Blad :n JURK fornuis aan u/ijn SPROOKJES PRINSES 195: Jelnbeel n 3e dn en Km usiast gi tgekomi materia eekt v wij Lgnalera de e'beic an diem irkt blij is Joze tgave ïversmt rj EGT U eens eerlijk: waar aan denkt u, als u le naam Bordeaux hoort? Aan de landkaart of aan ZCCft, CJCHlCt i »ai nog vruch it hij en ^bez in kent hbij Het b „Flatg ijft Fri op I 'elgest geg ertali kust de gi rikaan log» g gek ÏÏK ,d/J ZATERDAG 26 OKTOBER 1957 rit* OA GfranaattiLOXfMpje, Uit Zuid-Europa is ons be kend de Punica granatum, het Granaatboompje. Deze Punica komt daar als een vrij hoge boom voor. Doch er is ook een variëteit die laag blijft en in het zuiden als heg gebruikt wordt. Wie wel eens in de zomer of de herfst in de Oriënt geweest is, zal zich deze heggen wel herinneren, overdekt als ze Wie de drankleveran cier? Aan de stad ,n de Garonne of de geadelde wijnen, waarvoor de druiven in de wijde omgeving van de ;stad borgstaan? Ik moet u bekennen, dat ik vrijwel alleen aan wijn dacht het horen van de naam Bordeaux, tot een paar weken ivoordat ik naar de stad zou gaan. Het is nu- zeker al weer een maand geleden, dat ik er vertrokken ben en sedertdien heeft zich het beeld gewijzigd, het is nu één geworden. Het kan ook eigenlijk niet anders, dunkt me. Wie in Bordeaux geweest is, denkt terug aan de stad als het middelpunt van een eeuwenoude wijncultuur, een van de belangrijkste ter wereld; denkt terug aan de wijn, die zijn naam dankt aan de levendige en hartelijke stad, die in het geheel niet het stempel draagt van de havens, die toch een zeer belangrijke bijdrage tot de stedelijke nijverheid vormen. zonder flinke snoei geen rijke bloei zijn met een zee van prachtige rode bloempjes, een granaat- rood kleed. Deze variëteit, die in ons land als potplant voorkomt, kan in de herfst buitengewoon rijk in bloei staan. Maar het kan ook gebeuren, dat er weinig of geen bloemen te bespeuren vallen. En dat is meestal het geval Misschien komt het daardoor, dat men het Granaatboompje zo weinig ziet in de huiskamers. dat Als 0EZE foto is typerend voor Bordeaux: de havens zijn be langrijk voor de economie van de stad, maar bepalen het stadsbeeld nauwelijks. Daarachter: de oude gebouwen, die de stad een onmiskenbaar stempel van voornaamheid geven. Bordeaux is een prachtige stad, zonder nochtans zo overrompelend te zijn, dat ze onbereikbaar is. Het is er druk, maar niet zo adembe nemend als in Parijs: het is er 3 warm als aan de Rivièra, door de zuidelijke ligging (allicht) al een stuk beter dan hier; de stad ligt prachtig, halve maanvormig aan de soms licht blauwe, dan weer vuilgrijze Ga- op, naar Franse begrip pen, betrekkelijk korte afstand zee. Arcachon is namelijk der dan zestig kilometer verwijderd en de wegen en bus verbindingen erheen zijn uitste kend. M" ar misschien zijn de goede herinneringen, die ik van Bor- ix heb meegenomen, voor een onbelangrijk deel te danken de min of meer toevallige ont moeting, die ik had met de Ne derlandse consul daar, monsieur Henri Mahler Besse. Ik was de uit zondering op de regel, dat het meestal narigheid is, die een Ne derlander in den vreemde bij zijn „eigen" consul brengt. Nee, bij het Syndicat d'initiatives (de V.V.V.) hadden ze gezegd: ...en als u in wijn geïnteresseerd bent, moet u eens gaan praten met uw consul. Monsieur Henri Mahler Besse heeft behalve zijn diploma tieke staat nog wel iets anders te doen: hij is een van de belangrijk ste wijnhandelaren in dit gebied (met tussen haakjes ook een ves tiging in Amsterdam). Hij heeft de Franse nationaliteit, maar had Hollandse vader, zodat hij dus geacht kan worden van Holland. Frankrijk en van de wijn het en ander af te wegen. En het is dank zij zijn vriendelijkheid, dat ik op de vignobles, de wijn gaarden en op enkele wijnboerde rijen, zoals Ch&teau Léon en Cha teau Palmer, de gelegenheid heb gehad om te staan bij wat men de wieg van de grote wijnen zou kun- Want men onderscheidt de ge wone wijnen, de vins ordinaires en de grands vins. die dan ook beschermd zijn (..appelation con- trolée"), zoals Bourgogne, Bor deaux of Champagne. In beide soorten handelt men, maar een handelaar in gewone wijn is een marchand dc vin en zijn collega (nauwelijks, vindt hij) in de be schermde soorten is een négo- vin. En probeert u het onderscheid vooral te onthouden, als u er ooit mee te maken mocht krijgen, want vergissingen neemt men u bijzonder kwalijk. Natuurlijk blijft het belangrijk- e van de wijn datgene, dat de mensen zelf niet in de hand heb ben: de wijnoogst, de oogst van de (voor ons, ondeskundigen) niet al te mooi uitziende, wrange en directe consumptie ge schikte druiven, waarop de kuipen al wachten. Wat er dan in die vaten komt na de eerste pers, is de groene wijn, waaraan de kenners al wat over de kwaliteit kunnen proeven. Wij leken kunnen er niets anders aan proeven, dan dat die wijn niet lekker is, allicht, omdat er nog heel wat mee moet gebeuren. Ik zal u er niet mee vervelen: ik heb er trouwens maar enkele stadia van gezien. Maar het duurt nog wel gemiddeld twee a drie jaar, voordat de wijn drinkbaar mag worden geacht. In die tijd gaat de wijn van de gistingskuipen in de vaten, soms weer in andere, wordt voortdurend in de kelders (in Bor deaux, maar ook wel in Amster dam) op een constante tempera tuur van omstreeks 14 graden Cel- cius gehouden en is dan rijp om gebotteld te worden. Klaar? Nee, stellig nog niet. Na de fustrijping begint de flesrijping, die ook wel een paar jaar mag duren, maar soms wel twintig jaar of langer Hoe lang is het beste? Op die vraag is met geen mogelijkheid een zinnig antwoord te geven, ver telde de heer Mahler Besse me. In het algemeen kan men wel zeg gen, dat ccn bij toeval gevonden wijnvoorraadje van veertig jaar oud zijn beste tijd gehad heeft. Sommige jaren leveren uitsteken de wijnen op, andere jaren min der goede. Maar er zijn ook voor treffelijke jaren, die een zeer goe de, maar beperkt houdbare wijn opleveren. Wel kan men dus zeg gen: minstens twee tot drie jaar in de kelders een wijnboer, die zichzelf respecteert, zal zijn wijn niet eerder laten vertrekken en dan nog een jaar of twee in de fles. Of langer. Dan is er nog het verschil van omgeving. In de ene stad smaakt u dezelfde wijn anders dan in een ballingschap Rotterdam, maar tussen Bordeaux en Amsterdam gaat het tellen, dat verzeker ik u. Monsieur Mah ler Besse vertelde me, dat de di recteur van zijn Amsterdamse zaak geregeld in Bordeaux komt om wijnen uit te zoeken, die hij voor zijn Nederlandse klanten kring geschikt oordeelt. Van wat hij uitzoekt krijgt hij een soort ..zichtzending" en als hij die dan in Nederland nog eens proeft, komt hij vaak tot andere resultaten. Het is het beste bewijs overigens voor de stelling, dat het genieten van wijn afhankelijk is van tallo ze factoren. Het is, in ieder geval iets, dat aandaoht en (enige) toe wijding vraagt, al was het maar om ervoor te zorgen dat alle moei te van degenen, die in en om Bor deaux hun krachten en talenten aan de wijn hebben gegeven, niet tevergeefs zijn geweest. Donderdag 24 oktober heeft de Spaanse Ex-Koningin Victoria Eu genia (meestal kortweg Ena ge noemd) 'haar zeventigste verjaar dag gevierd. In die zeventig jaar is zij vijfentwintig jaar Koningin van Spanje geweest. Reeds lan ger dan die tijd duurt thans haar ballinschapHaar pad is niet over rozen gegaan. Als een sprookjesprinses kwam zij in 1906 uit haar geboorteland Engeland naar Spanje om er in het huwelijk te treden met de jongste en de charmantste koning van Europa. De Sprookjes-sfeer was echter van korte duur; met de harde reali teit en de risico's van het Spaan se koningschap werd zij reeds geconfronteerd op haar huwelijks dag, toen een anarchist een bom wierp naar de koets, waarin zij met Koning Alfonso zat. Toen haar eerstgeborene, de Prins van Asturias, twee jaar oud was, bleek, dat de bloederziekte als een zwaard van Damocles bo ven het gezin hing. Het zwaard vond dan ook zijn slachtoffers, toen het gezin later groter gewor- Koningin Ena wist zich geliefd te maken in Spanje. Het was op haar initiatief, dat het ziekenhuis wezen in het land volkomen gere organiseerd werd. In haar functie van presidente van het Spaanse Rode Kruis, wist zij onder de Spaanse vrouwen belangstelling te wekken voor het beroep van ver pleegster. Zelf werkte zij enkele malen per week in het Rode Kruis Ziekenhuis te Madrid. Zij was het ook, die voor de Spaanse vrouwen de weg baande naar een betere plaats in het le- Niet zo benijdenswaardig was haar positie tijdens de Eerste We reldoorlog: als Koningin in een land, dat neutraal was gebleven, bevond zij zich toch als het ware tussen twee vuren; door banden des bloeds is zij zowel aan het Britse Koningshuis geparenteerd als aan de Duitse Groothertogelij ke familie van Hessen. Er was heel wat diplomatie nodig om complicaties te vermijden.... Toen Alfonso XIII het in 1931 met zijn politieke tegenstanders Doch het kan ook anders kan heel goed, als men stipt voldoet aan enkele eis dank geeft de plant dan een riike, prachtige bloei! Die eisen zijn: le: in het voorjaar flink snoei- 2e: koel en heel licht houden tot midden april en vooral niet eerder op een warme, zonnige plaats zetten; 3e: van half april tot eind ju ni. maar ook beslist niet langer, rijk bemesten en ruim voorzien van water Als aan dit alles voldaan wordt, zal het Granaat- boompje zeker in de herfst prachtig bloeien. Als men in het voorjaar meent te zien. dat de her-groei in aan tocht is, snijdt men met een scherp mes zo goed als alle tak jes weg, die vóór het vorig jaar zijn ontstaan. De eenjarige takjes laat men zitten, want deze geven bloemen. Daarna zet men de plant weer op zijn koele, lichte plaats. Pas midden april, vooral niet eerder, krijgt de plant een warme, zon nige plaats in de huiskamer. Ook dan pas begint men met mest en geregeld flink water te geven. Veel mesten! U doet het beste steeds iets in het gietwater te Het jonge hout moet zich krach tig ontwikkelen, maar het moet ook rijpen, wil het het volgend jaar veel bloemen geven. Daar om mag het niet te lang door groeien, dan wordt het slap. Met mesbgeven moet men dan ook be slist niet langer doorgaan dan tot hoogstens eind juli. Ook geeft men dan steeds minder water. De tak ken, die het voorafgaande jaar ontstonden, zullen dan in de herfst gaan bloeien en de takken die dit jaar ontstonden zullen het volgend jaar bloeien. Vermeerderen kan men het Gra naatboompje door plekken of door uitlopers, maar ook door zaaien. Maar het zaad is niet overal ver krijgbaar. Het ontkiemt boven dien zeer onregelmatig, soms pas in het tweede iaar. Mas'- als het opkomt, kan men hetzelfde jaar -al een aardig plantje verwachten met flinke bloei. niet meer eens kon worden moet het, zijn gemalin, zijn geweest, die hem de raad gaf het land te ver laten. Tot elke prijs wilde zij bloedvergieten voorkomen. Roe rend was het afscheid van haar laatste getrouwen aan de Spaans- Franse grens; haar laatste woor den op Spaanse bodem geuit, moe ten toen zijn geweest: „Zorg goed voor mijn arme Rode Kruis!". Koning Alfonso stierf tijdens de Tweede Wereldoorlog. In Lau sanne is zij thans een algemeen geachte burgeres, die nog volle be langstelling heeft voor wat er in de wereld omgaat. Haar kinderen, die in Portugal in ballingschap le ven, komen haar telkens bezoe ken. Vele Spanjaarden hebben er ook herhaaldelijk reeds blijk van gegeven dat zij hun vroegere Ko ningin, de moeder van hem, die thans steeds weer als troonopvol ger genoemd wordt, niet vergeten Iets voor volslanken De „grote maten" of de „volslanke figuren" (aardige term in de confectiewereld) hebben wel eens moeite met het vinden van een goed model voor een japon. Voor hen is het knip patroon van deze keer wel heel geschikt. De japon kleedt nl. heel slank af en heeft door de ruimteverwerking bü de schouders een prettige bewegingsvrijheid. De rok heeft voor en achter twee platte plooien. De flu welen kraag zal het vooral goed doen, als het japponnetje van tweed of jersey gemaakt is. Aan stof heeft u in totaal nodig ongeveer 2.75 m van 1.30 m breed. Patroon nr 254 is verkrijgbaar in de maten 44, 46 en 48, terwijl maat 50 apart besteld kan worden. U kunt de patronen aan onze bureaux verkrijgen a f 0,50 per stuk. Ook kunnen ze per post worden toegezonden. Plakt u dan aan de voorzijde van de briefkaart, waarop u uw bestelling doet, naast de gewone fran keerzegel, f 0,60 aan postzegels. Opgaven bin nen een week, want na 2 november worden geen opdrachten meer aanvaard. mei steeds ander gezicht Een helemaal wollen jurk kan soms te warm zijn, een vestje over een blousje is ook niet altijd je dat en bovendien kan in de herfst het weer soms erg gauw omslaan. Is dan zo'n jurkje, dat we hierbij afbeelden, eigenlijk niet een leuke en praktische oplossing? Het geval kan als overgooier (of „over japon") over een blouse of een truitje ook de losse wollen col) dienst doen. Een sjaalkraag van dunne witte organza wordt onzichtbaar vast gehecht of met een paar druk kertjes op het achterpand van de jurk gesloten. Dit is echt iets voor een feestelijke gelegenheid. Een wat sportiever accent geeft het smalle sjaaltje, dat met een enkele losse knoop sluit. Ook in ide ceintuurs kunt u ein deloos variëren. We geven twee voorbeelden: een gedrapeerde band met een glad „ornamentje" of een brede sjerp. Zowel een smal leren ceintuurtje als een hel br- de (u kunt die tegenwoordig te kust en te keur krijgen staat uit stekend. Wat die japon zelf betreft u ziet wel dat het een allersimpelst mcidel is. Gladde rok en vrij glad lijfje, driekwart, ingezette mou wen, boothals. Dunne wollen stof flanel, dunne tweed ziedaar een paar mogelijkheden voor de stof Een ruitje geeft, lijkt ons wel het aardigste effect. Wie handig is, flanst zo'n jurk zelf in elkaar. Maar wellicht is het ook een idee om een oud „beest je" een wat vlotter aanzien te ge ven? Misschien bezit u nog wel zo'n jurkje met die zg. ballonmou wen en een net kraagje. Bestu deert u id'ie jurk dan eens nauw keurig, want wie weet of u niet met een klein beetje moeite daar zo'n hups geval van kunt maken. U heeft dan een pracht van een „basis-japon", zoals men dat in de mode-kringen noemt, een ja pon dus die door een kleine de- tailvrandering een heel nieuw aanzien krijgt. Wat dacht u bij voorbeeld van een stola in dezelf de stof of in de kleur van één tint, die in het ruitje voorkomt? Het ontplofte toen ik even naar de keu ken terugging en me over het fornuis boog, was het of de we reld zou vergaan. Er klonk een oorverdovende knal. De deksels van de kachel, de ringen en de ketels werden omhoog geslingerd. Zelfs de grote twintigliters ketel met smeltend ijs steeg lang zaam en zwaar naar de zolder en plofte daarna met een smak weer terug op het fornuis dat waggel de en wankelde." „Haakon, die me gehoord had, kwam aanrennen en smeet de deur wijd open, maar deinsde verschrikt terug zodra hij me zag. Ik moet er uitgezien hebben als een mijnwerker die juist uit de schacht kwam. Hij trok zich meteen terug en liet zich voorlo pig niet meer zien ook." Aldus verzucht Liv Balstad, echtgenote van de gouverneur van Spitsber gen, in haar boek „Tussen sneeuw en steenkool", dat uitgegeven 3^Cerkeraacióüerólagen en nog meer JAZEKER, als er Chateau Palmer op de fles staat, dan kunt u er zeker van zijn, dat u een zeer goede wijn hebt. Het merkwaar dige is, dat die Chateaux, die de wijnen naam heb ben gegeven, ook werkelijk bestaan. Chateau Palmer ligt een kilometer of twintig buiten Bordeaux, aan de kilometers brede Gironde. wat jn Onze eigen kerkbode is een classicale. Daar staan iedere week zo'n acht tien kerke- raadsverslagen in. Die ver gaderingen worden altijd en altijd maar weer „op de ge bruikelijke wijze" door de praeses geopend. Nooit staat er eens: dominee van de Geest opende de vergadering anders dan gewoonlijk. Ook kijk ik al vele jaren verwachtingsvol uit naar notulen, die afgekeurd en niet ondertekend worden. Maar ja, het schijnt van groot belang voor de gemeenteleden te zijn, te weten dat de notulen goedgekeurd en nota bene óók nog getekend zijn. Je ziet het je dominee doen. Zo met het hem eigen zwierig gebaar. En je pinkt een traan weg, die door meerderen wordt gevolgd als je bovendien nog leest dat broeder Put de vergadering met dankgebed beëindigde, 't Is toch ook van hevig belang, te weten, dat broeder Put en niet broeder Berg of broeder Dal dit ceremonieel verrichtte. NA die beëindiging sluit de praeses dan ook nog de ver gadering. Hóé, dat staat er niet bij. En weet u, wat mij nu altijd het meest fascineert in die ver slagen? De ingekomen stukken. Af en toe wordt daar eens een woordje aan gewijd, maar meestal hangt er een gordijn voor. Achter dat gordijn te wil len kijken is natuurlijk imperti nente vrouwelijke nieuwsgierig heid. Meestal worden alleen aanvragen om steun uit die in gekomen stukken gepubliceerd en die interesseren mij hoege naamd niet. Dan lees je bij tijd en wijle nog over een gehouden censura morum, dat geen der broeders bezwaar heeft en dat de praeses hun allen ccn geze gende Avondmaalsviering toe wenst. Voorts de rondvraag waar bij enkele vragen gesteld en be antwoord worden. Wélke vragen staat er niet bij. Jammer! Wie weet wat voor originele of bran dende vragen daar gesteld zijn! Maar het moet óns, lezers en lezeressen van de kerkbode, al voldoende zijn, te weten, dat ze gesteld en beantwoord werden. Temidden van deze verslagen-als- woestijnen springt er in ónze classicale kerkbode één. als een ondeugend duveltje (nee! het is veeleer een engeltje!) tussen uit. Een oase in alle dorheid. Wie dat verslag geregeld leest, krijgt een vrij duidelijk beeld, van alles wat er alzo in die ge- ooit in een preek gehoord heb. Ik dacht (niet erg beleefd): „Jij voelt nattigheid." Dit was even aan de oppervlakte gedacht. Maar de noodschreeuw der ge meenten om een doorbraak van de Heilige Geest te bestempelen met: mode-woord, getuigt van een geestelijke blindheid en doofheid, gepaard aan kleinzieli ge en rancuneuze gevoelens. O Noordenwind ontwaak en Zuidenwind doorwaai onze hof! Honderden gemeenten in ons land zijn practisch herder-loos, al staat er dan een dominee. Op vele plaatsen ontvangen de kin deren en de jongeren weinig of niets in de kerkdiensten. De taal van de dominee is abacadabra voor hen. Ze vervelen zich gru welijk in de kerk en gaan erheen Overpeinzingen van Margaritha meente leeft en strijdt en lijdt. Dat verslag is een stukje: leven der gemeente. En dat verslag is dan ook het enige, wat door mij en door ve len mét mij nog gelezen wordt. Ook al is het niet van onze eigen gemeente. Ellenlange synode verslagen kunnen ons gestolen worden. Nee. dan die dominee, die iedere week in onze kerkbo de een modern, Christelijk ge dicht opneemt en daaraan een korte uitleg toevoegt. Dat is op voeding tot: een mens van je tijd zijn, zodat wy niet al te doen gebruikelijk was, op het terrein van de door God in déze tijd geïnspireerde kunst achter aan komen. Maar die kerke- raadsverslagen Van verstarring gesproken! Onlangs had een dominee het in zijn preek over het mode-woord: verstarring. Dit vond ik één van de ergerlijkste dingen, die ik om vader en moeder geen ver driet te doen. Als een meisje van vijftien jaar de verzuchting slaakt: „Ik wou, dat er maar eens wat geks gebeurde onder kerktijd, iets waar je om kon lachen of huilen, maar het is al lemaal altijd even saai", is dit toch eigenlijk al een bewijs, dat er iets niet in den haak is. Want waar de Geest des Heren is, daar is vrijheid en blijheid. Daar vliegen de vonken er af! Is het wónder, dat het getal kerkleden, dat naar opwekkings eek groeit? Hoewel ik daai zelf nooit geweest ben en ook niet het plan heb, erheen te gaan, moet ik zeggen, dat ver schillende mensen, die ik ont moette. nadat zij daar geweest waren, blij getuigden van een grote versterking van hun ge loof. Ze hadden, hongerig en dor stig als ze waren, gegeten en gedronken bij de Levensbron: de Here, Jezus Christus. En vol goede moed ging ieder met die ontvangen zegen naar zijn of haar eigen kerk, om in haar midden het ontvangene uit te de len. Ze waren zich hun drievou dig ambt van gelovige weer be wust geworden. Eén zei tot mij: „ik ben daar van kerkmens, Christen geworden", een ander: „mijn vrouw en ik hebben daar zóveel geestelijke blijdschap op gedaan. We hebben daar zeer reëel onze levende Heer ont- Nu kunnen wij dit natuurlijk óók in onze kerken. Als dominee én gemeenteleden tesamen maar lévende getuigen zijn! Als ieder gemeentelid zich zijn (haar) apostolische roeping maar bewust was, of hun die op de ziel gebonden werd. Breng het evangelie bij je buurman door ernaar en eruit te léven. Weest allemaal transparanten Jezus Christus, zodat zij, log niet kennen Hem jou en in u zien. Wie is er heden ten dage heilig ja loers op de leden van de kerk? En we móéten de wereld toch tot jaloersheid verwekken? „Ziet, hoe lief die kerkmen sen. die gelovigen, elkaar heb ben! Zie eens, hoe blij ze zijn! Waar halen zij toch de kracht vandaan, om zó al die tegensla gen te dragen?" Worden deze vragen nog ten aanzien van ons gesteld??? Dit móét weer zo worden, want de tijd is nog maar zo kort! (Wat wordt er weinig eschatologisch gepreekt! In dit stukje signaleerde ik één verstarringsverschijnsel, t.w. de kerkeraadsverslagen. wekkingsbewegingen MARGARITHA werd bij de Boer in Amsterdam en bewerkt door K. van der Geest. Het is vlak na de oorlog, als de jonge Oslose vrouw naar haar verloofde op Spitsbergen gaat. Alles is er nog troosteloos en ver woest, zoals de Duitsers het heb ben achtergelaten. De omstandig heden, waaronder geleefd moet worden, zijn ontstellend primitief; de dagelijks weerkerende ruzie met het kolenfornuis (het hierbo ven beschrevene is er nog maar één facet van), het watergebrek, de ratten, het éne teiltje waarin Liv zich moet wassen en de vaat moet doen Maar het wordt allemaal met zo'n plezierige zelfspot beschre ven, dat het een genoegen wordt dit boek te lezen. Hetgeen wel wat wil zeggen, want na de man nen, die reisbeschrijvingen pleeg den, zijn nu hun vrouwen geko men, die het van hun vrouwelijk standpunt uit allemaal nog eens dunnetjes (en soms ongelooflijk dom) over doen. Maar deze Liv Balstad is bepaald geen domme gans, die een boek wou schrijven omdat 't zo leuk zou zijn. Ze heeft een gezond stel hersens en die heeft ze gebruikt ook, want haar beschouwingen over dc vroe gere bewoners van Spitsbergen getuigen van een behoorlijk in zicht, niet van napraten. Van anderen opgestoken Het zijn van die dingen, die je even weten moet en je doet ze meestal op als je ergens ten eten gevraagd wordt. Als de gast vrouw in de keuken verdwijnt en daar iets gaat brouwen heeft de gast de gelegenheid haar goede wil te tonen en te informeren: kan ik iets voor je doen? Meestal is dat natuurlijk niet het geval, maar u bent er dan toch, en de gastvrouw vindt het vaak wel ge noeglijk om een paar van haar keukengeheimen prijs te geven. Wij hebben op die manier ge leerd hoe caramelvla te maken zonder dat er gebrande suiker aan te pas kwam: vanillevla (zelf ge maakt of uit een flesje, in elk ge val koud) wordt opgeklopt met een paar lepeltjes poederkoffie. Hoeveel u gebruikt, hangt van uw eigen smaak af, dus: af en toe proeven. (§race is het beót „gehoed" Toen Grace Kelly nog maar pas vorstin van Monaco was en nog niet zoveel koninklijke erva ring had, placht ze zulke enorma wagenwielen van hoeden te dra gen, dat de fotografen er nacht merries van kregen. Het lukte nl. vrijwel nooit, het gezicht van de prinses behoorlijk te fotogra- Gracia is toen overgegaan op kleinere hoedjes, die ze met min stens evenveel charme draagt als die vroegere blikvangers. Ze heeft daar nu een onderscheiding voor gekregen! Een Amerikaan se vereniging van hoedenfabri- kanten heeft haar de eretitel ge geven van „the best chapeaued woman in the world", hetgeen dus zeggen wil dat volgens deze lieden prinses Gracia de vrouw is die ter wereld het best haar hoeden weet te dragen. Zekere mijnheer Drew Dudley heeft haar die onderscheiding, die de „gouden hoed" genoemd wordt, overhandigd namens haar vroegere landgenoten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1957 | | pagina 17