y
Verheugende her-ontmoeting met
'^ack
Cultureel
venster
VESTDIJK en HOYACK
BeethovenRichard Strauss
en Bach
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 2 MAART 1957
c£^ <dBekoort uw
kind bij de
In ons land zijn 11.455
ontspannings- en ont-
wïkkelingsbïbliotheken
met bijna 16 miljoen
boeken, waarvan 26%
uit jeugdboeken bestaat.
Als ik de vraag „Behoort uw kind bij de
boekenliefhebbers?" zo stel, weet ik eigen
lijk van te voren reeds, dat veel ouders hem
bevestigend zullen beantwoorden. Dit komt
velen misschien wel te optimistisch voor. On
derzoekingen en omgang met kinderen hebben
echter wel duidelijk gemaakt, dat het Neder
landse kind in het algemeen nog tot de boe
kenliefhebbers gerekend kan worden. Ondanks
de toegenomen mogelijkheden voor ontspan
ning in hun vrije tijd, ondanks de grote vlucht
van radio en televisie, die beiden niet over
belangstelling van de jeugd te klagen héb
ben, zullen onze jongens en meisjes het lezen
van boeken er niet gauw aan geven.
Dat de uitgever Cal-
lenbach te Nijkerk ons
weer eens een boek ge
bracht heeft van .Jan
H. Eekhout is een
goede daad geweest, want hij was toch een te belangrijke auteur
om in het vergeetboek te geraken. Tussen de. tijd waarin War
den een koning" ontstond en de verschijning van dit boek „D e
ondergang van de Waerdijcke' liggen vele jaren
en schaduwen, die ons met meer dan gewone belangstelling naar
dit boek deden grijpen. Wat is er in die jaren uit deze mens
gegroeid, heeft zijn leven zich verdiept, hebben vele ervaringen
hem een rijkere scheppingskans gegeven?
Wel, zo op het eerste gezicht AFBRAAK
was deze boerenroman, naar het
beproefde recept, nu niet bepaald Eekhout begaat niet de fout het
een grote verrassing. Het is ook gebruikelijke thema te verwerken,
hier weer de stugge, harde boer. want het gaat uiterlijk met de hoe
die een ieder op de hoeve op zich- Ve geweldig. De velden staan er
zelf terugdrijft als een eiland in prachtig bij, de rijkdom neemt toe.
een zee van eenzaamheid. Dan is zijn genie weet er uit te ha- de hemel als het weerlicht
er de slappere, dromerige zoon. ien wat er in zit. Een ieder %vijst flitst. Hij is niet bang. Hij
die de boer niet verdraagt en die met ontzag naar het „koninkrijk
zelfs zijn zoon durft te verstoten. Waerdijcke" en toch is er ergens
Voorts is er ook weer de dochter de afbraak, de afbraak
Tijdens een nachtelijk onweer
gaat Hector Waerdijcke naar bui
ten. Hij staat hoog en zwart tegen
die zwanger raakt van de
de en de gang op de hoeve op een
wonderlijke manier weet te ver
storen. Ook is er de boerin die
verbijsterd raakt in haar een
zaamheid en schuw onder de hard
heid van haar man, die geen lief
de kent, Ten slotte de dood van
de harde boer, die sterft zoals hij
heeft geleefd, onaandoenlijk en
trots. Het gebruikelijke slot van
een dergelijke boerenroman.
,Hier ben ik God!"
Een paar regels willen v
toch overschrijven omdat 5
sterken, die straks in Gods hand
moeten vallen met de erkenning bijzondere indruk geven
van Zijn macht. Groots wordt Eek- houts werk:
houts boek in het eind, waarin hij
de boer in zijn bijbel de kantteke
ning laat maken „Kain Ik".
zweeg. Een plotselinge regen
bruiste neer. Hector Waer
dijcke stond onbeweeglijk.
Toen bliksemde God de Hemel
sneeuwwit open."
Ten slotte laat de schrijver Bar
bara haar vader vinden met een
gelaat waar al het harde uit is
verdwenen en waar verwondering
op staat te. lezen en zij komt tot
GEESTELIJKE
ONDERGANG
KWEEKSCHOOL
het kind genoemd het kinder
boek nog eens extra in het cen
trum van de belangstelling
toch
In ons land zijn gelukkig veel zich wagen aan het
bibliotheken, die voor leder toe- schrijven van een
gankelijk zijn. AI is het dan niet kinderboek. En
zo, dat wij wat dit betreft aan de met schrijvers be-
top staan van de Westeuropese doel ik hier de „echte" lite-
landen met onze 11.455 ontspan- ratoren. Enkele tientallen jaren
nlngs- en ontwikkelingsbibliothe- geleden waren het hoofdzakelijk
ken (in 1953) kunnen we voorlo- onderwijsmensen, die zich zetten
pig toch wel tevreden zijn. Van de tot het schrijven van boeken voor
bijna 16 miljoen boeken, die In de jeugd. Zonder aan hun presta-
deze bibliotheken aanwezig wa- ties afbreuk te willen doen, kun-
ren, bestond ruim een vierde deel nen we toch zeggen, dat ze met
(26 pet.) uit jeugdboeken. Het 0 -
begrijpelijk, dat achter een der- zeker niet altijd een goede dienst lectuur en de problemen, die daar- enthousiast over het feit dat ons mens, die meent dat hij met zijn
„5Ï h.o* p.rcëM.ae ë.n hebben bewezen mee eemenhenpen. als onderdeel ^"de^Sren
schare lezertjes en lezeresjes Het lag namelijk voor de hand, °P hun leerprogramma hebben ge- waren bljj Dat bleek b.v. uit wat randba.^
staat. Al moeten we natuurlijk dat deze schrijvende schoolmees- XT„T„ een boekhandelaar mij vertelde: wen, moet in God. die de gang der
niet vergeten, "dat het kinderboek ters hun verhalen een te veel
Ja. inderdaad. Eekhout
alles weinig origineel, ma
is de uitwerking van dit vrij con
ventionele concept onder zijn han-
Dat de officiële belangstelling Plaatsen. Hij kon zelf daarover deb lot een belangwekkend boek
voor het kinderboek zich aan het mles"eld gebfeken wis' Seworden. dat aandacht verdient,
uitbreiden is. blijkt onder meer uit dat het geen overbodige, luxe is: De ondergang van de Waerdijcke,
het feit, dat de kweekscholen, waar M in veel gezinnen (crijgt het is geen materiële maar geestelij-
onze toekomstige onderwijzers en kinderboek ternauwernood de ke ondergang.
en onderwijzeressen worden opge- plaats, die het toekomt". Boer Hector is een fascinerende
hun schrijverij de jeugdlectuur leid. de bestudering van jeugd- De hele Nederlandse pers was figuur geworden, hij de sterke
„Hij opende de mond, maar
de woorden kwamen niet van dfe °machUge" onchïsie Vof"'^ het
h""~ de schrijver?): „Eens effent God
zijn lippen, doch i
nenste. Nochtans waren zij alles, midden in het leven of in de
klanken voor hem, hij hoorde laatste seconde. Want de liefde is
als klanken: ik heb mijn het onmetelijke
zoon uitgeban en en ik wil T1E51
zulks als een misdaad beken
nen voor Uw aang icht, maar
fel ben ik Kain, God, dat w<^den'
dan de wijsheid".
onzegbaar wijzer
de straf aan. Doch niet knie- structies zijn evenals zijn woord-
Zend kan ik mij hier tot U J™eiend;^jZij getuigen -
wenden evenmin als de aan "cf
andere Kain hc vermocht. Be
wijs mij de genade God, die
Gij hem beweest. Ik ben een
mens Gij zijt God. Ik sta
hier als verwonnene en Gij de diepste
ziet mij. Ik weerstond U, doch Srepen^ en zal hij
haatte U niet. Doe Uw wil r,TT>
aan mij. Hector Waerdijcke
onbetwistbaar vakmanschap.
Maar als Barbara's »concluiie in
het eind van zijn boek, ook die van
de schrijver is, nl. dat Gods liefde
de boodschap van Christus was en
blijft aan de wereld, dan heeft hij
bestaan be-
s nog veel
rijp werk kunnen geven.
HERM. STEGGERDA
ook nog wel aftrek vindt bij vol
wassenen.
De jeugd leest gemid
deld meer boeken dan de
volwassenen. Bovendien
wordt het jeugdboek het
meest uitgeleend van alle
soorten boeken. De statis
tiek van het bibliotheek
wezen 1953 helpt ons
hiervoor aan de cijfers.
De uitleenfrequentie (d-i.
het aantal uitleningen per
jaar, gedeeld door het
boekenbezit in datzelfde
jaar) was voor alle boeken 3,8.
Voor de jeugdboeken 4,9 tevens
>t hoogst van alle. De achool-
.bliotheken spanden de kroon
iet een uitleenfrequentie van 6.1.
Deze grote vraag naar het jeugd-
oek waarborgt reeds financiële
jaten. Zowel voor de bibliotheken
Men zal vragen: „Nu pas? In- kreeg die week verschillende
derdaad, als we komen tot een kinderen in zijn zaak, die met hun regen t
weinig korte overdenking van het onder- spaarpot bij zich, kwamen „om te en het stormgetij zendt,
i vT=»n u/o j boek-- zijn grote rivaal r:"
De kinderboekenmarkten, door Juist in die gang der seizoenen
Grootse studie van
Erich Schwebsch
de
in kweekschoolkringen één onzer grote warenhuizen ge- ontmoet hij Hem
niet eerder op de gedachte organiseerd, trekken steeds een drift om Hem te weerstaan. Af-
overweldigende belangstelling van hankelijkheid is hem ten
haar eigen lë vreemd,
in spreken.
gekomen is, dat het i
ireld
van uitermate groot be
lang moet zijn, dat hij
ingewjjd in de
van de lectuur t
leerlingen. Laten
echter verheugen
het feit, dat
in deze leemte
BETER LEZEN....
Maar hij moet toegeven, dat hij
machteloos staat tegenover een
zoon, die er niets voor voelt zijn
en zijn
«DIE KUNST DER FUGE»
Bach's
meegaven. Bij alle literatuur ech
ter stellen we voorop, dat de
schrijver een kunstenaar blijkt te
zijn. En als artisticiteit vereist is.
althans
Een kinderschrijver zij
stenaar, die 'de woorden
hart kan schrijven tussen dc re-
hls voor de boekhandel. En dit zal gels van bet boek, dat hij schrijft
er dan ook niet vreemd aan zijn, voor de kinderen. En zodra de le-
dat het jeugdboek zich een be- zertjes ook kunnen lezen tussen voerd
langrijke plaats aan het veroveren boek*'dat "juis" voor hen ge-
is in kringen van de boekhandel, schreven is. Dan is het een taal
maar ook in die van de letterkun- geworden van hart tot hart. waar
uit volgt dat de kinderschrijver
een persoonlijkheid moet zijn, die
berekend is voor zijn taak.
„Het lijkt wel, alsof de liefde tot
het boek een elk is aangeboren",
althfens schreef prof. Waterink eens. Het Jragen.
oorzien. probleem, waarmee de jeugdlee- zic'bten'
tuur ons dan ook bezig houdt is njet kloppen.
KINDERBOEKENWEEK niet het zoeken naar wegen om
het kind belangstelling te geven
voor boeken. Niet het meer lezen,
Tegenwoordig zijn we dan ook
in de gelëgenhëid ëlk jaar een van boeken
week mee te maken, waarin het door kinderen, daar gaat het
kinderboek eens extra op de
kan zijn trots bewaren als de
van zijn molen zijn kleinzoon doodt ook musici
- hij ^Mawijfend^ingen dan de J
ïaar ergens is er toch dat is een
vermoeden, dat jzijn^in- merk
sitie, een systeem
laatste werk „Die
zal velen
verder bren-
chting: „Ach,
abstract geworden theore-
t hier echter tegenover staat.
i die God
UIT DE TIJDSCHRIFTEN
De kin-
Om dat te verwezenlijken moe-
boekenweek. Nadat we al 25
jaar lang de gewone boekenweek
jaarlijks hadden „gevierd", werd
in het najaar van 1955 voor het
eerst de kinderboekenweek inge-
digen.
KINDERSCHRIJVER
plaats moeten
den betrokken in de lectuur
van hun kinderen. Maar om het
kind te helpen bij het zoeken naar
boeken, die voor hem geschikt
zijn en die hij ook graag leest,
Bij die gelegenheid vroeg de is kennis en liefde nodig; voor het
bekende kinderschrijver Leonard boek en voor het kmd.
Roggeveen zich af, of het dan (wordt vervolgd)
wel zo nodig was in deze twintig
ste eeuw dikwijls de eeuw van
aan de oppervlakte
klinkende muziek." De ver- Bach's werk. Schwebsch' wijsge-
auditing i, bëgrijpdi* omdat m/n
puur theoretisch bij de meesten de schoonheids- zeker niet kritiekloos moeten le-
viiskundige compo- belening alleen maar via het Overigens het beste werk dat
w, ooit over een compositie van Bach
het ge- hart gaat en met ook via het en ook over j)ie Kunst der
verstand. Hart en verstand Fuge" is verschenen. Ingenaaid
moeten echter een gelijk aan
deel hebben. En wie dan zo
eens naar Bach's ,JHe Kunst
der Fuge" gaal luisteren, zal
er meer van genieten, zal er
meer in horen dun alleen maar
muzikale wiskunde.
kost het boek DM 14.
CORN. BASOSKI
F. A. DE LEEUW.
De beide jongste
„Maatstaf" (maandblad
teren, uitg. Daamen N.V., Den Dat deze verzen icei
Haag) bevatten enkele interessan- elkaar samenhangen,
te bijdragen. Gerrit Achterberg duidelijk;
geeft een voorproefje jjjjjf
Hoe zal men echter op deze wij-
kunnen luisteren zonder voor
af volledig over het werk te zijn
schrijvers gaan -&• -8-
spoedig te verschijnen gedichten
cyclus „Spel van de Wilde Jacht".
v met
zal echter de ge
hele cyclus moeten kennen om
deae in P.r.nUtiJl neergeschreven een ueslua u
die niettemin de geboren di<_ opbrenge„f da„ bloclt i Die
ingelicht, zonder het verstand de
mogelijkheid te hebben gegeven
zich te doen gelden? Inderdaad,
het werkelijk ondergaan van dit
grootse muzikale bouwwerk van
Bach eist een voorbereiding, eist
bestudering. Kunt U die stu-
JUDWIG VAN BEETHOVEN
heeft in totaal vijf Sonates
voor cello en piano geschreven.
Alhoewel hij zelf geen cello
DE DAG GAAT OPEN
ALS EEN GOUDEN ROOS
Herman Gorters leven was een
leven voor de poëzie: «Met al
mijn bloed heb ik voor u geleefd,
O. poëzie...." en toen het in-
div.dualume der Tac|ttigcrs hem ,de wtl en p„„0
geen inspiratie meer schonk, neen Beethoven toch een roorl.efde voor dit instrument. In zijn tesgetahi
levensovertuiging EersT was dat jonge jaren, toen hij tu-ee Cello-sonate, schreej onder Opus 5
het wijsgerig stelsel van Spinoza, was het wellicht de romantische zang van de cello die zo blij met'paulTne
later het socialisme, dat voor hem ]c0n maken en zo kon doen wegdromen. Tien jaren later vond hij
de plaats innam, die het Christelijk waarschijnlijk in de grote cellotoon iets van het monumentale.
geloof voor de christelijke kunste- van ^et heroïsche, neergelegd in zijn grote Cello-sonate Opus 69.
naar inneemt. Zo kan men zijn so- zg naar einde van zijn leven kwam er de ontdekking van
cialistlsche verzen in menig wijsheid en de bezadigdheid van de cellotoon met de twee
ffike pie beïhoüwem ÉÏn"£ Sovatl Opus 102. geschreven in HIS.
pisch symptoom daarvoor is bij
voorbeeld de waarde die de va3k iaatste twee Cello-sonates
voorkomende kleur goud tn ae ontstonden in de tijd van zjjn
vroeg-christelijke kunst het he vrjendschap met Gravin Erdödy.
melse symboliserend in zijn Vrouwen hebben in het leven van
aardse toekomstverwachting in- Beethoven altijd een bepaalde rol
neemt. gespeeld, al moeten we in dit op-
Uit Gorters rijke oeuvre heefc zicht beslist niet overdrijven. Zijn
Stuiveling nu een aantrekkelijke Goetheliederen ontstonden bij de
bloemlezing samengesteld, die ontwakende liefde voor de vrolijke
evenwel minder representatief Therese Malfatti, met de zgn.
voor 's dichters ontwikkelingsgang Mondscheinsonate bevrijdde Beet-
is dan nodig en wenselijk was. hoven zich van de liefde tot zijn
Immers, waar ook frappant slech- knappe leerlinge Giulietta Giucci-
te verzen als „Vreselijk is het ardii dje de roem van de „Unster-
lot der mensen", uit het nagela- blichen Geliebten" nog heden ten
ten werk. zijn opgenomen en dus dage moet delen met gravin The-
aesthetische criteria niet de door- rese Brunswick, aan wie de tede-
slag hebben gegeven, had toch ze- re pjanosonate Opus 78 is opge-
ker een voorbeeld van de Spinozis- dragen. De Cello-sonates Op. 102
tische poëzie niet mogen ontbre- betekenen een hulde voor gravin
Erdödy. die lieb^ krankliche,
VIA NAALD p:
EN PLAAT
en bijzonder begaafde dichter
raden, naar waarde te kunnen be
oordelen.
Met grote belangstelling
men een opstel van Vestdijk
Beethoven, eveneens de aankpndi-
ging van een te verschi.
(dat acht essays, van de hand
vcclzijdigste essayist,
componisten zal bevatten). Vest-
Muse und zonderlijk goed. Een opname die dijk ziet Beethoven als „de ridder nam) niet
Pauline bewacht
umhegt ihn mit dem Stacheldraht een hulde betekent
der Liebe, der ungebetenen Gas- Strauss,
ten werlt". En Strauss zelf noem
de haar eens zijn „wahrhafte Geis- rpOT SLOT wil ik nog wijzen op
De vioolsolo in zijn J een nieuwe uitgave van drie
Heldenleben" is een muzika- Brandenburgse Concerten van
le typering van zijn vrouw. Samen Bach. nl. de nummers 2, 4 en 5,
-- - on Franz gespeeld door het Stuttgarter Kam-
bijzonder merorchester o.l.v. Karl Münchin-
Kunst der Fuge" in al haar rijk
dom voor U open. Dan zijn die
vier enkelvoudige fuga's, die drie
leest contra-fuga's, die vier fuga's met
neer dan één thema, die vier ca-
.Ionische fuga's, die twee spiegel-
ujnen boek fuga's en die grote tripelfuga
(waarvan het 3e thema b.a.c.h. is
en tijdens de uitwerking waarvan
de dood Bach de pen uit de hand
nam) niet meer alleen maar een
kunstig inlegspel, maar dan ver
schijnt „Die Kunst der Fuge" als
een groots en ontroerend mozaïek
van de blinde Bach, die dit niet
ll°g nnrri pr- geheel voltooide werk nog slechts
allerlei interessante P nn 7ün sterfbed kan laten voleen
kingen en uitweidingen,
Richard van de onbehouwen figuur".
Hij bekijkt de grote Ludwlg uit
het gezichtspunt van diens ver
houding tot „dc Idee" en komt 3
overigens een nieuw
send licht op de
meester te werpen.
Twee goede boeken
Dingena, je vader! door He-
leen van Gelder (Uitg. J. H.
Kok, Kampen.
Gaarne hebben we onlangs He-
19e
dicteerde kc^al „Vor deinen leen van Gelders debuut „Dinge-
i stijl-
Dit klein bezwaar maakt mijn
bewondering voor de gemaakte
keus nauwelijks minder. Stuiveling'
heeft het allerbeste van Gorter
doorgegeven, en dat is vaak
heitere, mütterliche Freundin, die
zuzuhören verstand wie keine
te". Tot groot verdriet va
hoven was gravin Erdödy
met haar echtgenoot
vertrokken
Beet-
i 1815
Kroatië
kan deze Cel
lo-sonates (de cellist Linke
vroeger veelal te de familie Erdödy) als een laatst
weinig waardering vonden,
men de individualistische
voor mij misschien een reac
tionaire inslag nog stee.ds het
6choonste deel:
Gebenedijde
Meisje gebenedijde
van 't licht, van 't ope
wijde wijde.
Hoe zoet de lichtwolken
zich aan u spreiden, Sonate Op.
hoe stil de lichte, uw ogen
in uit, glijden,
parelt uw keel in, uit, het
vaarwel en een laatste hulde
hulde aan Anna Maria Erdödy
zien. Zij tonen ons Beethoven in
zijn volle rijpheid, gelijkstaand
met zijn laatste Pianosonates. De
ze beide Sonates voor cello en pia
no. resp. in C-dur en in D-dur. zijn
als wijze woorden van een gerijpt
kunstenaar. Ze zijn virtuoos, maar
niet alleen maar naar het virtuoze
toegeschreven, zoals bv. de grote
symfonie geworden, tot de lijk niet veel mee
„Sinfonia Domestica" (huiselijke te worden gezegd:
symfonie) Op. 53, gecomponeerd kamerorkest onder vaste
in 1903. volle leiding.
Hierin wordt in klanken het hui- Decca bracht deze plaat uit met
selijke leven en het geluk, dat juist de drie Concerten (30 cm. lang-
door kleine conflictjes zoveel te speelplaat LXT 5199). Deze Con-
sterker accent krijgt, muzikaal ge- certen, die Bach schreef voor Lud-
schilderd. Vader, moeder en zoon wig. Markgraf von Brandenburg,
krijgen eigen thema's. De vader behoren tot de rijkste composi- Geen onsympathieke trek,
heeft een bedaard, dromerig en ties van de Thomascantor, P—-
vurig thema, de moeder een le- zond de Markgraf in 1721 met
vendig en vrolijk, de zoon een rus- in het Frans gestelde opdracht,
tig. In het 2e deel maakt men ken- Zij heten oorspronkelijk: „Six con-
met de oudervreugd, de kin- certs a vee plusieurs instruments"
Thorn tret' ic„ hiermit". Schweit
zer noemde dit werk
Treffend is de opmerking in ver- ernste Welt, ven der man nichtlos-
behoeft band met Boethovens eigenaardig- kommtEn is het niet opvaUend veel
volmaakt heidj moeiIijk „afscheid te kunnen dat de omkering van het grondthe- Heieen
cttii. nem'en" in zijn composities:
eigenschap
„Een
je dochter" geprezen. Het x
stille origineel, gezellig en boeiend. Het
al aangekondigde vervolg heeft
die goede eigenschappen,
an Gelder kan vertellen,
kan goed figuren tekenen. We
haast gelijk is met het Lu- P
onopgevoede men- therkoraal „Aus tiefer Not schrei' zijn alleen wat bang dat
dat zij geen afscheid kun- ich zu dir".
nen nemen. Zij blijven aan de De meest grondige
deur praten, bij het hek omkijken geniale inleiding is n
en wuiven, en zijn eigenlijk dood- verschenen van de hand
ongelukkig dat zij wegmoeten.
dit
derspelen, het wiegenlied als de Deze titel duidt op het doorzichti- figuur
de Thomascantor. Bacn bij Beethoven kan het wel eens
i HH hinderlijk worden
Annie Salomons zet haar inder
daad charmante „Herinneringen
uit den ouden Tijd" voort met de treft onovertrefbaar. De schrijver
tweede boek wat op hol is gesla-
de meest gen: het verhaal is hier en daar
in 2e druk gezocht en onwaarschijnlijk. Maar
van Erich da< daargelaten is het een goed
Schwebsch in zijn boek „Johann ontspanmngsboek over het wees-
Sebastian Bach und die Kunst der me>sje dat eindelijk haar vader
hervindt, een erfenis op het nip
pertje behoudt en in aanraking
p.,-.. kop?' me' valse cn ware vroom-
muzikale deel be- heid.
Fuge" (Uitg. Barenreiter-Verlag,
Kassei). Een inleiding va
minder dan 377 pagina's,
CORN. BASOSKI
Richard Strauss, wiens
gezinstekening in de Sinfoni
Domestica, door de Deutsch
Grammophon Gesellschafl is opg
nomen. Een der laatste foto's vn
leefd musiceren van twee jongt
mensen geworden. Een plaat
iedereen blij
ook al door
witbladig i
Telefunken heeft beide Sonates
in een prachtige uitvoering op de de goede opnamekwaliteiten,
plaat gebracht en wel door de jon
ge Franse kunstenaars, de cellist
Guy Fallot en zijn zuster de pia
niste Monique Fallot. (25 cm. lang-
aeve"tsauae speelplaat PLB 6161). Het is of
alhlnedi dé" beiden net als Beethoven in deze
gebenedijde. zuivere lyriek een hartsgeheim
Gorters fluisteren klinkt verder v-.llen uitzingen. Guy ballot la.'
7.nn cello zingen, mud en scnoon.
door dan zijn juichen.
luchtgetijde,
't ope wijde
wijde.
OPEELDEN. zoals
7 schreef,
in het leven va
Richard Strauss
boven
grote roi
Beethoven, bi,
het eigenlijk
zijn cello zingen, mild
soms glimlachend, soms mei ecu
M. BEINEMA. tragische ondertoon. En Monique
Fallot heeft die verrukkelijke pa
ter: „De dag gaat reling in het pianospel, die zo no
ouden roos". Een djg ;s om in het samenspel me'
n dPOëZ'ra ^nt de baritonaal-geklcurde cello he
Rert^BakAcer/ evenwicht te bewaren. Het is zeld-
schoon en volkomen door
dan nog
zijn eigen echtgenote, Pauline de zinsschildering
Ahna, de dochter van een Beierse r'
generaal, die hij in de zomer 1887
n München leerde kennen. Zij wa
zangeres en heeft in Bayreuth dt
ülisabeth in Wagner's „Tannhau
N.V./Den Haag.
gezongen.
Zij heeft heel veel vo
Ttrauss betekend. Na
aan Strauss' huis in
schreef Marschalk o.i
ir Richarr
droom en de zorg als de klok 's men gehandhaafd. Het zijn spran-
morgens 7 uur slaat. En ten slotte kelende vertolkingen geworden,
in het 4e deel het ontwaken en de waarbij een speciaal woord van lof
vrolijke strijd. Een echt huiselijke voor de trompettist in het 2e Con-
tekening in klanken, waarbij dan eert. Opnametechnisch
nog allerlei grapjes komen als die Concert wat zwak.
van gedempte F-trompetten. die
de tantes verbeelden ((ze schijnen
uit te roepen: „Precies zijn va
der") of die van de bazuinen, die
de ooms voorstellen (en natuurlijk
verzekeren: „Net z'n moeder").
Een boosaardige criticus schreef
bij de eerste uitvoering van deze
huishoud-symfonie: „Drie perso
nen treden er in op: de man, de
vrouw en het kind; Eén is er ech
ter vergeten: de huisbaas, die be
slist gekomen zou zijn en bij zulk
spektakel het huurcontract had op
gezegd". Wat kunnen critici toch
hard zijn Romain Rolland deed
anders. Hij schreef Strauss dat hij
bij de gedachte aan dit huiselijke
programma echt niet zoveel waar
dering voor het werk kon opbren
gen, maar toen hij het werk 's
avonds alleen maar als muziekstuk
hoorde, dus zonder verhaaltje, on
derging hij dc Sinfonia Domestica
als een der beste symfonische wer
ken van Strauss. En bij Romain
Rolland wil ik me graag aanslui-
De Deutsche Grammophon Ge
•ellschaft bracht deze muzikale ge
nsschildering in een voortreffe
ijke uitvoering door de Sachsische
Staatskapelle Dresden o.l.v. Franz
Konwitschny uit op de grammo
foonplaat (30 cm. langspeelplaat
LPM 18331). Dirigent Konwitschnj
heeft het werk tot in de kleinste
letails uitgewerkt zonder de span-
ïing ook maar één ogenblik te
erliezen. Geniaal spel door de
Dresdener musici, technisch uit-
Reinier van Genderen heeft zjch een enorm inzicht t
met het Nederlandse con: worven in Bach's kunst en deelt
Antwerpen in 1912. Zij daar overvloedig
Het rustpunt, door Nelly van
Dijk—Has (Kok, Kampen 196'
blz.).
doet er goed aan o.a. nog eens iezers. wie de moeite neemt deze
Is. Querido te herinneren, die grootse studie door te werken zal
- jjjj^feju Bach.s Die Kunst der Fuge" veel
intenser ondergaan.
Ten aanzien van de geestelijke
Bach's laatste
dan zonder be-
indertijd de „gi
literatuur" heette, maar die na
het 5e zijn dood volkomen vergeten
schijnt te zijn. Aleida Schot ver- ren aanz
telt de lezers het een en ander benadering
over de Russische auteur Wsewo- werk kan
lod Garsjin (1855-1888). Hans Ba- zwaar van
rendregt stond drie goede sonnet- Erich Schwebsch. De schrijver
baard'' - -
We gebruiken een cliché, maar
een bruikbaar cliché, als we ver
klaren dat de boeken van Nelly
van DijkHas in een behoefte
voorzien. Tallozen lezen graag der-
laatste gelijke verantwoorde chistelijke
lectuur. „Het rustpunt"
zijn ge-
witje"
Lucebert verraadt
dicht „Aan Lcsbia"
tendenzen, die trouwens in het al
gemeen al uit de vormloosheid
van de experimentele gedichten is
af te leiden. Het vers eindigt met
de regels: O ik moet er niet aan
denken hoe in den vreemde een
van heimwee bezetene mij toe
fluistert: „Alle vlinders van dit
voorjaar slapen op Lesbos"'. De
polemiek tussen Paul Rodenko en
Mr. Evert Straat kan men rustig
ongelezen laten: Rodenko bederft
het spel doordat hij het te veel,
en doordat hij ook zichzelf te zeer
au sérieux neemt.
Voor een opstel als van Louis
iloyack: ,,A. Roland Holst als
Denker" kan ik niet dc minste
waardering opbrengen. Op deze
wijze kan iedere dichter tot den
ker worden gebombardeerd, maar
•ens dichters „gedachten" leven
toch alleen in zijn poëzie en als
poëzie. Abstraheert men het
levensbeschouwelijk element uit
de verzen en brengt men dit in
een schema, dan houdt men een
paar magere meningen over, die
nodig met wat geleerdheid moeten
worden overkleed. Hoyack komt
niet uit boven een paar opper
vlakkige academische handgrepen
C.R.
mening verschillen raet boek. Zij die genoten van „Jeugd
l%. vebsch. De schrijver is zoekt een haven" en „Jij bent het
„Sneeuw- antroposoof en zijn „aphoristische zorgenkind" zullen het graag le-
Betrachtungen" in het hoofdstuk
„Musik als Offenbarung des Geis-
romantische tes" geeft een gnostische analyse moet o
het zijn dezelfde perso-
in voorkomen. Maar het
het hart dat
„Die Kunst der Fuge". Hoe het taalgebruik nergens r
Zijn vrolijke harde-stïlle jongenslach
trilt in de webben,
de spinnen vluchten weg,
een groot en feestelijk herfstfeest
van blader spel
klatert rond,
en in zijn verrukte ogen
groeit het bladerfort,
zn hij zegt; weer met die glanzende lach,
het is een hoop moeite,
en een groot werk geweest hoor
zo'n sterk en stevig fort te bouwen.
E. BRENT BESEMER (Uit „Ewout",
zes verzen bij een kind. Uitg. Boucher,
Den Haag).