CONCERTEN voor CELLO en PIANO cOacir poppen leven gaan Cultureel venster DE TOEGANG VAN ONZE WONING ZATERDAG 13 APRIL 1957 Bij GUI DO VAN DETH Als Guido van Detli en- Felicia Beck, zijn vrouw, en Els Kooman en haar zoon Frank in hun poppen theater in de Haagse Nassau Dillen- burgstraat aan het zwoegen zijn met het licht en het geluid, de requisieten en de poppen, weet de zaal wel, dat ze daar ergens achter dat toneel moeten zitten, maar men ziet ze niet en als het goed is, is men hun bestaan al heel gauw vergeten en leven alleen de poppen nog maar hun bewogen leven. De koppen van die poppen zijn door Livinus van de Bundt of door René Dumoulin gesneden uit lin dehout en hun lijven zijn van lap pen. die op de markt voordelig op de kop zijn getikt. Als Guido en Felicia die poppen echter ter hand nemen, dan komt er leven in het lindehout en worden de lappen tot fraaie gewaden, die echt ..gedra gen" worden, vorstelijk of beval lig. zedig of uitbundig, net naar het moet. Dan voltrekt zich de eeuwige metamorfose der waar achtige kunst: verbeelding wordt tot werkelijkheid en werkelijkheid tot verbeelding. Precies zo als dit ook gebeurt op het grote, echte to neel. HET SPEL VAN VERBEELDING EN LEVENSBLIJHEID Hoe kan een hoeder, zo zegt hij. Iets weten van de aard. Zo'n man bezit geen geld of goed En rijdt niet eens te paard. En toch die hoeder uit de stal Zo arm en slecht gekleed Vertelde mij 't verhaal van 't schaap Waarvan mijn pa niet weet. Zo ziet ge dal de wijsheid woont m 't niet verwacht En dat het zaak is dat men nooit Zijn medemens veracht." Uit deze enkele voorbeelden mo- Maak dan op aard een ware hemel voor wie er rond u zijn dan zullen eens de hemelpoorten voor u ook open zijn" zo besluit Guido van Deth zijn poppenspel „Het groot abuis, of Hoe Jacquirijn zijn meester uit de Hebben wij die boodschap' wel goed begrepen? JL.aten Guido's poppen u haar duidelijk maken. EV. GROLLE rs van Guido van Delli in het spel „Het Groot Abuis of Hoe n zijn meester uit de misère redde". V.l.n.r. Sint Wammes, Sint Kokus, Sinte Psycho, Sint Kretus en Leeuw. Men is geneigd om een poppen theater niet voor vol aan te zien. Het is nu eenmaal menselijk meer te letten op de quanti- dan op de qualiteit; dat wat van binnen is; de ziel, de verbeelding wordt meestal achtergesteld bij wat voor ogen is. Zo'n poppentheater is wat afmetingen betreft zo veel kleiner dan een echt toneel en de acteurs zijn geen mensen van vlees en bloed, maar slechts pop- de' Maar komen zij eens als berooide schooiers En kloppen schurftig, hongrig bij ons aan Dan zenden wij ze vrolijk verder wandlen Dan heeft het braaf-zijn reeds zijn werk gedaan" pen met een houten kop lappen. maar dan komt de ver rassing: in de han- den van Guido en Felicia worden die pappen echte men sen en begint het groeien tot een platform, dat de wereld omvatten Een waarachtig kunstenaar kan zo'n klein poppen theater tot een Bühne der Welt" omscheppen. „Zo ziet ge dat de wijsheid woont Daar waar men 't niet verwacht En dat het zaak is dat Zijn medemens veracht". Neem nu b.v. Guido's spel van de „Verloren zoon". Hij brengt dit onder de titel; „l'Eternel retour" of „Vader ik ga reizen". Zou dat wel gaan, zo'n heilig Bijbelver haal zo maar opgevoerd door kleine poppen? Voor wie deze opvoering zagen, is dit geen vraag meer. Integen deel; zij hebben eens en voor al tijd geleerd, dat de wijsheid woont, waar men haar niet ver wacht en dat men geenszins het poppentheater noch poppenspeler Guido van Deth mag verachten, want hier is werkelijk iets groots verricht. GEEN PREEK het Bijbelse verhaal na te spelen; hij maakt er geen preek in beelden van, maar het essentiële van dit verhaal zet hij Deze farizeeërtjes hebben minste de deugd, dat ze er ec vooruitkomen. Als de verloren zoon in de stal lichting. Alles ijnen moet hoeden, komt dat hij het geheel wat Suuske. het zoontje van de boer. dikwijls naar zijn verhalen luiste ren. Hij vertelt dan o.a. van een goede herder, die het ene verdool de schaap ging zoeken. De boer wil echter niet hebben, dat Suuske zich ophoudt bij zo'n berooide zwijnenhoeder en jaagt hem telkens de stal uit. Suuske zegt dan: „Mijn vader is i En toch is hij s< Hij zegt, dat in EEN BOODSCHAP QM dit wezenlijke is het Guido te doen. Hij heeft begrepen, dat het poppentheater meer kan zijn dan alleen amusement. Toen hij zo'n 25 jaar geleden met het poppenspel begon, was hij al te vreden. als hij een leuk verhaaltje had. als hij de mensen aan het la chen bracht. In de loop der jaren echter heeft hij begrepen, dat hij een boodschap heeft en met min der wil hij niet volstaan. Hij wil zijn mensen aan het nadenken zet ten. en dit tracht hij op de aloude wijze van het poppenspel te berei- Sinds tien jaar heeft hij in de Nassau Dillenburgstraat tc Den Haag een vast poppentheater: prachtig geoutilleerd met coulis- complete toneelver- opgebouwd, tijd af kan breken en ergens an ders weer opbouwen, want overal speelt hij: voor iedereen, klein of groot. Het best laat een poppenspel zich spelen voor een niet te groot aantal toeschouwers; maar het kan ook voor groter publiek. Dat heeft die avond met het Kerstspel van „Suuske en zijn ezelke" wel bewezen, toen er in een Geref. kerk in Amsterdam liefst een 1300 kinderen en ouderen bijeen geko men waren om ademloos te luiste ren naar wat het ezeltje uit Beth lehem te vertellen had. Het is een vreugde met Guido van Deth over z'n poppen te pra ten. Deze Brusselaar van Neder landse nationaliteit raakt er niet uitgepraat over. Hij heeft er zo'n 600 stuks en zeer trots is hij op een kostbare antieke collectie: oude marionetten (Guido speelt alleen met handpoppen), oude miniatuur theaters, oude prenten, kostbare oude boeken over het poppenspel „Hoeveel kostbare dingen zullen de mensen niet achteloos op een zolder hebben liggen. Zij kijken er niet naar om en ik zou ze prach tig voor m'n verzameling kunnen gebruiken", verzucht hij. ZIJN repertoire maakt hijzelf Hij is zijn eigen auteur, regis seur. licht- en geluidsman: kortom hij is een veelzijdig kunstenaar. Volkomen gaan hij en zijn vrouw in hun poppen op. Niet om dat zij zo kinderachtig zijn en zo graag met poppen spelen, zoals een argeloos buitenstaander met een schouderophalen misschien zou denken, maar omdat de pop pen de instrumenten zijn van hun verbeelding. De elementen, waarmee zij de wereld van hun kunstenaarschap opbouwen, de middelen, waarmee zij hun boodschap gestalte geven. En om die boodschap gaat het. ..Levensblijheid zoek ik" zegt Guido. ..Dat is niet iets oppervlak kigs: iets om zich mee te verma ken. Dat is eigenlijk iets heel ern stigs Dat is een schat van grote „Het is een zaak van importantie dat elk content kan zijn voor elk een pais- en vree-garantie en voor geeneen sjaggrijn Architectonische ommegangen - Wij zijn gewoon, ons huis binnen te gaan door een deur. De gesloten voordeur geeft een idee van veiligheid en tegelijk laat zij iets zien van het karakter van de mens, die in het huis woont. Vroeger hadden de huizen lui- de i eikenhouten voordeur. voorzien van een dag- en nachtslot, twee grendels en een ketting, 's Avonds wanneer iedereen thuis was en geen bezoekers meer werden ver wacht, werd de deur voor de nacht gesloten, en wanneer daarna nog iemand durfde te kloppen, gaf dit een hele opschudding. Was er toen een rr eenheid dan het huis, zin met allen die daarbij behooi gesloten gapende ER wordt vaak beweerd dat het Celloconcert in D-dur niet door Josef Haydn werd geschreven, doch door de cellist van de Esterhazy-kapel Anton Kraft. Er is echter geen enkele grond voor een dergelijke bewering en men kan dan ook rustig het werk op naam van Haydn schrijven, daar Haydn het zelf ook tot zijn eigen werken rekende. Haydn schreef dit werk in 1783 voor die den huisvestte? ,.My house is my castle" zei de Engelsman. Wij zeiden dit niet, maar in de praktijk was onze houding ten op zichte van ons huis even gesloten en naar onszelf gekeerd. Welk een geheel an dere indruk krijgen portiekope- ning zien, die toegang J^H| tot maar liefst acht woningen geeft? Rechts en links de ronde muurtjes, die «UgSHBn als het ware nodigen om naar binnen te gaan. Is men onder de luifel, dan heeft men rechts de trap, die naar de woningen voert, twee op elke verdieping. Ook voor de beganegrondwonin- gen moet men een trapje op, want wij maken deze niet meer gelijk vloers. Onder elk woningblok ma ken wij een kelderruimte,waar van elk gezin een afgesloten deel krijgt om er zijn brandstoffen, pakkisten, fietsen, kinderwagens e.d. te kunnen bergen. -.'■■Na Verbetering Deze souterrains, waartoe het linkse trapje toegang geeft, bete kenen een grote verbetering in onze woonwijze. Ieder gezin be schikt nu over een behoorlijk gro te bergruimte, die van de straat langs een trapje van veelal nog geen tien treden te bereiken is. De schuurtjes en hokken in de tuinen zijn verdwenen. Ieder heeft zijn bergruimte in het onderhuis. En de ruimte tussen de woonblok- Is toch iets beslotenheid en de rust verloren gegaan. Muziek voor de blokfluit De huismuziek-beoefening heeft lange tijd een grote inzinking ge had. De opkomst van de radio en de betere toegankelijkheid tot de openbare concerten waren hiervan zeker de oorzaak. Maar uiteinde lijk is er toch ook weer de zelf werkzaamheid door gestimuleerd Juist door het vele horen wilde men zelf ook weer wat gaan doen en in tal van gezinnen ..doen" de kinderen op een of andere aan muziek, waarbij de blokfluit een zeer grote plaats inneemt. Op meerdere scholen wordt dit zelf- musiceren gestimuleerd en worden er zelfs blokfluit-cursussen gege ven. Daar de bespeling niet al te hoge eisen stelt en de kosten tot aanschaffing niet te hoog zijn heeft de blokfluit haar plaats herkre gen. In de 17de en de eerste helft van de 18de eeuw was de blok fluit bijzonder populair er Bach gebruikte dit instrument (o m. in zijn Matthaus Passie de aria „O Schmerz"). Na Bach werd de blokfluit vergeten t< nold Dolmetsch, de Engelse cus, bij zijn historische onderzoe kingen eri reconstructies van instrumenten, ook zo in het begin van deze eeuw de blokfluit figuur lijk gesproken een nieuw leven De bekende muziekuitgeverij Harmonia te Hilversum heeft nu voor de vele (meestal jeugdige) blokfluitbespelers in een Kleine Speelmuziek-Uitgave acht n deeltjes doen verschijnen bestemd voor het blokfluitspel. Oude dan sen en melodieën, werkjes van oude Nederlandse meesters, een voudige liedjes, Sweelinck-varia- ties, stukjes van componisten uit Mozart's omgeving, duetten oude meesters, Hollandse boeren dansen en last but not least prachtige Suite van Henk Bading! doen verschijnen. Met uitzondering van laatstgenoemd deeltje is alles knap en verantwoord bewerkt door Hans P. Keuning. Uitnemend ma teriaal voor alle blokfluibspelers, duidelijk gedrukt en handig van formaat. kleine tuintjes voor de benedenwo ningen. zorgvuldig door schuttin gen gescheiden. Tussen de blok ken vinden wij tegenwoordig de gemeenschappelijke binnenterrei- nen, waar jong en oud ontspan- kwaliteiten De Zwitser JOHANNES ITTEN JOHANNES ITTEN is voor velen misschien een onbekende fi- I guur. Maar eens was hij de toonaangevende persoonlijkheid in het befaamde Bauhaus te Weimar, waar hij de voorberei dende cursus gaf, waar hij de jonge studenten in de kunst in leidde voor hun grote taak, waar hij de jeugd technische beheer- I sing en bezinning bracht. Nn leeft Itten, die 11 november 1888 in j Siidern-Linden (Berner-Oberland) geboren werd, in Zürich, waar hij nog een textielschool ieidt. En waar hij nog in hoog aanzien staat. ning kan vinden. het theater; -hij neemt de Anton Kraft, die i wikkel in" ld een groot cellist moet zijn geweest, rijpheid van Ie vorm de buigzaamheid en de melodische 'n. hun"vérrassingen, hun climax rijkdom der thema's, alsmeae het gevoel en de klaarheid der ge in de wereld van zijn poppen. In dachten, het kan alles slechts in een geest a's Haydn ontstaan zijn. plaats van éen verloren zoon trekken er gelijktijdig drie uit het huis de wereld in. In plaats van Solostem en oikest zijn tot zulk één zoon bliiven er twee in het ccn volkomen eenheid gebracht huis achter. 1 dat de oude vorm van het Concert met de overheersende solistenvir- tuositeit en het slechts begeleiden de orkest geheel „Wu zijn de zoontjes i de grote meester het privé-orkest 1778 i de Esterhazy-kapel, Wij zijn de braven, want wij blijven thuis. Ons grote broeders zijn drie treiterkoppen Zij zijn drie kwaaien, Ester- hazy te Eisenstadt. in wiens dienst Haydn stond. Voor die ka pel moest Haydn steeds nieuwe werken schrijven, waarbij het ac cent in de meeste gevallen moest liggen op het echte speelstuk, char- gezegd: gespuis, mant, beweeglijk, licht verteer baar en luchtig. In zijn vrije kunst (symfonieën en kamermuziek) zocht Haydn wel eens naar hoge re doeleinden van de muziek. Maar toch zal iedereen dit Cello concert waarderen, want het is een stuk pure muziek, waard om thuis heel stil bij een enkele sche- Wij willen van ons broeders niets gaan zeggen Alleen dan maar: zij deugen nergens voor. Zij zijn als slechte appels. die men wegsmijt Ons hart is blank gelijk het wit ivoor. bel Er HAYDN's Italiaanse tijdgenoot Luigi Boccherini (17431805' schreef vier jaren later dan Haydn een Celloconcert in B-dur. dat hij opdroeg aan de Pruisische koning Friednch Wilhelm II. die hem de titel van Hofcomponist verleen de. Boccherini was namelijk zelf een uitnemend cellist en maakte als zodanig grote concertreizen, o.a. met de violist Manfredi. Een tijdlang woonde hij in Spanje, waar hij vaak werken van Haydn uitvoerde (dit in tegenstelling tot de bewering, dat Boccherini alleen maar zijn eigen muziek kende', daarna was hij hofcomponist van Friedrich Wilhelm II in Berlijn en na diens dood in 1797 vertrok Boc cherini weer naar Spanje, waar hij is overleden. Als eerste aanknopingspunt met Josef Haydn is er die Friedrich Wilhelm II. bij wie Boccherini hofcomponist was. Van diezelfde Pruisische koning kreeg Haydn een kostbare ring met Driljanten als dank voor de Strijkkwartetten op. 50. die Haydn koning Friedrier. Wilhelm II had opgedragen. Het is Alice Heksch componeren aan de vinger had ah een soort stimulans. Het tweede aanknopingspunt is echter van muzikale aard. daar Boccherini inderdaad de Italiaanse Haydn ge noemd kan worden, zij het dan dat hij soms iets zoeter was in zijn melodieën dan de Oostenrijkse meester. Wie het Celloconcert in D-dur van Haydn en het Cello-concert in B-dur van Boccherini na elkaar hoort, zal dit kunnen bevestigen, al geeft hij dan aan het werk van Haydn artistiek de voorkeur. Maar beslis niet met een grote achterstelling van Boccherini's Celloconcert. Twee verrukkelijke werken, sprankelend in de hoekde- len. zangrijk in het langzame deel. Zulke muziek kan soms zo blij maken, zoveel rust geven, vooral in deze drukke tijd PHILIPS heeft beide werken op één plaat uitgebracht, gespeeld door de solo-cellist van het Con certgebouworkest Tibor de Machu- la en het Weens Symfonie-Orkest o.l.v. prof. Bernhard Paumgartner (30 cm langspeelplaat S 04020 L. Favoriten-serie». Een heerlijk mu siceren is het geworden, licht, glimlachend, blij. echt zoals Paum gartner kan doen. hij de Salzbur- ger die meer dan wie ook de klas sieke geest van het oude Oosten rijk kent en die kunst intens lief heeft. Tibor de Machula heeft zich hierbij volkomen aangepast en daardoor heeft dez.e opname een bijzondere stijlgeslotenheid gekre gen, een homogeniteit die frap peert. Naast natuurlijk de formi dabele techniek van een De Machula. OM EEN BEETJE in dezelfde sfeer te blijven noem ik direct hierna een andere PHILIPS-opna- me. eveneens uitgevoerd door het Weens Symfonie- Orkest o.l.v. Bernhard Paumgartner. Maar nu met als soliste de Nederlandse pianiste Alice Heksch. die de solopartij van het Piano concert in C-dur KV 467 van Mozart en diens Pianofan tasie in d-moll KV 397 speelt. (25 cm langspeelplaat A 00777 R). Dit Pianoconcert is één van de 14 Pianoconcerten die Mozart in de gelukkig ste tijd van zijn leven te Wenen schreef tussen de ja ren 1782 en 1787. Het Piano concert in C-dur werd vol tooid in maart 1785 en ook hier is, evenals bij Haydn en Boccherini. die „Spiel- freude" merkbaar, een blijdschap die Mozart eigen was en hem zelfs in de donkerste momenten van zijn korte leven niet in de steek liet. Is die blijdschap er ook niet in deze sublieme ver tolking door Alice Heksch en Paumgartner? Alice Heksch is een Ned. pianis te van Hongaars-Tsjechische afkomst en werd in 1912 in Wenen geboren. Samen niet haar echtgenoot, de violist Nap de Klijn, maakte ze grote concertrei zen en tal van grammofoonplaten, waarbij ze vaak gebruik maakt van haar MozartvlëUgel. een ko pie van de Mozartvleugel in Salz burg. Alice Heksch is een der grootste Mozartvertolksters. In dit Pianoconcert en ook in die prachtige Fantasie in d-moll wordt Mozart ten voeten uit getekend, zó komt zijn muziek in het juiste licht te staan. Ook opname-technisch is er veel aandacht aan deze plaat besteed, een plaat die ver scheen in de Mozart Jubilee Edition en in deze serie beslist een aanwinst kan worden ge noemd. Een aanwinst omdat èn Alice Heksch èn Bernhard Paum gartner hier echt muziekma ken om de muziek zelf en niet om eigen visie of eigen vir tuositeit te tonen. Is dat niet de juiste houding voor uitvoe rende kunsienaars? CORN. BASOSKI. Een zwerver Itten eigenlijk bekend ge worden, niet door zijn eigen werk. Met de architect Wal ter Gropius heeft hij het Weimarse Bauhaus zulk een grote naam gegeven. Want was Itten niet de man die grote kunstenaars als Klee. Muche, Schlemmer en Kan- dlnsky naar het Bauhaus trok? Was hij ook niet de dan welke Al deze gedachten knopen wij vast aan deze ene foto van een portiekopening, afgedekt door een boogvormige luifel van sierbeton, waarop een peinzend aapje. Is dit dier een symbool, of staat er boven de volgende portiek, en kele meters verder, een andere andere pedagoog ook de bewoner van de bossen en de leerlingen zeer uitvoerig en wijde vlakten? Aan de foto kun- zeer „gründlich" wees op de nen wij dit niet zien. mogelijkheden en op de Maar de foto laat ons in ieder eigen taal van de beeldende geval wel zien. dat de zware voor- kunst? Hij analyseerde, hij deur met koperen sloter althans vergeleek, hü determineer- in onze moderne tadswijken tot <*e, hij riep op tot bewust- het verleden behoort en dat wij wording van de contrastwer- onze woning veel gemakkelijker in- en uitgaan dan onze voorva En dat geldt niet alleen vooi onze dagelijkse gang naar ons werk en onze thuiskomst. Wij ver huizen ook veel gemakkelijker Wij verwisselen onze woning maai al te snel voor een andere, wan neer deze ook maar iets aantrek kelijker is. In dit opzicht is di iuuijk uclcacilia mens een zwerver geworden, die j^e® in zjjn Tagebuch, dat nu, een open woning nodig heeft. stee[is een waardevol leerboek 1: Zou dan misschien och het aapje, dat vastgegoten zit op de sluitsteen van de portiekboog, meer rust hebben dan de moderne de kunst. „,We zien het licht omdat het donker er tegenover staat, groot omdat het klei ne ermee contrasteert. Alles wat we zien, horen, ruiken, smaken, voelen, grijpen heeft een relatie met een tweede iets. dat tegenovergesteld is het eerste. Op het gebied vai vorm en de kleur is dit feit de grootste betekenis", zo schreef erk tot 6 mei uordt gei het Sted. Museum Wie r 1 Cor. 13 vers 13. liefde is zichzelf doen bloeien tot het reinste kelkengeel en met ozon zich vergroeien bloeien tot een hemels deel liefde is als vlinders wijken naar een geurend lenteland langs gekroonde bloemen strijken wachtend op een overkant liefde is als morgenwaken ver zijn van verholpen pijn bijna gaafheidsgrens geraken som van ik en ander zijn c. joh. schreurs :al aanvankelijk an en zich afvragen tot wel ke richting Itten nu eigenlijk be hoort: de expressionisten, de ku bisten, de abstracten, de surrea listen, de naturalisten? Itten be hoort tot geen van al ueze „is men", hij bekommert zich fei te niet om een „isme", omdat hij ze alle omvat. Soms is hij Mare, soms Klee. soms Severini, soms Picasso, d.w.z. dan werkt hij in gelijke stijl, want Itten is geen ko pie, slechts dienaar van de kunst die altijd wisselt ?n steeds evolu eert. En zo is Itten zijn leven lang een student gebleven, steeds nieu we dingen ontdekkend, steeds an dere variaties ziend op het ene thema der kunst. Hij die zich bewust wil worden wat de kunst is, kan en wil. zal het we k van Itten nauwkeurig moeten bestuderen hij zal het It ten Tagebuch moeten lezen en hij zal moeten willen luisteren naar de kunstenaar-pedagoog Johannes Itten, die licht- en kleurcontrasten toont, die het ritme van een stad in vlakken opvangt, die in schijn bare constructies de grootste ex pressie weet te bereiken, zoals in het hierbij afgedrukte oorbeeld van het olieverf-schilderij ..De barmhartige Samaritaan' een werk uit 1914 Een der meest ïn- i leerzame exposities deze tijd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1957 | | pagina 18