Cultureel
venster
SCHILDERIJEN OP MUZIEK VAN
MOUSSORGKSY
latuur en SZunót
Wij speeiden op orgels
van Fróbenius
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 10 AUGUSTUS 1957
£D DEN BESTEN, geb
1923, is een dichter van
de jongere generatie, die
tevens als essayist bekend
heid heeft verkregen door
zijn inleiding tot de Ne
derlandse poëzie van na
de oorlog: „Stroomgebied"
(1954), geschreven in regeringsopdracht, benevens
een daarbij behorende bloemlezing onder dezelfde
titel. Sedert 1950 redigeert hij ..De Windroos", een
serie dichtbundels van jonge Nederlandse auteurs.
Zijn jongste dichtbundel heeft tot titel „Tegen mijn
verlies"'. Met nog enkele andere jongere poëten, zo
als Guillaume van der Graft, Jan Wit. Coert Poort,
behoort hij tot een kleine groep christelijke dichters
te midden van de bredere groep dusgenaamde ex
perimentelen. In zekere zin kan men ook W. J. van
der Molen tot hen rekenen. Dit zijn evenwel geen
christelijke dichters in de traditionele zin van het
woord, zoals de ouderen van de Ontmoeting-groep.
Zij zoeken naar nieuwe wegen en nieuwe uitdruk
kingsmiddelen. Ze versmaden de overgeleverde wij
ze van christelijke verzen schrijven niet om redenen
van stijl, of uit reactie tegen een al te gemakkelijk
gebruik van een dichterlijke tale Kanaans.
De zaak zit dieper: zij beleven
het christelijk geloof anders. Ze
zijn op hun wijze christelijke exis
tentialisten. uit noodzaak, en ze
hebben het daarbij niet gemakke
lijk. Ze zitten OeKlemd tussen hun
generatiegenoten, die a-religieus
of ook wel anti-religieus zijn. en
het christelijk publiek, dat nog
grijpen, laat staan te waarderen.
Den Besten staat wat zijn
vormgeving betreft nog het dichtst
bij de traditie, omdat hij behoefte
heeft aan strofenbouw, metrum
en rijm, zaken die voor hem van
wezenlijk poëtisch belang zijn.
Maar misschien is zijn werk juist
daarom moeilijker dan dat van
iemand als Coert Poort bijvoor
beeld. omdat men zich op de ge
dichten van Den Besten gemak
kelijk verkijkt. Wanneer hij een
vers schrijft als:
DODELIJK
„De herfst is voor mij alleen.
Ik ben. Ik deel met mijzelf
de appel dood. Ik delf het
klokhuis onder mijn steen.
December. Sluit het gewelf.
Ik ben die ik ben. al een,
een huid van herfst om mij
heen".
jong
dermate ve
deren zal ei
bezig is te
anderen, dat
eigenlijk
moet zijn om
hiervan voldoen
de doordrongen
te wezen. De
ouderen zijn al
voor drie kwart
historie.
Bovendien moet
men óók toege
ven, dat het de
dichters onder de
jongeren zijn, die
als het ware
Ad den Besten, die
bundel „Tegen mijn v
publiceerde.
dicht-
seismografisch de nieuwe tekenen
van de nieuwe tijden opvangen. Zij
zoeken, ook als christen, naar een
nieuwe levenshouding, die bij deze
snel veranderende ttfd past en ze
doen dit (het woord is misschien dichter verlangen dat hij zichzelf
de klinkklank en vooral de vrome
„cant" veracht; wie het niet om
schoonheid zozeer als om waarach
tigheid begonnen Is; maar die geen
behoefte meer gevoelt te zoeken
wat reeds gevonden is en uit te
vinden wat reeds gezegd is of te
volbrengen wat reeds volbracht is.
Dit alles is dus allang geen kri
tiek meer op de bundel van Den
Besten, maar een oproep tot histo
rische bezinning. Het geheim van
de poëzie moet een publiek geheim
blijven, want de geheime kant van
de dichtkunst is slechts een aspect;
ze moet ook open zijn.
De kinderachtige, de arbeider en
de volksman onderschattende ..be
grijpelijkheid"' van Adama van
acheltema's socialistische verzen
verlangt niemand terug, maar zijn
leuze had een element van waar
heid. Poëzie is en blijft iets rij
kers en veelzijdigers dan de heden
daagse jongeren dat (misschien
wel móeten) verstaan. Crypto
grammen en mythologismen zijn
boeiend, psychologisch belangrijk,
maar ze kunnen voor mijn besef
het hoogste noch het laatste woord
in poeticis zijn.
Lezer, ken daarom ook de dicht
kunst van het verleden: koop wenk
jes als ..Het Goud der Gouden
Eeuw". ..Religieuze Poëzie der Ne
derlanden" en dergelijke, toegan
kelijk voor iedereen, zie hoe men
het vroeger deed en laat uw be
grip van dichtkunst nooit versmal
len. zoals jonge dichters dat1, mis
schien uit zelfbehoud, soms doen.
Want poëzie is toch wel iets zeer
hclangriiks en wat zal de taal van
de hemel anders dan Doëzie zijn?
C. RIJNSDORP
de sterk- ^Toch olijven hier vragen
ste gedichten van de bundel, dan Wordt, bij alle breuk met de
bemerkt ieder, dat de vori
het vers, ondanks het rijm,
lijk sterk gelijkt op die
hedendaagse gedichten
komt het bij eens geheel kwijt raakt aan al die
grote en heerlijke zaken waarvan
f - 3« Bijbel spreekt?
Uit de geanimeerde activiteit
van de hier bedoelde groep ten
aanzien van een nieuwe psalmbe
rijming en nieuwe kerkliederen,
een activiteit, waarvan het specia
le nummer van Wending ..Zoals
de Waard is" een welsprekend
getuigenis aflegt, zou men bijna
Subjectieve poëzie afleiden dat zij dit „ergens" (vol
gens Aize de Visser een Hervormd
t uw en hun dienst, woord, zoals „onlosmakelijk" een
Gereformeerd woord is) beseffen
dit werk als een tegen-
tc groot, n
hen tegen
dat wil zeggen in de plaats
voor en ten behoeve van hen die
daarvoor minder bewerktuigd zijn
of die er zich domweg geen reken
schap van geven.
speling van enkele Marcussen-orgels in Denemarken,
werd. een bezoek gebracht aan de orgelbouwer Fróbenius te
MuziftkWHZCr Lingsby bij Kopenhagen. Ook met hem werden vele onder
werpen besproken, hetgeen zeer interessant was vanwege de
Bij Daamen. Den Haag zijn de verschillen txissen hem en Marcussen. Van Fróbenius werden
eerste twee deeltjes (in de Ooie- de orgels in de Gröndalslundkerk (1953), de St. Andreaskerk
vaar-serie) verschenen van „Mu- (-iQfjfj) en de Sankt Jakobskerk (1953) te Kopenhagen bezocht.
ziekwijzer" door Han Bos. Het le
andere subjectieve poëzie,
het Anema sinds jaar
de verkeerde naam „impressionis-
tisch" bestreden? Poëzie dus. waar-
Met de titel ..Dodelijk" bedoelt bij de dichter het subject, cen-
de dichter te zeggen, dat de onge
broken heidense geest
van dit kleine vers, dat
toch voor een ogenblik
de eerlijke uitdrukking
van zjjn geestelijke
situatie was, een dode
lijk gevaar betekent.
Dit vers staat evenwel
min of meer op zich
zelf. De meeste andere
schijnen door hun op
de traditionele poëzie
gelijkende vorm ge
makkelijker dan zij
zijn. Men moet de ge-
dachtenwereld van de
dichter kennen en zijn
intenties weten, men
moet zijn persoonlijk
zijn „dialect des harten"
Men kan ook
door Seerp hoe gelukkig is dat.
dag onder
Ook schrijver dezes is voor
meer dan driekwart historie, zij
het historie met een bijzonder klei
ne h. Meer misschien
dan anderen, door aan
leg. levensloop, belang
stelling, staat hU open
voor het nieuwe In
kunst en geestesleven.
groeit ztfn overtuiging,
dat we terugmoeten
naar een, ook lyrische,
dichtkunst die „het le
ven uit eigen hand ver
loren heeft", om een
term van wijlen ds. S.
deel heet „Beknot
van Bach tot Bartók'
deel „De grote zaal'
die muziekcriticus, t
en concert-organisator
is. heeft getracht eer
tingwijzers te maken
bliek, dat vrij geregeld
bezoekt zonder echter veel van
muziek af te weten. En ook voor
-het publiek dat dagelijks naar dp
radio luistert. Hij .heeft^.bet. alles
dus op een zeer populaire toon §e-.
daan en ontkwam daarbij niét al-'
tijd aan al te vage, omsohrijvin*, -
gen. Maar het geheel is toch
ondanks wat te veel subjectiviteit?,;
o.a. ten aanzien van Brahms
wel leerzaam. De bedoeling is dat?
nog 3 deeltjes verschijnen, be
ning zijn. dat de dichtkunst bezig
te onherroepelijk vast te lopen en
t ze een totale omzwaai moet
maken naar wat men zou kunnen
ermen zlJn natuurlijk
verstaanbaar zijn, maar de ontoereikend) een „objectieve
mening, dat poëzie poezie.
Datema te gebruiken, handelend de kamermuziek, opera
verstaan, wil men zijn poëzie geen dat
onrecht aandoen. Nu kan men na-
tuurlijk aan verzen de eis stellen,
dat z
dichter is
geheimtaal is en hij verwacht
zijn lezers zoveel intuïtief ..ver
stand" dat ze tot die bedoeling. al
ze zich maar aandachtig genoeg in
zijn werk verdiepen, kunnen door
dringen.
en die alles heeft in Christus.
Die daarvan duidelijk, voor een-
voudigen en ongeletterden ook ver
staanbaar, kan getuigen in een
dichtstijl die om zo te zeggen alles
doorgemaakt heeft, ook de jongste
ontwikkeling (want die heeft
ballet en oratorium,
passie. Misschien kan Han Bos
zich bij de volgende deeltjes wat
meer inspannen en meer feitelijke
gegevens over de werken ver
schaffen. Die zijn voor het publiek
toch belangrijker en interessanter
waardevolle schemergebieden ver- dan de eigen gevoelens van de
kend en deels ook geëxploreerd); schrijver. Niettemin aanbevolen,
die evenzeer als de experimentelen deze pocket-boekjes.
Redding uit de mythe
Geldt dit vooral niet voor de
christelijke dichter, die immers
leven mag bij het licht van de
openbaring Gods in Jezus Chris
tus? Mag men ook niet van de
belijdt hij op zijn wijze zijn ge
loof. zonder hetwelk deze bundel,
zoals hij het ziet. eenvoudig niet
geschreven zou kunnen zijn. Het
gaat in deze bundel, naar de dich
ter ergens verklaart, om de moge
lijkheid van redding uit wat hij
noemt de ..mythe", een mogelijk
heid die zich alleen in en via Je
zus Christus realiseert.
Verzen als „Ichthus" (die naar
de titel al uitdrukkelijk
verwijst). „Postzegels
„Ontheemd", „Patriarchaal'
ie" zijn dichterlijke belijde
nissen. hoe ook cryptisch aan
doend. van des auteurs oprecht ge-
VIA NAALb
CN RLAAT
De heer Fróbenius Jr., die
elektrotechnisch ingenieur is,
is nog sterker dan Zacharias-
sen tegen elektrotechniek in
de orgelbouw. Daarentegen
gelooft hij niet in de grote
invloed van structuurveran
dering op de toonkwaliteit in
een tijdvak van 15 jaren (zie
ons vorige artikel waarin we
al verklaarden voor deze
visie nog geen wetenschap
pelijk bewijs te hebben ge
kregen). De Frobenius-orgels
iht~I953 voldeden ons bijzon-
Van Kopenhagen ging de
reis weer terug naar Duits
land, nadat eerst nog het be
roemde Compenius-orgel in
de Slotkerk van de Frede-
riksborg te Hilleröd werd
bezocht. Daarover echter het
een en ander in een slot
artikel. Vanzelfsprekend
werd in Duitsland het orgel
van de St.-Jakobikerk te
Lübeck niet vergeten, waar
Johannes Brenneke organist
is en ons uitvoerig vertelde
over de beide orgels in deze
kerk.
Iet grote orgel dateert uit 1464
werd in 1670 uitgebreid tot 51
stemmen, verdeeld o/er 3 manua
len en pedaal. Van het kleine or
gel (bekend door de grammcfoor.-
opnamen van Helmut Waloha) was
het Hoofdwerk al aanwezig in 1467.
Het instrument werd in 1636 uitge
breid met een rugpositief en Borst-
werk door Stellwagen. Beide orgels
de laatste oorlog in bom-
fOEN in 1874 door
vrienden van de archi
tect-schilder Viktor Hart-
mann een tentoonstelling
werd georganiseerd van
het nagelaten werk van deze op 23 juli 1873 (op 41-jarige leef
tijd) overleden kunstenaar, kreeg de Russische componist Modeste
„Licht", versluierd ook „Bllndce- Moussorgsky de inspiratie tot het schrijven van zijn pianocyclus
„De schilderijen-tentoonstelling", bestaande uit 10 pianostukken.
„W
Idtfus
k het leven niet
ademen in de poelen
wan dood en doodsverdriet,
ik loochende dit lied:
een voze zwam, een zwoele
doodsbloei van nietsbedoelen,
anders wist ik het niet.
Leven. ris die verschiet
tussen het donker woelen
van woekerend wier en riet
hoe koel laat ge de koele
dood door uw kieuwen spoelen.
Leven, wist ik het niet.'"
.Céén van mijn verzen", zegt de
dichter, „is in navolging van de
traditie van "80 als esthetisch
avontuur geschreven" Het esthe
ticisme. waarbij de ouderen zijn
opgegroeid, heeft afgedaan. al
werkt het nog bij verscheidenen
na. De jongeren willen geen „vrij
blijvende" poëzie schrijven: het
zijn. bij de toonaangevenden al
thans. bijna
belijdenissen, al i
Van der Graft en nog meer bij
Jan Wit soeelser en luchtiger, dan
bii Den Besten Ook kan de ver
schijning van deze verzenbundel
op het standpunt van de dichter
gezien worden, litorai- gesproken,
als een riskante daad. om de be
wust christelijke keuze, die er
voor de goede verstaanders in naar
voren komt.
Van Den Bestens authenticiteit
dient men dus overtuigd te zijn.
Ook zulien de ouderen moeten er
kennen. dat het ingezette atoom
tijdperk de wereld ook geestelijk
Viktor Hartmann was een goe
de vriend van Moussorgsky ge
veest en de pianostukken zijn eigen
lijk evcnzovele posthume eerbewij
zen. directe impressies van wat
worden met elkaar verbon
den door een „promenade in
Russische stijl", waarin de toe
schouwer van het ene schilderij
naar het andere loopt. Deze pro
menade komt steeds terug in een
ietwat gewijzigde vorm.
Na de inleidingspromenade hoort
men muzikale verbeeldingen van i
1. „Gnomus. die kreupele dwerg"
(heel realistisch), 2. „Het oude
kasteel" (stemmingsstuk).3. „Spe
lende én bekvechtende kinderen
in de Tuilerieën" (grappig kinder
stuk), 4. „Bydlo. Poolse ossekar"
(stemmingsstuk). 5. „Dans van
de kuikens in de eierschalen" (ook
een grappig kinderstuk». 6. „Sa-
muel Goldenberg en Schmuyle"
(raak geschetst dubbelportret van
een rijke en een arme Jood), 7.
„De markt in Limoges" (stem-
mmgsstuk), 8. „Catacomben" (een
verbeelding van een Romeins graf
waarover Moussorgsky zelf zei:
„De scheppende geest van Hart
mann leidt mij naar de schedels
roept ze aan de schedels
PI voor Daarom- kan ik de plaat die
piano geschreven, men mist er in ®s Master's Voice maakte van
de oorspronkelijke versie eigenlijk Rudolf Schock in operafragmen-
de kleur van Hartmann's verf ten onder de titel „Der strahlende
aan. Ook Ravel bespeurde dit ge- Tenor" zeker aanbevelen. Want
hij heeft „De schilderijen- Stralen doet deze stem in ieder gc-
tentoonstelling" in een meesterlij- val- <25 cm. langspeelplaat WBLP
ke orkestratie gegeven. Hij heeft 531
geschonken, het
Prestant 4". Roer
fluit 4". Octaaf 2'. Quint 1 2/3,
Scherp 4-st., Kromhoorn 8', Trech
terregaal 8" Pedaal: Prestant 16".
Subbas 16'. Pommer 8'. Boudon 4'.
Nachthoorn 1', Mixtuur 6-st,, Dul-
1 ciaan 8'. Trompet 4'. Cronet 2', Ba
zuin 16'.
DE reis is uiteraard te kort ge
weest om een uitgebreid in
door de Berliner Philharmoniker, zicht in de Deense orgelbouw te
het Orchester der Stadtischen krijgen. Desondanks is op ver-
Oper Berlin en een Groszes Opern- schillende zaken een verhelderend
licht gevallen. Ook op het feit. dat
afwisselende en rijke kleurengam-
Columbia heeft het werk
Moussorgsky in deze bewerking fragmenten zijn ook de stemmen onbekend verschijnsel
uitgebracht, gespeeld door het
Philharmonia Orchestra o.l.v. Her-
bert von Karajan. (30 cm. lang
speelplaat CX 1421). Het is een uit
zonderlijke vertolking geworden,
volmaakt in spanning en kleur,
technisch formidabel. Herbert von
Karajan heeft elk detail afgewerkt
en steeds de klankdoorzichtigheid
behouden. Hier is een ideaal sa
mengaan van vele orkestinstru
menten en niet een brij van klan
ken. Bovendien is de plaat opna-
metechnisch bijzonder goed ver
zorgd.
Elisabeth Griimmer. Ferdi-
-nand Frantz en Gottlob Frick heel den dr:
even te beluisteren.
CORN. BASOSKI.
kplaats
Want i
stuk levens- beginnen zacht te gloeien")
l L.-i van Baba-Yaga" (een
Russische heks. een stuk Russische
sage). 10. „De grote jx>ort van
Kiew" (een visioen van Heilig
Rusland).
is alsof iets daarvan ook te vin
den is in deze „schilderijenten
toonstelling" waar alles bijzonder ALS tegenhanger van deze mu-
fijn en levendig gekarakteriseerd -TV 2jek een plaat voor opera- en
wordt en waarin de Russische filmliefhebbers. Operaliefhebbers
volksziel wordt weergegeven.
Het
leven lang niets anders gedaan
heeft dan luisteren
was een luisterend
In deze muzikale verbeeldingen alles opving: Het geheim van de films
vogels, het lied van het kind. het meestal met
ritme van de arbeider, de melodie seerd verhaal.
van het volksgezang, het ruisenj
van de wind. Als hij enkele zwaar-
gelaarsde boerenjongens moei
zaam door de sneeuw ziet trekken,
terwijl in de verte vrolijk en la
chend enkele meisjes aankomen,
dan ontstaat zijn „Intermezzo in
houden natuurlijk
opera's_van Massenet. Giordano.
alsof Moussorgsky zijn Verdi. Wagner. Mascagni
mots anrfffrs ff~<aan Filmliefhebbers honden na-
f de tenor Rudolf
verschillende Duitse
triomfen heeft gevierd,
wat geromanti-
groot meester getoond. Tot zijn
vriend Stassow zei Moussorgsky
eens: „Niet de schoonheid als zo
danig. maar de psychologische ont-
karektenstiek van de
ven dat is mijn opgave". Het
Er zijn zangliefhebbers die zich
te hoog vinden voor Rudolf Schock
omdat hij ook lichte liedjes en
operette zingt. Maar zo zou ik
meer zangers kunnen opnoemen.
Als die zangliefhebbers echter eens
goed luisteren naar deze vertegen-
om. U agner, Verdi en Puccini.
Marcussen ston-
n het type Swee-
linckorgel in opbouw.
De voorbereiding voor het bou-
tieus. Alle onderdelen, ook de
speelmechaniek. worden nauwkeu-
rig berekend en in tekening ge
bracht. Dit is een essentieel ver
schil met verscheidene Nederland
se orgelbouwers, die wel de plaat
sing en de opbouw van dc windla
den vooraf bepalen, doch de speel
mechaniek pas daarna vaststel-
De nauwkeurige voorbereiding Is
een waarborg dat de speelmecha
niek uiterst licht cn ....zonder „kin
derziekten" functioneert. Dc into
natie is prachtig cn getuigt van
zeer persoonlijk inzicht. De basis
wordt gezocht in historisch en tech
nisch wetenschappelijk research,
welke m.i. niet voldoende is en
vermoedelijk juist daardoor een
kunst oplevert, welke niet vrij is
van reactionaire gevoelens. Zowel
voor de Nederlandse als dc Deense
orgelbouw geldt dat het stijlbegrip
ontwikkeld wordt, maar dat men
zich hoede voor de mentaliteit,
waarvan in feite het electronische
orgel ook een (zij het verguisde)
exponent is. (Slot volgt).
JOH. M. VETTER.
BIJ EEN WAARDEVOLLE COLLECTIE
zijn verschillend
ook bij de romantiek
(Van onze Kunstredacteur)
piCASSO heeft eens in een vraaggesprek het volgende opge
merkt: ,,Men spreekt altijd van naturalisme als tegenstelling
tot de moderne schilderkunst. Ik zou echter willen weten of
iemand ooit wel een natuurlijk kunstwerk gezien heeft. Natuur
en kunst zijn geheel verschillende zaken, kunnen niet gelijk zijn.
Om een voorbeeld te geven. Velasquez liet ons zijn voorstelling
van de mensen uit zijn tijd na. Die mensen waren in werkelijkheid
natuurlijk anders, maar toch kunnen we ons geen andere Philips
IV voorstelled dan die van Velasquez.
ORGEL REIS NAAR DENEMARKEN (III)
bleven bij dc bombardementen,
maai de fraaie Marienkerk. waar
woordiger van het bel-caoto, dan Buxtehude eens zijn Abendmusi-
zullen ze toch werkelijk wat mm- ken gaf. is totaal verwoest
d«*r vooringenomen zijn. Want Ru- Voor hen die geïnteresseerd zijn
dolf Schock heeft een uitstekende in de dispositie van het kleine or-
tenorstem. een lyrische stem zoals Rol in de St. Jakobikerk te Lübeck
er toch werkelijk niet zo heel, veel geven we deze hier weer: hoofd-
modo classico". Als hij het lallen' zijri. En dan is het verrassend wat )verk: Prestant 16', Octaaf 8'.
van een waanzinnige dorpsbede- hij maakt van Wagner- en Verdi- Spitsfluit 8', Octaaf 4', Roerfluit
laar hoort, ontstaat zijn lied opéra's, waarin' soms zijn stem 4', Octaaf 2', Mixtuur 6-st en Trom-
.Mooie Sawischna". Als hij het wat te veel open wordt gegooid, pet 8' (discant). Borstwerk: Ge-
kind in zijn spel en zijn gebed maar waarin een soepelheid in de dekt 8', Quintadeen 4'. Woudfluit
hoort ontstaat de mooiste cyclus materiaalbeheersing en bovendien 2'. Octaafcymbel. Regaal 8'. Schal-
kinderliederen „De kinderkamer", een muzikaliteit worden gedemon- mei 4'. Rugpositief: Gedekt
En zo is het ook met wat hij ziet. streerd. die enkele „aangebeden" Quintadeen^ 8\
met zijn beschouwing van Hart- zangers beslist niet hebben. P
mann's schilderijen.
Rubens heeft dezelfde Koning ge
schilderd. maar op zijn schilderij
lijkt Philips IV een heel andere
man te zijn. We geloven aan de
Philips van Velasquez omdat die
ons overtuigt van zijn recht op de
macht. Kunst is altijd kunst en
nooit natuur geweest, zelfs niet bij
de primitieven, die zich in hun
werk bewust van de natuur distan
tieerden."
En ergens verder merkte Picas
so op: „Men moet niet van de
schilderkunst naar de natuur gaan.
maar van de natuur naar de schil
derkunst. Er zijn schilders die uit
de zon een gele vlek maken, maar
er zijn ook schilders die met over
leg en kundigheid uit de gele vlek
een zon maken. De schilderkunst
heeft een zelfstandige waarde, on
afhankelijk van de zakelijke schil
dering der dingen. Men moet de
dingen eerder zo schilderen als
men ze in wezen kent, dan zoals
men ze ziet. De schilderkunst heeft
haar eigen schoonheid en zo kan
men zich een abstracte schoonheid
voorstellen, die schilderkunst is".
Aan deze uitspraken van
Picasso moest ik weer eens
denken toen ik een uur lang
tussen zo n vijftig schilderijen uit
de Romantische en Haagse School
liep. welke thans bij de bekende
kunsthandel Pieter A. Scheen in
Den Haag worden geëxposeerd en
die door Scheen uit vele landen
van Europa zijn bijeen gebracht.
Kunst is nooit natuur en de schil
derkunst heeft een zelfstandige
waardeNatuurlijk. Picasso
heeft groot gelijk en het is eigen
lijk tragisch, dat dit toch nog zo
weinig wordt ingezien. Want er
zijn nog hele geslachten die van
een schilderij alleen maar natuur
verwachten. „Je zou die vrucht er
zo afpakken", zegt men dan, niet
wetend dat dit niets, maar dan ook
niets met kunst te maken heeft,
doch alleen maar met een handig
vakmanschap.
En als je dan eens bij die ro
mantici kijkt dan is er ook wel
zo het een en ander, dat je een
verzwakking van de kunst kunt
vinden. In de vorige eeuw is er in
ons land namelijk enorm veel ge
schilderd. ontelbare doeken en pa
nelen zijn met verf bedekt. Maar
het is echt niet allemaal kunst'ge
worden. Men kan het nu prijzen in
een kenner als Scheen onze
Rijksadviseur voor deze periode
dat hij steeds weer een collectie
met waarde bij elkaar brengt. Een
collectie waarin schilderijen zijn
die wel kunst genoemd kunnen
worden, hoe men
mantiek of de
Haagse School
denkt.
Het criterium
'AT is het
criterium
waarvan Pieter
Scheen uitgaat?
Dat is niet alleen
de technische
vaardigheid van
de schilder, ook
niet de aardi
ge voorstelling.
Evenmin is het
alleen de goede
kleurkwaliteit.
Het criterium
voor Scheen is
de waarde als
kunstwerk. dus
als zelfstandig
bestaand duig.
als eigen schep
ping van de kun
stenaar. Scheen
kijkt niet naar
het plaatje, ook
niet naar die
„natuurlijke"
vrucht of dat
„water waarin je
springen".
Scheen zoekt
naar de kunste
naar in of achter
die verbeelding.
En dan kan men
ci niet verwachten, dat zij tot ab
stracte verbeeldingen komen.
Maar wat zij aan de natuur ont
leenden moet zodanig zijn, dat
men de eigen persoonlijkheid én
de eigen scheppingspotentie kan
ontdekken. Zonder die heeft het
werk geen waarde en is het niet
kleurenfoto op lin-
kleurstellingen, de materiaalbe
handeling en de ruimtelijke sfeer
een eigen gezicht heeft. Het is
„Het muziekavondje" van de in
Rotterdam geboren schilder
Petrus Th. van Wjjngaerdt
(1816—1893). een klein maar ge
voelig paneel, gemaakt in 1860.
Toegegeven, de schilder is nog
niet helemaal los gekomen van
de materie, maar het werk heeft
toch een geheel aparte sfeer en
is meer dan de natuur te zien
geeft.
Kerksfeer
Een ander voorbeeld is
het „Kerkinterieur" van Jan
Jacob Schenkel (1829—1900). die
in Amsterdam leefde. Heeft
Schenkel, wiens werk nog wel
eens voor dat van Bosboom wordt
aangezien (een compliment voor
Schenkel), hier de kerk als natuur
lijk bouwwerk willen schilderen?
Beslist niet, hij raakte geboeid
door de zuivere sfeer, door het
verrassende zonlicht en door de
fraaie compositie met het kleine
koororgel. En zo gaf hij zijn visie,
zo trok hij de natuur naar de
schilderkunst, omdat hij van het
zuiver schilderkundige uitging.
Helaas weet ik niet welke kerk
dit is. Wellicht weet een van de
lezers dit.
Het is verleidelijk zo aan de
hand van talrijke andere schilde
rijen van deze waardevolle expo
sitie verder te gaan.
Een prachtig landschap van Ja
cob Maris (bijzonder van kwali
teit), een vroeg, verrassend mooie
Springer („Stadhuis te Bruns-
wijk") een bijzonder kleurrijk
bloemstuk van Petronella van
Woensel, een sfeervolle Nuyen
(„Oud gebouw aan een rivier")
of een zeer sterke Schelfhout
(.".Wintervermaak") nader te om
schrijven. Uit al deze werken ont
dekt men iets van de waarde van
Picasso's woorden, een waarde
die in de moderne kunst welis
waar sterker wondt beleefd dan
in de romantiek, maar die toch
ook hier zich doet gelden. „Na
tuur en kunst zijn geheel ver
schillende zaken". Uit die werken
constateert men ook de kundigheid
van Pieter Scheen, die eens per
jaar aan Nederlandse kunst een
rijk bezit toont. Tot zaterdag 14
september heeft u de gelegenheid
even te veirtoeven in een voorbije
wereld, maar toch een wereld die
ons ergens nog wel lief is.
De Amsterdamse schilder uit de
19e eeuw Jan Jacob Schenkel schil
derde dit sfeervolle Kerkinterieur
op een grootte van 36 x 26 cm.
W
hier een schilderij af, dat op'het
eerste gezicht nog het meeste van
een plaatje heeft. Maar bij nader
inzien toch in de compositie, de
„Schelde, snelle Vliet"
De zeer produktieve Zuidneder
landse schrijver Emiel van He-
meldonck heeft bij Lannoo/Tielt in
Den Haag de roman „Schelde,
snelle vliet" uitgegeven. Dit boek
is meer dan een roman, omdat
het tevens een boeiend beeld geeft
van Antwerpen in de Napoleonti
sche tijd. Hoewel men even aan
het taalgebruik en de stijl van
Van Hemeldonck moet wennen,
raakt men toch spoedig in de ban
van dit boeiende boek, dat getuigt
van diepgaande studie van de
achttiende-eeuwse toestanden en
van een grote liefde voor de Bel
gische sinjorenstad. Bovendien be
wijst het. dat Van Hemeldonck als
romancier kwaliteiten heeft. Het
boek. dat keurig is uitgevoerd, is
het achttiende deel in de Berk
en Bremreeks,
Schoonheid en karakter
Nelly Posthumes Meyjes,
kunsthistorica te Amsterdam,
heeft bij de Uitgeverij Lankamp
en Brinkman te Amsterdam
(Uitg. Ploegsma) een boekje uit
gegeven onder de titel „Karak
ter en schoonheid van de Ned.
schilderkunst in de 17e eeuw".
Zoals de schrijfster in het voor
woord opmerkt is het doel van
het boekje om aan de hand van
een beperkt aantal reprodukties
naar bekende schilderijen uit
Ned. musea karakter en schoon
heid aan te tonen, waaraan dan
tevens een samenvatting van de
noord-Nederlandse schilderkunst
uit de 17e eeuw met de algemene
stijlkenmerken is verbonden.
De schrijfster is in haar opzet
bijzonder goed geslaagd en geeft
zeer duidelijke en zeer instruc
tieve zij het korte aanteke
ningen bij de 80 zwart-wit re
produkties op kunstdrukpapier.
Haar inleiding tot de kunst uit
de 17e eeuw is eveneens van een
bijzondere klaarheid en ook des
kundigheid. De uitgave is zeer
mooi verzorgd en de tekst werd
in het Nederlands en Engels af
gedrukt, waardoor de waarde
van het. boekje aanmerkelijk
wordt verhoogd. Er zijn ook af
zonderlijke Franse en Duitse uit
gaven verkrijgbaar. Een waarde
vol geschenk voor uw vrienden
in het buitenland.