In mei jubileren Gereformeerde
Mannen- en Vrouwenbonden
Mannen vonden een nieuwe
methodiek
Op jacht naar spoken
Onder ons
„BONT BOEKETJE" VOOR
DE VROUWEN
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 25 MEI 1957
OOK_DE MAN EN_DE_ VROUW HEBBEN VORMING NODIG
De meimaand kost de gereformeerde man dit jaar twee snip
perdagen. De ene heeft hij al genomen, toen op 15 mei zijn
vrouw haar mooiste jurk aan trok, haar nieuwe zomerhoedje
opzette en de trein nam naar Apeldoorn voor de bondsdag van
de Gereformeerde Vrouwenbond. Aan de deur heeft hij haar
nagezwaaid en onmiddellijk daarna twee vechtende en huilende
kinderen uit elkaar getrokken. Wie 's avonds het meest ver
moeid was, weten we niet. Volgende week, op 29 mei, neemt
hij weer een snipperdag, maar dan trekt hij zelf zijn beste pak
aan en trekt naar de stad van havens en boten om aan de Maas
zijn bondsdag te vieren. De vrouwenbond werd twintig, de
mannenbond vijf en dertig jaar oud en beide genieten een
goede gezondheid.
daling op te vangen met verantwoord en
interessant materiaal, en de heer Span
is voortdurend op pad om verenigingen
te bezoeken. Wie zijn enthousiasme
meegemaakt heeft, beseft wel, dat de
mannenbond heus nog wel een toekomst
heeft. Iedere week worden 12.000 man
nen door gezamenlijke studie en een
gezamenlijk gesprek versterkt om een
actieve plaats in het gemeentelijk leven
in te nemen.
WAAROM NIET
Denk bii een vrouwenvereniging
niet aan een gezellig naaikransje
breiende, koutende en thee drinkende
oude dametjes, die wanten breien
voor de tropen, of wollen borstrokken
voor arme kindertjes. Denk bij ei
mannenvereniging niet aan vijf oude
heertjes rond een tafel met een oud
groen kleed; waarvan er drie een
baard en twee een druipneus hebben.
Deze gedachte zou niet eens een kari
katuur kunnen zijn van de werkelijk
heid, want een karikatuur neemt het
aanwezige materiaal en overdrijft het.
De werkelijkheid is totaal anders.
Beide verenigingen, maar vooral juist
de vrouwenvereniging hebben een twee
ledig doel. Voorop staat bij beide het
verlangen om vormend te werken. De
Gereformeerde mannen en vrouwei
seffen, dat zij zonder geestelijke vorming
geen geestelijke kracht in de gemeente
kunnen zijn. Eer men iets wil geven,
moet men zelf iets bezitten. De bedoe
ling is, dat men zich dus rond de tafel
schaart- en samen op een bepaald onder
werp bezint. Dit kan op een Bijbelgedeel
te betrekking hebben, maar ook op
gen van het dagelijks leven, zoals de
verhouding van ouders tot kinderen,
man tot vrouw, de plaats van de man
de vrouw in de wereld van vandaag,
de politiek, in het economisch leven. De
bedoeling is dat er niet getheologiseerd
wordt, maar dat men heel praktisch
antwoord probeert te zoeken op de
gen en de problemen van mannen
vrouwen uit onze tijd.
NIET TE GROOT
In de tweede plaats zoeken de
(maar ook de mannen) gemeenschap
met elkaar. De kerk is groot, vaak
gaat men onder in de massa van een
zondagse kerkdienst, maar op de vereni
ging kan men andere vrouwen ontmoe
ten. Juist in de nieuwe uitgestrekte wij
ken van de grote stad, waar duizenden
sen van overal tezamen wonen zon
der elkaar te kennen, springen op het
ogenblik verenigingen op.
i, die veel minder in de ge
legenheid zijn dan de mannen om con
tacten te leggen met gelijkdenkenden,
vinden daar nieuwe vriendinnen. Daar-
ontbreekt het gezelligheidselement
niet op de vereniging, en daarom ook
wordt de vereniging niét al te groot. In
Baarn is men tot splitsing overgegaan
en heeft men nu twee vrouwenverenigin
gen. Men vergadert in een ..lange pij
penla" maar nu kan men elkaar weer
zien. In dit geval betekende het dus voor
de vereniging „groei door splitsing".
Lang niet altijd is het mogelijk, omdat
er geen vergaderruimte beschikbaar is,
of geen geschikte persoon, om een twee
de vereniging te leiden. De administra
trice van de vrouwenbond, mevr. Brun-
sting-Grashof, vertelde ons, dat zij per
soonlijk van mening was. dat het ideale
aantal lidmaten ongeveer 25 bedraagt.
Een wet van Meden en Perzen is dit na
tuurlijk niet, omdat iedere vereniging en
iedere streek weer anders zijn en een
eigen ligging vertegenwoordigen.
GOEDE WASDOM
De vrouwenbond is het meest ge
groeid, en eigenlijk, schrijft prof. K.
Dijk in het Centraal Weekblad, „de eni-
bond in ons gereformeerde kamp, die
zich in een goede wasdom mag verheu
gen. Terwijl onze jeugd
bonden of achteruit hol
len of met moeite stati-
onnair blijven, is de or
ganisatie der vrouwen in
intig jaar gestegen tot
er de 700 verenigin-
n." Om precies te zijn
op l maart van het vorig
jaar waren er 674, op
1 maart van dit jaar 715
verenigingen en een
beetje trots vertelde me-
v BrunstingGras
ons, dat er nu nauwelijks twee
maanden later weer drie zijn bijge-
MINDER HARD
Het mannenverbond is minder hard
gegroeid. Eigenlijk is het een beetje een
probleem voor de heer Span. de admi
nistrateur want hij moest zeggen, dat
de bond gegroeid was en toch was ach
teruitgegaan. Het aantal verenigingen
ook dit jaar weer groter geworden.
Er zijn er nu 549, maar het aantal Ie
ts met 65 gedaald tot 12.124, en in
n betekent het dus, dat de vereni
gingen zelf verzwakken. Het bestuur
doet echter zijn uiterste best, om deze
Natuurlijk konden we het niet nalaten
om te vragen, waarom de beide bonden
niet gezamenlijk optrekken. De mannen
bond heeft een hoofdkwartier. „In een
vast blockhuys" in Huis ter Heide, de
vrouwen hebben hun bondsgebouw in
Baarn. Volgens mevrouw Brunsting-
Grashof gebruikten de vrouwen oor
spronkelijk veel van het materiaal van
de mannen.
Bepaalde inleidingen waren heel ge
schikt voor beide groepen. Langzamer
hand echter zocht men naar materiaal,
dat meer afgestemd was op de vrouw
en de mannen zochten naar een metho
de, die zich meer richtte tot de man.
Toen dan ook de vrouwenbond genood
zaakt werd in 1953 een eigen bondshuis
te kopen, zijn ze niet bij hun heren ge
malen ingetrokken, maar hebben eer
eigen huis gekocht met een eigen sfeer
Toen we in Baarn aanbelden, werden we
netjes ontvangen door een meisje met
„In een vast block
huys" het bondsbureau
van het Gereformeerd
Mannen Verbond aan
de Amersfoortseweg te
Huis ter Duin.
schortje voor. Bij de
ïen in Huis ter Heide
heerst veel meer een man-
nensfeer van zakelijkheid
kracht. Per slot van re
kening blijven mannen altijd mannen
en vrouwen altijd vrouwen
Op de mannenvereniging heerst een
andere sfeer dan bij de dames en die
sfeer plant zich voort tot m het bonds-
Nieuwe Spaanse
kerk
De Eerste Baptisten Kerk in het spaan-
se Valencia, heeft haar nieuw kerkge
bouw in gebruik genomen. De zaal zou de
mooiste zijn onder de gebouwen van de
Spaanse Baptisten Unie. Bovendien is er
een kantoor aan verbonden, een zaaltje
voor de zondagsschool en een pastorie.
De kerk verhuisde met instemming van
de regering, wat voor Spanje een onge
bruikelijke bijzonderheid is. Nog altijd
zijn vier Spaanse Baptistenkerken geslo-
Al enkele jaren verschijnt er z
en dan in de kerkelijke pers een
artikeltje, waarin een Engelse bewe
ging „Honor Oak" wordt genoemd. Er
werd tegen gewaarschuwd, en eer
keling ging zelfs zo ver deze groep die
zich richt naar een predikant Austin
Sparks in te delen tussen Jéhova'i
tuigen en spiritisten. Anderen noemden
deze artikelen overdreven. Nu dwar
relde er weer iets met de naam Honor
Oak op onze redactietafel, een klein
«-«««««««««■««««««■««-««-•O-*»*
Het is al vijf en dertig jaar de gewoonte op de man
nenvereniging, dat één van de leden een inleiding l
houdt over een bepaald onderwerp en er daarna een
meer of minder uitvoerige bespreking volgt. De
inleider, die zijn trainingsdagen van de J.V. nog niet vergeten was,
hanteerde zijn handleiding, dook in een meer of minder groot aantal
dikke boeken en werd een halve dominee, voor hij klaar was. Soms
was hij zo grondig in zijn inleiding, dat hij alle mogelijke vragen bij
voorbaat al had opgelost, of waren de andere leden zo onder de indruk
van zijn grondig werk, dat niemand ook maar een vraag kon bedenken.
Deze halve dominees betekenen de gewisse dood voor een vereniging,
die immers een gesprekskring wil zijn.
ten we in" twijfel met
het maken van onze
aantekeningen. Moest
boek met een hoofdlet
ter of niet. Bedoelde de
heer Span. dat de nadruk
ligt op Bijbelstudie, of
op de boeken, die van
tijd tot tijd verschijnen.
Het laatste bleek het
geval te zijn. opdat het
eerste mogelijk zou wor
den. Men kwam op het
idee door een uitgave
ds. Visser uit Rot-
„Wij pousseren
liet boek"
tcrdai
Toen we dan ook de heer Span, admi
nistrateur van de Geref. mannenbond,
vroegen of er ook een verandering van
methodiek bij het werk van de mannen
vereniging te constateren viel, glim
lachte hij breed en holde weg. Even la
ter zat hij weer in zijn (praat)stoel met
twee stapels boekjes voor zich. Aan de
ene kant lagen de inleidingen oude
stijl. Keurige boekjes over alle moge
lijke onderwerpen, die een gereformeerd
man zou kunnen interesseren. Keurig,
maar ook volgens onze moderne begrip
pen een beetje droog, en soms wat al
te zwaar voor een tijd die met televi
sie verwend wordt.
Iets op gevonden
..Maar wij hebben er iets op gevonden",
ging de heer Span trots verder. „Wij
pousseren het boek". Een ogenblik za-
0 De Gereformeerde Ma
eniging wil beslag leggen op alle
mannen uit onze kring. In haar
vergaderingen spreken werknemer
en werkgever broederlijk samen.
Ze willen vrienden, broeders zijn.
Eén onzer predikanten in het zui
den van het land wenste ook in
deze brocderkring niet als „domi
nee" aangesproken te worden. Hij
was broer onder de broers. Maar
dit valt nog niet mee om je domi
nee plotseling te betitelen als
broeder of vriend. Maaj de domi
nee wist raad. Ieder die zich tij
dens de vergadering versprak en
dus zich het woord „dominee" liet
ontvallen werd beboet met 10 cent,
af te dragen aan de erenigingska».
En 't hielp.
Toen de vrouwenbond pas geboren was, gebruikte men
vaak de inleidingen, die voor de mannen, waren geschreven.
Meestal waren ze niet speciaal op een man of vrouw afgestemd
en beiden konden ze wel gebruiken. Langzamerhand is ook de
Vrouwenbond er echter toe overgegaan om eigen materiaal
uit te geven. Ieder jaar opnieuw met Kerst en Pasen verschijnt
een speciaal Kerst- of Paasdeclamatorium, waaraan verschil
lende vrouwen kunnen meedoen.
Toch is men ook bij de vrouwen
aan het zoeken naar een betere
methode om meer het gesprek te
krijgen. In heel veel gevallen
gaat het goed. Vrouwen schijnen
nu eenmaal gemakkelijker hun
mond. open te doen dan mannen
en misschien zijn de inleidingen
van de vrouwen ook lang niet zo
grondig als die van hun ega's,
die soms halve dominees pro
beren te zijn. In ieder geval was
er niet zo'n directe noodzaak naar
ander nieuw materiaal.
Maar toch was er vraag en
dezelfde dominee, die een hele
nieuwe methodiek startte voor
de mannen werd gevraagd iets
nieuws te verzinnen voor de
vrouwen. Enkele jaren geleden
kwam hij klaar met zijn „Bont
boeketje." Het is een handleiding
voor 18 verenigingsavonden, waar
van er drie zich concentreren op
Bijbelstudie, drie met ons geeste
lijk leven, kerkelijk leven, de
oel"o*'helijd"nis. het gezinsleven
enz. Het is dus een conglomeraat,
een van alles wat, en het geheel
is afgestemd op het praktische
leven van iedere dag.
Het nieuwe in deze bundel
schetsen voor verenigingsavonden
is evenwel, dat niet één dame
een inleiding houdt en anderen
luisteren, maar dat twee of drie
dames na elkaar een korte inlei
ding houden en dan ieder een
bepaald facet van de zaak be
lichten. Als er bijv. over geloofs
leven wordt gesproken, geeft de
eerste dame een inleiding over
„Wat is echt geloven?", de tweede
over „Twijfel en zekerheid."
Deze eerste bundel schetsen is
heel goed door de verenigingen
ontvangen, zodat er plannen be
staan verschillende schrijvers te
vragen een tweede soortgelijke
bundel samen te stellen.
Met recht kan gezegd worden
wat mevrouw Bunsting-Grashof
tot slot zei: Vrouwen benaderen
de dingen anders dan mannen en
onze handleidingen worden meer
en meer op de vrouw afgestemd."
cateohisatie-boekje ont
wierp voor buitenkerke
lijken. Het was eenvoudig, pittig en
er werd veel gebruik van gemaakt.
Waarom zou het niet geschikt zijn voor
de mannenvereniging-' Een verzoek aan
ds. Visser om het boekje in het kort
weer te geven in een aantal inleidingen
die op de mannenvereniging (gebruikt
zouden kunnen worden werd ingewilligd
en een nieuwe methodiek was gevon
den. In plaats van dat de sterke onder
legde mannen zeiden: „Wat een flauwe
kost, we willen wat steviger»" zei weldra
iedereen: „Dit moeten we hebben De
inleiding op de vereniging werd bekort
en het boek werd besproken, of beter:
naar aanleiding van het boek werd een
bepaald onderwerp besproken. De ver-,
eniging werd weer een praatkring.
Andere boeken
Na het boek van ds. Visser volgden
andere boeken zoals „Gereformeerde
Zede" van prof. Schippers, cn toen
men op zoek ging naar bepaalde boe
ken, die men bij een Bijbeluitleg zou
kunnen gebruiken bleken vooral de boe
ken van de overleden ds. Veldkamp,
„Die knopen ontbindt" en „Dubieuze
posten" mogelijkheden voor onderlinge
Bijbelbespreking te bieden, zoals men
die nog niet had gekend. Het hele jaar
door zit de heer Span op de uitkijk naar
een boek, dat mogelijk dienst kan doen
als leidraad, zij het dan in een beknopte
vorm. Op deze manier komen de man
nen met de boeken die verschijnen in'
aanraking, ze blijven op de hoogte van
de onderwerpen, die in de theologische
wereld aan de orde worden gesteld en
vaak vullen ze hun eigen boekenkas
ten aan met verantwoorde literatuur
Men heeft zich echter niet alleen ge
worpen op wat in eigen kring verschijnt,
maar men wil ook wel degelijk kennis
nemen van wat in andere kerken ge
schiedt, als het tenminste van wezenlijk
belang is, ook voor de ontwikkeling van
gen kerkelijk leven. Toen dan ook In
de Ned. Herv. Kerk het herderlijk
schrijven verscheen en de oproep betref
fende Nieuw Guinea, volgde de mannen
bond onmiddellijk met een handleiding,
geschreven door T. M. Gilhuis, zodat
ook alle gereformeerde mannenvereni-
gingen dit schrijven en deze oproep
korden bespreken.
Ook de heer Span klaagt over organi
satiemoeheid. Hij meent, dat de mate
riële welstand en de sociale zelfstandig
heid van de hedendaagse mens ons af
stompt en ons het uitzicht op God be
neemt. Maar zegt hij „de taak die voor
ons ligt. is het vechten waard. We moe
ten idealist zijn. De kerkleden zijn de
kerk. zij dragen verantwoordelijkheid
voor elkaar. Als we zondags avondmaal
vieren en we zien dan dat een frroeder
ontbreekt, zeggen we dan over ons kop
je koffie: „Die en die was er ook niet.
wat zal die hebben." 'De dominee moet
er maar eens heen. Of zitten we voor
de koffie bij hem en zeggen we: Ik
miste je, broeder, kan ik je helpen?
Zo moeten we verantwoordelijkheid
voor elkaar dragen en dat willen we op
de mannenvereniging aanwakkeren,'' be
sloot de heer Span ons gesprek.
Het missie-sermoen
W. C. F. Scheps vond dit verhaal in
de Vlaamse Sint-Antoniusklok en
drukte het af in zijn „Kerknieuws".
't Was missie op het dorp. De kerk
liep alle avonden bomvol. Deze grote
volkstoeloop was toe te schrijven aan
de geweldige welsprekendheid van de
predikant, een pater Minderbroeder.
Jefke, het vijfjarig zoontje van boerke
Huybrechts, mocht die avond ook
eens mee naar de pater gaan luiste
ren. Zoals tevoren was de parochie
kerk weer stampvol.
De pater besteeg de kansel en
preekte over de woekeraars. Met een
niet te stuiten woordenvloed en met
machtige, indrukwekkende gebaren
trok hij van stapel tegen de plicht-
vergeten boeren.
In het vuur van zijn rede wond
de pater zich al meer en meer op,
zodanig zelfs dat klein Jefke er
waarempel schrik van kreeg en
zenuwachtig op zijn stoel heen en
weer schoof. Op 'n bepaald ogenblik
ging de pater zo formidabel tekeer,
dat zijn lendenkoord over de rand
van de preekstoel zwaaide. Een ogen
blik was het muisstil. En juist tijdens
dat moment weerklonk plots smekend
het bevende stemmeke van Jefke:
„Vake. vake. kom rap, we moeten
weg, hij is los
Er was een begeleidend schrijven,
waaruit bleek, dat men dit boekje hoofd
zakelijk doet verschijnen, omdat men
bang is voor de invloed van deze bewe
ging en men er een gevaar in ziet voor
het werk van de Youth for Christbewe-
ging, die beïnvloed zou zijn. Het merk
waardige is echter, dat, toen we bij de
beweging gingen informeren, zij niets
van de uitgave afwisten, noch enige in
vloed van Honor Oak konden bespeuren.
Blijkbaar voelen bepaalde mensen bui
ten deze jeugdbeweging zoveel voor dit
werk, dat ze er anoniem geld voor over
hebben om de beweging „voor gevaar
te behoeden". Het boekje is door een En
gelsman geschreven, maar wie de Ne
derlandse uitgave verzorgde, staat er
niet bij, en het enige zinnetje, waaruit
dit zou kunnen blijken is met Oostindi-
sche inkt doorgehaald.
Geen invloed
De voorzitter van Youth for Christ
verzekerde ons beslist en deze bewe
ring werd door andere leden van hei
landelijk bestuur onderstreept, dat deze
Engelse beweging van Honor Oak geen
enkele invloed uitoefent op het werk
Youth for Christ. Dit jeugdwerk richt
zich naar de geloofsbelijdenis
oecumenische beweging van evangeli
sche christenen (in Nederland „Evange
lische Eenheid") en alle bestuursleden
en medewerkers onderschrijven jaar
lijks de grondslag.
Zij werken niet mee als afgevaardig
den van hun kerken, maar op volkomen
eigen verantwoordelijkheid. Hierdoor
het onmogelijk dat enige kerk of bewe
ging een bijzondere invloed zou kunnen
uitoefenen op de gang van zaken
het werk. Zodat een invloed van een
gelse beweging als Honor Oak uitgeslo
ten moet worden geacht.
Niet helder
Het boekje zelf munt niet uit door hel
derheid. Het begint te zeggen dat het
zich baseert op een rapport van eer
christelijke werker, maar die werkei
blijft onbekend en wat er in dat rapport
stond, wordit niet vermeld. Blijkbaar
heeft ds. Austin Sparks het rapport en
het eerste deel van deze brochure be
antwoord en er volgt dan een antwoord
op zijn antwoord, maar wat de verdedi
ger heeft gezegd, wordt weggelaten. Tot
slot worden een paar uittreksels uit ar
tikelen overgenomen die in Nederland
bladen verschenen en waarin ook
?r Youth for Christ wordt genoemd.
Dr. Holtrop schrijft onder meer in „Be
lijden en Beleven": „Officieel heeft
Youth for Christ wel niets uit te staan
met Honor Oak maar er is kenne
lijke sympathie." Er staat niet bij ver
meld, dat er later een uitvoerig gesprek
geweest tussen deze predikant en de
voorzitter van dit jeugdwerk.
De beweging van Honor Oak zelf zou
Nederland grote invloed hebben. Er
worden namen van vier personen ge
noemd, in een begeleidend schrijven,
maar zelfs als deze invloed zo gevaar-
is als men wil doen voorkomen,
is deze anonieme aanval via een
boekje dat op de Engelse verhoudingen
betrekking heeft, toch nog altijd on
behoorlijk. In ieder geval ls het de vijf
zestig cent niet waard en wij ontko-
n niet aan de indruk, dat het hier een
jacht op spoken betreft, die in de vak
geschiedenis wel eens vaker voorkwam.
TER OVERDENKING
De geur
De witte anjer, die ik de vorige avond
n de bruiloft mee naar huis had ge
nen prijkte in al haar blanke glo-
op het kleine tafeltje. Zij had sa-
n met een groot aantal soortgeno-
i dienst gedaan tijdens de receptie
n het bruidspaar.
Omdat ze toch weggegooid zouden wor
den hadden de laatste gasten hun
eigen verlepte knoopsgatanjers maar
weggegooid en een frisse mee naar
huis genomen. Ik kwam mijn bed uit
en hield de grote bloem onder mijn
neus, om de volle geur op te snuiven.
Maar slechts de verschaalde lucht van
champagne was aanwezig. Kennelijk
had een der gasten de dure drank
over de bloem gemorst.
Iedere keer als ik in het begin van de
tweede brief van Paulus aan de Korin-
thiërs lees dat wij „de geur van
Christus" zijn, denk ik aan die bloem.
Uiterlijk was er niets op aan te mer-
•ken, maar de geur die ze verspreidde
was niet de geur van een anjer, maar
van alcohol.
Wij noemen ons Christenen. Uiterlijk is
er niets op ons aan te merken. Maar
verspreidden wij ook Zijn geur? Of
leven we zo dicht bij de wereld dat
de geur van Christus verdrongen is
door de verschaalde lucht van be
derf?
Wij kunnen slechts de geur van Chris
tus verspreiden als we in dagelijkse
gemeenschap met Hem leven.
De brief
Een paar verzen verder (2 Kor. 3:8)
geeft Paulus ons een andere naam:
een brief van Christus. Onder het
Oude Verbond kraste God Zijn karak
ters in twee stenen tafelen. Onder het
Nieuwe Verbond drukt Hij Zijn we
zen op een levend hart. Door de
wet zegt God: „Zo zult ge niet le
ven". Door de brief die wij zijn, wil
hij de wereld verkondigen: „Zo zult
ge wel leven".
Helaas is veelal de positieve boodschap
van de genade van Christus, door de
vlekken en spetters, die wij "op zijn
brief hebben veroorzaakt, verworden
tot een negatieve. De nette brief, die
wij moeten zijn is zo vaak een onoog
lijk floddertje geworden.
Alle evangelisatie-activiteiten en alle or
ganisatorische gaven zijn niet bij
machte de boodschap van het Evan
gelie uit te dragen, als de brief van
Christus onleesbaar is geworden.
We leven in een tijd van audo-visuele
hulpmiddelen, zoals film, flannello-
graaf etc. Het oog wil ook wat. Onze
eeuw filosofeert niet, zij wil naast het
horen ook zien. God heeft deze eigen
schap van de mens altijd begrepen.
Zijn wil.
Daarom kan da dominee preken zonder
tal houden, maar pas ais de gemeen
teleden tot plaatjes bij de preek wor
den, zal de wereld acht slaan op het
Evangelie.
Een spiegel
alleen maar aangenaaTn
naangenaam) treffen. Een brief
boodschap van de
in de spie-
de
(of
kan slechts
schrijver door geven, r
gel kunt U de werkelijkheid zien.
Als .christenen behoren we zo tussen de
hemel en de aarde te staan, dat de
wereld om ons de werkelijkheid van
de hemel boven ons kan aanschouwen.
Toen Christus ten hemel voer, zei
Hij Zijn discipelen dat het beter was
dat Hij heenging, omdat hij dan de
dag wordt uitgestort.
De Heilige Geest is echter in zeker op
zicht gebonden aan mensen. Iedere
geest heeft een lichaam nodig om zich
te openbaren en zo gebruikt de Heilige
Geest de lichamen van de gelovigen
om Christus aan de wereld te open-
Als Christus op aarde gebleven was
had Hij Zich slechts op één plaats
tegelijk kunnen openbaren. Nu, door
Zijn Geest kan Hij Zich via de licha
men en levens van de gelovigen open-
Hij wil, tenminste als wij
IIIIIIIIIIIIIIIUUIIIIIIIIIII
4.351.080 leden van
de Finse kerk
Volgens het nieuwste statistisch jaar
boekje van de Finse kerk bedroeg het
lidmaatschap van de Evangelisch Lu
therse kerk in Finland vorig jaar
060. De kerk was verdeeld in 564
gemeentes. De (Grieks) orthodoxe kerk
Finland had 75.396 leden, 25 gemeen-
•6 en vier kloosters.
De grootste minderheidskerk zijn de
Ory Evangelische Gemeenten die sa
men 7167 leden en 18 gemeentes tellen.
De Methodisten hebben 2515, de Baptis
ten 1975,* de Zevende Dag Adventisten
4027. de Jehova's Getuigen 2563 en de
Rooms Katholieke kerk 1940 leden.
Het koetshuis achter het bondsbureau i an de manna
ondergaan. De deuren x\jn in glas veranderd, kamertjes
biedt dit huisje wekelijks een vakanti* aan i
heeft een metamorfot
wden getimmerd en n
In het jubileumnummer van het bondsorgaan van de Gere
formeerde mannen trof ons een artikeltje van T. M. Gilhuis over
de „Goed zo" actie van de N.C.R.V. Als hij dragen ook wij deze
omroepvereniging een goed hart toe, maar terecht schrijft hij
over deze actie, waarbij iemand een auto won met de slagzin:
„Boedapest ons aller test", of met andere woorden dus: „Zeg
mij hoe ge reageert op Boedapest en ik zal zeggen wie gij zijt.
Gilhuis schrijft dan:
Wij hebben er bijzon
dere waardering voor
dat men aan leniging
van een nood zo groot
als in Hongarije, voor
rang verleende
En toch.Moet het
werkelijk zó?
Heeft de narcose van
deze puur wereldse en
vleselijke „naastcn'Tiefde
ons zo bedwelmd, dat we
niet meer voelen hoe
erg dit alles is? Moet
hier geen hoorbaar pro
test klinken tegen deze
verwerpelijke synthese
van „christelijke-' barm
hartigheid en D.KW-
tjes? Blijft hier nog
schijn of schaduw over
van de waarachtige
christelijke barmhartig-
Rustig en blij dc nood
van anderen exploiteren,
een auto in de wacht sle
pen en ondertussen je
zelf maar testen, zonder
het vermoeden, dat de
uitslag van je test ver
nietigend is?
Beter worden van de
nood van een ander en
dan toch de fictie hand
haven, dat hier een
christenplicht vervuld
Zeker ten aanzien van
de diepe nood
dapest had
val i
n Boe-
in dat
net geven
van prijzen. Hier
tegenstelling tussen nood
en prijs toch wel héél
Zeker - maar is het
voor het christenvolk in
Nederland dan geen ver
schrikkelijke aanklacht,
dat het alleen kon op
deze manier?
De bijbelse barmhar
tigheid is door liefde be
wogen hulpverlening. En
daarbij is die liefde geen
andere dan die. waar
door het geloof in de
rechtvaardiging werkt
(Schippers».
Welnu, die barmhar
tigheid kon ik helaas
naast die limousine 1957
niet meer ontdekken.
Wat was hier anders
over dan haar afschuwe
lijke secularisatie0 Dan
een volkomen uitholling
en devaluering van wat
Christus ons leert van
Zijn barmhartigheid en
daarom ook van de onze?
Boedapest - ons aller
test! Ik plak een gulden
aan postzegels op een
briefkaart en krijg een
D.K.W. van 6475 terug.
Inderdaad - dan is Boe
dapest - mijn test! Maar
welk een!
Wie zou niet wenen!