WE BEGINNEN PAS...W 't Eiland der KUNST van het PERZISCHE Aart Romijn schreef over de „Nozems" -~*'™ "-""-ras TRAGIEK EN SCHOONHEID VAN IERLAND clvurcl ^riecf of Vioolspel van FRANCESCATTI grapje van Toneman ZONDAGSBLAD ZATERDAG 31 AUGUSTUS 1957 DE Crisisjaren die heel 2Ün leven op christelijke voorafgaande cnhn}"r' 'c Tno"nt rno1 aan de laatste wereldoorlog heb gedwongen (gein- 6cmw, spireerd is hier een kracht "bij de leraren zwak woord het schrijven van 111 een bewogen soci ale roman. Alleen reeds de titels Burgers in Nood", het grootste bederf onderhevig is als het geloof en de geloofs- onder- wijzers ontbreekt of niet wordt daad van chris telijke naastenliefde. Geeft gij hun te eten", „Is het mijn schuld?", „Zijn dat Uw kinderen", spreken voor zichzelf. De na-oorlogse jaren met de zogenaamde hoogconjunctuur (tot in het hart aangevre ten door de knagende worm der woningnood) hebben tot nu toe weinig neerslag gevonden in de protestantse letteren. Dat het nu juist Aart Romijn is die plotseling een bepaald sociaal aspect van onze jaren belicht behoeft ons niet te verbazen. Romijn is niet alleen een veelzijdig auteur en een geboren verteller, maar wij kennen hem als een met het lot van zijn medemens bewogen christen. Er worden vele keiharde, knappe romans geschreven tegenwoordig. Maar zo de christelijke literatuur zich nog ergens kan onderscheiden van de produktie der ongelovige schrijvers, dan is het toch zeker op het terrein der charitas. Natuurlijk dreigt hier het bekende gevaar van het beneden de literaire maat blijvende tractaatje. En dat Romijn geheel is ontkomen aan het opzettelijk preken in verhaalvorm zou teveel gezegd zijn. Wie R. .mijnt uerk makkelijk en heeft er geen literair hart- teer van al» hy zin netjes laat staan als: „Er warrit gebeld. •n Piet schrikt heftig. Hu. unt U hij ze- nuuachtig. Om zo te schrikken i an een 'tellet je." Zinnetjes die het in een kin derboekje goed doen, maar in een roman toch blijk ge ven ran gebrek aan Maar, lezer, het is ons er niet om te doen om spij kers op laag water te zoeken. Het is de wijze waarop de auteur is inge steld, welke van zo groot belang is. Het anders-zijn van de christenauteur in zijn werk zit niet alleen in de tellen, maar in de gerichtheid. Geen opgewekte geschiedenis, een enkele keer wat breed van stof, maar wel een boek, dat de druk der tijden goed weergeeft in een historisch verantwoord en knap opgezet verhaal. Een opdracht VU ANNEER de lezer deze nieu we roman van Aart Romijn. die zich o.a. afspeelt in de wereld IE HEEFT GELIJK, de volksmond, die Ierland Kath leen ni Houlikan, het eiland der heiligen, noemt, of Peter Grubbe, die het (in: Wo die Zeit auf Urlaub geht) beticht als „het eiland der elfen, ezels en rebelleif'? Waarschijnlijk beiden. Immers, zijn Nederland, Friesland, Skandinavië, grote gedeelten van Duitsland niet door Ierse monniken gekerstend, en levert het ook nu nog niet een belangrijk aantal monniken en nonnen, een uitzonderlijk ben destijds meer v^Tig^ pIuiTü oue Thriltelijke ho°g percentage, als men de zo gedunde bevolking in aan- ian één protestant- samenleving. Hij laat zien dat merking neemt? („het exporteert", verneemt Böll, se romanschrijver hct christelijk onderwijs aan „kinderen en priesters, nonnen en biscuits, whisky en paarden, bier en honden"). Heinrich Böll, de auteur van: „Und sagte kein einziges Wort" en Haus ohne Hüter", heeft Ier land bezocht, niet alleen, maar met twee vrouwen en drie kinderen, heeft daar een huisje gehuurd en Diefstal enige tijd te midden van de bevolking geleefd, e zo zielsgraag Wat hij ons in dit boek aan impressies geeft (ten fiets wil hebben, onrechte draagt het de titel dagboek) gaat over zijn vakantie^ op^een^kan- egn jerian(j ^at wei bestaat, „wie er echter heen- reist en het niet vindt, kan geen eis tot schadever goeding bij de auteur indienen", zegt hij er waarschuwend bij. Het heeft dan ook niets te ma ken met een reisgids of reisbeschrijving, het bevat als 'hi^'hem" medeplichtigv maakt achttien schetsjes in fijn geciseleerd proza, dat een aan autodiefstal, iets van de ont- volkomen ander karakter draagt dan dat van zijn hiertwven VeedlTvertekr *U wtU aft [Ti?"5' P® «"^amheid, stilte van het land boek zelf lezen, dus bespaar ik u hebben de stijl ervan beïnvloed. Boll verstaat de de details. kunst (die Thomas Mann zo uitzonderlijk beheers- w.Rrk".luk"°6.n coiïtïïïï'lk'to de te>- door een als Leitmotiv herhaald detail iemand eerste helft van het verhaal wel te karakteriseren, bijv. de zilverkleurig gelakte waardoor^de ebeurtenlsse'n Se\e v'nSernagel van de jonge nerveuse dokters vrouw, vaak worden" ver- die 's nachts haar man van een ziekenbezoek ver de weg verwacht-. piET Vina, gaat i moet hij zijn achterstand school inhalen. Een leeghoofdig kantoormeisje brengt hem in con tact met haar vriend, die niet al leen een joy-rijder blijkt te zijn. doch Piet i weede helft komt n geeft Romiji JN een boek vol impressies over Ierland, schildert de Duitse schrij ver Heinrich Böll ons een Ierland, dat bestaat „maar wie er heenreist en die Ierland niet vindt, kan geen eis tot schadevergoeding indienen", zegt de schrijver. Is het het Eiland van Heiligen (die een groot deel van Europa kerstenden) of is het een Eiland van Elfen, Ezels en Rebellen (zoals Peter Grubbe zegt)? In bijgaande beschouwing neemt J. H. Schouten dit nieuwe boek van Heinrich Böll, „Irisches Tagebuch", verschenen bij Kiepenheuer und Witsch te Keulen, 156 blz., prijs 8,50 Mark, onder de loupe. Hij laat ons de door de op de mentaliteit spreuk: Toen God tW!hdat"??Z'iïc schiep, heeft Hij er genoeg moraal op na van gemaakt", tastbaar erva- houdt. ren „u hij vprtpif hoe ppv n, s in orde gemaakt- de moeite er voor over, Irische Legende genomen). Maar, zult U (meer kunstenaar dan huisva- door stromende regen te rijden Daar leest hij de grafspreuk: zeggen: met Piet agent een automobilist aan- der!) anders was hij niet uit- naar het graf van de nationale „Ruiter, werp een koele blik op V'k3- j?nS®n,0P houdt om diens papieren te sluitend met Duits geld op stap Ierse dichter Yeats, die zijn het leven, op de dood en gymnashmf. loopt controleren, maar een lang fre^""s^aJrfn" ^ond®n zij de .land zo geestdnftig bezongen rijd door." het vrij goed af. gesprek over de kleinkinde- den"komen^ïn^dé ren öfln meerskanten begint: gevangenis terecht, de autorijder heeft de papie- we ren niet bij zich, maar daar- het om bekommert zich niemand. Emigratie Emigratie is daar een bitte re noodzaak. We leren dit bij Böll niet uit statistieken, maar uit de lotgevallen van: „Het ne gende kind van mevrouw D." Want het staat vast, dat van geduwd" En°de de negen kinderen van Mrs. D. „rand" van de kerk. er zes zullen moeten emigre- van de christelijke ren. Hij beschrijft het afscheid school; dat is een bij de autobussen en de stations opgave apart. Ro- van jonge mensen, kinderen mijn heeft ons met vaak, die zullen vertrekken naar S3. Londen. Sidney of Ohio. treinreis op krediet maken: elk heeft in de sage i Countess Böll heeft dit land met lief- -ens zal zien. Het eiland der Heiligen, dat het kostbaarste exporteert wat het heeft: zijn kinderen. In deze schetsjes geeft hij een indrukwekkender beeld van Ierland, dan welke reisgids ook het zou kunnen. J. H. SCHOUTEN niets m niet eerlijker zijn bepalen tot wat Aart Romijn wèl geschreven heeft Daar hebben wij voorlopig de han den vol aan. Hij heeft ons met de neus op de puit van het rand-ge- AART ROMIJN en zijn dochter. begaafde jongen, die op het gym nasium is, een nieuwe fiets belooft doch hem zijn zakgeld onthoudt en zoveel huurschuld heeft dat met uitzetting moet worden gedreigd. En ondertussen kalm zijn sigaren van dertig cent rookt. De tegenstelling tussen het trei- een spiegel v^e&en""'SI?- geld k"nnen verdienen schien leest u liever een detective hiervan iets te> sturenj?an of een lief damesromannetje. Ni" mand mag u dat kwalijk neme Maar onthoud u toch de titel v dit boek. „We beginnen to pas". 1). heeft dan is terige armoebestaan i l thuis der, moeder of oma, die thuis zijn gebleven. En als ze voor een familiebezoek nog eens te rugkomen na tien of vijftien jaar, is Ierland hun vreemd ge worden. Vreemd en treurig door de eeuwige regen. Vele Kem en zen va«« u« «uuuc dorpen zijn verlaten (zoals in d^kerVfs1 binnengekomen, "hééft Frankrijk: la terre qui meurt!) met dit verhaal een van zijn meest we zien er niets van dan een ontroerende boeken geschreven, skelet. Ze zien er anders uit boek waardoor wij niet alleen jjan gebombardeerde' steden: hier is geen spoor van geweld. Romijn. die het leven op de middelbare school door en door kent cn zelf „van de andere kant^ toch ia HP iets gebeurd. Er is een commissa ris van politie die meer doet dan de wet hanteren; er is de leraar klassieke talen Kochem die in zijn vakantie zijn leerlingen niet is ver geten en die begrepen heeft dat het met de rapportcijfers niet af gelopen is'en dat ieder mens. en zeker een onderwijzer en een le raar. een „opdracht" heeft ten op zichte van de naaste. Aan het eind van dit boek is er de gekneusde jongen Piet Vina, voor wie door de commissaris en de leraar een uitweg gezocht is uit de moeilijkheden waarin hij. dank zij een bijna a-sociaal ge zinsverband. geraakt is. Een ar- moe-gezin tekenen in deze tijd van hoogconjunctuur, daar is wel moed voor nodig. Sommige mensen vra gen zich af: zijn er nog wel ar- Wat voor soort ellendige worden vertelt ons Romijn. Het eigenaardige is, dat. als je dit boek gaat lezen, je onmiddellijk het mi lieu accepteert als waarheidsge trouw getekend. Vader Vina, eigenlijk een goed hartige kerel, is door allerlei om standigheden minder toerekenings- deze jongen. Hij begint te blijven zonder de ware oorzaak te willen bekennen. Er groeit een zekere haat tegen de bezittende klasse. Alles wordt scheef getrok ken. Kochem is het die de jongen waarschuwt: Als God dood is staan er vele goden op. Maar Piet Vina, gesproken". P. J. RISSEEUW Tijd en elementen hebben i eindig geduld alles weggevreten wat niet van steen was, en uit de aarde groeit een bekleding waarop deze gebeenten als reli kwieën rusten: mos en gras. Böll ging blijkbaar onvoorbe reid naar Ierland, had voor het P 4 september 1907 dus nu 50 jaar geleden over leed in het ziekenhuis van Bergen (Noorwegen) de componist Edvard Grieg. Zelden is een musicus met zoveel eer begraven als deze geliefde toondichter. In het Museum voor Kunstnijverheid te Bergen werd een rouwdienst ge- houden, die door ongeveer 500 personen werd bijgewoond. Edvard Grieg, i Alle winkels, fabrieken, kantoren en scholen waren de dag van de begrafenis gesloten en vrijwel elk huis had de vlag halfstok. Tienduizend personen volgden de baar door de straten van Bergen. Langs de weg hadden zich bovendien nog velen opgesteld om Grieg een laatste groet te brengen. En als laatste mu zikale groet klonken de Treurmars van Chopin en de Treur mars, die Grieg voor Nordraak had geschreven. En toen de laatste schep aarde op de kist was gevallen ging een be droefde weduwe alleen terug naar de villa op Troldhaugen. Nina Grieg-Ha- gerup, de 62-jarige zangeres, die de beste vertolkster was van Grieg's lie deren en 40 gelukkige jaren met haar man had doorgebracht. Nog eens greep :ij naar dat simpele lied, dat Edvard in hun verlovingstijd had gemaakt: Jeg elsker dig" (Ik houd, van jou) en met die muziek voelde ze zich niet de Noorse componist, is op 4 septem ber a.s. vijftig jaar geleden overleden op 64-jarige leeftijd. OVERLEED 50 JAAR GELEDEN En die duizenden toeschouwers bij de begrafenis wis ten bij alle droef heid toch dit, dat de muziek van Grieg zou blijven klankvolume of dynamische kracht Willem Mengelberg werk VIA NAALD £N PUAAI heel stil doet luisteren. In 1883 kwam Grieg voor de eei ste maal naar Nederland om zij Pianoconcert uit te voeren en no wu irtjjÜS enkele andere kleinere pianowerk- iVid'de leven. Die muziek ies- Hii was de 8ast van dc Ned- Amsterdam, was hun eigendom componist Julius Röntgen, met geworden, de muziek van de zanger hij tot zijn dood bevriend bleef, def fjorden. En nu, vijftig jaar la- in 1897 kwam hij - - maal voor een geheel n het Concertge- Amsterdam, waar Grieg van Grieg is als telkens weer ontroert, die telkens troost, die telkens vijftig ji nog: de muziek boüwd| Grieg en dat bezorgde hem Concertgebouworkest een uitnodi ging voor het Noorse muziekfeest in Bergen. In 1906 bezocht Grieg de laatste maal ons land en concert in het batig saldo op zijn uitdrukkelijk verlan- gen aan het pensioenfonds van het de tweede Concertgebouworkest werd ge- hem scxh°!*.en schoonheid schenkt. Muziek die niet en Johannes Messchaert dirigeer- Vijftig jaar geleden overleed niet alleen een goed en groot mens, maar ook een geliefd componist, muziek uitdrukking was van paganini, de beroemde en be ruchte vioolvirtuoos uit de vorige eeuw, speelde eens in er ook vandaag geleden kan parjjs. Iedereen was enthousiast. f,ehnlre een zangeres die zei. dat zijn spel wel technisch volmaakt was, doch zielloos. „Zo zei Paganini. ..is mijn spel zielloos". Hu zette de viool aan de kin, ging dicht bij de zangeres staan en speelde enige maten dicht aan naar oor. Al spoedig sloot zij de ogen en kreeg een soort toeval. Vanzelf sprekend onstond er grote ontsteltenis onder de aanwezigen. Men vatbaar geworden. Maar net met verzocht Paganini haar weer bij te brengen. Dat deed zó erg om hem op te bergen. eveneens enkele maten te spelen. .Dat was alles o»» iv - °°r het gezin langzaam n mjjn ypeI toch niet 20 erg 2jelIoos is", zei Paganini. ..Maar hoe doet U dat kunstje'", vroeg de zangeres nogjvat ge ïntimideerd. ..Dat is juist dè kunst, domme gans" ii-concert. Technisch t dit Pagani... muzikaal zo formidabel, dat zelfs schuiven, i Paganini er jaloers op zou zijn ge- serend, zonder weest. En dan wordt Francescatti te hebben, begeleid op eeir manier, die Paga- T grw ,,»,i SS m|antasfischMorkesbapparaat haar weer bij te brengen. Dat deed hj heeft Paganini beslist nooit tot zijn dig spel met stijlen, of beter met de hebbelijkheden en onhebbelijk heden van grote componisten. To neman kent z'n componisten door en door en hij weet vooral ook de onhebbelijkheden naar voren te wat improvi- oot op muziek het gezin langza; zeker naar dc kelder gaat. Vina is zo'n eigen-rijder taxi chauffeur die met groot lef een paar croquetjes en een paar ha ringen op tafel legt, zo nu en dan zijn vrouw een tientje geeft, zijn Paganini. ..Het i echter alleen bedoeld i lesje te geven''. Storm over het sticht De Middeleeuwen, die wij maar al te gauw idealiseren als de tijd, edele ridders en schone ziek Het is een van de verhaaltjes dia over Paganini worden verteld en zelfs in boeken worden geschre ven Met de Paganini-fabels zou men een heel rariteiten-boek kun nen vullen van ontelbare bladzij den. Paganini is alleen maar een fantastische tovenaar en geheim zinnige duivel op de viool, ZÜDJ ponisten-s jonkvrouwen leefden, kundige bachtslieden werkten en fraaie go- Gottmer tische bouwwerken die met hun nini f opgerichte lijnen naar de hemel woord wezen, tot stand kwamen, deze tijden waren véél meer hard en moeilijk. Ons land was nog ver snipperd in landstreken, waarover diverse grootheden regeerden. In rgeten. In de Cbm- van de uitgeverij een deel aan Paga- gewijd, waarin met geen I over zijn muziek wordt ge schreven. doch waarin de schrij ver zich alleen maar uitput in hel zo „lekker" mogelijk smakeloze verhalen. De grammofoonplatenindustrit heeft overigens niets aan duivelse hekserijen of ontuchtigheden van Paganini. Zij heeft alleen -- bisschop niet al leen bekleed met kerkelijke, maar ook met wereldlijke macht. Bij de uitoefening van zijn ge- zag raakte zijn christelijke levens- heeft PHILIPS nu beschouwing wel eens op de ach- u— A" tergrond en dacht hij te veel aan eigen belang. Dat geschiedde o.a. in het Utrechtse, toen in 1423 een goede bisschop stierf volgers dongen naar boek „S iu7.iek Ên daarom il meerdere ..erken op de plaat vastgelegd Onlangs verscheen het Eerste Vioolconcert in D-dur Op.6. ge speeld door Zino Francescatti met _r de Philadelphia Orchestra 1 de vrijgeko- Eugene Ormandy speelplaat S 0462 lang- Aan dc an derè "plaatzijde speelt Francescat- b-moll Saint^Saëns met het Philhar monic-Symphony Orchestra et Sticht" (uitgegeven door ti het Vioolconcert Nijgh en Van Ditmar in Den -« Haag) laat A. Jurriaan Zoetmul der ons die strijd meebeleven. De Ne' schrijver verhaalt in welgekozen woorden het droeve lot van een Utrechtse regentenfamilie; de strijd om de macht, waaronder de boeren en burgers zwaar te lij den hebben: het gekuip waarvoor de roomse kerkelijke hoogwaardig heidsbekleders en zelfs de paus niet terugdeinzen. Toch was er reeds toen een lichtpuntje: som mige mensen kwamen tot de ont dekking. dat de banvloek van Ro me een uitvinding van een mens was, die indruiste tegen de ware christelijke leer. Blandowski hem in een carica- tuur schetste. Deze caricatuur is ui? de Paganini-collectie te Washington. Dimitri Mitropou- ïn dat Eerste Vioolconcert is er heel wat muzikale warmbloedig heid. Het is van een Italiaanse straling, die <en En vanzelfsprekend komt er veel technische acrobatiek bij kij ken. maar men kan beslist niet reggen dat dit geen muziek is. In- 'egendeel. er zijn heerlijke cantile nen en guitige ritmen. Het twee- te deel i Adagio espressivo) be doelt te zijn een gebed voor een naar vrijheid snakkende gevange- Toen Paganini zelf speelde de Paris" eens. ..Paganini is geen violist, hij is een kunstenaar in de meest uitge strekte betekenis van het woord: hij heeft zijn instrument als het ware zelf uitgevonden en gescha pen. Alles wat hij doet ligt buiten dc grenzen van wat de kunst tot nu toe kende". Wat zou diezelfde heeft Paganini beschikking gehad. Opname-tech nisch is alles zeer klaar en door zichtig met een bijzonder heldere klank. Voor de viool wellicht iets te scherp aangezet. Het Vioolconcert no. 3 van Saint- Saëns is één van dc vele solo-con certen van deze Franse meester. Hij schreef 5 Pianoconcerten, 3 Vioolconcerten en de Havanaise en Rondo Capriccioso voor viool en orkest en 2 Celloconcerten. Dank baar geschreven steeds voor het solo-instrument en bovendien tech nisch volkomen gaaf gecon strueerd. Het 3e Vioolconcert in b kl.l. is opgedragen aan de inder tijd beroemde violist Pablo de Sa- rasate cn werd geschreven in 1880. Het le deel zet donker gekleurd in, maar werkt tot een grote glans uit. waarna het Andante een heel verfijnde en barcarollc-achtige dialoog geeft tussen klarinet en viool. Het slotdeel is energiek en stralend als een bevrijding Ook bij deze opname kan men genie orkest- en solospel. alsme de goede klankafgewogen- de vastlegging op de plaat aen bij bovengenoemde op en echt van spel spreken serieus-muzikale betekenis woord. TELEFUNKEN is plaat uitgekomen. _>ianist-organist-comp koordirigent Anton Toneman Rijswijk een kostelijke ..Spielerei" bedrijft. Een „Spielerei" zoals men die ook kent van een wijlen dr. Peter van Anrooy in zijn varia ties over „Aan de oever van een snelle vliet", een liedje dat hij be werkte in de stij' b componisten. Een Frans liedje als een „Lied ohne Worte" van Schubert, als een Noorse dans van Grieg, als een uit het orgel gedacht werk van Franck. als een Russische kracht toer van Rachmaninoff en als een teer, impressionistisch klankge dicht van Debussy. Van „My bonny is over the ocean" hoort men bewerkingn van Bach, Han del, Mozart, Beethoven en Chopin. Alles bijzonder muzikaal en met grote kennis van zaken uitgewerkt. Soms wat lang, maar niettemin ge heel in stijl. Anton Toneman im proviseerde en hij deed het wer kelijk uniek. Een plaat die men zo als muzikale bijzonderheid in z'n discotheek moet hebben. Maar na tuurlijk niets voor de puristen on der ons. Hun ernstig gezicht mar niet uit de plooi komen. CORN. BASOSK1 i verschillen- _My bonnie i doet hier het zelfde met twee bekende liedjes. ,Sur le pont d'Avi^rion" en langspeelplaat BLE 14054). Men moet zo'n muzikale grap natuurlijk niet met een heel rrnstig gezicht aanhoren. Zo heeft Toneman het oo iverdondert, niet imponeert door den. Enkele dagen later bracht het beste dat in hem i 7ijn wij veelal alleen bekend met het prgchtige kleuren spel der Perzische tapijtkunst, het Haagse Gemeentemuseum brengt ons thans in contact met een andere kunstuiting uit het oudF Perzië: de kunst van de miniatuur. En wie er rondgaat tussen die 150 kleine schilderingen en boekverluchtingen zal in contact komen met een gedachtenwereld, die zo geheel van de onze verschilt, maar toch fascineert door de puurheid en de mystiek. De oude Perzische miniaturen doen als het ware de tijd even stil staan, omdat ze het huidige leven met zijn zorgen, zijn tempo, zijn sensatie en zijn dynamiek doen vergeten. In deze verfijning en detaillering kan alleen de rustige mens zich uiten. Wij zouden geen tijd meer hebben voor een dergelijke kunst, we zouden de rust ook niet meer kunnen opbrengen en we zouden bovendien zoveel verfijnde poëzie niet meer kunnen uitzingen. Bij die tentoongestelde Perzische miniaturen zou men van ver schillende scholen kunnen spreken tussen de 14e en de 19e eeuw, scholen die afwisselend invloeden ondergingen van het Verre Oosten, van de Groot-Mogols, van China, van Rusland, van de Ita liaanse renaissance. Het constateren van een bepaalde invloed brengt ons echter niet nader tot deze geheel aparte kunst. Nader brengt ons alleen de intensieve beschouwing van wat vroegere kunstenaars hebben geschapen in een veelal met religie en leven En dan is het opvallend dat de In de latere perioden wordt er verst afgele- wel eens wat van de eigen expres- n 15e eeuw) sie opgeofferd aan het plaatje, zo- boeien. In die als in „De hemelvaart van Chris-, dat zelfs zoetelijk aandoet. £EN der Perzische miniaturen in het Haagse Gemeente museum. Het is een portret t een jonge man, gesigneerd Riza Abbasi en gedateerd 1039 Heg, d.i. 1630. gen tijdperk ons thans het heel oude kunst hervinden de puurheid van beleven dachten, die later bedolven dreigt in de 17e ge- Het naturalisme doet zijn intrede schildert i te raken onder een met-andere- relden-mee-willen-doen. Het oud ste stuk van de expositie, „De sende jonge Pauwenklok". een blad uit een ma- hoe de min nuscript van de „Verhandeling t Russische in de 14e eeuw. is met zijn kruis- vaardersgothiek van een verrukke lijke echtheid en expressie. En dan later in de 16e eeuw vinden we ook nog een puurheid in voorstel ling en gaafheid in technische be heersing (speciaal in de miniatu- vloed vrijwel alle plaatjes maakt. Het „Portret van vrouw" (no. 118) doet zelfs Betje Wolff denken en de geteken de paleizen zijn van een opvallen de starheid. - De miniatuurkunst van het oude 'i-VJÏS lee" nog slechts in de oude ieze tijd nog wel zeer fijne eigen cheppingen zoals b.v. de „Dan- Opvallend is noe ae min oi meer erotische mo tieven met een grote noblesse zijn uitgewerkt. Le liefde is hier steeds van een hoogheid, die wij helaas ontdekt men dan in een album (een jonge -opees gewaad op c niet bedoeld. Pe- Anrc rain. Hier Is alleen i ongelooflijk £NTON TONEMAN, de Rys- wijkse pianist-organist-com ponist. die voor Tclefunken twee bekende liedjes improvi serend bewerkte in de stijl van verschillende componisten. i die uit het Louvre tc Parijs af- heerlijk komstig zijn). Wonderlijk is d( u*" verstilling in een met goud om rand miniatuur als „Yusuf en Zu Ieikha" (Jozef en de vrouw var Potifer» uit de 16e eeuw. waarii ondanks het statische karaktei toch de verleidingskunst van de feest vi'uuw tot uitdrukking komt. stukken, in die weelde van kleur en verfijning, in die zuiverheid van Wond kjnd bij lijnenspel en versiering. Het Iran ^ziéh van tbans heeft andere belangen, dan een rust-vragende miniatuur kunst. Daarom is deze tentoonstel motief erg populair te zijn, want ling, die voor het grootste gedeel- zijn meerdere miniaturen Jozef weergeven, zowel in de ver koop d or zijn broeders als op een feest van Potifera. Een merk waardige terugval is er te consta te uit de Keizerlijke verzameling te Teheran komt, een stuk wa devolle cultuurhistorie, waari men niet mag voorlijgaan. u

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1957 | | pagina 18