Australisch chauffeur
heer in 't verkeer
Met meer burgers
verkorting van de
diensttijd mogelijk
Na u, geachte voetganger
Ondanks dat: 4 doden en
100 gewonden per dag
Merijntje Gijzens jeugcl draait
dinsdag voor de televisie
BOEKENSPÏEGEL
MAANDAG 25 NOVEMBER 1951
(Van onze Australische correspondent Leo 't Hart.)
TAE AUSTRALISCHE VOETGANGER sluit zijn ogen, verlaat het trottoir
en steekt dwars de drukste verkeersweg over. Remmen van auto's
knarsen; plots stopt alles. De voetganger, veilig aan de andere kant van de
weg, neemt nergens notitie van en wandelt rustig verder. Zo gaat dat. Doch
iedere dag worden op die Australische wegen gemiddeld vier mensen ge
dood en ruim honderd gewond. In de meeste gevallen speelt de drank daar
bij echter een grote rolDat ogen dicht" bij het oversteken van de weg
is mogelijk een beetje overdreven, maar dat de voetganger iedere minuut
van de dag zijn leven in handen van een chauffeur legt beslist niet.
gezellig
Kijk nu eens naar
kletsende dames. Ze ir
dere kamt van de weg. Het gesprek stokt
niet, ze keuren het verkeer zelfs geen
blik waardig, steken recht over en praten
door. Hoe vaak heb ik in 't begin lelijke
woorden gemompeld aan het adres var
dergelijke dames. Op den duur word j<
echter ook heer in het verkeer; moppert
niet maar remt. „Na u, voetganger'
Kostbaar
Meen niet dart de Australische voetgan
ger zelfmoordneigangen vertoont, of
sohijnselen van levensmoeheid. Integen
deel, de voetganger is zioh zijn waarde
bewust. Hij is een buitengewoon kostbaar
wezen op de wegen. Een gebroken been
levert hem minstens 10.000 gulden op:
naarmate het letsel ernstiger is, stijgt de
nu ja, hoe zal ik het noemen de „ver
goeding". Natuurlijk loert hij er niet op,
voor bijvoorbeeld een ton een been te
missen, wie echter wel in die richting
denkt: de automobilist. Hij weet, dat- in
dien hij een voetganger aanrijdt, de kans
besbaat niet slechts in een serie proce
dures te worden gewikkeld terwijl ook de
gewone strafvervolging hem wacht, doch
dat er ook zeer zware financiële lasten
op hem gelegd kunnen worden. Weliswaar
dekt de verplichte verzekering „tegen
derde" hem in de meeste gevallen, doch
er kunnen zich omstandigheden voordoen,
waarbij hij zelf diep in de beurs zal
ten tasten.
Zo reed enige tijd geleden een kennis
van mij in het avondduister met zijn auto
tegen een uit de weide ontsnapt paard.
Het dier werd zodanig gewond, dat het
moest worden afgemaakt; het bleek
vrij kostbaar renpaard te zijn. Gevolg:
tot schadevergoeding en de onfortuinlijke
autobestuurder was verplicht zijn huis te
verkopen, teneinde de bijna 30.000 gulden
te kunnen betalen. Hij had niet de vol
ledige verzekering, welke een verstandig
autobezitter afsluit, alvorens hij achter
het stuurwiel plaats n<
Misbruik
Nu maken die voetgangers stevig mis
bruik van hun waarde. Ze mogen dan niet
letterlijk de ogen sluiten bij het overste
ken van de weg, doch figuurlijk wel. De
autobestuurder volgt daarom steeds
nauwlettend iedere beweging van de voet
ganger, gereed om voor hem of haar ieder
moment te stoppen. Hij neemt daarbij het
risico dat de achter hem rijdende auto
door het plotseling hevig remmen, boven
op zijn wagen vliegt, iets, waarvan zijne
of hare hoogheid de voetganger zich wei
nig of niets aantrekt en dikwijls rustig de
weg vervolgt. De autobestuurder moet
maar uitkijken.
Bepaald boven de wet is de voetganger,
indien hjj zich tussen de twee witte lijnen,
de ovcrsteekzones, bevindt; de autobe
stuurder is dan altijd degene die onder
ligt. Hij volgt bü het naderen van zulk een
zone steeds met angstige spanning of
soms één of andere dartele voetganger
van de stoep tussen die lijnen springt;
o wee indien hij hem dan enig letsel be
zorgt: hjj „hangt" onder alle omstandig
heden.
In het donker is het soms heel moeilijk
dergelijke zones te ontdekken, behalve
dan op de erg drukke plaatsen, waar de
„flikkerlichten" zijn aangebracht. Maar
verder ligt de volle verantwoordelijkheid
voor de de voetganger bjj dag en nacht
op zijn schouders.
Zeven van de tien
Nu schijnt ad die bezorgdheid voor het
leven vam de voetganger in strijd te zijn
met de cijfers van doden en gewonden op
de Australische wegen; vier doden en
meer dan honderd gewonden per dag. De
verklaring hiervoor ligt in de drank. Vol
gens offioiële rapporten, worden zeven uit
de tien misdaden tijdens dronkenschap
gepleegd, hetgeen In het bijzonder ook
de verkeersongevallen betreft en daaraan
een tragischer kant geeft. Ondanks die
(gedwongen) zorg voor de voetganger, is
hij toch allerminst veilig voor de ver-
keersmoloch.
Als tegenstelling met de hiervoor om-
schreven veiligheid, leert in het bijzonder
na 's avonds zes uur, de dood op de weg.
Op genoemd tijdstip sluiten n.l. voor
een uur de „pubs", waar ook menig
autobestuurder met volle teugen van het
koele bier heeft genoten. Hij neemt achter
het stuurwiel plaats; het is dan dikwijls
meer geluk dan zijn wijsheid welke hem
veilig thuis brengt. Er zijn maar weinig
•ochtenden waarop de kranten geen mel
ding maken van slachtoffers van dronken
autobestuurders, die meestal na een aan
rijding nog doorrijden ook
Heel dikwijls voert de politie jacht op
zulk een verdwenen auto en het moet
gezegd, in negen van de tien gevallen
weet zij die op te sporen. Reeds eerder
maakte ik er melding van, dat de Austra
lische politie goede speurders bezit. Toch
moet worden gezegd, dat politie en jus
titie de drankduivel allerminst naar diens
reputatie behandelen. Wie op hiervoor ge
noemd tijdstip een poosje in de buurt van
een pub vertoeft, zou geen moeite hebben
een aantal half of geheel benevelden
r het s
randaan te
sleuren.
Niets gebeurd echter, zolang de man
(nog) ndemand heeft aan of dood ge
reden. Hij kan naar huis laveren, indien
hij dat althans niet té erg maakt. Verder
kan zulk een wegmisdadiger in het alge-
wel op ruime clementie rekenen
hij straks voor de rechter staat.
Het bier en al hetgeen daar helaas
verwant is geraakt, is zulk gemeengoed
geworden, dat de straffe hand verslapt
Weliswaar zijn er rechters die, zodra
dronkenschap verbonden is met een
geval, stevig van leer trekken, doch heel
vaak vindt men dan weer mildheid bij
het hoger beroep.
Driemaal is scheepsrecht
Daar was bijvoorbeeld de treinmachi
nist, die wegens dronkenschap tijdens
zijn dienst door zijn chefs driemaal was
geschorstt alvorens de rechter hem tot
drie maanden gevangenisstraf veroor-
noge er de laatste tijd veel gezegd
er de noodzakelijkheid om drank
gevolgen zwaarder te bestraffen, de „wel
willendheid" jegens Bacchus zoveel jaren
reeds betoond, is moeilijk te verdrijven.
Dezer dagen vertelde een politieman
wiens negenjarig zoontje door een dron
ken autobestuurder was gedoog, dat
laatstgenoemde vijf grote glazen bier en
een halve fles wijn naar binnen had ge
slagen, alvorens hij achter het stuur
Van dergelijke mensen kan men niet
veel coulanthedd op de weg verwachten....
Vandaar dat des avonds na zes uur, de
rollen op de weg omkeren en de voet
ganger onmiskenbaar zorgvuldig is
Niet alleen omdat hij heus geen zelf
moordneigingen of jacht op grote schade
vergoedingen bezit, doch ook, omdat die
dronkenschap weieens als „verzachtende
omstandigheden" voor een autobestuurder
kan gelden.
Het is inderdaad wel zó, dat de politie
in steden als Sydney en Melbourne er zeer
nauwlettend op toeziet dat voetgangers
niet van de voetpaden komen of straten
kruisen, anders dan waar aangegeven,
doch dit heeft slechts te maken met de
algemene verkeersregelingen en niet ter
Loonakkoord op
Curacao
Met ingang van 1 december zal een
collectieve arbeidsovereenkomst worden
gesloten tussen de Curacaose Petroleum
Industriemij. en de vakvereniging der ar
beiders, benevens een afzonderlijke c.a.o.
dezelfde duur voor de bewakers, aldus
deelt de heer J. A. Berger, voorzitter van
het college van rijksbemiddelaars in Ne
derland, mede. Deze treedt namelijk op
als 1 andsbemiddelaar tussen de CPIM en
de arbeiders. Een gratificatie wordt ge
geven van anderhalve week loon. De lo
nen worden verhoogd met 5 tot 7 procent
De Antilliaanse regering heeft haar grote
genoegen uitgesproken over het verkregen
resultaat.
besoberming van de autobestuurder, die
jegens de voetganger zware verplichtin
gen heeft. Hierdoor is de (nuchtere) Aus
tralische autobestuurder zeer gediscipli
neerd. Hij weet dat de politieman onver
biddelijk is in zijn bekeuring; daar helpt
geen praten en geen excuus aan.
Ook daarom zal hij bijvoorbeeld
braaf aan de kant van de weg gaan
staan, wanneer hij de sirene van
brandweer- of ziekenauto hoort.
Hij wuift vriendelijk naar de voet-
gangerfster) die de straat oversteekt,
een vriendelijkheid, welke hem gro
tendeels door de angst is aangeleerd.
„Na u, voetganger", is de leus van
de Australische automobilist; het
klinkt zeer waarschijnlijk als muziek
in de oren van de Nederlandse voet
ganger
Bereidheid voor
dienstneming
is aanwezig
(Van onze militaire medewerker)
MINISTER STAF heeft onlangs de
Defensiecommissie ingelicht
over de factoren, die het naar zijn
oordeel onmogelijk maken in ons
land de diensttijd, d.w.z. de duur van
de eerste militaire oefening, te ver
korten.
Er zijn stemmen opgegaan, die betogen
dat het toch wel wonderlijk is, dat Ne
derland dus niet zou kunnen doen waar
toe de ons omringende landen wel in
staat zouden blijken te zijn. Dit lijkt toch
wel ai te dwaas. Van Rooms-Katholieke
zijde is reeds de vraag gesteld of hier
niet een parlementair onderzoek ge-
Tot een goed begrip van de zaak waar
om het hier gaat, zullen wij in het navol
gende in het kort een overzicht geven van
de uiteenzetting van minister Staf en
daaraan enkele eigen conclusies verbin-
De minister wijst er op, dat vai
dienstplichtigen 20 pet wordt afgekeurd
en dat 8 pet afvalt wegens tijdelijke on
geschiktheid, wegens opleiding tot een
geestelijk ambt of wegens overgang tot
beroepsdiens't. Daarenboven moet aan 8
pet vrijstelling worden verleend.
Degenen, die uitstel krijgen, kunnen
weliswaar later worden opgeroepen, maar
van uitstel bomt dikwijls afstel Trouwens,
ook na de oproeping vallen er nog velen
af wegens lichamelijke ongeschiktheid of
vrijstelling. In de praktijk blijkt men
daardoor slechts, in het gunstigste geval
over 64 pet van de jongeren te kunnen be
schikken.
Na de oproepingen voor de Koninklijke
marine en de Koninklijke luchtmacht blij
ven voor de Koninklijke landmacht maxi
maal per jaar 45.000 nieuwe dienstplich
tigen over. Dit aantal is te klein om bij de
nieuwe legerorganisatae (twee parate
divisies) in het benodigde aantal troepen
te kunnen voorzien.
De diensttijd bedraagt slechts achttien
maanden. Hiermee kan maximaal
parate sterkte van 7/9 gedeelte worden
bereikt van die, die bij de diverse leger
eenheden organiek nodig is. In het ont
brekende 2/9 gedeelte wordt voorzien door
de „klein-verlofgangers".
Dit zijn de dienstplichtigen, die nog
maar kort tevoren zijn „afgezwaaid". Zij
moeten zich nog vier maanden na
verlaten van de militaire dienst gereed
houden oih op het eerste sein terug
keren bij hun onderdeel, teneinde dit op
oorlogssterkte te brengen. Eerst nadat
deze vier maanden zijn verstreken gaan
ze met „groot-verlof".
Zoals men weet .komen de groot-verlof
gangers eerst op bij mobilisatie. Zij vor
men dan in het algemeen de „mobilisabele
eenheden". Deze laatste zijn bestemd oir
de beide mobilisabele divisies van hel
Ilde Legerkorps, alsmede de legerkorps
troepen en de territoriale troepen te for-
Natuurlijk kan men de vraag stellen
waarom aan het stelsel van de klein-
verlofgangers geen uitbreiding wordt ge
geven. Wanneer de dienstplichtigen, ir
plaats van na achttien maanden eerste
oefening, reeds na 16 maanden naar huis
zouden worden gezonden en daarbij de
verplichting krijgen om in plaats van vier
maanden voortaan zes maanden z.g.
„klein-verlofgangers" te zijn, dan zou
aldus een verkorting van de diensttijd
met twee maanden worden verkregen.
PARAATHEID
In zijn reeds genoemde uiteenzetting be
toogt de minister echter, dat een derge
lijke regeling niet mogelijk is. Door de
dienstplichtigen twee maanden eerder
naar huis te laten gaan, zou de sterkte
aan metterdaad aanwezig personeel bij
de parate eenheden teruglopen van 7/9 ge
deelte tot 6/9 gedeelte van de organiek
Dc jaarlijkse ylipjacht te Udenhout
pleegt opgeluisterd te worden door
de sonore hoornklanken van acht
Belgische jachthoornblazers. de
„sonneurs de Ia Louvière". Ditmaal
echter was het bijna misgegaan.
Nederlandse douaniers maakten n.l.
bezwaar tegen hun uniform. Of
eigenlijk niet het uniform zelf
de rode en groene jachtrokken
maar de bij dit uniform behorende
jacht messen die in de gordel ge
dragen worden, ontmoetten de kri
tische blikken onzer grensbewakers.
Dat was n.l. wapeninvoer. De Bel
gen hebben twintig minuten moeten
praten voor en aleer ze de be
ambten overtuigd hadden dat het
zo'n vaartn iet liep. Ze werden ten
slotte compleet doorgelaten en ar
riveerden nog op tijd om het sein
tot verzamelen te blazen voor het
Udenhoutse jachtfestjjn.
noodzakelijke sterkte. En dit nu Is ontoe
laatbaar.
Navo-verband geldt de uitdrukkelijke
stelregel, dat eenheden die op minder
dan 7/9 gedeelte van de organieke sterk
te zijnniet meer als parate troepen kun
nen worden beschouwd. Behalve dat zij
in dit geval niet meer gevechtsvaardig
zijn, kunnen zij bü deze vefminderde
sterkte ook niet meer voldoende oefenen.
Een sterkte van 7/9 gedeelte van de or
ganieke sterkte vormt de grens waar be
neden men niet mag gaan.
De minister wijst er op, dat een verkor
ting van de diensttijd met twee maanden
wel mogelijk zou zijn, indien de ploeg
dienstplichtigenf die in dit geval twee
maanden eerder naar huis zou gaan, kan
worden vervangen door een ploeg be-
roepspersoneel. Hierdoor zouden alle be
zwaren als bij toverslag verdwijnen en
zou zelfs een betere geoefendheid wor
den verkregen. V/ant de parate troepen
zouden dan voor 1/9 gedeelte uit be
roepstroepen bestaan. De sterkte va\
beroepsploeg zou slechts 7000 man
nen te bedragen.
Hlaas blijkt het in Nederland niet moge
lijk een zodanige sterkte aan beroepsper-
soneel aan te werven, boven en behalve
het beroepspersoneel, dat reeds uit
deren hoofde nodig is. De ploeg van
man zou uit korporaals en soldaten i
ten bestaan.
De animo om zich hiervoor te verbinden
is vrijwel nihil. De tijd, dat men nog
koloniaal tekende om als korporaal of
soldaat elders in de wereld zijn fortuin
te zoeken, is voorbij. Het vooruitzicht
een loopbaan als beroepssoldaat of be
roepskorporaal bij de strijdkrachten in
Nederland lokt ndemand aan.
Zelfs de campagnes voor de werving var
beroepspersoneel voor de onder-officiers
rangen levert reeds niet meer voldoende
gegadigden op en toch wordt hierbij het
vooruitzicht geboden op 40 jaren
rijksdienst, pensioen, de mogelijkheid de
hogere onder-officiersrangen te bereiken
de Nederlandse film „Merijntje Gijzen's jeugd" op het beeldscherm
te zien. Dat zal een heleboel kijkers deugd doen, vrienden, ook al leveren
wij Nederlanders niet zulk groots filmwerk. Want die wekelijkse film
voorstellingen van de N.T.Sdaarover valt nog wel eens een woordje.
De laatste tijd bereikten me weer heel wat klachtenvooral van bezitters
van streektoestellen. „Het beeld is niet duidelijk enhet ergste: we kun
nen de onderschriften niet lezen." Maar er zijn ook andere klachten en
wel over het gehalte van de films: Waarom altijd die ouwe dingen....?"
Dus zullen we nu meteen eens evei
paar wagen en klachten beantwoorden.
Ja, dat het beeld niet altijd scherp is
dat men tijdens de voorstelling nog wel
eens bijstellen moet.dat euvel is moei.
Programma voor morgen
8.50 V d huisvrouw
Watcrst 9.40 Gram 9.45 Lichtbaken 10.00
kleuters 10.15 Gram 10.50 Schoolradio 10.50
Gram 11.00 V d vrouw 11.00 Schoolradio 11.50
Als de ziele luistert 13.00 Middagklok-noodkt
12.03 Gram 12.30 Land- en tuinbouwmeded 12.
Gram 12.55 Zonnewijzer 13.00 Nws en ka
nws 13,20 Platennieuws 13.30 Dansmuz 14.00 B
riten en piano 14.25 Gram 14.30 Wij vrouw
van het land 14.40 Gevar progr 16.00 V d z
keil 16.30 Ziekcnlof 17.00 V d kind 17.40 Beu
bcr 17.45 Regeringsuitz: Rijksdelen Overzee. H
werk van de Caxaibische commissie, door E
H de Vriendt.
13.00 Lichte muz 18.20 Sportpraatje 18.30 Lich-
19.35 Gi
t 20.45 De gewone man 20.50 Gi
-ork en sol 22.10 Wij Ei
Italië.
De Radiodokter 22.45
23.15—24.00
8.00 Nws 8.15 Gram 9.00 Gym v d hui»
9.10 De groenteman 9.15 Gram
wijding 10.00 Gram 10.50 V d
i 13.20
S
:en 16.30
23.00 Nws 23.15
23.26—24.00 Gran
New York 23.1
Oerwoud zonder genade, oorspronkelijk
in het Frans geschreven door John L.
Brom, vertaling Puck Doyer. Uitgave
W. Gaade N.V., Delft.
John L. Brom is op zijn filmexpeditie
lar onbekende gebieden sterk onder de
indruk gekomen van het Afrikaanse oer
woud, dat een ongekende schoonheid
ademt, maar even mysterieus en onheil
spellend als prachtig is.
In zijn boek vertelt Brom op eenvoudige
wijze van zijn belevenissen: over onvoor
stelbaar vreemde rituelen, over ontmoe
tingen met krokodilmannen, kannibalen,
pigmeeën, polygamisten, blanken en zwar-
Door het enigszins geromantiseerde ver
haal klinkt steeds weer iets van verwon
dering over al die merkwaardige men
en dingen, een verwondering, die
gaandeweg ook over de lezer komt.
De tekst wordt ondersteund door prach
tige foto's.
W. M. Pogge van Ranken. De onvol
maakte illusie. Vertaald door Hans de.
Vries. Uitg. Zuid-Hollandse Ultg. Mij
Den Haag.
Een ongewoon, maar boeiend boek. Een
jongeman, op het gymnasium destijds
„anders dan de andere jongens", wordt
door een geschilderd portret van een meis
je zó geboeid dat hij naar die vroegere
en naar haar gaat verlangen. Hij
ondergaat een transformatie, vindt haar
in die andere eeuw in levenden lijve, en
maakt allerlei mee vooral rondom het nof
van Hendrik VIII. Het is niet bepaald
•erheffend en beter dan het heden waar
hij eigenlijk toe behoort.
Een enkel moment vinden we religieus
itorend, terwijl ook een paar passages om
morele redenen misschien niet voor alle
jongelui geschikt zijn. Maar het boek houdt
de lezer vast door zijn ongewone Inhoud,
zijn glimlachende geestigheid hier en c
en vooral ook door zijn mooie en
luchtige taal.
Albert Schweitzer (Nobelprijs voo
vrede), door Jacquelyn Berrill. Verta
ling mr. G. J. Brevet—Hoctink. Uitga
ve N.V. Boekencentrum, 's-Gravenhage.
De Amerikaanse schrijfster Jacquelyn
Berrill geeft er in haar boek blijk van,
een gedegen studie te hebben gemaaki
van Albert Schweitzer's leven. Een stu
die, die haar in staat heeft gesteld een
antwoord te geven op de vraag hoe hel
komt, dat Schweitzer zo'n buitengewone
figuur is geworden, terwijl hij toch nim
mer naar eer heeft gestreefd of zelfs
maar erkenning heeft begeerd. Het boek
heeft de pretentie, Schweitzer's beteke
nis voor de wereldvrede te belichten. Het
begint dan ook met een beschrijving van
de plechtige uitreiking van de Nobelprijs
en het huldebetoon, dat hem ter gelegen
heid daarvan in 1952 in Oslo ten deel ;s
gevallen. Daarna volgt JacqueJyn Berrill
even van de grote man op de voet. In
sobere bewoordingen, maar niettemin
boeiend vertelt zij over zijn daden en be
weegredenen, die ieder mens, ook al kan
hij de theologische inzichten van Schweit-
niet delen, moeten aanspreken. Het
ons voorkomen, dat zij daarbij een en
kele keer wat aan de oppervlakkige kant
blijft. Het lezen van dit boek is overigens
alleszins de moeite waard en wij zouden
het geval de jongeren willen aanbevelen.
De illustraties van de schrijfster zijn een
voudig, maar suggestief.
Kleine Sjang cn dc konijntjes, door E.
F. Lattimore. Ultg. H. P. Leopold's Uitg.
M(j., Den Haag.
Dit uit het Engels vertaalde boekje
voor jongens en meisjes van 6 tot 10 jaar
is het derde deeltje over de kleine Sjang.
Het Chineesje wil boer worden, net als
zijn vader. De muilezel is zijn vriend
Sjang houdt veel van dieren Als hij op
de markt komt, wil hij voor een stuivertje
een ezel kopen en als dat niet gaat, koopt
Sjang een paar konijntjes. Trots neemt
hij ze mee naar huis, waar de diertjes
voor vele verrassingen zorgen. De Neder
landse bewerking is van Claia Ascher-
Het masker af, door Wim Hornmau.
Uitgave A. W. S(jthoff's uitgeversmaat
schappij. Leiden.
Een moeizame en moeilijke tocht van
40.000 kilometer door Afrika heeft de jour
nalist Wim Hornman stof te over gege
ven voor het schrijven van dit zeer bij
zondere reisverhaal. Geboeid als hij was
door de vele problemen, die dit, zich zelf
ontdekkende werelddeel in beroering
brengen, zwierf hij in gezelschap van zijn
vrouw vijftien maanden rond tussen Ma
rokko en Zuid-Afrika. De vele indrukken,
die hij zodoende opdeed, groepeerde hij in
„Het masker af", rond twee onderwerpen,
die hem vooral aanspraken: een opstand
van politiebroepen in Zuid-Soedan en de
beweging der Mau-Mau in Kenya. Op
vallend in Hornman's werk zijn de scher
pe situatietekeningen, waarin geen detail
verwaarloosd wordt, en de bloeiende weer
gave in prettig leesbare verhaaltrant
van explosieve gebeurtenissen. Dit rijk
met foto's geïllustreerde boeit laat zich
werkelijk als een spannende avonturen
roman lezen, zoals op de omslag is ver
meld. Een avonturenroman echter, die in-
plaats van bizarre verzinsels harde wer-
xelijkheld tot onderwerp heeft. Wim Horn
man heeft het bij vertellen over toe
standen in het zwarte werelddeel niet ge
laten; voortdurend pleit hij voor begrip
voor en tussen de zwarte, bruine en blan
ke mensen van Afrika, die alle voor el
kaar een masker dragen. Daarmee heelt
hij de waarde van zijn toch al goede
boek nog verhoogd.
Friesolien de das, door Hans Fallada.
Uitgeverij Plocgsma te Amsterdam.
De Duitse schrijver Hans Fallada heelt
zich met zijn boek „Fridolien, de das"
niet aan sprookjesachtige beschrijvingen
over het dierenrijk gewaagd. Op aardige
wijze vertelt hij over de levensgewoonten
van enkele viervoeters. De hoofdfiguur
blijft echter de dassenzoon Fridolien, die
het in zijn jonge leven zwaar te verduren
heeft. Ondanks het feit, dat Fallada de
„dassenfouten" onverbloemd aan het licht
stelt, „een das is een nurks en vraat
zuchtig wezen", schrijft hij ergens zal
toch de sympathie van de lezertjes naar
Fridolien blijven uilgaan. De tekeningen
zijn enigszins onbeholpen en ook op de
i daar wel Iets
De hondcrd-c
Dodie Smith-
Uitgcversmaa
een Dalmatiners, doo
Uitg, H. P. Leopold'
happy N.V., Den Haag.
De Engelsen staan bekend om hun liefde
voor paarden en (vooral) honden. Het is
dus helemaal niet opzienbarend, als er
boekje verschijnt, dat aan het leven
een hond is gewijd. Maar als het vertelt
over het wel en wee van welgetelt 101
honden, moet er toch wel iets bijzonders
aan de hand zijn. Zo is het dan ook in dit'
geval. De om haar geestigheid bekende
schrijfster Dodle Smith laat hier een van
zijn kroost beroofd hondenpaar op zoek
gaan naar de vijftien puppies, die in han
den zijn gevallen van een wreed vrouw
mens, op wie de gespikkelde vacht van de
Dalmatiners diepe indruk heeft gemaakt
Zij wil er bontjassen van laten maken.
Natuurlijk komt het zover niet, want va
der en moeder hond, geholpen door alle
honden uit de wijde omtrek bevrijden
hun kinderen en komen op Kerstavond
laat terug bij baas en vrouw met boven
dien een dikke tachtig andere Dalmatiner-
hondjes, die en passant gere.d werden.
Het is natuurlijk allereerst een verhaal
voor de rijpere -— jeugd. Maar volwas
senen zullen evengoed smullen van deze
kostelijke kolder, die tevens de overdre
ven zorg van de Britten voor hun huis
dieren hekelt.
Santa, de gele dog, door Paul Eliper.
Uitg. H. P. Leopolds Uitgeversmij N.V.,
Den Haag.
,De geschiedenis van een vriendschap
de ondertitel van dit merkwaardige
boek. Merkwaardig, omdat de schrij-
het heeft aangedurfd, zich een hond
acht jaar aan te schaffen, een dier dus,
dat de beste jaren van z'n leven achter
zich had. Merkwaardig vooral omdat uit
kennismaking tussen baas en
hond op die gevorderde leeftijd "an laatst
genoemde een wederzijdse waardering
groeide, die haar weerslag vond In bijna
200 uiterst boeiend beschreven pagina s.
Het is moeilijk, een huisdier die aandacht
te geven, waar het recht op heeft. Maar
in slaagt, het karakter van een
hond te doorgronden, zal vanzelf de hech
te band groeien, waarover Elipper schreef.
Vermelden wij nog, dat het boek prach
tige foto's bevat,
(sergeant, ma j ooi
zelfs de rang va
oier).
Zolang Nederland aan dc NAVO-ver
plichtlngen wil voldoen en daarnaast
tevens nog strijdkrachten op de bei
houden met het ook op de verdediging
van zuiver nationale belangen (bijv. troe
pen voor dc territoriale verdediging,
de luchtverdediging van Nieuw-Guinea
en voor de bescherming van overige rijks
delen) zal de diensttijd in ons land bij
het huidige beleid door gebrek aan mili
tair beroepspersoneel niet kunnen wordi
verkort.
MOGELIJKHEDEN
Doch zijn hiermee alle mogelijkheden
om de diensttijd te verkorben uitgeput?
Wij betwijfelen het! De laatste jaren blijkt
tekens weer opnieuw, dat de tegenzin om
een verbintenis als beroepsmilitair aam te
gaan, de bereidheid in rijksdienst te tre
den geenszins uitsluit.
Steeds talrijker wordt het aantal dier
genen, die zich bereid verklaren na af
loop van hun diensttijd te blijven dienen
in de krijgsmacht, echter niet als militair
doch als burger. Het aantal burgerarbeids
krachten in de militaire bedrijven, de
kazernementen, de kampen, de maga
zijnen en de kantoren is dan ook enorm
toegenomen.
De minister van oorlog heeft In zijn
memorie van toelichting op de oorlogs
begroting daarover nauwkeurige gege
vens verschaft. Bij de militaire diensten
en op de bureaus, die voor de drie krijgs
machtdelen gezamenlijk werkenen op
de militaire ministeries werken in totaal
reeds 4.679 man burgerpersoneel. In de
militaire bedrijven zijn 11.375 man aan
burgerpersoneel te werk gesteld. In de
kampementen, kazernes, magazijnen enz.
werken al 12.010 burgers. De bouwdienst
der Genie heeft 1.270 man burgerper
soneel en de medische-, tandheelkun
dige-, geestelijke- en sociale verzorging
hebben samen 1.916 burgers. De Topo
grafische Dienst, het bewakingskorps,
het Loodswezen, de Hydrografie en de
Mobiele Colonnes tellen samen 3.135 man
burgerpersoneel. Het totaal-generaal be
draagt reeds 33.485 man aan burgerper
soneel.
CONCLUSIE
De conclusie die hieruit kan worden ge
trokken, is naar onze mening duidelijk
en voor geen weerlegging vatbaar; er is
voldoende animo om bij de strijdkrachten
te dienen, echter niet als militair doch als
Om te kunnen bezuinigen op het aantal
benodigde militairen, moeten de militaire
bureaus, de militaire bedrijven, de kazer
nes en kampementen en alle overige mili
taire inrichtingen steeds verder worden
uitgekamd. Overal waar dit maar enigs
zins mogelijk is zonder de gevechtsgereed
heid en de gevechtsvaardigheid van de
militaire eenheden in gevaar te brengen,
zullen militairen moeten worden vervan
gen door burgerpersoneel.
Hierdoor is het nodig, dat de stop op
•t aannemen van burgerpersoneel wordt
opgeheven en dat overal de mogelijkheid
dt geschapen burgerpersoneel in
,sf te nemen waar de organisatie dat
toelaat. De arbeidsmarkt is hiervoor
gunstig.
In de afgelopen jaren is dikwijls
met spot gesproken over de enorme
hoeveelheid „burgerambtenaren" bij
de ministeries van oorlog en marine.
Maar deze groep ambtenaren, onver
schillig of zij de pen hanteren dan
wel optreden als kok, corveeër, sto
ker, telefonist, technicus, magazijn
bediende, tekenaar, bewaker, zieken
verpleger, chauffeur of wat dan ook,
biedt de enige reële mogelijkheid om
Nederland de diensttijd te ver
korten.
lijk te verhelpen, omdat er toch al een
heel verschil is tussen het ontvangen van
gedraaide films of rechtstreekse beelden
(denkt u maar eens aam opnamen op telë-
recordlimg, date nooit zo fijn omlijnd zijn)
en tja, ook omdat de vertoonde films dik
wijls a'l erg oud zijn (voor een film dan!)
en niet zelden van vóór de oorlog da-
Voert u nu aan dat zulke bejaarde films
het toch nog wel eens beter doen, wan
neer ze im zaal of huiskamer worden ge
draaid, dam hebt u alweer gelijk. Maar
dart proces gaat heel amders. Dan wordt
de film op het doek geprojecteerd ^n ziet
u de beelden bovendien op bedoelde
grootte.
Een op het televisiescherm verschijnen
de film vangt u op dm talloze lichtstippen
enniet op doek, maar vlak voor een
sterke lamp en op glas.
Daarom hebt ook zo'n last, dat dc on
derschriften soms niet leesbaar zijn voor
al wanneer ze tegen een lichte ach
tergrond verschijnen. U zit tegen
een lamp im te kijken, de onder
schriften zijm mét het beeld heel klein
geworden en de letters lijken dam inel-
kaar te vloeien.
De vraag: „Waarom maken ze <We on
derschriften niet wat groter?" is te be
antwoorden met de opmerking, dat die
onderschriften nu eenmaal zó en niet
anders op de film staan en dus niet meer
kunnen worden veranderd.
Nu is het inderdaad naar, wanneer men
een buitenlandse film ziet, de gesproken
taal niet meester is en dam nog de on
derschriften nriet zó kam volgen, dat men
weet, waar het om gaat. Om aan drit
euvel enigszins tegemoet te komen,, wordt
meestal dm de programmabladen een korte
explicatie van het verhaal opgenomen en
men doet dus goed, dat vooral te lezen.
Wat de bejaardheid van de films be
treftdie kwestie berust op een af
spraak met de bioscoopbonden; een film
moet drie jaar uit de circulatie zijn, eer
ze vrijgegeven wordt voor de televisie.
En ai zijm er nu mensen, die niet naar
een bioscoop gaam, toch zijn er legio, die
dat wél doen en één televisievoorstelldog
zou dan de exploitatie van die film lelijk
drukken.
Maar dinsdagavond zullen we geen
moeite hebben met het lezen van onder
schriften: we zullen de Nederlamdse spe
lers en speelstere kunnen verstaan.
Wie de film al eens heeft gezien, zal er
misschien tooh nog genoegen aan beleven
en wie dat niet deed, kent toch im elk ge
val het beroemde boek van A. M. de
Jong, de schrijver, die im de oorlog zo laf
hartig door verraders werd vermoord.
Maarde voorstelling begint pas om
9.15 uur en dan weet u het wel: kinderen
beneden 14 jaar moeten dam op één oor
liggen. Voor hen is de film niet bestemd.
Oude jaar sjiiet
d een vrolijk programma uit te zen
den, dat toch afwijkt van het gewone
ddmsdagavomdiprogramma. Het heet daar
om: „Oudejaare-Bldorad(i)o". Het wordt
louter amusement, met binnen- en bui
tenlandse artisten en o.m. een „pole
miek" op het jaar 1957, geschreven door
Alexander Pola en uit te spreken door
twee bekende Nederlandse acteurs.
Vlam in de pan
(Tssss
Thailand is het vrolijkste radioland van
het i
>rden: 32 i
op de midden- en de korte golf verzor
gen programma's voor ruim 10 miljoen
luisteraars. Dat is ongeveer de heltf van
de hele bevolking. En dan wij met
onze twee stations voor 'n bevolking
van elf miljoen....?
Het nieuwste exportartikel van Tsjecho-
slowakije zijn korte films, die er blijk
baar over de hele wereld als koek In-
gaan. Ze zijn uitsluitend voor televisie
bestemd. Alleen al de Deense televisie
schafte 70 stuks aan en Amerika heeft
al 100 poppen en tekenfilms binnen.
Enne.... hebt u ze bij óns al gezien???
)e Zwitserse televisie zal géén reclame
toelaten op het beeldscherm, ook al zal
zij zich in de eerste tien jaren niet
zelf kunnen bedruipen. Dat is kort en
goed bekend gemaakt. Hebben we dat
allemaal goed oehoord in Nederland
Om tien voor 9 begint het NCRV-luas-
terspel: „Ontmoeting aan het Boden-
meer" door Tim Braun. Om 10.40 uur
kunt u nog luisteren naar het Concerto
in G voor ongel en orkest van Frant:sex
Xaver-Brixi. door het Omroep-Kameror-
kest oi.v. Maurits van den Berg m.m.v.
Bedrich Jane eek. SweeLlnckorgel
Over Hilversum II om 6.50 uur „Open
baar Kunstbezit" en om 8.05 uur AVRO's
Radioscoop met als hoofdfilm om 5 voor
10 „Corruptie", een hoorspel, bewerkt
door Dick van Putten
Gevarieerd programma van de KRO,
dat om 8.30 uur begint met korte inter
views en om 9.50 uur hst televisiespel
„De verzameling", naar een verhaal van
Stefan Zwelg, brengt.