slaap
slaap
Limburgse mijnen zijn
veilige werkplaatsen
V k I
KAPOK
Die „oude" soldaten slaan
een zeer goed figuur
nog
Vreemd volk in de „koel
geen bezwaar
Aderlating nodig voor
West-Duitsland
;rG
-DODELIJKE MIJNONGELUKKEN
1<
Een 3300 man oefenen veertien
dagen op Vogelsang
D
Gnpa: HOUTEN STOPSEL van Ceta Bever
Misvatting over typische graanlanden
VRIJDAG 12 OKTOBER 1956
laat daarentegen weieens te wensen. Er
zijn dus taalmoeilijkheden. Daarover spre
kende. verheft Dreissen een waarschuwen
de vinger.
We moeten oppassen, zegt hij, dat
we elkaar ondergronds niet misver
staan in die ogenblikken waarop het
aankomt. Dat kunnen ook in de
beste mijn gebeurt er wel eens wat
onveilige ogenblikken zijn. Als ze
ons Italianen sturen, dan liever geen
mensen die noodgedwongen stomme
tje moeten spelen. Indien een ploeg
baas en opzichter in een pijler waar
een dertia Italianen werken, zich niet.
1
(Van onze speciale verslaggever)
HET BEGON MET EEN GERUCHT. Met een boos gerucht zelfs. Nie-
J- mand had ze gezien, maar in menig mijnwerkershuis sloeg een ang
stige moeder een kruis. De vaders van de mijn-rijpe zonen pakten de zaak
anders aan. De Belsen zijn er, zeiden ze, wees dus op je hoede. Laat je
niet ompraten of omdrinken, want zij komen van Marcinelle. Rechtstreeks
van de dodenmijn dus. „En dao is der duvel laos, jong," zeiden die vaders
ten overvloede. De bezorgdheid van de moeder.en de Waarschuwing van de
vader, zij zijn geen van beide misplaatst. De verleiding is immers groot. En
naar het heette, boden zekere ronselende Belgen uit het Zwarte Land zes
tig gulden per dag om de „koolputjes" van Marcinelle, dat notabene diep in
de rouw gedompeld is, straks weer te helpen bevolken.
Met veertig gulden minder en wat
meer gezond verstand, zo weten
vj in het Limburgse, kun je je eigen
I veiligheid kopen, die nooit te duur
betaald is. Want met twintig
Hollandse guldens kom je als hou-
wer toch verder dan met die verlok
kende maar lang niet ongevaarlijke
zestig gulden in Belgische franken.
De trek-uit-de-mijn zal door dergelijke
1 „aanbiedingen" dan ook wel
derd worden. Evenwel, toen de lokvogels
uit het zuiden werden gesignali
gaderde juist de Mijnindustrieraad. Aan
de hand van gegevens over het in die
nemen en het ontslag werd de kwe<
i van de personeelsvoorziening diepgaand
besproken.
Verwacht wordt, dat het tekort aan
ondergrondse arbeiders aan het einde van
het volgend jaar ongeveer 2700 zal be
dragen.
De 12 Nederlandse kolenmijnen zijn met
zijn allen goed voor een jaar produktie van
ruim 12 miljoen ton: van deze produktie
M leveren de vier staatsmijnen ongeveer 60
procent. Met deze miljoenenproduktie
kunnen we onze schoorstenen (van huis
en fabriek) echter niet rokende houden,
R zodat er voor een slordige vijf miljoen
ton van elders moet komen. Om de be
volking van de mijnen toch op peil te
houden wordt het nodig geacht nog
Italiaanse arbeiders aan te trekken,
over de regering te beslisse-i heeft.
Italianen
Vreemd volk in de ..koel", in de mijn. is
geen nieuw verschijnsel overigens. In
Heerlen, Geileen en Kerkrade is
„Ifcakkers". zoals de Italianen ook weieens
worden genoemd, gewend. Zoals r
deze cosmopolitische streek gewoon
Dt Duitsers, Polen. Tsjechen en „Hollanders"
te leven en te werken, op en onder dé
grond. Komen er nu nog me
dan is "het de mensen hier ook goed. In
het zuiden, ook in het Nederlandse, past
men zich snel
jdeling gemakkelijk in zijn midden op. Er
zullen misschien nog wat meer espresso-
ke (koffie)bars bijkomen en nog wat meei
blonde meisjes zullen wellicht met eer
'welluidende Italiaanse naam door het le-
m. ven wiHen gaan. Dat is het dan wat men et
bovengronds van merkt. Voor de onder-
mijngemeenschap ligt deze zaak
wel even anders.
Houwer-instructeur F. P. Dreissen. die
bij dag en bij nacht in de Wilhelmina,
-».der Staat" ondergronds gaat, heeft er zo
pijn ervaringen mee en dientengevolge ook
zo zijn eigen mening
een vijfendertig Jaren in de mijn en heeft
dus enig recht van spreken. Welnu,
vreemd volk ï- de mijn is geen bezwaar,
meent ook hij. De Italianen doen het over
het algemeen best. Het is trouwens niet
voor het eerst dat Dreissen met hen werkt.
„Ik kreeg ze hier al tussen 1926 en
1928 te zien. Een nijver volkje. Bij
al het spreken met hun handen heb
ben ze het werken niet verleerd. In
--(iie tijd, de jaren twintig, was er al
Zoiets gaande als de trek-uit-de-mijn.
oeir'e Dalianen van toen stonden hoog
aangeschreven als houwer. Wat geen
Italiaan is, is geen steenhouwer, zei
men toenmaals. Niet hélemaal te-
1recht overigens".
Italianen
mijnlichaam blijft, het „vreemd volk" ook
als „goed volk" tegemoet kan treden.
Dan is er nog iets. De wetenschap dat
de vreemdeling komt om geld te verdie
nen. Om meteen geld te verdienen welte
verstaan. Ze worden dus direct op ak
koordtoon geplaatst en hebben daarmee
dan in de regel een voorsprong op ande
ren, jongeren (van de eigen streek), die
eerst op tijdloon moeten werken en dan
veelal slechter uit zijn. Dat wekt weieens
■evel en kan scheve ogen geven. Wi
zeggen de streekwerkers, onze eigen
jongens komen toch ook om geld
;n en daarom lijkt hun gedachten-
gang, die van gelijke monniken gelijke
kappen, logisch.
Stoottroepen
Als ge met deze Dreissen. de houwer
instructeur. over de mijnwerkers spreekt,
denkt hij eigenlijk uitsluitend aan de kool
houwer; hij die aan het kolenfront het
;pits afbijt. Toch maakt deze ondergrondse
elite van het (ondergrondse) personeel
rond 32000 man. over de twaalf mijnen,
meer dan een derde deel uit. Ze zijn
wel de stoottroepen.
man die de kolen „stuurt", di? met
doorgebogen knieën in de smalle pijp
ie met spaarzaam licht doorschenen
pijler de kool-muur voor hem bewerkt en
Dit helpt alleen als andere landen
inflatie breidelen
Het kon de Parijse métro zijn,
maar het is een andere onder
grondse, die van de staatsmijn
Emma. Dit doorkijkje op de 700
meter verdieping van deze mijn
geeft de volle laadplaats achter
de schacht weer.
flC In 1948 kregen de staatsmijn*
IJndergronds, een vijftigtal. „Daarvan
vijf
trok na een paar jaartjes met
verdiende geld weer af".
Het zÜn dus in het algemeen geen blij
vertjes. maar mannen die de zuidelijke zon
in foor enige jaren in de steek laten om hier
1 o vlug mogelijk zo veel mogelijk te ver
benen. Dat ze dan juist hier naar toe
lomen en niet ergens in België, de streek
Charleroi bijvoorbeeld gaan werken.
5 mede te danken aan de goede naam van
Ie Nederlandse mijnen, die internationaal
Qs veilige mijnen te boek staan. Tegen die
ER' ilige wetenschap wegen zelfs de zwarte
anen die het Zwarte Land soms geeft
iet op. En zuinig als Italianen buiten hun
indsgrenzen kunnen zijn. weten ze in be-
rekkelijk korte tijd meestal wel een aar-
Sg kapitaaltje bijeen te sparen.
verstaanbaar kan maken, althans
niet begrepen ivordt, liggen hier
duidelijk gevaren.
Men kan het zich ook wel indenken.
Want de V van Veiligheid is ook de V
/an Verstaanbaarheid. Het vreemde volk
n de mijn moet daarom niet alleen kun-
ïen spreken, maar ook kunnen lezen in de
aal van de mijn. Al was het alleen maar
>m de taal die de vele verbodsbordjes
preken te verstaan. Het is ondergronds
al niet veel anders dan boven. Of het
moest zijn dat er niet met het gebruike
lijke „Art. 461 Wetboek van Strafrecht"
wordt geschermd. Maar die bordjes, hoe
dikwijls ook verhangen, zijn ook op dui-
:end meter diepte niet weg te denken.
5en „verboden toegang" voor de galerij
vaar niemand komen mag. is dwingender
ian eenzelfde opschrift bij een „eigen
weg". Wie zich Ingraaft in de aarde, werkt
met andere maatstaven. Overtreding van
ondergrondse verbodsbordjes hebben dan
ook verstrekkender gevolgen voor de over
treder. Zoals de man. die hét verbod om
de liftkooien in opbraken (tussen-
schachten in de mijn) te lopen, of de lie-
;n te bedienen, tot zijn schade zou er-
Het laat zich allemaal moeilijk lezen
Dor hem wiens ogen daar niet op zijn
ingesteld. Daarom zijn de zes bovengrond-
instructiedagen niet voldoende voor
dezulken en moet de man, die overigens
tongriem worden aangemeten. Er wordt
gelukkig hard gewerkt om deze taalbar
rières te overwinnen. Om te bereiken, dat
mijnwerkersstand, die onder alle
Taalperikelen
DO Is de verstandhouding onder de grond
(us goed. de verstaanbaarheid onderling omstandigheden de ruggegraat van net
QS Statistieken zijn meestal moeilijk hanteerbaar voor degeen die er niet in
thuis is. Het komt ons echter voor, dat onderstaande cijfers toch wel iets te
zeggen hebben. Ze slaan op het aantal dodelijke ongelukken in de steenkolen-
atiel mijnen onder- en bovengronds en zijn berekend per tienduizend verrichte
ric« diensten. Zoals men ziet waren echter nog niet alle cijfers bekend.
Kal Staatsmijnen Frankrijk België Ruhr Gr. Br. U.S.A.
1945
0.014
0.031
0,035
0,014
0,006
0.013
0,014
0,014
0,013
0,012
0.008
0,032
0,033
0.038
0,028
0,036
0,029
0,032
0.029
0,028
0,038
0,041
0,031
0,032
0,031
0,042
0,035
0,043
0,051
0,041
0.026
0,066
0.122
0,059
0,056
0,048
0,054
0.051
0.050
0.050
0.045
0.048
Gr. Br.
0,030
0,030
0,034
0,025
0,025
0,027
0,027
0,023
0,021
0,073
0,084
0,085
0,066
0,067
0,083
de steenkool losmaakt, deze
goed loon boven brengen. En zo'n man i6
Dreissen. Een vader die al twee van zijn
zoons ondergronds heeft bovendien. We
willen daar alleen maar mee zeggen, dat
er nog brood zit in de mijn, nog wel voor
zolang dat een vader met een gerust hart
zijn zoons de ondergrondse weg op durft
de jongste niün-sprnit, de aanleg van dc
Staatsmijn Beatrix in het Vlodrop-veld, de
meest recente ontwikkeling op het gebied
van de Nederlandse kolenm(jnbouw.
Volgens Dreissen moet de specifieke
mijnwerkersstand zolang mogelijk in stand
gehouden worden. Van de mensen uit de
gen streek moet het toch komen. Op hen
moet de mijn kunnen bouwen. Het gaat
hem daarom wel een beetje aan het hart,
dat het land waar de kolen gevonden wor
den, niet zelf meer bij machte blijkt in de
toenemende behoefte aan arbeidskrachten
en. Angst voor de mijn, voor he'
ondergrondse werk kan het volgens Drels-
,Als het werken bij ons onveilig zou
zijn, zou ik immers in geen geval mijn
ir beneden sturen". In die vijfen
dertig jaren dn de mijn heeft hij natuurlijk
wel bedrijfsongevallen meegemaakt,
gelukkig nooit iets catastrofaals, iet
hem zou kunnen doen besluiten in het
-olie zonlicht zijn brood te gaan ver
is spelen ook de ongevallen door
elektrische 6troom, wat het aantal be
treft een zeer ondergeschikte rol. Komt er
echter eens een enkele keer iemand met de
stroom in aanraking, dan zijn de gevolgen
gewoonlijk heel ernstig. Onze elektrotech
nici hebben het evenwel zover gebracht,
dat het onder spanning geraken van ma
chines e.d. vrijwel uitgesloten is. Wanneer
aan een apparaat of een kabel iets ver
dachts wordt opgemerkt, worden onmid
dellijk de nodige maatregelen getroffen.
In een mijn kan echter door allerlei oor
zaken brand ontstaan, door simpele oor
zaken soms. Door het schuren van een
schudgoot in een stijl, door het schuren
van een transportband over kolen of
hout, door het warm lopen van de een
of andere as of bout, door kortsluiting bij
Er zijn niet alle witgepleisterde
gangen in de mijn. Zo verdient
de houwer, de man die aan het
kolenfront vooraan staat, zijn
geld, in de pijler die glimt van
het zwarte goud. Zou hij zich
hier veilig voelen? Er is boven
gronds in elk geval alles gedaan
om hem dat veilige gevoel mee
te geven. Maar de mijn is en
blijft een onberekenbare groot
heid.
elektriciteit, door een mijngas- of kolen-
stofontploffing, om met deze twee g.ootete
ren te besluiten. Hoe het nu allemaal
precies zit met de V van Veiligheid
mijn zullen we een volgende maal uit de
doeken doen.
Houden we de lezer ten slotte nog de
'aarheid voor, die Dreissen ons
hield over het punt veiligheid of onvei
ligheid. Hij zei dan: van het gedrag
één enkele arbeider, van zijn veiligheids
bewustzijn en plichtsgevoel, hangt
het lot van velen af in het arbeidsinten
sieve ondergrondse bedrijf. Daarom staat
bij opleiding, instructie en cursussen voor
adspirant-mijnwerkers het inprenten van
de veiligheidsgedachte op de eerste plaats
Iedere arbeider moet zó doordron
gen worden van het grote belang
ie veiligheid, dat hij, ook zonder
voorschriften en zonder het dwin
gend oog van de meester, zichzelf en
hierdoor ook anderen zo goed móge
lijk beveiligt. Een wijsheid als uit
een boekje, dat echter niet ongelezen
mag blijven!
woon snel uit, aldus een verslag va
Organisatie voor de Europese Economische
Samenwerking over de 18 maar.den tot
midden 1956. Hoewel het tempo der
neming is vertraagd en alle hulpbronnen
ten volle in gebruik zijn, zal de produktii
hoger blijven dan in de meeste industriële
landen.
De produktie per man is vergeleken bij
de tijd voor de oorlog nog minder ge-
Dronkenschap werd
een ware plaag
Drankzucht leidde by een zekere C. F. S.
uit Terheide (N.B.) tot agressiviteit en het
had niet veel gescheeld, of een aantal
was hiervan het slachtoffer ge
worden. Gisteren stond S. Voor de Breda-
ihtbank terecht en hoorde twee jaar
genisstraf m.a., voorwaardeiyke ter
beschikkingstelling en het verbod
café bezoek en alcoholgebruik tegen zich
Het was dan ook bar geweest. Omdat
zijn vrouw op 4 januari van dit jaai
een fles jenever in de tuin had laten
leeglopen, had verdachte haar bij de
keel gegrepen. Met de grootste moeite
konden zijn dochters hem wegtrekken.
Op 17 juni was hij weer zo dronken, dat
vrouw en dochters wegliepen naar zijn
schoonzoon B. S. De man begaf zich ook
daarheen, zwaaide wild met een mes en
zeide, de ruiten in te gooien, als vrouw en
dochters niet met hem meegingen. B. ging
buiten om zijn schoonvader te kal-
n, maar deze ging hem met het mes
te lijf. Om zich te verdedigen greep B. een
hark. Het werd een fel gevecht.
Voor de rechtbank zei B„ die als getuige
optrad, dat zyn schoonvader een dronk
aard was en telkens de boel op stelten
zette.
Drietand-divisie is op herhaling
stegen dan in de meeste andere ontwik
kelde landen.
Gezien het hoge investeringspeil blijft
een snelle verbetering der produktiviteit
waarschijnlijk.
Lonen en prijzen stegen, doch de inflatie-
druk was minder ernstig dan in andere
landen der O.E.E.S.
Het zeer grote overschot op de beta
lingsbalans zou de werking van de Euro
pese Betalings Unie en het streven naar
vrijere handel in gevaar kunnen brengen.
Men worstelt met het probleem de inflatie-
druk te stuiten zonder het overschot op
betalingsbalans te vergroten. Geza
menlijke inspanning der O.E.E.S.-landen
daarvoor nodig.
Voor vergroting van de invoer is wen
selijk vrijmaking en tariefsverlaging voor
landbouwvoortbrengselen. Voorts wordt de
mogelijkheid van algemene verlaging der
invoerrechten in overweging gegeven en
beperking van ambtelijke rompslomp, ver
snelling van de invoer van krijgsbehoeften
van de betaling hiervan. Voorts is
hierbij van belang het vraagstuk van de
hoge rentetarieven. Enige versnelling
van de terugbetaling van buitenlandse
schuld zou nuttig zijn, evenals maatregelen
ter bevordering van afvloeiing van kapi
taal en versterking van leningen. Een en
ander op voorwaarde, dat de andere leden
van de O.E.E.S. er in slagen de inflatie
te breidelen.
V
Gefluisterd en afgeluisterd:
„ZEG, HEEFT OUWEHAND
EEN ERFENIS GEHAD V'
„Hoezo?"
„Hij
i chic
DRIE infanterie regimenten
van de derde divisie, die de
drietand-divisie wordt genoemd
naar het embleem dat officieren en
soldaten op de rechtermouw dragen
de drietand van Neptunus in wit
op een blauw fond zijn dit najaar
aan de beurt voor herhalingsoefe
ningen en de vraag is actueel, welke
waarde nog kan worden toegekend
aan hun geoefendheid, nu zij in twee
jaren niet onder de wapenen zijn
geweest.
Een stem uit dc praktyk is die van
kolonel M. Rachel, commandant van 31
Regiment Infanterie, dat zo juist na een
herhalingsoefening in het militaire schiet-
oefenkamp „Vogelsang", in het weste
lijk deel van het Duitse Eifelgebcrgte. is
afgezwaaid. Hü heeft over de prestaties
kennis van zyn soldaten niets
Over de levensduur van onze mijner
lopen de schattingen trouwens sterk uit
een: definitieve cüfers zyn hierover dar
ook niet te geven. Wel kan gezegd wor
den. dat zelfs onze oudste müncn. zoal!
de Dominiale mijn en de Staatsmyn Wil- w van 32 Regiment Infanterie, dat daar
helmina nog enkele tientallen jaren zul- thans is gelegerd, vindt dat voor milifcie-
Icn produceren en dat voor de jongere troepen de geoefendheid van zijn regiment
müncn, naar de tegenwoordige inzichten,zeer goed is te noemen. Hij zoekt de oor-
een levensduur van meer dan 50 jaar mag,zaak eerstens in het feit. dat hun eerst*
worden aangenomen. En dan is er nogopleiding uitstekend is geweest, maai
Hoe ouder hoe beter
Qok kolonel J. H. Tymann. commandant
daarnaast schrijft hü dit toe aan de leef
tijdsklasse. waarin kader en overige mili
tairen zich bevinden. De gemiddelde leef
tijd is 26 jaar en op deze leeftijd, zo zegt
hü, zijn de wilde haren, die bij rekruten
veelal een rol spelen, verdwenen, Men is
serieuzer geworden, men heeft meer besef
voor de verantwoordelijkheid, die mei
aanzien van de oefeningen draagt er
aanpassingsvermogen aan nieuwe situaties
is groter, waardoor betrek-kelyk weinig
tijd behoeft te worden besteed aan uit
leggingen en inwerken.
/CONSEQUENT doorgeredeneerd,
komt men tot de conclusie, dat hoe
ouder de soldaat wordt, hoe beter hij
de taak. waarvoor hij wordt opgeleid,
kan uitvoeren. Dit is echter alleen
maar theoretisch waa-. want hoe ouder
de soldaat wordt hoe meer zijn
houdingsvermogen vermindert en
die reden zullen oudere troepen nooit
direct in de eerste linie kunnen worden
geplaatst. De praktijk leert ons,
de beste soldaten *e 0ud zijn.
Laatste oefening
T|7e hebben dezer dagen een bezoek ge-
bracht aan „Vogelsang" en met kolo
nel Tymann gesproken over zijn regiment.
ïu voor de tweede maal voor herha
ling is opgekomen en aan het einde van
deze periode niet meer onder de wapenen
wordt geroepen. Slechts in tyden van oor
logsgevaar o' oorlog zal het vermoedelijk
Toch is liol zo
nigde Staten van Noord- ka
Canada en Argentinië worden
Igemeen als de typische graan-
langemerkt, welke indruk nog
uit welke streken bedoelde tarwe afkom
stig is.
Nu is het werkelijk niet aan twijfel
onderhevig, dat de V.S., Canada en
Argentinië een belangrijke rol in dc
arwchandel spelen, maar als echte
graanlanden kunnen we ze toch onmoge
lijk betitelen. Dc echte graanlanden be
vinden zich in Europa, dat aanzienlijk
meer tarwe produceert dan welk ander
werelddeel ook.
Het gemakkelijkst is in dit opzicht
een vergelijking van de wereldmiddelen
en landen op het noordelijk halfrond.
»n Europa zullen we dus om te be- perk
en de tarweoogst van Rusland bui- tarw«
beschouwing laten. Zelfs zijn we voor
id er een handicapwedstrtfd van te op te
en, waarbij niet alleen - de Sowjet
maar ook alle landen achter het
en gordijn van mededinging zyn uit-
deze gelegenheid mogen i
Inderdaad, met een dergelijke zware
handicap, kan West-Europa het tegen
gehéél Noord-Amerika niet bolwerken,
want nemen we het jaar 1954 als
willekeurig productiejaar de totale
oogst van de niet tot het Sowjetblok
behorende Europese staten bedroeg bijna
34 miljoen ton, terwijl Canada en de
V.S. tesamen bijna 35 miljoen ton haal
den. Maar we hebben dan ook slechts
1/3 van Europa tegen heel Noord-Ame-
rika laten concurreren, zodat een ieder
kan zien, dat het Noord-Amerikaanse
konlinent voor alle landen van Europa
geen tegenpartij is. Europa zou dat win
nen met ongeveer 200 tegen 35 mil-
Met
•ergew
zich in dit opzicht geraakke-
één geweldige tarweschtiur?
Toch produceren alleen de twee landen
Frankrijk en Italië al meer tarwe dan
heel Canada! Dat ook de opbrengsten
der akkers in Europa door de intensieve
bewerking veel hoger *ijn dan in Ame
rika. behoeft wel nauwelijks te worden
:egd.
En
dat
i walvis aieh niet
•d-Ameri- westelijk deel
worden ingedeeld bij de territoriale troe
pen. Voor hen, die dit niet weten zij ter
loops vermeld, dat „Vogelsang", eer
burcht op een hoge heuvel, die de gehele
omgeving beheerst, in 1934 werd gebouwd
met het doel daar nazi-leiders op te lei
den. Nadat het complex in en na de oor
log allerlei bestemmingen had gekregen,
werd het beheer erover in april 1950 door
het Belgische leger van de Britse bezet
tingstroepen overgenomen. Nu oefenen
daar ook Nederlandse troepen omdat in
eigen land groot gebrek is aan terreinen
waarop grote oefeningen kunnen worden
gehouden.
Het 32ste Regiment Infanterie kwam
in 1951 voor het eerst onder de wapenen
en deed in 1954 voor de eerste maal her
halingsoefeningen. Op 1 en 2 oktober werd
het weer opgeroepen voor de laatste
herhaling en een 3300 man bivakkeren nu
in „Vogelsang". Met dit aantal ligt het
regiment een 200 man onder de sterkte
en deze 200 man zijn óf voor de dienst af
gekeurd óf hebben in verband met hun po
sitie in het maatschappelijk leven van de
minister van oorlog vrüstelling van op
komst gekregen.
Vrijdag 4 oktober vertrok het regiment
in vier treinen uit Mill en Budel, de op
komstplaatsen, naar „Vogelsang" en za
terdagmorgen arriveerde daar ook
colonne van 250 auto's.
Verbeterde uitrusting
T~)E UITRUSTING van het regiment,
-L' telde kolonel Tijmann. is ten opzichte
•an 1954 sterk verbeterd. Toen werd veel-
1 nog gewerkt met verouderd materiaal.
'.o waren er o.m. by het regiment jeeps
ingedeeld die nog in Noord-Afrika had
den gereden bij de troepen van Mont
gomery. Ook het verbindingsmaterieel,
Amerikaans van uitvoering, is nu van een
uitstekende kwaliteit, evenals de persoon
lijke uitrusting van de soldaat Dat het
verbindingsmateriaal is verbeterd is vo
al van groot belang, want in een modi
leger is juist dat materiaal van een alles
beheersende betekenis.
Deze herhalingsoefening heeft tot doel
het regiment via peletons- en compagnies
oefeningen te brengen op bataljonspeil,
er met gebruik van alle wapens
aandacht wordt besteed aan oefeningen in
bataijonsverband. Dit is een voortzetting
de herhalingsoefening in 1954. toen de
individueel werd geoefend. Oefenin
gen in regimentsverband worden niet ge
houden. omdat daarvoor op het ogenblik
het beschikbare terrein, dat toch nog een
grootste breedte heeft van vier kilometer,
klein is.
daar de staven van het regiment zyn
wei by de oefeningen ingeschakeld. Het
gebruik van alle wapens betekent, dat
tanks worden ingezet, en de luchtmacht
eveneens acte de présence geeft. De ar
tillerie alleen is pro memorie, dus het
artillerie-vuur wordt slechts aangegeven.
jtaven zijn by de oefeningen be
trokken. alsof er een volledige afdeling
aanwezig was.
Prijsaanduiding
QVER de oefeningen, die we op een
morgen hebben uijgewoond, komen
we in een tweede artikel terug. Wc
Engeland nog niet uit
de branding
Een Overzicht van de Organisatie voor
de Europese Economische Samenwerking
over het ytdvak van 18 maanden, lopend
tot midden 1956, heeft geconstateerd, dat
Engeland de crisis overwonnen heeft. De
grote vraagstukken blijven echter de
loon- en prijsverhogingen, de te kleine
overschotten op de betalingsbalans, ter
wijl het pond als wereldvaluta verster
king nodig heeft, te weinig spreiding van
produktieve hulpbronnen voor hervatting
van de economische groei en het gevaar,
dat de constante druk voor verhoging
van de levensstandaard het peil van de
investeringen en het overschot op beta
lingsbalans in gevaar brengen. Het over
zicht constateert, dat de moeiiykheden
nog niet voorbij zyn.
Werkloosheid haalde
een dieptepunt
Nimmer gaf de maand september een
zo laag werkloosheidscyfer te zien als die
van dit jaar. Het aantal werkloze mannen
daalde van 17.845 tot 16.640.
n van de oorzaken van deze gang van
zaken is de uitbreiding van onze indus-
De voornaamste factor bleek even
wel de opeenhoping van werkzaamheden
in de landbouw door het voorafgaande
slechte weer.
Eerstedag-omslagen van
kinderzegels 1956
Ter gelegenheid van de uitgifte van de
kinderpostzegels 1956 zullen bij de post-
zegelhandel eerstedag-omslagen verkryg-
baar zijn. De op 12 november aan een lo
ket van een postkantoor afgegeven eer
stedag-omslagen, waarop uitsluitend een
of meer kinderzegels 1956 mogen zijn ge
plakt. worden voorzien van een bijzon
der stempel.
Speciaal poststempel. In de Graanbeurs
te Breda wordt 13 oktober, ter gelegen
heid van de „Dag van de Postzegel" een
tentoonstelling gehouden. Op een tijdelyk
postkantoor zullen stukken van een by-
zonder stempel worden voorzien.
willen als slot van dit artikel de aan
dacht vestigen op een wijs besluit van
de legerleiding, nl. het vermelden van
de prijs op het materiaal. Op uitnodi
ging van de Leacrvoorllchtlngsdienst
vertoefde we enkele dagen in Duits
land en op hetdashbord van de auto,
die ons ter beschikking was gesteld,
stond: Dit voertuig kost f 12.000. Ook op
oorlogstuig zagen we de prijsaandui
ding en het is gebleken, dat dit de be
handeling van en de omgang met het
betreffende wapen ten goede komt. Sol
daten waarderen hei. dat kostbaar
materiaal aan hen wordt toevertrouwd.