Verrassende
vertegenu/oordiger
Cultureel
venster
Russische en Franse
programmamuziek
ZONDAGSBLAD
Axel Hambraeus?
onbewust van zijn roem
„DE BASTAARD"
ZATERDAG 23 FEBRUARI 193;
«HERPER IK
UDDAKBO»
VAN ZWEEDSE LITERATUUR
Hebreeën 13:2, dat was de tekst, waaraan ik moest denken, toen
ds. Gustav Oemark, in leven predikant in Oost-en West-Ström in
de provincie Dalarna in Midden-Zweden afscheid van mij nam.
„Vergeet de herbergzaamheid niet, want sommigen hebben, zonder
het te weten, engelen geherbergd". Is het dan toch mogelijk, kunnen
engelen vlees en bloed worden?.
De uren, dat hij mijn gast was geweest, zal ik nooit vergeten.
Groot van gestalte was hij en ongetwijfeld lelijk, met zijn stugge
rode haar, maar zijn helblauwe ogen waren zo levendig en zijn
levensgeschiedenis zo boeiend en indrukwekkend, dat men dit
gewoon vergat. Hij was van heel eenvoudige afkomst. Zijn vader
was houtvlotter in Norrland geweest. Hijzelf had als jongen ook
urenlang in het ijskoude water naast zijn vader gestaan om de
boomstammen, die met een sneltreinvaart stroomafwaarts kwamen,
af te houden.
Een levensgevaarlijk werk,
wreed, want toen zijn vader ii
donkere nacht eens op de boomstam
men sprong om te voorkomen, dat zij
zouden kruien
zouden vormen, was de man door
stam verbrijzeld. Eerst later
ook den leven; dan ondergaat men de
armoede van zo'n gehucht als Vass-
orKomen. aai zu backen, ver va° de bewoonde wereld, -
onwrikbare dam verscholen tegen de beboste hellingen
Dalarna,
Dan begrijpt
van wouden en moerassen, dat zich ten'
Noorden van Orsa uitstrekt. „Wat in
het boek het onwaarschijnlijkste is, is
juist werkelijkheid en vice versa",
deelde ds. Hambraeus mee. Deze zo
mer zal het boek verfilmd worden.
Met dit boek heeft ds. Axel Ham
braeus zich aangediend als een van de
grote schrijvers van deze tijd. Groot
vooral door de genade Gods, die hem
bekwaam maakte het „Christelijke"
leven te beschrijven, de verborgen om
gang met God aan het licht te bren
gen als een parel van grote waarde,
een waarde, die nooit vergaat.
Van deze Zweedse schrijver las ik
ook zijn roman „Per Magnus baut",
het verhaal van een jonge student, die
een dorp bouwt voor moeilijke kinde
ren, een jeugddorp voor jongens, die
in onze moderne samenleving zijn los
geslagen. Met een fijnzinnig inzicht
zijn de geestelijke en materiële moei
lijkheden, die de idealistische jonge
Per Magnus bij de verwezenlijking van
zijn plannen ondervindt, beschreven.
Vooral de verhouuding tussen de jon
ge student en zijn ongelovige vader is
lijk gevonden, want op dit ogenblik
was er zelfs voor zijn zoon geen tijd sommige passages uit zijn preken
om hem te helpen, althans zijn lijk te delijk vertelt;
herbergen. Het werk moest door.
Zie. dit moet Gustav Oemark je ver
tellen, dan begrijp je, waarom hij in
die nacht besloot dominee te worden.
„Het leven is vergankelijk, maar de
ziel is eeuwig", zegt hij. Redt de men-
DOMINEE WORDEN
Dominee-worden, dat is voor een ar-
boerenjongen in Zweden haast nog
hij de
Na zo'n boek geeft
13 2 gelijk: Vergeet de herbergzaam
heid niet, want zonder dat wij het we
ten, kunnen er engelen zijn.enge
len, die vlees en bloed hebben aange
nomen en onder ons
gewone
Voor dit boek heeft schrijvers
zoon, de theologiestudent Olof Jonas
Oemark Hambraeus, die in Hornberga (ten
Noorden van Osra» zo'n tehuis voor
probleemkinderen, heeft gesticht, por
tret gestaan. Dit boek speelt in geheel
andere, meer „beschaafde" kringen,
Hphrpppn als -Herder in Uddarbo", maar is niet-
neoreeen j,„;.
temin van eenzelfde dwingende, gees
telijke kracht.
Het is deze geest, die ook uit de
„Weihnachtsgeschichten" naar voren
komt, een bundel van zeven Kerstno
vellen, die in Duitse vertaling bij het
^°!H^e-od-an,i\i^r'T^^orheL1^tt'e1^n derd dan de biizondere genade Gods,
'1~"' °r *"*rs PPn die hun ten deel gevallen
de dood van zijn moeder eerst
Eiar jaartjes naar een predikersschool.
an voorganger van een vrij kerkje,
zoals Zweden er naast de Lutherse
staatskerk zovele kent. Maar dit is
eigenlijk niete voor zo'n originele. Wij-
i vrijmoedige vent als Oemark. Hij der
nagedachtenis aan een werkelijke col
lega van hem. Ds. Gustav Oemark is
een levend mens geweest, zij het on-
i andere naarn. In 1947 is deze
i de eerste tot
als gewone Zwingli Verlag uitkwam,
uitgezon- Vergeet ds. Axel Hambraeus niet,
want in zijn werken is iets van de
stralende grootheid van het eenvoudige
Evangelie openbaar. Hij is een verras
sende representant van de Zweedse li
teratuur van vandaag.
EV. GROLLE.
In
als arbeider met de mannen de
den van Nebraska in.
Ja, Amerika dat is een bijzonder
punt in zijn leven. Dan ziet Oemark
zichzelf geplaatst voor de vraag: kan
een engel vlees en bloed worden?
Dat zat zo: ds. Oemark had een
hartgebrek. Van tijd tot tijd bij hevi
ge inspanning of ontroering gaf zijn
hart het even op. Hij viel dan bewus
teloos, maar kwam na enkele ogenblik
ken weer bij. Tijdens een gevecht in
het bos met een van z'n mede-arbei
ders (het waren ruwe jongens) wist
Oemark z'n mannetje te staan, maar
weer was de inspanning te groot. Toen
hij weer bijkwam, zei hij in de Hemel
te zijn geweest, waar een prachtige en
gel met bruine ogen en witte kleren
op hem afkwam. Ze lachten hem al
lemaal uit.
Maar toen hij 's zondags in de kerk
zat. werd er prachtig gezongen en wie
stond daar als soliste? De engel met
de bruine ogen in een zilverwitte jurk.
Oemark wist niet, hoe gauw hij de
kerk moest uitkomen. Deze jongedame
kon dan wel een engel zijn. maar zij
leidde hem af van de dienst aan God.
Op dat ogenblik leek ze hem eerder
door de duivel gestuurd.
En later, toen hij, terug uit Amerika,
na zijn studie aan de universiteit in
Uppsala, hulppredikant geworden was
in Uddarbo, dook deze Zweedse nach
tegaal plotseling op: zij bleek de doch
ter van een boer te zijn. Omdat
zij zo prachtig zingen kon had
zij een reis mogen maken langs
de Zweedse kerken in Amerika
om er in de diensten te zingen.
Vindt u het vreemd, dat Oemark
aanvankelijk weer aan de duivel
dacht? Of vindt u het vreemd,
dat de engel Hanna Gabrielsson
zijn vrouw wordt in het grens-
gehucht Vassbacken en hem later
in Oost- en West-Ström de ogen
sluit, als zijn leven, jong nog, is
opgebrand in de dienst aan God
en de mensen, hem van Gods
wege zijn toevertrouwd?
Ds. Axel Hambra
Uddir
de Wit—
Tuyl N.V
ld.: „Per minis oaut". i
van Fried rich Peter. Uitgave: Zwin
Verlag, Zürich.
ld.: „W eihnachtsgeschl
t e n". Duits van Elislf von Engelhi
Uitgave: Zwingli—Verlag, Zürich.
Ds. Axel Hambr
aeus aan het hoofd van een ski-
tilgestrekte gebieden van de Orsa-
moeste land, waar hij zo graag
ook zijn berghut op de Fyriberg
is gelegen.
De Zweedse schrijver ds. Axel Hambraeus,
van wie hiernaast enkele boeken zijn besproken,
werd op 1 januari 1890 als zoon van een musicus
in Nora, Westmanland geboren. Hij bezocht het
gymnasium te Vasteroos en studeerde te Uppsala
theologie (o.a. bij Nathan Söderblom en Einar
Billing) en muziekwetenschap o.a. bij Hugo
Alfvén. Van 1913 tot 1915 was hij hulpprediker te
Leksand, het toeristencentrum van Dalecarlie,
van 1915 tot 1930 tweede predikant te Orsa. van
1930 tot 1937 predikant te Malung, van 1937 tot
1939 tweede predikant aan de Dom te Uppsala,
van 1939 tot 1942 ihce-predikant aldaar en van
1942 tot 1950 predikant te Orsa. Sinds 1950 is hij
Kontraktprobst van Rattvik, het district, waarin
ook Orsa is gelegen.
Zijn eerste novellenbundel „Der Himmelbogen"
verscheen in 1930. Sindsdien heeft hij meer
dan twintig verhalenbundels geschreven.
Ook verschillende prekenbundels van zijn
hancl zagen het licht; een volledige jaar
gang preken: Nahe zum Feuer" en drie
kleinere bundels: „Der Himmelsteg und
die Stubentreppe"„Sonntag in Dale-
carlien" en Scherben und Ganzheit".
Axel Hambraeus schreef tot nu toe drie
romans: Maritin het Nederlands ver
taald door mevrouw N. Basenau-Goemans
(uitgave W. Gaade te Delft): „Herder in
Uddarbo", Nederlands van H. C. E. de
Wit-Boonacker (uitgave Jan van Tuyl,
Zaltbommel) en „Per Magnus baut", Duits van
Friedrich Peter (uitgave Zwingli Verlag, Zürich).
Voorts schreef hij nog een roman voor de jeugd:
„Grim und Irina", die de komst van het Christen
dom in Dalecarlie tot onderwerp heeft.
Ook schreef ds. Hambraeus een bundel biogra
fieën van musici: „Meister in der Welt der Töne".
Als componist schreef Axel Hambraeus tal van
werken voor solostemmen, koor, viool, cello en
altviool. Ook voor orgel schreef hij verschillende
werken. Zelf is hij een hartstochtelijk violist. Tal
van jaren speelde hij iedere avond met zijn
vrouw (pianiste en alizangeres) een sonate voor
viool en piano van Mozart en 's-zondagsavonds
een van Beethoven. ..Een muzikale rozenkrans",
zoals hij - hei noemt: ..Zes Ave's en één Pater
noster.'".
Zijn verhalen en romans spelen zich af onder
de plattelandsbevolking van Dalecarlie, de prach
tige landstreek waarin Orsa ligt. Iets ten Noorden
hiervan in de Finnmark heefhij een buitenver
blijf, een bergiiut, waar veel werk tot stand is
gekomen. Verschillende van zijn boeken zijn ver
taald in het Noors, Deens, Duits, Frans, Fins en
Nederlands. In zijn vrije tijd wijdt hij zich aan
de sport: schaatsenrijden, skieën en zeilen op het
bij Orsa gelegen prachtige Orsameer, waarin de
Ore-elf uitstroomt..
Schepper van hel Melropole-orkesl
„Ik? Een nationale figuur....? Dat ben
ik mij werkelijk niet bewust." Zo is hij nu! De
man wiens faam over half Europa is verbreid.
Dolf, die uit zijn krap toegemeten tijd hij heeft
alleen al 4 a 5 radio-uitzendingen per week
een uurtje heeft losgescheurd. En zich zijn roem
niet bewust is. Zoiets komt meer voor. We denken
aan die Chinese dichter. Hij bemerkte bij het
ontwaken dat er bloesems van de amandelboom
in de plooien van zijn kleed waren gevallen en
riep uit: „Heb ik gebloeid zonder 't zelf te weten?"
„Maar", voer ik hem tegemoet, liet moet
toch zijn opgevallen dat u niet minder dan vijf
maal als gastdirigent naar Stockholm bent uitge
nodigd! En naar Denemarken en Duitsland
België? Wat te zeggen van uio uitnodigingen v
Londen en Brussel...."
Dolf van der Linden iveet er geen verklaring
voor. Wij wel: Hij is eenvoudig beroemd',
voegen er nog bij: ook om zijn eenvoud.
Maar Dolf, anders dan de dichter,
(onbewuste) „bloesems" toch
komen.
B
er, is aan ziji
slapende ge
TRAGISCH BEGIN
orkest blijkbaar voor niets. Vier Frankfort. Hij moet
jaar geleden wilde de Haarlemse dan waartoe een me
der Linden is geboren Orkeitvereniaina die ÜÏfi r
in Vlaardinsen. Het be- vrKestverenigmg aie
doormaakte, het
Dolf
getogen in Vlaardingen. Het be-
zijn carrière wordt
scha duw d 'do or" Yrag ie k7 "Hij" "toch licht avondprogramma proberen
moest aanzien hoe de radio-om- T>~" '~~J j* 1
roep, waarnaar zijn ganse hart
uitging, de piano en orgelzaak van
zijn vader ter gronde richtte.
Maar eer het zover was had de
jonge Dolf zijn vakstudie onder
Van der Tand. Jos. Vranoken
Dolf werd uitgenodigd en stond
voor de gigantische taak een
„klassiek" orkest in luttele repe
tities tot Johann Straussvertol
o.> io.. daagde: het hele
Julius Zagwijn erop zitten. Jaren orkest kwam met ban en achter
lang hakte hij zich.
duizenden naamloze beroepsmusi
ci, door de rimboe van de crisis
periode. Want hij moest trachten
het brood voor zijn familie te ver
dienen.
hard. vaak zelfs kleintjes.'
tijd
hartbrekend bestaan. Veel
piekeren over muzika-
levensprogram-
le idealen
ma had hij niet. Maar dat~ pro
gramma was toch onbewust steeds
aanwezig. Het was gericht op de
middenmuziek. op dat braakliggen-
ïeer doei u
redelijker
wijs in staat is.
Jaren geleden sprak ik
trein een van zijn orkestleden
„Dolf is een groot musicus, me
neer. En hij componeert prachtigi Og
dingen
Welnu, van zijn composities ziit
er 118 uitgegeven, in New York-
te toveren Maar hulo Londen en Wenen. Behalve zijn be
hor hoio lUotmnnio kende ..Humoreske for Strings" lc
Metropole- dat letterlijk overal is gespeeld
mag ik hier vermelden zijn
certino voor Orkest", dat in Enge-| i
non), Duits-jrel
land en Oostenrijk is
ook zijn Rhapsodie v
Orkest.
Zijn rust vindt hij in zijn boot op E
de Loosdrechtse plassen de fot» fe
vereeuwigt zo'n met recht uitzon- 'H
derlijke gebeurtenis!
Dolf van der Linden heeft één 4
uitgebreide studie- L
ra Om aan r\t> fn- ')0
met ban naar het strijdtoneel.
„En daar stond ik", zegt Van Jand ^door Robert
der Linden, „voor meer dan
100 man. Een zee van instru
menten. Ik voelde me maar
Maarkleintjes of niet
het werd een grootse uitvoe
ring waarin publiek en Haar
lemse Orkestvereniging elkaar
in enthousiasme niets toegaven.
,Dat zou ik nog wel eens wil
de len beleven", verklaart Dolf. wat
reis in Amerika. Om aan de to;
te blijven zijn ideeën nodig en ke
gaarne naga;
Dolf
„Dat 1
100
kant i
rgetelheid deze duistere jaren
bedekken. Het zijn de jaren van
brodeloosheid, van wanhoop zonder pas
gevoelige te
zoal speelt -
n de Grote Vijver bij i
grammof oonmaatschappij-
Om daarmee aan zijn werk in
perspectieven te
geven. Maar dat kost geld
veel geld! Ik vraag mij in stilte 3?
af. kan hier nu niet de N.R.U.
investering dom? Er zijn vc
waar slechtere beleggingen denk-
„Maar", zeg ik hardop: „Dete
wens concentreert zich niet op u
H_.. persóón. Wat zou u voor uzelf al-
de: In Brussel moest het leen
Het antwoord komt, na enig»
aarzeling. „Nog ééns een paar
ken zomaar rondslenteren aan
Er waren ook andere,
angstige ogenblikken, als Europa
bijv. toen de snaakse mu
sici zijn keurig nette par
tituren enige minuten
voor de uitzending met
vier draadnagels aan zijn
lessenaar hadden gespij
kerd.
Maar iets dat Dolf
persé niet meer zou wil
len beleven is het volgen
orkest eens een ballet
groep begeleiden. op
zichzelf al moeilijk. De
strekte. We laten de mantel der ,.,„j u u i-,
vPi-pptptheiH Ho™ H.ucto™ Sltuatie werd met recht hachelijk
omdat Dolf de muziek en dansers J1»"'»"*-"- kaf K,lke"
kwartiertje voor het begin
kreeg.
„Ik wilde het eerst niet doen",
zegt hij, „maar begin als man nu
eens iets tegen twintig soebatten
de ballerina's!"
Het werd nog erger. Op de trap,
uitkomst,
jongeman het huilen vaak nader
stond dan het lachen.
Drie jaar in een dansorkest. ja
ren in een Hongaars en Italiaans
ensemble. Voor zover er tenminste
werk is. Geld voor een arrangeur
is er niet: Dolf moet het maar
proberenEerst voor een -klein die het orkest "ii
strykje, allengs voor grote bezet- tweeën splitste
tingen. Toegegeven: de trombonist ,tweeen spmste-
krijgt m het begin wel pens onmo
gelijke loopjes op zijn schuiftrom
pet te toeteren
gramschap daaro'
het doen r
de bootjes in de havens. Zomaar"
Het is een antwoord, waardig de
mens die, zich nauwelyks bewust
van zijn roem, zijn ongerept kin
dergemoed heeft weten te behou
den.
CARL LANS.
kwam een groep
fakkeldragers
steekt zijn z'cb opstellen,
onder Generaal Van der
stoelen of banken. Sommige instru- Linden verloor
menten zwijgen wel eens op kri- elk contact met
tieke ogenblikken, omdat de tonen de andere helft
die Dolf in zijn verbeelding had
gehoord in feite niet op de instru
menten voorkwamenEen 'har
de leerschool met de muur als eni
ge ruggesteun. Maar in 3939 een
triomf: Dolf stond voor de poor
ten van de Omroep, de zoon her
won wat aan zijn vader was ont- U1.
nomen: een bestaan. Zijn proef- strumentalisten,
arrangement werd aanvaard, hij die probeerden
zijn troepen
i ving tussen en
langs de benen
van die fakkel
dragers zo nu en
glimp op van
diepduikende
gewaar
werd radio-arrangeur.
den hoe de zaken
ARRANGEUR er in het hoofd-
Dolt van der Linden zette zloh stondeuGeliXg
>nd arranvoiir sphior nn. s
VIA NAALD
EN PLAAT
UIT EEN BOEK
natuurlijk
f-JET was zondag 13 augustus
1876. In het Festspielhaus
van de Wagnerstad Bayreuth
klonk „Das Rheingold" van
R'urhard Wagner, het eerste deel
van de Nibelungen-trilogit. In
wat vreemd geklede man. vaak
ven uitspeelde. Het is een gespan
nen en een fraai afgewerkte vertol
king geworden, door de technici
zeer goed opgevangen.
ZEG nu niet:
iets uit een boek, want alleen goden, d\
in boeken gebeuren zulke dingen".
Inderdaad, het is uit een boek.
maar wie dit boek van de Zweedse
dominee Axel Hambraeus ..Herder
in Uddarbo" gelezen heeft, heeft
werkelijk Oemark leren kennen:
zó werkelijk alsof de man naast
je heeft gezeten en zelf zijn leven
heeft verteld. Dan beleeft men één
van die zeldzame momenten dat
een boek tot werkelijkheid wordt,
maar een werkelijkheid, waarach
ter het wonder van Gods liefde
en genade opgaat. Dan gaat Zwe-
Wat konden hem die „Rheintöchter" schelen,' die germaanse vriendin Nadeshi^von
goden, die dwergen en die reuzen. De gehele sage interesseerde
hem eigenlijk niet. hij kwam hier om te luisteren, om die wonder
lijke klankcombinaties op te vangen, om de muzikale spanning te
ondergaan, om deze hele klankschildering te genieten.
AAN de andere plaatzijde
ook een suite, nl. die u
Meck toen
toen ballet „Le Cid'
E. Roelofs-Bleckmann
lerares Prinses Juliana
hij zat daar in zijn functie alt
muziekcriticus van een Russisch
blad. Of hij na de gehele trilogie
wel zo erg enthousiast was. valt
te betwijfelen. Aan zijn broeder
Modest schreef hij tenminste na
afloop: ,,Ik ben uit een gevange
nis bevrijd. De ,,Nibelun-gen"-bri-
logie mag een groots werk zijn,
er is geloof ik nog nooit zo'n on
eindig en vervelend geleuter ge
maakt. De eindeloos lange mono
logen en dialogen, het ontbreken
van elke vorm van poëzie, het
weinig beweeglijke op het toneel,
het heeft me alles erg moe ge
maakt."
In zijn krant is Tschaikowsky
overigens -heel fatsoenlijk geweest
critici zeggen wel eens meer
iets wat ze niet in de krant schrij
venen heeft op vele waardevolle
elementen van de Nibelungen ge
wezen. Maar toen Tschaikowsky
uit Bayreuth in zijn vaderland te
rugkeerde moest hij toch even dat
Wagnerstof van zijn schouders af
schudden. hij moest zich afreage
ren. hij moest tonen dat het ook
anders kon. En toen schreef hij
zijn symfonisch gedicht ..Frances
es da Rimini" naar de 5e zang
uit Dante's „Inferno". Had hij de
„Nibelungen" helemaal vergeten0
Beslist niet, want zo er één werk
bezocht ^"jong meisje Italië. Dat nog onder die Wagner-invloed
Morgen hoopt
de Nederlandse
bloemen- en por
tretschild er es Eli
sabeth Roelofs
Bleckmann te
Scheveningen
haar 80ste ver
jaardag te vieren.
Mevr. Roelofs is
een leerlinge van
de Haagse Aca
demie voor Beel
dende Kunsten
(zij werd
dië geboren)
;el- /A
ten ft f
In- ff V
bezoek" is van veel betekenis ge- staat, dan is het wel dit symfo- t0 da R
worden voor haar verdere ontwik- nisch gedicht Tschaikowsky
keling Tijdens haar Academie-tijd later niet te begrijpen,
leerde zij haar echtgenoot, de thans dergelijk on^mnathiP
het werk bezig
derdaad, het is zeer effectief ge
worden, compleet met cavalerie-
fanfare, klokkenspel, saltarello's
en gondelliederen Een brillant or
kestwerk. kleurrijk en levendig.
DECCA heeft beide werken van
Tschaikowsky op één plaat uitge
bracht in een vertolking van het
Londens Symfonie Orkest o.l.v.
Anthony Collins Het is een zeer !Ü111CI1IC llcc
geslaagde vertolking geworden, ge- gewijd) gaat
spannen in „Francesca", levendig - - - -■ -
in het „Capriccio". Collins heeft
hier nergens de i
aangezet en toch een zeer kleur
rijke weergave gekregen, prachtig
opgenomen (30 '■■MÉHi
Jules Massenet (18421912)
Schreef Rimsky Korsakoff 14 ope
ra's, Massenet niet minder dan 25.
Hij was de vertegenwoordiger van
de typisch Franse lyrische opera,
voortgaande op de weg Meyerbeer-
Goimod. Zijn melodische vindings
kracht was zeer groot, waardoor
zelfs een Debussy tot zijn bewon
deraars kon worden gerekend. Het
ballet „Le Cid" (Spaanse held,
:en drama aan
legendari-
als erkend arrangeur schier
bewust aan de verwezenlijking van
zijn muzikaal ideaal: de verbrei
ding en veredeling van de lichte
muziek.
Omdat de uitvoering van zijn ar
rangementen en composities hem
niet mooi genoeg kon zijn, moest
hij wel dirigent worden. De kans
kwam. Na de oorlog kon Van der
Linden een eigen groot amuse
mentsorkest oprichten. Het eerste
werk op het programma was
het bedenken van een naam. Nu
zijn er onder orkestmusici veel
humoristen en de prijsvraag lever
de dan ook een keur van de meest
koddige namen op. Ten slotte zette
de omroep-leiding een streep en
schreef daaronder: „Metropole-or-
kest". In de elf jaar van 'haar be
staan hebben Dolf en zijn 40 man
daar hoofdletters van gemaakt.
Bij zijn buitenlandse reizen
bleek Dolf. dat de omroepen daar
zelden beschikken over een gespe- fl
cialiseerd amusementsorkest. Zijn Mood" zijn al uitgekomem"uiter-
certmeester op de
idee de fakkel
dragers te laten hurken, sodat de
verbinding enigermate werd her
steld.
„We zijn er met z'n allen door
gekomen. Maar dat nooit meer!"
MET Z'N ALLEN
Van der Linden's succes is dat
van een man die, zich aan de
strengste zelfkritiek onderwer-
;oonlijk kan 'beschouwen.
SDreekt nooit van: ik doe, ik wil.
maar vanuit de verbondenheid mi
zijn oi-Kest: wij doen, wij willen.
De laatste jaren, zegt hij, komt
„het Orkest" ook wat meer\ op de
plaat. We zijn bezig met een serie
opnamen voor Columbia. „Prelude
kiss" en „In a Moonlight da
Radio-dirigent Dolf van der Lin
den niet op de show-boat, maar
op zijn eigen betrouwbare motor
boot op de Loosdrechtse Plassen.
TOTALE UITVERKOOP
strengste zetiKnuex onaerwer- oDenhartte''boel^^no'emt^dp^iitpp!
pend. zijn prestaties nooit als per- vel. <DaaJ,en. Den Haag? het d£
buut van Maria van der Steen,
„Totale uitverkoop". En dat is het
ook. H?t beschrijft de geschiedenis
tPQ0'"0 U'",A r nog
i kind in de tijd t
Corneille heeft
Met dat al staan Dolf en zijn
filmmuziek voor Joop Geesink Op
3 maart moet hij als dirigent met
enige solisten naar de finale van
het Eurovisie Songfestival in
Infante van Spanje en door Chi
de dochter van een graaf.
Dc Infante trekt zich echter nood-
LXT 5186).
TVTAAST Tschaikowsky
langspeelplaat gedwongen terug en na veel
wikkelingen krijgt Chimène haar
héld. In de 2e acte van de ope-
ballet ingelast, bestaa
ÏHL'S1 J'aS' de u,t 7
vloeiende, ongecompliceerde mu
ziek. charmant en toch niet opper
vlakkig. Zo ook speelt Henk Spruit
de balletsuite met zijn Ned. Filh.
Orkest: het spel tintelt en de op-
hame doet daar niet van af.
werd uitgehuwelijkt
overleden schilder Albert Roelofs,
H M. beschouwde als een zijner
begaafdste leerlingen. Roelofs kreeg
ook de schilderkundige opleiding hel,
van Prinses Juliana opgedragen, J"~
1920 tot 1936 heeft i
de Prinses les gegeven, eerst al
leen, in tekenen maar later ook in
kunstgeschiedenis. Van haar kin
deren zijn er enkele in de beel
dende kunst, zoals een
wonende dochter, die
kwaam illustratrice is, e;
de bekende reclame-tekenaar Gie-
le Roelofs.
]N de „Francesca da Rimini" wor
den we verplaatst in DanteÜ
de kring van wellusti
die door een helse wervelwind
den voortgedreven
ren. Of zoals Dante zelf schreef:
Roelofs „De helse wervelwind, hinder-
wentelend en doende sto-
Gelijk de vleugelen de spreeu-
n voortdra gen in de koude tijd,
brede en volle zwerm, zo droeg
België die wind de slechte geesten"
n be- En bij die verhalen van de zonda-
het vlees was er ook dï4
Italiaan;*
1275 tegen haar zift
op diens halfbroeder Paolo. Het
een .tragische geschiedenis van
liefde en wroeging, van verrukkin
gen der herinnering en helse wer
kelijkheid.
Tschaikowsky heeft dat alles in
muziek gevat, heeft het gehele
drama in noten verklankt, bewo-
•llustigen, gen. geraffineerd soms. maar ge-
wind wor- niaal. In zijn monumentaliteit
boomblade- doet dit symfonisch gedicht aan
een Michelangelo denken, al is het
dan niet zo hecht gesmeed.
Hoe geheel anders is hiernaast
het vier jaar later gecomponeerde
„Capriccio Italiën", dat Tschai
kowsky schreef onder de indruk
ken van een Italiaans carnaval,
uitbundig, bruisend, opwindend.
„Dank zij de schone melodieën,
die ik deels aan verzamelingen ont
leende, deels met eigen oren
Korsakoff 1844—1908
een minder grootse figuur, maar
beslist niet minder oorspronkelijk
Hij is als marine-officier begon
nen en bleef als musicus lang een
dilettant. Zelfs bij zijn benoeming
als professor voor compositie aan
het Conservatorium van St. Pe
tersburg was hij nog amateur. In
zijn memoires schreef hij: „Ik. de
componist ran „Sadko". „Antar"
en „Pakowitjanka". was een di
lettant. die nimmer iets aan con
trapunt had gedaan en geen idee
had van een fuga. En zo'n musi
cus, die niets wist. werd benoemd
tot conservatoriumleraar. Neen.
die musicus wees de benoeming
niet af. maar nam haar aan."
Het is heus niet te merken aan
verliefd werd de muziek, dat Rimsky Korsa
koff zo'n dilettant was. Zijn 14
opera's, die eens triomfen vier
den in Europa, bewijzen dat. Uit
een dezer opera's „Het sprookje
van Tsaar Saltan, zijn zoon Gui
don en Prinses Swanhilde" (uit
1900) maakte de componist in 1903
een orkestsuite bestaande uit drie
delen. Het is zeer illustratieve
muziek geworden, soms poëtisch,
Sterke roman
Aan hét Starnberger Meer overigens niet alleen de tijd die
in Beieren woont een 40-jarige tot leven komt, maar ook de figu-
/rouw heel gelukkig met haar Ten zelf, de typeringen, zijn bij-
1 botenbouwer. Het is Bri- zonder knap en tintelend
CORN. BASOSKI
wat opgeblazen.
tijd muziek.
NIXA bracht deze Tsaar Saltan
suite uit op de plaat in een ver
tolking van het Ned. Filh. Orkest
(Radio Filh. Orkest) o.l.v Henk
Spruit (30 cm. langspeelplaat
NCL
werkelijk ov
eisen orkest
Ik e"n prachtig en
EömT—ijo: -in dat Henk
Spruit hier kennelijk al z'n troe
len Rimsky-Korsakoff
ballet-suilt „Le Cid" vi
Massenet.
gitte von Tessin en zij stamt uit
een oud adellijk geslacht. Het hu
welijk heeft haar wel wat vrije
tijd gelaten m zo is ze tot een be
studering van de geschiedenis ge
komen. Die studie heeft een ro
man tot gevolg gehad, spelend in
de kleurige wereld van de Fran
se barok. Die roman telt maar
liefst 723 bladzijden cn er spelen
tal van personen in. Dat zou kun
nen doen afschrikken. We kennen
ze wel, die historische dikke ro
mans met zoveel mensen, dat je er
niet meer uit wijs wordt. Maar
wie de roman van deze zeer be
gaafde Duitse schrijfster Brigitte
von Tessin. een roman die zij de ti
tel „De Bastaard" gaf. begint te
lezen, houdt er echt niet meer
mee op. Het verhaal van graaf
Gaston de Racon en zijn natuurlij
ke zoon, de bastaard Martin, is
zo suggestief «n zo boeiend ver
teld, dat we als het ware midden
in die baroktijd zitten, met alle
intriges, koketterieën, amouret
tes, sierlijkheden en ook harts
tocht, eerzucht en ellende. Brigitte
von Tessin heeft die tijd meester-
'ijk weergegeven en ze is er, on
danks de vele lange dialogen, in
geslaagd ze van het begin tot ein
de interessant te houden. Een
hoogtepunt in de historische ro
mans van de laatste jaren. Het is
Uitgeverij H. P. Leopold te
Den Haag gaf van de Duitse ro
man „Der Bastard" een Ned. uit
gave uit in een voortreffelijke ver-
Hermien Manger.
der brede lagen van ons volk
een armoede die door de kerken
niet of nauwelijks werd begrepen
opgevangen. Dat lied der ellen-
is al in vele toonaarden bezon
gen. In dit boek is het de roomse
kerk in het zuiden, die een doem
zij behoorde te ze
genen. Het is niet aan ons. deze
roman aan zijn historische be
trouwbaarheid te toetsen. Wij con
stateren slechts dat de schrijfster
er ten volle in geslaagd is, de
hoofdfiguur meisje uit een aso
ciaal gezin: de vader is een smeer
lap. de moeder door het leven ver
bitterd tot leven te brengen.
Maar het is wel één en al bitter
heid. en er is nergens licht. Soms
schijnt de zon door te breken,
maar daarna wordt de somberheid
des te dieper. De laatste regel van
het boek luidt: „Toen hurkte ik te
gen een boom en vloekte God die
mij had laten geboren worden".
Een boek om ernstig over na te
I®- denken. Immers, de vraag mag
ons niet met rust laten hoe men
senkinderen daartoe kunnen ko-
taling
(IV)
Heb je nu al de trieste
oogjes
in een bedroefd afwenden bijna
van je hoofdje,
als je ziet
wat ze doen met de lach
en de ogen,
heb je nu al een bedroefd gevoel
kleine man
nu je zo ongelukkig naar mij even lacht,
heb je het nu al
dat verdriet om. ons allen.