en de onrust van onze tijd cm aurice <*~Qoelantó HANS HABES,,Naspel' ZANGORGEL EN VIOOL OP 45-TOERENPLAATJES Cultureel venster EWOUT (II) ZONDAGSBLAD ZATERDAG 9 FEBRUARI 1957 Bij de venchijning van twee boeken^ rv« Kunstredacteur) PRIMITIEVE KUNST deze omschrijving i begrip. En wel heel eenvoudig omdat genlijke waarde, d. i relatief Waa-ruit zij ontsprc - waaruit zij ontsproot droogden op. v.c onder primitief De goden der primitieven werden dit wel, ligt de bronnen als een bezweringsmiddel t veelal verstaat dat wat onbeholpen of onvoldragen is. Maar de kunstgeschiedenis duidt het woord primitief zowel een totempaal van een Noordamerikaanse Indianenstam aan als een olieverf paneel van Jan van Eyck. Een Indiaanse totempaal behoeft in zijn soort beslist niet onbeholpen te zijn en een paneel van Jan van Eyck kan toch moeilijk met het woord onvoldragenworden ontsierd. Het adjectief „primitief' kunnen we echter niet vermijden, omdat dr. W. Muensterberger het heeft gebruikt in de titel van zijn grootse studie „PRIMI TIEVE KUNST", als deel III verschenen reeks van Uitgeverij. Contact te Amsterdam Welke kunst behan- delt dit boek nu. Dr. Muensterberger heeft zich beperkt tot de figuratieve kunst van primitieve volken uit West- en Midden- Afrika, Indonesië (geen Balinese en Ja vaanse kunst, daar die niet primitief is), Me- lanesië, Polynesië en Noordwest-Amerika. In niet minder dan 138 foto's op pagina's van 25 bij 35 cm groot en meesterlijk ge maakt door Hans Sib- belee en de Zwitser R. Spreng, geeft. dr. Muensterberger een duidelijk beeld van wat hij in de uitste kende inleiding zegt Zo'n inleiding is nodig bij deze kunst. Im mers. achter deze pri- mitieve kunst schuilt 4:4' een gedachte, elk werkstuk beantwoordt L aan een bepaald doel. Epjffl En het is nodig dit doel te weten om tot een afgerond oordeel te komen. ONTDEKKING VAN PICASSO TOEN Picasso in 1907 in het Louvre te Parijs de primitieve Iberische sculptuur ontdekte, was eigenlijk de weg voor de neger kunst in de beschaafde wereld ge baand. Van dat moment af zag men de negersculpturen en de ne- igerschilderingen niet langer als gedachte achter de verschijning. door het Christendom onttroond, heidendom aan ten grondslag, dan Maar het demonische is bij vele betekenen een poging tot ontko- primdtieven als functie- scheppende kracht weggevallen, de kunst is niet langer magie. Eerlijk en devoot. EERLIJK EN DEVOOT plaats van een spreken i een mededelen van het geloof. Heit is goed dit alles eens uitvoe riger te overdenken en daarbij dan die wonderlijke, magische, fascinerende kunst van de pri-mi- waarde e moderne kunst waarde die zich in feite alleen maar mag manifeste ren in de krachtige expressie, in de weergave van een gedachte Den Haag), dat achter de vorm. In het voorkomen en 50 tekeningen van een vervlakking, die ontstaat als de schone harmonie de expres- E,t tieven op zich te laten inwerken. N hier zijn we eigenlijk bij de Dat kan ook aan de hand van het waarde van de primitieve prachtige boekje dat dr. S. Kooy- 1 mas, conservator van het Rijks museum voor Volkenkunde te Lei den schreef over ,,De kunst van Nieuw-Guinea" (Uitgave Servire. 130 bladzijden duidelijk "beeld geeft van de- - - volkskunst. Kost het grootse aie ui de weg gaat staan. En dat werk van dr. Muensterberger gebeurde nogal eens in de kunst I 22.50, het boekje van dr. Kooy- uit de vorige Het tragische moderne kunstenaar zich gevallen geestelijk liet leiden door de primitieve kunst en zij ook kost 8.90, doch behandelt echter dat de natuurlijk alleen maar de kunst vele uit Nieuw-Guinea. Zeer terecht wijst dir. Kooyman op, dat de gevolgen hem een soort magie werd. Westerse invloed op de Papoea soort bezweringsmiddel. Reli- culturen fataal zijn geweest voor 1 hij de kunst. Maar hoe was daaraan te ontkomen, hoe zou de zendings- gieuze spanningen reageert eveneens af en ook bij hem kan men vaak van een metafy: onrust spreken. Om nog te zwij i het sexuele, dat zowel metafysische opdracht vervuld kunnen worden, zonder dat er iets veranderde de geestelijke de primitieve als in de moderne de papoea's. Het demonische kon kunst een grote rol speelt. Het zich immers niet langer handha- alsof de onheilspellende goden van de natuurvolken de onder ga ngsfilosofen van de 20ste eeuw bestookten en beïnvloedden, waar door de kunstenaars hun 20ste- eeuwse primitieve kunst al even uitzichtloos gingen maken, al evenzeer ontbloot van elke ge- loofsbhjhedd. MAGISTRAAL Detail tan een Vrouwenfiguur van de Ba-Loeba Belgische Kongo met een voor deze stam karakte ristieke haartooi. De wijze waarog de haartooi wordt uitgebeeld is bij verschillende Afrikaanse stam men een betrouwbaar stilistisch identificatiem iddel. gen. Hem trof het wezenlijke, de rariteiten. als uitingen van de symbolische kracht. Dat mensen, die in him kunst allesbe- waarnaar de moderne r wilde afrekenen met een klas- sprong sicistisch schoonheidsideaal. De moderne mens werd gegrepen halve primitief -beholpen. Het heeft echt toé de ste eeuw geduurd alvorens n dit ging inznen en men van i emancipatie van de kunst primitieve volken kon gaan spre- mitieve kunstenaar de ken Wie het magistrale boekwerk God koning is. van dr. Muensterberger doorleest en doorbladert, zal in dit verband verrassende ontdekkingen doen. Zeker, hij zal gegrepen worden door een soms weergaloos tech nisch kunnen, hij zal gefascineerd worden door een vaak onontkoom bare expressie, hij zal steed6 meer gaan beseffen dat de primitieve kunstenaar zich in het uitdrukken van het gruwzame en afgrijselij ke, van het angstige en huivering wekkende. dat hij in zijn fetischen - weet te leggen, een ware meester foto' is. Maar hij zal ook geconfron- toto' 'eerd worden met een kunst, die van in ha-ar heidens-religieuze oor verbeelding in wezen m daarin juist lag de kracht van de papoea-kunstenaar. Als zending en missie echter zorgen niet de poëzie in de weg te staan de kunst der primitieven kan vaak uitzonderlijk mooi poëtisch zijn dan zal er zeker ook in de nieuwe geestesrichting een schone kunst kunnen bloeien, een veel schonere kunst wellicht. Niet een kunst van onrust, maar van rust. De rust van de ziel omdat zijn ALS CRITICUS „Alleen het slachten van zwijnen kan ik in romans goed verdragen; het afmaken van mensen komt mij, in Euro pese romans, meestal smakeloos en uit de zeden voor." Datzelfde gevoel heeft Roelants niet bij zekere Amerikaan se auteurs, bij wie leven en dood de inzet van de gevech ten der passies zijn. Bij auteurs als Faulkner. Hemming- way, Steinbeck lijkt „doodslageen natuurlijke afslui ting van een conflict, een geoorloofd moment in de lots bestemming. De maatschappij en haar gerechtelijke appa ratuur behoren hoogstens tot de opruimingsdiensten." In passages als deze hoort de lezer de stem van Maurice Roe lants als criticus en essayist. Over deze Vlaamse romanschrij ver en dichter heeft het Cultureel Venster van 17 december 1955 een artikel gegeven ter gelegenheid van Roelants' 60e verjaardag. Zijn „Gebed om een goed einde", een jeugdverhaal, herdrukt als „keurbundel", wordt afzonderlijk besproken. Ook de opstellenbundel „Schrijvers, wat is er van de mens" (1942) keert als keurbundel uit Roelants' werk terug, met een keuze ook van zijn critisch werk uit latere jaren. In het eerste deel zijn opstellen bijeengebracht over Karei van de Woestijne, Maurice Qilliams, Francoise Sagan, Hugo Claus, Henry de Montherlant. Jean Paul Sartre, Richard Minne en niet minder dan elf artikelen over Marnix Gijsen. Aan het geheel gaat vooraf de reeds in 1942 geschreven verant woording onder de titel „Over kr' is .gestolen" door de kunstenaar. Dit masker wordt ge- i het Noordelijk Ogowé-gebied Frans-Equatoriaal Afrika) ceremoniële dansen van een geheim genootschap. Het ok een ceremoniële beschildering en is 19 cm hoog. Sabena-revue Het lijkt vreemd de Sabena-re- VU3 op deze pagina aan te kondi gen. Doch wie de laatste afleve ring van deze driemaandelijkse revue van de Belgische lucht- het uitdrukken vaartmaatschappij lieeft gezien. zal het begrijpen. Want deze kost- u bare revue brengt ons, naast de zijn'fetischen gebruikelijke en noodzakelijke heett iets te zeggen vliegtuigen, in 63 fraaie s een zeldzaam mooi beeld de kunst in Italië, van de Etrusken af tot onze tijd toe. Men vindt er dan ook grafschilderin gen (in kleur) van de Etrusken, de ruïne van de Apollo-tempel in Rome, de -gothiek van het Dogen- heidsgevoel, Wie kunstenaars? Onbekende zonder klinkende namen, zelfs he lemaal zonder naam. De primitie ve kunst (waaronder we dus nu die kunst verstaan die in het boek leen, van dr. Muensterberger bespro- stam. De primitieve kuns-l ken wordt) was anoniem wat be treft het individu. De kunstvoor werpen waren uitingen van een istam en daardoor zijii we ook niet in staat psychologie te dat niet een teruggang paleis uit Venetië, de kolossale het heidendom? Voorzover Neptunus in Florence, de moza- spreken de moderne kunstenaar in zijn ieken "'6 J ard hierbo- al- ven al even aangestipt. Maar er zijn kan ook een andere overeenkomst ïaar zijn en die is: de devotie in de stond niet alleen, maar was deel kunst, het eerlijke, onopgesmukte, van een gemeenschap. Het reli- het waarachtige. Men kan de pri- gieuze leven was veelal een leven mitieve kunstenaars werkelijk geen de angst, de angst voor vele gebrek aan waarachtigheid verwij- velerlei goden, die drijven over die primitieve kun- kers of beelden bezworen moesten telijk leven denkt. En stenaars. Een bepaalde kunstui- worden, ting werd bijv. wel met een an dere stam voor iets geruild. En zo vinden we dezelfde uitingen bij verschillende stammen of een uiting die eigenlijk niet bij een bepaalde stam behoort. Na die ontdekking door Picasso gingen heel veel kunstenaars de negerplastiek bekijken en heel veel werden er zo door getroffen, dat ze teruggrepen naar die primitie ve kunst en hun eigen uiting er voor inruilden. Wat trof de moderne kunstenaar eigenlijk in die primitieve uitin- m eerdere moderne kunstenaars Florence (o.a. de Hertogin van Urbino door Piero della Fran- cesca), de marmeren grafbeelden „Nacht" en „Morgen" van Mi chelangelo in Florence, enz. Een uitklapbaar register maakt heit kij ken naar deze platen zoveel te a awtrekkelijker. Een kunstzinnige uitgave die niet genoeg te waar hun gees- deren is. En een bewijs dat ook zajn de luchtvaart nog wel oog heeft de schone kunst op de aar- De zending bracht contact met die zich daarin juist terugvonden, de. De ontmoeting tussen de oude en de nieuwe wereld is op zichzelf al een belangrijke gebeurtenis ge noeg om aanleiding te zijn tot een brede discussie. Wel. de schrijver Hans Habe schreef hier een belangrijke inleiding op met zijn roman „Naspel". Het oude Europa stond in brand en zijn ste den waren stuk voor stuk bezig In puinhopen te veranderen, toen de Amerikanen in geallieerd ver band de Indrukwekkende landing maakten in Frankrijk en hun ze getocht maakten die eindigde in Duitsland. Hans Habe laat zijn boek spelen vlak na deze tocht in de na-oorlogse tijd, waarin de kruitdampen en de stofwolken be nig zijn op te trekken en men een overzicht begint te krijgen van de ramp, die de oude en ook de nieu we wereld heeft getroffen, „want overwinning en nederlaag zijn niet te schelden in deze wereld", zegt de schrijver. Dit alles f V)A NAALD (N PtAAI DE VRIJWILLIGER door Aya Zikken Een zeer bijzonder gegeven heeft de schrijfster Aya Zikken verwerkt in haar boek „De Vrij williger". een gegeven waarme de zij zich kansen schiep om de mens te belichten in zijn den- bewegen naar buiten fyJISSCHlEN is het nog niet tot alle platenbezitters doorge drongen dat er naast de grote en vaak kostbare lang speelplaten ook kleine plaatjes bestaan. Plaatjes die een middellijn hebben snelheid van 45 toeren per minuut draaien. Die plaatjes zijn vanzelfsprekend veel minder duur dan de grote langspeelplaten, doch zijn in kwaliteit beslist niet minder. Bovendien hebben ze het voordeel veel gemakkelijker te zijn bij het opbergen. Natuur- u lijk kunnen er geen volledige symfonieën op die 45-toerenplaatjes hij "veel" voor het orgelspel worden opgenomen, doch elke plaatkant duurt toch ongeveer 8 de liefde tot het orgel gedaan nuten en dus kunt u zelf wel uitrekenen welke mogelijkheden heeft. Speciaal wel door zijn ko- .n 17 cm. en op een eeuwig eer ontvangen". (45-toeren- Die plaatjes zijn Plaa* NE 402 059). Over Jan Zwart als componist kan men natuurlijk heel verschil lend denken. Hoe men echter ook denkt, ontkend kan niet worden dat hier liggen Het is ook wel eens prettig niet veel op één plaat achter elkaar binnen. De zgn. vrijwilliger te hebben. Een heel liederenrecital haar boek is een jongen op de bijv. of een volledig orgelconcert op één grote 30 cm langspeelplaat is soms wel eens te veel van het goede. En daarin zijn deze plaat jes ideaal: een enkele aria of een enkel orgelwerk kan men er op afluisteren. Daarom wijs ik hier nog eens met nadruk op die klei ne plaatjes, die veelal kwalitatief uitstekend zijn. In deze rubriek vier van zulke plaatjes. .1 zijn volwassenheid, die als wees uit Indonesië in Holland is gekomen en ergens de erva ring moet hebben opgedaan, dat de mens in zijn verschijning in wezen een andere is. een die ge heimen in zich draagt, ergens an ders is, dan hij naar buiten schijnt te zijn. Dat verklaart de schrijf ster ons wel niet, maar gezien het gedrag van de jongen, moet zich toch wel een dergelijk proces in zijn ziel hebben voltrokken, want hij heeft behoefte om de mensen te observeren in hun huizen, hij geliefde altzangeres Aafje Hey- beloert achter gordijnen. 52-jarige kunstenares, die heggen en deuren. Hij speelt het haar opleiding kreeg bij A a It j alziend oog in dienst macht, zegt de flap en dat is zo op het eerste gezicht wel een aar dige typering van deze figuur, maar het verklaart ook tegelijk Herr" eigenlijk de zwakte van dit boek. Almacht geschreven met een klei ne letter waarschuwt ons onmiddellijk dat dit woordje almacht hier maar een loos be grip aanduidt. Het Noordewier-Reddingius en Lau rens Bogtman. PHILIPS maakte van haar een opname in het Largo de Arioso „Dank sei Dir, Handel, het Ave Maria Schubert en het lied ..Bist du bei mir" van Bach, het enige we reldlijke liefdeslied van Bach. Pier re Palla begeleidt de zangeres aan igel of piano. (45-toerenplaat De Nederland Heyr NE 422. 501 - i de gehele ge- Ongetwijfeld is Aafje Heynis ?n onzer beste altzangeressen van ogenblik. Speciaal als oratori- tangeres -heeft ze grote naam gemaakt, zowel in ons land als niet zich plotseling af: zin heeft dit alles. Het ontdekken- daarbuiten. JUS wam de licht op de mens is machtig Aafje Heynis heeft niet alleen uit- Herr" interessant, anders toe dient dan alleen het constateren dan vraagt men zich «"d-rlijk Dank sei Dir, En terecht. Want iets lichter en iets sneller opgevat het Ave Maria een minder tra- ra albewerkingen, composities die eigenlijk alle volgens eèn be paald harmonisch schema zijn geschreven. Een fuga als die van Ps. 72 is beslist geen slecht werk en kan heus door meer organisten worden vertolkt In zijn leerling Feike Asma heeft Jan Zwart de beste navol ger gevonden en tevens de beste vertolker. Asma voelt de sfeer de zer muziek volkomen aan en be heerst bovendien geheel het instru ment. Men kan dan bezwaren aan voeren tegen de soms willekeuri ge octaafverdubbelingen en soms ongelijke aanslag in de koralen, wie gevoelig is voor dit orgel spel en voor deze orgelmuziek, zal met deze opname zeker blij stralend, is het spel op een PHILIPS-plaatje met de beide befaamde violisten David Oistrakh en Isaac Stern. Begeleid door het Philadelphia Orkest o.l.v. Eugene Ormandy spelen zij het Concert voor twee violen en strijkorkest van Antonio Vivaldi. (45-toerenplaat AE 409 020). Dit Concert bewerkte Bach later voor orgel. Is het overdreven als ik dit werk een der mooiste uit de i veel glanzen gehele muziekliteratuur noem? Waarom dan Welk een verrukkelijke muziek is dat: juichend en dansend. Het is een belevenis dit werk op deze sublieme wijze vertolkt, in al zijn ,.A guesto seno" van Mozart en de aria „Traurigkeit ward mir zur Seele" (Konstanze-rol) uit Mozarts „Die Entfiihrung aus dem Serail", begeleid door het RIAS- Symfonie Orkest o.l.v Ferenc Fricsay en (dit wat betreft de concertaria) het Symfonie-or kest van de Beierse Omroep o.l.v Leopold Ludwig. (45-toerenplaat EPL 30 223). Maria Stader Mozart te horen zingen is nog steeds een speciale attractie. Zo ook hier: alles even licht. -gaaf. vol expressie en mu zikaal. Deze heerlijk lyrische stem zou 2 eeuwen geleden Mozart zeker tot nog meer composities voor sopraan gebracht hebben. Sopraanstemmen en misschien ook wel sopraanzangeressen hadden zijn voorliefde. Of die zangeressen in zyn tijd ook zo goed en zo stralend zongen als Maria Stader weet ik niet. Eigen lijk interesseert het me ook niet omdat Maria Stader er nog is. Wie technisch en muzikaal su bliem Mozart wil horen zingen, moet beslist dit kleine en dus niet kostbare plaatje aanschaf fen. Een geluk toch maar. dat er van die kleine 45-toerenplaatjes bestaan. Anders had u de volledi ge Entführung-opname op twee grote langspeelplaten moefen ko pen om Maria Stader te horen. De mooiste aria van Konstanze kunt 'u nu kopen voor een ..prikje". Ook de orkestbegeleidingen zullen u zeker bevallen. CORN. BASOSKI ren van Peter Olden, die in Duits land opgroeide, het lief had en die toch het leven in Amerika boeiend vond. Als hij door de oorlog weer voet in Europa zet en in Duitsland terugkeert ontmoet hij zijn vroe gere liefde, Maria, weer in wie hij ervaart wat hij aan de overzijde van de Oceaan heeft verloren. Maria wordt in dit boek een prachtig proto-type van de Westeuropese vrouw. In Amerika bleef Patri cia achter, de typisch Amerikaanse vrouw met haai- zelfstandigheid en moderne levenseisen, die de echt wetenschappelijk georganiseerde hulp aan de minder ontwikkelde en a-sociale, beklagens- waardige mens tot een „hobby maakt, maar die de „oude" begrippen van een gevende en offe rende liefde ver voorbij is en dan zonder het eigenlijk te beseffen lijdt aan een geestelijke verar ming. Is dit geen diep intrigerend beeld van de moderne mens? Even belangwekkend is de fi guur van John Stroud in dit boek. Een zuivere geest die de liefde tot de naaste als een kostbaar be zit in zijn hart heeft weten te be waren, maar telkens ervaren moet hoe deze liefde geschoffeerd wordt in een wereld, die de band mef het verleden heeft verscheurd en de aanknoping met het nieuwe niet kan vinden, omdat de harte- klop van de liefde er nauwelijks meer in te horen is. IETS TE ZEGGEN dat het niet mogelijk is terkundige en critische normen precies vast te stellen en wan neer dit wél het geval mocht zijn, dat het dan voor de geboren kun stenaar toch niet mogelijk zou zijn zich daaraan te houden. i dan tegenover de "levende mens met zijn zintuigen: wantrouwiger tegenover de theo rie dan tegenover de daad). Hij is „iemand die grotendeels onwe tend wordt zodra hij buiten de ge bieden treedt van het doen". Met instemming haalt hij het eenvou dige woord van Felix Timmer mans aan: „Ik kon niet anders." Volgens Roelants groeien alle normen en voorschriften uit de kunstenaar «elf. Hij kan niet an ders. Men moet hem nemen met zijn deugden en gebreken. Er be- ngeres Aafje. \kte voor Philips haar :h, Handel en Schubert. r waarde dit boek heeft, want het is in zijn geheel geval. De p stemmater laai, gische expressie gegeven? Men doorzichtige opbouw en zijn - is bovendien zeer muzikaal, kan ook wel eens té veel gevoel rukkclijke predikant vertolkingen hebben altijd inhoud, geestelijke adel. Als ik dit plaatje zeg dat het Bach- beelding te horen. Niettemin mijn be- weelderig en toch streng, sierlijk stem. Niet en toch niet sentimenteel. Het is illen gevt wonder ing I voer de begeleiding op het wel werkelijk geen wonder dat Baeh dat dit erg onpersoonlijke orgel. De pia- indertijd zó verzot was on do Bachhed me zeer ontroerd heeft, nobegeleiding in het Ave Maria muziek wiwdêirös^ Niettemin Tan betekent dat niet een gebrek beheerst Pierre Palla beter. kómt" niet uit de verf en wat de JM-Ja schrijfster hem laat zeggen op de kansel is waardeloos. Nietterr™ was het ontwerp groots en zijn belangwekkende bladzijden voortgekomen die het lezen waardering voor de andere vertolkingen. Het geeft slechts dat Aatje Heynis hier ^EN andere kleine plaat overdenken waard zijn. Aya Zik- grootst is. In de andere werken Feike As Ned. kunstenaar verzorgde Vivaldi, dat hij er veel van bewerkte Een opname die blij maakt, ook door de vol maakte opnametechniek. r PHILIPS en wel erd ik ook getroffen door de met de vertolking van Jan Zwart- 1 geres, waarop ik al prachtige stem. maar toch loof ik, dat Aafje Heynis moet op- Hlpassen die stem een iets te tra 1 met onderscheid dient te gische uitdrukking te geven. Juist Ongelkoraal een altzangeres komt daar zo gauw H. ST. toe, maar een altsitem kan net zo de Oude Kerk dam. Het zijn Voorspel en Koraal voorspel en Koraal Ps 34 .Morgenglans de eeuwigheid" en Pcstludium en Fu ga Ps. 72 i 11 „Zijn Amster- de aandacht vestigde: de Zwit- sopraan Maria Stader. Ook haar verscheen een kleine- Zo zijn Habe's figuren stuk voor stuk belangwekkende mensen die hij bovendien nog in een prachtig gecomponeerd verhaal voor ons laat leven en die ons in hun hoe danigheid iets te zeggen hebben, iets wat Habe bezielt tot schrij ven. getuige ook zijn nieuwe aansluitende roman „Over de schreef". Dit: bezin u op wat wordt in uw wereld, bewaar wat goed is, bewaar de liefde, waarin we elkaar proberen te verstaan en op te bouwen. Zijn boodschap wordt wel het duidelijkst in de bijief die Peter aan de oude iStroud schrijft, wan neer deze weer naar Amerika is teruggekeerd en in Duitsland zijn zoon geboren wordt uit de Poolse Wanda, die ook uit gemengd bloed geboren is. In hem, zo schrijft Peter dan, is Oost en West ver enigd, dorp en wereldstad, boer derij en fabriek, de grond van twee continenten en de hemel die zich boven deze continenten welft. In hem, John, is de wereld waar naar jij en ik streefden zonder deze ooit te kunnen bereiken. KNAP VERTAALD staat geen systeem of methode om kunst te scheppen. Kritiek is de „bloedeigen zuster van de kunst". Zij is een kunst op zichzelf. „Ik was, ik schreef," zegt Roelants. „Het resultaat was soms een do de mus. Als 't meeviel zat er le ven in als in een appel of roos Ik wist niets van wetten en nor men. Zij werkten met hun natuur lijke krachten in mijDe kriti sche normen ontstaan a posterio- Roelants ontkent, dat er kunst normen zijn. Maar, vraagt hij zich af, „met welke normen heb ik dan al die jaren beschouwin gen over kunst en kunstenaars ge schreven?" Ik heb gelezen zoals men lééft, zegt hij. met liefde, met haat, met volledige overgave en met steigerende weerbarstig heid. Ik was alleen maar bereid. tot ondergaan, tot verzetnaar de normen van mijn persoonlijk heid, die mij doet zeggen, trots en bescheiden, zelfbewust en deemoe dig, „ik kan niet anders." De op merkelijkste kritische beschou wingen, zegt Roelants. worden geschreven door kunstenaars. INDIVIDUELE REACTIES Het moet tot Roelants' eer ge zegd worden, dat hij zich in zijn kritisch werk aan deze liberale, individualistische en esthetische grondbeginselen heeft gehouden. Maar men kan met recht betwis ten of hij op deze wijze een be langrijk criticus is geworden. Na tuurlijk, aan het oordeel van een zo belezen auteur van gerenom meerde romans en gedichten, die altijd oprecht schrijft en zorgvul dig styleert, hecht men grote waarde, vooral ook omdat hij in sider is. Zijn opstellen over Van de Woestijne en Marnix Gijsen brengen deze figuren de lezer na der. Zijn opmerkingen zijn altijd Maurice Roelants Hij is het kind van twee over winnaars, maar aan zijn wieg staat Maria. En, geloof me, ook dat is goed. Kunnen we er iets be- langrijkers van zeggen? Wat de uitgave betreft: het is een knappe vertaling van Co Kars rit het Engels en het boek is uitge geven door Ad. M. C. Stok Zuidh. Jitgevers Mij in Den Haag op de vijze zoals we dat van deze uit gever gewend zijn, ^en prettig hanteerbaar boek, dat de lezer mooie uren van inspannende ont spanning geeft. HERM. STEGGERDA. Als hij zachtjes aan de deur raakt, ben ik wakker ik zwijg omdat hij mij kust en mijn hart is stil, omdat zijn stemmetje mij spreekt van zilveren draden, en een angstige bloem, een droom van hem misschien veel meer In mijn armen, nu stil, luistert hij naar een afgesmeekt verhaal, maar hij huilt plots als een prinsje, dat de smarten van zijn rijk hoort of misschien, in herinnering E. BRENT BESEMER. (Uit „Ewout". zes verzen by een kind. Uitg. Boucher, 's-Gravenhage. de moeite waard, zijn oordeel verantwoord. Maar het zijn typisch Individuele reacties, die het best uitkomen in briefvorm, welke vorm hij dan ook hier en daar gebruikt. Belangrij ke, persoonlijke reacties dus, maar dat is nog geen kritiek Een geboren criticus, zoals Bus ken Huet en Ter Braak waren, wil iets bepaalds van de kunst. Naar die onderbewuste, half be wuste of allengs helder bewust geworden normen oordeelt hij, kiest of verwerpt. Zonder een in de geest huizend levensbeschouwe lijk element kan geen criticus van formaat ontstaan. Het misverstand zit in de me ning, alsof de criticus zijn normen in een soort decaloog zou kunnen formuleren. O nee, die formulering is uiterst vaag: Hoe meer de „wet" in het hart zit, des te min der behoeft ze op tafelen te wor den gegrift. Maar het is mijn vas te overtuiging, dat de kritiek het antwoord is van het leven op de kunst en er is geen leven dat niet volgens wetten functioneert. Coster was in zijn tijd een be langrijk criticus omdat hij van de kunst iets bepaalds wilde. En dat bepaalde was bovenindividueel. Zelfs met dit vage humanitaire ideaal voor ogen kon hij voortref felijk kritisch werk leveren. Dat een veranderde tijdgeest hem ter zijde schoof, bewijst niets. Dat voor Coster wel geen herleving in de belangstelling weggelegd zal zijn, ligt niet aan zijn kwaliteiten, of aan zijn ongelijk tegenover de mannen van „Forum", maar aan de armoede van zijn geestelijk ideaal. Is het ideaal van de „hon- néte homme" trouwens zoveel rij ker? Het was ..zindelijker", dat wil zeggen ontdaan van franje, van kanselgalm. De jongste school heeft dat „honnête" dan ook al weer laten varen, en het „homme" tussen aanhalingstekens gezet. Het kritisch werk van Roelants leeft bij de gratie van zijn romans en gedichten. Een prachtige toe gift inderdaad, maar een echte criticus is Roelants voor mijn besef dan ook niet. Religieus gesproken is hij als kunstkeurder een man met een uiterst rekbare overtuiging en dat strekt hem in zover tot eer, dat hij liever prijst dan laakt. Maar hiermee is de kri tiek niet bekeken. De grondfout is de over wegend esthetische hou ding, die typisch is voor Roelants' generatie. Wie belangrijker opmerkingen over de figuur van Roelants lezen wil, kan terecht bij het, eveneens bij de Uitgeversmaatschappij A Manteau N.V. Brussel versche nen, boekje „Van en over Maurice Roelants", met bijdragen van An ton van Duinkerken, Marnix Gij sen, Raymond Herreman, Karei Leroux, R. F. Lissens, H. A. Lunshof, Richard Minne en Albert Westerlinck. Enkele illustraties verluchten de interessante tekst C. RIJNSDORP

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1957 | | pagina 14