel verschil is tussen het ontvangen van gedraaide films of rechtstreekse beelden (denkt u maar eens aam opnamen op telë- recordlimg, date nooit zo fijn omlijnd zijn) en tja, ook omdat de vertoonde films dik wijls a'l erg oud zijn (voor een film dan!) en niet zelden van vóór de oorlog da- Voert u nu aan dat zulke bejaarde films het toch nog wel eens beter doen, wan neer ze im zaal of huiskamer worden ge draaid, dam hebt u alweer gelijk. Maar dart proces gaat heel amders. Dan wordt de film op het doek geprojecteerd ^n ziet u de beelden bovendien op bedoelde grootte. Een op het televisiescherm verschijnen de film vangt u op dm talloze lichtstippen enniet op doek, maar vlak voor een sterke lamp en op glas. Daarom hebt ook zo'n last, dat dc on derschriften soms niet leesbaar zijn voor al wanneer ze tegen een lichte ach tergrond verschijnen. U zit tegen een lamp im te kijken, de onder schriften zijm mét het beeld heel klein geworden en de letters lijken dam inel- kaar te vloeien. De vraag: „Waarom maken ze <We on derschriften niet wat groter?" is te be antwoorden met de opmerking, dat die onderschriften nu eenmaal zó en niet anders op de film staan en dus niet meer kunnen worden veranderd. Nu is het inderdaad naar, wanneer men een buitenlandse film ziet, de gesproken taal niet meester is en dam nog de on derschriften nriet zó kam volgen, dat men weet, waar het om gaat. Om aan drit euvel enigszins tegemoet te komen,, wordt meestal dm de programmabladen een korte explicatie van het verhaal opgenomen en men doet dus goed, dat vooral te lezen. Wat de bejaardheid van de films be treftdie kwestie berust op een af spraak met de bioscoopbonden; een film moet drie jaar uit de circulatie zijn, eer ze vrijgegeven wordt voor de televisie. En ai zijm er nu mensen, die niet naar een bioscoop gaam, toch zijn er legio, die dat wél doen en één televisievoorstelldog zou dan de exploitatie van die film lelijk drukken. Maar dinsdagavond zullen we geen moeite hebben met het lezen van onder schriften: we zullen de Nederlamdse spe lers en speelstere kunnen verstaan. Wie de film al eens heeft gezien, zal er misschien tooh nog genoegen aan beleven en wie dat niet deed, kent toch im elk ge val het beroemde boek van A. M. de Jong, de schrijver, die im de oorlog zo laf hartig door verraders werd vermoord. Maarde voorstelling begint pas om 9.15 uur en dan weet u het wel: kinderen beneden 14 jaar moeten dam op één oor liggen. Voor hen is de film niet bestemd. Oude jaar sjiiet d een vrolijk programma uit te zen den, dat toch afwijkt van het gewone ddmsdagavomdiprogramma. Het heet daar om: „Oudejaare-Bldorad(i)o". Het wordt louter amusement, met binnen- en bui tenlandse artisten en o.m. een „pole miek" op het jaar 1957, geschreven door Alexander Pola en uit te spreken door twee bekende Nederlandse acteurs. Vlam in de pan (Tssss Thailand is het vrolijkste radioland van het i >rden: 32 i op de midden- en de korte golf verzor gen programma's voor ruim 10 miljoen luisteraars. Dat is ongeveer de heltf van de hele bevolking. En dan wij met onze twee stations voor 'n bevolking van elf miljoen....? Het nieuwste exportartikel van Tsjecho- slowakije zijn korte films, die er blijk baar over de hele wereld als koek In- gaan. Ze zijn uitsluitend voor televisie bestemd. Alleen al de Deense televisie schafte 70 stuks aan en Amerika heeft al 100 poppen en tekenfilms binnen. Enne.... hebt u ze bij óns al gezien??? )e Zwitserse televisie zal géén reclame toelaten op het beeldscherm, ook al zal zij zich in de eerste tien jaren niet zelf kunnen bedruipen. Dat is kort en goed bekend gemaakt. Hebben we dat allemaal goed oehoord in Nederland Om tien voor 9 begint het NCRV-luas- terspel: „Ontmoeting aan het Boden- meer" door Tim Braun. Om 10.40 uur kunt u nog luisteren naar het Concerto in G voor ongel en orkest van Frant:sex Xaver-Brixi. door het Omroep-Kameror- kest oi.v. Maurits van den Berg m.m.v. Bedrich Jane eek. SweeLlnckorgel Over Hilversum II om 6.50 uur „Open baar Kunstbezit" en om 8.05 uur AVRO's Radioscoop met als hoofdfilm om 5 voor 10 „Corruptie", een hoorspel, bewerkt door Dick van Putten Gevarieerd programma van de KRO, dat om 8.30 uur begint met korte inter views en om 9.50 uur hst televisiespel „De verzameling", naar een verhaal van Stefan Zwelg, brengt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1957 | | pagina 7