Firkusny, Lipatti, Oistrakh
en kwartetspel
Iel
NAAR EEN TWEEDE KEERPUNT H
Cultureel
venster
EDGAR TYTGAT
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 19 JANUARI 195'-
Geschrevert
portretten
door
De student Beets heeft van
september 1833 af tot juni
1836 een dagboek gehouden,
waaruit hij zelf later een uit
treksel heeft gemaakt, vermoe
delijk met vernietiging van de
rest. Dit journaal, dat van
vóór de Camera dateert, loopt
van zijn aankomst te Leiden
als student tot vlak voor zijn
verloving met freule Aleide
van Foreest. Het uittreksel is
in de familie bewaard gebleven.
Mr. Visser 't Hooft heeft het
ter gelegenheid van Beets*
eeuwherdenking in 1913 onder
de ogen gehad, nadat in 1910
inzage aan de heer G. van Rijn,
die aan een biografie van Beets
werkte, was geweigerd. Een
kleinzoon van Beets, H. E. van
Gelder, heeft het uittreksel
thans in het licht gegeven en
van een toelichting voorzien.
Het vormt no. 42 van de Ooie
vaars-serie, een reeks goedkope
boekjes in zakformaat, uitge
geven bij Bert Bakker/Daamen
N.V., Den Haag.
van lach; sterk snuivende, link
se houding, onzekere gang, slor
dig in zijn kleding, met een mis
lukte poging tot iets fraais
Bakhuizen moet men alleen heb
ben. lijet velen, is hij weinig
VAN DER PALM. „Uitmun
tende preek van Van der Palm
over Luk. 16. 27—31. Hij leest
vrij in 't oog lopend, en zijn
gesten zijn zeer juist, maar
uiterst zeldzaam. In alles uiterst
eenvoudig. Maar daar is een in
druk makende, aandacht boeien
de liefelijkheid in zijn stem, een
beschaafdheid in zijn zijn op de
kansel, die uitermate bekoort..."
Ongetwijfeld zullen deze mees
terlijke typeringen velen nieuws
gierig maken naar de gehele in
houd en tevens belangstelling wek
ken voor de andere aspecten van
dit dagboek-uittreksel. Het boekje
is een van de meest welkome Ooie-
i Den Haag opgestegen
leestafel neergestreken.
vaartjes,
C. RIJNSDORP.
Voorvechter van hel
Prot. Christelijk Tones' r
Het is fout, schrijft H G. Wells, de dingen Aj» regisseur kwamen hem zijn moeilijkheden,
J - taalkennis, dichterschap en pae- openligt, een
bredere zelfs,
ir-makkelijk te doen. Dit woord is Dirk Verèl dagogisch inzicht uitnemend te aanmerking genomep dat hij da;
zijn bekwaamheden
op het lijf geschreven. Straks, na zijn heen- pas. Ook zijn muzikaal talent. „mnt-
1 iï. i- i u-- t De aandachtige luisteraar moet schilder vrije baan vindt.
gaan als hoorspelregisseur zal hij weer moeten zijn opgevallen dat Verèl nooit beeldspel", zoals Verèl in
Vechter om erkenning van zijn vele andere muziek in zijn spelen misbruikt kroonde Televisie-studie hct ^T.jjpjt
talenten. Want wie kent hem, na deze tien ^ij, f,vraagt een *5tukSomSmuziek! S"C
jaar var hoorspelarbeid nbg als dichter, als Kan muziek niet beter de sug-
schilder, als binnenhuis-architect als com- 5InÜJeShodteiïïS,r,dSneeSUban
ponist als ontwerper van maskers, als toneel- naai gerommel van bakstenen
schrijver?
Is 1
Inderdaad,
componist
Ailes in zijn woning en aan hemzelf vormt matorium met orkest (Beatrij:
de uitdrukking van zijn scheppende, vulca- orkesten
niscne persoonlijkheid. Is dit nu een aan- schatten,
staand ..pensioen-genieter", deze jeugdige naw^t zb3gredi£!n
Ik heb dit geschi
1950 gelegd naast de modenr" d
ste Amerikaanse vaklitteratuur ejan
stiet op conclusies van verrasse»6^'
de. haast ontstellende scherpteen w
En ofschoon ik zijn grote ver- Ven
mag Verèl, als zets-film uit 1947, waarin hij zij^ v0(
groot decla- vaardigheid tot het „vertellen-iaT
beelden" mocht bewijzen, niet hef
kamermuziek gezien, ben ik ervan overtuig#
dat Verèl een waardevol „beeldfo
denker" moet zijn, ergo een man
gaan doen onontbeerlijk bij de televisie, helj,,
pensioen- zij producerend, hetzij
man van 64 jaar met zijn bewegelijke Ogen püchtige leeftijd? Wanneer de rend. Aldus mijn eigen, beschei-
en handen, wiens blik dooi U heen priemt radio-gemeenschap hem a.h.w. de den. maar niet ongefundeerde m«J_ \A
j r lens ontneemt, waarmee hij al ning.
er. wiens woorden tintelen van geest en wijs- deze schiChten van scheppmgs-
hoid. Wie bevreesd is zichzelf te ontdekken drang en verbeeldingskracht in
u -f een maatschappelijk brandpunt
bxljve Uit fcljn buurt. ^an samenbrengen. In strijd met
Ziin scherts moet men verstaan: „Een beste zijn eigen opvatting geloof ik dat
synopsis voor
een hoorspel", complimenteert
Een hele omschakeling,
ducht werk! Maar heeft Vei
ooit tegen werken opgezien? Ee
blik in zijn woning waar hij, i^j
de vorm van zijn zelfontworpen
meubels, lampen, zij:
NICOLAAS BEETS
al haar denkbeelden, kort en
hard in haar oordeel. Zeer be
leefd maar niet in 't minst affa
bel. Zich liever aan de maat
schappij onttrekkende dan er
zich naar schikkende. Gaat ner
gens uit, wandelt nooit. Noch de
Leidsche sociëteit, noch de Leid-
se singels hebben de eer haar
te bevallen. Tussen de 40 en 50
jaren, naar ik gis. Felle donke-
Met Rudolf van Reest
op klompen door de rozenbedden
De auteur Rudolf van Reest doorzicht? Geef
Het z
Het is onmogelijk in een cou
rantenartikel van beperkte om
vang aan de betekenis van deze
uitgave in literair- en cultuurhisto
risch opzicht recht te doen weder
varen. Wel ligt het voor de hand
te wijzen op Beets' .zeldzaam
scherpe waarneming en kostelijke
typering" (bl. 17), met name
waar hij van bekende
figuren, die hij heeft ont
moet, een geschreven
portret ontwerpt. Mis
schien juist omdat hij dit
kort deed, voor zichzelf
en met enkele rake trek
ken, niet voor de pers,
zijn deze karakteristieken,
die via het uiterlijk ook
het innerlijk der ontmoete
personen raken, afgezien
van een enkele ouder
wetse uitdrukking nog
net zo levend en fris alsof
ze vandaag geschreven
zouden zijn.
Hieronder volgt een beperkte BAKHUIZEN VAN DEN
BRINK.
ogen, scherpe trekken, uit- schien. Van Reest
drukking van koude minachting
Uiterst fijne handen. Zeer
voudig maar zeer kostbaai
kleed. Een paar modes ten ach
teren. Doch dit komt zo geheel
met al het overige
gij het goedkeurt."
geloofsbelijdenis. Waarom
tijd zo'n stelletje stakkerds, die
zich door eigen domheid en slap
heid in de boot helpen. en dan
maar geloven, dapper geloven, dat
God ze er wel weer zal uithelpen!
Hoelang zullen de christelijke uit-'
zijn in wezen niet christelijk
geestelijke wanprodukten,
van God een boeman en e
Nicolaas maken.
keus uit deze met het woord i
vaardigde portretten, die i
grootste deel figuren betreffen,
waarvan de namfen voor onze le
zers bekend of althans niet vreemd
zijn. Om praktische redenen breng
ïwe spelling
heeft een zeer vlijtige en
al vlotte pen. Te vlot mis-
chrijft te
gemakkelijk en dat is hee'
jammer. Aan fantasie ontbreekt
od°Sb"„rJ£ h<!l hem wan' rijn vnr-
halen kenmerken zich door een
dat overstelpende hoeveelheid aan
gebeurtenissen. Dit is voor de
oppervlakkige lezer, al
licht aardig, echter, de
lezer die iets meer ver
langt van een boek dan
blote ontspanning, en
van een schrijver ver
wacht dat hij iets te
zeggen heeft, wordt akelige slappe kerel
door Rudolf van Reest
teleurgesteld.
Dit geldt ook voor
zijn nieuwe boek ,,De
Zoon" uitgegeven bij
Bosch en Keuning te
Baarn. In de bespreking van
„Geheel rationeel vorige roman „Het loon
verkiest bij de grond te blijven der genade
Verèl eer bezoeker „vind er nu maar een
goede schrijver voor!" En de tegenzet van de
auteur: „Mooi, en in die tijd
komt er vanzelf ook een be
tere regisseurEen glim-
ook Van Reest niet zijn lach flitst in Verèls Ogen.
Op mijn verzoek om een
foto antwoordde hij: „Ik heb
nog een babyfoto op een
haardkleedje". Maar pas la
ter zag ik onder deze grol
zijn diepere scherts. Hij ken-
verboden liefde en dat kost de de malle gewoonte van ar-
verspreide beoefe- composities, zijn boeken
als die jongen per ongeluk de goe
de gekozen had! Kortom, het
wordt maar een nare geschiede
nis. Dat huwelijk botert later niet
zo, want er wordt een onvolwaar
dig kind uit geboren, maar Van
Reest laat het plotseling sterven
Later sterft de vader ook. Nog
gezonde erger, de zoon bezondigt zich aan
0 compositie, schrijf
schilderkunst. Hij zal m.i.
nieuw brandpunt voor zijn wel deel.
zeer uiteenlopende gaven moeten
vinden. Dit is moeilijk in een
maatschappij, welke de enkeling tuig! Mai
aan een specialiteit vastlegt en 1 J
hem, zodra hij zijn grootste in
nerlijke waarde gaat bereiken, op-
Ik geloof dat hier voor Verèl,
zij het achter een gebergte van
im L'
onvermoeibaar, i
haast zeggen: als een werkfond'
tuig! Maar dan een werktuig iw
de hand van Hem. Die groter iir
Want, achter het kunstzinnig sp«
van deze aardse mens staat
slotte de goddelijke ernst w
van hij getuigt in een van
hem voorlopig zijn ambt. Geluk
kig. aan het eind komt alles
tisten om zo jeugdig moge
lijke foto's te publiceren
voortgaan zulke boe- woord
We hebben
gooien als chri
verhaal
ar een kort
bovendien slecht
ant deze boeken geschreven. Een dergelijk gege-
Verèl stamt niet uit een ge
slacht van dramaturgen. Zijn va
der had een zaak voor woning
inrichting maar was daarbij
bekwaam musicus, die de verba
zingwekkende prestatie leverde
het eenvoudige huisharmonium uit
te bouwen tot een orgel met twee
SLAPPE KEREL
Maar om tot Van Reest terug
te keren. Precies als in ,.Het
der genade" Hein Rodenburg
sla..
„De zoon" ds. Weststraten.
Als deze man zijn taak had ge
zien als christen <hij die zelf
moet getuigen van de kracht van
het gebed) en krachtig had ge-
de handen van deze
die moet mislukken. Hij loopt op klom-
St. pen door de rozenbedden. Hij laat
zijn figuren „de ogen in elkan
der boren". De zinnen rammelen klavieren plus voetklavier. Tevens
en de reacties bij zijn individuen was hij koordirigent.
De hobby van alle Verèls werd
.Het loon S.?«SjfSL ^JeV^n Iffi
ssatstawss'is
haar man haar daarover onder
houdt en zegt. dat het niet goed
is het kind steeds op schoot te
dan schitteren gelijk
„Ik geef het spel gewonnen Heer aan U.
Uw torens en Uw paarden rukken dreigend aan.
Gij weet wel Heer dat ik Uw zetten zijn te sterk
Mijn spel wanhopig vast zie staan.
Gij hebt mij niet in enen slag verslagen.
Ik mocht U tonen wat ik kon.
Daar was Uw glimlach slechts toen Gij
mij zaagt geloven dat ik van U
de sterke stukken won.
Gij woudt mij zelfs niet alles doen verliezen,
Gij weest mij op de fouten die ik maak.
En uit dit tijdelijk spel in dit kort tijdelijk leven,
Dwongt Gij tot eeuwig schaak."
CARL LANS.
IN MEMORIAM
staan in zijn geloof, dan
dergelijk boek nooit geschreven
zijn. Maar deze man is slap.
Zijn vro
geestelijk i
ik de tekst i
DA COSTA. „da Costa, zeer net
in 't zwart gekleed. Da Costa is
een klein man. Zijn gelaat is
bleek, van de pokken geschon
den, en niet schoon; evenwel in
teresseert het u. De Joodse trek
ken zijn grotendeels, schoon niet
geheel, uitgewist en worden on
der sommige omstandigheden,
vooral wanneer hij met verach
ting spreekt, weder opgewekt
Zijn ogen zijn van een donker
bruin en levendig. Zijn haar
kort, zwart en stug.... Hij
spreekt zeer luid, of om het
juister uit te drukken zeer hoog.
Er is iets gillends en krijsends
in zijn voordracht, dat in 't be
gin een onaangename indruk
maakt.
hebben
zijn scherpe blik doorziet'wat reeds op gewezen, dat Van t
hij ziet. Bakhuizen heeft een dui- Reest de man van het gecon- zijn opgroei Tiandig gebruik te
delijkheid en tevens een zo be- strueerde christendom is. Hij ken en wordt een beetje
^eerlijkheid kan blijkbaar niet zonder lend
zwart-wit werken. Zijn figuren
zijn bijna altijd min of meer
geëxalteerd, nare mensen, die bfijkt de
wonderens'
en ompartijdigheld in 't dispu
teren, dat iedereen hem verstaat,
en mensen van een tegenoverge
steld gevoelen nooit gekwetst
worden. Bakkes (de bijnaam
van Bakhuizen) eer groot dan
klein, buikig, vettig, plomp; grof
groezelig, koffiebruin gelaat;
schitterende bruine ogen. maar
min of meer onbeschaamde blik,
brede stompneus, onbesneden
mond met vuile tanden; schorre
stem, somtijds overschietende,
jongetj.
Maar maak
zer, want dat
tranen „als diamanten' in haar
ogen als zij haar hoofd tot haar
man opheft.
Waarom, Van Reest? Dat kan
de lezer niet inzien, want dat is
voor een normaal mens niet iets
om te gaan huilen. Nee, een der
die toestand tijdens gelijk thema vraagt een kunste
naarsschap bij uitnemendheid, een
bijzondere gevoeligheid en een
sterk beheerste pen. Van Reest
roffelt zo'n verhaal
telde hij de piano en anders
om. Het ding liet niet over zich
bazen en daarom zegt hijzelf
moest en zou ik officier wor
den. Gelukkig beslisten de om
standigheden anders. We treffen
hem op 19-jarige leeftijd aan in
Haarlem alsonderwijzer.
De schilder van het schouwspel
ij onverklaar- makkelijk af. Het wordt niet in
niets dan vervélende gebeurte
nissen in het leven kunnen
pen met al de gevolgen
dien.
hGWe hebben weinig hoop, dat hij reL er luasseülll. lïl4ai gcc
5 werkelijk een schrij- De klassikale banden, hoe-
(Van onze Kunst
redacteur)
Vorige week
kwam het bericht:
Zoals Verèl nu daar zit, alles Edgar Tytgat is
in hem in fel-bewogen expressie, overleden. Het
mogen we aannemen dat destijds wa^ zo een van
de bovenmeester meermalen zijn de veie onopval-
wijs hoofd heeft geschud. Of la- d krantenbe-
ter zijn directeur, die nieuwsgie-
rig zijn deur opende en daar rxcnien,
trapafwaarts een rij haasje-over
springende leerlingen zag aanko-
de berichten die
Van Reest,
:al worden, al schrijft hij dik-
De ziekelijke moeder kan ke boeken vol, als hij zich niet
ernstig bezint op zijn taak en gaat
beseffen wat werkelijk christelij
ke kunst moet zijn. In ieder ge
val is dit boek, evenals het vori
ge een irritante mislukking.
HERM. STEGGERDA
haar kind niet afstaan,
mand, en geen meisje is goed ge
noeg voor hem, maar daarmee
geef je wordt toch niet voorkomen (inte-
ai mensen ge- gendeel juist in de hand gewerkt)
el en een vast dat hij het verkeerde meisje tot
toegerust met zijn vrouw kiest.
weer vergeet. Da
gelijks immers
sterven er men
sen en dagelijks
vinden we dat in
de krant. Maar
de mond. onaangenaam karakter, flink
*a*a*a*a#-ö-*a*a*a*a
TOLLENS. „Van stonden aan
nam zijn uiterlijk mij in. Hij
lijkt echter meer een Spanjaard
dan een Hollanderzijn aan-
gezicht is zuidelijk bruin, en hij schrift
heeft een zeer schoon en waar- N
lijk bliksemend oog. Hij heeft
i hoog en veelbetekend
VIA NAAID
ÊN Pt AAI
gevierd, braken niet: met Verèl
viel noch als onderwijzer, noch
als leraar te spotten. Ook in de
25 jaar dat hij in Groningen Ne
derlands doceerde heeft hij ge- de ingewijde weet,
„j dat dit bericht
maar niet zo ver
geten kan wor-
den, dat dit be-
Er werd gekampeerd (noviteit Pnorm
in die dagep) maar ook gewerkt. nen* ee™
Zijn afscheid in 1947, mij ver- verlies betekende
haald door zijn trouwe echtgenote voor de schilder-
Sophie Damen, werd gevierd door kunst in België.
honderden van heinde en verre Edgar Tytgat,
toegestroomde oud-leerlingen. Het die in 1879 in
toond dat het niet de leerkracht
maar de leraar is welke het orde
probleem in zijn klas door bezie
ling overwint.
QP 3 april 1834 ver
scheen er in Duitsland
nieuw muziektijd-
onder de titel
Zeitschrift für
Musik", waarvan de lei-
hoofd, dun grijs haar, vroeger dende figuur
koolzwart
een zeer karakteristieke neus,
waarvan de ene vleugel opge
trokken zijnde, 'n zeer kennelijke
trek aan zijn gelaat geeft. Hij
spreekt weinig, maar goed....
Een braaf, goedhartig man; zon
der enige aanmatiging of ge
maaktheidwiens gedichten
men te beter verstaat als men
hem gezien en gesproken heeft;
homogeen met zijn poëzie."
POTGIETER. „Ik had mij voor
gesteld in hem te zullen zien
een lang. mager bleek mens
met melancholieke -^laatstrek-
ken en een droevig teken van
noodlot op zijn voorhoofd. Hij
Vas geheel anders, zijn gestalte
Was zeer gewoon. De uitdruk
king van zijn gelaat heel vrolijk
ponist Robert Schumann.
Schumann was namelijk
ook een uitstekend schrij
ver over muziek en met
enkele kunstbroeders
wilde hij nu wel eens
een tijdschrift hebben,
waarin zij zich tegen een
zijdige of onjuiste kritiek
konden verdedigen. In een
artikel in dat blad schreef
Schumann ook, dat er
door ae kunstenaars naar
wordt gestreefd „aan de
oude tijd en zijn werken
met nadruk te herinneren
en er op attent te maken,
dat slechts aan zulk een
heldere bron nieuwe
kunstwerken hun kracht
kunnen ontlenen." En
verder schreef hij,
Zijn voorhoofd hoog en helder. dat >de ju{st achter
VAN LENNEP.
goed aristocraat
tijd te hebben doen wachten,
verscheen ons de poëet, geheel in
't wit, dat is in een poederjas
met vest en wijde pantalon van
dezelfde stof. Van Lennep's voor
komen heeft iets grappigs. Daar
is in zijn gelaat een uitdrukking
geeft, maar die er in ligt. 't Is
gelaten periode, die slechts
aanstuurde op vermeer
dering der uiterlijke vir-
als een tuositeit als een niet kunst-
geruime zinnige zal worden bestreden en
dat er een nieuwe poëtische tijd
wordt voorbereid." Het was dus
ook een strijd tegen de destruc
tieve geest, die uitging van de
in zwang komende salonstukjes.
relli, le viool, Montserrat Cerve-
ra, 2e viool, Luigi Sagrati, alt
viool en Arturo Bonucci, cello)
speelt op een DECCA-plaat vier
werkjes van Luigi Boccherini
(17431805). die, volgens zeggen,
geen andere muziek kende dan
zijn eigen muziek, niet minder
dan 91 strijkkwartetten, 110 strijk
kwintetten (door hem geïntrodu
ceerd), 28 trio's voor twee violen
i m,. cu Gui lul en cello en 20 symfonieën schreef
Nadia BoulangeE a"es me' zangrijks thema',
werd een van dié explosies
menselijke genegenheid en
giek, welke men maar eens
leeft, doch nimmer vergeet.
Brussel werd ge-
carrière als hor
logemaker begon, v
schilder eindigde.
r als groot
liet hij zijn vaderland en vestig
de zich in Zwitserland, waar hij
leider werd van de meesterklas
se voor piano aan het Conserva
torium van Genève. Lipatti was
een leerling van Alfred Cortot,
Paul Dukas en Nadia Boulanger
en was een der grootste pianisten
van zijn tijd. In het bijzonder
wel een groot Chopin-vertolker,
daar hij Chopin uithief boven de
salonsfeer waarin meerdere pia
nisten hem nog altijd willen heb
ben. In Lipatti's Chopin-spel m i^p
"ïtige Poolse Tiranna Op.
charmante (ook
sche) melodieëi
Kwartet speelt
noegen en in e
heid de Trio's
en in G Op. 3f
A Op.
Het was Verèls moeilijkste uur
waarin hij de uitnodiging van de
N.C.R.V. aannam, om als regis
seur een programma van Prot.- Tytgat v
Christelijke hoorspelen te helpen Ier, die ec..
verwezenlijken. Maar had Verèl tot verfabelen had en een schalks,
keus!? Sinds zijn 20e jaar, sinds verrassend gevoel voor humor,
die avond in „De Hout", toen Uit het venster van het atelier
hein de conceptie voor Herodes van zijn geest zag hij overal het-
inviel als een Bijbels toneelspel, zelfde leven aan zich voorbijtrek-
hem de vraag gaan be- ken. Hij zag alles met de directe
breekt het opmerkingsgave van een kind.
4 J~ Zijn leven lang is Tytgat een
EDGAR TYTGAT
in een hangmat droomt van haar u
eigen schoonheid zonder die veel
grotere zuiverheid van het zingen- n
de vogeltje op haar te bemerken;
die dwaasheid van een zanger
de krachtige Poolse
Chopin-wal-
Rutlolf Firkusnv, die voor
de „Davidsbündlertiinze"
„Etudes Symphoniques'
Schumann speelde.
Met zijn medewerkers vormde
Schumann een organisatie. de
zgn. Davidsbond. De leden waren
propagandisten voor heropleving
Zo ook in de vis
sen (in As-dur Op
f-moll Op. 70 no. 2. in b-moll
Op. 69 no. 2 en in e-moll, post-
huumi. die COLUMBIA op een
kleine plaat uitbracht (45 toeren
plaat SEB 3508). Dit is Chopin
zoals zijn muziek inderdaad ge
speeld moet worden en men kan
er tevens verbaasd over staan
hoe goed de opnametechniek al
was in 1950. Deze walsen werden
namelijk enkele maanden voor de
dood van Lipatti opgenomen. (waarvoor dus uitvoerenden
EEN DERDE GROOTMEESTER personeel belangeloos werkten)
in deze rubriek is de Russische met twee Hongaarse volksliede
violist David Oistrakh (geb. 1908), ren, goed gespeeld door Dolf v.d.
van wie COLUMBIA thans de Linden en zijn orkest. (78 toeren-
zgn. Kreutzer-sonate van Beetho- plaat HHH 777).
yen heeft opgenomen, de Sonate
in A.gr.t. Op. 47. <25 cm lang
speelplaat 33 C 1047) Deze Sona
te was aanvankelijk helemaal
niet aan de Franse violist Ro-
dophe Kreutzer (17661831) opge
dragen, maar geschreven voor de
Engelse violist George Rridgeto
heersen: Waarom
I. het dynami- Christendom toch niet met
Het Carmirelli overleefde traditie dat geloof en
it hoorbaar ge- yel onverenigbaar zijn? Zich on-
volmaakte een- Verwerpend aan het oordeel van
g Op 9 no 5 zi)n directeur kon hij de strijd
2 het Kwar- n'et vanuit zÜn school aanbinden,
no. 8 en „La Doch daarbuiten was hij vrij. -
'O- 4. (Kwartet, zijn stukken werden opgevoerd. fT
r de Pruisische ïk noem hier behalve „Herodes" Tvt*at Een
Koning). Als u het befaamde Me- ook zijn Bijbels toneelstuk „Ha-
nuet van Boccherini kent (het dassa" 'Esther)
wordt in alle mogelijke M onmo- Doch „k andm stukkm m
picturaal vertel- u c UBa0i,i,tR1 .au
dichterlijk vermogen dje eindelijk zijn Dulcinea heeft
- weten te bekoren. Het was alle, r
een heerlijk en verrukkelijk v
schouwspel voor Tytgat. t
En wie Tytgat persoonlek ken- j
de weet dat het dichterlijke en
humoristisohe hem nooit in de
steek lieten. Hoe dichterlijk b.v. v
kon hij zijn als het ging over het
geluk en de schoonheid van het e
leven, of over zijn vrouw Maria it
Demesmaeker, de grootste steun'
kind gebleven, een kind dat
het venster keek en in de lenzen
van zijn ogen en in zijn hart de
mensen en de dingen de propor
ties gaf van een poppenwereld.
t„ „or. van jijn verrukkelijke
-H" jeugd
gecomponeerd i
gelijke bezettingen uitgevoerd)
dan weet u de verru'
sfeer dezer muziek. Hier
de plaat waarop u zat te wach
ten. technisch zeer knap opgeno-
Tot slot vestig ik nog even de yan e
aandacht op een door het GRA- in het geheel van 400 stukken,
MOPHONEHOUSE te Heemstede welke hij de afgelopen negen j;
uitgegeven tweede Hongarije-plaat
Soms stort i
het verborgen christendom.
Zijn eigen hoorspelen zoals bijv.
,Het oude en nieuwe orgel", „De oude overbuurman die begrave
•dt of een jong meisje dat
Munster". „De Moeder
Volk" passen organisch trouwt".
Tytgat leefde v
de schilder
het
CORN. BASOSKI moeilijkste
- - ,^j ,o het schouw-
heeft geregisseerd. Wanneer spel geworden en als een echte
men bedenkt dat Verèl voordien kwajongen merkte hij altijd het
talrijke malen de regie voerde ridicule in een situatie op. Het
over zijn stukken, dan volgt hier- was altijd een kostelijke, gezon-
uit dat de N.C.R.V. de juiste man de schaterlach die hij liet horen,
op een goede plaats had gebracht. Hij vermaakte zich om die oude
tevens dat Verel in zijn man, die 's nachts langs de don-
David schaarden i
en zijn omgeving. Over zijn ge
laatskleur en chevelure ligt iets
dofs, iets vaals, iets van iemand
die in meel werkt, iets bakker
achtigs. Zijn fysionomie is lang,
maar in het geheel niet triestig
De trekken om zijn mond zijn
sterk geprononceerd. Alles in zijn
gelaat doet blauwe of grijze
ogen verwachten maar hij heeft „Davidsbündlertanze Op. 6",
ze van een geprononceerd don
kerbruin. In deze ligt het frap
pante van zijn voorkomen."
de Filistij-
Over deze Da
vidsbond heeft Schumann zelfs
een roman willen schrijven: „Die
Davidsbündler", doch hij kwam
niet verder dan novellen. Aan die
tijd echter danken we velschil
lende composities, waarin Schu
mann de idee van de Davidsbond
wilde Uitdragen, o.m. zijn piano-
werken „Carnaval Op. 9", „Etu
des Symphoniques Op. 13"
in ons land optrad in recitals en
als solist bij het Concertgebouw
orkest (30 cm. langspeelplaat P
8337' Deze symfonische etudes
zijn variaties op een thema van
Von Fricken. de vader van Schu
mann's jeugdvriendin Ernestine.
Het zijn sterk orkestraal gedach
te stukken, onderling enorm ver
schillend, maar door de toepas
sing van hetzelfde thema toch
een eenheid vertonend. Het mot
to van deze pianostukken is: „In
all und jeder Zeit verknüpft u(m Bpaimingen_ BOVen.
smd Lust und Leid. dien heeft Beethoven hier inder
daad een concerterende, gelijk
17791860), die het werk
tezamen met Beethoven voor hei
eerst uitvoerde. Een minnenijd
moet vijandschap tussen beiden
hebben gebracht en zo droeg
Beethoven later dit werk op aan
Kreutzer. Dit werk overtreft wal
omvang betreft alle andere viool
sonates van Beethoven en ken!
ook grotere spanningen. Boven
fromm in Lust, und seid dem
Leid mit Mut bereit". „Lust" en
„Leid" wisselen elkaar dan ook
wel af in deze dansen, die
wonderlijke
vertolking
hebben. E
an Firkusny is zo g
niaal, zo volmaakt in techniek
uitdrukking, zo prachtig i
rdige partij gegeven
piano. Het tweede
prachtig
heerlijke
Schumanri's groöthe'd vorming dat mcn zlch be.
sU„ s|„ bet„e kan wenacn. En „r„ua„„
bovendien heeft Capitol technisch cnpipn hier
de ODname uitnemend gereali- -
,J)E MAMA VAN JAN KNEP-
PELHOUT, van haarzelve de
Gijselaar. Een wat men noemt
„hele" vrouw. Aristocratisch in
CAPITOL heeft nu een plaat
uitgebracht waarop zowel de
..Etudes Symphoniques" als de
„Davidsbündlertanze" worden uit
gevoerd door de befaamde Tsje
chische pianist Rudolf Firkusny _r f
(geb. 1912), die de afgelopen week ge leeftijd overleed. In 1943
deel „Andante"
lyrisch thema met vi
variaties. Dit speelse en toch be
zonnen concerterende element is
in deze opname met Oistrakh en
de pianist Lev Oborine subliem
gerealiseerd. Twee grootmeesters
spelen hier een meesterwerk der
kamermuziekliteratuur, een plaat
u beslist niet mag missen m
discotheek.
de kamer-
Carmirelli Kwartet (Pina Carmi-
het goede besluit kere Amsterdamse grachten
loopt; om die juffrouw die buiten
1 NABETRACHTING
s b-
Al wie van hier is uitgegaan,
5 een tafel blank, en brood en wijn,
2 herinnert zich de grote pijn, g
die voor de wereld is doorstaan. b
g
•x En ieder, die het teken roemt
en leeft in het vergoten bloed,
aanziet de wereld als voor goed p
gereinigd en in Hem verzoend.
En wie hij vindt: een kameraad,
een broeder of een communist,
hij weet iets over hen beslist,
H en zo verandert elk gelaat. g
f. Zwijg stil, er staat een blanke dis
g eens alle volkeren bereid,
want brood en wjn raakt aan de tijd, 5
dat God in allen alles is. p
g G. BOOGAARD g
vastlegde. ïiriririr'tr'ütHrtiiitrkirtrtrtrtrictrirtrtrtrtrtrtfti-trtrtrictrtfirüitiiirtrtriftrü-b-ü-k-fr-ti
zijn leven. Hoe humoristisch!
kon hij zijn als ,hij de mensen
zag als acteurs, als hij de koddigt
houding van iemand opmerkte. I
marionetten, die hij kan 1
laten dansen zonder dat ze er be-
zwaar tegen hebben. Want onbe
wust dansen ze al hun marionet-
tendans in het leven. Ze zien hel
zelf niet: Tytgat wèl.
De musici in een orkest, de
zanger bij de piano, de zigeuner.:
met Mozart in hun midden, de
paters in hun verleiding, de hel
den van Troje, Iphigenia en Dia
na, de kermisgasten, de toiletma-:
kende vrouw, het spelende kind
Zij allen hebben een plaats gekre
gen in het schouwspel, dat Tyt-j
gat door zijn venster zag.
Maar denk niet dat het alleen
maar ironie of sarcasme was bij
Tytgat: de geestigheid is versne
den met een aangriipende drama
tiek. zoals Maurice Roelants eens
terecht opmerkte. Het onvolkome-!
ne in de mens gaf Tytgat, niet als
een moraliserend leraar, maar als,
een scherp opmerker, die de mens
confronteert met zijn spiegelbeeld,
anders maar toch ook even raak
als Breughel.
In het oud-Hollandse liedje „Zeg
kwezelken. wil dat ge dansen"
komt de regel voor: „Begijntjes
en kwezelkens dansen niet". De
den ze het maar wel, wilde Tyt
gat zeggen in zijn werk, dan zou
den ze voor veel kwaad, veel hei- i
melijk kwaad, bewaard blijven.
Deze opmerker, deze verteller is
nu overleden en met hem is een
groot schilder en een groot mens
heengegaan. Door hun venster
hebben zijn buren in het Belgische I
Sint Lambreohts-Woluwe hem zien
uitdragen. Ook voor dat raam zal
een traan gestort zijn, maar dan
alleen voor de mens Tytgat. de
goede mens, de humane mens, de
liefhebbende mens. Niet voor de
schilder Tytgat. want zijn ruim
i00 schilderijen, zijn aquarellen,
zijn etsen en zijn tekeningen, blij
ven voortleven, blijven die kos
telijke vertellingen, die levensver
tellingen. waarnaar te luisteren
altijd weer het genoegen ver
schaft. het genoegen dat alle zui
vere kunst "geeft.