Uitvoering Johannes-Passion
bereikte een hoog peil
LUISTERT
U
Opvoering met vaart en knap spel
door de Haagsche Comedie
Rommeldam in Uiterstegracht
Subsidie voor onderzoek van
Leids hoogleraar
nieuwe leidsche courant
WOENSDAG 20 MAART 1957
Madrigaalkoor o. I. v. Willem Mizée
Traditie, waarvan de waarde elk
jaar duidelijker wordt
DE UITVOERING, die het Nederlands Madrigaalkoor tezamen met het
Residentie Kamer-orkest en solisten, o.l.v. Willem Mizée, gisteravond
in de stadsgehoorzaal van Bachs Johannes-Passion heeft gegeven, stond in
menig opzicht op een hoog peil. Het Madrigaalkoor heeft dit prachtige werk,
dat ten onrechte vaak hij de Matthiius-Passion is achtergesteld, reeds
diverse malen ten gehore gebracht en heeft aldus een traditie geschapen,
waarvan de waarde elk jaar duidelijker wordt.
Thomas-cantoraat te Leipzig in 1723, doch
later werkte hij de partituur wat om en
voegde sommige elementen toe. Het werk
wordt gekenmerkt door grote dramatiek,
weinig lyrische onderbrekingen in ver
gelijking tot de uitvoeriger Matthaus-
Passion, en bovendien door een zeer ge
durfde harmonische schrijfwijze, waarbij
vooral chromatische experimenten opval-
Mizée streeft er steeds naar de sterk
lubjectieve kanten van dit werk te doen
uitkomen, doch hij overdrijft dit niet;
Juist op deze avond scheen zijn visie ons
evenwichtiger toe dan vroeger wel eens
het geval was. Het koor, dat numeriek
niet sterk is, bevat zeer waardevol stem-
menmateriaal. Met name in de dramati
sche koren kwam het niet zelden tot een
schitterende climax, zoals in Wir haben
Koralen
De koralen worden door Mizée steeds
seer genuanceerd voorgedragen, soms
gaat hij daarin wellicht wat ver. Ook had
de dictie hierbij wat duidelijker kunnen
zijn. Naarmate de avond vorderde kwam
hierin echter verbetering en zo werd het
slotkoor en het mooie slotkoraal tot een
ware bekroning van de uitvoering.
Bij een werk als de Johannes-Passion
Wordt het karakter van de uitvoering,
behalve door het koor en de dirigent, in
hoge mate bepaald door de kwaliteit van
de vocale solisten en van de instrumen
tale obligaat-partijen. Zo komt bijvoor
beeld een groot deel van de tekst voor
rekening van de tenor-evangelist, die
ln dit werk een buitengewoon mooie, doch
ook zeer zware partij krijgt te vertolken.
De draad van het zo pathetische gebeu
ren ligt om zo te zeggen in zijn handen,
hij geeft reliëf aan de verhalende tekst
Indien hij daartoe in staat is.
Magistraal
Chris van Woerkom, wiens opval
lende kwaliteiten wc reeds verleden
Jaar hebben geroemd heeft zijn taak
deze avond op magistrale wijze ver
vuld. Van de eerste noot tot de laatste
was zijn voordracht schitterend, tech
nisch bijna feilloos, vervuld van grote
spanning en emotie, en dan nog zo
gemakkelijk gezongen alsof het alles
vanzelf ging. Zijn glanzende en rijk
genuanceerde timbre, zijn zuivere
intonatie zelfs in de moeilijkste pas
sages, zijn beweeglijkheid en zijn
adembeheersing in de grote melisma's
dwongen de allergrootste bewondering
af. Hij zal het stellig ver kunnen bren
gen, Indien men hem daartoe althans
de kans wil geven. Z(jn duidelijke
dictie verdient bovendien alle lof.
De zanger werd aan het clavecimbel
op bekwame wijze gesecundeerd door
mevrouw Catharine Grls-Rltsema.
De bas Anton Eldering vertolkte de
Christus-partij op vaak zeer nobele en
overtuigende wijze; in het fortissimo is
rijn stem niet zo gaaf, doch overigens viel
er veel te bewonderen mét
pauze in de kruiswoorden. Indien hij zich
nog wat meer op de vocale techniek
legt, zal zijn stemvermogen opmerkelijk
kunnen worden.
Meine Pot, in de partij van Pilatus
ln de bas-aria's had eveneens zeer goede
momenten. Ook bij hem is de ademtech-
niek nog niet volmaakt, n
rich niet in het volume forceert,
tot goede dingen in staat. De intonatie
blijft wat onzeker. Wij releveren vooral
de aria Eilt, ihr angefocht'nen Seelen.
De sopraan Maria Suchèl maakte in
het begin de indruk, dat de inhoud van
de tekst weinig voor haar betekende,
doch later ging dat veel beter, zodat zij
ln de aria Zerfliesse mein Herze zeker
wist te ontroeren. Haar stem bezit goede
kwaliteiten, evenals haar techniek, al
Veelbelovend
Veelbelovend was het optreden van de
alt Wilhelmine Matthes. die na aanvan
kelijke geremdheid, vooral in de schitte
rende aria Es ist vollbracht toonde over
opmerkelijke artistieke en technische ga
ven te beschikken. Nervositeit belette
haar waarschijnlijk haar talent op deze
avond ten volle te ontplooien. Haar fraaie
alt-timbre en goede voordracht doen ons
echter veel verwachten.
Helaas kunnen we niet geestdriftig zijn
over de tenor Paul Hameleers. die aan
vankelijk de tenor-aria's zong. Hetzij ten
gevolge van indispositie, hetzij door een
verkeerde stemtechniek. mislukte zijn in
terpretaties van de zware tenor-a
grotendeels jammerlijk.
Na de pauze werd zijn partij in he
citatief Mein Herz, indem die ganze Welt
door Chris van Woerkom overgenomen,
die dit op bewonderenswaardige i
De instrumentale partijen werden
het algemeen op fraaie wijze gespeeld;
we vermelden slechts de violisten Adrien-
ne de Smet en Louis Sons, de fluitisten
Jolle de Wit en Koos Verheul, de hoboïs
ten C. Stotijn en T. Timme, de violoncel
list Victor Bouguenon in het continuo en
de gambist Edward Röntgen. De bespelers
van de viola d'amore, H. van Calsteren
en J. Stordiau deden hun best, doch slaag
den er niet steeds in dit moeilijke instru
ment te beheersen.
Orgel
De orgelpartij werd door Bram
Martijn gespeeld op een elektronisch
orgel, dat men tijdelijk uit Engeland
te leen heeft. Hoewel een goed pijp
orgel zeker de voorkeur verdient,
moet worden gezegd, dat dit experi
ment een betere indruk gaf dan vroe
gere ervaringen van dit genre. De
klank is vrij vol en niet onaange
naam. Men hoede zich bij het be
spelen echter wel voor het aanwen
den van zgn. zwellingen en derge-
lijke, die in Bachs muziek niet thuis
horen. Gezien de blijkbaar beperkte
financiële mogelijkheden waarover
men in Leiden beschikt, zou dit orgel
wellicht een oplosing kunnen zijn
voor de reeds lang bestaande orgel
perikelen van de stadsgehoorzaal.
We mogen zeker zeggen, dat deze uit
voering van de Johannes-Passion zeer
geslaagd is. We hopen, dat dit niveau in
de volgende jaren zal worden gehand
haafd. De Johannes-Passion is het ten-
volle waard. De belangstelling was groot.
Dr. J. van der Veen
Jeugdbijeenkomst van Unesco
Bevordert vertrouwen tussen
Oost en West
Nieuwe verstandhouding mogelijk
ondanks mentaliteitsver schillen
IN HET KADER van de Leidse week voor internationale samenwerking
werd gisteravond in de aula van het gymnasium een bijeenkomst
gehouden voor de jeugd van het v.h.m.o., de kweekscholen, het u.l.o., de
vakscholen, de politieke jongerenorganisaties en het jeugdwerk. Spreker
was de heer G. Th. Beishuizen, die enige tijd als leraar werkzaam is geweest
op Cyprus en in het Midden-Oosten. De heer Beishuizen, die werd ingeleid
door de directeur van het Unesco-cenitrum Nederland, mr. F. H. Tunnissen,
sprak over De jeugd in de onderontwikkelde gebieden.
De heer J. v. Zonneveld sprak er in zijn
openingswoord namens het Leidse comité
voor de internationale samenwerking, zijn
vreugde over uit, dat zovelen gevolg had
den gegeven aan de uitnodiging. Hij zag
hierin het bewijs, dat dit Leidse deel aan
de internationale samenwerking aan zijn
doel gaat beantwoorden.
De heer F. H. Tunnissen vertelde eerst
iets over het begrip Unesco. Tweederde
van de wereldbevolking behoort tot de
economisch minder ontwikkelde gebie
den. De jeugd van vandaag is bevoor
recht, dat zij door middel van correspon
dentie contact kan opnemen met de be
volking van deze landen. Hiermee kan
zij haar steentje bijdragen^èot een betere
verstandhouding tussen Oost en West.
jeugd in het Westen is in dit opzicht
veel weggelegd. Zij zal bij de Unesco-
hulp ln deze landen een belangrijke
taak kunnen vervullen bij het lang
zaam groeien van wederzijds vertron-
Tenslotte stond de heer Beishuizen stil
bij de werkwijze van de Unesco op op
voedkundig, cultureel en wetenschappe
lijk terrein. In aansluiting hierop werd
de film Kinderogen glunderen weer ver-
Moeilijkheden
De heer Beishuizen gaf een beeld van
de economische toestand in het Midden-
Oosten. Uit hoofde van zijn beroep en van
de ervaringen, die hij daar als leraar
heeft opgedaan, ging hij in op de situatie
van het onderwijs in deze landen. Men
zit met de grote moeilijkheid van de aan
pak van tal van problemen, die zich bij
het onderwijs voordoen. Er is gebrek aan
leiding, aan autoriteit en aan leermidde
len. Lange tijd heeft een ring van isolatie
om deze gebieden gelegen, waardoor het
contact met de mensen moeilijk is. Men
bemerkt, dat hun gedachtengang, hun oor
deel over mensen en dingen anders is
De Unesco wil door wereldorganisa
tie een wereldvrede bereiken. Deze
kan alleen tot stand komen als er een
wederzijds vertrouwen komt tussen
Oost en West. De Westerse mens moet
het Oosten ten dienste staan met zijn
ervaringen en daarbij respect hebben
voor de persoonlijkheid van het an
dere ras. De ethiek van het Oosten
wijkt af van de onze. Achter het
verschil ln mentaliteit moet een nieu
we verstandhouding groeien. Voor de
Symfonie no. 29 in A gr. t. K.V.
201 van Mozart. (NCRV 20,20 u.)
Mozart heeft niet minder dan ongeveer
SO symfonieën geschrevendoch niet alle
symfonieën zijn van evenveel belang ge
bleken. Onder de jeugdwerken zijn er
enkeledie terecht nog steeds de aan
dacht trekken en ver boven het gemid
delde uitsteken. De in 1774 (toen was
Mozart dus 18 jaar) gecomponeerde Sym
fonie in A gr. t. behoort tot die goede
werken. Al direct wijkt ze van de ge
woonte van die tijd af. door piano dade
lijk met het eerste thema te beginnen,
zonder langzame inleiding, ook zonder de
veelvuldig voorkomende accoorden. die
de toonsoort vastleggen en de aandacht
van de hoorder wekken Hier wordt van
de hoorder verwacht van de eerste noot
af oplettend te ztfn. In het zeer zangrijke
Andante spelen de violen het gehele stuk
door con sordino (met demper) tot ze on
derbroken worden tegen het einde door
de blazers, waarna alle instrumenten te-
samen het hoofdthema afsluiten. Het me
nuet heeft een levendige tegenstelling
tussen de puntige ritmen van het hoofd
deel en de vloeiende melodische lijnen
van het trio. De Finale sluit het werk
tintelend en bruisend af. Het werk is
geschreven voor strijkers, twee hobo's
en twee hoorns. Het wordt vanavond ge
speeld door het Concertgebouworkest
O.l.v. Eduard van Beinum.
Het jubileum van de
heer Waterland
Zoals wij gisteren nog konden melden,
heeft de burgemeester de heer P. Water
land, die vijftig jaar bij Sijthoff in dienst
is, de bronzen medaille van Oranje-Nas-
sau uitgereikt. Dit gebeurde in het kan
toor aan de Doezastraat, waar de directie,
de chefs van de jubilaris en een verte
genwoordiging van het personeel aa:
zig waren.
De heer Van Kinschot sprak de heer
Waterland in waarderende bewoordingen
toe. Met de door Hare Majestéit de Ko
ningin verleende onderscheiding wenste
hij hem als eerste hartelijk geluk.
De directie voegde er het hare aar
Zij belichtte de verdiensten van de heer
Waterland voor de zaak en haalde herin
neringen op uit de achterliggende periode
van vijftig jaar. Aangeboden werden
enveloppe met inhoud en het vererend ge
tuigschrift van de Nederlandse Maat
schappij voor Nijverheid en Handel. Me
vrouw Waterland kreeg bloemen.
Aan het eind van de huldiging heeft de
heer Waterland allen dank gezegd voor d<
wijze, waarop men deze dag voor hem er
zijn gezin tot een onvergetelijke heeft ge
maakt.
Hoe de huisvrouwen
alles glans geven
De leden van de Vereniging van Huis
vrouwen, afdeling Leiden, kwamen gister
middag bjjeen in het Gulden Vlies, ditmaal
voor een demonstratie van boenwasmidde
len, die werd gegeven door de heer F. C.
van der Heiden van de N.V. Duci. De N.V.
Duel is een Amerikaanse onderneming,
die in Den Haag een importeur voor Ne
derland beeft.
De huisvrouwen hebben door de cause
rie van de heer Van der Heiden een in
druk kunnen krijgen van de vele was-
en, die door de N.V. Duci in de han
del worden gebracht en hun speciale kwa
liteiten. Ook kregen zij een proefmonster
de vaste was, die een hoog smeltver-
mogen heeft en daardoor de meubels tegen
verkleuren in de zon beschermt, mee naar
huis.
De heer Van der Heiden gaf advies met
betrekking tot het onderhouden van ver
schillende soorten van meubelen en vloer
bedekking. Tegen het vuil worden van
edelmetaal weet de firma eveneens een
probaat middel, dat in bijna alle grote wa
renhuizen te koop Is.
De demonstratie werd besloten met het
vertonen van dia's, die iets van het gebou
wencomplex in de Verenigde Staten en van
de grondstoffen lieten zien.
Ouderavond van de
Waingungagroep
In het gebouw Steenschuur 6 werd gis
teren de ouderavond gehouden van de
Waingungagroep van de Nederlandse Pad
vinders. De voorzitter van de groepscom-
missïe, de heer A. W. Taselaar, sprak in
zijn welkomstwoord de wens uit, dat er
tussen groep en ouders een nauwe band
in samenwerking mag zijn.
Het programma begon met de film „Vrij
buiten", prachtige natuuropnamen, die
veel bewondering hadden.
- werd deze avond ook afscheid ge
in van akela J. Zilverentant. Sinds
het einde van de tweede wereldoorlog
heeft zij haar krachten gegeven aan de
opbouw van de Waingunga-groep en uit
i van de gehele groep dankte de
heer Taselaar mej. Zilverentant daarvoor.
De districtscommissaris van „Rijnland",
oubaas A. Beekes, sprak zijn erkentelijk
heid uit voor de prettige samenwerking
tussen de akela en de districtsleiding.
De ouders werden vervolgens in de ge
legenheid gesteld met de leiders te spre-
en er volgde nog een forum, waarbij
aandacht geschonken werd aan de huis
werkkwestie.
De film „Ridders der vrijheid" liet
tenslotte een beeld zien van de geschie
denis der padvinderij.
Ds. Kievit bedankt
Ds. Kievit, Hervormd predikant te
Woerden, heeft voor het beroep van de
Herv. Gemeente te Leiden bedankt.
Burgerlijke stand van
Leiden
GEBOREN: Cornelia Jacoba Johanna
Maria, d. v. G. P. van den Berg en J.
C. Wijnands; Samuel Gerardus Jozef, z.
v. P. C. J. Wortman en H. J. Meijers;
nus Petrus Maria. Y. v. C. A. Spring
Veld en J. M. Waasdorp; Marjolein
Annette, d. v. J. de Graaff en B. Duin
kerken; Johan Christiaan, z. v. J. C. den
Hollander en M. S. Konijnendijk; Antje
Margje, d. v. A. van Rooijen en. P van
Aalst; Willem, z. v. W. Poot en A. I. Boer;
Hubertus Martinus, z. v. H. M. de Vroom
en C. L. S. Delbeek; Joseph Cornelis,
z. v. C. de Vlieger en J. M. van Sehie;
Antonius Johannes Maria, z. v. P. L. Ahs-
mann en M. M. Witsenburg.
OVERLEDEN: J. Schophouer, 3 dagen,
dr.; H. G. J. Wolf. 76 Jt.. man; Th. J.
Kok, 1 jr., dr.
„Driekoningenavond" voor K. en O.
Wijslijk aangewende dwaasheid
toonde ook nu haar kracht
WANNEER in het derde bedrijf van Shakespeare's Driekoningenavond
Viola hardop loopt te mijmeren over de taak van een nar, dan zegt ze:
Want dwaasheid, wijs'lijk aangebracht, heeft kracht, terwijl men, als een
wijze dwaas is, lacht. Als we Shakespeare naar deze woorden, voor dit stuk,
heeft hem gelegenheid gegeven de dwaasheid zeer wijselijk aan te brengen,
geschreven zo ongeveer 1598—1601, dat één van zijn beste blijspelen is,
een etiket moesten opplakken, zou daar het woord „nar" op staan. Dit stuk,
Het verhaal zelf is onbelangrijk en ge
schreven volgens het bekende recept: ver
wisseling van personen, hetgeen de no
dige verwikkelingen met zich brengt.
Wanneer Viola zich dan nog transfor
meert in een jonge man, raakt Amor ook
de klut6 kwijt.
Scherp tekent Shakespeare in dit stuk
zijn hoofdpersonen. Het worden verte
genwoordigers van bepaalde menselijke
eigenschappen. Daar stapt de trotse
blaaskaak Malvolio rond, die even sen
timenteel is als Orsina, de hertog van
Illyrië, wiens liefde voor Olivia niet
wordt beantwoord, omdat ze, ook weer
op een sentimentele manier, treurt over
de dood van haar broer. Ze heeft zo'n
beetje met het leven afgerekend. Tot
Viola, als Cesario de boodschapper
Oreina, bij haar komt. Ze wordt verliefd
op hem en na veel wederwaardigheden
met anderen, die ook wel met haar in
het huwelijkebootje willen 6tappen,
trouiwt ze halsoverkop, naar ze denkt
met Cesario, maar het 16 Sebastiaan, de
broer van Viola.
i, dat hij Olivia niet tot vrouw kan krij
gen, trouwt hij met Viola, die reeds lang
verliefd was op haar meester.
Het gehele stuk heeft een lichte sa
tire als ondergrond, maar het ademt een
mildheid, die alle scherpte wegneemt.
Het moet voor het bestuur van K.
en O. en al zijn leden een grote vol
doening zijn, dat de Haagsche Co
medie. die dit stuk onder regie van
Cees Lasseur brengt, drie voorstel
lingen in Lelden geeft. Het was alle
maal heel goed. Er zat vaart ln de
opvoering en alles was er op bere
kend zo snel mogelijk (en dat was
heel vlug) het toneel te veranderen.
Happy ending
Broer en zuster lijken sprekend op el
kaar en de één denkt van de ander, dat
hij (zij) bij een scheepsramp is omge
komen. Wanneer het Orsina dan duidelijk
DE UITERSTEGRACHT trieste
vuilnisbelt in on
teitsstad schijnt binnen afzienbare
tijd te worden gedempt. Er moet nog
bekeken worden, zo vernamen wij,
hoe het lozingsprobleem van de tex
tielfabrieken kan worden opgelost.
Maar het eind van de gribus, van de
rattenplaag, de verpeste lucht, het
stinkende water, de verrotte vloeren,
de klamme slaapkamers, de ge
scheurde muren, de verzakte wallen,
de verstopte riolen, de slechte ver
lichting, de klap in het gezicht van
allen, die over bevordering van de
volksgezondheid kletsen, dat eind
van een al vele jaren slepende ellen
de schijnt in zicht te zijn.
Het wordt tijd. Het wordt hoog
tijd, dat het niet meer kan voorko
men, dat kinderen, die bij het spe
len in dit modderige broeinest van
ziektekiemen zijn gevallen, zeven
weken lang in het ziekenhuis moeten
liggen en daarna een jaar lang in ob
servatie moeten blijven, omdat de
artsen de zaak niet vertrouwen. Er
kan uit de Uiterstegracht niets dan
kwaad voortkomen.
Straks bloeit het voorjaar defini
tief op. Maar het zal de Uiterste
gracht die stinksloot in ons mo
derne westen des lands, waar men
nog wel eens schamper over niet
meer bestaande Drentse plaggenhut
ten praat alleen maar ellende
brengen. Nu mogen de bewoners de
ramen nog eens open kunnen zetten,
straks zullen ze dicht moeten. Van
wege de walm, die haast tastbaar zal
opstijgen uit de door de zon ver
warmde modderpoel.
Zat vorig jaar zomer niet ons hele
volk te brommen, omdat dag aan
dag de zon zich achterwege hield
omdat week na week de horizon grijs
was van regen, regen en regenDat
onze stadgenoten aan de Uiterste
gracht helemaal geen last van al die
troosteloosheidhebben gehad, zou
teveel gezegd zijn. Maar als ze er
aan dachten, dat de gracht bij zon
nig weer zo gestonken zou hébben,
dat bewoners uit andere stadsdelen
er hun zakdoek op de neus drukten,
dan wreven ze zich in de handen. Ze
waren over die verdrietige zomer
best te spreken.
Zie de foto. Een dam van vuile
grijze modder met dozen, rotte ap
pels, rotte groente, een ontzettend
stinkende rommeldam dwars door de
gracht, waar geen baggeraar r
kan komen. Het wordt tijd dat de
demping begint, de hoogste tijd, hoge
magistraten van stad en provincie.
Hoofdrollen
De speelsters en spelers, en dan vooral
die de hoofdrollen vertolkten, deden dit
knap. Goed in typering. Toch 6tak
Elisabeth Andersen, als Viola, boven
de anderen uit, al was het als eerste
onder haars gelijken. Haar spel bleef niet
hangen in het typeren, maar, vooral door
uitstekend zeggen van de tekst, werd
Viola met alle onwaarschijnlijkheid die
ook deze figuur heeft, een levend w
dat bewogenheid kende.
Ook Enny Meunier en Ida Wasserman
gaven een goede creatie te zien, als Oli-
n Maria haar kamenier. Wij zien ld:
Wasserman echter liever in een moder-
er stuk.
De rol van Malvolia werd heel goed
gespeeld door Albert V3n Dalsum. Zijn
expressie was uitstekend, maar de hoge
6tem, waarmee hij 6prak, was te ondui'
delijk.
Gijsbert Tersteeg als Orsina gaf de rol
kleur genoeg, doch het zeggen vai
tekst was vooral in het begin te rr
Jan Retél was een prima Jonker
Tobias. Zijn beweging en gesticulatie
konden wel iets soberder zijn en min
der „tn 't wilde weg". Een voortreffe
lijke scène speelde hij met Luc Lutz
(Jonker Andries) en de nar Basten
Paasveetentoonstelling
van de Vebo
Op vrijdag 5 april zal wethouder
D. van der Kwaak de paasveetentoon
stelling van de Vebo officieel openen. De
heer Joh. de Veer, voorzitter var
Produktscbap voor Vee en Vlee6, za
rede uitspreken.
Batenburg. Dat was een echt oubollig
drinkgelag.
De regie had gezorgd voor een goede
mise-en-scène, wat bij dit soort stukken
van groot belang is.
Het gulle, hartelijke applaus was door
de Hagenaars volkomen verdiend.
A. C. Bouwman.
Haags gerechtshof
Mishandeling
De procureur-generaal bij het Haags
gerechtshof heeft een week gevangenis
straf onvoorwaardelijk geëist tegen een
tuinder uit Ter Aar, die in eerste instan
tie wegens mishandeling was veroordeeld
tot een week gevangenisstraf voorwaar
delijk met 40 boete of acht dagen.
Op 4 oktober was er een vrachtwagen
van een expeditiebedrijf op verdachtes
erf gekomen om augurken te laden. Bij
de auto was fen 25-jarige arbeider uit
Leimuiden, die vroeger bij de man in
dienst was geweest, maar die daar met
onenigheid was weggegaan. De verdachte
had hem gezegd, dat hij niet meer op zijn
erf mocht komen, en toen hij hem daar
toch op de auto zag staan laden, was hij
woeden uit 'n kas komen hollen. Hij had
de Leimuidenaar, die dit als getuige ver
klaarde, van de auto geduwd zodat deze
voorover was gevallen en zou toen nog
een trap hebben gegeven. De getuige zei
dat hij geen enkele aanleiding tot deze
mishandeling had gegeven. Een chauffeur
uit Langeraar, die erbij was^geweest, ver
telde, dat de man schreeuwend op de
auto was komen toelopen.
„Bij de politie staat u bekend als op
standig," zei de president tegen de ver
dachte. De procureur-generaal vond de
feiten vast staan ondanks de ontkentenis
van verdachte en van getuigen décharge
die in dienst van de man staan. Het ge
rechtshof zal op vrijdag 29 maart arrest
wijzen.
Subsidie voor medisch-
opvoedkundig werk
Eind 1956 lieten B. en W. de raad weten
dat aan de Medisch Opvoedkundige bu
reaus een subsidie gegeven zou kunnen
worden van dertig gulden per onderzoek
van een Leids kind en een vast subsidie
bedrag van 's jaarlijks 1700 gulden. Deze
subsidie is echter onvoldoende gebleken
om een basis te leggen voor een verant
woorde uitvoering van dit werk. Het be
vreemdt B. en W. daarom niet, dat het
Medisch Opvoedkundig Bureau op een
andere regeling aandringt.
Inmiddels is de Stichting Rooms-Ka-
tholieke Geestelijke Gezondheidszorg op
gericht. Beide instellingen verzoeken nu
hun werk te subsidiëren met een bijdrage
gelijk aan 40*/» van de netto-kosten van
salarissen enz. van de medewerkers. Het
gemeentebestuur acht een verhoging van
de subsidie, gezien de belangrijkheid van
het werk, gewettigd. Voorgesteld wordt,
de gevraagde veertig procent te brengen
op 30 maar daarnaast een aanvullende
bijdrage van f 25 toe te kennen per onder
zoek en behandeling van een Leids kind.
Gerekend voor 1957 zal er voor het Me
disch Opvoedkundig Bureau f 5125 nodig
zijn en voor de Rooms-Katholieke instel
ling f 4600, samen f 9725.
Ned. diplomatie in China
De Nederlandse organisatie voor Zuiver Wetenschappelijk Onderzoek heeft
prof. mr. M. H. van der Valk, hoogleraar in het Chinese recht aan de rijks
universiteit te Leiden, enige jaren geleden een subsidie verleend voor een
inmiddels te Rome ingesteld archiefonderzoek. Bedoeld onderzoek hield
verhand met een studie over Joan Nieuhofs werk „Het gezantschap der
Neerlandtsche Oostindische compagnie aan den grooten Tartaristischen
Cham, den tegenrwoordigen keizer van China".
Ia een onderhoud met prof. Van der
Valk vernam het A.N.P., dat het werk
van Nieuhof, die van oorsprong een
Duitser was. indertijd veefl opgang had
gemaakt. In Nederland verschenen er
kort achter elkaar drie vier uitgaven
van. Bovendien werd het vertaald in het
Latijn, Frans, Engels en Duits.
Daar stond echter tegenover, dat men
reeds ln de 17de eeuw ^rnstige bedenkin
gen tegen dit boek en vooral tegen de
illustraties koesterde, welke kritiek nim
mer is verstomd. Vandaar dat de behoefte
werd gevoeld om Nieuhofs oeuvre eens
aan een kritisch onderzoek te onderwer
pen, een arbeid, waarmee prof. Van der
Valk reeds enkele jaren bezig is. Het
resultaat van zijn arbeid zal de hoog
leraar neerleggen ln een tweetal om
vangrijke delen, waarvan het eerste en
het tweede voor een gedeelte gereed is
gekomen.
De studie wordt van een uitvoerige in
leiding voorzien, waarna Keizers jour
naal wordt afgedrukt met allerlei aan
vullende gegevens. In dit verband zij er
onder meer op gewezen, dat prof. Van
der Valk veel moeite heeft gedaan om de
verhaspelde Chinese namen terecht te
brengen. Aan het slot van het onderhoud
wees de hoogleraar erop, hoe hij bij zijn
onderzoek telkenmale gefrappeerd werd
door de grote bloei, die de zijdehandel
tussen China en Nederland in die tijd
genomen had.