Blad
Vrouwelijke politieagent
GEBLOEMD
van top tot teen
Met pirouette-kapsel kun
eens variëren
Je
nog
Kunnen wij nog terug?
Dat kan ik ook
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 16 MAART 1957
Het hardste blijft haar niet bespaard
„Dat je nu zo je brood moet verdienen," denk ik, terwijl ik me
zo klein mogelijk maak, om niet door de uitstekende laadbak van
een grote vrachtwagen geraakt te worden. Gezichten, niets dan ge-
I zichten, nieuwsgierige ogen, die me bekijken. Kijken hoe ik me
I op mijn drukke verkeerspost handhaaf, die eerste ochtend. Tram
conducteurs grijnzen onder enerverend afbellen van: „we willen
I verder". Wat ze zeggen tegen de reizigers op het balcon is wel te
raden. Mijn fluitje. Ik zoek het nare ding, dat telkens op een andere
1 plaats aan het koord om mijn nek hangt. Nu voel ik pas goed hoe
stijf ik in mijn schouders ben van het stramme staan op hetzelfde
putje in de weg. Daar, die bakker met zijn kar. die de verhoogde
brug bijna niet haalt tegen de wind in. Opschieten man, anders kan l
ik je niet meer meenemen. Zo, hij is er! Maar voor ik me een
(kwartslag kan draaien om het verkeer over de gracht vrij te geven,
heeft hij me een grote gemberkoek in mijn handen geduwd.^,Alsje-
blieft, juffrouw. En je doet 't zö, hoor!"
ui weten, wie de ouders waren. Een jonge-
r tje wist wel zo ongeveer waar zijn ster-
vende vriendje thuis hoorde. We namen
de schoentjes van het kind. en stapten
r weer in het BVO-wagentje.
„Wie gaat er vragen?" vroeg één van
de mannen. Allemaal keken ze naar
mij. „Dit is het ergste," zei er één.
Maar ik ben blijven zitten, die eerste
keer. Wat, als ik bij de verkeerde zou
yiin? En wat, als ik op het juiste adres
Informatie bij
de buren
grinnikt om mijn
verwarring. Dan
werkt hij zich door
het verkeer, om me
van mijn geschenk
te verlossen. Auto
matisch gaat het
weer verder. Flui
ten. Armen uitstrek
ken. Toe man. er
moeten er meer
door! De man neemt
zijn hoed beleefd af.
die treiterend toch
steeds een stukje
voor de streep pro
beerden te staan, een
kwartier te voren,
en die me beslist
verwenst hebben,
toen ik ze rustig heb
laten wachten.
Als myn mentor
me komt aflossen, en
ik naar de stoep wil
lopen, kan ik plot
seling geen voet
meer verzetten. Van
mijn hoedje tot mijn
schoenen heb ik
geen ander gevoel
meer dan dat van
een absolute verstij
ving. De tocht naar
de kant lijkt einde
loos. Maar er is daar
direct weer iemand,
die de weg wil we
ten, al zal hij zelf
de stad beter ken
nen dan ik, die er
nog maar zo kort
ben.
Naast me hebben
een paar oude
vrouwtjes het over myn uniform. Eén
zegt er- Ik zou geen raad weten als ik
zo tussen' dat gevaarlijke verkeer moest
staan Je kunt toch nooit weten! Dan
vraagt ze me plotseling slim: „Als jullie
nou es effetjes weg moeten?" En de an
der: „Maar jullie moeten toch zeker
niet vechten, hè?" Ik schud van 'nee
want je kunt toch moeilijk op een straat
hoek een boom opzetten over wat je wel
en wat je niet moet doen. Hoewel ik ge
loof, dat het geen kwaad kan. dat ze
niet alleen wéten, maar ook begrijpen,
hoe ontzettend ingrijpend het werk kan
zijn in je persoonlijk leven.
„Ik sla je kop er af
Die keer, dat ik met een mannelij
ke collega, inplaats van te surveille
ren in onze wijk, iets halen moet in
een ander deel van de stad. Een ar
melijke wijk. Plotseling een vroip
die de straat oprent. „Agent, agent
Onze strikte orders zijn: je nooit met
iets bemoeien tenzij men je hulp in
roept. De vrouw is een smalle huis
deur binnen gegaan. Mijn collega laat
mij beleefd voorgaan/ Nog nooit heb
ik die beleefdheid van mannen zo
verwenst! Want van onder uit het
trapgat zie ik een boom van een vent,
bezig de laatste resten van zijn po
ver huisraad aan gruizels te slaan en
te gooien. Ergens achter hem huilt
een kind. Een meisje roept benauwd:
„Pa, hou op! De politie".
„o„Als hij
r niets met hem te
Anders is "hij heus niet zo, me
vrouw." Even vergeet ik mijn onzeker
heid voor wat die man dreigend in zijn
handen houdt. Voor zijn waarschuwing:
,,Als je boven komt sla ik je kop eraf.
Al mijn kennis van judo zal me niet ba
ten in dit nauwe gangetje. De oplossing
moet ergens anders vandaan komen.
Die vrouw, die zelfs nu nog voor haar
man gepleit heeft, die op mij als vrouw,
een beroep gedaan heeft, om begrip voor
de situatie te tonen. Maar alle theorie-
en. die men ons voor dit soort situaties
ingepompt heeft, zijn van betrekkelijk
nut. Want dit maak ik zelf mee!
Ik weet nog niet hoe we die r
beneden gekregen hebben met
lijntje. Maar als hij plotseling
staat, wordt hij stil en zegt wat> gege
neerd: „Nou, kom dan maar mee." Ter
wijl we boven het hele relaas van. ae
burenruzie ze hebben z'n zoontje voor
„dief' uitgemaakt, waarop hij het eer
ste beste kind, dat hij op straat tegen
gekomen is, gemolesteerd heeft te ho
ren krijgen, blijft de vrouw maar vlak
naast me. „Ziet u. u begrijpt het wel,"
zegt ze een paar maal. Of ik zelf twintig
jaar huwelijksleven met een dergelijke
potentaat achter de rug heb!
die ook hun straatje
schoon te vegen. Maar het is nu een
maal een maatschappelijk rommel-
straatje waaruit zij hun hele leven wel
niet meer weg .zullen komen. Zodat zij
alles maar laten komen zoals het komt:
de vechtpartijen, en de poli
tie!
We gingen eerst informeren bij de bu
ren. Ook of de eventuele famijie van
de jongen hartpatiënten telde. Op alles
5 moet je voorbereid zijn. De moeder
i was heel kalm, toen ze bij ons in
de wagen stapte. Ze maakte eich alleen
i zorgen over haar man, die niet sterk
was en al op zijn karwei gewaarschuwd
werd. Onze opdracht is, de familie voor
haar komst in het ziekenhuis op de
hoogte gesteld te hebben van de toe
stand van de patiënt. En wie van al die
nieuwsgierigen, die alleen maar opmer
kingen kunnen maken, weet, hoeveel
hart er onder een uniform moet zitten,
oos deze taak te kunnen volbrengen?
Drie uur heb ik in de wachtkamer van
het ziekenhuis met de ouders doorge-
bracht. Want we moeten erbij blijven
tot het slachtoffer geïdentificeerd is. En
het kind was nog steeds in de operatie-
zaal.
Pas op het moment dat de vader het
niet langer uithield en snikkend met het
hoofd in z'n handen viel, en de vrouw -
doodsbleek op een stoel neerzakte, hield -
ik het ook zelf niet langer meer uit. Ik
liep de gang op. Deur open, Deur dicht.
Tot ik een keukentje vond. Niemand. Ik
nam een glas, vulde het met koud wa-
ter. Het was te vol. Ik morste, terwijl
ik ermee terug liep naar de wachtka-
Dat was alles wat ik doen kon:
een glas water halen.
„Hier, drink eens," zei ik tegen de
vrouw. Ik dacht, dat ze zich vergis-
te. Ze greep mijn pols inplaats van
het glas. Zo bleef ze zitten. De man
keek ernaar, hoe ik haar liet drinken.
„Juffrouw," zei hij, „o, juffrouw,
zèg dan toch, gaat hij dood?" Holle
voetstappen in de gang. Nu zouden ze c
het komen zeggen. Of hij dood was of
nog leefde. Verder zou leven. Een
kind, dat ik niet kende, maar dat in
een paar uur tijd, ook van mij was
proberen I geworden.
in sla en vla
Citroen kan in een ontelbaar
aantal gerechten verwerkt wor
den; neemt u nu alleen maar eens
het feit dat zowel in zoete als
meer pittiige schotels deze
vrucht op zijn plaats is!
Daar heeft u bijvoorbeeld Waldorfsla.
Nodig zyn: 1 pond goudreinetten, 1 sel
derijknol, twee bananen, 50 gr noten,
mayonnaise of dikke slasaus. Plus de ci-
De appelen worden geschild en in klei
ne blokjes gesneden, en meteen komt
het citroensap al te pas: de appelen
moeten daarmee namelijk besprenkeld
worden om bruin worden te voorkomen.
De selderijknol schillen en raspen of ook
in heel kleine stukjes snijden. Bananen
in schijfjes snijden, alle ingrediënten
vermengen en aanmaken met wat mayon
naise. De sla op één-persoons schaaltjes
en garneren met wat mayonnaise en ge
hakte noten.
De meesten kennen de citroenvla wel,
maar voor alia zekerheid laten we hier
toch een recept volgen. U heeft nodig:
sap van twee citroenen, 4 dl. water, 50
gr griesmeel, 100 gr suiker. Het water
moet met een citroenschilletje aan de
kook gebracht worden. De droog door
een geroerde suiker en griesmeel worden
er daarna in gestrooid en men blijft
roeren totdat de griesmeel gaar is. Het
citroensap er aan toevoegen, hèt geheel
iets laten afkoelen, het schilletje er uit
halen en de vla met een goed vertinde
garder opkloppen tot ze mooi luchtig is
geworden.
Een bonnetoftewel muts van witte en zwarte
grosgrain (zelfs de hoedenspelden zijn met dit mate
riaal overtrokken!) heeft Dick Holthaus bezaaid met
lentebloesem. Rose en witte appelbloesem overdekken
de bol van dit hoedje, dat wel speciaal 'voor een heel
mooie en heel zonnige lentedag gemaakt schijnt te
zijn. Maar niet alleen bloemetjes op uw hoofd, óók
aan uw voeten! Van Jac. Bergmans is deze pump in
ivoorwit calf, handbedrukt met een dessin in allerlei
lieve pasteltinten „milles fleurs" geheten.
Blouseclie
slank afkleedl
Papiertje
en elastiekje
Waarom in geen enkele zogenaamde
strooidoos van zeepvlokken en zeeppoe
der een behoorlijk systeem van strooi-
gaten te vinden is, kan geen mens ver
tellen. Wel staan er aan de bovenkant
van zo'n doos van die hoefijzervormige
inkepingen, maar als je die met een
mesje lossnijdt, gaat er meestal een
groter stuk van het karton mee dan de
bedoeling was. Zo'n doos wordt na ge
bruik in het keukenkastje gezet, ze wor
den per ongeluk omgestoten en hup
zeeppoeder over de planken.
Helemaal afdoend is het volgende
middeltje wel niet, maar het helpt toch
wel een beetje. Over het strooigat legt
u een papiertje en dat houdt u met een
elastiekje vast om de doos. Valt zo'n
doos dan om, dan wordt er lang niet
zoveel zeeppoeder gemorst als anders
het geval was.
Het patroon van deze week,
238, is speciaal geschikt voor de 5
wat zwaardere figuren. Het wordt p-
dan ook beschikbaar gesteld voor A
de maten 44. 46 c 48. Aan stof
heeft men nodig ongeveer 2.25
meter a 90 cm breed.
Het model wordt aangesloten ge
dragen en heeft door de ruimte
verwerking bij de schouder toch
nog de nodige speling. Midden voor
en doorlopend langs de hals is een
biais-band gezet. De driekwart 3
mouwen ivorden glad ingezet.
U kunt het patroon bij onze bu-
reaus verkrijgen a f 0,40 per stuk.
Ook kunnen ze per post ivorden
toegezonden. In dat geval dient u
aan de voorzijde van de briefkaart,
waarop u uw bestelling doet0,50
aan postzegels te plakken naast de
gewone frankeerzegels Na 23 maart
kunnen geen bestellingen meer
worden aangenomen.
Attentie! Wij moeten ons houden
aan de uiterste termijn van. een
week besteltijd. Binnen een week
moet u uw bestelling opgeven,
daarna is het onherroepelijk te laat. g
Wilt u daar rekening mee houden?
pirouette" heet het nieuwste
kapsel, waarvan het principe onge
veer hier op neerkomt: het haar
wordt middenvoor vrij strak en glad
achterover gelegd en dan aan weers
zijden naar voren gekruld. Kamme
tjes, of, zoals 11 op de foto onder
ziet, een clip of een ander orna
mentje moeten het haar op zijn
plaats houden.
Er zijn met dit kapsel veel variaties
mogelijk, zoals de andere foto toont.
Het haar bouen de oren kan gWi
naar achteren gelegd worden, terwijl
de punten in een lichte krulling
weer over de oorschelpen vallen. Ook
is het mogelijk het achterhaar links
en rechts naar één middelpunt toe
te borstelen in golven, of het haar
in etages, van boven naar beneden,
in losse slagen te kappen.
Dan ga je vergelijken; de onhebbelij
ke automobilist in z'n slee, die er om
heen draait en liegt als blijkt, dat hij
geen luistervergunning voor de radio
zijn wagen bij zich heeft. En deze m<
„Eerlijk niet gejat"
Zelfs bij het ogenschijnlijk zo onschul
dig werk om kinderen te helpen overste
ken. blijkt, hoe smal het niemandsland
tussen vertrouwen en wantrouwen is. Ik
sta in een volksbuurt en misschien dat
ik daarom direct tegen het groezelige
snotneusje, dat me een rol pepermunt
in m'n handen duwt, zeg: „Hoe kom je
daaraan?" Het kan zijn, dat hij alleen
maar met zijn ogen knippert tegen het
schelle licht, het kan ook een knipoog
van verstandhouding zijn: hij weet wat
ik denk. Ik haat mezelf op dit moment.
.Eerlijk niet gejat," zegt hij trouwhar
tig. „Van me zakgeld." Samen met mijn
collega bekijk ik het geschenk, of dat
het juiste antwoord ook geven kan.
„Eerlijk niet", zegt het joch nog eens.
„Nou, dank je wel hoor." Ik steek het
snoepgoed in mijn tas, want onze zak
ken zijn taboe als bergplaatsen. In zijn
opgewondenheid, dat ik hem zo op zijn
eerlijke gezicht geloofd heb, steekt het
knulletje toch bijna nog te vroeg over.
Dienst is een moeilijk vak!
„Is dit uw kind?"
Ik heb de nieuwe sollicitanten
aar niet wijzer gemaakt, toen ze
enthousiast zeiden: „Het lijkt me
reusachtig om mee te mogen in het
wagentje voor verkeersongevallen."
Mij is het die eerste keer al tè
machtig geweest. We zaten in de
wacht, onze knellende schoenen los.
Ineens de bel door het gebouw. Nooit
meer zal ik, zoals die keer, denken:
Gelukkig, eindelijk iets te doen."
Iet was een klein ongelukje, was
alles wat we wisten Met vier man
rukten we uit. De loeiende sirene,
de snelheid waarmee we reden, eer
ste aanlopen naar een ondragelijke
spanning. De oploop, waarbij we
stilhielden, was zo groot, dat we
ongezien al voorvoelden, dat hier
het ergste gebeurd moest zijn. „Je
moet er één keer doorheen," zei
één van de mannen tegen me. „Het
is ellendig
Ik durfde amper naar mijn vrouwelij
ke collega te kijken, die het ongeluk
gemeld had. Ze was spierwit. Samen
wrongen we ons door de menigte heen.
Een jas. en daaronder het iele lichaam
pje van een bloedend kind. Een dokter,
die zei: „Wachten op de ambulance."
Wachten. Afwachten. Het vreselijkste
van ons beroep misschien op zulke ogen
blikken. Want iedereen verwacht van je
dat je iets doet. Wachten, tot we zouden
go ALS ik de vorige week
al vaag had aangekon- dat piet-
digd, vulde ik ditmaal eens óók dragen.
het onderwerp: plannen, jje» rnr.Pt
vrouwen en de huishou- dat:
ding" met u onder
loupe nemen. Maar
moet mij ineens iets heel
anders ui
niet dadelijk het nieuwste kwamen tot de ontdekking, vruchten van te plukken. Er teraars, die schreven, dat 2
dat de situatie
Marietje het lag. Intussen zijn 1
voorbijgegaan
omgekeerd zijn door radio en pers brok-
jaren ken van een wereld
binnengekomen.
het afgelopen jaar door c
huis radio tot de zekerheid van hi
geloof gekomen
ik
„Moe, mag 'k een ijssie,
ïn lolly?"
„Nou, toe dan maar."
Er zijn honderden grote lijke
de pen. nadat die nog helemaal den op
op de zak van vader en moe-
Zondagsblad va i dfir leven moeten, en die toch
telkens weer, als zij
t zijn met pubers van toen. uitgegroeid kinderen niet thuis horen. Wij behoorden tot geen enkele
de vorige week dat artikel
las over: „Dertig jaar lang
in de ether zonder jazz en
bonte uvonden."
Dat gaf mij een schok.
adolescenten, die
len van hun leeftijdsgenoten
dol zijn op jazz. op lichte vro-
iek, op bonte avon-
floddertijdschriften, telijke omroep
op kleren op spel en sport.
Slecht?? Nee. Zeker h
laatste niet. De sport
hebben hen daardoor z
zoekingen blootgesteld, die zij
nog niet weerstaan kunnen.
En daar lees ik van de Chris-
kerk, maar hadden de weg
de kerk gevonden. Daar
de dokter onder, die niets
de kerk en het christen-
Amerikadom wilde weten
i hebben, croquetten, ge- spel) hebben dikwijls
Of beier gezegd:
geestelijke opdoffer,
welverdiend. Ik
hoorde duizend
bakjes en zakken vol patattes-
frites uit de automaten halen.
Alsof ze thuis nooit genoeg te
harde eten krijgen.
En
zag
Maar.. snoepen hoort
bij, het komt hen toe!
mag wel eens wat hebben, als
ie je op school te
problenen. waarmee anders M„, „h,
van grote kinderen wor
stelen en levensgroot stond
daar plotseling tegenover:
onze schuld, schuld van de
ouders, de kerk, de school,
van heel onze Christelijke
samenleving in Nederland.
heilzame uitwerking.
tóchNaar de
het Zendingsblad
jeugdblad zullen z
er pen. (Ik heb het hier
je plm. 20-jarigen!).
Naar mij van zeer vele
.Dertig jaar is dit station al
het in de ether en in al die tijd terug
het heeft er geen jazzplaat op de levens wat het materiële be-
een gramofoon gelegen en het sta- treft, terug naar de rijkdom-
En tipn is erin geslaagd, het ge- men Gods, die Hij in Zijn
kerkbode, hoor te blijven boeien zonder Woord voor ons ons uitstalt
of eigen bonte dinsdagavondtrein, en die Christus voor ons ver-
nooit grij- showboat of steravond, zon
der amusementsmuziek."
Leest u zelf dit stukje nog
wierf. Ook met onze grote
kinderen praten we toch nog
sappel ders bekend is, vragen zij Zondagsblad van de vorige
het Here Jezus? Of zijn
bang
werkt! En Moe echoot: „Ach zich af: „Hoe kómt dit nu week nog hebt. U zult wel- toc^ uit
un dat kind z'n snoepie!" toch? Hoe wekken wij toch licht, evenals ik, met
1 nu keren wij weer even ^un échte belangstelling voor keltje heilige
Amerika terug. Wi) heb- dingen- Hoe komt het dat naa
dikwijls gedacht, dat de ve*? van onze* jongens en aan
- - - - meisjes hun levenspartners aan
hun fel: „Ach, schei
Wij kunnen het zo triest
hebben over de vervlakkende lang
invloed van onze tijd. maar
we hebben die vervlakking
zeer concreet in alle mogelij
ke vormen in huis gehaald.
Rock en Roll la'
1 dansen waarbij leentje-
bij negers
Christenen het ginds met al
les niet zo nauw zouden ne
men als wij hier, hier in
Christelijk Nederland! Ja.
op! Het is immers al
fictie geworden om
nog van Nederland als van
een Christelijke natie te ge
wagen? Onze broeders en zus
ters in Amerika hebben de
muziek geestelijke gevaren, die van
daag aan de dag onze kinde
ren bedreigen, beter onder
kend dan wij. Toen zes jaar
geleden onze vrienden uit Ca- uit een brief
lifornië hier met vakantie lezers. Ja, weet
hebben wij dit tot on- moeten
Overpeinzingen van Margaritha
dat gepreek!?"
Dekken onze daden onze
jaloersheid woorden dan wel? Hoe sub
mede-Christenen tiel ligt alles hier! Het luis
de Oce- tert zo nauw met ons gewone
leven van iedere dag. Open
ogen, een opmerkzaam hart
en brandentle lampen, want
Hij komt!
MARGARITHA.
Mhr. v. d. L. U ziet toch ook
ir. de experimentelen een kramp
achtig zoeken van een Jeugd, die
buur gespeeld
en kreolen en uit de
kroegen van Zuid-Amerika,
tijdschriften met een maxi
mum aan illustratie en een
minimum aan tekst en
voorts: het ontbreekt onze
kinderen aan niets. Hoe Chr. reformed church
vreemd het moge klinken: pon veel en veel me
Zij hebben het te goed. Is het kerk in het centrum
Deze vragen zijn geciteerd stempelen. Er is ook goede
in onzer jazz-muziek. Maar waar
één ding ligt de grens? De Christen-
schaamte al ontdekt. Wij den, iedere c
merkten dat zij daar
de
zéker doen. Bid- Amerikanen hebben in dit op-
dag en telkens zicht geen risico genomen en ltIcvr
deze bezorgdheid zeiden: „Dan helemaal geen hoop te' la"
4 1 God vertel- jazz." Ga niet totJ-
appelen op zilvï
seldhouwde schalet
de len. Hem vasthouden bij Zijn uiterste grens. Je bent
wonder, dat deze kinderen leven e
1 dat v
dikwijls weinig interesse
de kerk aan de dag leggen
Ze voelen immers niet aai
den lijve. God nodig
ben? Wij behoeven
natuurlijk niet
deren hadden staan, dan wij
hun beloften. Als één
hun kin- kinderen op een verkeerde
fuifje gaat,
■kte. Geef a
allemaal nog t
te heb- lang, ook in positief Christe- Zie naar het prachtige
hierom lijke gezinnen, getolereerd beeld van Job. En dan óók:
oorlog, werden. De jeugd is daar op de tucht hanteren. Tucht, ge
goede klassieke muziek, zang sc
en hoorspelen, die meestal de in
levensgeschiedenis van beken
de Christenen behelzen. De
Mhr. P. v. d. V. Op
honger en allerlei ellende te verantwoordelijke posten in dragen dor de liefde. Weest
verlangen, dat
óók, maardat er beste
dingsbeperking moet komen
zondig zijn het kerkelijk leven ingescha
keld. De kinderen leren daar door te verliezen.
1 vroeg in het openbaar deel. Produkten
kinderen daar-
Integen-
erg niet. Er valt op bo- spreken, vóórgaan in gebed pe opvoeding kunnen
1 de W.M.B.I. mg. nét aller!
Wij hebben onze projrem- c
ma s nooit afgestemd op de d6ór 0p uw stc
smaak van het publiek... wij rukt bijbeltekst,
bereiken niet de grote mas
terhambelegging
Om kort te gaan: wij, grootste misdadigers worden. Maar tóch en hi<
Wij hebben de laatste jaren Gods glimlach over
r al tevéél toegestaan. En daar tóch kwamen
r de kinderen óók.'Zij hoe- kige Christenen te vinden, beginnen we nu de wrange week acht brieven
rband. dat er
ir zien we le krant nodig
ZUlke taal ^aar^vrnRI
vrolijk verder. Ik begin e
lllllltllllllllllllllllllllllll
Dat zijn handige boekjes, die de N.V.
technische uitgeverij H. Stam het licht
heeft doen zien onder de titel „Dat kan
ik ook". Ze zijn niet groot en prettig
hanteerbaar, geïllustreerd met pakken
de plaatjes en geschreven door deskun
digen op velerlei gebied.
De heer J. van der Waart heeft de
beide eerste deeltjes voor zijn rekening
genomen. Hij schrijft over „Behangen
er. witten" en „Mijn woning stofferen"
allebei belangrijke geschriften voor
de moedigen, die aan „zelfwerkzaam
heid" doen. Trouwens, deze handleidin
gen zijn bedoeld voor, zoals op het ti
telblad staat „de man of de vrouw
die het zelf wil doen".
Het repareren van elektrische huishou
delijke apparaten is geschreven door
J. M. Cieraad en voorzien van veel fo
to's van onderdelen. Heel praktisch is
he „Vlekken uithalen" dat dr. M. Ver-
beek-Inckel en Guus Inckel voor hun re
kening namen.
In de serie die ons werd toegezonden
komt ook voor het deeltje „Mijn ge
zondheid beschermen" van dr. Alfreda
Briedé. Het wil geen volledige handlei
ding zijn voor E.H.B.O. of ziekenverple
ging. maar het geeft eenvoudige en
praktische aanwijzingen hoe te hande
len bij flauwvallen, ontstekingen, griep,
maagklachten allemaal van die ziek
tegevalletjes die in ieder huisgezin voor
komen.