DÉ PREDIKING IN
DE ZENDING
öil
ent,
i
Kent u de weg?"
ZENDING IN EEN VERANDERDE WERELD (III)
ZONDAGSBLAD
DE VIJVER VAN
GEVONDEN
>57
ZATERDAG 12 JANUARI 1957
In ons derde artikel over
de geweldige veranderingen
die zich in de zending vol
trekken, willen wij hoofd
zakelijk denken aan de
plaats, die de prediking in
de zending inneemt. We hebben daartoe een gesprek gehad met de
Christelijk Gereformeerde zendingspredikant ds. A. Bikker. Het
Christelijk Gereformeerd zendingswerk is nog jong en geschiedt
hoofdzakelijk in het westen van Midden Celebes, het zg. Mamasa
gebied. Dit gebied is verdeeld onder twee zendingen, want
ook de Gereformeerde Zendings-Bond werkt daar. Op het ogenblik
is op het terrein van de Chr. Geref. Kerken één zendingspredikant
aanwezig, ds. M. Géleynse; daar in mei 1950 alle zendingsarbeiders
gevangen genomen werden door guerrilla's. Na hun bevrijding zijn
ze allen naar Nederland teruggekeerd behalve hij. Hoewel reeds
kort na het begin van deze eeuw besloten werd om ook als Christe
lijk Gereformeerde Kerken zending te gaan drijven, duurde het
nog tot 1927 eer de eerste predikant werd uitgezonden. Ds. Bikker
was degene, die het spits moest afbijten. Het gebied behoorde oor
spronkelijk toe aan de Indische kerk, die gezegend werk heeft ge
daan, maar nogal met de ,.brandspuitdoop had gewerkt". Men
doopte nl. zonder voldoende catechetisch onderwijs en velen lieten
zich dopen omdat dat nu eenmaal goed stond. Toen ds. Bikker
arriveerde was er eigenlijk slechts één vaste gemeente, thans zijn
er 147 gevestigde gemeenten met gezamenlijk 30.000 leden, terwijl
de gehele bevolking 60.000 zielen telt. Ds. Bikker hoopt zo mogelijk
weer terug te gaan naar het zendingsveld, maar hij kan nog steeds
geen visum krijgen. Hij dient nu de Christelijk Gereformeerde Kerk
te Zwolle.
Het Evangelie brengen in het
Indonesië van thans is verre van
gemakkelijk. In het interview op
deze bladzij met ds. A. Bikker tverd
dat opnieuw duidelijk. Het gaat hier
speciaal om het gebied van Celebes,
waar infiltranten onrust gezaaid
hebben en tegenkanting tegen de
blanke zendelingen oogsten. Op
i beeld van
anka-predikers op Nieutv-
aar de moeilijkheden iets
n van andere aard zijn.
Een modern boekje voor
Bijbels godsdienstonderwijs
ting N
ven,
uw, Voor we begonnen te spreken
over ^et eigenlijke onderwerp
wen' dat aan de orde was, kon ik het
sla- niet nalaten te vragen hoe de
situatie op het zendingsveld
eigenlijk was. Reeds eerder heb-
ïde- ben op deze pagina berichten ge-
nds staan over moeilijkheden van ds.
lwe Geleynse en over de kruisiging
van een aantal ouderlingen en
and het martelaarschap van vele
den christenen. Men spreekt van
guerrilla's en van aanvallen.
Het beeld dat ds. Bikker me schil-
derde is niet erg mooi. Celebes behoor-
de oorspronkelijk tot één van de mooi-
°.ei! ste zendingsgebieden ter wereld. Rond-
1 om het Posomeer bijv. hebben de gro-
®Pj te Kruyt en Adriani hun zegenrijke ar-
'*J(j beid verricht. Maar na de oorlog is de
net onrust gekomen. Door de Indonesische
no* regering werden grote troepen infiltra-
liet ties naar het eiland gezonden om het
onder Indonesisch bestuur te brengen
u" en om de macht van de centrale re-
gering te vestigen. Voor een groot deel
behoorde dit leger tot de fanatieke Mo-
zst hammedanen. Toen het centraal be-
stuur gevestigd was en de troepen te-
ruggetrokken zouden worden, deserteer-
den grote legereenheden. Duizenden sol-
daten wilden niet terug. Te lang had-
ze geleefd van roof en nietsdoen en
dat leven wilden ze voortzetten. Het is
dus niet de oorspronkelijke bevolking die
de moeilijkheden veroorzaakt, maar het
zijn vreemde soldaten. De Indonesische
regering heeft vrijwel niets kunnen doen
in deze moeilijke toestand verlich-
g te brengen en deze soldaten leven
i de terreur, die zij uitoefenen op de
dorpen en achterafgelegcn gebieden.
NIET TOEGELATEN
>it is de reden dat geen zendelingen
in het land worden toegelaten. Ds. Ge
leynse, cUe reeds tweemaal in handen
1 guerilla's is gevallen
telkenmale bevrijd
werd, woont op het ogen
blik in het zuidelijk ge
legen Makassar. Reeds
n jaar lang probeert hij
ar het gebied van Ma-
tsa te komen om con
tact op te nemen met de
kerken, die door de Chr.
Gereformeerde zending
zijn gesticht. Eindelijk
schijnt de deur nu voor
hem open te gaan, want
hij heeft vergunning ge
kregen om de generale
synode in Mamasa bij te
„Wat is volgens de
belangrijkste taak van de
zending, ds. Bikker?"
vroeg ik toen het gesprek
eenmaal op gang was.
Het was niet moeilijk om
op die, vraag een ant
woord te geven.
„Woordverkondiging. De
Bijbel geeft ons in het
einde van het Mattheus
Evangelie de opdracht: Gaat dan heen,
onderwijst al de volkeren. Men moet het
Evangelie prediken. Wat dat Evangelie
inhoudt? Het Is de boodschap van de
mogelijkheid van zalig worden voor
ieder mens die In Christus Jezus ge
looft. Wanneer de kerk daarmee be
gint, staat zij voor de vraag hoe zij
dit moet aanpakken. Er moet eerst con
tact met de bevolking zijn voor deze
prediking mogelijk wordt. In de eerste
plaats kan men in primitieve streken
i de jeugd te be
schoten stichten
reiken.
Dan is er de medische taak. Terwijl
men de lichamen van de mensen ver
zorgt kan men vertellen van de Grote
geneesheer. Ook de lectuurvoorziening
is een goed hulpmiddel. Al deze dingen
moeten evenwel hulpmiddelen zijn die
de weg openen tot de prediking.
SOCIAAL WERK
In de laatste halve eeuw is evenwel
het „social Gospel" in het zendings
werk doorgedrongen. Dit was een bewe
ging die de mensen sociaal-economisch
wil helpen. Na de oorlog vooral is men
zich gaan bezinnen over het al of niet
legale van die benadering. Men noem
de deze wijze van werken meestal het
„comprehensive approach" en bedoelt
daarmee dat men de mensen op alle
mogelijke manieren moet helpen en de
weg moet wijzen naar een beter leven.
Achter deze gedachte staat de theologie,
die tegenwoordig zo sterk is doorge
drongen, dat de mens geen ziel heeft
maar een ziel is. We moeten dus niet
naar de mens toegaan om over zijn
ziel (en dus over zijn geestelijk leven)
te praten.
Als je er komt om hem schrijven te
leren dan doe je ook zendingswerk want
dat hoort ook bij zijn ziel. Het gevaar
lijke in deze gedachtengang is, dat men
de hulpdiensten een te grote taak geeft.
De scholen, het medisch en het sociaal
economisch werk worden op één lijn
gesteld met de prediking van de bood
schap. Met deze gang van zaken ben ik
het niet eens en dnze Chr. Gereformeer
de kerken kunnen zich daarin ook niet
vinden. De Woordverkondiging moet de
hoofdtaak blijven van de zending. Ook
in Amerika, waar deze boodschap al
veel langer gepredikt werd zijn stem
men opgegaan die weer de Woordver
kondiging haar centrale plaats wil her
geven. Een Amerikaans schrijver sprak
dan ook niet van „comprehensive ap
proach" (alzijdige benadering) maar
van „comprehensive message" (de -al
zijdige Boodschap). Het is de Bood
schap die wij moeten prediken, die zijn
invloed doet gelden op alle gebieden
DIJ alle onderwijsvernieuwingen kan
en mag het godsdienstonderwijs,
waar en hoe het ook gegeven worde,
niet achterblijven. Steeds weer op
nieuw verschijnen er boekjes op de
markt van catechesatie-uitgaven, die
om aandacht vragen. Het boekje „Kent
U de Weg?" van Werner Pfendsack,
dat door de hoofdlegerpredikant A. T.
W. de Kluis vertaald werd, trekt ech
ter door zijn moderne aanpak sterk de
aandacht. Dit is nu eens geen lees
boekje met vragen aan het einde van
ieder hoofdstuk. Ook is het geen droog
leerboekje. De inhoud is zo beknopt,
dat men het in minder dan een half
uur van az kan doorlezen en be
kijken.
Zoals de meeste catechesa' e-uitgaven
bevat het een groot aantal vragen, die
beknopt worden beantwoord, terwijl
vaak het antwoord uit een Bijbeltekst
bestaat. Het gehele Evangelie wordt in
korte trekken naar voren gebracht door
vier vragen te stellen:
1. Waar staan wü?
2. Waar vinden wjj hulp?
3. Hoe worden wij geholpen.
4. Waar horen wij.
Iedere vraag leidt weer tot een se
rie vragen die beantwoord worden.
Naast het antwoord heeft de tekenaar
Emanuel Boszhardt het antwoord echter
uitgetekend door een heel simpel^ voor
stelling of diagram, die op een enkele
uitzondering na direct aanspreken en
moeilijk vergeten worden. Iedere gods
dienstonderwijzer of leider van een Bij
belkring kan ontzettend veel hulp put
ten uit de eenvoudige tekeningetjes en
bovendien brengen ze de lezer op nieu
we ideeën.
IN GROTE LIJNEN
In grote lijnen worden de verschillen
de dogmatische onderwerpen behandeld.
De mens wordt getekend voor God in
zijn schuld, die echter door Christus
gedragen werd aan het kruis. De
schrijver gaat dan echter verder en
zegt: „Het hele levenswerk van Jezus
helpt ons niets, zolang wij daar be
schouwend tegenover blijven staan. Je
zus is niet gekomen om bekeken te
worden, maar om te redden." Heel
eenvoudig worden dan de kenmerken
in het nieuwe leven behandeld. Hier
daar zijn er een paar uitdrukkingen,
e we graag anders zouden willen
Als de schrijver het b.v heeft
r de Drieëenheid, spreekt Pfendsack
drievoudige gestalte"
„God
De monnikspij
Een middeleeuwse legende vertelt van
een monnik, die even voor zyn dood zyn
pij uitdeed, omdat hij was gaan twijfelen,
of hij er wel juist aan gedaan had monnik
te worden. Hij stierf en kwam voor
Petrus te staan, die hem vroeg op grond
waarvan hij meende de hemel binnen
gelaten te zullen worden. Hjj kon slechts
aanvoeren, dat hy God steeds in zyn leven
gezocht had, al had hij dat heel moeilijk
gevonden. Toen Petrus nogal wat be
denkelijk keek, had hy er aan toegevoegd,
dat hjj er zelfs monnik voor was ge
worden. Bjj die woorden klaarde Petrus'
gezicht op, maar hy informeerde
waar hij zyn pjj dan had gelaten en
hjj vernam, dat hjj in twjjfel aan de
uitgetrokken had.
Petri
ïrlof
trekken. Teruggekomen bi
hjj de hemelpoort wjjd
schare jubelende engelei
monnikspij wa
hemelpoort.
Godsdienst
tot het eeuwig'
ook gesproke
kleed, maar d
wordt alleen
Jezus Christus
een der sleutels vai
as echter daar de sli
leven. In de Bjjbel v
over een noodzakelijk
t kleed der gerechtigheid
srstrekt door de Gastheer
het leven. Het is onmogelijk on
s beter te leren leven. Men kan
nens niet beter leren schrijven, een
betere moraal leren gebruiken, een be
ter en reiner leven leren leiden, betere
boeken leren lezen enz;, als we hem
niet eerst van aangezicht tot aangezicht
met zijn eigen zonde en de verzoening
in Jezus Christus prediken.
Door de politieke veranceringen
het oude zendingswerk niet meer mo
gelijk en men probeert dit verlies
te compenseren door specialisten uit te
zenden, zoals doktoren, onderwijzers,
economen enz. Ik krijg persoonlijk de
indruk dat de Nederlandse zending van
de nood een deugd heeft gemaakt. Wan
neer deze specialisten zouden worden
uitgezonden naast de dienaren des
Woords zou ik er wel vrede mee heb
ben, maar ik ben zo bang dat zij de
ze verdrongen hebben. Het aantal mis
sionaire predikanten, die als evangelis
ten werken is miniem. De zending
de oude stijl is verdwenen. Hele eilan
den zijn daarvoor gesloten. Nu zeggen
de voorstanders natuurlijk: „Wij heb
ben inlandse kerken en die zijn zelf
verantwoordelijk geworden. Wij moeten
niets anders doen dan geldschieters
zijn." Dat is natuurlijk helemaal geen
schande als de inheemse kerken
kelijk zending dreven.
Er zijn echter hele gebieden,
nog honderden zendelingen in oude stijl
zouden kunnen werken. Hele eilanden
zijn echter volkomen gesloten, zoals
Halmaheira en de Sangihe en Talaoed
eilanden. Eén van de mooiste zendings
gebieden nl. Poso waar Albert Kruyt
en Adriani gewerkt hebben (Centraal
Celebes) is gesloten. Zelfs een land
bouwkundige die door de zending
uitgezonden om de mensen een betere
vorm van landbouw te leren moest het
gebied verlaten.
Dat deze dingen geschieden ligt niet
alleen aan de politiek van de regering,
maar ook aan de houding va
heemse kerken. Het was de Toradja-
kerk die eiste dat alle zendingsarbei
ders uit het Posogebied moesten ver
trekken. Onder de nationale kerken
heerst aan de ene kant een angst
naar buitenuit te tonen dat zij gemeen
schap, hebben met die Nederlanders,
maai'' aan de andere kant is er ook
het feit, dat zelfs deze kerken
het allemaal zelf wel te kunnen. Men
zou haast kunnen zeggen dat er een
vorm van rassenscheiding heerst, dit
maal van de kant van de kleurling. Of
deze houding te verklaren is, is niet de
vraag: zij is niet goed. Er zal veel
tijd nodig zijn voor de inheemse
Nederlandse kerken om weer na
kaar toe te kunnen groeien.
De tijd moet de wonden helen. Dat
veel in Indonesië verkeerd gaat, wordt
nog steeds geweten aan het koloniali
me, de tijd zal evenwel aanbreken, dat
dit excuus geen opgeld meer zal doen.
De kerken van Indonesië maken hun
jeugdziekten door. Als ze hier doorheen
zijn, zal het ogenblik komen, dat wij
elkaar op een nieuwe manier als ge
lijken weer zullen kunnen ontmoeten en
we samen weer opnieuw de aandacht
kunnen gaan schenken aan de verkon
diging van het Woord."
Hoe zal men dan moeten werken?
Het is de laatste vraag en het laatr
ste antwoord.
t is mijn overtuiging dat ook In
donesië vatbaar is voor een eenvoudige
prediking, op de man af, bijv. in de
trant van de preken van Billy Graham.
Voor de oorlog kwam op Java en in
Makassar een Chinese opwekkingspre
diker, John Sung genaamd, die duizen
den mensen trok en onder Gods zegen
mocht brengen tot het geloof in Chris
tus Jezus. Dat kan vandaag nog. De
velden zijn wit om te oogsten. Een paar
jaar geleden kwam op Java een Ame
rikaans prediker van de Pinksterbewe
ging. Tot een gehoor van tienduizenden
mocht hij prediken en in enkele we
ken tijds waren op Java alle bijbels
uitverkocht.
Het is werkelijk geen schande voor
;n Hollands predikant om in dienst te
treden van een inheemse kerk, maar
het droevige van de huidige situatie is,
dat de Hollandse predikanten niet uit
genodigd worden om te komen predi
ken. Voor specialistenhulp is er hier en
daar nog wel ruimte, maar voor de
eigenlijke woordverkondiging zijn op ve
le plaatsen de deuren gesloten.
Het is niet minderwaardig om als
zending geld te betalen voor de woord
verkondiging in Indonesië, door in
heemse krachten, zoals nu geschiedt,
maar de kerken van Nederland zouden
veel en veel meer kunnen doen, dan
ze nu doen en tientallen, zo niet hon
derden mannen en vrouwen zouden zich
willen geven in de directe dienst van
het Woord.
De volken van Indonesië zijn rijp
voor een blijmoedige prediking van het
evangelie en ik hoop dat daarvoor de
deuren van Indonesië weer spoedig mo
gen opengaan.
Eén van de vreemdste kampgevechten uit de oudheid werd
uitgevochten bij de vijver van een kleine Israëlitische stad Gibeon.
Twaalf soldaten uit het leger van Isboseth, een zoon van Saul, streden
een tweekamp met twaaR soldaten van David. De uitslag gaf geen
oplossing voor de oorlog want er was geen overwinnaar. Beide
ploegen werden verliezer, want beide ploegen kwamen om het leven.
Het verhaal, dat opgetekend staat in II Samuel 2 1216 zou een
les kunnen zijn voor onze moderne tijd, want ook de oorlogen van
deze eeuw hebben geen overwinr.aar en de vrede wordt er niet door
verbeterd. Om nog een andere reden echter mag dit verhaal weer
in het middelpunt van de belangstelling staan, omdat de plaats van
de strijd enkele maanden geleden door Amerikaanse archeologen
werd blootgelegd.
Een team van geleer
den afkomstig van de
Universiteit van de
staat Penssylvanië en
de Theologische Hoge
school van Berkeley in
Californië zyn na vijf
tig jaar weer met nieu
we onderzoekingen be
gonnen op de plaats,
die bekend stond als
Bijbelse Gibeon. Deze
stad. die- ongeveer drie
en veertig maal in de
Bijbel wordt genoemd,
gedeeltelijk afgegraven en on-|de vijver uit de geschiedenis van het
omstotelyk schijnt bewezen te zijn, SfJ®™ VjEerr»
dat inderdaad het Bijbelse Gibeon.ge- "SevferzesmeShlt
vonden is en men heeft zelfs precies ve hectare groot gebied, dat de stad be
de plaats van de stad kunnen aan- sloeg. Zij is een van de grootste, die
wijzen.
Dr. James B. Pritchard van Berke
ley, die de expeditie leidde, deelde na
tien weken van gedegen onderzoek mee
dat er op de plaats de resten van vijf
verschillende steden gevonden werden.
De oudste stad moet omstreeks 3000
voor Christus gesticht zijn. Daar boven
ligt een stad, die waarschijnlijk van 1800
voor Christus dateert en op de puinho
pen van die stad werd het Gibeon
gebouwd, dat in de dagen van Saul
en David nog bestond. De stad
schijnt tussen 800 en 600 voor
Christus zijn bloeiperiode te heb
ben doorgemaakt.
De zes archeologen kwamen tot
de conclusie werkelijk met Gibeon
te doen te hebben toen ze de hand
vatten vonden van drie inmaak-
potten waarop de vroegere eige
naar in oud-Hebreeuws zijn adres
had gekrast: „Gibeon". Dit was de
eerste keer in zes en zestig jaar
van Palestijnse archeologie dat zo
duidelijk een bewijs werd geleverd.
De grootste ontdekking was
echter de geweldige vijver, die
uitgehakt was in massieve rots
en die men identificeert met
Op heel eenvoudige maar toch sugges
tieve wijze wordt hier de kerngedachte
van het „Onze Vader" weergegeven.
we in strijd met verschillende uitspra
ken van de algemene synodes. Ir
plaats van een ketterse afwijking te
constateren houden we het er maar
voor, dat de woordkeus hier ongelukkig
is en dat dit geweldige onderwerp zo
beknopt behandeld wordt, dat de schrij
ver geen kans ziet om de zaak juist
te stellen. Liever hadden we echter de
uitdrukking zien gebruiken: „Drie per
sonen en toch één God."
„DUITS"
FOTO LINKSBOVEN: Een stuk
van een pot met het Hebreeuwse
woord „Gibeon".
FOTO LINKSONDER: De toe
zang tot de tunnel die naar de
bron buiten de stadsmuren voerde.
FOTO RECHTS: Eens daalden
Dat het boekje uit het Duits
taald werd blijkt uit een generalise
ring, die in Nederland wel geen goede
ingang zal vinden en zeker niet na
de gebeurtenissen van de laatste maan
den: „oorlog en militarisme zyn met
het Evangelie onverenigbaar." Kennelijk
komt hier de Duitse geestesgesteldheid
van na de oorlog om de hoek kijken
die met het badwater ook het kind
overboord wil gooien.
De korte zinnen zijn vaak erg kern-
achtig. b.v. „De christe
lijke kerk heeft slechts
de keuze, wervend of
stervend zijn" of als het
gaat om de voorbereiding
voor het huwelijk: „Wees
zuinig op het je toever
trouwde kapitaal dei
menselijke liefde. Ver
slinger het niet in kleine
bedragen. Wie veel flirt,
pleegt roofbouw op het
komend huwelijk." En
sprekend over echtschei
ding zegt de schrijver
waarschuwend: „De be
slissing om te trouwen is
een levensbeslissing. Ei
is geen weg terug. Wanneer de potten
bakker uit twee klompen leem een vaas
gebakken heeft, kan hij die vaas daarna
niet weer in die beide stukken leem ver
anderen. De vaas kan slechts blijven
zoals zij is, of in schreven kapot vallen."
Natuurlijk is een boekje als dit
volledig. Wie kan in 80 pagina's
gehele dogmatiek behandelen? Kar]
Barth kan het zelfs niet eens in
boekenkast vol. Jammer is dat
schrijver zich daarom wel heel
heeft moeten beknotten. Als hij «.v.
spreekt over het nieuwe leven, dan
geeft hij een hoofdstuk over het nieu
we leven in het gezin en het nieuwe
leven in de sociale en politieke samen
leving. Graag hadden we dit laatste
veel persoonlijker gezien. Een hoofdstuk
„Het nieuwe leven op school of in de
fabriek" zou beslist niet gemist kun-
en worden.
Enfin, dat zijn verlangens voor een
eventuele volgende druk, want die wen-
;n we deze uitgave zeker toe.
Werner Pfendsack, „Kent U de Weg?'
Nederlandse bewerking door ds. A. T
W. de Kluis. Ultg. van Keulen N.V
ooit werd ontdekt. De vijver is rond en
heeft een middellijn van bijna elf me
ter; zij is diep genoeg om een ge
bouw van drie verdiepingen te bevat
ten. Een draaitrap werd in de massie
ve rots uitgehouwen en gaat zeker 42
die buiten de stad lag.
Volgens dr. Pritchard zal het nog „ve
ie jaren" duren eer het gehele gebied
afgegraven is. De drie stukken grond,
die dit jaar onderzocht werden, zijn
van de eigenaars gehuurd en na zorg
vuldig doorgraven en gefotografeerd te
zijn weer opgevuld, opdat er vijgen,
druiven en tomaten zullen kunnen groei-
Als een kind komt
Iedereen houdt van babies. Zelfs de
grootste nurks ziet nog kans om zijn
stijve gelaatsspieren tot een glimlach
te vertrekken boven de wieg van zo'n
klein hulpeloos schepseltje. Toen Va
der Cats zei: „Kinderen zijn hinde
ren". sprak hij vast niet over zijn
jongste spruit in de wieg. Hij zal dat
wel gezegd hebben, toen zijn drie jaar
oude dochter net bezig was om zijn
nieuwste gedicht te verbeteren.
Wij zijn trouwens allemaal babies ge
weest lk kan mijzelf wel moeilijk in
denken met blote billetjes op de
babycommode, maar zo heb ik daar
toch wel eens gelegen. En Chroesj-
tsjef in een luier, Eisenhower met een
fopspeen en Boelganin brullend in
bad, gaan mijn voorstellingsvermogen
verre te boven en toch veel
minder dan een eeuw geleden was
dat allemaal werkelijkheid. En zij wa
ren toen even aantrekkelijk als de
babies van vandaag.
Ik gelooi dat zoveel mensen een paar
weken geleden zo enthousiast Kerst
feest hebben gevierd, omdat een
baby altijd bezien moet worden. Heel
de buurt komt kijken naar de pas
geborene en iedereen buigt zich tor
telend over de wieg om te kunnen
zeggen: „Hij lachte tegen mij!" Heel
de wereld heeft zich zo over de krib
be gebogen en van vrede gezongen.
Heel de wereld is met een glimlach
net nieuwe jaar ingegaan om in de
keuken van het leven te ontdekken
dat de melk overkookte en het for
nuis bedekt was met een bruine koek.
Toen was het Kind prompt weer ver
geten.
Wij bogen ons wel over de Kerstkribbe,
maar bogen niet voor Immanuel, God
met ons! Dat God tot ons kwam,
maakt in deze reclamezieke eeuw,
waarin iedereen tot ons komt en om
onze aandacht schreeuwt niet eens
meer indruk. Zelfs in Openbaringen
zien we Christus nog buiten staan, op
de stoep van de kerk van Laodicea.
Hij klopt vaak aan in ons leven,
maar wij tikken even tegen het ven
ster en beduiden: „Niets nodig!"
JIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1IIII1'
Ontvangst als een
kind.
Het Is merkwaardig dat God zo dik
wijls van ons vraagt wat Hij zelf
doet De Bijbel laat ons duidelijk
zien, dat God eerst tot de wereld ge
komen is in Christus Jezus, maar
toch zegt hij tegen ons: „Komt tot
Mij!"
Bij hel Kerstfeest gedenken we, dat
God een kind werd. In de rest van
het jaar komt de eis tot ons: „Wie
het Koninkrijk Gods niet ontvangt als
een kind, zal het voorzeker niet bin
nengaan."
Wij stonden als grote sterke mensen
rondom de kribbe, bewust van onze
belangrijkheid en daarom misschien
zijn we nu, terwijl we elkaar nog
steeds een verlaat „Gelukkig Nieuw
jaar" toewensen, al weer zo leeg en
rusteloos. We zijn het nieuwe jaar
binnengegaan, maar hebben tot onze
verbazing al dagen geleden ontdekt,
dat slechts de 7 van 1957 het enige
nieuwe was. De rest is precies het
zelfde gebleven. Vader is nog even
humeurig. Moeder zucht nog steeds.
Tante roddelt maar door. Jan had al
weer een één voor zijn algebra wegens
spieken en Marie is nog altijd onge-
zeggelijk. Uiterlijk is er niets veran
derd, omdat er innerlijk niets ver
anderd is.
„Wie niet ontvangt als een kind
zei Jezus Christus. Wie niet zijn gro-
te-mensen-stoerheid opzij zet Wie
niet aanvaardt zonder vragenWie
zich niet hulpeloos laat helpen Die
zal het Koninkrijk Gods niet binnen
gaan. Wij zijn grote mensen, die de
wonderen van God willen begrijpen
Wij zijn grote mensen, die willen er
varen, willen voelen. En God vraagt,
dat wij alleen maar onze handen in
geloof uitsteken, opdat Hij ze zal kun-
llllinilllllllllllllllllllllll
Christiis, de
onvergelijkelijke
Hij kwam van de boezem van de Vader
om zich te vlijen aan de borst van
een vrouw. Hij aanvaardde de mens
heid opdat wij de godheid zouden
dragen. Hij werd de Zoon des men
sen, opdat wij de Zonen van God
zouden worden. Hij kwam van de
hemel, waar de rivieren nimmer be
vriezen, de winden nimmer waaien,
de sneeuw nimmer de velden bleekt
en de bloemen niet verwelken. Daar
behoeft men geen dokter te -roepen
want er is nooit iemand ziek. Daar
zijn geen aanzeggers en geen kerk
hoven, daar wordt niemand begraven.
Hij toonde zich in Zijn geboorte de
Meester van de natuurwetten, maar
leefde in armoede, en groeide in een
uithoek op; slechts eens trok hij naar
het buitenland, toen Hij nog maar
een baby was. Hij kende geen weel
de en had geen invloed in den lande,
een middelbare school en universiteit
heeft Hij nooit bezocht. Zijn fami
lieleden waren onbekend en behoorden
niet tot de invloedrijken.
Als baby maakte Hij een koning bang-
als jongen zette Hij de geleerden aan
het denken; als man regeerde Hij de
natuur. Hij wandelde op de golven en
deed de zee zwijgen. Hij genas de
menigten zonder medicijnen en schreef
geen rekeningen. Nimmer schreef Hij
een boek, maar de bibliotheken kun
nen alle boeken, die over Hem ge-
senreven zijn niet bevatten. Nimmer
componeerde Hij een lied, maar Hij
schonk het thema van meer liederen
dan alle componisten bij elkaar. Hij
stichtte nimmer een universiteit, maar
B^en hogeschool had zoveel studenten
als Hij. Hij studeerde nimmer medi
cijnen. maar genas meer gebroke-
nen van hart, dan ooit doktoren zieke
lichamen genazen.
Nimmer riep hij een leger op, nimmer
deed Hij een soldaat dienst nemen,
nimmer vuurde Hij een schot af,
's er Seen leider, die zoveel
vrijwilligers heeft als Hij en die zo
veel rebellen tot de overgave bracht.
Hij is de Ster van de astronomie, de
Rots van de geologie en de Leeuw en
het Lam van de zoölogie. Hij harmo
nieert alle wanklanken en geneest al
le ziekten. Grote mannen kwamen en
gingen, maar Hij leeft voort. Herodes
kon Hem niet doden, Satan kon Hem
niet verleiden, de dood kon Hem niet
vernietigen, het graf kon Hem niet
houden.
Hij verwisselde zijn purperen kleed
voor een hoerendracht. Hij was rijk,
maar is voor ons arm geworden. Hoe
arm? Vraag het Maria! Vraag het
de wijzen! Hij sliep in de kribbe van
een ander. Hij voer in de boot van
een ander Hij reed op de ezel van
een ander. Hij werd begraven in het
graf van een ander. Hij hing aan het
kruis van een ander. Allen faalden
maar Hij niet. Hij is de volmaakte.