WE BEGINNEN PAS...W
't Eiland der
KUNST van het PERZISCHE
Aart Romijn
schreef over
de „Nozems"
-~*'™ "-""-ras TRAGIEK EN SCHOONHEID VAN IERLAND
clvurcl ^riecf
of
Vioolspel van FRANCESCATTI
grapje van Toneman
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 31 AUGUSTUS 1957
DE Crisisjaren die heel 2Ün leven op christelijke
voorafgaande cnhn}"r' 'c Tno"nt rno1
aan de laatste
wereldoorlog heb
gedwongen (gein- 6cmw,
spireerd is hier een kracht "bij de leraren
zwak woord
het schrijven van 111
een bewogen soci
ale roman. Alleen
reeds de titels
Burgers in Nood",
het grootste bederf onderhevig
is als het geloof en de geloofs-
onder-
wijzers ontbreekt of niet wordt
daad van chris
telijke naastenliefde.
Geeft gij hun te eten", „Is het mijn schuld?", „Zijn dat Uw
kinderen", spreken voor zichzelf. De na-oorlogse jaren met
de zogenaamde hoogconjunctuur (tot in het hart aangevre
ten door de knagende worm der woningnood) hebben tot nu
toe weinig neerslag gevonden in de protestantse letteren.
Dat het nu juist Aart Romijn is die plotseling een bepaald sociaal
aspect van onze jaren belicht behoeft ons niet te verbazen. Romijn is
niet alleen een veelzijdig auteur en een geboren verteller, maar wij
kennen hem als een met het lot van zijn medemens bewogen christen.
Er worden vele keiharde, knappe romans geschreven tegenwoordig.
Maar zo de christelijke literatuur zich nog ergens kan onderscheiden
van de produktie der ongelovige schrijvers, dan is het toch zeker op
het terrein der charitas. Natuurlijk dreigt hier het bekende gevaar
van het beneden de literaire maat blijvende tractaatje. En dat Romijn
geheel is ontkomen aan het opzettelijk preken in verhaalvorm zou
teveel gezegd zijn.
Wie R. .mijnt uerk
makkelijk en heeft
er geen literair hart-
teer van al» hy zin
netjes laat staan als:
„Er warrit gebeld.
•n Piet schrikt heftig.
Hu. unt U hij ze-
nuuachtig. Om zo te
schrikken i an een
'tellet je." Zinnetjes
die het in een kin
derboekje goed
doen, maar in een
roman toch blijk ge
ven ran gebrek aan
Maar, lezer, het
is ons er niet om
te doen om spij
kers op laag water
te zoeken. Het is
de wijze waarop
de auteur is inge
steld, welke van
zo groot belang is.
Het anders-zijn van
de christenauteur
in zijn werk zit
niet alleen in de
tellen, maar in de
gerichtheid.
Geen opgewekte geschiedenis,
een enkele keer wat breed van
stof, maar wel een boek, dat de
druk der tijden goed weergeeft in
een historisch verantwoord en
knap opgezet verhaal.
Een opdracht
VU ANNEER de lezer deze nieu
we roman van Aart Romijn.
die zich o.a. afspeelt in de wereld
IE HEEFT GELIJK, de volksmond, die Ierland Kath
leen ni Houlikan, het eiland der heiligen, noemt, of
Peter Grubbe, die het (in: Wo die Zeit auf Urlaub
geht) beticht als „het eiland der elfen, ezels en rebelleif'?
Waarschijnlijk beiden. Immers, zijn Nederland, Friesland,
Skandinavië, grote gedeelten van Duitsland niet door Ierse
monniken gekerstend, en levert het ook nu nog niet een
belangrijk aantal monniken en nonnen, een uitzonderlijk
ben destijds meer v^Tig^ pIuiTü oue Thriltelijke ho°g percentage, als men de zo gedunde bevolking in aan-
ian één protestant- samenleving. Hij laat zien dat merking neemt? („het exporteert", verneemt Böll,
se romanschrijver hct christelijk onderwijs aan „kinderen en priesters, nonnen en biscuits, whisky
en paarden, bier en honden").
Heinrich Böll, de auteur van: „Und sagte kein
einziges Wort" en Haus ohne Hüter", heeft Ier
land bezocht, niet alleen, maar met twee vrouwen
en drie kinderen, heeft daar een huisje gehuurd en
Diefstal enige tijd te midden van de bevolking geleefd,
e zo zielsgraag Wat hij ons in dit boek aan impressies geeft (ten
fiets wil hebben, onrechte draagt het de titel dagboek) gaat over
zijn vakantie^ op^een^kan- egn jerian(j ^at wei bestaat, „wie er echter heen-
reist en het niet vindt, kan geen eis tot schadever
goeding bij de auteur indienen", zegt hij er
waarschuwend bij. Het heeft dan ook niets te ma
ken met een reisgids of reisbeschrijving, het bevat
als 'hi^'hem" medeplichtigv maakt achttien schetsjes in fijn geciseleerd proza, dat een
aan autodiefstal, iets van de ont- volkomen ander karakter draagt dan dat van zijn
hiertwven VeedlTvertekr *U wtU aft [Ti?"5' P® «"^amheid, stilte van het land
boek zelf lezen, dus bespaar ik u hebben de stijl ervan beïnvloed. Boll verstaat de
de details. kunst (die Thomas Mann zo uitzonderlijk beheers-
w.Rrk".luk"°6.n coiïtïïïï'lk'to de te>- door een als Leitmotiv herhaald detail iemand
eerste helft van het verhaal wel te karakteriseren, bijv. de zilverkleurig gelakte
waardoor^de ebeurtenlsse'n Se\e v'nSernagel van de jonge nerveuse dokters vrouw,
vaak worden" ver- die 's nachts haar man van een ziekenbezoek ver
de weg verwacht-.
piET Vina,
gaat i
moet hij zijn achterstand
school inhalen. Een leeghoofdig
kantoormeisje brengt hem in con
tact met haar vriend, die niet al
leen een joy-rijder blijkt te zijn.
doch Piet i
weede helft komt
n geeft Romiji
JN een boek vol impressies over
Ierland, schildert de Duitse schrij
ver Heinrich Böll ons een Ierland, dat
bestaat „maar wie er heenreist en
die Ierland niet vindt, kan geen eis
tot schadevergoeding indienen", zegt
de schrijver.
Is het het Eiland van Heiligen (die
een groot deel van Europa kerstenden)
of is het een Eiland van Elfen, Ezels
en Rebellen (zoals Peter Grubbe
zegt)?
In bijgaande beschouwing neemt
J. H. Schouten dit nieuwe boek van
Heinrich Böll, „Irisches Tagebuch",
verschenen bij Kiepenheuer und
Witsch te Keulen, 156 blz., prijs 8,50
Mark, onder de loupe.
Hij laat ons de door de
op de mentaliteit spreuk: Toen God
tW!hdat"??Z'iïc schiep, heeft Hij er genoeg
moraal op na van gemaakt", tastbaar erva-
houdt. ren „u hij vprtpif hoe ppv n, s in orde gemaakt- de moeite er voor over, Irische Legende genomen).
Maar, zult U (meer kunstenaar dan huisva- door stromende regen te rijden Daar leest hij de grafspreuk:
zeggen: met Piet agent een automobilist aan- der!) anders was hij niet uit- naar het graf van de nationale „Ruiter, werp een koele blik op
V'k3- j?nS®n,0P houdt om diens papieren te sluitend met Duits geld op stap Ierse dichter Yeats, die zijn het leven, op de dood en
gymnashmf. loopt controleren, maar een lang fre^""s^aJrfn" ^ond®n zij de .land zo geestdnftig bezongen rijd door."
het vrij goed af. gesprek over de kleinkinde-
den"komen^ïn^dé ren öfln meerskanten begint:
gevangenis terecht, de autorijder heeft de papie-
we ren niet bij zich, maar daar-
het om bekommert zich niemand.
Emigratie
Emigratie is daar een bitte
re noodzaak. We leren dit bij
Böll niet uit statistieken, maar
uit de lotgevallen van: „Het ne
gende kind van mevrouw D."
Want het staat vast, dat van
geduwd" En°de de negen kinderen van Mrs. D.
„rand" van de kerk. er zes zullen moeten emigre-
van de christelijke ren. Hij beschrijft het afscheid
school; dat is een bij de autobussen en de stations
opgave apart. Ro- van jonge mensen, kinderen
mijn heeft ons met vaak, die zullen vertrekken naar
S3. Londen. Sidney of Ohio.
treinreis op krediet maken: elk heeft in de sage
i Countess
Böll heeft dit land met lief-
-ens zal zien. Het eiland der
Heiligen, dat het kostbaarste
exporteert wat het heeft: zijn
kinderen. In deze schetsjes
geeft hij een indrukwekkender
beeld van Ierland, dan welke
reisgids ook het zou kunnen.
J. H. SCHOUTEN
niets m
niet eerlijker zijn
bepalen tot wat
Aart Romijn wèl
geschreven heeft
Daar hebben wij
voorlopig de han
den vol aan. Hij
heeft ons met de
neus op de puit
van het rand-ge-
AART ROMIJN
en zijn dochter.
begaafde jongen, die op het gym
nasium is, een nieuwe fiets belooft
doch hem zijn zakgeld onthoudt en
zoveel huurschuld heeft dat met
uitzetting moet worden gedreigd.
En ondertussen kalm zijn sigaren
van dertig cent rookt.
De tegenstelling tussen het trei-
een spiegel v^e&en""'SI?- geld k"nnen verdienen
schien leest u liever een detective hiervan iets te> sturenj?an
of een lief damesromannetje. Ni"
mand mag u dat kwalijk neme
Maar onthoud u toch de titel v
dit boek. „We beginnen to
pas". 1).
heeft dan is terige armoebestaan i
l thuis
der, moeder of oma, die thuis
zijn gebleven. En als ze voor
een familiebezoek nog eens te
rugkomen na tien of vijftien
jaar, is Ierland hun vreemd ge
worden. Vreemd en treurig
door de eeuwige regen. Vele
Kem en zen va«« u« «uuuc dorpen zijn verlaten (zoals in
d^kerVfs1 binnengekomen, "hééft Frankrijk: la terre qui meurt!)
met dit verhaal een van zijn meest we zien er niets van dan een
ontroerende boeken geschreven, skelet. Ze zien er anders uit
boek waardoor wij niet alleen jjan gebombardeerde' steden:
hier is geen spoor van geweld.
Romijn. die het leven op de
middelbare school door en door
kent cn zelf „van de andere kant^
toch ia HP
iets gebeurd. Er is een commissa
ris van politie die meer doet dan
de wet hanteren; er is de leraar
klassieke talen Kochem die in zijn
vakantie zijn leerlingen niet is ver
geten en die begrepen heeft dat
het met de rapportcijfers niet af
gelopen is'en dat ieder mens. en
zeker een onderwijzer en een le
raar. een „opdracht" heeft ten op
zichte van de naaste.
Aan het eind van dit boek is er
de gekneusde jongen Piet Vina,
voor wie door de commissaris
en de leraar een uitweg gezocht is
uit de moeilijkheden waarin hij.
dank zij een bijna a-sociaal ge
zinsverband. geraakt is. Een ar-
moe-gezin tekenen in deze tijd van
hoogconjunctuur, daar is wel moed
voor nodig. Sommige mensen vra
gen zich af: zijn er nog wel ar-
Wat voor soort ellendige
worden vertelt ons Romijn. Het
eigenaardige is, dat. als je dit boek
gaat lezen, je onmiddellijk het mi
lieu accepteert als waarheidsge
trouw getekend.
Vader Vina, eigenlijk een goed
hartige kerel, is door allerlei om
standigheden minder toerekenings-
deze jongen. Hij begint
te blijven zonder de ware oorzaak
te willen bekennen. Er groeit een
zekere haat tegen de bezittende
klasse. Alles wordt scheef getrok
ken.
Kochem is het die de jongen
waarschuwt: Als God dood is staan
er vele goden op. Maar Piet Vina,
gesproken".
P. J. RISSEEUW
Tijd en elementen hebben i
eindig geduld alles weggevreten
wat niet van steen was, en uit
de aarde groeit een bekleding
waarop deze gebeenten als reli
kwieën rusten: mos en gras.
Böll ging blijkbaar onvoorbe
reid naar Ierland, had voor het
P 4 september 1907 dus nu 50 jaar geleden over
leed in het ziekenhuis van Bergen (Noorwegen) de
componist Edvard Grieg. Zelden is een musicus met zoveel
eer begraven als deze geliefde toondichter. In het Museum
voor Kunstnijverheid te Bergen werd een rouwdienst ge-
houden, die door ongeveer 500 personen werd bijgewoond.
Edvard Grieg, i Alle winkels, fabrieken, kantoren en scholen waren de dag
van de begrafenis gesloten en vrijwel elk huis had de vlag
halfstok. Tienduizend personen volgden de baar door de
straten van Bergen.
Langs de weg hadden zich bovendien nog velen opgesteld
om Grieg een laatste groet te brengen. En als laatste mu
zikale groet klonken de Treurmars van Chopin en de Treur
mars, die Grieg voor Nordraak had geschreven. En toen
de laatste schep aarde op de kist was gevallen ging een be
droefde weduwe alleen terug naar de villa op Troldhaugen. Nina Grieg-Ha-
gerup, de 62-jarige zangeres, die de beste vertolkster was van Grieg's lie
deren en 40 gelukkige jaren met haar man had doorgebracht. Nog eens greep
:ij naar dat simpele lied, dat Edvard in hun verlovingstijd had gemaakt:
Jeg elsker dig" (Ik houd, van jou) en met die muziek voelde ze zich niet
de Noorse
componist, is
op 4 septem
ber a.s. vijftig
jaar geleden
overleden op
64-jarige
leeftijd.
OVERLEED 50 JAAR GELEDEN
En die duizenden
toeschouwers bij
de begrafenis wis
ten bij alle droef
heid toch dit, dat
de muziek van
Grieg zou blijven
klankvolume of dynamische kracht Willem Mengelberg werk
VIA NAALD
£N PUAAI
heel stil doet luisteren.
In 1883 kwam Grieg voor de eei
ste maal naar Nederland om zij
Pianoconcert uit te voeren en no
wu irtjjÜS enkele andere kleinere pianowerk- iVid'de
leven. Die muziek ies- Hii was de 8ast van dc Ned- Amsterdam,
was hun eigendom componist Julius Röntgen, met
geworden, de muziek van de zanger hij tot zijn dood bevriend bleef,
def fjorden. En nu, vijftig jaar la- in 1897 kwam hij - -
maal voor een geheel
n het Concertge-
Amsterdam, waar Grieg
van Grieg is als
telkens weer ontroert, die telkens
troost, die telkens
vijftig ji
nog: de muziek
boüwd|
Grieg en dat bezorgde hem
Concertgebouworkest een uitnodi
ging voor het Noorse muziekfeest
in Bergen. In 1906 bezocht Grieg
de laatste maal ons land en
concert in
het batig
saldo op zijn uitdrukkelijk verlan-
gen aan het pensioenfonds van het
de tweede Concertgebouworkest werd ge-
hem scxh°!*.en
schoonheid schenkt. Muziek die niet en Johannes Messchaert dirigeer-
Vijftig jaar geleden overleed niet
alleen een goed en groot mens,
maar ook een geliefd componist,
muziek uitdrukking was van
paganini, de beroemde en be
ruchte vioolvirtuoos uit de
vorige eeuw, speelde eens in
er ook vandaag geleden kan parjjs. Iedereen was enthousiast.
f,ehnlre een zangeres die zei.
dat zijn spel wel technisch volmaakt was, doch zielloos. „Zo zei
Paganini. ..is mijn spel zielloos". Hu zette de viool aan de kin, ging
dicht bij de zangeres staan en speelde enige maten dicht aan naar
oor. Al spoedig sloot zij de ogen en kreeg een soort toeval. Vanzelf
sprekend onstond er grote ontsteltenis onder de aanwezigen. Men
vatbaar geworden. Maar net met verzocht Paganini haar weer bij te brengen. Dat deed
zó erg om hem op te bergen. eveneens enkele maten te spelen. .Dat was alles o»» iv -
°°r het gezin langzaam n mjjn ypeI toch niet 20 erg 2jelIoos is", zei Paganini.
..Maar hoe doet U dat kunstje'", vroeg de zangeres nogjvat ge
ïntimideerd. ..Dat is juist dè kunst, domme gans"
ii-concert. Technisch t
dit Pagani...
muzikaal zo formidabel, dat zelfs schuiven, i
Paganini er jaloers op zou zijn ge- serend, zonder
weest. En dan wordt Francescatti te hebben,
begeleid op eeir manier, die Paga-
T grw ,,»,i SS m|antasfischMorkesbapparaat
haar weer bij te brengen. Dat deed hj heeft Paganini beslist nooit tot zijn
dig spel met stijlen, of beter met
de hebbelijkheden en onhebbelijk
heden van grote componisten. To
neman kent z'n componisten door
en door en hij weet vooral ook de
onhebbelijkheden naar voren te
wat improvi-
oot op muziek
het gezin langza;
zeker naar dc kelder gaat.
Vina is zo'n eigen-rijder taxi
chauffeur die met groot lef een
paar croquetjes en een paar ha
ringen op tafel legt, zo nu en dan
zijn vrouw een tientje geeft, zijn
Paganini.
..Het i
echter alleen
bedoeld i
lesje te geven''.
Storm over het sticht
De Middeleeuwen, die wij maar
al te gauw idealiseren als de tijd,
edele ridders en schone ziek
Het is een van de verhaaltjes dia
over Paganini worden verteld en
zelfs in boeken worden geschre
ven Met de Paganini-fabels zou
men een heel rariteiten-boek kun
nen vullen van ontelbare bladzij
den. Paganini is alleen maar een
fantastische tovenaar en geheim
zinnige duivel op de viool, ZÜDJ
ponisten-s
jonkvrouwen leefden, kundige
bachtslieden werkten en fraaie go- Gottmer
tische bouwwerken die met hun nini f
opgerichte lijnen naar de hemel woord
wezen, tot stand kwamen, deze
tijden waren véél meer hard en
moeilijk. Ons land was nog ver
snipperd in landstreken, waarover
diverse grootheden regeerden. In
rgeten. In de Cbm-
van de uitgeverij
een deel aan Paga-
gewijd, waarin met geen
I over zijn muziek wordt ge
schreven. doch waarin de schrij
ver zich alleen maar uitput in hel
zo „lekker" mogelijk
smakeloze verhalen.
De grammofoonplatenindustrit
heeft overigens niets aan duivelse
hekserijen of ontuchtigheden van
Paganini. Zij heeft alleen --
bisschop niet al
leen bekleed met kerkelijke, maar
ook met wereldlijke macht.
Bij de uitoefening van zijn ge-
zag raakte zijn christelijke levens- heeft PHILIPS nu
beschouwing wel eens op de ach- u— A"
tergrond en dacht hij te veel aan
eigen belang. Dat geschiedde o.a.
in het Utrechtse, toen in 1423 een
goede bisschop stierf
volgers dongen naar
boek „S
iu7.iek Ên daarom
il meerdere
..erken op de plaat vastgelegd
Onlangs verscheen het Eerste
Vioolconcert in D-dur Op.6. ge
speeld door Zino Francescatti met
_r de Philadelphia Orchestra 1
de vrijgeko- Eugene Ormandy
speelplaat S 0462
lang-
Aan dc an
derè "plaatzijde speelt Francescat-
b-moll
Saint^Saëns met het Philhar
monic-Symphony Orchestra
et Sticht" (uitgegeven door ti het Vioolconcert
Nijgh en Van Ditmar in Den -«
Haag) laat A. Jurriaan Zoetmul
der ons die strijd meebeleven. De Ne'
schrijver verhaalt in welgekozen
woorden het droeve lot van een
Utrechtse regentenfamilie; de
strijd om de macht, waaronder
de boeren en burgers zwaar te lij
den hebben: het gekuip waarvoor
de roomse kerkelijke hoogwaardig
heidsbekleders en zelfs de paus
niet terugdeinzen. Toch was er
reeds toen een lichtpuntje: som
mige mensen kwamen tot de ont
dekking. dat de banvloek van Ro
me een uitvinding van een mens
was, die indruiste tegen de ware
christelijke leer.
Blandowski hem in een carica-
tuur schetste. Deze caricatuur
is ui? de Paganini-collectie te
Washington.
Dimitri Mitropou-
ïn dat Eerste Vioolconcert is er
heel wat muzikale warmbloedig
heid. Het is van een Italiaanse
straling, die
<en En vanzelfsprekend komt er
veel technische acrobatiek bij kij
ken. maar men kan beslist niet
reggen dat dit geen muziek is. In-
'egendeel. er zijn heerlijke cantile
nen en guitige ritmen. Het twee-
te deel i Adagio espressivo) be
doelt te zijn een gebed voor een
naar vrijheid snakkende gevange-
Toen Paganini zelf speelde
de Paris" eens.
..Paganini is geen violist, hij is
een kunstenaar in de meest uitge
strekte betekenis van het woord:
hij heeft zijn instrument als het
ware zelf uitgevonden en gescha
pen. Alles wat hij doet ligt buiten
dc grenzen van wat de kunst tot
nu toe kende". Wat zou diezelfde
heeft Paganini
beschikking gehad. Opname-tech
nisch is alles zeer klaar en door
zichtig met een bijzonder heldere
klank. Voor de viool wellicht iets
te scherp aangezet.
Het Vioolconcert no. 3 van Saint-
Saëns is één van dc vele solo-con
certen van deze Franse meester.
Hij schreef 5 Pianoconcerten, 3
Vioolconcerten en de Havanaise en
Rondo Capriccioso voor viool en
orkest en 2 Celloconcerten. Dank
baar geschreven steeds voor het
solo-instrument en bovendien tech
nisch volkomen gaaf gecon
strueerd. Het 3e Vioolconcert in b
kl.l. is opgedragen aan de inder
tijd beroemde violist Pablo de Sa-
rasate cn werd geschreven in 1880.
Het le deel zet donker gekleurd in,
maar werkt tot een grote glans
uit. waarna het Andante een heel
verfijnde en barcarollc-achtige
dialoog geeft tussen klarinet en
viool. Het slotdeel is energiek en
stralend als een bevrijding Ook
bij deze opname kan men genie
orkest- en solospel. alsme
de goede klankafgewogen-
de vastlegging op de plaat
aen bij bovengenoemde op
en echt van spel spreken
serieus-muzikale betekenis
woord. TELEFUNKEN is
plaat uitgekomen.
_>ianist-organist-comp
koordirigent Anton Toneman
Rijswijk een kostelijke ..Spielerei"
bedrijft. Een „Spielerei" zoals men
die ook kent van een wijlen dr.
Peter van Anrooy in zijn varia
ties over „Aan de oever van een
snelle vliet", een liedje dat hij be
werkte in de stij'
b componisten.
Een Frans liedje als een „Lied
ohne Worte" van Schubert, als een
Noorse dans van Grieg, als een uit
het orgel gedacht werk van
Franck. als een Russische kracht
toer van Rachmaninoff en als een
teer, impressionistisch klankge
dicht van Debussy. Van „My
bonny is over the ocean" hoort
men bewerkingn van Bach, Han
del, Mozart, Beethoven en Chopin.
Alles bijzonder muzikaal en met
grote kennis van zaken uitgewerkt.
Soms wat lang, maar niettemin ge
heel in stijl. Anton Toneman im
proviseerde en hij deed het wer
kelijk uniek. Een plaat die men zo
als muzikale bijzonderheid in z'n
discotheek moet hebben. Maar na
tuurlijk niets voor de puristen on
der ons. Hun ernstig gezicht mar
niet uit de plooi komen.
CORN. BASOSK1
i verschillen-
_My bonnie
i doet hier het
zelfde met twee bekende liedjes.
,Sur le pont d'Avi^rion" en
langspeelplaat BLE
14054). Men moet zo'n muzikale
grap natuurlijk niet met een heel
rrnstig gezicht aanhoren. Zo heeft
Toneman het oo
iverdondert, niet imponeert door den. Enkele dagen later bracht het beste dat in hem i
7ijn wij veelal alleen bekend
met het prgchtige kleuren
spel der Perzische tapijtkunst,
het Haagse Gemeentemuseum
brengt ons thans in contact met
een andere kunstuiting uit het
oudF Perzië: de kunst van de
miniatuur. En wie er rondgaat
tussen die 150 kleine schilderingen en boekverluchtingen zal in
contact komen met een gedachtenwereld, die zo geheel van de
onze verschilt, maar toch fascineert door de puurheid en de
mystiek.
De oude Perzische miniaturen doen als het ware de tijd even
stil staan, omdat ze het huidige leven met zijn zorgen, zijn tempo,
zijn sensatie en zijn dynamiek doen vergeten. In deze verfijning
en detaillering kan alleen de rustige mens zich uiten. Wij zouden
geen tijd meer hebben voor een dergelijke kunst, we zouden de
rust ook niet meer kunnen opbrengen en we zouden bovendien
zoveel verfijnde poëzie niet meer kunnen uitzingen.
Bij die tentoongestelde Perzische miniaturen zou men van ver
schillende scholen kunnen spreken tussen de 14e en de 19e eeuw,
scholen die afwisselend invloeden ondergingen van het Verre
Oosten, van de Groot-Mogols, van China, van Rusland, van de Ita
liaanse renaissance. Het constateren van een bepaalde invloed
brengt ons echter niet nader tot deze geheel aparte kunst. Nader
brengt ons alleen de intensieve beschouwing van wat vroegere
kunstenaars hebben geschapen in een veelal met religie en leven
En dan is het opvallend dat de In de latere perioden wordt er
verst afgele- wel eens wat van de eigen expres-
n 15e eeuw) sie opgeofferd aan het plaatje, zo-
boeien. In die als in „De hemelvaart van Chris-,
dat zelfs zoetelijk aandoet.
£EN der Perzische miniaturen
in het Haagse Gemeente
museum. Het is een portret t
een jonge man, gesigneerd Riza
Abbasi en gedateerd 1039 Heg,
d.i. 1630.
gen tijdperk
ons thans het
heel oude kunst hervinden
de puurheid van beleven
dachten, die later bedolven dreigt in de 17e
ge- Het naturalisme doet zijn intrede schildert i
te raken onder een met-andere-
relden-mee-willen-doen. Het oud
ste stuk van de expositie, „De sende jonge
Pauwenklok". een blad uit een ma- hoe de min
nuscript van de „Verhandeling
t Russische in
de 14e eeuw. is met zijn kruis-
vaardersgothiek van een verrukke
lijke echtheid en expressie. En dan
later in de 16e eeuw vinden we
ook nog een puurheid in voorstel
ling en gaafheid in technische be
heersing (speciaal in de miniatu-
vloed vrijwel alle plaatjes
maakt. Het „Portret van
vrouw" (no. 118) doet zelfs
Betje Wolff denken en de geteken
de paleizen zijn van een opvallen
de starheid.
- De miniatuurkunst van het oude
'i-VJÏS lee" nog slechts in de oude
ieze tijd nog wel zeer fijne eigen
cheppingen zoals b.v. de „Dan-
Opvallend is
noe ae min oi meer erotische mo
tieven met een grote noblesse zijn
uitgewerkt. Le liefde is hier steeds
van een hoogheid, die wij helaas
ontdekt men dan in
een album (een jonge
-opees gewaad op
c niet bedoeld. Pe-
Anrc
rain. Hier Is
alleen
i ongelooflijk
£NTON TONEMAN, de Rys-
wijkse pianist-organist-com
ponist. die voor Tclefunken
twee bekende liedjes improvi
serend bewerkte in de stijl van
verschillende componisten.
i die uit het Louvre tc Parijs af- heerlijk
komstig zijn). Wonderlijk is d( u*"
verstilling in een met goud om
rand miniatuur als „Yusuf en Zu
Ieikha" (Jozef en de vrouw var
Potifer» uit de 16e eeuw. waarii
ondanks het statische karaktei
toch de verleidingskunst van de feest
vi'uuw tot uitdrukking komt.
stukken, in die weelde van kleur
en verfijning, in die zuiverheid van
Wond kjnd bij lijnenspel en versiering. Het Iran
^ziéh van tbans heeft andere belangen,
dan een rust-vragende miniatuur
kunst. Daarom is deze tentoonstel
motief erg populair te zijn, want ling, die voor het grootste gedeel-
zijn meerdere miniaturen
Jozef weergeven, zowel in de ver
koop d or zijn broeders als op een
feest van Potifera. Een merk
waardige terugval is er te consta
te uit de Keizerlijke verzameling
te Teheran komt, een stuk wa
devolle cultuurhistorie, waari
men niet mag voorlijgaan. u