SNUFFEL, het duinkonijntje SCHAAKRUBRIEK m m m it W ZONDAGSBLAD ZATERDAG 24 AUGUSTUS 1957 Alle tekeninge tjes die je hier ziet gtellen een rébus voor. Je moet die rebussen een voor een op lossen, en als je dat gedaan hebt, moet je ze twee aan twee samen voegen. Dan ko men er in totaal vijf plaatsnamen te voorschijn. Doe je best maar! =ionz€ jeuqö-p&qin&f ónap niet Ik inap niet. dat grote mensen. Steeds to laat naar bed toé gaan. Nooit voor tienen, soms na twaal- Jongens. zeg hoe kan 't bestaan. Als het teven uur wordt krijg ik Eensklaps vreselijke slaap. En 't ergste is. dat vader 't Onfatsoen lijk vindt als 'k gaap. En ze zeggen, dat de zandman Niet bestaat ik vind 't raar. Want als 'k slaap krijg, voel ik zand in Beide ogsn, 't is heus waar. Alle mensen, zie je hoe ik Nou weer vrees'lijk gapen moet. Nou, ik doe het licht maar uit. Welterusten en slaap goed!h°°r graaft U i i eigen kamertje Aan de voet van een heel hoog duin. verborgen achter braamstruiken en duindoorns, ligt het'hol van de duin- konijnen. Daarin wonen vader en moe der konijn en vijf konijnenkindertjes. Eerst moet je door een heel lange gang. en dan kom je in het huis. Er is maar één kamt Maar als ze er dicht tegen eikaar liggen, is het knus en gezellig. En lekke: warm. Dan zijn ze allemaal tevreden. Allemaal, behalve Snuffel: Snuffel is de aller kleinste. Maa hij heeft de eerste praatjes en hij waagt ook het meeste. Dikwijls krijgt hij een tik, als hij on gehoorzaam geweest is. En dikwijls zegt moeder „Pas toch op! Denk aan Je oom Oom heette ook Snuffel, en hij durf de ook altijd alles In een maanlich te nacht is hij te ver van huis gegaan. Toen heeft een stroper hem doodge schoten Nou. daar zal de kleine Snuffel heus wel voor oppassen Een stroper zie je aankomen en dan ben je zo weg! En dat er nog veel meer. nog andere ge varen zijn. daar gelooft hij niets van. Soms ligt hij bij de ingang van het hol te soezen in het zonnetje. In de verte hoort hij dan 't gejoel van de kinderen, die spelen oo het strand, en pootje baden in zee. Hij wil zo graag eeps gaan kiiken. Maar moeder vindt het natuurlijk niet goed. Ze zegt dat de kinderen hem dan zullen pakken. Haha, hij kan toch véél harder lopen Op een mooie avond speelt hij met z'n zusjes en broertjes verstoppertje. Een dan krijgt hij opeens zo'n heel erge zin om naar het strand te gaan. Hij wil ook wel eens voelen hoe dat is als je met je blote voeten in het water loopt. En nu kan het geen geen kwaad. Als 't donker is zijn al le kinderen naar huis. Stil sluipt hij weg, en als ze hem niet meer horen kunnen, rent hij met grote sprongen het duin over, naar de zee. Verbaasd blijft hij staan Wat is de zee groot. En wat mooi. die schuimende golfjes langs het strand. En heel dat brede strand, en heel die grote zee. is nu voor hem alleen. Uitgelaten huppelt hij verder, regelrecht in het klotsen de water. Brrr, wat is dat koud. Hij moet er van hoesten en hijgen. Nee. hij snapt niet wat die kinde ren daar nu aan vinden. Dan gaat hij liever schelpen zoeken. Een hele poos dwaalt hij over de wijde zandvlakte. Hij klimt over heu veltjes en hij snuffelt aan allerlei vreemde voorwerpen. En juist als hij moe begint te worden, komt hij bij groot zandkasteel. Dat hebben nijnenpaleis. er lopen een heleboel gangen onder de grond door En aan 't eind van iedere gang is een kamer tje. Snuffel is er verrukt van. Dit zou een mooi huis voor hen zijn. Hij heeft al zo vaak aan vader gevraagd: Maar dan zei vader: niks hoor! Dan kan ik 's avonds iedere keer gaan kijken of jij wel in je bed ligt! Maar hier hier konden ze allemaal wel een eigen kamertje krijgen Snuffel zoekt de mooiste uit, aan het eind van een brede gang. Daar gaat hij fijn een poosje rusten. Een klein poosje! Maar hij is zo moe. En 't ruisen van de zee klinkt zo eentonig, net een slaapliedje, 't Duurt niet lang of hij slaapt als een roos. Hij merkt er niets van dat de zee almaar dich terbij komt. Hij weet niet dat het vloed geworden is en dat langzaam alle gangen van het kasteel vol lopen. Eerst de smalle Dan ook de brede, die wat hoger ligt. Hij wordt pas wakker als er koude druppels tegen z'n neus spatten. Ver schrikt springt hij overeind. Waar is hij? O ja. het kasteel! Wat is het hier donker! Hij wil naar huis. Hij is alleen! Hij loopt de brede gang in. JANTJES HOBBELPAARD Kleine Jan z'n hobbelpaard Is zijn grootste schat. Daarop rijdt hij met een vaart Door de hele stad Eerst wil hij naar oma toe. O. wat gaat dat snel! Maar het paardje wordt nooit En dat weet Jan wel. Alle tantes zoekt hij op. Daarna keert hij vlug In een vliegende galop Naar zijn moes terug. Onze brievenbus Besfe kinderen. Het was een hond, die te voor schijn kwam uit dat geheimzinni ge dambord. Leuk raadsel was het, hè? De hoofdprijs gaat naar Joke en Gerard Wen- nekes (schrijven jullie even pre cies waar jullie wonen?) en de troostprijzen zijn voor Anneke Rienstra, Sjaan- tje de Zeeuw en Elsje Smit. Wel gefeliciteerd, hoor! Kees VerwelJ heeft een mooie bal- hebben in Apel- Maarten Treurniet hebben me over hun schoolreisjes ver teld. Dat was de moeite waard jon gens. Zeg Wim Verkaaik, jij vond het ieker wel fijn op dat vliegveld. Zijn het leuke vliegtuigjes die je ge kocht hebt? Nelly de Wachter en haar broertje Keesje houden allebei erg veel van tekenen, hebben ze me geschreven. Jannisje Poortvliet schreef haar briefje op een klein stukje papier, maar dat is niet erg hoor, ik kon het toch wel lezen. Heeft je moeder ook zo gelachen toen je broertje in die plas viel Piet Se- gers? Ik denk haast van niet! Nou. ik wou dat ik geweten had dat je pannekoeken ging bakken Marga Ver wijs, misschien was ik dan wel ge komen om mee te eten! Vind jij het fijn op school, Gerda? Jij geniet maar veel van je vakantiekaart. Le- ny Vernee. Gelukkig dat je kiespijn weer over is. Schrok je een beetje van het vuurwerk. Henk Siersema? Nou. ik vond het ook wel griezelig hoor, toen ik het voor de eerste keer meemaakte. Schrijf je zelf ook eens een briefje, Jos Wildeman? Dik, Frits en Goof van de Water zijn alledrie overgegaan. Hoe vonden jul lie het op Schiphol? Fijn dat de prijs naar je zin was Ada van Vuu- ren. Marja van Schothorst heeft ook heel wat rondgezworven in haar vakantie! Ja, ik ben vaak op de Hoge Veluwe geweest Adrie van Vuu- ren. Welbedankt voor jullie kaar ten, kinderen Den Ouden en Willy Ooms. Je hebt gelukkig prettig kun nen spelen met dat aardige nichtje hè C. Rijkaart? Hoe is je naam eigenlijk? Nee, dat zou ook te moeilijk X -X x zijn geweest, om het aan- I, II TT 1 UI bloemen in het bloc- Wat Jimmy cle Leeuw zoal beieercL Pl" Water! Hij probeert een andere kant. Wa ter! Overal water! Hij kan er niet meer uit! Opeens moet hij aan oom Snuffel denken. En aan moeder! Moe der had gelijk: er zijn overal geva ren. Niemand kan hem horen, al roept hij nog zo hard. Hij snikt het uit van spijt en angst. En dan stort opeens met geweld het dak van het kasteel in Snuffel wordt omgegooid en bedolven, 't Lijkt wel of hij zal stikken. Als een razen de begint hij te graven En opeens ligt boven hem de wijde, donkere he mel met hier en daar een vriendelij ke ster. Buiten adem blijft hij liggen Hij is gered. Hij hoeft niet te verdrin ken. Hij kan haast niet geloven dat z'n bang avontuur zo gord is afgelo- Heel in de verte hoort hij roepen. „Snuffel! Snu-u-u-ffel! En dan loopt hij. zo hard als hij nog nooit gelopen heeft. Vuil en nat komt hij thuis. Vader is boos en moeder verdrietig. En Snuf fel fluistert beschaamd: ..'t Was heus de laatste keer. Ik zal nooit meer on gehoorzaam zijn, echt niet!" De ngen Nannie Vermeulen, Roe- Tot de volgende week, jongens en meisjes. Dan zijn de letters A tot en met G aan de beurt. Dag allemaal, TANTE JOS. iiimr mil' min min mini niin miiit mm min mimi mum mui Correspondentie en oplossingen aan de heèr H. J. J. Slavekoorde, Goudreinetstrant 125, Den Hang DE OPLOSSINGEN Hieronder volgen de oplossingen der opgaven, welke wij in onze rubriek van 10 augustus jl. publiceerden. 1. Najdorf—Steiner. Op 1Pxd6 zou volgen 2. exd6 en dan óf 2De8 (het beste, maar niet pleizierig) óf (in dien zwart niet goed uitkijkt) 2 Dxd6?'' 3. Pg5 met mat of damever- lies! 2. N.N. versus N.N. Na 1. Pb3! 2. Lxh7+? Kxh7; 3. Dd3 volgde 3 Le4U 4. Dxe4t (nog erger ware 4 Dxb3,') c4' 5. Da2 b3!> f5!5. Dbl Pxal en zwart moet winnen. 3. N.N. versus N.N. Na 1. Dd4 speelde zwart (maar ten onrechte) 1Pxhl en werd door 2. Td6g6 voor een on- dekbaar mat geplaatst. een grote verscheidenheid. Wat dunkt U van stelling 1 nadat wit 1. Pg7 heeft gespeeld.' Zal zwart nog kunnen winnen? En zo ja. zal de winst moeilijk of ge makkelijk izijn en hoe zal de winstvoe ring in dat geval luiden? De tweede stelling is van geheel an der kaliber. De ervaring leert dat een vooruitgedrongen pion Zoals die op h6 voor wit een sterke troef betekent. Maar hoe wint wit een dergelijke stelling op de snelste manier? Stelling 3 is geschikt om U te bemoe digen. Wit.(aan zet) staat een stuk ach ter. Weliswaar heeft hij hiervoor twee pionnen maar toch is men zo op het oog geneigd zwart de beste kansen te geven. In werkelijkheid had wit remise in de hand, doch toen zwart het gelijke spel met alle geweld wilde ontlopen kon wit zelfs nog winnen. Hoe zou dat alles ge gaan zijn? De viera'e en laatste stelling is in de schaakliteratuur zeer bekend. In de dia gramstelling stond zwart (Mieses) aan zet er alles behalve rooskleurig voor, Oosterkerk in Middelburg vj toen hij plotseling op het Idee kwam om 1Lc5U te spelen, waardoor hij kansen op behoud kreeg. Na 2. Dd8xh£ Lc5xf2t!';, 3. Kglxf2? had zwart het ge lijke spel vast in handen. Twee vragen: 1) Hoe had wit op de 3e zet moeten spelen om te winnen; 2) Hoe bereikte zwart na 3. Kxf2? remise? 196. In de woestijn is alleen zon en zand. En onder die brandende zon zeulen de arme Jimmy en Rao door het gloeiende zand. O, ze kunnen bij na niet meer. En toch moeten ze vooruit. Waar heen? Ze weten 't niet. Een hele tijd zeggen ze geen woord tegen elkaar Wat moeten ze ook zeg gen? Bovendien kunnen ze bijna niet meer spreken, want hun tong ia net een stukje leer. Dorst dat ze hebben dórst! En nergens is water te vin den Eindelijk, eindelijk zegt Jimmy: „Heus. Rao ik kan niet meer!" Hij valt neer en blijft liggen. Rao is ook erg moe, maar toch geeft hij de moed niet op. Ze kunnen hier niet in 't zand gaan liggen, want dat maakt hun toestand alleen maar erger. ,,Kom, ouwe kameraad," zegt Rao, „we moeten volhouden. Dan gaan we maar een beetje langzamer lopen, maar vooruit moeten we!" Hij spreekt zijn makker bemoedigend toe, hij trekt hem eens flink aan z'n staart. Maar tenslotte helpt niets meer. Weer valt Jimmy neer en blijft als een baksteen liggen. 197. Och, Jimmy is flauwgevallen. Hij is een groot, sterk dier, maar te gen de vermoeienissen van een woes- tjjnreis i* hij toch niet opgewassen. En vooral die erge dorst heeft hem uitgeput. En nu ligt hij op z'n rug, net of hij slaapt. Rao krabt zich even achter de oren. Wat moet hij nou be ginnen? Maar hij zal Jimmy maar een poosje rustig laten liggen. Dan zal hij best bijkomen. En inderdaad, na een hele tijd opent Jimmy weer de ogen. Hij begrijpt er niets van. Waar is hij nu en wat gebeurt er met hem? 't Is net of hij op en neer hob belt. Hij wordt er weer een beetje draaierig van. En nu merkt hij pas dat hij niet meer op z'n rug ligt. En ook niet meer in 't zand. En wat is dit nou? Ze hebben hem stevig vastgebonden. Jimmy sluit de ogen en wil eerst eens goed naden ken. Hij herinnert zich dat hij zich in 't zand liet neervallen en dat Rao wat tegen hem zei. Maar wat er verder met hem gebeurd is, daarvan weet hij niets. En waar is Rao? 198. Weer opent Jimmy de ogen. Ja, hij is goed wakker en de duize ligheid is voorbij. Nu wil hij eerst goed weten wat er met hem aan de hand is En waar die vreemde hob belige beweging toch vandaan komt. Jimmy doet zijn ogen heel wijd open en dan ziet hij de kop van een ka meel. En nu begrijp hij ook dat hij tuesen de rugbuiten van de kameel is vastgebonden. Als passagier op ..het schip der woestijn" zet hij de reis dus voort. Hoe dat allemaal zo gekomen is begrijpt Jimmy niet, maar in elk geval behoeft hij nu niet door dat gloeiende zand te lopen en dat is al een hele geruststelling. En kijk, naast de kameel loopt Rao. Oh, wat ziet die er vermoeid uit. Maar heel opgewekt vraagt hij: ,,Ben je weer wakker. Jimmy? En voel je je nu wat beter?" Na een poosje wordt halt gehouden. Het touw wordt losge maakt en Jimmy kan zich weer be wegen. Hij voelt zich helemaal uitge rust en is erg benieuwd om te weten wat er nu eigenlijk precies met hem gebeurd is. KRUISWOORD RAADSEL HORIZONTAAL: 1 Jaarboekje, 6 glibberig, 10 ontelbaar, 13 guitig, 15 ras, 16 heer, 17 bun del, 19 insekt, 20 vrag. voornaamwoord 21 vreemde munteenheid, 23 inham in zee, 24 damp, 25 visgerei, 26 gereed, 28 het leggen der vogels, 29 deson danks, 30 dier, 32 borst been, 33 schaakstuk, 35 zacht, 38 plantenge slacht, 40 kreupel, 42 deel van een ambtsge waad. 44 VTuchtvliesje, 46 metalen bak, 47 jong dier, 49 thans, 50 be weeglijk, 52 snelloop, 54 de eerste afdeling van de maag bij herkauwen de dieren, 56 lawaai, 57 meisjesnaam, 58 sierlij ke plantjes, 60 aanslib bing, 61 voegwoord, 62 buigzaam, 64 rot plekje aan fruit, 65 pracht en praal, 67 gedienstige, 68 vuil. VERTIKAAL: 2 Pak ken, 3 deel van de Bijbel, 4 dier, 5 overal, 6 voedsel, 7 bestemming, 8 spil, 9 hooggeplaatst, 11 vermoeid, 12 kunste naar, 14 dik touw, 16 roofvis, 18 insekt, 20 vertwijfeling, 22 groot aantal, 23 bakterie, 25 hoofd, 27 roep, naam, 31 edel metaal, 34 middag, 36 twintigtal, 37 ge zamenlijke vertering, 39 boei, 41 huiverig koud 43 tekort schieten, 45 moedig, 48 zeden, gebrui ken, 51 lol, leukheid, 53 gebak van fijn deeg, 55 fijne veren, 58 gedienstige, 59 bedrukte katoenen stof, 62 werkschuw, 63 camee, 65 Fr. lidwoord, 66 zangnoot. HP? mm |jpp m si m M i Wm. Wh Hü Inzendingen Inzendingen worden vóór donderdag a.s. op ons bureau verwacht. Oplossingen moeten uitsluitend op een brief kaart worden geschreven. In de linkerbovenhoek vermelden: „Puzzeloplossing". Er zijn drie prijzen: een van 5, en twee van 2,50. OPLOSSING KRUISWOORDRAADSEL 17 AUG. HORIZONTAAL: 1 Basis, 5 kapel, 10 Lt., 11 climax, 13 ct. 15 men, 16 N.W. 17 hoelman, 19 lee, 20 ar, 21 mok, 23 zoen, 24 mes, 25 appel, 26 en, 29 ze, 30 star, 32 reuzel, 35 jool. 36 Eros, 37 hommel, 39 krat, 41 el, 42 Mr., 44 divan, 46 vee, 47 laag. 49 sop, 51 nu, 52 ban, 54 splijten, 55 os, 56 hol, 58 Ne., 59 banaan, 60 er, 62 werst, 63 dalen. VERTIKAAL: 2 Al, 3 stolp, 4 schamper, 5 kim, 6 amen, 7 pan, 8 E.K., 9 schamel, 12 zwendel, 14 toren, 16 nee, 18 nop, 19 lof, 22 keur, 27 stomp, 28 kuras, 29 zes, 30 som, 31 ale, 33 eer, 34 zot, 35 jol, 37 heulbol, 38 luis, 39 knappend, 40 kreunen, 42 menen, 43 kan. 45 vos, 48 aas, 50 vjjzel, 53 bons, 56 har, 57 lat, 59 bè, 61 re. abcdefg h Zwart maakte remise na 1Lc5' 2. Dh8 Lxf2t!3. Kxf2" Hoe maakl te zwart remise en hoe had wit dit kun- voor komen?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1957 | | pagina 12