PP
...Ji
PI
JAN MENS
Jenny jjdenccrl
2M
0
en tekende indianen R
G)ntmoetincf
ISRAËL gefotografeerd
Cultureel
venster
LENTELIEFDE EN HERESTIRAGIEK
BIJ GUSTAV MAHLER
iTbiUn u"gave van Uitgeverii Foraholte-
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 16 NOVEMBER 1957
£„IN EEN ANDERE WERELD"
Kunstredacteur)
E HEBBEN in de drukke straten van
op de markt gezeten van Arequipa
gewandeld, we hebben
vijf bananen voor een
kwartje gekocht, we hebben de oude Inca-ruïnes van Cuzco bezocht,
we hebben in rieten bootjes gevaren op het Titicaca-meer, en we hebben
in Puno de kleine Indianen jongetjes met hun snotneusjes en hun knöops-
gatenoogjes rond ons gehad. En dat alles op de tweede etage van een huis
in Den Haag, bij een warme potkachel en weggedoken in een heel lage stoel.
Jenny Dalenoord in haar gezel
lige huiskamer tol reisherinne
ringen en met in haar hand de
oude Inca-pot uit Peru.
Zeventien
auteursgeheimen
QUERIDO in Amsterdam komt
jaarlijks uit met het kleine boek- een
je ..Singel 262". Dat bevat dan
altijd kleine autobiografieën van
auteurs. Met foto's natuurlijk. In
de tiende aflevering is het auto
biografisch element geheel
dwenen en onthullen
iets. Iets van het ..hoe" en het
..waarom", iets uit de keuken.
Het zijn dit keer Herman van
Zo spannend
vertelt nu Jenny
Dalenoord over
haar reis naar
Peru. over haar
ervaringen met
mensen en dingen,
over de kleuren en
de schatten, over
de markttaferelen
en de bergen, over
de sierlijke lama's
en de magere koeien. Jenny
Dalenoord heeft er alles met ivolle
teugen opgesnoven en ze is ver
rijkt teruggekomen.
Verrijkt uit een land waarvan
wij eigenlijk zo weinig wet°n en
waar nog 8 miljoen Indianen
wonen, tegen 2 miljoen blanken.
Ze heeft er ook getekend, veel
getekend, mensen en landschap
pen en kerken en dieren.
Jenny Dalenoord is geen onbe
kende meer in de kunstwereld. De
ze tekenares en schilderes heeft
grote naam, en terecht. Want
ïr iemand begiftigd is met een
scherp en geestrijk opmerkings
vermogen, dan is het Jenny Da
lenoord. Haar cartoons en carica-
C1 >C1_ turen zijn de meest verrukkelijke
auteurs vondsten die men zich op dit ge-
ruikt, waarin men het leven van
Indianen voelt in enkele vlotte
krabbels. Men moet de schetsen
eigenlijk in kleur zien om te genie
ten wat ook Jenny Dalenoord in
Peru genoten heeft. De vrouwen
met haar kleurrijke omslagdoeken
en ronde hoeden, de lama's met
hun rode oorstrikken, het straatje
in Cuzco met de grote keien en de
bruine wandelaarsters.
En dan moet men Jenny Da
lenoord daar bij horen vertellen
over het grote vuurwerk dat de
Indianen met zo'n intense en
zo'n kinderlijke vreugde afste
ken rond het witte San Fran-
ciscokerkje in Arequipa. Of over
de schoonheid der oude Inca
forten uit het jaar 1000 met de
enorme stenen die telkens
Deze reis is aan Jenny Dalen
oord wel besteed geweest. En
ook aan haar twee kinderen, die
maar wat graag naar de verha
len van mamma luisteren en
even spelen met de miniatuur
lama, die Jenny meebracht.
Maar van de oude Inca-pot, die
ze meebracht, moeten ze afblij
ven. Dat is een kostbaar bezit.
Juist voor Jenny Dalenoord, die
in haar werk vaak teruggrijpt
op de puurheid van die primitie
ve uitingen, die elke retoriek of
uitgewogenheid schuwt en als
mens en als kunstenares het
spontane van die vroegere pri
mitieve kunstenaars heeft. Dat
is haar kracht en haar charme,
in nieuw gewaad en
met nieuwe redactie
Het letterkundig en algemeen cultureel maandblad „Ont
moeting" heeft niet alleen een nieuwe uiterlijke verzorging
gekregen, maar is ook van redactie gewijzigd. Oudere re
dacteuren als C. Rijnsdorp, D. v. d. Stoep en P. J. Risseeuw
hebben gemeend de taak aan de jongeren te moeten over
dragen bij de ingang van de elfde jaargang.
Thans zitten aan de redactieta
fel Frank de Haan (bekend als
Frank Da?m, Inge Lievaart, Jan
E. Nicmeijer, Aize de Visser en
Jacoba M. Vreugdenhil. En wat is
die redactie van plan? zult u wel
licht vragen. Voortgaan op de ba
sis, waarop de ouderen stonden, de bezem nu
d.w.z. zij zien zoals het Ter in- len protestei
leiding meldt het geloof in
Jezus Christus als van fundamen
tele betekenis voor het leven en
dus ook voor de kunst. Dit in
zicht is een belijdenis. Geen pro
gram. Het is een „ontmoetings"-
Met zo'n verklaring kan er ver
trouwen zijn bij de lezers, ver
trouwen ook als de weg waar
langs die jongeren gaan
eens wat anders gestoffeerd
vroeger. Het uitzicht van die weg
blijft immers hetzelfde. Evenals
het beginpunt.
:al de
„Ontmoeting" nu juist zijn. Maar
in een werkplaats mag het geen
rommel zijn. Dan ziet men het
goede hout niet meer tussen de
krullen, die altijd talrijker
drlngeriger zijn. Daarom z;
nieuwe redactie dan ook wel t
m gebruiken. Krul-
altijd; veegt u ze
bij elkaar. Dat hindert
niet. De redactie zal er echter
nauwlettend op toe zien, dat er
toch niet een heel klein stukje fijn
hout met de krullen meeverdwijnt.
Van welk soort dat hout ook mag
zijn. Er is geen voorkeur.
Het eerste blad onder de nieu-
e redactie heeft enkele prachti-
verzen van Jan Wit, Guillau-
der Graft en Nora Petit.
Er Is behoefte aan een protes
tants cultureel maandblad, er is
behoefte aan een „werkplaats"
waar men elkaar kan vinden, in
de geest van vertrouwen, in een
oekumenische broederschap. En
^an Roel Houwink schrijft
over Harm Heutink. En dan is er
een zeer bijzonder verhaal „Vier
muren" van Okke Jager, terwijl
C. Rijnsdorp de dichter Charles
onder de loupe neemt en Ev. Gról-
le het toneelstuk „Het ei" van Fé-
licien Marceau.
?rkplaats wil het nieuwe waarnaast
bied bedenken kan. Haar gouaches
zijn van een zeldzame lichtheid en
spiritualiteit en haar schilderijen
Chagall-achtige
laard, Henriëtte van Eyk, Hella
S, Haasse, Dola de Jong, Jan
Mens, Anne H. Mulder, A. H. Nij-
hoff, Annie Romijn-Verschoor,
Jeanne van SchaikWilling,
Adriaan v. d. Veen, Victor E. van
Vriesland, Leo Vroman, Aar v. d.
Werfhorst en Elisabeth Zernike.
Het zijn kleine onthullingen van
17 schrijvers, ook al waren ze he
lemaal niet van plan onthullingen
te doen. (150 blz.).
In 1955 kreeg deze 39-jarige
kunstenares de Jacob Maris-
prijs voor de grafische kunst.
Het was voor een linosnede. Die
linosneden van Jenny Dalenoord
doen denken aan een geestig
stukje lyrisch proza van Annie
Schmidt, van welke schrijfster
ze ook het boek ,,De Ark" il
lustreerde. Van die illustraties
schreven we eens: „Gevoel voor
humor, kinderlijke zuiverheid
en vrouwelijke
gevoeligheid wed
ijveren in deze
illustraties met
eikaar". Zo ook
In het onlangs be
kroonde kinder
boek van Miep
Diekmann: „De
boten van Brak-
keput", waarbij
de jury speciaal
de illustraties van
Jenny Dalenoord
prees.
Nu is ze in Peru
geweest, in een
eigenlijk de idee
heeft helemaal van
de rest ivan de we
reld te zijn afge
sloten, zo anders
en zo vreemd is
alles in de kale
hoogvlakten met
de okerkleurige
bergen". Het was
(net als Otto Öicke
mijn volk vraagiom vrijheid!"
llllllllllllllllllillllllllllllllilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllHIINI
Rllllllllllllllllllllllllllllll
ook weer tal
opgenomen,
in is gemaakt
met een maandelijkse rubriek
filmkritieken. Het is goed uw
eigen kunstenaars te leren kennen
uit hun werk. Daarom is een abon
nement op „Ontmoeting" een
noodzaak. Redactie-secretaresse is
Inge Lievaart, Doornstraat 20,
Scheveningen.
2*0 op het eerste gehoor zijn het maar een paar
simpele regels die mij bijbleven uit de
voordracht van een neger, die ik korte tijd
geleden enige negerverzen hoorde declameren.
In vrije vertaling luidden ze: Gij vraagt me
wat het zeggen toil kleurling te zijn och
om dit te weten zoudt ge een kleurling
moeten zijn.
De diepere betekenis drong eerst goed tot
mij door bij het lezen van Pater Abrahams
boek „Mijn volk vraagt om vrijheid." Peter
Abrahams, zelf een neger, confronteert ons
hierin met de tragedie van het rassenprobleem
in Zuid-Afrika. Om te zeggen wat het inhoudt
neger te zijn, daarvoor schieten woorden te
kort, vandaar die sobere regels uit dit gedicht,
en wereld van leed en onrecht ver- première^ gaf
De medeplichtige
en Amphitryon
borgen ligt.
Max Croisets
De kale hoogvlakte in Peru b\j Chance
van bijzondere waar-
i het volk van Israël,
ons nog sterk toe en
deze mag-
De schrijver doet in dit boèk met hun eigen lichtloze be-
meer dan zijn leven vertellen. Hij
doet dat op soberé wijze zonder faan\ Hl] leeT\ later
de zwart-wit werking, zonder de 'Iun democratische op-
tegenstellingen uit te buiten. Dat vattingen kennen en
bèhoeft hij ook niet, want de fei- ieest ov-er de rechten
ten spreken voor zichzelf en zijn d
werk wint hierdoor juist aan menjmaat
kracht. Peter werd geboren in dlt alles wordt toch wel
Vrededorp onder Johannesburg en zeer verward voor hem
werd -groot in de onvoorstelbare als hij zomaar langs
armoede van de neger wijken. Hui
zen van leem, afgedekt met
golfijzer
ting dan
je kaars. Het eten is schraal. Kle
ding en schoeisel zijn bijna onbe- seld, omdat
taai-baar. Het onderwijs is niet Ver- hebben een
plic/it, on;e.iontroleerd en slecht, ranselen.
Maar als Peter in de stad komt
ziet hij de huizen van de blanken
met de brede ramen, vriendelijk
>erlicn'. Daarbinnen is het mooi
en gezellig. De straten zijn breed
op de Ifigeneia-sage geïnspireer
de toneelstuk „De Mede
plichtigen", wist men,
dat men hier te maken
had met een diepzinnig
denker ent een groot
toneelschrijver. Onver
getelijk zijn sindsdien
de rollen van Elisabeth
Andersen als Ifigeneia,
van Coen Flink als Ores
tes en van Max Croiset
zelf als Pylades in het
geheugen gegrift van al-
C "l «sv'i yezit:ui WL
geen andere verlich-
n oliepit of .en stomp- fPUVli, "I door
stel jongens afgeran-
Peter Abrahams is ee
gaafde, gevoelige knaap
vroeg krijgt hij te worstelen
waar zij dit
straffeloos kunnen doen en nie
mand er een hand naar uit zal
steken al blijft hij bloedend op
straat liggen. Verzet zou hem
slechts in aanraking brengen
met de overheid, die hem zeker
ongelijk zal geven.
Nu „De Medeplichti
gen" bij A. A. M. Stols
artikelen en verzen te schrijven, in druk verscheen, is deze indruk
die de aandacht trekken. Maar versterkt.
r hij opklimt hoe meer Het andere stuk dat in deze uit-
hij twijfelen gaat aan de superio- gave is vastgelegd „Amphitryon"
gewijd aan het klassieke lief-
Israël. Photographies Ariel- raël is wel
li. Preface Francois Mau- de. Israël e
rlac. Editions Ides et Calcn- zij spreken
des, Neuchatel et Paris. zij doen dit wel
nifieke foto's, die ons land en volk
In de Editions Ides et Calendes heel dichtbij brengen. Het is een
zijn reeds vele prachtige albums boek geworden, dat in staat is ons
van foto's verschenen over tal van stil en aandachtig te maken. Ook met de vraag waaraan de zich aan zijn armoede te ontwor-
landen, steden en streken. Het de tekst bij de foto's is treffend blanken het recht ontlenen de stelen. Hij vindt ook de weg naar
thans verschenen album over Is- gelukkig gekozen. kleurlingen terug te dringen in ontwikkeling en later begint hij
Geen verwijt
despaar Alcmene en Ampaitryon;
het klassieke thema van de bedro-
bedrogen door
Zeus zelf.
Croiset behandelt dit lichtvoeti
ge geval op een ernstige wijze.
Zoals gezegd, de schrijver ver
wijt niet. Komt niet met felle be- 6tvlti CC1I Clliav)
schuldigingen. Argumenteert niet, Kan dat zonder dat het f;
door zijn verhaal zeer indrin- de van het gegeven verdwijnt?
zijn „Amphitryon" gele-
Maa-r toch, Peter vindt een weg gend wordt, zo zelfs, dat men bij Voor a
VIA NAALD
ÉN PLAAT
die vorige week WaS l*r"e'd <*™kt
ir vlotte krabbels ran de
rt-t'routeert In Cuzco, ho-
t lama fhet trouue last-
onder met zogende baby.
Het resultaat
verhaal
Japan vertelde)
voor de K.L.M.
die letterlijk voor
alles had gezorgd
die
op twee zangeressen. Een
naïeve natuur als Mahler wist
niet hoe dit moest worden aa
het hij de dames nog door hem
De zangeressen lachten
tgepakt's Avonds laat of 's nachts
geschreven minnedichten bezorgen:
vermaakten zich met Mahler's kin-
illustri
bij
derlijke onschuld en zo werd de liefde van de aanbidder
geheel niet beantwoord. De desillusie bij Mahler was groot
moest zijn leed uitzingen in muziek.
het Peruaanse landschap
In de „Lieder eines fahren-
den Gesellen" zocht de te
leurgestelde minnaar troost
omnibuó
deze
Drie boeken
in één
„Tijdens een zwerftocht over drukken
het Amsterdamse Bickersei- u'"'
land belandde Ik op de Zand
hoek. Tot mijn oog plotseling
viel op een raam op de ruit
van een herberg. Cafe De Gou
den Reael. Ik dronk er een
glas, praatte een woordje met
de kastelein en toen ik buiten
kwam, welke Muze heeft me
toen in haar armen genomen?
Want opeens nam ik het bruta
le besluit een boek te gaan
schrijven, genaamd „De Gou
den Reael".
la res Weintjen Klaas 1952heeft
al 4 drukken. Nieuw zijn de boe
ken dus niet, maar wel de samen
voeging tot een omnibus.
Het
genie
Dat schreef Jan Mens, die met
zijn Gouden Reael de eerste ro
man schreef van zijn vier boeken
over Griet Manshande „Dikwijls
wordt mij gevraagd of mijn ro-
ianfiguren aan de werkelijkheid
Het Genie, door Joyce Cary.
Uitgave Ad M. C. Stok Zuld-Hol-
landsche Uitgevers Maatschappij
den Haag. Oorspronkelijke titel
The Horse's Mouth.
liederen, een verlaten jonge
ling, een teleurgestelde in de
liefde van zijn levenslente.
Zijn grote natuurliefde, zijn
pantheïsme, bracht Mahler
tot de natuur, tot het „Blüm-
lein blau" en het „Vöglein
süss", tot de frisse morgen
dauw. Maar al die schoon
heid in Gods natuur kon de
de tragiek niet opheffen: het
was alsof hij messteken in
zijn borst voelde en overal
de blauwe ogen van zijn
geliefde zag.
Het zijn jeugdliederen van
Mahler geworden, die eigen
lijk tevens de voorberei
ding voor Mahler als sym-
fonicus betekenden.Deze
„Lieder eines fahrenden Gt
sellen" vormden de grond
slag voor zijn 1ste Symfo
nie en hadden nog de ken
merken van een volksmu
ziek. die Mahler zich zo
?oed herinnerde uit
i nog vrij krasse heer
het adres vroeg van Griet Mans
handehij zag er wel wat in",
aldus Jan Mens.
Geniaal kunnen wij dit boek
in een vertaling van Hans de
Vries niet noemen. De roman
tekent het leven
verlopen kunstschilder
zijn geboor
tedorp een kazerni
en hij als klein kind i
dan 200
soldaten- en volkslie
deren had geleerd In melodie en
oman ritme vindt men die terug in deze
nogal liefdesliederen, geschreven en ge-
Londen. componeerd uit een met leed
Slechts één bezit is u ver
zekerd, mens,
dat is het graf, het grijnzend
graf, uw einddoel
Donker is het leven, is de
dood
(Vert. H. Lapidoth-Swarth)
Het is de tragiek van de uitzicht
loze, zich uitend in het eerste deel
van zijn „Das Lied der Erde". En
daarna komen onbekommerdheid
en levensgenieting aan de beurt,
de jeugd en de schoonheid, guiti
ge Chinoiseries. Maar ze stralen
niet, ze zijn niet met een waar
achtige blijdschap, doch met een
waas van melancholie overtrok
ken. De doodsdreiging is sterker,
het verlaten van de „liebe Erde".
Hier spreekt de man die met een
laatste liefdesblik al het schone
van het aardse bestaan nog eens
omvat en zich dan als een in een
zaamheid verbannene voelt.
Is dat afscheid van Mahler in
derdaad zo uitzichtloos geweest?
het lezen drift en schaamte voelt
opkomen en de enkele goede blan
ke, die we in het boek ontmoeten,
maakt de tegenstelling zonder op
zet nog schrijnender. Zo geeft hij
stem aan zijn verdrukte volk,
want zijn geschiedenis is de ge
schiedenis van miljoenen!
Ergens zegt hij in zijn boek:
„De Europeanen hadden mij dui
delijk gemaakt, dat zij de heer
sers waren, dat de aarde en al
haar rijkdom aan hen toebehoorde.
Ze hadden de taal van de physie-
ke kracht, de taal van de macht
gesproken. En ik had mij onder
worpen aan hen door overmacht.
Maar onderwerping is een subtie
le zaak. Men kan zich vandaag
onderwerpen om morgen weer
stand te bieden. Op die wijze had
ik mij onderworpen."
heeft, is dit geen vraag i
de liefde is in haar oorsprong
van goddelijke aard, een myste
rie. Op een fijnzinnige wijze ont
vouwt de schrijver dit geheim.
Met zijn „Medeplichtigen" heeft
Croiset bewezen tot de groten te
behoren, met zijn „Amphitryon"
bevestigt hij dit critierium.
Ev. G.
Vermakelijkheden
en publiek
Openbare vermakelijkheden en
publiek te Amsterdam, door prof.
P. de Wolff en mr. Anna C. His-
sink. Uitgaven Van Gorcurn, As-
Dit boek behelst een onderzoek
laar het bezoek aan film', toneel
jn concert in de hoofdstad en de
De schrijver voorspelt dan ook factoren die daarop van invloed
in het eind van ziijn 'boek, dat de zijn. Het onderzoek werd onder
twee miljo» blanken Zuid AM- -",s,e,?tor "hTT.
ka nooit de overheersers zullen reau van Statistiek der gemeente,
kunnen blijven van de tien mil- Lezing van dit boek, waarin vele
joen niet blanken. „Eens zullen zij staten en grafieken zijn opgeno-
men. brengt wel onder de indruk
zich misschien moeten onderwer- -
van de gedegenheid i
onderzoek is ingesteld geworden.
Uit de conclusie hebben we geno
teerd, dat vooral onder de pre
hetzelfde machtsvorm is,
nu op ons toepassen."
wil Peter Abrahams de testants^-christenjke "groep ^der^bi
Erde" uitgebracht i
Is hij opstandig geworden over dat verzorgde s
afscheid? Neen, opstandig was hij
niet, slechts weemoedig gestemd,
maar innerlijk rustig. Uitzichtloos
was hij vermoedelijk ook niet.
Want was het niet Mahler zelf die
in het laatste lied „Der Abschied"
van deze symfonisch-vocale cyclus
de oorspronkelijk Chinese woor
den: „Deze aarde is dezelfde Lied
eeuwig, eeuwig zijn de iets I
net t
platen (30 zijdig i
Ofschoon wij begrip hebben voor vol hart. Deze vier liederen
de artisticiteit van een kunste- <„Wenn mein Schatz Hochzeit
naar. kunnen wij niet bepaald macht". „Ging heut' morgen büers
bewondering hebben voor de fi- Feld".„Ich hab' ein glühend Mes-
Dat is wel het beste compliment guur uit dit boek en veelal even- ser" en „Die
witte wolken" wijzigde i
„Die liebe Erde allüberall
blüht auf im Lenz und
grünt aufs neu
Allüberall und ewig blauen
licht die Fernen
Ewig ewig."
langspeelplaten A 00410-11 Li
Het Concertgebouworkest voprt de
werken uit o.Lv. dr. Eduard van
Beinum en meer dan in „Das Lied
von der Erde" heeft Van Beinum
de echte Mahler-sfeer in „Lieder
eines fahrenden Gcsellen" getrof
fen. Dat is meesterlijk. In „Das
on der Erde" is er soms
weinig spanning, maar dan negerbew
enkele maal. Want Amerika
bioscoop en beroepstoneel
laag ligt, doch dat deze laatste
groep ten aanzien van het bezoek
aan amateurtoneel en concerten de
hoogste cijfers toont. Hieruit blijkt
volgens de opstellers, dat bij deze
groep behoefte bestaat aan kunst-
beleving, doch dat zij deze in een
belicht, dat het te lokaal ^Paalde voi
Eenzijdig
Men kan allicht tegen deze in
terpretatie van het rassenpro-
prachtig bleem aanvoeren, dat het te
gekleurd is en dat het hier teveel
is losgemaakt van de historische
ontwikkeling. De neger in Zuid
Afrika is eigenlijk evengoed een
indringer als de blanke in dit ge
bied. De eigenlijke negerstammen
bijna uitgeroeid en de huidige
komt uit Midden
sloten kring
bij elk meningsverschil kan
verrukt zijn over deze vertolking
en over dit sublieme orkestspel.
Ook over de uitnemende opname
techniek.
Pittsburgh geboren mez-
an Nan Mcrriman zingt
beide werken met een ongeloof
lijk fraaie stem en een prachtigi
Echter dat neemt niet weg, dat
het probleem juist vandaag om
een oplossing vraagt daar er naast
alles ook nog gevaarlijke politieke
kanten aan zitten, die straks door
duistere figuren misbruikt zullen
worden om het verzet en de op-
de andere personages,
die de auteur ten tonele voert. De ke uitingen
uitgesponnen gedachten en loop merisch" mens, die niet hoger
Jan Mens-Omnibus der gebeurtenissen zijn soms ver- grijpen wil dan hij kan op compo-
boek met drie ward en een werkelijke spanning sitiegebied.
kunnen wij slechts hier en daar
ontdekken. Wij menen, dat de
r de vertelkunst van Jan Mens
En heel begrijpelijk is het dan
ook. dat De Arbeiderspers te Am
sterdam
uitgaf.
romans, nl. „De Gouden Reael'
„Koen" en „De
Deze regels zijn eens terecht een
blauen Augen vóór zijn dood 11) 1911 op bijna 60- ,,mystiek optimiame en-een religi- te uitspraak van het Duits .er-
Schatz zijn heerlij- jarige leeftijd. Hier de tragiek van eus levensgeloof genoemd. Zag geet. Maar van de 1ste tot de laat-
wat „schwar- de levensernst, de wetenschap Mahler reeds iets van een schone ste noot is dit doorleefde zang
or de dood te staan en afscheid verte ta «en nieuwe wereld?^ We En zeker niet minder die
soraVev^nSnS'lrtaiull- het
richten. Bij Abrahams heeft zijn
geroep om vrijheid vandaag nog
een gezonde achtergrond, en als
Cultuurse-
welke serie „Het Genie"
r"n 18e druk beleefd. „Koen", de is verschenen, dit keer een min-
jeugdherinn erin gen van en Am- der gelukkige keus hebben ge-
•terdamse jongen" (1941) heeft 5 daan.
DE RIJPE mens Mahler, de
man die ook een tragiek heeft
maar een andere dan in zijn jon
gelingsjaren. herkennen we uit
ander werk, uit zijn „Das Lied von
der Erde", geschreven drie jaar
weten het niet, m«ar met dit af- tenor Ernst Hafliger, die ook drie zodanig heeft hij met zijn boek
scheid van het leven m „Das Lied liederen in ..Das Lied von der Er- een goed werk verricht, dat de
igt. Zijn weergave betekent volle aandacht waard is.
„Gij arme mens, hoe lang von der Erde" heeft Mahler on- de'
leeft gijdubbelzinnig getoond niet klaar te een hoogtepunt
Geen honderd jaar moogt zMn met .W «rdgebondenheidlen dit grootse Mahlerwerk. Voor al- H*t boek is een goed verzorgde
met al het voze speelgoed Godzoeker te zijn. Het is zijn bijzonder bezit
dezer aarde, schoonste werk geworden.
i heel Voorhout
CORN. BASOSKI.
telt 308 bladzijden.
HERM. STEGGERDA.