Blad Vrouwelijke politieagent GEBLOEMD van top tot teen Met pirouette-kapsel kun eens variëren Je nog Kunnen wij nog terug? Dat kan ik ook ZONDAGSBLAD ZATERDAG 16 MAART 1957 Het hardste blijft haar niet bespaard „Dat je nu zo je brood moet verdienen," denk ik, terwijl ik me zo klein mogelijk maak, om niet door de uitstekende laadbak van een grote vrachtwagen geraakt te worden. Gezichten, niets dan ge- I zichten, nieuwsgierige ogen, die me bekijken. Kijken hoe ik me I op mijn drukke verkeerspost handhaaf, die eerste ochtend. Tram conducteurs grijnzen onder enerverend afbellen van: „we willen I verder". Wat ze zeggen tegen de reizigers op het balcon is wel te raden. Mijn fluitje. Ik zoek het nare ding, dat telkens op een andere 1 plaats aan het koord om mijn nek hangt. Nu voel ik pas goed hoe stijf ik in mijn schouders ben van het stramme staan op hetzelfde putje in de weg. Daar, die bakker met zijn kar. die de verhoogde brug bijna niet haalt tegen de wind in. Opschieten man, anders kan l ik je niet meer meenemen. Zo, hij is er! Maar voor ik me een (kwartslag kan draaien om het verkeer over de gracht vrij te geven, heeft hij me een grote gemberkoek in mijn handen geduwd.^,Alsje- blieft, juffrouw. En je doet 't zö, hoor!" ui weten, wie de ouders waren. Een jonge- r tje wist wel zo ongeveer waar zijn ster- vende vriendje thuis hoorde. We namen de schoentjes van het kind. en stapten r weer in het BVO-wagentje. „Wie gaat er vragen?" vroeg één van de mannen. Allemaal keken ze naar mij. „Dit is het ergste," zei er één. Maar ik ben blijven zitten, die eerste keer. Wat, als ik bij de verkeerde zou yiin? En wat, als ik op het juiste adres Informatie bij de buren grinnikt om mijn verwarring. Dan werkt hij zich door het verkeer, om me van mijn geschenk te verlossen. Auto matisch gaat het weer verder. Flui ten. Armen uitstrek ken. Toe man. er moeten er meer door! De man neemt zijn hoed beleefd af. die treiterend toch steeds een stukje voor de streep pro beerden te staan, een kwartier te voren, en die me beslist verwenst hebben, toen ik ze rustig heb laten wachten. Als myn mentor me komt aflossen, en ik naar de stoep wil lopen, kan ik plot seling geen voet meer verzetten. Van mijn hoedje tot mijn schoenen heb ik geen ander gevoel meer dan dat van een absolute verstij ving. De tocht naar de kant lijkt einde loos. Maar er is daar direct weer iemand, die de weg wil we ten, al zal hij zelf de stad beter ken nen dan ik, die er nog maar zo kort ben. Naast me hebben een paar oude vrouwtjes het over myn uniform. Eén zegt er- Ik zou geen raad weten als ik zo tussen' dat gevaarlijke verkeer moest staan Je kunt toch nooit weten! Dan vraagt ze me plotseling slim: „Als jullie nou es effetjes weg moeten?" En de an der: „Maar jullie moeten toch zeker niet vechten, hè?" Ik schud van 'nee want je kunt toch moeilijk op een straat hoek een boom opzetten over wat je wel en wat je niet moet doen. Hoewel ik ge loof, dat het geen kwaad kan. dat ze niet alleen wéten, maar ook begrijpen, hoe ontzettend ingrijpend het werk kan zijn in je persoonlijk leven. „Ik sla je kop er af Die keer, dat ik met een mannelij ke collega, inplaats van te surveille ren in onze wijk, iets halen moet in een ander deel van de stad. Een ar melijke wijk. Plotseling een vroip die de straat oprent. „Agent, agent Onze strikte orders zijn: je nooit met iets bemoeien tenzij men je hulp in roept. De vrouw is een smalle huis deur binnen gegaan. Mijn collega laat mij beleefd voorgaan/ Nog nooit heb ik die beleefdheid van mannen zo verwenst! Want van onder uit het trapgat zie ik een boom van een vent, bezig de laatste resten van zijn po ver huisraad aan gruizels te slaan en te gooien. Ergens achter hem huilt een kind. Een meisje roept benauwd: „Pa, hou op! De politie". „o„Als hij r niets met hem te Anders is "hij heus niet zo, me vrouw." Even vergeet ik mijn onzeker heid voor wat die man dreigend in zijn handen houdt. Voor zijn waarschuwing: ,,Als je boven komt sla ik je kop eraf. Al mijn kennis van judo zal me niet ba ten in dit nauwe gangetje. De oplossing moet ergens anders vandaan komen. Die vrouw, die zelfs nu nog voor haar man gepleit heeft, die op mij als vrouw, een beroep gedaan heeft, om begrip voor de situatie te tonen. Maar alle theorie- en. die men ons voor dit soort situaties ingepompt heeft, zijn van betrekkelijk nut. Want dit maak ik zelf mee! Ik weet nog niet hoe we die r beneden gekregen hebben met lijntje. Maar als hij plotseling staat, wordt hij stil en zegt wat> gege neerd: „Nou, kom dan maar mee." Ter wijl we boven het hele relaas van. ae burenruzie ze hebben z'n zoontje voor „dief' uitgemaakt, waarop hij het eer ste beste kind, dat hij op straat tegen gekomen is, gemolesteerd heeft te ho ren krijgen, blijft de vrouw maar vlak naast me. „Ziet u. u begrijpt het wel," zegt ze een paar maal. Of ik zelf twintig jaar huwelijksleven met een dergelijke potentaat achter de rug heb! die ook hun straatje schoon te vegen. Maar het is nu een maal een maatschappelijk rommel- straatje waaruit zij hun hele leven wel niet meer weg .zullen komen. Zodat zij alles maar laten komen zoals het komt: de vechtpartijen, en de poli tie! We gingen eerst informeren bij de bu ren. Ook of de eventuele famijie van de jongen hartpatiënten telde. Op alles 5 moet je voorbereid zijn. De moeder i was heel kalm, toen ze bij ons in de wagen stapte. Ze maakte eich alleen i zorgen over haar man, die niet sterk was en al op zijn karwei gewaarschuwd werd. Onze opdracht is, de familie voor haar komst in het ziekenhuis op de hoogte gesteld te hebben van de toe stand van de patiënt. En wie van al die nieuwsgierigen, die alleen maar opmer kingen kunnen maken, weet, hoeveel hart er onder een uniform moet zitten, oos deze taak te kunnen volbrengen? Drie uur heb ik in de wachtkamer van het ziekenhuis met de ouders doorge- bracht. Want we moeten erbij blijven tot het slachtoffer geïdentificeerd is. En het kind was nog steeds in de operatie- zaal. Pas op het moment dat de vader het niet langer uithield en snikkend met het hoofd in z'n handen viel, en de vrouw - doodsbleek op een stoel neerzakte, hield - ik het ook zelf niet langer meer uit. Ik liep de gang op. Deur open, Deur dicht. Tot ik een keukentje vond. Niemand. Ik nam een glas, vulde het met koud wa- ter. Het was te vol. Ik morste, terwijl ik ermee terug liep naar de wachtka- Dat was alles wat ik doen kon: een glas water halen. „Hier, drink eens," zei ik tegen de vrouw. Ik dacht, dat ze zich vergis- te. Ze greep mijn pols inplaats van het glas. Zo bleef ze zitten. De man keek ernaar, hoe ik haar liet drinken. „Juffrouw," zei hij, „o, juffrouw, zèg dan toch, gaat hij dood?" Holle voetstappen in de gang. Nu zouden ze c het komen zeggen. Of hij dood was of nog leefde. Verder zou leven. Een kind, dat ik niet kende, maar dat in een paar uur tijd, ook van mij was proberen I geworden. in sla en vla Citroen kan in een ontelbaar aantal gerechten verwerkt wor den; neemt u nu alleen maar eens het feit dat zowel in zoete als meer pittiige schotels deze vrucht op zijn plaats is! Daar heeft u bijvoorbeeld Waldorfsla. Nodig zyn: 1 pond goudreinetten, 1 sel derijknol, twee bananen, 50 gr noten, mayonnaise of dikke slasaus. Plus de ci- De appelen worden geschild en in klei ne blokjes gesneden, en meteen komt het citroensap al te pas: de appelen moeten daarmee namelijk besprenkeld worden om bruin worden te voorkomen. De selderijknol schillen en raspen of ook in heel kleine stukjes snijden. Bananen in schijfjes snijden, alle ingrediënten vermengen en aanmaken met wat mayon naise. De sla op één-persoons schaaltjes en garneren met wat mayonnaise en ge hakte noten. De meesten kennen de citroenvla wel, maar voor alia zekerheid laten we hier toch een recept volgen. U heeft nodig: sap van twee citroenen, 4 dl. water, 50 gr griesmeel, 100 gr suiker. Het water moet met een citroenschilletje aan de kook gebracht worden. De droog door een geroerde suiker en griesmeel worden er daarna in gestrooid en men blijft roeren totdat de griesmeel gaar is. Het citroensap er aan toevoegen, hèt geheel iets laten afkoelen, het schilletje er uit halen en de vla met een goed vertinde garder opkloppen tot ze mooi luchtig is geworden. Een bonnetoftewel muts van witte en zwarte grosgrain (zelfs de hoedenspelden zijn met dit mate riaal overtrokken!) heeft Dick Holthaus bezaaid met lentebloesem. Rose en witte appelbloesem overdekken de bol van dit hoedje, dat wel speciaal 'voor een heel mooie en heel zonnige lentedag gemaakt schijnt te zijn. Maar niet alleen bloemetjes op uw hoofd, óók aan uw voeten! Van Jac. Bergmans is deze pump in ivoorwit calf, handbedrukt met een dessin in allerlei lieve pasteltinten „milles fleurs" geheten. Blouseclie slank afkleedl Papiertje en elastiekje Waarom in geen enkele zogenaamde strooidoos van zeepvlokken en zeeppoe der een behoorlijk systeem van strooi- gaten te vinden is, kan geen mens ver tellen. Wel staan er aan de bovenkant van zo'n doos van die hoefijzervormige inkepingen, maar als je die met een mesje lossnijdt, gaat er meestal een groter stuk van het karton mee dan de bedoeling was. Zo'n doos wordt na ge bruik in het keukenkastje gezet, ze wor den per ongeluk omgestoten en hup zeeppoeder over de planken. Helemaal afdoend is het volgende middeltje wel niet, maar het helpt toch wel een beetje. Over het strooigat legt u een papiertje en dat houdt u met een elastiekje vast om de doos. Valt zo'n doos dan om, dan wordt er lang niet zoveel zeeppoeder gemorst als anders het geval was. Het patroon van deze week, 238, is speciaal geschikt voor de 5 wat zwaardere figuren. Het wordt p- dan ook beschikbaar gesteld voor A de maten 44. 46 c 48. Aan stof heeft men nodig ongeveer 2.25 meter a 90 cm breed. Het model wordt aangesloten ge dragen en heeft door de ruimte verwerking bij de schouder toch nog de nodige speling. Midden voor en doorlopend langs de hals is een biais-band gezet. De driekwart 3 mouwen ivorden glad ingezet. U kunt het patroon bij onze bu- reaus verkrijgen a f 0,40 per stuk. Ook kunnen ze per post ivorden toegezonden. In dat geval dient u aan de voorzijde van de briefkaart, waarop u uw bestelling doet0,50 aan postzegels te plakken naast de gewone frankeerzegels Na 23 maart kunnen geen bestellingen meer worden aangenomen. Attentie! Wij moeten ons houden aan de uiterste termijn van. een week besteltijd. Binnen een week moet u uw bestelling opgeven, daarna is het onherroepelijk te laat. g Wilt u daar rekening mee houden? pirouette" heet het nieuwste kapsel, waarvan het principe onge veer hier op neerkomt: het haar wordt middenvoor vrij strak en glad achterover gelegd en dan aan weers zijden naar voren gekruld. Kamme tjes, of, zoals 11 op de foto onder ziet, een clip of een ander orna mentje moeten het haar op zijn plaats houden. Er zijn met dit kapsel veel variaties mogelijk, zoals de andere foto toont. Het haar bouen de oren kan gWi naar achteren gelegd worden, terwijl de punten in een lichte krulling weer over de oorschelpen vallen. Ook is het mogelijk het achterhaar links en rechts naar één middelpunt toe te borstelen in golven, of het haar in etages, van boven naar beneden, in losse slagen te kappen. Dan ga je vergelijken; de onhebbelij ke automobilist in z'n slee, die er om heen draait en liegt als blijkt, dat hij geen luistervergunning voor de radio zijn wagen bij zich heeft. En deze m< „Eerlijk niet gejat" Zelfs bij het ogenschijnlijk zo onschul dig werk om kinderen te helpen overste ken. blijkt, hoe smal het niemandsland tussen vertrouwen en wantrouwen is. Ik sta in een volksbuurt en misschien dat ik daarom direct tegen het groezelige snotneusje, dat me een rol pepermunt in m'n handen duwt, zeg: „Hoe kom je daaraan?" Het kan zijn, dat hij alleen maar met zijn ogen knippert tegen het schelle licht, het kan ook een knipoog van verstandhouding zijn: hij weet wat ik denk. Ik haat mezelf op dit moment. .Eerlijk niet gejat," zegt hij trouwhar tig. „Van me zakgeld." Samen met mijn collega bekijk ik het geschenk, of dat het juiste antwoord ook geven kan. „Eerlijk niet", zegt het joch nog eens. „Nou, dank je wel hoor." Ik steek het snoepgoed in mijn tas, want onze zak ken zijn taboe als bergplaatsen. In zijn opgewondenheid, dat ik hem zo op zijn eerlijke gezicht geloofd heb, steekt het knulletje toch bijna nog te vroeg over. Dienst is een moeilijk vak! „Is dit uw kind?" Ik heb de nieuwe sollicitanten aar niet wijzer gemaakt, toen ze enthousiast zeiden: „Het lijkt me reusachtig om mee te mogen in het wagentje voor verkeersongevallen." Mij is het die eerste keer al tè machtig geweest. We zaten in de wacht, onze knellende schoenen los. Ineens de bel door het gebouw. Nooit meer zal ik, zoals die keer, denken: Gelukkig, eindelijk iets te doen." Iet was een klein ongelukje, was alles wat we wisten Met vier man rukten we uit. De loeiende sirene, de snelheid waarmee we reden, eer ste aanlopen naar een ondragelijke spanning. De oploop, waarbij we stilhielden, was zo groot, dat we ongezien al voorvoelden, dat hier het ergste gebeurd moest zijn. „Je moet er één keer doorheen," zei één van de mannen tegen me. „Het is ellendig Ik durfde amper naar mijn vrouwelij ke collega te kijken, die het ongeluk gemeld had. Ze was spierwit. Samen wrongen we ons door de menigte heen. Een jas. en daaronder het iele lichaam pje van een bloedend kind. Een dokter, die zei: „Wachten op de ambulance." Wachten. Afwachten. Het vreselijkste van ons beroep misschien op zulke ogen blikken. Want iedereen verwacht van je dat je iets doet. Wachten, tot we zouden go ALS ik de vorige week al vaag had aangekon- dat piet- digd, vulde ik ditmaal eens óók dragen. het onderwerp: plannen, jje» rnr.Pt vrouwen en de huishou- dat: ding" met u onder loupe nemen. Maar moet mij ineens iets heel anders ui niet dadelijk het nieuwste kwamen tot de ontdekking, vruchten van te plukken. Er teraars, die schreven, dat 2 dat de situatie Marietje het lag. Intussen zijn 1 voorbijgegaan omgekeerd zijn door radio en pers brok- jaren ken van een wereld binnengekomen. het afgelopen jaar door c huis radio tot de zekerheid van hi geloof gekomen ik „Moe, mag 'k een ijssie, ïn lolly?" „Nou, toe dan maar." Er zijn honderden grote lijke de pen. nadat die nog helemaal den op op de zak van vader en moe- Zondagsblad va i dfir leven moeten, en die toch telkens weer, als zij t zijn met pubers van toen. uitgegroeid kinderen niet thuis horen. Wij behoorden tot geen enkele de vorige week dat artikel las over: „Dertig jaar lang in de ether zonder jazz en bonte uvonden." Dat gaf mij een schok. adolescenten, die len van hun leeftijdsgenoten dol zijn op jazz. op lichte vro- iek, op bonte avon- floddertijdschriften, telijke omroep op kleren op spel en sport. Slecht?? Nee. Zeker h laatste niet. De sport hebben hen daardoor z zoekingen blootgesteld, die zij nog niet weerstaan kunnen. En daar lees ik van de Chris- kerk, maar hadden de weg de kerk gevonden. Daar de dokter onder, die niets de kerk en het christen- Amerikadom wilde weten i hebben, croquetten, ge- spel) hebben dikwijls Of beier gezegd: geestelijke opdoffer, welverdiend. Ik hoorde duizend bakjes en zakken vol patattes- frites uit de automaten halen. Alsof ze thuis nooit genoeg te harde eten krijgen. En zag Maar.. snoepen hoort bij, het komt hen toe! mag wel eens wat hebben, als ie je op school te problenen. waarmee anders M„, „h, van grote kinderen wor stelen en levensgroot stond daar plotseling tegenover: onze schuld, schuld van de ouders, de kerk, de school, van heel onze Christelijke samenleving in Nederland. heilzame uitwerking. tóchNaar de het Zendingsblad jeugdblad zullen z er pen. (Ik heb het hier je plm. 20-jarigen!). Naar mij van zeer vele .Dertig jaar is dit station al het in de ether en in al die tijd terug het heeft er geen jazzplaat op de levens wat het materiële be- een gramofoon gelegen en het sta- treft, terug naar de rijkdom- En tipn is erin geslaagd, het ge- men Gods, die Hij in Zijn kerkbode, hoor te blijven boeien zonder Woord voor ons ons uitstalt of eigen bonte dinsdagavondtrein, en die Christus voor ons ver- nooit grij- showboat of steravond, zon der amusementsmuziek." Leest u zelf dit stukje nog wierf. Ook met onze grote kinderen praten we toch nog sappel ders bekend is, vragen zij Zondagsblad van de vorige het Here Jezus? Of zijn bang werkt! En Moe echoot: „Ach zich af: „Hoe kómt dit nu week nog hebt. U zult wel- toc^ uit un dat kind z'n snoepie!" toch? Hoe wekken wij toch licht, evenals ik, met 1 nu keren wij weer even ^un échte belangstelling voor keltje heilige Amerika terug. Wi) heb- dingen- Hoe komt het dat naa dikwijls gedacht, dat de ve*? van onze* jongens en aan - - - - meisjes hun levenspartners aan hun fel: „Ach, schei Wij kunnen het zo triest hebben over de vervlakkende lang invloed van onze tijd. maar we hebben die vervlakking zeer concreet in alle mogelij ke vormen in huis gehaald. Rock en Roll la' 1 dansen waarbij leentje- bij negers Christenen het ginds met al les niet zo nauw zouden ne men als wij hier, hier in Christelijk Nederland! Ja. op! Het is immers al fictie geworden om nog van Nederland als van een Christelijke natie te ge wagen? Onze broeders en zus ters in Amerika hebben de muziek geestelijke gevaren, die van daag aan de dag onze kinde ren bedreigen, beter onder kend dan wij. Toen zes jaar geleden onze vrienden uit Ca- uit een brief lifornië hier met vakantie lezers. Ja, weet hebben wij dit tot on- moeten Overpeinzingen van Margaritha dat gepreek!?" Dekken onze daden onze jaloersheid woorden dan wel? Hoe sub mede-Christenen tiel ligt alles hier! Het luis de Oce- tert zo nauw met ons gewone leven van iedere dag. Open ogen, een opmerkzaam hart en brandentle lampen, want Hij komt! MARGARITHA. Mhr. v. d. L. U ziet toch ook ir. de experimentelen een kramp achtig zoeken van een Jeugd, die buur gespeeld en kreolen en uit de kroegen van Zuid-Amerika, tijdschriften met een maxi mum aan illustratie en een minimum aan tekst en voorts: het ontbreekt onze kinderen aan niets. Hoe Chr. reformed church vreemd het moge klinken: pon veel en veel me Zij hebben het te goed. Is het kerk in het centrum Deze vragen zijn geciteerd stempelen. Er is ook goede in onzer jazz-muziek. Maar waar één ding ligt de grens? De Christen- schaamte al ontdekt. Wij den, iedere c merkten dat zij daar de zéker doen. Bid- Amerikanen hebben in dit op- dag en telkens zicht geen risico genomen en ltIcvr deze bezorgdheid zeiden: „Dan helemaal geen hoop te' la" 4 1 God vertel- jazz." Ga niet totJ- appelen op zilvï seldhouwde schalet de len. Hem vasthouden bij Zijn uiterste grens. Je bent wonder, dat deze kinderen leven e 1 dat v dikwijls weinig interesse de kerk aan de dag leggen Ze voelen immers niet aai den lijve. God nodig ben? Wij behoeven natuurlijk niet deren hadden staan, dan wij hun beloften. Als één hun kin- kinderen op een verkeerde fuifje gaat, ■kte. Geef a allemaal nog t te heb- lang, ook in positief Christe- Zie naar het prachtige hierom lijke gezinnen, getolereerd beeld van Job. En dan óók: oorlog, werden. De jeugd is daar op de tucht hanteren. Tucht, ge goede klassieke muziek, zang sc en hoorspelen, die meestal de in levensgeschiedenis van beken de Christenen behelzen. De Mhr. P. v. d. V. Op honger en allerlei ellende te verantwoordelijke posten in dragen dor de liefde. Weest verlangen, dat óók, maardat er beste dingsbeperking moet komen zondig zijn het kerkelijk leven ingescha keld. De kinderen leren daar door te verliezen. 1 vroeg in het openbaar deel. Produkten kinderen daar- Integen- erg niet. Er valt op bo- spreken, vóórgaan in gebed pe opvoeding kunnen 1 de W.M.B.I. mg. nét aller! Wij hebben onze projrem- c ma s nooit afgestemd op de d6ór 0p uw stc smaak van het publiek... wij rukt bijbeltekst, bereiken niet de grote mas terhambelegging Om kort te gaan: wij, grootste misdadigers worden. Maar tóch en hi< Wij hebben de laatste jaren Gods glimlach over r al tevéél toegestaan. En daar tóch kwamen r de kinderen óók.'Zij hoe- kige Christenen te vinden, beginnen we nu de wrange week acht brieven rband. dat er ir zien we le krant nodig ZUlke taal ^aar^vrnRI vrolijk verder. Ik begin e lllllltllllllllllllllllllllllll Dat zijn handige boekjes, die de N.V. technische uitgeverij H. Stam het licht heeft doen zien onder de titel „Dat kan ik ook". Ze zijn niet groot en prettig hanteerbaar, geïllustreerd met pakken de plaatjes en geschreven door deskun digen op velerlei gebied. De heer J. van der Waart heeft de beide eerste deeltjes voor zijn rekening genomen. Hij schrijft over „Behangen er. witten" en „Mijn woning stofferen" allebei belangrijke geschriften voor de moedigen, die aan „zelfwerkzaam heid" doen. Trouwens, deze handleidin gen zijn bedoeld voor, zoals op het ti telblad staat „de man of de vrouw die het zelf wil doen". Het repareren van elektrische huishou delijke apparaten is geschreven door J. M. Cieraad en voorzien van veel fo to's van onderdelen. Heel praktisch is he „Vlekken uithalen" dat dr. M. Ver- beek-Inckel en Guus Inckel voor hun re kening namen. In de serie die ons werd toegezonden komt ook voor het deeltje „Mijn ge zondheid beschermen" van dr. Alfreda Briedé. Het wil geen volledige handlei ding zijn voor E.H.B.O. of ziekenverple ging. maar het geeft eenvoudige en praktische aanwijzingen hoe te hande len bij flauwvallen, ontstekingen, griep, maagklachten allemaal van die ziek tegevalletjes die in ieder huisgezin voor komen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1957 | | pagina 15