ÉÉWUti?
ISTVAN LUST ONZE BOONTJES EN PSALMEN NIET
l
EEN GEPIJNIGD MAGYARENHART
....machteloos moest de
vrije wereld toezien
Cijfers tonen
aan dat het
allemaal
wel meevalt
HONGARIJE'»
Het is rustig in Boedapest. Ogenschijnlijk heerst er een normale
toestand in de stad. Het puin is weggeruimd en op het eerste
gezicht herinneren weinig dingen meer aan de strijd, die een jaar
geleden Hongarije In vuur en vlam zette. Op de plaatsen, waar het
hevigst werd gevochten, kan men de littekens nog zien, zoals bij de
uitgebrande Kilianskazerne, waar generaal Pal Maléter en zijn man
nen zich op zo'n heldhaftige wijze hebben verzet" tegen een grote
Russische overmacht. Onder een boom, waaraan een jaar geleden
een kolonel van de gehate geheime politie werd opgehangen, bloeien
nog late bloemen en de grasperken zien er goed verzorgd uit. De
graven van de omgekomen vrijheidsstrijders zijn uit parken en
plantsoenen verwijderd
Er is weer een druk verkeer van bussen en trams in Boedapest.
De treinen rijden op tijd. De etalages van de levensmiddelenwinkels
zijn goed gevuld. Er is voedsel in overvloed en het is voor een rede
lijke prijs te koop. Men ziet dan ook geen lange rijen meer voor de
winkels staan. Op deze wijze trachten de Russen, de onderdrukte
bevolking rustig te houden, totdat de Hongaarse communisten de
zaken weer volledig in handen kunnen nemen.
De Sowjet-autoriteiten beschikken echter over een nog doel
treffender middel om de mensen in bedwang te houden: de terreur
van de AVM, de geheime politie, die zich overal doet gelden. Arres
taties op grote schaal zijn aan de orde van de dag. Totdusver zijn
meer dan 100.000 mensen gearresteerd en vele duizenden werden
„ter plaatse neergeschoten". Niemand durft meer openlijk over
politiek te spreken. Het is dan ook, of alle Hongaren onverschillig
staan tegenover de gang van zaken in hun land.
De schok van de Russische interventie en het uitblijven van de
hulp uit het Westen hebben een vernietigende uitwerking gehad.
Men heeft geen uitzicht meer. De voornaamste zorg is, zich zo goed
en zo kwaad als het kan door de moeilijkheden van elke dag heen
te slaan. Velen zoeken hun toevlucht in ontspanning en gaan naar
café's en dancings, waar de alcohol en de muziek weer even de
rauwe werkelijkheid van het dagelijkse leven doen vergeten.
In het begin hebben vrijwel allen zich afgevraagd, waarom de
hulp uit het Westen uitbleef en waarom de vrije wereld machteloos
moest toekijken. Maar dat is al weer een jaar geleden. Nü weten
zij wel, dat er geen grond geweest is voor hun verwachting, dat de
westelijke mogendheden wel zouden ingrijpen. Ook beseffen zij,
dat een dergelijk ingrijpen de gehele wereld in vuur en vlam zou
hebben gezet. En zo hebben zij zich langzamerhand verzoend met
de omstandigheden, waaronder zij moeten leven.
Achter deze onverschilligheid gaat echter een enorme tragiek
schuil. Want in de beslotenheid van de gehavende huizen van
Boedapest en van bijna alle andere steden en dorpen van Hongarije
heerst diepe rouw. Vrouwen treuren om het verlies van een man
of een zoon of van beiden. Kleine kinderen vragen, waarom moeder
huilt en willen weten, of vader nu echt nooit meer terugkomt.
Er zullen ook mensen zijn, die opstandig de vuisten naar de
hemel opheffen en hun verdriet uitschreeuwen in de klacht, waarom
God dit alles heeft toegelaten. Bij zulke hartverscheurende tonelen
kunnen wij beter niet teveel zeggen, maar past het ons, de stilte op
te zoeken om te bidden voor het Hongaarse volk. Bij God zijn alle
dingen mogelijk, ook wat wij naar menselijke maatstaven voor
onmogelijk houden
EEN jonge Hongaar in een grote Hollandse stad ke"eerfweg6baant^oordTmTemjkhe-
i i- i 1 Ti den van de Nederlandse taal. Ze heeft
ontmoet Zijn maatschappelijk werkster. Ik Zit echter in de roos geschoten. Ja, Janos
1 it. I O,, Staat buiten te wachten, geeft de jon-
er niet geheel toevallig bij en hooi en gen toe
zie deze ontmoeting op het „Hongaarse spreekuurtj
Janos, ook een jongen uit Boedapest,
t~\ geeft hier de toon aan. Hij heeft zijn
met stijgende verbazing aan. Dat cTd ongeveer zo in vrjenci overgehaald een ander kosthuis
te vragen, waar hij gaan en staan kan
zijn werk.
zijn dan, eenmaal geborgen in de
schoot van zo'n Hollands gezin, zon
dagsavonds bij het huisorgeltje psal
men meezingen?
„Zondags moet ik psalmen meezin
gen", zegt Istvan dus nu met een vies
ezicht ..en uitgaan mag ik ook haast
laat op "zo'n gedwongen
testant te moeten zijn. Dat is nooit zijn
bedoeling geweest. En dat pruimt hij slotte door
kelijk kosthuisje, dat hem zijn geeste
lijke en wereldlijke vrijheid laat.
Hij is, zo horen we, een vi
vele Hongaarse jongeren, die zich in
voelen. Die plceggezinn<
het algemeen geen groot su<
weest, grotendeels door hun
re instelling. Een Hongaarse jonge-
re heeft temperament, zijn bloed Daar werkten'
opstand ontleende staf
dit temperament: de
lutie is door de Istvan
Hij kan er echt niets z
deel zijn kracht
„Dag juffrouw", zegt de opge
schoten knaap en hij zegt het lang
zaam, maar duidelijk. „Dag Istvan hoe
gaat het met jou", is de tegengroet
van de m.w. En wat er van Istvans
dienst is. De donkere jongen opent. 0-
zijn expressief gezicht met een gulle niet" Hij protesteert nu terecht
lach ter inleiding van zijn verzoek. manH!
Dan spreekt hij, kortaf, in gebroken
zinnetjes zijn wensen uit.
„Ik wil ander werk, juffrouw, en
ander eten en ander kosthuis. Ik lust
hun boontjes en hun aardappels niet".
Dat is voorlopig de hele klacht van
deze jonge Hongaar. Hij maakt er
echter zoiets als een aanklacht van
en na lang aandringen van de kant
van de m.w. voegt hij aan de boon
tjes en de aardappelen ook nog de
psalmen toe Van de eerste twee gé-
rechten houdt hij per se niet. maar
die psalmen lust Istvan ook niet.
En dat is, zo vernemen we later, min
of meer zijn eigen schuld. Want
Istvan, afkomstig uit het oproerige
Boedapest van de vorige november
dagen, toen ook hij een geweer droeg,
maakte, eenmaal veilig in Oostenrijk
aangekomen, een gedachtefout.
Toen eenmaal vaststond dat zijn
vlucht in Nederland tot een voorlopig
en goed einde zou komen, heeft deze
minderjarige knaap zich voor „protes
tant" uitgegeven. Nederland is een
protestant land, zo had hij gehoord,
dus zal het wel makkelijk zijn om je
na binnenkomst als protestant voor te
doen. Van huis uit was hij echter ka
tholiek. Een bijkomstigheid waarover
hij de laatste twaalf jaren, die onder
het communistische bewind, niet zo
veel had nagedacht. Tenslotte was gods
dienst niet erg populair en als je er aan
deed, voelde je er in het rode Honga
rije onherroepelijk de terugslag van
in je werk of, studie.
Maar goed, vrijheid van godsdienst
was ook een van de zegeningen van het
vrije Westen en dus maakte Istvan
er bij zijn intrede in Nederland een on
doordacht gebruik van, menende zo
i zijn voordeel te handelen. Het pak-
hij wil. Dan kan hij ook de
dag doorbrengen zoals hij wil en zoals
ze in Boedapest gewoon waren. Lang
uitslapen en dan 's middags de stad
in om zich er tot heel laat op uit
gebreide schaal te vermaken. Maar
ja. de maatschappelijk werkster wil Ist
van niet langer tegenwerken. Als hy
dan met alle geweld wil veranderen,
als hij weet wat hij wil. dan zal
ze hem wel verder helpen. Een ander
tehuis voor hem zoeken. Hij is ten-
'^■misverstand p'
kortom, hij wil een gemak- strenge gezin gekomen en verandering
dus mogelijk. Zo krijgt Istvan zijn
:in en Janos ook.
Aan het werk is ook wel wat te doen,
i veel heen en weer gepraat. Ja, de
nooit een geweer gedragen maar zocht
louter het avontuur. Nu dat er niet meer
was, is hy weer teruggegaan. Istvan
begrijpt hem niet erg goed, maar
krijgt nog regelmatig brieven van hem
uit Hongarije gestuurd. Istvan weet
echter zelf niet wat er allemaal van de
inhoud waar is. Hij vertrouwt het in
geen geval. Er staat in dat hij en zijn
makkers maar ook gauw over moeten
komen, omdat alles in Hongarije ver
geven en vergeten is.
Istvan is echter verstandiger
en trapt er niet in. Hij weet, dat
er een paar lokvogels van de
teruggekeerden op het vinken
touw gezet zijn, om te verdoeze
len dat een grote groep van de
terugkomers nog steeds wordt
vervolgd. Istvan mag dan klagen,
hij blijft zitten waar hij zit. Tot
betere dagen aanbreken.
Ontroerend waren de tonelen, die zich in het vrije Hongarije
afspeelden. Eindelijk voelden de mensen zich vrij. Overal stroomden
de mensen naar de pleinen om hun vreugde te uiten en in de
overvolle kerken dankte men de Allerhoogste, Die na zoveel jaren
van onderdrukking uitkomst had gebracht... Een dankbaar volk
vierde zijn bevrijding
i,-'
Zolang de Russische troepen zich nog in Hongarije bevonden, kon
echter van werkelijke vrijheid geen sprake zijn Op aandringen van
de vrije regering van Imre Nagy stemden de Russischp militaire
leiders toe in het houden van besprekingen over het terugtrekken
van hun troepen Generaal Pal Maleter begaf zich met zijn stal
naar de Russische onderhandelaars. Hij is nooit teruggekeerd de
gehele Hongaarse delegatie werd gearresteerd...
na dit walgelijke verraad tegen deze helden van het
irzel sloegen de Russen met hun tanks toe. Met vele
i misschien wel duizenden tanks verpletterden zij de
4 november vernietigden de Russische tanks alles, waarv
duizenden Hongaren hun leven hadden gegeven Een golf
afschuw ging door de gehele vrije wereld...
We zijn soms waf
sceptisch, maari
EN TOEN kwamen de Hongaren
dan ln ons land. Wie van ons
eerlijk durft zijn, zal het moeten
toegeven: zo vol medegevoel en zo
bereid tot helpen zijn we niet meer.
Het Is allemaal en overal wat ge
luwd en als we nu, toevalligerwijs
soms, een paar Hongaren tegenko
men, kijken wij met andere ogen
naar de ontheemde gasten, dan in
die novemberdagen van 1956.
En toen we bovendien hoorden, dat
een paar van deze Hongaren zich
anders gedroegen dan in onze
kraam te pas kwam, toen heeft
menig Nederlander even het voor
hoofd gefronst. Maar. terwijl hij
dat deed. vergat hij, dat niet al de
ze Hongaren over de ene kam, die
we al bU voorbaat pasklaar had
dien liggen, geschoren kunnen wor
den. HIJ wilde zich niet altijd reali
seren, die Nederlander, dat deze
bepaalde misdragingen over het al
gemeen tot de uitzonderingen be
hoorden. Want nu. in november
1957, weten wij. dat toch zeker min
stens tachtig tot negentig procent
van de kleine drieduizend revolutie
vluchtelingen. hier beslist geen bij
zondere moeilijkheden oplevert.
Dit is dan niet zomaar een (veronder
steld cUfer. Mr. f. Verberk, het
hoofd van de Nederlandse federa
tie voor vluchtelingenhulp, kan aan
de hand van zijn éénjarige ervarin
gen dit cijfer als juist onderschrij
ven. Van het begin af aan, toen de
vUf grote treintransporten 2853
vluchtelingen in handen vol medele
ven achterlieten, is het wel en wee
van de nieuwkomers ook door cij
fers gevolgd], die er als volgt uit
zien: in de periode november-febru-
ari meldden zich 2427 Hongaren
voor arbeidsbemiddeling aan. Voor
2097 van hen slaagde men erin een
soms meer, soms minder geschikt
emplooi te vinden. Hiernaast kwa
men er 201 afvoeringen voor we
gens ziekte, psychische ongeschikt
heid, vertrek naar het buitenland
en andere redenen.
Dat vertrek naar het buitenland be
trof niet de terugkeer naar het
eigen, strak geregeerde vaderland,
al weet ledereen, dat een aantal
Hongaren toch weer in tegenover-
gstelde richting de grens is over
gegaan. Hun juiste aantal is 342.
Voor hen, die bleven, was de eerste
nood al spoedig gelenigd. En maat
schappelijk werk en in het bijzonder
de federatie van mr. Verberk bleven
actief. Men hielp en helpt nog op
het soms lastige terrein van de
maatschappelijke en geestelUke aan
passing. waarbij de vraag van de
werkgelegenheid en het „hoe en
waar wonen ze" niet alleen de aan
dacht vragen.
Maar goed, reeds heel wat is in gun
stige zin bereikt. En nu wordt dan
alle aandacht gegeven aan het zo
snel mogelijk doen „inschieten"
van de Hongaren op de Nederland
se verhoudingen; het inpassen in
onze samenleving, die zoveel anders
is. Met de ouderen, de gezinnen
(vooral, zal dat niet zo moeilijk zijn,
naar de mening ook van de heer
Verberk en de maatschappelijke
werkers. Doch een kleine groep, on
geveer tien procent van het totaal
uitmakend, geeft soms wel van die
moeilijkheden: „Deze groep zit
nog steeds met zichzelf in de knoop
en weet zich nog niet helemaal
goed raadi hier. Deze slecht aan te
passen figuren krijgen straks dan
ook meer dan normale aandacht."
Door de federatie is al aan het Insti
tuut sociografisch onderzoek van
het Nederlandse volk verzocht op
korte termijn rapport uit te bren
gen en suggesties te doen. die een
snelle integratie van de Hongaarse
vluchtelingen mogelijk moeten ma
ken, waarvoor in de eerste plaats
situatieanalyses nodig zijn. Met de
„inpassing" van de jonge Hongaar
zal daarbij nog het meest rekening
gehouden worden, aangezien de
leeftijdsgroep van rond de 25-jari-
gen verre in de meerderheid is. Die
leeftijdsopbouw ziet er nl. zo uit;
68,5 pet. beneden de veertig, 30 pet.
van veertig tot zestig en 1,5 pet.
boven de zestig jaar.
Zo lcomt mr. Verberk tot de conclu
sie, dat de helpende hand de Hon
gaar in ballingschap niet mag ont
vallen, nog lang niet.
i Nederlands pleeggezin niet thuis juffrouw kent daar de moeilijkheden
al te goed van. De Hongaarse
ge- jongeren voelen zidh achteruit gezet.
Ze zijn het in feite ook, gezien de
•erkverhoudingen in hun vaderland.
als jongere tegen
het algemeen sneller volwaardig loon; de leeftijd deed er niet
een Nederlandse jonge- toe. alleen de prestatie was de maat-
De jongen, die ginds t
mberrevo- loon verdiende en hier genoegen moet
n gedragen, nemen met een weekloon van 27 gul-
Ii doen. deze den tenyijl hij meent als vakman het-
jonge Hongaar, als zijn tempera- zelfde te presteren als zijn oudere col-
HET „SPREEKUURTJE" VAN DE
MAATSCHAPPELIJK WERKSTER
i jaar geleden
aangeslagen nu geen aansluiting
kan vinden bij de gemoedelijkheid
van het Nederlandse gezin.
Istvan windt er tegenover zijn maat
schappelijk werkster geen doekjes om.
Hij wil meer bewegingsvrijheid, wil
later thuiskomen dan zijn pleegouders
goed voor hem achten. „Jij bent mijn
vader niet," heeft Istvan zijn goedbe
doelende voogd verwijtend gezegd, en
of de juffrouw nou maar zo vriendelijk
wil zijn hem weer eens te helpen.
Nu, de juffrouw kent hem en zijn
problemen wel zo'n beetje en helpen
wil ze hem zeker Maar wacht nou een?
even Istvan, zegt ze overredend. Je
te echter allemaal anders uit dan de moet misschien nog wat
jongen had kunnen denken. Hij werd.
als minderjarige, bij een Nederlands het nog wel
pleeggezin ondergebracht. Dat stelde
zijn deur
Ze kijkt de jongen
en veelbete-
hart"voor hem open. Zijn kenend: „Janos staat zeker huit»n od
pleegouders hadden het beste je te wachten, nietwaar Istvén?" Ze
En wat kan er beter spreekt op de gebroken toon
hoog lega, ervaart dit naar Hongaarse maat
staf als onrechtvaardig. Het kan dan
gebeuren, dat hij door de twee gulden
zakgeld, die hij wekelijks overhoudt
de vrijheid niet meer zo lokkend kan
noemen. Het is een van die dingen
waaraan hij nog terdege moet wennen.
Wel, we kunnen hem gerust ver
der met haar alleen laten, in dr
wetenschap dat hij heus wel terecht
komt, al zullen er zich nog legio
moeilijkheden voordoen, Istvan is in
wezen geen moeilijke jongen, dat
moet men goed begrijpen. Hij is al
leen anders geaard dan Jan, Plet en
Klaas in Nederland.
Hij is, als het er op aan komt, een
verstandige knaap. Verstandiger dan
poosje daar, misschien valt zijn broer, die het er in maart maar
op waagde de vrije wereld de rug toe
keerde en weer naar Hongarije terug
ging. Hij kon het hier niet zo best vin
den en had daarenboven ginds nog zijn
de vrouw zitten. Hij, vertelt Istvén, had
Deze Hongaar, zijn naam doet er
niet toe, heeft recht van spreken.
Hij is opstandeling, in zijn hele
doen en laten. Een jaar geleden
was hij ook revolutionair in zijn
daden, nu alleen nog maar in zijn
woorden, die striemen als hij het
heeft over het grote Russische
verraad, maar ook als hij wee
klaagt over het uitblijven van ge
wapende westelijke hulp op het
kritieke ogenblik. Hij speelde een
voorname rol in de opstandige be
weging van Boedapest, hij leidde
een gevechtsgroep van een grote
bioscoop uit. Hij is ook een van de
weinige Hongaarse verzetsstrijders
die een legitimatiebewijs kunnen
tonen. Iedereen die daar in die da
gen een geweer droeg kreeg van
het revolutiecomité zo'n bewijs,
zegt hij. Hij heeft in Nederland
weinig landgenoten met dit ver-
zetsteken ontmoet en dat doet zijn
nog strijdvaardige Magyarenhart
pijn. Want hij wil terug, te zijner-
tijd natuurlijk, maar toch terug
met jonge even strijdvaardige
Magyaren als hij, de dragers van
de geweren, niet de weglopers: de
dragers van de novemberrevolutie,
liet de avonturiers. Hij vertegen
woordigt het revolutiecomité in Ne
derland en hij heeft contact met
buitenlandse groepen. In heel deze
man met zijn scherp gesneden ge
richt waarin donkere ogen schroei
en leeft de verzetsgeest, leeft Hon
garije van straks. Jammer, zegt hij
nogeens, jammer dat jullie ons toen
in de steek lieten. We hadden er
op gerekend, radio Vrij Europa had
het ons beloofd, hulp zou komen.
Als die hulp was gekomen was
Kadar weggebleven en was er geen
bloedzondcg geweest.
Zo'n kans komt nooit weer, ver
zucht onze man, die ondanks dat
toch blijft hopen op het licht van
de vrijheid dat toch eens ook Hon
garije moet verwarmen. En daarom
blijft deze Hongaar ijveren voor die
vrijheid, die hij pas buiten zijn
landsgrenzen vond. Een ding hoop
ik, zegt hij, dat Nederland geen
handelsverdragen meer zal sluiten
met het onvrije Hongarije. Ruil
handel moet onmogelijk worden
meent hij die elk contact met Ka-
dar onmenselijk noemt en teqen
wil houden. Zo spreekt de man,
die de Hongaarse verzetsgeest hier
levend houdt met de gedachte die
binnen niet al te lange tijd over
te kunnen dragen op het neerge
slagen Hongaarse volk, dat naar
z\in mening weer op zal staan om
recht te krijgen. De rode maan mag
Hongarije niet in de schaduw stel
len, aldus de strijder uit Boedapest.
De rode maan mag ons de bloed-
zondag niet doen vergeten. Daar
voor herinneren we ons alleen maar
de woorden die de Hongaarse vrij
heidszender op zondag 4 november
om 14.34 uur uitzond: „Volkeren
van de wereld- Hoor ons aan, help
ons. Óp de wachttorens van het
duizendjarige Hongaarse rijk do
ven de vlammen. In naam der ge
rechtigheid, vrijheid en daadwer
kelijke solidariteit, help ons. Vol
keren van Europa, wij hebben u
honderden jaren tegen de uit Azië
aanstormende barbaren beschermd.
Hoor nu het stormgelui van de
Hongaarse klokken. Kom en red
ons! Het schip zinkt, het licht ver
dwijnt, de schaduwen over de Hon
gaarse aarde worden van uur tot
uur donkerder! Vergeet niet, dat
de Sow jets bij hun brutale storm
loop geen halt kennen. Als wij
zijn ondergegaan bent u het vol
gende slachtoffer. Help ons Red
ons Help Helpr
(12433
NEMZETÖRSEGI IGAZOl
Nért
Sziilctési év:
Anyja nevc:
Nemzetor részére, aki fegsj
lcscrc jogosult.
Budapest,
Wz. fegyver részére kiadva.
hó-n.
gfofoWor Zit (O. szd.)
alairasa