en de onrust
van onze tijd
cm aurice <*~Qoelantó
HANS HABES,,Naspel'
ZANGORGEL EN VIOOL OP
45-TOERENPLAATJES
Cultureel
venster
EWOUT (II)
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 9 FEBRUARI 1957
Bij de venchijning van twee boeken^
rv«
Kunstredacteur)
PRIMITIEVE KUNST deze omschrijving i
begrip. En wel heel eenvoudig omdat
genlijke waarde, d.
i relatief Waa-ruit zij ontsprc
- waaruit zij ontsproot droogden op. v.c
onder primitief De goden der primitieven werden dit wel, ligt
de bronnen als een bezweringsmiddel t
veelal verstaat dat wat onbeholpen of onvoldragen is. Maar
de kunstgeschiedenis duidt het woord primitief zowel een
totempaal van een Noordamerikaanse Indianenstam aan als een
olieverf paneel van Jan van Eyck. Een Indiaanse totempaal
behoeft in zijn soort beslist niet onbeholpen te zijn en een
paneel van Jan van Eyck kan toch moeilijk met het woord
onvoldragenworden ontsierd. Het adjectief „primitief'
kunnen we echter niet vermijden, omdat dr. W. Muensterberger
het heeft gebruikt in de titel van zijn grootse studie „PRIMI
TIEVE KUNST", als deel III verschenen
reeks van Uitgeverij. Contact te Amsterdam
Welke kunst behan-
delt dit boek nu. Dr.
Muensterberger heeft
zich beperkt tot de
figuratieve kunst van
primitieve volken uit
West- en Midden-
Afrika, Indonesië
(geen Balinese en Ja
vaanse kunst, daar die
niet primitief is), Me-
lanesië, Polynesië en
Noordwest-Amerika.
In niet minder dan
138 foto's op pagina's
van 25 bij 35 cm groot
en meesterlijk ge
maakt door Hans Sib-
belee en de Zwitser R.
Spreng, geeft. dr.
Muensterberger een
duidelijk beeld van
wat hij in de uitste
kende inleiding zegt
Zo'n inleiding is nodig
bij deze kunst. Im
mers. achter deze pri-
mitieve kunst schuilt 4:4'
een gedachte, elk
werkstuk beantwoordt L
aan een bepaald doel. Epjffl
En het is nodig dit
doel te weten om tot een afgerond
oordeel te komen.
ONTDEKKING VAN PICASSO
TOEN Picasso in 1907 in het
Louvre te Parijs de primitieve
Iberische sculptuur ontdekte, was
eigenlijk de weg voor de neger
kunst in de beschaafde wereld ge
baand. Van dat moment af zag
men de negersculpturen en de ne-
igerschilderingen niet langer als gedachte achter de verschijning.
door het Christendom onttroond, heidendom aan ten grondslag, dan
Maar het demonische is bij vele betekenen een poging tot ontko-
primdtieven als functie-
scheppende kracht weggevallen,
de kunst is niet langer magie.
Eerlijk en devoot.
EERLIJK EN DEVOOT
plaats van een spreken i
een mededelen van het geloof.
Heit is goed dit alles eens uitvoe
riger te overdenken en daarbij
dan die wonderlijke, magische,
fascinerende kunst van de pri-mi-
waarde
e moderne kunst
waarde die zich in
feite alleen maar mag manifeste
ren in de krachtige expressie, in
de weergave van een gedachte Den Haag), dat
achter de vorm. In het voorkomen en 50 tekeningen
van een vervlakking, die ontstaat
als de schone harmonie de expres-
E,t tieven op zich te laten inwerken.
N hier zijn we eigenlijk bij de Dat kan ook aan de hand van het
waarde van de primitieve prachtige boekje dat dr. S. Kooy-
1 mas, conservator van het Rijks
museum voor Volkenkunde te Lei
den schreef over ,,De kunst van
Nieuw-Guinea" (Uitgave Servire.
130 bladzijden
duidelijk "beeld geeft van de-
- - volkskunst. Kost het grootse
aie ui de weg gaat staan. En dat werk van dr. Muensterberger
gebeurde nogal eens in de kunst I 22.50, het boekje van dr. Kooy-
uit de vorige
Het tragische
moderne kunstenaar zich
gevallen geestelijk liet leiden door
de primitieve kunst en zij ook
kost 8.90, doch behandelt
echter dat de natuurlijk alleen maar de kunst
vele uit Nieuw-Guinea.
Zeer terecht wijst dir. Kooyman
op, dat de gevolgen
hem een soort magie werd. Westerse invloed op de Papoea
soort bezweringsmiddel. Reli- culturen fataal zijn geweest voor
1 hij de kunst. Maar hoe was daaraan
te ontkomen, hoe zou de zendings-
gieuze spanningen reageert
eveneens af en ook bij hem kan
men vaak van een metafy:
onrust spreken. Om nog te zwij
i het sexuele, dat zowel
metafysische opdracht vervuld kunnen worden,
zonder dat er iets veranderde
de geestelijke
de primitieve als in de moderne de papoea's. Het demonische kon
kunst een grote rol speelt. Het zich immers niet langer handha-
alsof de onheilspellende goden
van de natuurvolken de onder
ga ngsfilosofen van de 20ste eeuw
bestookten en beïnvloedden, waar
door de kunstenaars hun 20ste-
eeuwse primitieve kunst al even
uitzichtloos gingen maken, al
evenzeer ontbloot van elke ge-
loofsbhjhedd.
MAGISTRAAL
Detail tan een Vrouwenfiguur van
de Ba-Loeba Belgische Kongo
met een voor deze stam karakte
ristieke haartooi. De wijze waarog
de haartooi wordt uitgebeeld is
bij verschillende Afrikaanse stam
men een betrouwbaar stilistisch
identificatiem iddel.
gen. Hem trof het wezenlijke, de
rariteiten.
als uitingen van de symbolische kracht. Dat
mensen, die in him kunst allesbe- waarnaar de moderne r
wilde afrekenen met een klas- sprong
sicistisch schoonheidsideaal. De
moderne mens werd gegrepen
halve primitief
-beholpen. Het heeft echt toé de
ste eeuw geduurd alvorens n
dit ging inznen en men van i
emancipatie van de kunst
primitieve volken kon gaan spre- mitieve kunstenaar de
ken
Wie het magistrale boekwerk God koning is.
van dr. Muensterberger doorleest
en doorbladert, zal in dit verband
verrassende ontdekkingen doen.
Zeker, hij zal gegrepen worden
door een soms weergaloos tech
nisch kunnen, hij zal gefascineerd
worden door een vaak onontkoom
bare expressie, hij zal steed6 meer
gaan beseffen dat de primitieve
kunstenaar zich in het uitdrukken
van het gruwzame en afgrijselij
ke, van het angstige en huivering
wekkende. dat hij in zijn fetischen -
weet te leggen, een ware meester foto'
is. Maar hij zal ook geconfron- toto'
'eerd worden met een kunst, die van
in ha-ar heidens-religieuze oor
verbeelding in wezen
m daarin juist lag de kracht
van de papoea-kunstenaar. Als
zending en missie echter zorgen
niet de poëzie in de weg te staan
de kunst der primitieven kan
vaak uitzonderlijk mooi poëtisch
zijn dan zal er zeker ook in de
nieuwe geestesrichting een schone
kunst kunnen bloeien, een veel
schonere kunst wellicht. Niet een
kunst van onrust, maar van rust.
De rust van de ziel omdat zijn
ALS CRITICUS
„Alleen het slachten van zwijnen kan ik in romans goed
verdragen; het afmaken van mensen komt mij, in Euro
pese romans, meestal smakeloos en uit de zeden voor."
Datzelfde gevoel heeft Roelants niet bij zekere Amerikaan
se auteurs, bij wie leven en dood de inzet van de gevech
ten der passies zijn. Bij auteurs als Faulkner. Hemming-
way, Steinbeck lijkt „doodslageen natuurlijke afslui
ting van een conflict, een geoorloofd moment in de lots
bestemming. De maatschappij en haar gerechtelijke appa
ratuur behoren hoogstens tot de opruimingsdiensten."
In passages als deze hoort de
lezer de stem van Maurice Roe
lants als criticus en essayist.
Over deze Vlaamse romanschrij
ver en dichter heeft het Cultureel
Venster van 17 december 1955 een
artikel gegeven ter gelegenheid
van Roelants' 60e verjaardag.
Zijn „Gebed om een goed einde",
een jeugdverhaal, herdrukt als
„keurbundel", wordt afzonderlijk
besproken. Ook de opstellenbundel
„Schrijvers, wat is er van de
mens" (1942) keert als keurbundel
uit Roelants' werk terug, met een
keuze ook van zijn critisch werk
uit latere jaren. In het eerste deel
zijn opstellen bijeengebracht over
Karei van de Woestijne, Maurice
Qilliams, Francoise Sagan, Hugo
Claus, Henry de Montherlant. Jean
Paul Sartre, Richard Minne en
niet minder dan elf artikelen over
Marnix Gijsen.
Aan het geheel gaat vooraf de
reeds in 1942 geschreven verant
woording onder de titel „Over kr'
is .gestolen" door de kunstenaar. Dit masker wordt ge-
i het Noordelijk Ogowé-gebied Frans-Equatoriaal Afrika)
ceremoniële dansen van een geheim genootschap. Het
ok een ceremoniële beschildering en is 19 cm hoog.
Sabena-revue
Het lijkt vreemd de Sabena-re-
VU3 op deze pagina aan te kondi
gen. Doch wie de laatste afleve
ring van deze driemaandelijkse
revue van de Belgische lucht-
het uitdrukken vaartmaatschappij lieeft gezien.
zal het begrijpen. Want deze kost-
u bare revue brengt ons, naast de
zijn'fetischen gebruikelijke en noodzakelijke
heett iets te zeggen
vliegtuigen, in 63 fraaie
s een zeldzaam mooi beeld
de kunst in Italië, van de
Etrusken af tot onze tijd toe. Men
vindt er dan ook grafschilderin
gen (in kleur) van de Etrusken,
de ruïne van de Apollo-tempel in
Rome, de -gothiek van het Dogen-
heidsgevoel,
Wie
kunstenaars? Onbekende
zonder klinkende namen, zelfs he
lemaal zonder naam. De primitie
ve kunst (waaronder we dus nu
die kunst verstaan die in het boek leen,
van dr. Muensterberger bespro- stam. De primitieve kuns-l
ken wordt) was anoniem wat be
treft het individu. De kunstvoor
werpen waren uitingen van een
istam en daardoor zijii we ook niet
in staat psychologie te
dat niet een teruggang paleis uit Venetië, de kolossale
het heidendom? Voorzover Neptunus in Florence, de moza-
spreken de moderne kunstenaar in zijn ieken "'6 J
ard
hierbo-
al- ven al even aangestipt. Maar er
zijn kan ook een andere overeenkomst
ïaar zijn en die is: de devotie in de
stond niet alleen, maar was deel kunst, het eerlijke, onopgesmukte,
van een gemeenschap. Het reli- het waarachtige. Men kan de pri-
gieuze leven was veelal een leven mitieve kunstenaars werkelijk geen
de angst, de angst voor vele gebrek aan waarachtigheid verwij-
velerlei goden, die
drijven over die primitieve kun- kers of beelden bezworen moesten telijk leven denkt. En
stenaars. Een bepaalde kunstui- worden,
ting werd bijv. wel met een an
dere stam voor iets geruild. En
zo vinden we dezelfde uitingen bij
verschillende stammen of een
uiting die eigenlijk niet bij een
bepaalde stam behoort.
Na die ontdekking door Picasso
gingen heel veel kunstenaars de
negerplastiek bekijken en heel veel
werden er zo door getroffen, dat
ze teruggrepen naar die primitie
ve kunst en hun eigen uiting er
voor inruilden.
Wat trof de moderne kunstenaar
eigenlijk in die primitieve uitin-
m eerdere moderne kunstenaars
Florence (o.a. de Hertogin
van Urbino door Piero della Fran-
cesca), de marmeren grafbeelden
„Nacht" en „Morgen" van Mi
chelangelo in Florence, enz. Een
uitklapbaar register maakt heit kij
ken naar deze platen zoveel te
a awtrekkelijker. Een kunstzinnige
uitgave die niet genoeg te waar
hun gees- deren is. En een bewijs dat ook
zajn de luchtvaart nog wel oog heeft
de schone kunst op de aar-
De zending bracht contact met die zich daarin juist terugvonden, de.
De ontmoeting tussen de oude
en de nieuwe wereld is op zichzelf
al een belangrijke gebeurtenis ge
noeg om aanleiding te zijn tot
een brede discussie. Wel. de
schrijver Hans Habe schreef hier
een belangrijke inleiding op met
zijn roman „Naspel". Het oude
Europa stond in brand en zijn ste
den waren stuk voor stuk bezig
In puinhopen te veranderen, toen
de Amerikanen in geallieerd ver
band de Indrukwekkende landing
maakten in Frankrijk en hun ze
getocht maakten die eindigde in
Duitsland. Hans Habe laat zijn
boek spelen vlak na deze tocht in
de na-oorlogse tijd, waarin de
kruitdampen en de stofwolken be
nig zijn op te trekken en men een
overzicht begint te krijgen van de
ramp, die de oude en ook de nieu
we wereld heeft getroffen, „want
overwinning en nederlaag zijn
niet te schelden in deze wereld",
zegt de schrijver.
Dit alles f
V)A NAALD
(N PtAAI
DE VRIJWILLIGER
door Aya Zikken
Een zeer bijzonder gegeven
heeft de schrijfster Aya Zikken
verwerkt in haar boek „De Vrij
williger". een gegeven waarme
de zij zich kansen schiep om de
mens te belichten in zijn den-
bewegen naar buiten
fyJISSCHlEN is het nog niet tot
alle platenbezitters doorge
drongen dat er naast de grote
en vaak kostbare lang
speelplaten ook kleine plaatjes
bestaan. Plaatjes die een middellijn hebben
snelheid van 45 toeren per minuut draaien. Die plaatjes zijn
vanzelfsprekend veel minder duur dan de grote langspeelplaten,
doch zijn in kwaliteit beslist niet minder. Bovendien hebben ze
het voordeel veel gemakkelijker te zijn bij het opbergen. Natuur- u
lijk kunnen er geen volledige symfonieën op die 45-toerenplaatjes hij "veel" voor het orgelspel
worden opgenomen, doch elke plaatkant duurt toch ongeveer 8 de liefde tot het orgel gedaan
nuten en dus kunt u zelf wel uitrekenen welke mogelijkheden heeft. Speciaal wel door zijn ko-
.n 17 cm. en op een eeuwig eer ontvangen". (45-toeren-
Die plaatjes zijn Plaa* NE 402 059).
Over Jan Zwart als componist
kan men natuurlijk heel verschil
lend denken. Hoe men echter ook
denkt, ontkend kan niet worden dat
hier liggen
Het is ook wel eens prettig niet
veel op één plaat achter elkaar
binnen. De zgn. vrijwilliger te hebben. Een heel liederenrecital
haar boek is een jongen op de bijv. of een volledig orgelconcert
op één grote 30 cm langspeelplaat
is soms wel eens te veel van het
goede. En daarin zijn deze plaat
jes ideaal: een enkele aria of een
enkel orgelwerk kan men er op
afluisteren. Daarom wijs ik hier
nog eens met nadruk op die klei
ne plaatjes, die veelal kwalitatief
uitstekend zijn. In deze rubriek
vier van zulke plaatjes.
.1 zijn volwassenheid, die
als wees uit Indonesië in Holland
is gekomen en ergens de erva
ring moet hebben opgedaan, dat
de mens in zijn verschijning in
wezen een andere is. een die ge
heimen in zich draagt, ergens an
ders is, dan hij naar buiten schijnt
te zijn. Dat verklaart de schrijf
ster ons wel niet, maar gezien het
gedrag van de jongen, moet zich
toch wel een dergelijk proces in
zijn ziel hebben voltrokken, want
hij heeft behoefte om de mensen
te observeren in hun huizen, hij geliefde altzangeres Aafje Hey-
beloert
achter gordijnen.
52-jarige kunstenares, die
heggen en deuren. Hij speelt het haar opleiding kreeg bij A a It j
alziend oog in dienst
macht, zegt de flap en dat is zo
op het eerste gezicht wel een aar
dige typering van deze figuur,
maar het verklaart ook tegelijk Herr"
eigenlijk de zwakte van dit boek.
Almacht geschreven met een klei
ne letter waarschuwt ons
onmiddellijk dat dit woordje
almacht hier maar een loos be
grip aanduidt. Het
Noordewier-Reddingius en Lau
rens Bogtman. PHILIPS maakte
van haar een opname in het Largo
de Arioso „Dank sei Dir,
Handel, het Ave Maria
Schubert en het lied ..Bist du
bei mir" van Bach, het enige we
reldlijke liefdeslied van Bach. Pier
re Palla begeleidt de zangeres aan
igel of piano. (45-toerenplaat
De Nederland
Heyr
NE 422. 501 -
i de gehele ge- Ongetwijfeld is Aafje Heynis
?n onzer beste altzangeressen van
ogenblik. Speciaal als oratori-
tangeres -heeft ze grote naam
gemaakt, zowel in ons land als niet
zich plotseling af:
zin heeft dit alles. Het ontdekken- daarbuiten. JUS wam
de licht op de mens is machtig Aafje Heynis heeft niet alleen uit-
Herr"
interessant,
anders toe dient dan alleen het
constateren dan vraagt men zich
«"d-rlijk
Dank sei Dir,
En terecht. Want iets lichter en iets sneller opgevat
het Ave Maria een minder tra-
ra albewerkingen, composities die
eigenlijk alle volgens eèn be
paald harmonisch schema zijn
geschreven. Een fuga als die van
Ps. 72 is beslist geen slecht werk
en kan heus door meer organisten
worden vertolkt
In zijn leerling Feike Asma
heeft Jan Zwart de beste navol
ger gevonden en tevens de beste
vertolker. Asma voelt de sfeer de
zer muziek volkomen aan en be
heerst bovendien geheel het instru
ment. Men kan dan bezwaren aan
voeren tegen de soms willekeuri
ge octaafverdubbelingen en soms
ongelijke aanslag in de koralen,
wie gevoelig is voor dit orgel
spel en voor deze orgelmuziek,
zal met deze opname zeker blij
stralend, is het
spel op een PHILIPS-plaatje met
de beide befaamde violisten David
Oistrakh en Isaac Stern. Begeleid
door het Philadelphia Orkest
o.l.v. Eugene Ormandy spelen zij
het Concert voor twee violen en
strijkorkest van Antonio Vivaldi.
(45-toerenplaat AE 409 020). Dit
Concert bewerkte Bach later voor
orgel. Is het overdreven als ik
dit werk een der mooiste uit de
i veel glanzen gehele muziekliteratuur noem?
Waarom dan Welk een verrukkelijke muziek is
dat: juichend en dansend. Het is
een belevenis dit werk op deze
sublieme wijze vertolkt, in al zijn
,.A guesto seno" van Mozart en
de aria „Traurigkeit ward mir
zur Seele" (Konstanze-rol) uit
Mozarts „Die Entfiihrung aus dem
Serail", begeleid door het RIAS-
Symfonie Orkest o.l.v Ferenc
Fricsay en (dit wat betreft de
concertaria) het Symfonie-or
kest van de Beierse Omroep o.l.v
Leopold Ludwig. (45-toerenplaat
EPL 30 223).
Maria Stader Mozart te horen
zingen is nog steeds een speciale
attractie. Zo ook hier: alles even
licht. -gaaf. vol expressie en mu
zikaal. Deze heerlijk lyrische
stem zou 2 eeuwen geleden Mozart
zeker tot nog meer composities
voor sopraan gebracht hebben.
Sopraanstemmen en misschien
ook wel sopraanzangeressen
hadden zijn voorliefde. Of die
zangeressen in zyn tijd ook zo
goed en zo stralend zongen als
Maria Stader weet ik niet. Eigen
lijk interesseert het me ook niet
omdat Maria Stader er nog is.
Wie technisch en muzikaal su
bliem Mozart wil horen zingen,
moet beslist dit kleine en dus
niet kostbare plaatje aanschaf
fen. Een geluk toch maar. dat er
van die kleine 45-toerenplaatjes
bestaan. Anders had u de volledi
ge Entführung-opname op twee
grote langspeelplaten moefen ko
pen om Maria Stader te horen.
De mooiste aria van Konstanze
kunt 'u nu kopen voor een ..prikje".
Ook de orkestbegeleidingen zullen
u zeker bevallen.
CORN. BASOSKI
ren van Peter Olden, die in Duits
land opgroeide, het lief had en die
toch het leven in Amerika boeiend
vond. Als hij door de oorlog weer
voet in Europa zet en in Duitsland
terugkeert ontmoet hij zijn vroe
gere liefde, Maria, weer in wie
hij ervaart wat hij aan de
overzijde van de Oceaan
heeft verloren. Maria
wordt in dit boek een
prachtig proto-type van
de Westeuropese vrouw.
In Amerika bleef Patri
cia achter, de typisch
Amerikaanse vrouw met
haai- zelfstandigheid en
moderne levenseisen, die
de echt wetenschappelijk
georganiseerde hulp aan
de minder ontwikkelde
en a-sociale, beklagens-
waardige mens tot een
„hobby maakt, maar die de „oude"
begrippen van een gevende en offe
rende liefde ver voorbij is en dan
zonder het eigenlijk te beseffen
lijdt aan een geestelijke verar
ming. Is dit geen diep intrigerend
beeld van de moderne mens?
Even belangwekkend is de fi
guur van John Stroud in dit boek.
Een zuivere geest die de liefde
tot de naaste als een kostbaar be
zit in zijn hart heeft weten te be
waren, maar telkens ervaren
moet hoe deze liefde geschoffeerd
wordt in een wereld, die de band
mef het verleden heeft verscheurd
en de aanknoping met het nieuwe
niet kan vinden, omdat de harte-
klop van de liefde er nauwelijks
meer in te horen is.
IETS TE ZEGGEN
dat het niet mogelijk is
terkundige en critische normen
precies vast te stellen en wan
neer dit wél het geval mocht zijn,
dat het dan voor de geboren kun
stenaar toch niet mogelijk zou zijn
zich daaraan te houden.
i dan tegenover de
"levende mens met zijn zintuigen:
wantrouwiger tegenover de theo
rie dan tegenover de daad). Hij is
„iemand die grotendeels onwe
tend wordt zodra hij buiten de ge
bieden treedt van het doen". Met
instemming haalt hij het eenvou
dige woord van Felix Timmer
mans aan: „Ik kon niet anders."
Volgens Roelants groeien alle
normen en voorschriften uit de
kunstenaar «elf. Hij kan niet an
ders. Men moet hem nemen met
zijn deugden en gebreken. Er be-
ngeres Aafje.
\kte voor Philips haar
:h, Handel en Schubert.
r waarde dit boek heeft,
want het is in zijn geheel
geval. De p
stemmater laai, gische expressie gegeven? Men doorzichtige opbouw en zijn
- is bovendien zeer muzikaal, kan ook wel eens té veel gevoel rukkclijke
predikant
vertolkingen hebben altijd
inhoud, geestelijke adel. Als ik
dit plaatje zeg dat het Bach-
beelding te horen.
Niettemin mijn be- weelderig en toch streng, sierlijk
stem. Niet en toch niet sentimenteel. Het is
illen gevt
wonder ing I
voer de begeleiding op het wel werkelijk geen wonder dat Baeh
dat dit erg onpersoonlijke orgel. De pia- indertijd zó verzot was on do
Bachhed me zeer ontroerd heeft, nobegeleiding in het Ave Maria muziek
wiwdêirös^ Niettemin Tan betekent dat niet een gebrek beheerst Pierre Palla beter.
kómt" niet uit de verf en wat de JM-Ja
schrijfster hem laat zeggen op de
kansel is waardeloos. Nietterr™
was het ontwerp groots en zijn
belangwekkende bladzijden
voortgekomen die het lezen
waardering voor de andere
vertolkingen. Het geeft slechts
dat Aatje Heynis hier
^EN andere kleine plaat
overdenken waard zijn. Aya Zik- grootst is. In de andere werken Feike As
Ned. kunstenaar verzorgde
Vivaldi, dat hij er
veel van bewerkte Een opname
die blij maakt, ook door de vol
maakte opnametechniek.
r PHILIPS en wel
erd ik ook getroffen door de met de vertolking van Jan Zwart- 1 geres, waarop ik al
prachtige stem. maar toch
loof ik, dat Aafje Heynis moet op-
Hlpassen die stem een iets te tra
1 met onderscheid dient te gische uitdrukking te geven. Juist Ongelkoraal
een altzangeres komt daar zo gauw
H. ST. toe, maar een altsitem kan net zo
de Oude Kerk
dam. Het zijn Voorspel en Koraal
voorspel en Koraal Ps 34
.Morgenglans de
eeuwigheid" en Pcstludium en Fu
ga Ps. 72 i 11 „Zijn
Amster- de aandacht vestigde: de Zwit-
sopraan Maria Stader. Ook
haar verscheen een kleine-
Zo zijn Habe's figuren stuk voor
stuk belangwekkende mensen die
hij bovendien nog in een prachtig
gecomponeerd verhaal voor ons
laat leven en die ons in hun hoe
danigheid iets te zeggen hebben,
iets wat Habe bezielt tot schrij
ven. getuige ook zijn nieuwe
aansluitende roman „Over de
schreef". Dit: bezin u op wat
wordt in uw wereld, bewaar wat
goed is, bewaar de liefde, waarin
we elkaar proberen te verstaan
en op te bouwen.
Zijn boodschap wordt wel het
duidelijkst in de bijief die Peter
aan de oude iStroud schrijft, wan
neer deze weer naar Amerika is
teruggekeerd en in Duitsland zijn
zoon geboren wordt uit de Poolse
Wanda, die ook uit gemengd bloed
geboren is. In hem, zo schrijft
Peter dan, is Oost en West ver
enigd, dorp en wereldstad, boer
derij en fabriek, de grond van
twee continenten en de hemel die
zich boven deze continenten welft.
In hem, John, is de wereld waar
naar jij en ik streefden zonder
deze ooit te kunnen bereiken.
KNAP VERTAALD
staat geen systeem of methode om
kunst te scheppen. Kritiek is de
„bloedeigen zuster van de kunst".
Zij is een kunst op zichzelf. „Ik
was, ik schreef," zegt Roelants.
„Het resultaat was soms een do
de mus. Als 't meeviel zat er le
ven in als in een appel of roos
Ik wist niets van wetten en nor
men. Zij werkten met hun natuur
lijke krachten in mijDe kriti
sche normen ontstaan a posterio-
Roelants ontkent, dat er kunst
normen zijn. Maar, vraagt hij
zich af, „met welke normen heb
ik dan al die jaren beschouwin
gen over kunst en kunstenaars ge
schreven?" Ik heb gelezen zoals
men lééft, zegt hij. met liefde,
met haat, met volledige overgave
en met steigerende weerbarstig
heid. Ik was alleen maar bereid.
tot ondergaan, tot verzetnaar
de normen van mijn persoonlijk
heid, die mij doet zeggen, trots en
bescheiden, zelfbewust en deemoe
dig, „ik kan niet anders." De op
merkelijkste kritische beschou
wingen, zegt Roelants. worden
geschreven door kunstenaars.
INDIVIDUELE REACTIES
Het moet tot Roelants' eer ge
zegd worden, dat hij zich in zijn
kritisch werk aan deze liberale,
individualistische en esthetische
grondbeginselen heeft gehouden.
Maar men kan met recht betwis
ten of hij op deze wijze een be
langrijk criticus is geworden. Na
tuurlijk, aan het oordeel van een
zo belezen auteur van gerenom
meerde romans en gedichten, die
altijd oprecht schrijft en zorgvul
dig styleert, hecht men grote
waarde, vooral ook omdat hij in
sider is. Zijn opstellen over Van
de Woestijne en Marnix Gijsen
brengen deze figuren de lezer na
der. Zijn opmerkingen zijn altijd
Maurice Roelants
Hij is het kind van twee over
winnaars, maar aan zijn wieg
staat Maria. En, geloof me, ook
dat is goed. Kunnen we er iets be-
langrijkers van zeggen?
Wat de uitgave betreft: het is
een knappe vertaling van Co Kars
rit het Engels en het boek is uitge
geven door Ad. M. C. Stok Zuidh.
Jitgevers Mij in Den Haag op de
vijze zoals we dat van deze uit
gever gewend zijn, ^en prettig
hanteerbaar boek, dat de lezer
mooie uren van inspannende ont
spanning geeft.
HERM. STEGGERDA.
Als hij zachtjes aan de deur raakt,
ben ik wakker
ik zwijg omdat hij mij kust
en mijn hart is stil,
omdat zijn stemmetje mij spreekt
van zilveren draden,
en een angstige bloem,
een droom van hem misschien
veel meer
In mijn armen, nu stil,
luistert hij naar een afgesmeekt
verhaal,
maar hij huilt plots
als een prinsje,
dat de smarten van zijn rijk hoort
of misschien, in herinnering
E. BRENT BESEMER. (Uit „Ewout". zes verzen
by een kind. Uitg. Boucher, 's-Gravenhage.
de moeite waard, zijn oordeel
verantwoord.
Maar het zijn typisch Individuele
reacties, die het best uitkomen in
briefvorm, welke vorm hij dan ook
hier en daar gebruikt. Belangrij
ke, persoonlijke reacties dus,
maar dat is nog geen kritiek
Een geboren criticus, zoals Bus
ken Huet en Ter Braak waren,
wil iets bepaalds van de kunst.
Naar die onderbewuste, half be
wuste of allengs helder bewust
geworden normen oordeelt hij,
kiest of verwerpt. Zonder een in
de geest huizend levensbeschouwe
lijk element kan geen criticus van
formaat ontstaan.
Het misverstand zit in de me
ning, alsof de criticus zijn normen
in een soort decaloog zou kunnen
formuleren. O nee, die formulering
is uiterst vaag: Hoe meer de
„wet" in het hart zit, des te min
der behoeft ze op tafelen te wor
den gegrift. Maar het is mijn vas
te overtuiging, dat de kritiek het
antwoord is van het leven op de
kunst en er is geen leven dat niet
volgens wetten functioneert.
Coster was in zijn tijd een be
langrijk criticus omdat hij van de
kunst iets bepaalds wilde. En dat
bepaalde was bovenindividueel.
Zelfs met dit vage humanitaire
ideaal voor ogen kon hij voortref
felijk kritisch werk leveren. Dat
een veranderde tijdgeest hem ter
zijde schoof, bewijst niets. Dat
voor Coster wel geen herleving in
de belangstelling weggelegd zal
zijn, ligt niet aan zijn kwaliteiten,
of aan zijn ongelijk tegenover de
mannen van „Forum", maar aan
de armoede van zijn geestelijk
ideaal. Is het ideaal van de „hon-
néte homme" trouwens zoveel rij
ker? Het was ..zindelijker", dat
wil zeggen ontdaan van franje,
van kanselgalm. De jongste school
heeft dat „honnête" dan ook al
weer laten varen, en het „homme"
tussen aanhalingstekens gezet.
Het kritisch werk van Roelants
leeft bij de gratie van zijn romans
en gedichten. Een prachtige toe
gift inderdaad, maar een echte
criticus is Roelants voor
mijn besef dan ook niet.
Religieus gesproken is hij
als kunstkeurder een man
met een uiterst rekbare
overtuiging en dat strekt
hem in zover tot eer, dat
hij liever prijst dan laakt.
Maar hiermee is de kri
tiek niet bekeken. De
grondfout is de over
wegend esthetische hou
ding, die typisch is voor
Roelants' generatie.
Wie belangrijker opmerkingen
over de figuur van Roelants lezen
wil, kan terecht bij het, eveneens
bij de Uitgeversmaatschappij A
Manteau N.V. Brussel versche
nen, boekje „Van en over Maurice
Roelants", met bijdragen van An
ton van Duinkerken, Marnix Gij
sen, Raymond Herreman, Karei
Leroux, R. F. Lissens, H. A.
Lunshof, Richard Minne en Albert
Westerlinck. Enkele illustraties
verluchten de interessante tekst
C. RIJNSDORP