PP ...Ji PI JAN MENS Jenny jjdenccrl 2M 0 en tekende indianen R G)ntmoetincf ISRAËL gefotografeerd Cultureel venster LENTELIEFDE EN HERESTIRAGIEK BIJ GUSTAV MAHLER iTbiUn u"gave van Uitgeverii Foraholte- ZONDAGSBLAD ZATERDAG 16 NOVEMBER 1957 £„IN EEN ANDERE WERELD" Kunstredacteur) E HEBBEN in de drukke straten van op de markt gezeten van Arequipa gewandeld, we hebben vijf bananen voor een kwartje gekocht, we hebben de oude Inca-ruïnes van Cuzco bezocht, we hebben in rieten bootjes gevaren op het Titicaca-meer, en we hebben in Puno de kleine Indianen jongetjes met hun snotneusjes en hun knöops- gatenoogjes rond ons gehad. En dat alles op de tweede etage van een huis in Den Haag, bij een warme potkachel en weggedoken in een heel lage stoel. Jenny Dalenoord in haar gezel lige huiskamer tol reisherinne ringen en met in haar hand de oude Inca-pot uit Peru. Zeventien auteursgeheimen QUERIDO in Amsterdam komt jaarlijks uit met het kleine boek- een je ..Singel 262". Dat bevat dan altijd kleine autobiografieën van auteurs. Met foto's natuurlijk. In de tiende aflevering is het auto biografisch element geheel dwenen en onthullen iets. Iets van het ..hoe" en het ..waarom", iets uit de keuken. Het zijn dit keer Herman van Zo spannend vertelt nu Jenny Dalenoord over haar reis naar Peru. over haar ervaringen met mensen en dingen, over de kleuren en de schatten, over de markttaferelen en de bergen, over de sierlijke lama's en de magere koeien. Jenny Dalenoord heeft er alles met ivolle teugen opgesnoven en ze is ver rijkt teruggekomen. Verrijkt uit een land waarvan wij eigenlijk zo weinig wet°n en waar nog 8 miljoen Indianen wonen, tegen 2 miljoen blanken. Ze heeft er ook getekend, veel getekend, mensen en landschap pen en kerken en dieren. Jenny Dalenoord is geen onbe kende meer in de kunstwereld. De ze tekenares en schilderes heeft grote naam, en terecht. Want ïr iemand begiftigd is met een scherp en geestrijk opmerkings vermogen, dan is het Jenny Da lenoord. Haar cartoons en carica- C1 >C1_ turen zijn de meest verrukkelijke auteurs vondsten die men zich op dit ge- ruikt, waarin men het leven van Indianen voelt in enkele vlotte krabbels. Men moet de schetsen eigenlijk in kleur zien om te genie ten wat ook Jenny Dalenoord in Peru genoten heeft. De vrouwen met haar kleurrijke omslagdoeken en ronde hoeden, de lama's met hun rode oorstrikken, het straatje in Cuzco met de grote keien en de bruine wandelaarsters. En dan moet men Jenny Da lenoord daar bij horen vertellen over het grote vuurwerk dat de Indianen met zo'n intense en zo'n kinderlijke vreugde afste ken rond het witte San Fran- ciscokerkje in Arequipa. Of over de schoonheid der oude Inca forten uit het jaar 1000 met de enorme stenen die telkens Deze reis is aan Jenny Dalen oord wel besteed geweest. En ook aan haar twee kinderen, die maar wat graag naar de verha len van mamma luisteren en even spelen met de miniatuur lama, die Jenny meebracht. Maar van de oude Inca-pot, die ze meebracht, moeten ze afblij ven. Dat is een kostbaar bezit. Juist voor Jenny Dalenoord, die in haar werk vaak teruggrijpt op de puurheid van die primitie ve uitingen, die elke retoriek of uitgewogenheid schuwt en als mens en als kunstenares het spontane van die vroegere pri mitieve kunstenaars heeft. Dat is haar kracht en haar charme, in nieuw gewaad en met nieuwe redactie Het letterkundig en algemeen cultureel maandblad „Ont moeting" heeft niet alleen een nieuwe uiterlijke verzorging gekregen, maar is ook van redactie gewijzigd. Oudere re dacteuren als C. Rijnsdorp, D. v. d. Stoep en P. J. Risseeuw hebben gemeend de taak aan de jongeren te moeten over dragen bij de ingang van de elfde jaargang. Thans zitten aan de redactieta fel Frank de Haan (bekend als Frank Da?m, Inge Lievaart, Jan E. Nicmeijer, Aize de Visser en Jacoba M. Vreugdenhil. En wat is die redactie van plan? zult u wel licht vragen. Voortgaan op de ba sis, waarop de ouderen stonden, de bezem nu d.w.z. zij zien zoals het Ter in- len protestei leiding meldt het geloof in Jezus Christus als van fundamen tele betekenis voor het leven en dus ook voor de kunst. Dit in zicht is een belijdenis. Geen pro gram. Het is een „ontmoetings"- Met zo'n verklaring kan er ver trouwen zijn bij de lezers, ver trouwen ook als de weg waar langs die jongeren gaan eens wat anders gestoffeerd vroeger. Het uitzicht van die weg blijft immers hetzelfde. Evenals het beginpunt. :al de „Ontmoeting" nu juist zijn. Maar in een werkplaats mag het geen rommel zijn. Dan ziet men het goede hout niet meer tussen de krullen, die altijd talrijker drlngeriger zijn. Daarom z; nieuwe redactie dan ook wel t m gebruiken. Krul- altijd; veegt u ze bij elkaar. Dat hindert niet. De redactie zal er echter nauwlettend op toe zien, dat er toch niet een heel klein stukje fijn hout met de krullen meeverdwijnt. Van welk soort dat hout ook mag zijn. Er is geen voorkeur. Het eerste blad onder de nieu- e redactie heeft enkele prachti- verzen van Jan Wit, Guillau- der Graft en Nora Petit. Er Is behoefte aan een protes tants cultureel maandblad, er is behoefte aan een „werkplaats" waar men elkaar kan vinden, in de geest van vertrouwen, in een oekumenische broederschap. En ^an Roel Houwink schrijft over Harm Heutink. En dan is er een zeer bijzonder verhaal „Vier muren" van Okke Jager, terwijl C. Rijnsdorp de dichter Charles onder de loupe neemt en Ev. Gról- le het toneelstuk „Het ei" van Fé- licien Marceau. ?rkplaats wil het nieuwe waarnaast bied bedenken kan. Haar gouaches zijn van een zeldzame lichtheid en spiritualiteit en haar schilderijen Chagall-achtige laard, Henriëtte van Eyk, Hella S, Haasse, Dola de Jong, Jan Mens, Anne H. Mulder, A. H. Nij- hoff, Annie Romijn-Verschoor, Jeanne van SchaikWilling, Adriaan v. d. Veen, Victor E. van Vriesland, Leo Vroman, Aar v. d. Werfhorst en Elisabeth Zernike. Het zijn kleine onthullingen van 17 schrijvers, ook al waren ze he lemaal niet van plan onthullingen te doen. (150 blz.). In 1955 kreeg deze 39-jarige kunstenares de Jacob Maris- prijs voor de grafische kunst. Het was voor een linosnede. Die linosneden van Jenny Dalenoord doen denken aan een geestig stukje lyrisch proza van Annie Schmidt, van welke schrijfster ze ook het boek ,,De Ark" il lustreerde. Van die illustraties schreven we eens: „Gevoel voor humor, kinderlijke zuiverheid en vrouwelijke gevoeligheid wed ijveren in deze illustraties met eikaar". Zo ook In het onlangs be kroonde kinder boek van Miep Diekmann: „De boten van Brak- keput", waarbij de jury speciaal de illustraties van Jenny Dalenoord prees. Nu is ze in Peru geweest, in een eigenlijk de idee heeft helemaal van de rest ivan de we reld te zijn afge sloten, zo anders en zo vreemd is alles in de kale hoogvlakten met de okerkleurige bergen". Het was (net als Otto Öicke mijn volk vraagiom vrijheid!" llllllllllllllllllillllllllllllllilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllHIINI Rllllllllllllllllllllllllllllll ook weer tal opgenomen, in is gemaakt met een maandelijkse rubriek filmkritieken. Het is goed uw eigen kunstenaars te leren kennen uit hun werk. Daarom is een abon nement op „Ontmoeting" een noodzaak. Redactie-secretaresse is Inge Lievaart, Doornstraat 20, Scheveningen. 2*0 op het eerste gehoor zijn het maar een paar simpele regels die mij bijbleven uit de voordracht van een neger, die ik korte tijd geleden enige negerverzen hoorde declameren. In vrije vertaling luidden ze: Gij vraagt me wat het zeggen toil kleurling te zijn och om dit te weten zoudt ge een kleurling moeten zijn. De diepere betekenis drong eerst goed tot mij door bij het lezen van Pater Abrahams boek „Mijn volk vraagt om vrijheid." Peter Abrahams, zelf een neger, confronteert ons hierin met de tragedie van het rassenprobleem in Zuid-Afrika. Om te zeggen wat het inhoudt neger te zijn, daarvoor schieten woorden te kort, vandaar die sobere regels uit dit gedicht, en wereld van leed en onrecht ver- première^ gaf De medeplichtige en Amphitryon borgen ligt. Max Croisets De kale hoogvlakte in Peru b\j Chance van bijzondere waar- i het volk van Israël, ons nog sterk toe en deze mag- De schrijver doet in dit boèk met hun eigen lichtloze be- meer dan zijn leven vertellen. Hij doet dat op soberé wijze zonder faan\ Hl] leeT\ later de zwart-wit werking, zonder de 'Iun democratische op- tegenstellingen uit te buiten. Dat vattingen kennen en bèhoeft hij ook niet, want de fei- ieest ov-er de rechten ten spreken voor zichzelf en zijn d werk wint hierdoor juist aan menjmaat kracht. Peter werd geboren in dlt alles wordt toch wel Vrededorp onder Johannesburg en zeer verward voor hem werd -groot in de onvoorstelbare als hij zomaar langs armoede van de neger wijken. Hui zen van leem, afgedekt met golfijzer ting dan je kaars. Het eten is schraal. Kle ding en schoeisel zijn bijna onbe- seld, omdat taai-baar. Het onderwijs is niet Ver- hebben een plic/it, on;e.iontroleerd en slecht, ranselen. Maar als Peter in de stad komt ziet hij de huizen van de blanken met de brede ramen, vriendelijk >erlicn'. Daarbinnen is het mooi en gezellig. De straten zijn breed op de Ifigeneia-sage geïnspireer de toneelstuk „De Mede plichtigen", wist men, dat men hier te maken had met een diepzinnig denker ent een groot toneelschrijver. Onver getelijk zijn sindsdien de rollen van Elisabeth Andersen als Ifigeneia, van Coen Flink als Ores tes en van Max Croiset zelf als Pylades in het geheugen gegrift van al- C "l «sv'i yezit:ui WL geen andere verlich- n oliepit of .en stomp- fPUVli, "I door stel jongens afgeran- Peter Abrahams is ee gaafde, gevoelige knaap vroeg krijgt hij te worstelen waar zij dit straffeloos kunnen doen en nie mand er een hand naar uit zal steken al blijft hij bloedend op straat liggen. Verzet zou hem slechts in aanraking brengen met de overheid, die hem zeker ongelijk zal geven. Nu „De Medeplichti gen" bij A. A. M. Stols artikelen en verzen te schrijven, in druk verscheen, is deze indruk die de aandacht trekken. Maar versterkt. r hij opklimt hoe meer Het andere stuk dat in deze uit- hij twijfelen gaat aan de superio- gave is vastgelegd „Amphitryon" gewijd aan het klassieke lief- Israël. Photographies Ariel- raël is wel li. Preface Francois Mau- de. Israël e rlac. Editions Ides et Calcn- zij spreken des, Neuchatel et Paris. zij doen dit wel nifieke foto's, die ons land en volk In de Editions Ides et Calendes heel dichtbij brengen. Het is een zijn reeds vele prachtige albums boek geworden, dat in staat is ons van foto's verschenen over tal van stil en aandachtig te maken. Ook met de vraag waaraan de zich aan zijn armoede te ontwor- landen, steden en streken. Het de tekst bij de foto's is treffend blanken het recht ontlenen de stelen. Hij vindt ook de weg naar thans verschenen album over Is- gelukkig gekozen. kleurlingen terug te dringen in ontwikkeling en later begint hij Geen verwijt despaar Alcmene en Ampaitryon; het klassieke thema van de bedro- bedrogen door Zeus zelf. Croiset behandelt dit lichtvoeti ge geval op een ernstige wijze. Zoals gezegd, de schrijver ver wijt niet. Komt niet met felle be- 6tvlti CC1I Clliav) schuldigingen. Argumenteert niet, Kan dat zonder dat het f; door zijn verhaal zeer indrin- de van het gegeven verdwijnt? zijn „Amphitryon" gele- Maa-r toch, Peter vindt een weg gend wordt, zo zelfs, dat men bij Voor a VIA NAALD ÉN PLAAT die vorige week WaS l*r"e'd <*™kt ir vlotte krabbels ran de rt-t'routeert In Cuzco, ho- t lama fhet trouue last- onder met zogende baby. Het resultaat verhaal Japan vertelde) voor de K.L.M. die letterlijk voor alles had gezorgd die op twee zangeressen. Een naïeve natuur als Mahler wist niet hoe dit moest worden aa het hij de dames nog door hem De zangeressen lachten tgepakt's Avonds laat of 's nachts geschreven minnedichten bezorgen: vermaakten zich met Mahler's kin- illustri bij derlijke onschuld en zo werd de liefde van de aanbidder geheel niet beantwoord. De desillusie bij Mahler was groot moest zijn leed uitzingen in muziek. het Peruaanse landschap In de „Lieder eines fahren- den Gesellen" zocht de te leurgestelde minnaar troost omnibuó deze Drie boeken in één „Tijdens een zwerftocht over drukken het Amsterdamse Bickersei- u'"' land belandde Ik op de Zand hoek. Tot mijn oog plotseling viel op een raam op de ruit van een herberg. Cafe De Gou den Reael. Ik dronk er een glas, praatte een woordje met de kastelein en toen ik buiten kwam, welke Muze heeft me toen in haar armen genomen? Want opeens nam ik het bruta le besluit een boek te gaan schrijven, genaamd „De Gou den Reael". la res Weintjen Klaas 1952heeft al 4 drukken. Nieuw zijn de boe ken dus niet, maar wel de samen voeging tot een omnibus. Het genie Dat schreef Jan Mens, die met zijn Gouden Reael de eerste ro man schreef van zijn vier boeken over Griet Manshande „Dikwijls wordt mij gevraagd of mijn ro- ianfiguren aan de werkelijkheid Het Genie, door Joyce Cary. Uitgave Ad M. C. Stok Zuld-Hol- landsche Uitgevers Maatschappij den Haag. Oorspronkelijke titel The Horse's Mouth. liederen, een verlaten jonge ling, een teleurgestelde in de liefde van zijn levenslente. Zijn grote natuurliefde, zijn pantheïsme, bracht Mahler tot de natuur, tot het „Blüm- lein blau" en het „Vöglein süss", tot de frisse morgen dauw. Maar al die schoon heid in Gods natuur kon de de tragiek niet opheffen: het was alsof hij messteken in zijn borst voelde en overal de blauwe ogen van zijn geliefde zag. Het zijn jeugdliederen van Mahler geworden, die eigen lijk tevens de voorberei ding voor Mahler als sym- fonicus betekenden.Deze „Lieder eines fahrenden Gt sellen" vormden de grond slag voor zijn 1ste Symfo nie en hadden nog de ken merken van een volksmu ziek. die Mahler zich zo ?oed herinnerde uit i nog vrij krasse heer het adres vroeg van Griet Mans handehij zag er wel wat in", aldus Jan Mens. Geniaal kunnen wij dit boek in een vertaling van Hans de Vries niet noemen. De roman tekent het leven verlopen kunstschilder zijn geboor tedorp een kazerni en hij als klein kind i dan 200 soldaten- en volkslie deren had geleerd In melodie en oman ritme vindt men die terug in deze nogal liefdesliederen, geschreven en ge- Londen. componeerd uit een met leed Slechts één bezit is u ver zekerd, mens, dat is het graf, het grijnzend graf, uw einddoel Donker is het leven, is de dood (Vert. H. Lapidoth-Swarth) Het is de tragiek van de uitzicht loze, zich uitend in het eerste deel van zijn „Das Lied der Erde". En daarna komen onbekommerdheid en levensgenieting aan de beurt, de jeugd en de schoonheid, guiti ge Chinoiseries. Maar ze stralen niet, ze zijn niet met een waar achtige blijdschap, doch met een waas van melancholie overtrok ken. De doodsdreiging is sterker, het verlaten van de „liebe Erde". Hier spreekt de man die met een laatste liefdesblik al het schone van het aardse bestaan nog eens omvat en zich dan als een in een zaamheid verbannene voelt. Is dat afscheid van Mahler in derdaad zo uitzichtloos geweest? het lezen drift en schaamte voelt opkomen en de enkele goede blan ke, die we in het boek ontmoeten, maakt de tegenstelling zonder op zet nog schrijnender. Zo geeft hij stem aan zijn verdrukte volk, want zijn geschiedenis is de ge schiedenis van miljoenen! Ergens zegt hij in zijn boek: „De Europeanen hadden mij dui delijk gemaakt, dat zij de heer sers waren, dat de aarde en al haar rijkdom aan hen toebehoorde. Ze hadden de taal van de physie- ke kracht, de taal van de macht gesproken. En ik had mij onder worpen aan hen door overmacht. Maar onderwerping is een subtie le zaak. Men kan zich vandaag onderwerpen om morgen weer stand te bieden. Op die wijze had ik mij onderworpen." heeft, is dit geen vraag i de liefde is in haar oorsprong van goddelijke aard, een myste rie. Op een fijnzinnige wijze ont vouwt de schrijver dit geheim. Met zijn „Medeplichtigen" heeft Croiset bewezen tot de groten te behoren, met zijn „Amphitryon" bevestigt hij dit critierium. Ev. G. Vermakelijkheden en publiek Openbare vermakelijkheden en publiek te Amsterdam, door prof. P. de Wolff en mr. Anna C. His- sink. Uitgaven Van Gorcurn, As- Dit boek behelst een onderzoek laar het bezoek aan film', toneel jn concert in de hoofdstad en de De schrijver voorspelt dan ook factoren die daarop van invloed in het eind van ziijn 'boek, dat de zijn. Het onderzoek werd onder twee miljo» blanken Zuid AM- -",s,e,?tor "hTT. ka nooit de overheersers zullen reau van Statistiek der gemeente, kunnen blijven van de tien mil- Lezing van dit boek, waarin vele joen niet blanken. „Eens zullen zij staten en grafieken zijn opgeno- men. brengt wel onder de indruk zich misschien moeten onderwer- - van de gedegenheid i onderzoek is ingesteld geworden. Uit de conclusie hebben we geno teerd, dat vooral onder de pre hetzelfde machtsvorm is, nu op ons toepassen." wil Peter Abrahams de testants^-christenjke "groep ^der^bi Erde" uitgebracht i Is hij opstandig geworden over dat verzorgde s afscheid? Neen, opstandig was hij niet, slechts weemoedig gestemd, maar innerlijk rustig. Uitzichtloos was hij vermoedelijk ook niet. Want was het niet Mahler zelf die in het laatste lied „Der Abschied" van deze symfonisch-vocale cyclus de oorspronkelijk Chinese woor den: „Deze aarde is dezelfde Lied eeuwig, eeuwig zijn de iets I net t platen (30 zijdig i Ofschoon wij begrip hebben voor vol hart. Deze vier liederen de artisticiteit van een kunste- <„Wenn mein Schatz Hochzeit naar. kunnen wij niet bepaald macht". „Ging heut' morgen büers bewondering hebben voor de fi- Feld".„Ich hab' ein glühend Mes- Dat is wel het beste compliment guur uit dit boek en veelal even- ser" en „Die witte wolken" wijzigde i „Die liebe Erde allüberall blüht auf im Lenz und grünt aufs neu Allüberall und ewig blauen licht die Fernen Ewig ewig." langspeelplaten A 00410-11 Li Het Concertgebouworkest voprt de werken uit o.Lv. dr. Eduard van Beinum en meer dan in „Das Lied von der Erde" heeft Van Beinum de echte Mahler-sfeer in „Lieder eines fahrenden Gcsellen" getrof fen. Dat is meesterlijk. In „Das on der Erde" is er soms weinig spanning, maar dan negerbew enkele maal. Want Amerika bioscoop en beroepstoneel laag ligt, doch dat deze laatste groep ten aanzien van het bezoek aan amateurtoneel en concerten de hoogste cijfers toont. Hieruit blijkt volgens de opstellers, dat bij deze groep behoefte bestaat aan kunst- beleving, doch dat zij deze in een belicht, dat het te lokaal ^Paalde voi Eenzijdig Men kan allicht tegen deze in terpretatie van het rassenpro- prachtig bleem aanvoeren, dat het te gekleurd is en dat het hier teveel is losgemaakt van de historische ontwikkeling. De neger in Zuid Afrika is eigenlijk evengoed een indringer als de blanke in dit ge bied. De eigenlijke negerstammen bijna uitgeroeid en de huidige komt uit Midden sloten kring bij elk meningsverschil kan verrukt zijn over deze vertolking en over dit sublieme orkestspel. Ook over de uitnemende opname techniek. Pittsburgh geboren mez- an Nan Mcrriman zingt beide werken met een ongeloof lijk fraaie stem en een prachtigi Echter dat neemt niet weg, dat het probleem juist vandaag om een oplossing vraagt daar er naast alles ook nog gevaarlijke politieke kanten aan zitten, die straks door duistere figuren misbruikt zullen worden om het verzet en de op- de andere personages, die de auteur ten tonele voert. De ke uitingen uitgesponnen gedachten en loop merisch" mens, die niet hoger Jan Mens-Omnibus der gebeurtenissen zijn soms ver- grijpen wil dan hij kan op compo- boek met drie ward en een werkelijke spanning sitiegebied. kunnen wij slechts hier en daar ontdekken. Wij menen, dat de r de vertelkunst van Jan Mens En heel begrijpelijk is het dan ook. dat De Arbeiderspers te Am sterdam uitgaf. romans, nl. „De Gouden Reael' „Koen" en „De Deze regels zijn eens terecht een blauen Augen vóór zijn dood 11) 1911 op bijna 60- ,,mystiek optimiame en-een religi- te uitspraak van het Duits .er- Schatz zijn heerlij- jarige leeftijd. Hier de tragiek van eus levensgeloof genoemd. Zag geet. Maar van de 1ste tot de laat- wat „schwar- de levensernst, de wetenschap Mahler reeds iets van een schone ste noot is dit doorleefde zang or de dood te staan en afscheid verte ta «en nieuwe wereld?^ We En zeker niet minder die soraVev^nSnS'lrtaiull- het richten. Bij Abrahams heeft zijn geroep om vrijheid vandaag nog een gezonde achtergrond, en als Cultuurse- welke serie „Het Genie" r"n 18e druk beleefd. „Koen", de is verschenen, dit keer een min- jeugdherinn erin gen van en Am- der gelukkige keus hebben ge- •terdamse jongen" (1941) heeft 5 daan. DE RIJPE mens Mahler, de man die ook een tragiek heeft maar een andere dan in zijn jon gelingsjaren. herkennen we uit ander werk, uit zijn „Das Lied von der Erde", geschreven drie jaar weten het niet, m«ar met dit af- tenor Ernst Hafliger, die ook drie zodanig heeft hij met zijn boek scheid van het leven m „Das Lied liederen in ..Das Lied von der Er- een goed werk verricht, dat de igt. Zijn weergave betekent volle aandacht waard is. „Gij arme mens, hoe lang von der Erde" heeft Mahler on- de' leeft gijdubbelzinnig getoond niet klaar te een hoogtepunt Geen honderd jaar moogt zMn met .W «rdgebondenheidlen dit grootse Mahlerwerk. Voor al- H*t boek is een goed verzorgde met al het voze speelgoed Godzoeker te zijn. Het is zijn bijzonder bezit dezer aarde, schoonste werk geworden. i heel Voorhout CORN. BASOSKI. telt 308 bladzijden. HERM. STEGGERDA.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1957 | | pagina 20