Verrassende vertegenu/oordiger Cultureel venster Russische en Franse programmamuziek ZONDAGSBLAD Axel Hambraeus? onbewust van zijn roem „DE BASTAARD" ZATERDAG 23 FEBRUARI 193; «HERPER IK UDDAKBO» VAN ZWEEDSE LITERATUUR Hebreeën 13:2, dat was de tekst, waaraan ik moest denken, toen ds. Gustav Oemark, in leven predikant in Oost-en West-Ström in de provincie Dalarna in Midden-Zweden afscheid van mij nam. „Vergeet de herbergzaamheid niet, want sommigen hebben, zonder het te weten, engelen geherbergd". Is het dan toch mogelijk, kunnen engelen vlees en bloed worden?. De uren, dat hij mijn gast was geweest, zal ik nooit vergeten. Groot van gestalte was hij en ongetwijfeld lelijk, met zijn stugge rode haar, maar zijn helblauwe ogen waren zo levendig en zijn levensgeschiedenis zo boeiend en indrukwekkend, dat men dit gewoon vergat. Hij was van heel eenvoudige afkomst. Zijn vader was houtvlotter in Norrland geweest. Hijzelf had als jongen ook urenlang in het ijskoude water naast zijn vader gestaan om de boomstammen, die met een sneltreinvaart stroomafwaarts kwamen, af te houden. Een levensgevaarlijk werk, wreed, want toen zijn vader ii donkere nacht eens op de boomstam men sprong om te voorkomen, dat zij zouden kruien zouden vormen, was de man door stam verbrijzeld. Eerst later ook den leven; dan ondergaat men de armoede van zo'n gehucht als Vass- orKomen. aai zu backen, ver va° de bewoonde wereld, - onwrikbare dam verscholen tegen de beboste hellingen Dalarna, Dan begrijpt van wouden en moerassen, dat zich ten' Noorden van Orsa uitstrekt. „Wat in het boek het onwaarschijnlijkste is, is juist werkelijkheid en vice versa", deelde ds. Hambraeus mee. Deze zo mer zal het boek verfilmd worden. Met dit boek heeft ds. Axel Ham braeus zich aangediend als een van de grote schrijvers van deze tijd. Groot vooral door de genade Gods, die hem bekwaam maakte het „Christelijke" leven te beschrijven, de verborgen om gang met God aan het licht te bren gen als een parel van grote waarde, een waarde, die nooit vergaat. Van deze Zweedse schrijver las ik ook zijn roman „Per Magnus baut", het verhaal van een jonge student, die een dorp bouwt voor moeilijke kinde ren, een jeugddorp voor jongens, die in onze moderne samenleving zijn los geslagen. Met een fijnzinnig inzicht zijn de geestelijke en materiële moei lijkheden, die de idealistische jonge Per Magnus bij de verwezenlijking van zijn plannen ondervindt, beschreven. Vooral de verhouuding tussen de jon ge student en zijn ongelovige vader is lijk gevonden, want op dit ogenblik was er zelfs voor zijn zoon geen tijd sommige passages uit zijn preken om hem te helpen, althans zijn lijk te delijk vertelt; herbergen. Het werk moest door. Zie. dit moet Gustav Oemark je ver tellen, dan begrijp je, waarom hij in die nacht besloot dominee te worden. „Het leven is vergankelijk, maar de ziel is eeuwig", zegt hij. Redt de men- DOMINEE WORDEN Dominee-worden, dat is voor een ar- boerenjongen in Zweden haast nog hij de Na zo'n boek geeft 13 2 gelijk: Vergeet de herbergzaam heid niet, want zonder dat wij het we ten, kunnen er engelen zijn.enge len, die vlees en bloed hebben aange nomen en onder ons gewone Voor dit boek heeft schrijvers zoon, de theologiestudent Olof Jonas Oemark Hambraeus, die in Hornberga (ten Noorden van Osra» zo'n tehuis voor probleemkinderen, heeft gesticht, por tret gestaan. Dit boek speelt in geheel andere, meer „beschaafde" kringen, Hphrpppn als -Herder in Uddarbo", maar is niet- neoreeen j,„;. temin van eenzelfde dwingende, gees telijke kracht. Het is deze geest, die ook uit de „Weihnachtsgeschichten" naar voren komt, een bundel van zeven Kerstno vellen, die in Duitse vertaling bij het ^°!H^e-od-an,i\i^r'T^^orheL1^tt'e1^n derd dan de biizondere genade Gods, '1~"' °r *"*rs PPn die hun ten deel gevallen de dood van zijn moeder eerst Eiar jaartjes naar een predikersschool. an voorganger van een vrij kerkje, zoals Zweden er naast de Lutherse staatskerk zovele kent. Maar dit is eigenlijk niete voor zo'n originele. Wij- i vrijmoedige vent als Oemark. Hij der nagedachtenis aan een werkelijke col lega van hem. Ds. Gustav Oemark is een levend mens geweest, zij het on- i andere naarn. In 1947 is deze i de eerste tot als gewone Zwingli Verlag uitkwam, uitgezon- Vergeet ds. Axel Hambraeus niet, want in zijn werken is iets van de stralende grootheid van het eenvoudige Evangelie openbaar. Hij is een verras sende representant van de Zweedse li teratuur van vandaag. EV. GROLLE. In als arbeider met de mannen de den van Nebraska in. Ja, Amerika dat is een bijzonder punt in zijn leven. Dan ziet Oemark zichzelf geplaatst voor de vraag: kan een engel vlees en bloed worden? Dat zat zo: ds. Oemark had een hartgebrek. Van tijd tot tijd bij hevi ge inspanning of ontroering gaf zijn hart het even op. Hij viel dan bewus teloos, maar kwam na enkele ogenblik ken weer bij. Tijdens een gevecht in het bos met een van z'n mede-arbei ders (het waren ruwe jongens) wist Oemark z'n mannetje te staan, maar weer was de inspanning te groot. Toen hij weer bijkwam, zei hij in de Hemel te zijn geweest, waar een prachtige en gel met bruine ogen en witte kleren op hem afkwam. Ze lachten hem al lemaal uit. Maar toen hij 's zondags in de kerk zat. werd er prachtig gezongen en wie stond daar als soliste? De engel met de bruine ogen in een zilverwitte jurk. Oemark wist niet, hoe gauw hij de kerk moest uitkomen. Deze jongedame kon dan wel een engel zijn. maar zij leidde hem af van de dienst aan God. Op dat ogenblik leek ze hem eerder door de duivel gestuurd. En later, toen hij, terug uit Amerika, na zijn studie aan de universiteit in Uppsala, hulppredikant geworden was in Uddarbo, dook deze Zweedse nach tegaal plotseling op: zij bleek de doch ter van een boer te zijn. Omdat zij zo prachtig zingen kon had zij een reis mogen maken langs de Zweedse kerken in Amerika om er in de diensten te zingen. Vindt u het vreemd, dat Oemark aanvankelijk weer aan de duivel dacht? Of vindt u het vreemd, dat de engel Hanna Gabrielsson zijn vrouw wordt in het grens- gehucht Vassbacken en hem later in Oost- en West-Ström de ogen sluit, als zijn leven, jong nog, is opgebrand in de dienst aan God en de mensen, hem van Gods wege zijn toevertrouwd? Ds. Axel Hambra Uddir de Wit— Tuyl N.V ld.: „Per minis oaut". i van Fried rich Peter. Uitgave: Zwin Verlag, Zürich. ld.: „W eihnachtsgeschl t e n". Duits van Elislf von Engelhi Uitgave: Zwingli—Verlag, Zürich. Ds. Axel Hambr aeus aan het hoofd van een ski- tilgestrekte gebieden van de Orsa- moeste land, waar hij zo graag ook zijn berghut op de Fyriberg is gelegen. De Zweedse schrijver ds. Axel Hambraeus, van wie hiernaast enkele boeken zijn besproken, werd op 1 januari 1890 als zoon van een musicus in Nora, Westmanland geboren. Hij bezocht het gymnasium te Vasteroos en studeerde te Uppsala theologie (o.a. bij Nathan Söderblom en Einar Billing) en muziekwetenschap o.a. bij Hugo Alfvén. Van 1913 tot 1915 was hij hulpprediker te Leksand, het toeristencentrum van Dalecarlie, van 1915 tot 1930 tweede predikant te Orsa. van 1930 tot 1937 predikant te Malung, van 1937 tot 1939 tweede predikant aan de Dom te Uppsala, van 1939 tot 1942 ihce-predikant aldaar en van 1942 tot 1950 predikant te Orsa. Sinds 1950 is hij Kontraktprobst van Rattvik, het district, waarin ook Orsa is gelegen. Zijn eerste novellenbundel „Der Himmelbogen" verscheen in 1930. Sindsdien heeft hij meer dan twintig verhalenbundels geschreven. Ook verschillende prekenbundels van zijn hancl zagen het licht; een volledige jaar gang preken: Nahe zum Feuer" en drie kleinere bundels: „Der Himmelsteg und die Stubentreppe"„Sonntag in Dale- carlien" en Scherben und Ganzheit". Axel Hambraeus schreef tot nu toe drie romans: Maritin het Nederlands ver taald door mevrouw N. Basenau-Goemans (uitgave W. Gaade te Delft): „Herder in Uddarbo", Nederlands van H. C. E. de Wit-Boonacker (uitgave Jan van Tuyl, Zaltbommel) en „Per Magnus baut", Duits van Friedrich Peter (uitgave Zwingli Verlag, Zürich). Voorts schreef hij nog een roman voor de jeugd: „Grim und Irina", die de komst van het Christen dom in Dalecarlie tot onderwerp heeft. Ook schreef ds. Hambraeus een bundel biogra fieën van musici: „Meister in der Welt der Töne". Als componist schreef Axel Hambraeus tal van werken voor solostemmen, koor, viool, cello en altviool. Ook voor orgel schreef hij verschillende werken. Zelf is hij een hartstochtelijk violist. Tal van jaren speelde hij iedere avond met zijn vrouw (pianiste en alizangeres) een sonate voor viool en piano van Mozart en 's-zondagsavonds een van Beethoven. ..Een muzikale rozenkrans", zoals hij - hei noemt: ..Zes Ave's en één Pater noster.'". Zijn verhalen en romans spelen zich af onder de plattelandsbevolking van Dalecarlie, de prach tige landstreek waarin Orsa ligt. Iets ten Noorden hiervan in de Finnmark heefhij een buitenver blijf, een bergiiut, waar veel werk tot stand is gekomen. Verschillende van zijn boeken zijn ver taald in het Noors, Deens, Duits, Frans, Fins en Nederlands. In zijn vrije tijd wijdt hij zich aan de sport: schaatsenrijden, skieën en zeilen op het bij Orsa gelegen prachtige Orsameer, waarin de Ore-elf uitstroomt.. Schepper van hel Melropole-orkesl „Ik? Een nationale figuur....? Dat ben ik mij werkelijk niet bewust." Zo is hij nu! De man wiens faam over half Europa is verbreid. Dolf, die uit zijn krap toegemeten tijd hij heeft alleen al 4 a 5 radio-uitzendingen per week een uurtje heeft losgescheurd. En zich zijn roem niet bewust is. Zoiets komt meer voor. We denken aan die Chinese dichter. Hij bemerkte bij het ontwaken dat er bloesems van de amandelboom in de plooien van zijn kleed waren gevallen en riep uit: „Heb ik gebloeid zonder 't zelf te weten?" „Maar", voer ik hem tegemoet, liet moet toch zijn opgevallen dat u niet minder dan vijf maal als gastdirigent naar Stockholm bent uitge nodigd! En naar Denemarken en Duitsland België? Wat te zeggen van uio uitnodigingen v Londen en Brussel...." Dolf van der Linden iveet er geen verklaring voor. Wij wel: Hij is eenvoudig beroemd', voegen er nog bij: ook om zijn eenvoud. Maar Dolf, anders dan de dichter, (onbewuste) „bloesems" toch komen. B er, is aan ziji slapende ge TRAGISCH BEGIN orkest blijkbaar voor niets. Vier Frankfort. Hij moet jaar geleden wilde de Haarlemse dan waartoe een me der Linden is geboren Orkeitvereniaina die ÜÏfi r in Vlaardinsen. Het be- vrKestverenigmg aie doormaakte, het Dolf getogen in Vlaardingen. Het be- zijn carrière wordt scha duw d 'do or" Yrag ie k7 "Hij" "toch licht avondprogramma proberen moest aanzien hoe de radio-om- T>~" '~~J j* 1 roep, waarnaar zijn ganse hart uitging, de piano en orgelzaak van zijn vader ter gronde richtte. Maar eer het zover was had de jonge Dolf zijn vakstudie onder Van der Tand. Jos. Vranoken Dolf werd uitgenodigd en stond voor de gigantische taak een „klassiek" orkest in luttele repe tities tot Johann Straussvertol o.> io.. daagde: het hele Julius Zagwijn erop zitten. Jaren orkest kwam met ban en achter lang hakte hij zich. duizenden naamloze beroepsmusi ci, door de rimboe van de crisis periode. Want hij moest trachten het brood voor zijn familie te ver dienen. hard. vaak zelfs kleintjes.' tijd hartbrekend bestaan. Veel piekeren over muzika- levensprogram- le idealen ma had hij niet. Maar dat~ pro gramma was toch onbewust steeds aanwezig. Het was gericht op de middenmuziek. op dat braakliggen- ïeer doei u redelijker wijs in staat is. Jaren geleden sprak ik trein een van zijn orkestleden „Dolf is een groot musicus, me neer. En hij componeert prachtigi Og dingen Welnu, van zijn composities ziit er 118 uitgegeven, in New York- te toveren Maar hulo Londen en Wenen. Behalve zijn be hor hoio lUotmnnio kende ..Humoreske for Strings" lc Metropole- dat letterlijk overal is gespeeld mag ik hier vermelden zijn certino voor Orkest", dat in Enge-| i non), Duits-jrel land en Oostenrijk is ook zijn Rhapsodie v Orkest. Zijn rust vindt hij in zijn boot op E de Loosdrechtse plassen de fot» fe vereeuwigt zo'n met recht uitzon- 'H derlijke gebeurtenis! Dolf van der Linden heeft één 4 uitgebreide studie- L ra Om aan r\t> fn- ')0 met ban naar het strijdtoneel. „En daar stond ik", zegt Van Jand ^door Robert der Linden, „voor meer dan 100 man. Een zee van instru menten. Ik voelde me maar Maarkleintjes of niet het werd een grootse uitvoe ring waarin publiek en Haar lemse Orkestvereniging elkaar in enthousiasme niets toegaven. ,Dat zou ik nog wel eens wil de len beleven", verklaart Dolf. wat reis in Amerika. Om aan de to; te blijven zijn ideeën nodig en ke gaarne naga; Dolf „Dat 1 100 kant i rgetelheid deze duistere jaren bedekken. Het zijn de jaren van brodeloosheid, van wanhoop zonder pas gevoelige te zoal speelt - n de Grote Vijver bij i grammof oonmaatschappij- Om daarmee aan zijn werk in perspectieven te geven. Maar dat kost geld veel geld! Ik vraag mij in stilte 3? af. kan hier nu niet de N.R.U. investering dom? Er zijn vc waar slechtere beleggingen denk- „Maar", zeg ik hardop: „Dete wens concentreert zich niet op u H_.. persóón. Wat zou u voor uzelf al- de: In Brussel moest het leen Het antwoord komt, na enig» aarzeling. „Nog ééns een paar ken zomaar rondslenteren aan Er waren ook andere, angstige ogenblikken, als Europa bijv. toen de snaakse mu sici zijn keurig nette par tituren enige minuten voor de uitzending met vier draadnagels aan zijn lessenaar hadden gespij kerd. Maar iets dat Dolf persé niet meer zou wil len beleven is het volgen orkest eens een ballet groep begeleiden. op zichzelf al moeilijk. De strekte. We laten de mantel der ,.,„j u u i-, vPi-pptptheiH Ho™ H.ucto™ Sltuatie werd met recht hachelijk omdat Dolf de muziek en dansers J1»"'»"*-"- kaf K,lke" kwartiertje voor het begin kreeg. „Ik wilde het eerst niet doen", zegt hij, „maar begin als man nu eens iets tegen twintig soebatten de ballerina's!" Het werd nog erger. Op de trap, uitkomst, jongeman het huilen vaak nader stond dan het lachen. Drie jaar in een dansorkest. ja ren in een Hongaars en Italiaans ensemble. Voor zover er tenminste werk is. Geld voor een arrangeur is er niet: Dolf moet het maar proberenEerst voor een -klein die het orkest "ii strykje, allengs voor grote bezet- tweeën splitste tingen. Toegegeven: de trombonist ,tweeen spmste- krijgt m het begin wel pens onmo gelijke loopjes op zijn schuiftrom pet te toeteren gramschap daaro' het doen r de bootjes in de havens. Zomaar" Het is een antwoord, waardig de mens die, zich nauwelyks bewust van zijn roem, zijn ongerept kin dergemoed heeft weten te behou den. CARL LANS. kwam een groep fakkeldragers steekt zijn z'cb opstellen, onder Generaal Van der stoelen of banken. Sommige instru- Linden verloor menten zwijgen wel eens op kri- elk contact met tieke ogenblikken, omdat de tonen de andere helft die Dolf in zijn verbeelding had gehoord in feite niet op de instru menten voorkwamenEen 'har de leerschool met de muur als eni ge ruggesteun. Maar in 3939 een triomf: Dolf stond voor de poor ten van de Omroep, de zoon her won wat aan zijn vader was ont- U1. nomen: een bestaan. Zijn proef- strumentalisten, arrangement werd aanvaard, hij die probeerden zijn troepen i ving tussen en langs de benen van die fakkel dragers zo nu en glimp op van diepduikende gewaar werd radio-arrangeur. den hoe de zaken ARRANGEUR er in het hoofd- Dolt van der Linden zette zloh stondeuGeliXg >nd arranvoiir sphior nn. s VIA NAALD EN PLAAT UIT EEN BOEK natuurlijk f-JET was zondag 13 augustus 1876. In het Festspielhaus van de Wagnerstad Bayreuth klonk „Das Rheingold" van R'urhard Wagner, het eerste deel van de Nibelungen-trilogit. In wat vreemd geklede man. vaak ven uitspeelde. Het is een gespan nen en een fraai afgewerkte vertol king geworden, door de technici zeer goed opgevangen. ZEG nu niet: iets uit een boek, want alleen goden, d\ in boeken gebeuren zulke dingen". Inderdaad, het is uit een boek. maar wie dit boek van de Zweedse dominee Axel Hambraeus ..Herder in Uddarbo" gelezen heeft, heeft werkelijk Oemark leren kennen: zó werkelijk alsof de man naast je heeft gezeten en zelf zijn leven heeft verteld. Dan beleeft men één van die zeldzame momenten dat een boek tot werkelijkheid wordt, maar een werkelijkheid, waarach ter het wonder van Gods liefde en genade opgaat. Dan gaat Zwe- Wat konden hem die „Rheintöchter" schelen,' die germaanse vriendin Nadeshi^von goden, die dwergen en die reuzen. De gehele sage interesseerde hem eigenlijk niet. hij kwam hier om te luisteren, om die wonder lijke klankcombinaties op te vangen, om de muzikale spanning te ondergaan, om deze hele klankschildering te genieten. AAN de andere plaatzijde ook een suite, nl. die u Meck toen toen ballet „Le Cid' E. Roelofs-Bleckmann lerares Prinses Juliana hij zat daar in zijn functie alt muziekcriticus van een Russisch blad. Of hij na de gehele trilogie wel zo erg enthousiast was. valt te betwijfelen. Aan zijn broeder Modest schreef hij tenminste na afloop: ,,Ik ben uit een gevange nis bevrijd. De ,,Nibelun-gen"-bri- logie mag een groots werk zijn, er is geloof ik nog nooit zo'n on eindig en vervelend geleuter ge maakt. De eindeloos lange mono logen en dialogen, het ontbreken van elke vorm van poëzie, het weinig beweeglijke op het toneel, het heeft me alles erg moe ge maakt." In zijn krant is Tschaikowsky overigens -heel fatsoenlijk geweest critici zeggen wel eens meer iets wat ze niet in de krant schrij venen heeft op vele waardevolle elementen van de Nibelungen ge wezen. Maar toen Tschaikowsky uit Bayreuth in zijn vaderland te rugkeerde moest hij toch even dat Wagnerstof van zijn schouders af schudden. hij moest zich afreage ren. hij moest tonen dat het ook anders kon. En toen schreef hij zijn symfonisch gedicht ..Frances es da Rimini" naar de 5e zang uit Dante's „Inferno". Had hij de „Nibelungen" helemaal vergeten0 Beslist niet, want zo er één werk bezocht ^"jong meisje Italië. Dat nog onder die Wagner-invloed Morgen hoopt de Nederlandse bloemen- en por tretschild er es Eli sabeth Roelofs Bleckmann te Scheveningen haar 80ste ver jaardag te vieren. Mevr. Roelofs is een leerlinge van de Haagse Aca demie voor Beel dende Kunsten (zij werd dië geboren) ;el- /A ten ft f In- ff V bezoek" is van veel betekenis ge- staat, dan is het wel dit symfo- t0 da R worden voor haar verdere ontwik- nisch gedicht Tschaikowsky keling Tijdens haar Academie-tijd later niet te begrijpen, leerde zij haar echtgenoot, de thans dergelijk on^mnathiP het werk bezig derdaad, het is zeer effectief ge worden, compleet met cavalerie- fanfare, klokkenspel, saltarello's en gondelliederen Een brillant or kestwerk. kleurrijk en levendig. DECCA heeft beide werken van Tschaikowsky op één plaat uitge bracht in een vertolking van het Londens Symfonie Orkest o.l.v. Anthony Collins Het is een zeer !Ü111CI1IC llcc geslaagde vertolking geworden, ge- gewijd) gaat spannen in „Francesca", levendig - - - -■ - in het „Capriccio". Collins heeft hier nergens de i aangezet en toch een zeer kleur rijke weergave gekregen, prachtig opgenomen (30 '■■MÉHi Jules Massenet (18421912) Schreef Rimsky Korsakoff 14 ope ra's, Massenet niet minder dan 25. Hij was de vertegenwoordiger van de typisch Franse lyrische opera, voortgaande op de weg Meyerbeer- Goimod. Zijn melodische vindings kracht was zeer groot, waardoor zelfs een Debussy tot zijn bewon deraars kon worden gerekend. Het ballet „Le Cid" (Spaanse held, :en drama aan legendari- als erkend arrangeur schier bewust aan de verwezenlijking van zijn muzikaal ideaal: de verbrei ding en veredeling van de lichte muziek. Omdat de uitvoering van zijn ar rangementen en composities hem niet mooi genoeg kon zijn, moest hij wel dirigent worden. De kans kwam. Na de oorlog kon Van der Linden een eigen groot amuse mentsorkest oprichten. Het eerste werk op het programma was het bedenken van een naam. Nu zijn er onder orkestmusici veel humoristen en de prijsvraag lever de dan ook een keur van de meest koddige namen op. Ten slotte zette de omroep-leiding een streep en schreef daaronder: „Metropole-or- kest". In de elf jaar van 'haar be staan hebben Dolf en zijn 40 man daar hoofdletters van gemaakt. Bij zijn buitenlandse reizen bleek Dolf. dat de omroepen daar zelden beschikken over een gespe- fl cialiseerd amusementsorkest. Zijn Mood" zijn al uitgekomem"uiter- certmeester op de idee de fakkel dragers te laten hurken, sodat de verbinding enigermate werd her steld. „We zijn er met z'n allen door gekomen. Maar dat nooit meer!" MET Z'N ALLEN Van der Linden's succes is dat van een man die, zich aan de strengste zelfkritiek onderwer- ;oonlijk kan 'beschouwen. SDreekt nooit van: ik doe, ik wil. maar vanuit de verbondenheid mi zijn oi-Kest: wij doen, wij willen. De laatste jaren, zegt hij, komt „het Orkest" ook wat meer\ op de plaat. We zijn bezig met een serie opnamen voor Columbia. „Prelude kiss" en „In a Moonlight da Radio-dirigent Dolf van der Lin den niet op de show-boat, maar op zijn eigen betrouwbare motor boot op de Loosdrechtse Plassen. TOTALE UITVERKOOP strengste zetiKnuex onaerwer- oDenhartte''boel^^no'emt^dp^iitpp! pend. zijn prestaties nooit als per- vel. <DaaJ,en. Den Haag? het d£ buut van Maria van der Steen, „Totale uitverkoop". En dat is het ook. H?t beschrijft de geschiedenis tPQ0'"0 U'",A r nog i kind in de tijd t Corneille heeft Met dat al staan Dolf en zijn filmmuziek voor Joop Geesink Op 3 maart moet hij als dirigent met enige solisten naar de finale van het Eurovisie Songfestival in Infante van Spanje en door Chi de dochter van een graaf. Dc Infante trekt zich echter nood- LXT 5186). TVTAAST Tschaikowsky langspeelplaat gedwongen terug en na veel wikkelingen krijgt Chimène haar héld. In de 2e acte van de ope- ballet ingelast, bestaa ÏHL'S1 J'aS' de u,t 7 vloeiende, ongecompliceerde mu ziek. charmant en toch niet opper vlakkig. Zo ook speelt Henk Spruit de balletsuite met zijn Ned. Filh. Orkest: het spel tintelt en de op- hame doet daar niet van af. werd uitgehuwelijkt overleden schilder Albert Roelofs, H M. beschouwde als een zijner begaafdste leerlingen. Roelofs kreeg ook de schilderkundige opleiding hel, van Prinses Juliana opgedragen, J"~ 1920 tot 1936 heeft i de Prinses les gegeven, eerst al leen, in tekenen maar later ook in kunstgeschiedenis. Van haar kin deren zijn er enkele in de beel dende kunst, zoals een wonende dochter, die kwaam illustratrice is, e; de bekende reclame-tekenaar Gie- le Roelofs. ]N de „Francesca da Rimini" wor den we verplaatst in DanteÜ de kring van wellusti die door een helse wervelwind den voortgedreven ren. Of zoals Dante zelf schreef: Roelofs „De helse wervelwind, hinder- wentelend en doende sto- Gelijk de vleugelen de spreeu- n voortdra gen in de koude tijd, brede en volle zwerm, zo droeg België die wind de slechte geesten" n be- En bij die verhalen van de zonda- het vlees was er ook dï4 Italiaan;* 1275 tegen haar zift op diens halfbroeder Paolo. Het een .tragische geschiedenis van liefde en wroeging, van verrukkin gen der herinnering en helse wer kelijkheid. Tschaikowsky heeft dat alles in muziek gevat, heeft het gehele drama in noten verklankt, bewo- •llustigen, gen. geraffineerd soms. maar ge- wind wor- niaal. In zijn monumentaliteit boomblade- doet dit symfonisch gedicht aan een Michelangelo denken, al is het dan niet zo hecht gesmeed. Hoe geheel anders is hiernaast het vier jaar later gecomponeerde „Capriccio Italiën", dat Tschai kowsky schreef onder de indruk ken van een Italiaans carnaval, uitbundig, bruisend, opwindend. „Dank zij de schone melodieën, die ik deels aan verzamelingen ont leende, deels met eigen oren Korsakoff 1844—1908 een minder grootse figuur, maar beslist niet minder oorspronkelijk Hij is als marine-officier begon nen en bleef als musicus lang een dilettant. Zelfs bij zijn benoeming als professor voor compositie aan het Conservatorium van St. Pe tersburg was hij nog amateur. In zijn memoires schreef hij: „Ik. de componist ran „Sadko". „Antar" en „Pakowitjanka". was een di lettant. die nimmer iets aan con trapunt had gedaan en geen idee had van een fuga. En zo'n musi cus, die niets wist. werd benoemd tot conservatoriumleraar. Neen. die musicus wees de benoeming niet af. maar nam haar aan." Het is heus niet te merken aan verliefd werd de muziek, dat Rimsky Korsa koff zo'n dilettant was. Zijn 14 opera's, die eens triomfen vier den in Europa, bewijzen dat. Uit een dezer opera's „Het sprookje van Tsaar Saltan, zijn zoon Gui don en Prinses Swanhilde" (uit 1900) maakte de componist in 1903 een orkestsuite bestaande uit drie delen. Het is zeer illustratieve muziek geworden, soms poëtisch, Sterke roman Aan hét Starnberger Meer overigens niet alleen de tijd die in Beieren woont een 40-jarige tot leven komt, maar ook de figu- /rouw heel gelukkig met haar Ten zelf, de typeringen, zijn bij- 1 botenbouwer. Het is Bri- zonder knap en tintelend CORN. BASOSKI wat opgeblazen. tijd muziek. NIXA bracht deze Tsaar Saltan suite uit op de plaat in een ver tolking van het Ned. Filh. Orkest (Radio Filh. Orkest) o.l.v Henk Spruit (30 cm. langspeelplaat NCL werkelijk ov eisen orkest Ik e"n prachtig en EömT—ijo: -in dat Henk Spruit hier kennelijk al z'n troe len Rimsky-Korsakoff ballet-suilt „Le Cid" vi Massenet. gitte von Tessin en zij stamt uit een oud adellijk geslacht. Het hu welijk heeft haar wel wat vrije tijd gelaten m zo is ze tot een be studering van de geschiedenis ge komen. Die studie heeft een ro man tot gevolg gehad, spelend in de kleurige wereld van de Fran se barok. Die roman telt maar liefst 723 bladzijden cn er spelen tal van personen in. Dat zou kun nen doen afschrikken. We kennen ze wel, die historische dikke ro mans met zoveel mensen, dat je er niet meer uit wijs wordt. Maar wie de roman van deze zeer be gaafde Duitse schrijfster Brigitte von Tessin. een roman die zij de ti tel „De Bastaard" gaf. begint te lezen, houdt er echt niet meer mee op. Het verhaal van graaf Gaston de Racon en zijn natuurlij ke zoon, de bastaard Martin, is zo suggestief «n zo boeiend ver teld, dat we als het ware midden in die baroktijd zitten, met alle intriges, koketterieën, amouret tes, sierlijkheden en ook harts tocht, eerzucht en ellende. Brigitte von Tessin heeft die tijd meester- 'ijk weergegeven en ze is er, on danks de vele lange dialogen, in geslaagd ze van het begin tot ein de interessant te houden. Een hoogtepunt in de historische ro mans van de laatste jaren. Het is Uitgeverij H. P. Leopold te Den Haag gaf van de Duitse ro man „Der Bastard" een Ned. uit gave uit in een voortreffelijke ver- Hermien Manger. der brede lagen van ons volk een armoede die door de kerken niet of nauwelijks werd begrepen opgevangen. Dat lied der ellen- is al in vele toonaarden bezon gen. In dit boek is het de roomse kerk in het zuiden, die een doem zij behoorde te ze genen. Het is niet aan ons. deze roman aan zijn historische be trouwbaarheid te toetsen. Wij con stateren slechts dat de schrijfster er ten volle in geslaagd is, de hoofdfiguur meisje uit een aso ciaal gezin: de vader is een smeer lap. de moeder door het leven ver bitterd tot leven te brengen. Maar het is wel één en al bitter heid. en er is nergens licht. Soms schijnt de zon door te breken, maar daarna wordt de somberheid des te dieper. De laatste regel van het boek luidt: „Toen hurkte ik te gen een boom en vloekte God die mij had laten geboren worden". Een boek om ernstig over na te I®- denken. Immers, de vraag mag ons niet met rust laten hoe men senkinderen daartoe kunnen ko- taling (IV) Heb je nu al de trieste oogjes in een bedroefd afwenden bijna van je hoofdje, als je ziet wat ze doen met de lach en de ogen, heb je nu al een bedroefd gevoel kleine man nu je zo ongelukkig naar mij even lacht, heb je het nu al dat verdriet om. ons allen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1957 | | pagina 14