DÉ PREDIKING IN DE ZENDING öil ent, i Kent u de weg?" ZENDING IN EEN VERANDERDE WERELD (III) ZONDAGSBLAD DE VIJVER VAN GEVONDEN >57 ZATERDAG 12 JANUARI 1957 In ons derde artikel over de geweldige veranderingen die zich in de zending vol trekken, willen wij hoofd zakelijk denken aan de plaats, die de prediking in de zending inneemt. We hebben daartoe een gesprek gehad met de Christelijk Gereformeerde zendingspredikant ds. A. Bikker. Het Christelijk Gereformeerd zendingswerk is nog jong en geschiedt hoofdzakelijk in het westen van Midden Celebes, het zg. Mamasa gebied. Dit gebied is verdeeld onder twee zendingen, want ook de Gereformeerde Zendings-Bond werkt daar. Op het ogenblik is op het terrein van de Chr. Geref. Kerken één zendingspredikant aanwezig, ds. M. Géleynse; daar in mei 1950 alle zendingsarbeiders gevangen genomen werden door guerrilla's. Na hun bevrijding zijn ze allen naar Nederland teruggekeerd behalve hij. Hoewel reeds kort na het begin van deze eeuw besloten werd om ook als Christe lijk Gereformeerde Kerken zending te gaan drijven, duurde het nog tot 1927 eer de eerste predikant werd uitgezonden. Ds. Bikker was degene, die het spits moest afbijten. Het gebied behoorde oor spronkelijk toe aan de Indische kerk, die gezegend werk heeft ge daan, maar nogal met de ,.brandspuitdoop had gewerkt". Men doopte nl. zonder voldoende catechetisch onderwijs en velen lieten zich dopen omdat dat nu eenmaal goed stond. Toen ds. Bikker arriveerde was er eigenlijk slechts één vaste gemeente, thans zijn er 147 gevestigde gemeenten met gezamenlijk 30.000 leden, terwijl de gehele bevolking 60.000 zielen telt. Ds. Bikker hoopt zo mogelijk weer terug te gaan naar het zendingsveld, maar hij kan nog steeds geen visum krijgen. Hij dient nu de Christelijk Gereformeerde Kerk te Zwolle. Het Evangelie brengen in het Indonesië van thans is verre van gemakkelijk. In het interview op deze bladzij met ds. A. Bikker tverd dat opnieuw duidelijk. Het gaat hier speciaal om het gebied van Celebes, waar infiltranten onrust gezaaid hebben en tegenkanting tegen de blanke zendelingen oogsten. Op i beeld van anka-predikers op Nieutv- aar de moeilijkheden iets n van andere aard zijn. Een modern boekje voor Bijbels godsdienstonderwijs ting N ven, uw, Voor we begonnen te spreken over ^et eigenlijke onderwerp wen' dat aan de orde was, kon ik het sla- niet nalaten te vragen hoe de situatie op het zendingsveld eigenlijk was. Reeds eerder heb- ïde- ben op deze pagina berichten ge- nds staan over moeilijkheden van ds. lwe Geleynse en over de kruisiging van een aantal ouderlingen en and het martelaarschap van vele den christenen. Men spreekt van guerrilla's en van aanvallen. Het beeld dat ds. Bikker me schil- derde is niet erg mooi. Celebes behoor- de oorspronkelijk tot één van de mooi- °.ei! ste zendingsgebieden ter wereld. Rond- 1 om het Posomeer bijv. hebben de gro- ®Pj te Kruyt en Adriani hun zegenrijke ar- '*J(j beid verricht. Maar na de oorlog is de net onrust gekomen. Door de Indonesische no* regering werden grote troepen infiltra- liet ties naar het eiland gezonden om het onder Indonesisch bestuur te brengen u" en om de macht van de centrale re- gering te vestigen. Voor een groot deel behoorde dit leger tot de fanatieke Mo- zst hammedanen. Toen het centraal be- stuur gevestigd was en de troepen te- ruggetrokken zouden worden, deserteer- den grote legereenheden. Duizenden sol- daten wilden niet terug. Te lang had- ze geleefd van roof en nietsdoen en dat leven wilden ze voortzetten. Het is dus niet de oorspronkelijke bevolking die de moeilijkheden veroorzaakt, maar het zijn vreemde soldaten. De Indonesische regering heeft vrijwel niets kunnen doen in deze moeilijke toestand verlich- g te brengen en deze soldaten leven i de terreur, die zij uitoefenen op de dorpen en achterafgelegcn gebieden. NIET TOEGELATEN >it is de reden dat geen zendelingen in het land worden toegelaten. Ds. Ge leynse, cUe reeds tweemaal in handen 1 guerilla's is gevallen telkenmale bevrijd werd, woont op het ogen blik in het zuidelijk ge legen Makassar. Reeds n jaar lang probeert hij ar het gebied van Ma- tsa te komen om con tact op te nemen met de kerken, die door de Chr. Gereformeerde zending zijn gesticht. Eindelijk schijnt de deur nu voor hem open te gaan, want hij heeft vergunning ge kregen om de generale synode in Mamasa bij te „Wat is volgens de belangrijkste taak van de zending, ds. Bikker?" vroeg ik toen het gesprek eenmaal op gang was. Het was niet moeilijk om op die, vraag een ant woord te geven. „Woordverkondiging. De Bijbel geeft ons in het einde van het Mattheus Evangelie de opdracht: Gaat dan heen, onderwijst al de volkeren. Men moet het Evangelie prediken. Wat dat Evangelie inhoudt? Het Is de boodschap van de mogelijkheid van zalig worden voor ieder mens die In Christus Jezus ge looft. Wanneer de kerk daarmee be gint, staat zij voor de vraag hoe zij dit moet aanpakken. Er moet eerst con tact met de bevolking zijn voor deze prediking mogelijk wordt. In de eerste plaats kan men in primitieve streken i de jeugd te be schoten stichten reiken. Dan is er de medische taak. Terwijl men de lichamen van de mensen ver zorgt kan men vertellen van de Grote geneesheer. Ook de lectuurvoorziening is een goed hulpmiddel. Al deze dingen moeten evenwel hulpmiddelen zijn die de weg openen tot de prediking. SOCIAAL WERK In de laatste halve eeuw is evenwel het „social Gospel" in het zendings werk doorgedrongen. Dit was een bewe ging die de mensen sociaal-economisch wil helpen. Na de oorlog vooral is men zich gaan bezinnen over het al of niet legale van die benadering. Men noem de deze wijze van werken meestal het „comprehensive approach" en bedoelt daarmee dat men de mensen op alle mogelijke manieren moet helpen en de weg moet wijzen naar een beter leven. Achter deze gedachte staat de theologie, die tegenwoordig zo sterk is doorge drongen, dat de mens geen ziel heeft maar een ziel is. We moeten dus niet naar de mens toegaan om over zijn ziel (en dus over zijn geestelijk leven) te praten. Als je er komt om hem schrijven te leren dan doe je ook zendingswerk want dat hoort ook bij zijn ziel. Het gevaar lijke in deze gedachtengang is, dat men de hulpdiensten een te grote taak geeft. De scholen, het medisch en het sociaal economisch werk worden op één lijn gesteld met de prediking van de bood schap. Met deze gang van zaken ben ik het niet eens en dnze Chr. Gereformeer de kerken kunnen zich daarin ook niet vinden. De Woordverkondiging moet de hoofdtaak blijven van de zending. Ook in Amerika, waar deze boodschap al veel langer gepredikt werd zijn stem men opgegaan die weer de Woordver kondiging haar centrale plaats wil her geven. Een Amerikaans schrijver sprak dan ook niet van „comprehensive ap proach" (alzijdige benadering) maar van „comprehensive message" (de -al zijdige Boodschap). Het is de Bood schap die wij moeten prediken, die zijn invloed doet gelden op alle gebieden DIJ alle onderwijsvernieuwingen kan en mag het godsdienstonderwijs, waar en hoe het ook gegeven worde, niet achterblijven. Steeds weer op nieuw verschijnen er boekjes op de markt van catechesatie-uitgaven, die om aandacht vragen. Het boekje „Kent U de Weg?" van Werner Pfendsack, dat door de hoofdlegerpredikant A. T. W. de Kluis vertaald werd, trekt ech ter door zijn moderne aanpak sterk de aandacht. Dit is nu eens geen lees boekje met vragen aan het einde van ieder hoofdstuk. Ook is het geen droog leerboekje. De inhoud is zo beknopt, dat men het in minder dan een half uur van az kan doorlezen en be kijken. Zoals de meeste catechesa' e-uitgaven bevat het een groot aantal vragen, die beknopt worden beantwoord, terwijl vaak het antwoord uit een Bijbeltekst bestaat. Het gehele Evangelie wordt in korte trekken naar voren gebracht door vier vragen te stellen: 1. Waar staan wü? 2. Waar vinden wjj hulp? 3. Hoe worden wij geholpen. 4. Waar horen wij. Iedere vraag leidt weer tot een se rie vragen die beantwoord worden. Naast het antwoord heeft de tekenaar Emanuel Boszhardt het antwoord echter uitgetekend door een heel simpel^ voor stelling of diagram, die op een enkele uitzondering na direct aanspreken en moeilijk vergeten worden. Iedere gods dienstonderwijzer of leider van een Bij belkring kan ontzettend veel hulp put ten uit de eenvoudige tekeningetjes en bovendien brengen ze de lezer op nieu we ideeën. IN GROTE LIJNEN In grote lijnen worden de verschillen de dogmatische onderwerpen behandeld. De mens wordt getekend voor God in zijn schuld, die echter door Christus gedragen werd aan het kruis. De schrijver gaat dan echter verder en zegt: „Het hele levenswerk van Jezus helpt ons niets, zolang wij daar be schouwend tegenover blijven staan. Je zus is niet gekomen om bekeken te worden, maar om te redden." Heel eenvoudig worden dan de kenmerken in het nieuwe leven behandeld. Hier daar zijn er een paar uitdrukkingen, e we graag anders zouden willen Als de schrijver het b.v heeft r de Drieëenheid, spreekt Pfendsack drievoudige gestalte" „God De monnikspij Een middeleeuwse legende vertelt van een monnik, die even voor zyn dood zyn pij uitdeed, omdat hij was gaan twijfelen, of hij er wel juist aan gedaan had monnik te worden. Hij stierf en kwam voor Petrus te staan, die hem vroeg op grond waarvan hij meende de hemel binnen gelaten te zullen worden. Hjj kon slechts aanvoeren, dat hy God steeds in zyn leven gezocht had, al had hij dat heel moeilijk gevonden. Toen Petrus nogal wat be denkelijk keek, had hy er aan toegevoegd, dat hjj er zelfs monnik voor was ge worden. Bjj die woorden klaarde Petrus' gezicht op, maar hy informeerde waar hij zyn pjj dan had gelaten en hjj vernam, dat hjj in twjjfel aan de uitgetrokken had. Petri ïrlof trekken. Teruggekomen bi hjj de hemelpoort wjjd schare jubelende engelei monnikspij wa hemelpoort. Godsdienst tot het eeuwig' ook gesproke kleed, maar d wordt alleen Jezus Christus een der sleutels vai as echter daar de sli leven. In de Bjjbel v over een noodzakelijk t kleed der gerechtigheid srstrekt door de Gastheer het leven. Het is onmogelijk on s beter te leren leven. Men kan nens niet beter leren schrijven, een betere moraal leren gebruiken, een be ter en reiner leven leren leiden, betere boeken leren lezen enz;, als we hem niet eerst van aangezicht tot aangezicht met zijn eigen zonde en de verzoening in Jezus Christus prediken. Door de politieke veranceringen het oude zendingswerk niet meer mo gelijk en men probeert dit verlies te compenseren door specialisten uit te zenden, zoals doktoren, onderwijzers, economen enz. Ik krijg persoonlijk de indruk dat de Nederlandse zending van de nood een deugd heeft gemaakt. Wan neer deze specialisten zouden worden uitgezonden naast de dienaren des Woords zou ik er wel vrede mee heb ben, maar ik ben zo bang dat zij de ze verdrongen hebben. Het aantal mis sionaire predikanten, die als evangelis ten werken is miniem. De zending de oude stijl is verdwenen. Hele eilan den zijn daarvoor gesloten. Nu zeggen de voorstanders natuurlijk: „Wij heb ben inlandse kerken en die zijn zelf verantwoordelijk geworden. Wij moeten niets anders doen dan geldschieters zijn." Dat is natuurlijk helemaal geen schande als de inheemse kerken kelijk zending dreven. Er zijn echter hele gebieden, nog honderden zendelingen in oude stijl zouden kunnen werken. Hele eilanden zijn echter volkomen gesloten, zoals Halmaheira en de Sangihe en Talaoed eilanden. Eén van de mooiste zendings gebieden nl. Poso waar Albert Kruyt en Adriani gewerkt hebben (Centraal Celebes) is gesloten. Zelfs een land bouwkundige die door de zending uitgezonden om de mensen een betere vorm van landbouw te leren moest het gebied verlaten. Dat deze dingen geschieden ligt niet alleen aan de politiek van de regering, maar ook aan de houding va heemse kerken. Het was de Toradja- kerk die eiste dat alle zendingsarbei ders uit het Posogebied moesten ver trekken. Onder de nationale kerken heerst aan de ene kant een angst naar buitenuit te tonen dat zij gemeen schap, hebben met die Nederlanders, maai'' aan de andere kant is er ook het feit, dat zelfs deze kerken het allemaal zelf wel te kunnen. Men zou haast kunnen zeggen dat er een vorm van rassenscheiding heerst, dit maal van de kant van de kleurling. Of deze houding te verklaren is, is niet de vraag: zij is niet goed. Er zal veel tijd nodig zijn voor de inheemse Nederlandse kerken om weer na kaar toe te kunnen groeien. De tijd moet de wonden helen. Dat veel in Indonesië verkeerd gaat, wordt nog steeds geweten aan het koloniali me, de tijd zal evenwel aanbreken, dat dit excuus geen opgeld meer zal doen. De kerken van Indonesië maken hun jeugdziekten door. Als ze hier doorheen zijn, zal het ogenblik komen, dat wij elkaar op een nieuwe manier als ge lijken weer zullen kunnen ontmoeten en we samen weer opnieuw de aandacht kunnen gaan schenken aan de verkon diging van het Woord." Hoe zal men dan moeten werken? Het is de laatste vraag en het laatr ste antwoord. t is mijn overtuiging dat ook In donesië vatbaar is voor een eenvoudige prediking, op de man af, bijv. in de trant van de preken van Billy Graham. Voor de oorlog kwam op Java en in Makassar een Chinese opwekkingspre diker, John Sung genaamd, die duizen den mensen trok en onder Gods zegen mocht brengen tot het geloof in Chris tus Jezus. Dat kan vandaag nog. De velden zijn wit om te oogsten. Een paar jaar geleden kwam op Java een Ame rikaans prediker van de Pinksterbewe ging. Tot een gehoor van tienduizenden mocht hij prediken en in enkele we ken tijds waren op Java alle bijbels uitverkocht. Het is werkelijk geen schande voor ;n Hollands predikant om in dienst te treden van een inheemse kerk, maar het droevige van de huidige situatie is, dat de Hollandse predikanten niet uit genodigd worden om te komen predi ken. Voor specialistenhulp is er hier en daar nog wel ruimte, maar voor de eigenlijke woordverkondiging zijn op ve le plaatsen de deuren gesloten. Het is niet minderwaardig om als zending geld te betalen voor de woord verkondiging in Indonesië, door in heemse krachten, zoals nu geschiedt, maar de kerken van Nederland zouden veel en veel meer kunnen doen, dan ze nu doen en tientallen, zo niet hon derden mannen en vrouwen zouden zich willen geven in de directe dienst van het Woord. De volken van Indonesië zijn rijp voor een blijmoedige prediking van het evangelie en ik hoop dat daarvoor de deuren van Indonesië weer spoedig mo gen opengaan. Eén van de vreemdste kampgevechten uit de oudheid werd uitgevochten bij de vijver van een kleine Israëlitische stad Gibeon. Twaalf soldaten uit het leger van Isboseth, een zoon van Saul, streden een tweekamp met twaaR soldaten van David. De uitslag gaf geen oplossing voor de oorlog want er was geen overwinnaar. Beide ploegen werden verliezer, want beide ploegen kwamen om het leven. Het verhaal, dat opgetekend staat in II Samuel 2 1216 zou een les kunnen zijn voor onze moderne tijd, want ook de oorlogen van deze eeuw hebben geen overwinr.aar en de vrede wordt er niet door verbeterd. Om nog een andere reden echter mag dit verhaal weer in het middelpunt van de belangstelling staan, omdat de plaats van de strijd enkele maanden geleden door Amerikaanse archeologen werd blootgelegd. Een team van geleer den afkomstig van de Universiteit van de staat Penssylvanië en de Theologische Hoge school van Berkeley in Californië zyn na vijf tig jaar weer met nieu we onderzoekingen be gonnen op de plaats, die bekend stond als Bijbelse Gibeon. Deze stad. die- ongeveer drie en veertig maal in de Bijbel wordt genoemd, gedeeltelijk afgegraven en on-|de vijver uit de geschiedenis van het omstotelyk schijnt bewezen te zijn, SfJ®™ VjEerr» dat inderdaad het Bijbelse Gibeon.ge- "SevferzesmeShlt vonden is en men heeft zelfs precies ve hectare groot gebied, dat de stad be de plaats van de stad kunnen aan- sloeg. Zij is een van de grootste, die wijzen. Dr. James B. Pritchard van Berke ley, die de expeditie leidde, deelde na tien weken van gedegen onderzoek mee dat er op de plaats de resten van vijf verschillende steden gevonden werden. De oudste stad moet omstreeks 3000 voor Christus gesticht zijn. Daar boven ligt een stad, die waarschijnlijk van 1800 voor Christus dateert en op de puinho pen van die stad werd het Gibeon gebouwd, dat in de dagen van Saul en David nog bestond. De stad schijnt tussen 800 en 600 voor Christus zijn bloeiperiode te heb ben doorgemaakt. De zes archeologen kwamen tot de conclusie werkelijk met Gibeon te doen te hebben toen ze de hand vatten vonden van drie inmaak- potten waarop de vroegere eige naar in oud-Hebreeuws zijn adres had gekrast: „Gibeon". Dit was de eerste keer in zes en zestig jaar van Palestijnse archeologie dat zo duidelijk een bewijs werd geleverd. De grootste ontdekking was echter de geweldige vijver, die uitgehakt was in massieve rots en die men identificeert met Op heel eenvoudige maar toch sugges tieve wijze wordt hier de kerngedachte van het „Onze Vader" weergegeven. we in strijd met verschillende uitspra ken van de algemene synodes. Ir plaats van een ketterse afwijking te constateren houden we het er maar voor, dat de woordkeus hier ongelukkig is en dat dit geweldige onderwerp zo beknopt behandeld wordt, dat de schrij ver geen kans ziet om de zaak juist te stellen. Liever hadden we echter de uitdrukking zien gebruiken: „Drie per sonen en toch één God." „DUITS" FOTO LINKSBOVEN: Een stuk van een pot met het Hebreeuwse woord „Gibeon". FOTO LINKSONDER: De toe zang tot de tunnel die naar de bron buiten de stadsmuren voerde. FOTO RECHTS: Eens daalden Dat het boekje uit het Duits taald werd blijkt uit een generalise ring, die in Nederland wel geen goede ingang zal vinden en zeker niet na de gebeurtenissen van de laatste maan den: „oorlog en militarisme zyn met het Evangelie onverenigbaar." Kennelijk komt hier de Duitse geestesgesteldheid van na de oorlog om de hoek kijken die met het badwater ook het kind overboord wil gooien. De korte zinnen zijn vaak erg kern- achtig. b.v. „De christe lijke kerk heeft slechts de keuze, wervend of stervend zijn" of als het gaat om de voorbereiding voor het huwelijk: „Wees zuinig op het je toever trouwde kapitaal dei menselijke liefde. Ver slinger het niet in kleine bedragen. Wie veel flirt, pleegt roofbouw op het komend huwelijk." En sprekend over echtschei ding zegt de schrijver waarschuwend: „De be slissing om te trouwen is een levensbeslissing. Ei is geen weg terug. Wanneer de potten bakker uit twee klompen leem een vaas gebakken heeft, kan hij die vaas daarna niet weer in die beide stukken leem ver anderen. De vaas kan slechts blijven zoals zij is, of in schreven kapot vallen." Natuurlijk is een boekje als dit volledig. Wie kan in 80 pagina's gehele dogmatiek behandelen? Kar] Barth kan het zelfs niet eens in boekenkast vol. Jammer is dat schrijver zich daarom wel heel heeft moeten beknotten. Als hij «.v. spreekt over het nieuwe leven, dan geeft hij een hoofdstuk over het nieu we leven in het gezin en het nieuwe leven in de sociale en politieke samen leving. Graag hadden we dit laatste veel persoonlijker gezien. Een hoofdstuk „Het nieuwe leven op school of in de fabriek" zou beslist niet gemist kun- en worden. Enfin, dat zijn verlangens voor een eventuele volgende druk, want die wen- ;n we deze uitgave zeker toe. Werner Pfendsack, „Kent U de Weg?' Nederlandse bewerking door ds. A. T W. de Kluis. Ultg. van Keulen N.V ooit werd ontdekt. De vijver is rond en heeft een middellijn van bijna elf me ter; zij is diep genoeg om een ge bouw van drie verdiepingen te bevat ten. Een draaitrap werd in de massie ve rots uitgehouwen en gaat zeker 42 die buiten de stad lag. Volgens dr. Pritchard zal het nog „ve ie jaren" duren eer het gehele gebied afgegraven is. De drie stukken grond, die dit jaar onderzocht werden, zijn van de eigenaars gehuurd en na zorg vuldig doorgraven en gefotografeerd te zijn weer opgevuld, opdat er vijgen, druiven en tomaten zullen kunnen groei- Als een kind komt Iedereen houdt van babies. Zelfs de grootste nurks ziet nog kans om zijn stijve gelaatsspieren tot een glimlach te vertrekken boven de wieg van zo'n klein hulpeloos schepseltje. Toen Va der Cats zei: „Kinderen zijn hinde ren". sprak hij vast niet over zijn jongste spruit in de wieg. Hij zal dat wel gezegd hebben, toen zijn drie jaar oude dochter net bezig was om zijn nieuwste gedicht te verbeteren. Wij zijn trouwens allemaal babies ge weest lk kan mijzelf wel moeilijk in denken met blote billetjes op de babycommode, maar zo heb ik daar toch wel eens gelegen. En Chroesj- tsjef in een luier, Eisenhower met een fopspeen en Boelganin brullend in bad, gaan mijn voorstellingsvermogen verre te boven en toch veel minder dan een eeuw geleden was dat allemaal werkelijkheid. En zij wa ren toen even aantrekkelijk als de babies van vandaag. Ik gelooi dat zoveel mensen een paar weken geleden zo enthousiast Kerst feest hebben gevierd, omdat een baby altijd bezien moet worden. Heel de buurt komt kijken naar de pas geborene en iedereen buigt zich tor telend over de wieg om te kunnen zeggen: „Hij lachte tegen mij!" Heel de wereld heeft zich zo over de krib be gebogen en van vrede gezongen. Heel de wereld is met een glimlach net nieuwe jaar ingegaan om in de keuken van het leven te ontdekken dat de melk overkookte en het for nuis bedekt was met een bruine koek. Toen was het Kind prompt weer ver geten. Wij bogen ons wel over de Kerstkribbe, maar bogen niet voor Immanuel, God met ons! Dat God tot ons kwam, maakt in deze reclamezieke eeuw, waarin iedereen tot ons komt en om onze aandacht schreeuwt niet eens meer indruk. Zelfs in Openbaringen zien we Christus nog buiten staan, op de stoep van de kerk van Laodicea. Hij klopt vaak aan in ons leven, maar wij tikken even tegen het ven ster en beduiden: „Niets nodig!" JIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1IIII1' Ontvangst als een kind. Het Is merkwaardig dat God zo dik wijls van ons vraagt wat Hij zelf doet De Bijbel laat ons duidelijk zien, dat God eerst tot de wereld ge komen is in Christus Jezus, maar toch zegt hij tegen ons: „Komt tot Mij!" Bij hel Kerstfeest gedenken we, dat God een kind werd. In de rest van het jaar komt de eis tot ons: „Wie het Koninkrijk Gods niet ontvangt als een kind, zal het voorzeker niet bin nengaan." Wij stonden als grote sterke mensen rondom de kribbe, bewust van onze belangrijkheid en daarom misschien zijn we nu, terwijl we elkaar nog steeds een verlaat „Gelukkig Nieuw jaar" toewensen, al weer zo leeg en rusteloos. We zijn het nieuwe jaar binnengegaan, maar hebben tot onze verbazing al dagen geleden ontdekt, dat slechts de 7 van 1957 het enige nieuwe was. De rest is precies het zelfde gebleven. Vader is nog even humeurig. Moeder zucht nog steeds. Tante roddelt maar door. Jan had al weer een één voor zijn algebra wegens spieken en Marie is nog altijd onge- zeggelijk. Uiterlijk is er niets veran derd, omdat er innerlijk niets ver anderd is. „Wie niet ontvangt als een kind zei Jezus Christus. Wie niet zijn gro- te-mensen-stoerheid opzij zet Wie niet aanvaardt zonder vragenWie zich niet hulpeloos laat helpen Die zal het Koninkrijk Gods niet binnen gaan. Wij zijn grote mensen, die de wonderen van God willen begrijpen Wij zijn grote mensen, die willen er varen, willen voelen. En God vraagt, dat wij alleen maar onze handen in geloof uitsteken, opdat Hij ze zal kun- llllinilllllllllllllllllllllll Christiis, de onvergelijkelijke Hij kwam van de boezem van de Vader om zich te vlijen aan de borst van een vrouw. Hij aanvaardde de mens heid opdat wij de godheid zouden dragen. Hij werd de Zoon des men sen, opdat wij de Zonen van God zouden worden. Hij kwam van de hemel, waar de rivieren nimmer be vriezen, de winden nimmer waaien, de sneeuw nimmer de velden bleekt en de bloemen niet verwelken. Daar behoeft men geen dokter te -roepen want er is nooit iemand ziek. Daar zijn geen aanzeggers en geen kerk hoven, daar wordt niemand begraven. Hij toonde zich in Zijn geboorte de Meester van de natuurwetten, maar leefde in armoede, en groeide in een uithoek op; slechts eens trok hij naar het buitenland, toen Hij nog maar een baby was. Hij kende geen weel de en had geen invloed in den lande, een middelbare school en universiteit heeft Hij nooit bezocht. Zijn fami lieleden waren onbekend en behoorden niet tot de invloedrijken. Als baby maakte Hij een koning bang- als jongen zette Hij de geleerden aan het denken; als man regeerde Hij de natuur. Hij wandelde op de golven en deed de zee zwijgen. Hij genas de menigten zonder medicijnen en schreef geen rekeningen. Nimmer schreef Hij een boek, maar de bibliotheken kun nen alle boeken, die over Hem ge- senreven zijn niet bevatten. Nimmer componeerde Hij een lied, maar Hij schonk het thema van meer liederen dan alle componisten bij elkaar. Hij stichtte nimmer een universiteit, maar B^en hogeschool had zoveel studenten als Hij. Hij studeerde nimmer medi cijnen. maar genas meer gebroke- nen van hart, dan ooit doktoren zieke lichamen genazen. Nimmer riep hij een leger op, nimmer deed Hij een soldaat dienst nemen, nimmer vuurde Hij een schot af, 's er Seen leider, die zoveel vrijwilligers heeft als Hij en die zo veel rebellen tot de overgave bracht. Hij is de Ster van de astronomie, de Rots van de geologie en de Leeuw en het Lam van de zoölogie. Hij harmo nieert alle wanklanken en geneest al le ziekten. Grote mannen kwamen en gingen, maar Hij leeft voort. Herodes kon Hem niet doden, Satan kon Hem niet verleiden, de dood kon Hem niet vernietigen, het graf kon Hem niet houden. Hij verwisselde zijn purperen kleed voor een hoerendracht. Hij was rijk, maar is voor ons arm geworden. Hoe arm? Vraag het Maria! Vraag het de wijzen! Hij sliep in de kribbe van een ander. Hij voer in de boot van een ander Hij reed op de ezel van een ander. Hij werd begraven in het graf van een ander. Hij hing aan het kruis van een ander. Allen faalden maar Hij niet. Hij is de volmaakte.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1957 | | pagina 13