3Com kaaóticf 16meter GROOTS WERK VAN HENK KRIJGER y 3 V tnodiging tot ergenis Pianomuziek van Beethoven IHrifKK liederen van Schubert ZONDAGSBLAD ZATERDAG 26 OKTOBER 19ó[ Mum van Wanneer wij de nieuwe christelijke H.B.S. te Gronin gen binnenkomen via de hoofdingang, betreden wij een ruime hal van 16 x 7 a 8 m, waarvan het plafond onder steund wordt door een,4-tal forse pilaren, waartussen een niet minder forse trap, welke naar de boven gelegen verdiepingen voert. Links zien wij een raamwand, die uitziet op een binnenplaats, rechts een wand, welke aan beide kanten geflankeerd wordt door een stel dubbele deuren, een ingebouwd aquarium en een klasse- deur, een wand van 16 x 4 m, die nooit in zijn geheel is te overzien door de aanwezigheid van genoemde pilaren en trap. Deze wand als geheel te beschilderen met als onderwerp een bijbelse voorstelling, zo luidde de opdracht aan Henk Krijger, een opdracht groots in zijn omvangrijkheid en ook niet minder groots in zijn hiervoor op te lossen moeilijk heden. Het gaat er immers niet om een wand met wat voor onderwerp ook in een aantal op elkaar afgestemde en zeer verfijnde kleuren, samengesteld tot een sublieme compo sitie, op dekoratieve wijze te vullen, voor een wezenlijke wandschildering is meer nodig. De wand is een essentieel deel van de ruimte en bij de ontwerpschets van deze ruimte is genoemde wand al ge dacht als beschilderd deel hiervan, om als zodanig een component te vormen van de andere wanden, het plafond, de vloer en wat zich verder in de ruimte bevindt. Zo be zien is de wandschildering dus niet zo maar een zinloze versiering van het hiervoor aangewezen muurvlak, nog minder een groots opgezet schilderij met een zinvolle voorstelling in die ruimte. In wezen is dus de wandschil dering een voltooiing van het werk van de architect, een voltooiing van de ruimte en evengoed als de trap, de ra men, etc., een element van de ruimte. Hel mag een verheugend verschijnsel genoemd worden, dat er nu ook bij de bouw van christelijke scholen aandacht geschonken luordt aan een verantwoorde en artistieke wand- beschildering. Nog te vaak wordt de artistieke verzorging van een schoolgebouw als een lure beschouwd. De nieuwe Chr. H.B.S. in Groningen heeft in dit opzicht een voorbeeld gesteld en voor een zeer groot werk een wandschildering van niet minder dan 16 meter een kunstenaar uit het eigen protestantse kamp aangetrokken, nl. de schilder en illustrator Henk Krijger. Onze medewerker Arie Vermeer heeft de school bezocht en geeft hier zijn indrukken weer van Krijger's werk. symbolische weergave aan van de op de school gedoceerde vakken. Ook hier blijkt weer de veelzijdig heid van de schilder uit zijn ge voel voor het materiaal. Zijn het in het metaalplastiek de in ver schillende vormen herwerkte me talen als draad, gaas, geperforeer de plaat e.d., die hij ineen smeed de tot een zeer gevarieerde com positie. Bij de glasmozaieken op de ruiten, waren het de tintelende lichteffecten, die hem als het wa re op luchtige wijze brachten tot een open compositie van licht en kleur. ARIE VERMEER. Het gaat er om. of de schilder, die de opdracht uitvoert, ongeacht zijn voorstelling, gevoel heeft voor de ruimte en haar verhoudingen of hij werkelijk met zijn figuren of non-figuraties een compositie en kleurstelling weet te scheppen, die de bekroning vormt van het door de architect opgezette werk. Veelzijdig Henk Krijger nu, die al veel van zich deed spreken als illustra tor en boekverzorger, heeft ons bij de voltooiing van oit en ander werk. o.a. een metaalplastiek en giasmozaiek in deze zelfde school, getoond, dat hij niet alleen een knap tckenaai. maar ook een zeer veelzijdig kunstenaar is. Zelden zien wij het samen gaan. dat een kunstenaar, die op kostelijke luch tige toon een verhaal weet te on derstrepen, ook met een wezenlijk monumentale verbeelding van zijn onderwerp een architectonische schepping weet te voltooien. Zijn gevoel voor de ruimte toonde Krij ger in de eerste plaats door op deze ene muur drie van elkaar on afhankelijke voorstellingen te plaatsen, waarbij wij dus uit ver schillende punten van de hal ze ker één voorstelling in zijn geheel kunnen overzien. Als onderwerpen koos hij Matt. 25:1-13, de vijf wijze cn dc vijf dwaze maagden. Of hij opzettelijk deze tekst gekozen heeft in ver band met de beschikbare ruimte, of dat hij de ruimte ondergeschikt maakte aan hei onderwerp laat ik in het midden. Het is echter op merkelijk. hoe de hier gekozen fi guren in een bruin-grijs een door lopend fries vormen boven de deu ren. waardoor deze zeker geen sto rende elementen meer vormen, doch eerder een deel van de muur met haar beschildering .uitmaakt. Het gehele muurvlak is gevuld met tot even boven de vloer door lopende voorstellingen, o.a. links van 1 Sam. 1:28, waar Hanna Sa muel in de tempel voorstelt aan Eli. (hierbij zij opgemerkt, dat dit gedeelte van de schildering, het welk in een blauw-groen tot bijna citroen-geel gehouden is. wonder wel aansluit bij de verlichting van het in de muur gebouwde aquari um) en rechts van Luk. 5:25-32. waar wij Levi zien zitten voor het tolhuis, terwijl Christus roept hem te volgen. Het tolhuis wordt hier geflankeerd door twee bomen, waarvan de één deze voorstelling doorsnijdt, terwijl de andere met de donkere lijn achter het tempel gordijn van de linkervoorstelling, een afsluiting van de eerste vormt. Is zo'n boom enerzijds een grens. „Je bent te goed, Giacomo" Jaar in, jaar uit dient Giacomo •paghetti of minestra op in het Ristoranto Italiano in de 37ste straat te Chicago De klanten ken nen hem al als de toegewijde kell- ner. die al met zijn 18e jaar zijn werk in dit restaurant doet. Dus nu al 33 jaar lang. Giacomo Doni zetti spaarde van zijn loon en spaarde van zijn fooien. Want eens wilde hij terug naar zijn Toscaanse land. eens wilde hij in de herfst van zijn leven een klein huisje kopen in zijn geboor tedorp Prépizino. Dat sparen is moeilijk, want telkens weer helpt Giacomo anderen. En als hij op een kwade dag een hartaanval krijgt en zijn spaargeld wordt verbruikt voor ziekenhuiskosten, dan wordt er met gulle hand een bedrag bij elkaar gebracht om Giacomo toch zijn wens in ver vulling te doen gaan. Oud en ge brekkig gaat hij naar Italië terug, om er zijn dorp te vinden. Maar hij blijft er nie! Giacomo was ook hier te goed. A. Rutgers van der LoeffBasenau heeft dit ver haal opgetekend en uitgegeven bij Ploegsma te Amsterdam. (75 blz. ƒ3.50». En het is een van de mooiste novellen van onze tijd ge worden. terecht onderscheiden met een eervolle vermelding door de Commissie voor de Collectieve Propaganda van het Ned. boek. Deze schrijfster heeft het verhaal met zoveel liefde voor de men.en. met zoveel gevoel voor de sfeer, niet zoveel begrip voor de fijne pomor verteld, dat het' een boek- H ia om meerdere malen te lazez. anderzijds worden de verschillen de onderwerpen, welke ieder hun eigen kleurstelling hebben, door deze bomen als repeterend motief en herhaling van kleur met elkaar verbonden tot een grote gebonden compositie. Kracht Hebben de bomen al een belang rijke compositorische kracht, niet minder is dit het geval bij de zeer sterk sprekende vertikalen in de figuren, die slechts onderbroken worden door enkele horizontalen van armen, een tafel, tempel vloer etc., welke horizontalen de verbindende elementen vormen en de voorstelling een groot ritme ge ven. Door genoemde vertikalen wint de muur aan hoogte ten op zichte van zijn enorme lengte. Nog sterker valt de compositori sche binding van het geheel op. omdat de schilder zich niet heeft laten verleiden door uitbeelding van de drie aparte verhalen, maar ondanks de reële gestalte van mens en ding, is hij hier boven de uitbeelding van het onderwerp uitgekomen tot een verbeelding er van, die teruggebracht is tot één grote, over het gehele muurvlak heenlopende essentiële beeldvorm, die is ingesteld op het vlak en dan nog wel het vlak als deel van de Veel geringer van afmeting, maar niet minder groots in hun creatieve vorm. zijn de voorts door Henk Krijger uitgevoerde glasmozaieken cn het metaalplas tiek. Op de ruiten treffen wij, uit stukjes glas van verschillende kleur en vorm samengesteld, de Een groot gedeelte muurschildering van 16 m breed in de nieuwe Chr. H.B.S. te Groningen, ge schilderd door Henk Krij ger. Links bovenaan de wijze maagden, rechts bo venaan de dwaze maagden. Boven de vogels links is in de muur een verlichte aquariumbak gemaakt. De grote voorstellingen zijn links 1 Sam. 1 28, waar Hanna Samuel voorstelt in de tempel aan Eli; rechts Luk. 5 25-32. waar Levi voor het tolhuis zit. terwijl Christus roept hem te volgen. [/X De grote hal van we Chr. H.B.S. te Gronin gen met links de grote wand, waarop Henk Krij ger zijn schildering moest aanbrengen. Rechts de ra men met in het midden de composities van Henk Krijger elk een der vak ken van de school uit beeldend. Drie grotesken van PAUL VAN OSTAYEN Een groteske is een grillig beeld werk. En wie is er beter in dit genre dan Paul van Ostayen, de Vlaamse dichter uit het begin de zer eeuw, de man die dadaïstische verzen schreef, die spotte met de logica en een heel bijzondere iro nie hanteerde. Gerrit Borgers heeft bij Uitgeverij-Daamen in Den Haag in de Ooievaar-serie drie proza verhalen. drie van die grotesken van Paul van Ostayen bij elkaar gebracht en voorzien van een in leiding, nl. ..De bende van de stronk'. „Het bordeel van Ika Loch" en „De gehouden hotel - sleutel of de kleine, domme daad". „Niet alleen de logica, ook de ernst pleegt in deze grotesken zelfmoord,'' zegt Gerrit Borgers. En de inleider ziet deze verhalen als een protest tegen de na-oorlogse (le wereld oorlog) maatschappij, toen Paul van Ostayen als balling in Berlijn woonde. Inderdaad, in deze grotes ken is geen draad ernst, is er dc sfe:van de spotternij Maar of ze nti zoveel waarde hebben, dat hiervoor een plaats is ingeruimd in de Ooievaar-serie, valt te be twijfelen. Misschien alleen voor hen die met het oordeel des onder- scheids Paul van Ostayen kunnen lezen. Voor die happy few alleen kan men toch niet gaan uitgeven. Aanbevelen kunnen we echt niet. 0VER de wederkomst van Christus wordt de laatste tientallen jaren veel gedacht, gesproken en geschreven. In de eerste christengemeenten leefde deze verwachting heel sterk. Ook in Westeuropa tegen het jaar duizend en in de bewogen tijden van de Reformatie. Maar in de 18e eeuw met haar op timistisch rede-geloof en ook, na de Napoleontische oorlogen en na 1848, in de 19e eeuw met haar grote vooruitgang op aller lei gebied, was de verwachting van Christus' terugkomst-ten- oordeel voor de grote kerkge meenschappen weinig meer dan een paragraaf in haar belijdenis. De beide wereldoorlogen hebben hierin een grondige verandering gebracht. Ook het niet-gelovige denken is op de toekomst gericht en onder de christenen is vrij wel over de gehele linie theoreti sche en praktische belangstelling ontwaakt voor alles wat op de „laatste dingen" betrekking heeft. Zo bezien mag het verwonderlijk heten dat er nog niet veel eerder een bundel gedich ten is bijeenverza meld, die de toe komstverwachting in het algemeen en de heilsverwach ting van de gelovi ge in het bijzonder tot thema hebben. Nu worden gedich tenbundels door gaans door twee mengesteld: filolo gen en dichters. De taalgeleerde richt zich doorgaans tot het verleden, eventueel met in begrip van het recente ver leden, zoals b.v. Dr. J. van Ham deed, toen hij zijn bundel Avond maalsgedichten" uitgaf voor de dichter is de mogelijkheid tot uit gave van een bloemlezing poëzie een welkome gelegenheid zich uit te spreken over hedendaagse rich tingen en stromingen in de dicht- Bundels met inleidingen, zoals b.v. ..Met twee maten" van Paul Rodenko, zijn van dit streven een bewijs. De bundel van de taal geleerde bewijst bekwaamheid en smaak; die van de dichter bewijst vooruitstrevendheid en smaak, waarbij bekwaamheid stilzwijgend wordt verondersteld. De filoloog zegt voortdurend tussen de regels door: ,,de poëzie is een weten schap!": de bundelende dichter: „de poëzie is profetie!" Dominee en dichter komt Okkc Jager, die theoloog en dichter Is en doet wat nog %-erzuimd was: een bun del eschatologische poëzie verza melen. Hij is geen gespleten fi guur, zoals Piet Paaltjens was; hij heeft geen ..zwarte tijd" achter zich, zoals Beets Zijn dominee- en dichter- zjjn vormt een eenheid, zo zeer zelfs, dat dit dichterschap een van het gangbare afwijkend beeld vertoont. Deze gehele bundel Is een onbedoelde illustratie van Ja gers eigen diehterstype. Hij ziet het vers voornamelijk als mens beeld. tijdbeeld en boodschap. Het esthetische ter wille van het esthe- Ged'chten over de „laatste dingep tische trekt hem niet. De poëzie is als zodanig bij Jager nauwe lijks soeverein in eigen kring: ze is functioneel en dienend. Zijn poë- hijzelf is en de keuze them de stellende verzen van deze bundel is een soort dichterlijk, menselijk en christelijk zelfportret. Dit blijkt ook uit de Inleiding. Hier niet de voorzichtige en om standige plaatsbepaling door de fi loloog; evenmin de felheid en propagandistische eenzijdigheid van de dichterlijke aanvoerder of commentator van een avant-garde, maar een puren van gedachten, het smaak hebben in een treffende omschrijving, een opzichtig-lijken- de, maar rake titel. En al deze vondsten rangschikt hij met liefde, zodat de Inleiding bijna een preek- over-een-onderwerp mag heten. DE keuze van Jager is dan ook niet die van de typische neerlandicus. nog minder die ;t hem aT eld in leii :er zal 7 in het vf ;e tekende 1 van de eenzijdig op poëzie inge stelde. hevig-levende jonge dich ter. Want wel is hij jong en he vig levend, en dichterlijk be gaafd, maar zijn roeping als predikant heeft alles opgeslokt, zodat de predikant en de dichter eikaars aspect geworden zijn. Rustig neemt hij een lied op van Joh. de Heer: tegenover De wind dichterlijke reputaties of het ont- de honden breken daarvan staat hij geheel de vrij. Dit is niet meer of minder dan een doorbreken van literaire tradities, misschien geïnspireerd op de gedachte: de ware litera tuur spot met de „literatuur". huize nu kennis met gedii die anders buiten hun sfcei bleven zouden zijn. Ook van Marsman. Roland Hols anderen, die over het geheel tot de chr. poëzie gerekend nen worden, maar die hier vlakken vertonen met dc telijke heilsverwachting nan op. Als het schepsel zuclit de Verlossing, zouden dan dichters zwijgen' Ik ga deze bundel bespreken: men moet schaffen en er geregeld De goedwillende lezei dit tussen haakjes i ir fragment van ondergetekende bl. 81 wel een paar zin- en trum verstorende drukfouten len verbeteren: „Als één dorst gefolterd, en gewond, w bloed is weggevloeid, voor een dronk betekent zijn of DeJ bovenstaande vetgedru woorden ontbreken daar nar lijk. In een tweede druk. die 5' spoedig verwacht, zullen d t en mogelijke andere onvolkoi- heden wel weggewerkt zijn. C. RIJNSDOlf" „Kom haastig!" Get RECREATIE Wij zagen het aan de bom n toen wij vanmorgen ontwa 17 aan de hoge bomen rondom het huis. En wij hoorden het. overal ons h het was met geen naam te het was met geen pen te beschi het was als met handen te Voor de criticus is dat bijzon der interessant, vooal ook om dat deze doorbrèking van beteke nis kan zijn voor het meer een voudige christelijke volk. d.at im mers ook Jagers eigen verzen heeft verslonden. Via hem ma ken de lezers van christelijken hebben elkander omari zwijgend, maar met gebaren van vreugde. En onze ogen fluisterdeni Eindelijk. Het is er eindelijk, Het is er onomwonden. ANTON B. LAl^ Overgenomen uit „Kom gedichten over de wee door "okke Jager,"'uitg. T. H^K n! N.V., Kampen. De essayist en criticus J. öres- hoff weet verdraaid goed hoe hij door velen bekeken wordt. Hij weet dut veel var. zijn geschriften in derdaad met ergernis worden gele zen. Zijn leven lang heef: Gres- hoff weerstanden opgeroepen, vaak onbewust. Dia veerstanden kwa men niet altijd door zijn conclusies of be^eita^jaHMHggggi taseerd cis-moll Op. 27 no. 2, die nog steeds de ietwat sentimentele bij naam „Mondschein"-snnate heeft Welk een romantiek ligt er in dat woordje ..Mondschein". In Wenen heeft men die Sonate vroe ger zelfs de ..Lauben-Sonate" genoemd daar ze in een prieel ge componeerd zou zijn. Wie dan nog verder weet dat de Sonate is opgedragen aan een van Beethoven's geliefden, nl. de mooie Gravin Giluetta Giucciardi (door Beethoven zelf een lief en betoverend meisje genoemd) die kan bij dit werk heel wat fan- naar een 'hele uit te halen. Maar heus, dat al les heeft met die Sonate niets te maken en de naam werd alleen maar gesuggereerd door het won derbaarlijke. dromerige en stille inleidende Adagio. Het tweede deel is een Allegretto, een meer luch tig stuk, door Liszt eens een „Blume zwischen zwei Abgrün- den" genoemd. Het laatste deel is zeer onstuimig. Het is werke lijk niet allemaal rozegeur en ma neschijn in deze Pianosonate van Beethoven, die bovendien door de componist niet als zijn beste sona te werd beschouwd. Beethoven was er indertijd zelfs een beetje kregelig over dat men steed6 maar over die cis-moll sonate sprak en zei: ..Ich habe doch v.ahrhaf- t«g Besseres geschrieben." PHILIPS heeft deze in 1801 ge componeerde Sonate met nog twee andere populaire Pianosona tes van Beethoven - de Sonate in f-moll Op. 57 (zgn. Appassiona- ta"> uit 1804 en de Sonate in c- moll Op. 13 (zgn ..Pathétique") uit 1798 op één langspeelplaat uit gebracht in een vertolking van de befaamde Duitse pianist Hans Richter Haaser (geb. 1912 in Dres den en «hans leider van dc mees terklasse voor piano aan de Nord- westdeutschen Musikakademie in Detmold». een pianist die ook in Nederland door talrijke recitals zeer geliefd is. <30 cm. langspeel plaat A 00325 L' De Sonate Pathétique is opge dragen aan eeti van Beethoven? Weense beschermers Vorst Lich- nowsky en toont al het drama tische talent van Beethoven. De Appassionata heeft verwantschap met de Vijfde Symfonie van Beet- Hans Richter Haaser speelde voor Philips de drie meest po pulaire piano-sonates van Beet hoven (Mondschein. Pathétique en Appassionato). hoven met haar noodlotssfeer. Toen een van zijn leerlingen hem een? vroeg wat Beethoven met de ze Sonate wilde uitdrukken, ant woordde de componist: ..Lesen Sie Shakespeare's Sturm". Hans Richter Haaser heeft de ze drie Sonates in een ongeloof lijk muzikale vertolking gegeven. Hij heeft nergens te veel belicht, nergens te veel romantiek óf hartstocht gegeven, nergens ook de constructie geweld aangedaan met al te willekeurige rubati. In tegendeel. het is alles geadeld door de geest van een groot mu zikant en met een toucher- en pe- daalbeheersing, die bovendien de vaeriige musicus doen kennen. RuAter Haaser mag dan een en kele echt ni«t belangrijke herha ling niet spelen, hij mag zelfs de 2e maal het Allegretto uit de Mondschein-sonate net iets snel ler nemen dan de le maal. de plaat mag in het 2e deel van de Pathétique een tikkeltje zweven, het alles doet niets af aan dc grootheid van techniek en van geest dezer vertolkingen. Hans Richter Haaser heeft het totaal beeld der sonates klaar voor ons neergezet en bovendien de muzi kale spanningsbogen geniaal ge trokken. Van hem moeten er meer platen uitkomen, wamt dit is musiceren van deze tijd. pOLUMBL\ heeft een ander werk van Beethoven op de plaat vastgelegd, nl. de 32 Variaties op een origineel thema in c-moll Op. 191. gespeeld door de eveneens be faamde Poolse pianist Witold Malcuzynski (geb. 1914'. Malcu zynski is nog een leerling van Pa- derewski. won in 1937 een prijs op het Chopinconcours in War schau en maakte in 1946 voor de B.B.C. in Londen een serie Cho- pin-opnamen, gespeeld op de vleu gel die Chopin in 1848 in .Londen had bespeeld. Malcuzynski is een der allergrootste pianisten van de ze tijd. Wie dit niet wist kan het ho ren aan het fantastische Colum- bia-plaatje met de 32 Variaties i plaat ESBF 141) met aan elke kant 16 variaties van dit in 1806 gecomponeerde werk. Beethoven beheerste de variatie-kunst als geen ander en Malcuzynski laat niets, maar dan ook letterlijk niets van deze kunst verloren gaan. Hij zet alles duidelijk en klaar neer en toont een technische be heersing die velen - ook vele be kende pianisten - hem zullen be nijden. Een plaatje dat u niet mag vergeten. T^VENMIN als dat kleine plaat- je. dat COLUMBIA uitbracht van de in 1915 geboren Duits-Oos tenrijkse sopraan Elisabeth Schwarzkopf met vier liederen van Schubert <..An die Musik". ..Das Lied im Granen". ,,An Syl- VIA NA At, O SN PLAAT via" en ..Grctchen am Spinnra- de begeleid door niemand min der dan de bekende Zwitserse pia nist Edwin Fischer. (45-toeren- plaat SEL 15641 Elisabeth Schwarzkopf is een van de zange ressen. die zich naast haar ope ra-carrière ook kan bewegen op het terrein van het lied en het oratorium. Deze oud-leerlinge van Maria Ivogün heeft deze vier klei ne liederen van Schubert tot de kostbaarste juweeltjes uit de lied literatuur gemaakt. Dit is niet al leen zangkunst van het allerhoog ste gehalte, maar ook een hoge muziekbeleving. En in de samen werking met Edwin Fisoher is er niets, dat te wensen overlaat. Voor de liefhebbers van het scho ne lied een zeer kostbare aan winst in dc discotheek en juist door het kleine formaat financi eel voor iedereen bereikbaar. CORN. BASOSKI. hautain gebaar zijn conclusies po neert. Het zij hem vergeven, om dat hij in ieder geval toch altijd tot een conclusie kwam. En dat kan niet van alle beoordelaars en essay isten gezegd worden. Uit zijn eigen werk heeft hij een kleine keuze ge maakt. die hij noemde „Uitnodi ging tot ergernis" (Ooievaar-serie Ui tg. Daamen. Den Haag) en liet inleiden door L. Vroman.die dat wat pathetisch deed. De keuze be vat enkele gedichten, een vijftal lekepreken en stukjes over Willem Elsschol. Jan van Nijlen en J. H. Speenhoff. Het is alles al eerder uitgegeven En het is alles van a tot z Greshoff. Henk Zoutendijk met de typi sche figuur van Lamme Goed zak en achterop de ezel de Vlaamse held Tijl Uilenspiegel. en de zeven*" ondeugden. De Poolse pianist Witold Mal cuzynski brengt de 32 Variaties op een origineel thema van Beet hoven tot klinken op een kleine Columbia-plaat. £EN figuur, die sinds de 16de eeuw bij iedereen bekend is om zijn grappen en verbluf fende schelmenstreken, zal binnenkort in een nieuwe ge daante op het toneel verschij nen. Het is niemand minder dan Tijl Uilenspiegel, die weer is opgedoken. In opdracht van het minis terie van onderwijs, kunsten en wetenschappen heeft Piet Wiegman twaalf poppen ge sneden. Op advies van de Haagse poppenspeler Henk Zoutendijk werd deze serie van twaalf pop pen gewijd aan Tijl Uilenspie gel en de belangrijkste figuren, die met hem. het Vlaamse epos vormen. Want het verhaal,, dat Henk Zoutendijk voor zijn pop penkast schreef, is gebaseerd op de Tijl Uilenspiegel uit het boek van Charles de Coster, dat in de vorige eeuw werd ge schreven. In zijn boek maakte De Coster van Tijl een Vlaamse vrijheids held. Dit was dan een grote pro motie voor dc heer Uilenspiegel, want van huis uit was hij een or dinaire grappenmaker uit een Ne derduits volksboek, waarvan de oudste tekst dateerde uit het ein de der 15de eeuw. Deze tekst is echter verloren gegaan. Piet Wiegman, wonende ir Groet bij Schoorl (N.H.), is eigen lijk schilder, maar voelt zich erg aangetrokken tot het snijden van vaardige handen hout had getypeerd, sneed hij de Uilenspiegelserie. Henk Zoutend;jk op zijn beurt haalde uit het plm. 500 pagina's tellende boek van Charles de Coster de meest voor de held Uilenspiegel typerende scènes en verkreeg daardoor een poppenkast-epos, dat een speeltijd heeft van twee uur. Tegen tirannie TT ET stuk speelt tijdens de 80- lange oorlog, waarin de wrede Spaanse koning Philips II in strijd is gewikkeld met het vrijheidslievende volk der Lage landen bij de zee. Tijl is behalve grappenmaker in de eerste plaats de man. die zich verzet tegen de tirannie. Hij personifieert de geest van Vlaanderen, Nele. het meisje, dat hem van de strop redt en met hem huwt. symboliseert het hart van Vlaanderen. De an dere figuren, waarachter men ook een symboliek moet zoeken zijn: Je vader van Tijl. Klaas cenaamd: Soetkin. de moeder van Tijl: Ka- telijne, de moeder van Nele; Grijpstuiver, de visverkoper, die de verradersrol speelt; Ridder Hansken; koning Philips II, de man die rampspoed over Vlaan deren stort; de admiraal Blois van Treslong, een aanhanger van de prins van Oranje; de schipper Sterke Pier. die in opdracht van Oranje het land doortrekt en het verzet tegen Spanje aanwakkert; Lamme Goedzak, de ..buik" van Vlaanderen; de paap. een dikgege- ten pastoor, die zich niet tegen Philips durft te verzetten en. na tuurlijk, de ezel. Deze poppenserie heeft de heer Wiegman dezer dagen overgedra gen aan het ministerie, waarna Henk Zoutendijk de poppen ge schikt maakt om er een poppen spel mee te kunnen opvoeren. Ver moedelijk zal deze maand de pre mière gegeven kunnen worden. De zeven "yOOR de vader van Tijl (Klaas) sterft, geeft hij zijn zoon de weinig zeggende opdracht „Zoek de zeven". In de loop van de ge schiedenis wordt het Tijl langza-en merhand duidelijk, wat zijn vade; met die „zeven" heeft bedoeld. Dat waren de zeven ondeugden, die Vlaanderen en de mensheid in net algemeen in het lijden storten, namelijk: hoogmoed. gierigheid, gulzigheid, traagheid, gramschap, nijd en onkuisheid. De Rei QP deze zeven ondeugden heeft Henk Zoutendijk zijn poppen spel gebaseerd, zodat niet zo zeer »dic het historische, dan wel het pe- dagogisohe element op de grond staat. Tijl, die aan het eind van poppenspel uitroept: graaft men Uilenspiegel, de geest, en Nele, het hart van Vlaande- ads ren? Neen! Vlaanderen kan ook slapen, meer sterven nooit", thans zedenmeester geworden. De ze promotie zij hem gegund! Het poppentheater „In den vi den Zotscap" van Henk Zouten dijk krijgt er weer „twaalf despelenden" bij, die uit het goe de hout zijn gesneden. Piet Wieg man heeft de poppenwereld rijkt met karakteristieke typen. Elk van de grof gesneden kop pen spreekt een duidelijke taal. die men direot kan verstaan. Mét de tekst, die Henk Zoutendijk het Vlaams zal uitspreken, i Tijl Uilenspiegel ook in deze tijd zijn populariteit prolongeren. M. RECKMAN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1957 | | pagina 20