y Verheugende her-ontmoeting met '^ack Cultureel venster VESTDIJK en HOYACK BeethovenRichard Strauss en Bach ZONDAGSBLAD ZATERDAG 2 MAART 1957 c£^ <dBekoort uw kind bij de In ons land zijn 11.455 ontspannings- en ont- wïkkelingsbïbliotheken met bijna 16 miljoen boeken, waarvan 26% uit jeugdboeken bestaat. Als ik de vraag „Behoort uw kind bij de boekenliefhebbers?" zo stel, weet ik eigen lijk van te voren reeds, dat veel ouders hem bevestigend zullen beantwoorden. Dit komt velen misschien wel te optimistisch voor. On derzoekingen en omgang met kinderen hebben echter wel duidelijk gemaakt, dat het Neder landse kind in het algemeen nog tot de boe kenliefhebbers gerekend kan worden. Ondanks de toegenomen mogelijkheden voor ontspan ning in hun vrije tijd, ondanks de grote vlucht van radio en televisie, die beiden niet over belangstelling van de jeugd te klagen héb ben, zullen onze jongens en meisjes het lezen van boeken er niet gauw aan geven. Dat de uitgever Cal- lenbach te Nijkerk ons weer eens een boek ge bracht heeft van .Jan H. Eekhout is een goede daad geweest, want hij was toch een te belangrijke auteur om in het vergeetboek te geraken. Tussen de. tijd waarin War den een koning" ontstond en de verschijning van dit boek „D e ondergang van de Waerdijcke' liggen vele jaren en schaduwen, die ons met meer dan gewone belangstelling naar dit boek deden grijpen. Wat is er in die jaren uit deze mens gegroeid, heeft zijn leven zich verdiept, hebben vele ervaringen hem een rijkere scheppingskans gegeven? Wel, zo op het eerste gezicht AFBRAAK was deze boerenroman, naar het beproefde recept, nu niet bepaald Eekhout begaat niet de fout het een grote verrassing. Het is ook gebruikelijke thema te verwerken, hier weer de stugge, harde boer. want het gaat uiterlijk met de hoe die een ieder op de hoeve op zich- Ve geweldig. De velden staan er zelf terugdrijft als een eiland in prachtig bij, de rijkdom neemt toe. een zee van eenzaamheid. Dan is zijn genie weet er uit te ha- de hemel als het weerlicht er de slappere, dromerige zoon. ien wat er in zit. Een ieder %vijst flitst. Hij is niet bang. Hij die de boer niet verdraagt en die met ontzag naar het „koninkrijk zelfs zijn zoon durft te verstoten. Waerdijcke" en toch is er ergens Voorts is er ook weer de dochter de afbraak, de afbraak Tijdens een nachtelijk onweer gaat Hector Waerdijcke naar bui ten. Hij staat hoog en zwart tegen die zwanger raakt van de de en de gang op de hoeve op een wonderlijke manier weet te ver storen. Ook is er de boerin die verbijsterd raakt in haar een zaamheid en schuw onder de hard heid van haar man, die geen lief de kent, Ten slotte de dood van de harde boer, die sterft zoals hij heeft geleefd, onaandoenlijk en trots. Het gebruikelijke slot van een dergelijke boerenroman. ,Hier ben ik God!" Een paar regels willen v toch overschrijven omdat 5 sterken, die straks in Gods hand moeten vallen met de erkenning bijzondere indruk geven van Zijn macht. Groots wordt Eek- houts werk: houts boek in het eind, waarin hij de boer in zijn bijbel de kantteke ning laat maken „Kain Ik". zweeg. Een plotselinge regen bruiste neer. Hector Waer dijcke stond onbeweeglijk. Toen bliksemde God de Hemel sneeuwwit open." Ten slotte laat de schrijver Bar bara haar vader vinden met een gelaat waar al het harde uit is verdwenen en waar verwondering op staat te. lezen en zij komt tot GEESTELIJKE ONDERGANG KWEEKSCHOOL het kind genoemd het kinder boek nog eens extra in het cen trum van de belangstelling toch In ons land zijn gelukkig veel zich wagen aan het bibliotheken, die voor leder toe- schrijven van een gankelijk zijn. AI is het dan niet kinderboek. En zo, dat wij wat dit betreft aan de met schrijvers be- top staan van de Westeuropese doel ik hier de „echte" lite- landen met onze 11.455 ontspan- ratoren. Enkele tientallen jaren nlngs- en ontwikkelingsbibliothe- geleden waren het hoofdzakelijk ken (in 1953) kunnen we voorlo- onderwijsmensen, die zich zetten pig toch wel tevreden zijn. Van de tot het schrijven van boeken voor bijna 16 miljoen boeken, die In de jeugd. Zonder aan hun presta- deze bibliotheken aanwezig wa- ties afbreuk te willen doen, kun- ren, bestond ruim een vierde deel nen we toch zeggen, dat ze met (26 pet.) uit jeugdboeken. Het 0 - begrijpelijk, dat achter een der- zeker niet altijd een goede dienst lectuur en de problemen, die daar- enthousiast over het feit dat ons mens, die meent dat hij met zijn „5Ï h.o* p.rcëM.ae ë.n hebben bewezen mee eemenhenpen. als onderdeel ^"de^Sren schare lezertjes en lezeresjes Het lag namelijk voor de hand, °P hun leerprogramma hebben ge- waren bljj Dat bleek b.v. uit wat randba.^ staat. Al moeten we natuurlijk dat deze schrijvende schoolmees- XT„T„ een boekhandelaar mij vertelde: wen, moet in God. die de gang der niet vergeten, "dat het kinderboek ters hun verhalen een te veel Ja. inderdaad. Eekhout alles weinig origineel, ma is de uitwerking van dit vrij con ventionele concept onder zijn han- Dat de officiële belangstelling Plaatsen. Hij kon zelf daarover deb lot een belangwekkend boek voor het kinderboek zich aan het mles"eld gebfeken wis' Seworden. dat aandacht verdient, uitbreiden is. blijkt onder meer uit dat het geen overbodige, luxe is: De ondergang van de Waerdijcke, het feit, dat de kweekscholen, waar M in veel gezinnen (crijgt het is geen materiële maar geestelij- onze toekomstige onderwijzers en kinderboek ternauwernood de ke ondergang. en onderwijzeressen worden opge- plaats, die het toekomt". Boer Hector is een fascinerende hun schrijverij de jeugdlectuur leid. de bestudering van jeugd- De hele Nederlandse pers was figuur geworden, hij de sterke „Hij opende de mond, maar de woorden kwamen niet van dfe °machUge" onchïsie Vof"'^ het h""~ de schrijver?): „Eens effent God zijn lippen, doch i nenste. Nochtans waren zij alles, midden in het leven of in de klanken voor hem, hij hoorde laatste seconde. Want de liefde is als klanken: ik heb mijn het onmetelijke zoon uitgeban en en ik wil T1E51 zulks als een misdaad beken nen voor Uw aang icht, maar fel ben ik Kain, God, dat w<^den' dan de wijsheid". onzegbaar wijzer de straf aan. Doch niet knie- structies zijn evenals zijn woord- Zend kan ik mij hier tot U J™eiend;^jZij getuigen - wenden evenmin als de aan "cf andere Kain hc vermocht. Be wijs mij de genade God, die Gij hem beweest. Ik ben een mens Gij zijt God. Ik sta hier als verwonnene en Gij de diepste ziet mij. Ik weerstond U, doch Srepen^ en zal hij haatte U niet. Doe Uw wil r,TT> aan mij. Hector Waerdijcke onbetwistbaar vakmanschap. Maar als Barbara's »concluiie in het eind van zijn boek, ook die van de schrijver is, nl. dat Gods liefde de boodschap van Christus was en blijft aan de wereld, dan heeft hij bestaan be- s nog veel rijp werk kunnen geven. HERM. STEGGERDA ook nog wel aftrek vindt bij vol wassenen. De jeugd leest gemid deld meer boeken dan de volwassenen. Bovendien wordt het jeugdboek het meest uitgeleend van alle soorten boeken. De statis tiek van het bibliotheek wezen 1953 helpt ons hiervoor aan de cijfers. De uitleenfrequentie (d-i. het aantal uitleningen per jaar, gedeeld door het boekenbezit in datzelfde jaar) was voor alle boeken 3,8. Voor de jeugdboeken 4,9 tevens >t hoogst van alle. De achool- .bliotheken spanden de kroon iet een uitleenfrequentie van 6.1. Deze grote vraag naar het jeugd- oek waarborgt reeds financiële jaten. Zowel voor de bibliotheken Men zal vragen: „Nu pas? In- kreeg die week verschillende derdaad, als we komen tot een kinderen in zijn zaak, die met hun regen t weinig korte overdenking van het onder- spaarpot bij zich, kwamen „om te en het stormgetij zendt, i vT=»n u/o j boek-- zijn grote rivaal r:" De kinderboekenmarkten, door Juist in die gang der seizoenen Grootse studie van Erich Schwebsch de in kweekschoolkringen één onzer grote warenhuizen ge- ontmoet hij Hem niet eerder op de gedachte organiseerd, trekken steeds een drift om Hem te weerstaan. Af- overweldigende belangstelling van hankelijkheid is hem ten haar eigen lë vreemd, in spreken. gekomen is, dat het i ireld van uitermate groot be lang moet zijn, dat hij ingewjjd in de van de lectuur t leerlingen. Laten echter verheugen het feit, dat in deze leemte BETER LEZEN.... Maar hij moet toegeven, dat hij machteloos staat tegenover een zoon, die er niets voor voelt zijn en zijn «DIE KUNST DER FUGE» Bach's meegaven. Bij alle literatuur ech ter stellen we voorop, dat de schrijver een kunstenaar blijkt te zijn. En als artisticiteit vereist is. althans Een kinderschrijver zij stenaar, die 'de woorden hart kan schrijven tussen dc re- hls voor de boekhandel. En dit zal gels van bet boek, dat hij schrijft er dan ook niet vreemd aan zijn, voor de kinderen. En zodra de le- dat het jeugdboek zich een be- zertjes ook kunnen lezen tussen voerd langrijke plaats aan het veroveren boek*'dat "juis" voor hen ge- is in kringen van de boekhandel, schreven is. Dan is het een taal maar ook in die van de letterkun- geworden van hart tot hart. waar uit volgt dat de kinderschrijver een persoonlijkheid moet zijn, die berekend is voor zijn taak. „Het lijkt wel, alsof de liefde tot het boek een elk is aangeboren", althfens schreef prof. Waterink eens. Het Jragen. oorzien. probleem, waarmee de jeugdlee- zic'bten' tuur ons dan ook bezig houdt is njet kloppen. KINDERBOEKENWEEK niet het zoeken naar wegen om het kind belangstelling te geven voor boeken. Niet het meer lezen, Tegenwoordig zijn we dan ook in de gelëgenhëid ëlk jaar een van boeken week mee te maken, waarin het door kinderen, daar gaat het kinderboek eens extra op de kan zijn trots bewaren als de van zijn molen zijn kleinzoon doodt ook musici - hij ^Mawijfend^ingen dan de J ïaar ergens is er toch dat is een vermoeden, dat jzijn^in- merk sitie, een systeem laatste werk „Die zal velen verder bren- chting: „Ach, abstract geworden theore- t hier echter tegenover staat. i die God UIT DE TIJDSCHRIFTEN De kin- Om dat te verwezenlijken moe- boekenweek. Nadat we al 25 jaar lang de gewone boekenweek jaarlijks hadden „gevierd", werd in het najaar van 1955 voor het eerst de kinderboekenweek inge- digen. KINDERSCHRIJVER plaats moeten den betrokken in de lectuur van hun kinderen. Maar om het kind te helpen bij het zoeken naar boeken, die voor hem geschikt zijn en die hij ook graag leest, Bij die gelegenheid vroeg de is kennis en liefde nodig; voor het bekende kinderschrijver Leonard boek en voor het kmd. Roggeveen zich af, of het dan (wordt vervolgd) wel zo nodig was in deze twintig ste eeuw dikwijls de eeuw van aan de oppervlakte klinkende muziek." De ver- Bach's werk. Schwebsch' wijsge- auditing i, bëgrijpdi* omdat m/n puur theoretisch bij de meesten de schoonheids- zeker niet kritiekloos moeten le- viiskundige compo- belening alleen maar via het Overigens het beste werk dat w, ooit over een compositie van Bach het ge- hart gaat en met ook via het en ook over j)ie Kunst der verstand. Hart en verstand Fuge" is verschenen. Ingenaaid moeten echter een gelijk aan deel hebben. En wie dan zo eens naar Bach's ,JHe Kunst der Fuge" gaal luisteren, zal er meer van genieten, zal er meer in horen dun alleen maar muzikale wiskunde. kost het boek DM 14. CORN. BASOSKI F. A. DE LEEUW. De beide jongste „Maatstaf" (maandblad teren, uitg. Daamen N.V., Den Dat deze verzen icei Haag) bevatten enkele interessan- elkaar samenhangen, te bijdragen. Gerrit Achterberg duidelijk; geeft een voorproefje jjjjjf Hoe zal men echter op deze wij- kunnen luisteren zonder voor af volledig over het werk te zijn schrijvers gaan -&• -8- spoedig te verschijnen gedichten cyclus „Spel van de Wilde Jacht". v met zal echter de ge hele cyclus moeten kennen om deae in P.r.nUtiJl neergeschreven een ueslua u die niettemin de geboren di<_ opbrenge„f da„ bloclt i Die ingelicht, zonder het verstand de mogelijkheid te hebben gegeven zich te doen gelden? Inderdaad, het werkelijk ondergaan van dit grootse muzikale bouwwerk van Bach eist een voorbereiding, eist bestudering. Kunt U die stu- JUDWIG VAN BEETHOVEN heeft in totaal vijf Sonates voor cello en piano geschreven. Alhoewel hij zelf geen cello DE DAG GAAT OPEN ALS EEN GOUDEN ROOS Herman Gorters leven was een leven voor de poëzie: «Met al mijn bloed heb ik voor u geleefd, O. poëzie...." en toen het in- div.dualume der Tac|ttigcrs hem ,de wtl en p„„0 geen inspiratie meer schonk, neen Beethoven toch een roorl.efde voor dit instrument. In zijn tesgetahi levensovertuiging EersT was dat jonge jaren, toen hij tu-ee Cello-sonate, schreej onder Opus 5 het wijsgerig stelsel van Spinoza, was het wellicht de romantische zang van de cello die zo blij met'paulTne later het socialisme, dat voor hem ]c0n maken en zo kon doen wegdromen. Tien jaren later vond hij de plaats innam, die het Christelijk waarschijnlijk in de grote cellotoon iets van het monumentale. geloof voor de christelijke kunste- van ^et heroïsche, neergelegd in zijn grote Cello-sonate Opus 69. naar inneemt. Zo kan men zijn so- zg naar einde van zijn leven kwam er de ontdekking van cialistlsche verzen in menig wijsheid en de bezadigdheid van de cellotoon met de twee ffike pie beïhoüwem ÉÏn"£ Sovatl Opus 102. geschreven in HIS. pisch symptoom daarvoor is bij voorbeeld de waarde die de va3k iaatste twee Cello-sonates voorkomende kleur goud tn ae ontstonden in de tijd van zjjn vroeg-christelijke kunst het he vrjendschap met Gravin Erdödy. melse symboliserend in zijn Vrouwen hebben in het leven van aardse toekomstverwachting in- Beethoven altijd een bepaalde rol neemt. gespeeld, al moeten we in dit op- Uit Gorters rijke oeuvre heefc zicht beslist niet overdrijven. Zijn Stuiveling nu een aantrekkelijke Goetheliederen ontstonden bij de bloemlezing samengesteld, die ontwakende liefde voor de vrolijke evenwel minder representatief Therese Malfatti, met de zgn. voor 's dichters ontwikkelingsgang Mondscheinsonate bevrijdde Beet- is dan nodig en wenselijk was. hoven zich van de liefde tot zijn Immers, waar ook frappant slech- knappe leerlinge Giulietta Giucci- te verzen als „Vreselijk is het ardii dje de roem van de „Unster- lot der mensen", uit het nagela- blichen Geliebten" nog heden ten ten werk. zijn opgenomen en dus dage moet delen met gravin The- aesthetische criteria niet de door- rese Brunswick, aan wie de tede- slag hebben gegeven, had toch ze- re pjanosonate Opus 78 is opge- ker een voorbeeld van de Spinozis- dragen. De Cello-sonates Op. 102 tische poëzie niet mogen ontbre- betekenen een hulde voor gravin Erdödy. die lieb^ krankliche, VIA NAALD p: EN PLAAT en bijzonder begaafde dichter raden, naar waarde te kunnen be oordelen. Met grote belangstelling men een opstel van Vestdijk Beethoven, eveneens de aankpndi- ging van een te verschi. (dat acht essays, van de hand vcclzijdigste essayist, componisten zal bevatten). Vest- Muse und zonderlijk goed. Een opname die dijk ziet Beethoven als „de ridder nam) niet Pauline bewacht umhegt ihn mit dem Stacheldraht een hulde betekent der Liebe, der ungebetenen Gas- Strauss, ten werlt". En Strauss zelf noem de haar eens zijn „wahrhafte Geis- rpOT SLOT wil ik nog wijzen op De vioolsolo in zijn J een nieuwe uitgave van drie Heldenleben" is een muzika- Brandenburgse Concerten van le typering van zijn vrouw. Samen Bach. nl. de nummers 2, 4 en 5, -- - on Franz gespeeld door het Stuttgarter Kam- bijzonder merorchester o.l.v. Karl Münchin- Kunst der Fuge" in al haar rijk dom voor U open. Dan zijn die vier enkelvoudige fuga's, die drie leest contra-fuga's, die vier fuga's met neer dan één thema, die vier ca- .Ionische fuga's, die twee spiegel- ujnen boek fuga's en die grote tripelfuga (waarvan het 3e thema b.a.c.h. is en tijdens de uitwerking waarvan de dood Bach de pen uit de hand nam) niet meer alleen maar een kunstig inlegspel, maar dan ver schijnt „Die Kunst der Fuge" als een groots en ontroerend mozaïek van de blinde Bach, die dit niet ll°g nnrri pr- geheel voltooide werk nog slechts allerlei interessante P nn 7ün sterfbed kan laten voleen kingen en uitweidingen, Richard van de onbehouwen figuur". Hij bekijkt de grote Ludwlg uit het gezichtspunt van diens ver houding tot „dc Idee" en komt 3 overigens een nieuw send licht op de meester te werpen. Twee goede boeken Dingena, je vader! door He- leen van Gelder (Uitg. J. H. Kok, Kampen. Gaarne hebben we onlangs He- 19e dicteerde kc^al „Vor deinen leen van Gelders debuut „Dinge- i stijl- Dit klein bezwaar maakt mijn bewondering voor de gemaakte keus nauwelijks minder. Stuiveling' heeft het allerbeste van Gorter doorgegeven, en dat is vaak heitere, mütterliche Freundin, die zuzuhören verstand wie keine te". Tot groot verdriet va hoven was gravin Erdödy met haar echtgenoot vertrokken Beet- i 1815 Kroatië kan deze Cel lo-sonates (de cellist Linke vroeger veelal te de familie Erdödy) als een laatst weinig waardering vonden, men de individualistische voor mij misschien een reac tionaire inslag nog stee.ds het 6choonste deel: Gebenedijde Meisje gebenedijde van 't licht, van 't ope wijde wijde. Hoe zoet de lichtwolken zich aan u spreiden, Sonate Op. hoe stil de lichte, uw ogen in uit, glijden, parelt uw keel in, uit, het vaarwel en een laatste hulde hulde aan Anna Maria Erdödy zien. Zij tonen ons Beethoven in zijn volle rijpheid, gelijkstaand met zijn laatste Pianosonates. De ze beide Sonates voor cello en pia no. resp. in C-dur en in D-dur. zijn als wijze woorden van een gerijpt kunstenaar. Ze zijn virtuoos, maar niet alleen maar naar het virtuoze toegeschreven, zoals bv. de grote symfonie geworden, tot de lijk niet veel mee „Sinfonia Domestica" (huiselijke te worden gezegd: symfonie) Op. 53, gecomponeerd kamerorkest onder vaste in 1903. volle leiding. Hierin wordt in klanken het hui- Decca bracht deze plaat uit met selijke leven en het geluk, dat juist de drie Concerten (30 cm. lang- door kleine conflictjes zoveel te speelplaat LXT 5199). Deze Con- sterker accent krijgt, muzikaal ge- certen, die Bach schreef voor Lud- schilderd. Vader, moeder en zoon wig. Markgraf von Brandenburg, krijgen eigen thema's. De vader behoren tot de rijkste composi- Geen onsympathieke trek, heeft een bedaard, dromerig en ties van de Thomascantor, P—- vurig thema, de moeder een le- zond de Markgraf in 1721 met vendig en vrolijk, de zoon een rus- in het Frans gestelde opdracht, tig. In het 2e deel maakt men ken- Zij heten oorspronkelijk: „Six con- met de oudervreugd, de kin- certs a vee plusieurs instruments" Thorn tret' ic„ hiermit". Schweit zer noemde dit werk Treffend is de opmerking in ver- ernste Welt, ven der man nichtlos- behoeft band met Boethovens eigenaardig- kommtEn is het niet opvaUend veel volmaakt heidj moeiIijk „afscheid te kunnen dat de omkering van het grondthe- Heieen cttii. nem'en" in zijn composities: eigenschap „Een je dochter" geprezen. Het x stille origineel, gezellig en boeiend. Het al aangekondigde vervolg heeft die goede eigenschappen, an Gelder kan vertellen, kan goed figuren tekenen. We haast gelijk is met het Lu- P onopgevoede men- therkoraal „Aus tiefer Not schrei' zijn alleen wat bang dat dat zij geen afscheid kun- ich zu dir". nen nemen. Zij blijven aan de De meest grondige deur praten, bij het hek omkijken geniale inleiding is n en wuiven, en zijn eigenlijk dood- verschenen van de hand ongelukkig dat zij wegmoeten. dit derspelen, het wiegenlied als de Deze titel duidt op het doorzichti- figuur de Thomascantor. Bacn bij Beethoven kan het wel eens i HH hinderlijk worden Annie Salomons zet haar inder daad charmante „Herinneringen uit den ouden Tijd" voort met de treft onovertrefbaar. De schrijver tweede boek wat op hol is gesla- de meest gen: het verhaal is hier en daar in 2e druk gezocht en onwaarschijnlijk. Maar van Erich da< daargelaten is het een goed Schwebsch in zijn boek „Johann ontspanmngsboek over het wees- Sebastian Bach und die Kunst der me>sje dat eindelijk haar vader hervindt, een erfenis op het nip pertje behoudt en in aanraking p.,-.. kop?' me' valse cn ware vroom- muzikale deel be- heid. Fuge" (Uitg. Barenreiter-Verlag, Kassei). Een inleiding va minder dan 377 pagina's, CORN. BASOSKI Richard Strauss, wiens gezinstekening in de Sinfoni Domestica, door de Deutsch Grammophon Gesellschafl is opg nomen. Een der laatste foto's vn leefd musiceren van twee jongt mensen geworden. Een plaat iedereen blij ook al door witbladig i Telefunken heeft beide Sonates in een prachtige uitvoering op de de goede opnamekwaliteiten, plaat gebracht en wel door de jon ge Franse kunstenaars, de cellist Guy Fallot en zijn zuster de pia niste Monique Fallot. (25 cm. lang- aeve"tsauae speelplaat PLB 6161). Het is of alhlnedi dé" beiden net als Beethoven in deze gebenedijde. zuivere lyriek een hartsgeheim Gorters fluisteren klinkt verder v-.llen uitzingen. Guy ballot la.' 7.nn cello zingen, mud en scnoon. door dan zijn juichen. luchtgetijde, 't ope wijde wijde. OPEELDEN. zoals 7 schreef, in het leven va Richard Strauss boven grote roi Beethoven, bi, het eigenlijk zijn cello zingen, mild soms glimlachend, soms mei ecu M. BEINEMA. tragische ondertoon. En Monique Fallot heeft die verrukkelijke pa ter: „De dag gaat reling in het pianospel, die zo no ouden roos". Een djg ;s om in het samenspel me' n dPOëZ'ra ^nt de baritonaal-geklcurde cello he Rert^BakAcer/ evenwicht te bewaren. Het is zeld- schoon en volkomen door dan nog zijn eigen echtgenote, Pauline de zinsschildering Ahna, de dochter van een Beierse r' generaal, die hij in de zomer 1887 n München leerde kennen. Zij wa zangeres en heeft in Bayreuth dt ülisabeth in Wagner's „Tannhau N.V./Den Haag. gezongen. Zij heeft heel veel vo Ttrauss betekend. Na aan Strauss' huis in schreef Marschalk o.i ir Richarr droom en de zorg als de klok 's men gehandhaafd. Het zijn spran- morgens 7 uur slaat. En ten slotte kelende vertolkingen geworden, in het 4e deel het ontwaken en de waarbij een speciaal woord van lof vrolijke strijd. Een echt huiselijke voor de trompettist in het 2e Con- tekening in klanken, waarbij dan eert. Opnametechnisch nog allerlei grapjes komen als die Concert wat zwak. van gedempte F-trompetten. die de tantes verbeelden ((ze schijnen uit te roepen: „Precies zijn va der") of die van de bazuinen, die de ooms voorstellen (en natuurlijk verzekeren: „Net z'n moeder"). Een boosaardige criticus schreef bij de eerste uitvoering van deze huishoud-symfonie: „Drie perso nen treden er in op: de man, de vrouw en het kind; Eén is er ech ter vergeten: de huisbaas, die be slist gekomen zou zijn en bij zulk spektakel het huurcontract had op gezegd". Wat kunnen critici toch hard zijn Romain Rolland deed anders. Hij schreef Strauss dat hij bij de gedachte aan dit huiselijke programma echt niet zoveel waar dering voor het werk kon opbren gen, maar toen hij het werk 's avonds alleen maar als muziekstuk hoorde, dus zonder verhaaltje, on derging hij dc Sinfonia Domestica als een der beste symfonische wer ken van Strauss. En bij Romain Rolland wil ik me graag aanslui- De Deutsche Grammophon Ge •ellschaft bracht deze muzikale ge nsschildering in een voortreffe ijke uitvoering door de Sachsische Staatskapelle Dresden o.l.v. Franz Konwitschny uit op de grammo foonplaat (30 cm. langspeelplaat LPM 18331). Dirigent Konwitschnj heeft het werk tot in de kleinste letails uitgewerkt zonder de span- ïing ook maar één ogenblik te erliezen. Geniaal spel door de Dresdener musici, technisch uit- Reinier van Genderen heeft zjch een enorm inzicht t met het Nederlandse con: worven in Bach's kunst en deelt Antwerpen in 1912. Zij daar overvloedig Het rustpunt, door Nelly van Dijk—Has (Kok, Kampen 196' blz.). doet er goed aan o.a. nog eens iezers. wie de moeite neemt deze Is. Querido te herinneren, die grootse studie door te werken zal - jjjj^feju Bach.s Die Kunst der Fuge" veel intenser ondergaan. Ten aanzien van de geestelijke Bach's laatste dan zonder be- indertijd de „gi literatuur" heette, maar die na het 5e zijn dood volkomen vergeten schijnt te zijn. Aleida Schot ver- ren aanz telt de lezers het een en ander benadering over de Russische auteur Wsewo- werk kan lod Garsjin (1855-1888). Hans Ba- zwaar van rendregt stond drie goede sonnet- Erich Schwebsch. De schrijver baard'' - - We gebruiken een cliché, maar een bruikbaar cliché, als we ver klaren dat de boeken van Nelly van DijkHas in een behoefte voorzien. Tallozen lezen graag der- laatste gelijke verantwoorde chistelijke lectuur. „Het rustpunt" zijn ge- witje" Lucebert verraadt dicht „Aan Lcsbia" tendenzen, die trouwens in het al gemeen al uit de vormloosheid van de experimentele gedichten is af te leiden. Het vers eindigt met de regels: O ik moet er niet aan denken hoe in den vreemde een van heimwee bezetene mij toe fluistert: „Alle vlinders van dit voorjaar slapen op Lesbos"'. De polemiek tussen Paul Rodenko en Mr. Evert Straat kan men rustig ongelezen laten: Rodenko bederft het spel doordat hij het te veel, en doordat hij ook zichzelf te zeer au sérieux neemt. Voor een opstel als van Louis iloyack: ,,A. Roland Holst als Denker" kan ik niet dc minste waardering opbrengen. Op deze wijze kan iedere dichter tot den ker worden gebombardeerd, maar •ens dichters „gedachten" leven toch alleen in zijn poëzie en als poëzie. Abstraheert men het levensbeschouwelijk element uit de verzen en brengt men dit in een schema, dan houdt men een paar magere meningen over, die nodig met wat geleerdheid moeten worden overkleed. Hoyack komt niet uit boven een paar opper vlakkige academische handgrepen C.R. mening verschillen raet boek. Zij die genoten van „Jeugd l%. vebsch. De schrijver is zoekt een haven" en „Jij bent het „Sneeuw- antroposoof en zijn „aphoristische zorgenkind" zullen het graag le- Betrachtungen" in het hoofdstuk „Musik als Offenbarung des Geis- romantische tes" geeft een gnostische analyse moet o het zijn dezelfde perso- in voorkomen. Maar het het hart dat „Die Kunst der Fuge". Hoe het taalgebruik nergens r Zijn vrolijke harde-stïlle jongenslach trilt in de webben, de spinnen vluchten weg, een groot en feestelijk herfstfeest van blader spel klatert rond, en in zijn verrukte ogen groeit het bladerfort, zn hij zegt; weer met die glanzende lach, het is een hoop moeite, en een groot werk geweest hoor zo'n sterk en stevig fort te bouwen. E. BRENT BESEMER (Uit „Ewout", zes verzen bij een kind. Uitg. Boucher, Den Haag).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1957 | | pagina 18