slaap slaap Limburgse mijnen zijn veilige werkplaatsen V k I KAPOK Die „oude" soldaten slaan een zeer goed figuur nog Vreemd volk in de „koel geen bezwaar Aderlating nodig voor West-Duitsland ;rG -DODELIJKE MIJNONGELUKKEN 1< Een 3300 man oefenen veertien dagen op Vogelsang D Gnpa: HOUTEN STOPSEL van Ceta Bever Misvatting over typische graanlanden VRIJDAG 12 OKTOBER 1956 laat daarentegen weieens te wensen. Er zijn dus taalmoeilijkheden. Daarover spre kende. verheft Dreissen een waarschuwen de vinger. We moeten oppassen, zegt hij, dat we elkaar ondergronds niet misver staan in die ogenblikken waarop het aankomt. Dat kunnen ook in de beste mijn gebeurt er wel eens wat onveilige ogenblikken zijn. Als ze ons Italianen sturen, dan liever geen mensen die noodgedwongen stomme tje moeten spelen. Indien een ploeg baas en opzichter in een pijler waar een dertia Italianen werken, zich niet. 1 (Van onze speciale verslaggever) HET BEGON MET EEN GERUCHT. Met een boos gerucht zelfs. Nie- J- mand had ze gezien, maar in menig mijnwerkershuis sloeg een ang stige moeder een kruis. De vaders van de mijn-rijpe zonen pakten de zaak anders aan. De Belsen zijn er, zeiden ze, wees dus op je hoede. Laat je niet ompraten of omdrinken, want zij komen van Marcinelle. Rechtstreeks van de dodenmijn dus. „En dao is der duvel laos, jong," zeiden die vaders ten overvloede. De bezorgdheid van de moeder.en de Waarschuwing van de vader, zij zijn geen van beide misplaatst. De verleiding is immers groot. En naar het heette, boden zekere ronselende Belgen uit het Zwarte Land zes tig gulden per dag om de „koolputjes" van Marcinelle, dat notabene diep in de rouw gedompeld is, straks weer te helpen bevolken. Met veertig gulden minder en wat meer gezond verstand, zo weten vj in het Limburgse, kun je je eigen I veiligheid kopen, die nooit te duur betaald is. Want met twintig Hollandse guldens kom je als hou- wer toch verder dan met die verlok kende maar lang niet ongevaarlijke zestig gulden in Belgische franken. De trek-uit-de-mijn zal door dergelijke 1 „aanbiedingen" dan ook wel derd worden. Evenwel, toen de lokvogels uit het zuiden werden gesignali gaderde juist de Mijnindustrieraad. Aan de hand van gegevens over het in die nemen en het ontslag werd de kwe< i van de personeelsvoorziening diepgaand besproken. Verwacht wordt, dat het tekort aan ondergrondse arbeiders aan het einde van het volgend jaar ongeveer 2700 zal be dragen. De 12 Nederlandse kolenmijnen zijn met zijn allen goed voor een jaar produktie van ruim 12 miljoen ton: van deze produktie M leveren de vier staatsmijnen ongeveer 60 procent. Met deze miljoenenproduktie kunnen we onze schoorstenen (van huis en fabriek) echter niet rokende houden, R zodat er voor een slordige vijf miljoen ton van elders moet komen. Om de be volking van de mijnen toch op peil te houden wordt het nodig geacht nog Italiaanse arbeiders aan te trekken, over de regering te beslisse-i heeft. Italianen Vreemd volk in de ..koel", in de mijn. is geen nieuw verschijnsel overigens. In Heerlen, Geileen en Kerkrade is „Ifcakkers". zoals de Italianen ook weieens worden genoemd, gewend. Zoals r deze cosmopolitische streek gewoon Dt Duitsers, Polen. Tsjechen en „Hollanders" te leven en te werken, op en onder dé grond. Komen er nu nog me dan is "het de mensen hier ook goed. In het zuiden, ook in het Nederlandse, past men zich snel jdeling gemakkelijk in zijn midden op. Er zullen misschien nog wat meer espresso- ke (koffie)bars bijkomen en nog wat meei blonde meisjes zullen wellicht met eer 'welluidende Italiaanse naam door het le- m. ven wiHen gaan. Dat is het dan wat men et bovengronds van merkt. Voor de onder- mijngemeenschap ligt deze zaak wel even anders. Houwer-instructeur F. P. Dreissen. die bij dag en bij nacht in de Wilhelmina, -».der Staat" ondergronds gaat, heeft er zo pijn ervaringen mee en dientengevolge ook zo zijn eigen mening een vijfendertig Jaren in de mijn en heeft dus enig recht van spreken. Welnu, vreemd volk ï- de mijn is geen bezwaar, meent ook hij. De Italianen doen het over het algemeen best. Het is trouwens niet voor het eerst dat Dreissen met hen werkt. „Ik kreeg ze hier al tussen 1926 en 1928 te zien. Een nijver volkje. Bij al het spreken met hun handen heb ben ze het werken niet verleerd. In --(iie tijd, de jaren twintig, was er al Zoiets gaande als de trek-uit-de-mijn. oeir'e Dalianen van toen stonden hoog aangeschreven als houwer. Wat geen Italiaan is, is geen steenhouwer, zei men toenmaals. Niet hélemaal te- 1recht overigens". Italianen mijnlichaam blijft, het „vreemd volk" ook als „goed volk" tegemoet kan treden. Dan is er nog iets. De wetenschap dat de vreemdeling komt om geld te verdie nen. Om meteen geld te verdienen welte verstaan. Ze worden dus direct op ak koordtoon geplaatst en hebben daarmee dan in de regel een voorsprong op ande ren, jongeren (van de eigen streek), die eerst op tijdloon moeten werken en dan veelal slechter uit zijn. Dat wekt weieens ■evel en kan scheve ogen geven. Wi zeggen de streekwerkers, onze eigen jongens komen toch ook om geld ;n en daarom lijkt hun gedachten- gang, die van gelijke monniken gelijke kappen, logisch. Stoottroepen Als ge met deze Dreissen. de houwer instructeur. over de mijnwerkers spreekt, denkt hij eigenlijk uitsluitend aan de kool houwer; hij die aan het kolenfront het ;pits afbijt. Toch maakt deze ondergrondse elite van het (ondergrondse) personeel rond 32000 man. over de twaalf mijnen, meer dan een derde deel uit. Ze zijn wel de stoottroepen. man die de kolen „stuurt", di? met doorgebogen knieën in de smalle pijp ie met spaarzaam licht doorschenen pijler de kool-muur voor hem bewerkt en Dit helpt alleen als andere landen inflatie breidelen Het kon de Parijse métro zijn, maar het is een andere onder grondse, die van de staatsmijn Emma. Dit doorkijkje op de 700 meter verdieping van deze mijn geeft de volle laadplaats achter de schacht weer. flC In 1948 kregen de staatsmijn* IJndergronds, een vijftigtal. „Daarvan vijf trok na een paar jaartjes met verdiende geld weer af". Het zÜn dus in het algemeen geen blij vertjes. maar mannen die de zuidelijke zon in foor enige jaren in de steek laten om hier 1 o vlug mogelijk zo veel mogelijk te ver benen. Dat ze dan juist hier naar toe lomen en niet ergens in België, de streek Charleroi bijvoorbeeld gaan werken. 5 mede te danken aan de goede naam van Ie Nederlandse mijnen, die internationaal Qs veilige mijnen te boek staan. Tegen die ER' ilige wetenschap wegen zelfs de zwarte anen die het Zwarte Land soms geeft iet op. En zuinig als Italianen buiten hun indsgrenzen kunnen zijn. weten ze in be- rekkelijk korte tijd meestal wel een aar- Sg kapitaaltje bijeen te sparen. verstaanbaar kan maken, althans niet begrepen ivordt, liggen hier duidelijk gevaren. Men kan het zich ook wel indenken. Want de V van Veiligheid is ook de V /an Verstaanbaarheid. Het vreemde volk n de mijn moet daarom niet alleen kun- ïen spreken, maar ook kunnen lezen in de aal van de mijn. Al was het alleen maar >m de taal die de vele verbodsbordjes preken te verstaan. Het is ondergronds al niet veel anders dan boven. Of het moest zijn dat er niet met het gebruike lijke „Art. 461 Wetboek van Strafrecht" wordt geschermd. Maar die bordjes, hoe dikwijls ook verhangen, zijn ook op dui- :end meter diepte niet weg te denken. 5en „verboden toegang" voor de galerij vaar niemand komen mag. is dwingender ian eenzelfde opschrift bij een „eigen weg". Wie zich Ingraaft in de aarde, werkt met andere maatstaven. Overtreding van ondergrondse verbodsbordjes hebben dan ook verstrekkender gevolgen voor de over treder. Zoals de man. die hét verbod om de liftkooien in opbraken (tussen- schachten in de mijn) te lopen, of de lie- ;n te bedienen, tot zijn schade zou er- Het laat zich allemaal moeilijk lezen Dor hem wiens ogen daar niet op zijn ingesteld. Daarom zijn de zes bovengrond- instructiedagen niet voldoende voor dezulken en moet de man, die overigens tongriem worden aangemeten. Er wordt gelukkig hard gewerkt om deze taalbar rières te overwinnen. Om te bereiken, dat mijnwerkersstand, die onder alle Taalperikelen DO Is de verstandhouding onder de grond (us goed. de verstaanbaarheid onderling omstandigheden de ruggegraat van net QS Statistieken zijn meestal moeilijk hanteerbaar voor degeen die er niet in thuis is. Het komt ons echter voor, dat onderstaande cijfers toch wel iets te zeggen hebben. Ze slaan op het aantal dodelijke ongelukken in de steenkolen- atiel mijnen onder- en bovengronds en zijn berekend per tienduizend verrichte ric« diensten. Zoals men ziet waren echter nog niet alle cijfers bekend. Kal Staatsmijnen Frankrijk België Ruhr Gr. Br. U.S.A. 1945 0.014 0.031 0,035 0,014 0,006 0.013 0,014 0,014 0,013 0,012 0.008 0,032 0,033 0.038 0,028 0,036 0,029 0,032 0.029 0,028 0,038 0,041 0,031 0,032 0,031 0,042 0,035 0,043 0,051 0,041 0.026 0,066 0.122 0,059 0,056 0,048 0,054 0.051 0.050 0.050 0.045 0.048 Gr. Br. 0,030 0,030 0,034 0,025 0,025 0,027 0,027 0,023 0,021 0,073 0,084 0,085 0,066 0,067 0,083 de steenkool losmaakt, deze goed loon boven brengen. En zo'n man i6 Dreissen. Een vader die al twee van zijn zoons ondergronds heeft bovendien. We willen daar alleen maar mee zeggen, dat er nog brood zit in de mijn, nog wel voor zolang dat een vader met een gerust hart zijn zoons de ondergrondse weg op durft de jongste niün-sprnit, de aanleg van dc Staatsmijn Beatrix in het Vlodrop-veld, de meest recente ontwikkeling op het gebied van de Nederlandse kolenm(jnbouw. Volgens Dreissen moet de specifieke mijnwerkersstand zolang mogelijk in stand gehouden worden. Van de mensen uit de gen streek moet het toch komen. Op hen moet de mijn kunnen bouwen. Het gaat hem daarom wel een beetje aan het hart, dat het land waar de kolen gevonden wor den, niet zelf meer bij machte blijkt in de toenemende behoefte aan arbeidskrachten en. Angst voor de mijn, voor he' ondergrondse werk kan het volgens Drels- ,Als het werken bij ons onveilig zou zijn, zou ik immers in geen geval mijn ir beneden sturen". In die vijfen dertig jaren dn de mijn heeft hij natuurlijk wel bedrijfsongevallen meegemaakt, gelukkig nooit iets catastrofaals, iet hem zou kunnen doen besluiten in het -olie zonlicht zijn brood te gaan ver is spelen ook de ongevallen door elektrische 6troom, wat het aantal be treft een zeer ondergeschikte rol. Komt er echter eens een enkele keer iemand met de stroom in aanraking, dan zijn de gevolgen gewoonlijk heel ernstig. Onze elektrotech nici hebben het evenwel zover gebracht, dat het onder spanning geraken van ma chines e.d. vrijwel uitgesloten is. Wanneer aan een apparaat of een kabel iets ver dachts wordt opgemerkt, worden onmid dellijk de nodige maatregelen getroffen. In een mijn kan echter door allerlei oor zaken brand ontstaan, door simpele oor zaken soms. Door het schuren van een schudgoot in een stijl, door het schuren van een transportband over kolen of hout, door het warm lopen van de een of andere as of bout, door kortsluiting bij Er zijn niet alle witgepleisterde gangen in de mijn. Zo verdient de houwer, de man die aan het kolenfront vooraan staat, zijn geld, in de pijler die glimt van het zwarte goud. Zou hij zich hier veilig voelen? Er is boven gronds in elk geval alles gedaan om hem dat veilige gevoel mee te geven. Maar de mijn is en blijft een onberekenbare groot heid. elektriciteit, door een mijngas- of kolen- stofontploffing, om met deze twee g.ootete ren te besluiten. Hoe het nu allemaal precies zit met de V van Veiligheid mijn zullen we een volgende maal uit de doeken doen. Houden we de lezer ten slotte nog de 'aarheid voor, die Dreissen ons hield over het punt veiligheid of onvei ligheid. Hij zei dan: van het gedrag één enkele arbeider, van zijn veiligheids bewustzijn en plichtsgevoel, hangt het lot van velen af in het arbeidsinten sieve ondergrondse bedrijf. Daarom staat bij opleiding, instructie en cursussen voor adspirant-mijnwerkers het inprenten van de veiligheidsgedachte op de eerste plaats Iedere arbeider moet zó doordron gen worden van het grote belang ie veiligheid, dat hij, ook zonder voorschriften en zonder het dwin gend oog van de meester, zichzelf en hierdoor ook anderen zo goed móge lijk beveiligt. Een wijsheid als uit een boekje, dat echter niet ongelezen mag blijven! woon snel uit, aldus een verslag va Organisatie voor de Europese Economische Samenwerking over de 18 maar.den tot midden 1956. Hoewel het tempo der neming is vertraagd en alle hulpbronnen ten volle in gebruik zijn, zal de produktii hoger blijven dan in de meeste industriële landen. De produktie per man is vergeleken bij de tijd voor de oorlog nog minder ge- Dronkenschap werd een ware plaag Drankzucht leidde by een zekere C. F. S. uit Terheide (N.B.) tot agressiviteit en het had niet veel gescheeld, of een aantal was hiervan het slachtoffer ge worden. Gisteren stond S. Voor de Breda- ihtbank terecht en hoorde twee jaar genisstraf m.a., voorwaardeiyke ter beschikkingstelling en het verbod café bezoek en alcoholgebruik tegen zich Het was dan ook bar geweest. Omdat zijn vrouw op 4 januari van dit jaai een fles jenever in de tuin had laten leeglopen, had verdachte haar bij de keel gegrepen. Met de grootste moeite konden zijn dochters hem wegtrekken. Op 17 juni was hij weer zo dronken, dat vrouw en dochters wegliepen naar zijn schoonzoon B. S. De man begaf zich ook daarheen, zwaaide wild met een mes en zeide, de ruiten in te gooien, als vrouw en dochters niet met hem meegingen. B. ging buiten om zijn schoonvader te kal- n, maar deze ging hem met het mes te lijf. Om zich te verdedigen greep B. een hark. Het werd een fel gevecht. Voor de rechtbank zei B„ die als getuige optrad, dat zyn schoonvader een dronk aard was en telkens de boel op stelten zette. Drietand-divisie is op herhaling stegen dan in de meeste andere ontwik kelde landen. Gezien het hoge investeringspeil blijft een snelle verbetering der produktiviteit waarschijnlijk. Lonen en prijzen stegen, doch de inflatie- druk was minder ernstig dan in andere landen der O.E.E.S. Het zeer grote overschot op de beta lingsbalans zou de werking van de Euro pese Betalings Unie en het streven naar vrijere handel in gevaar kunnen brengen. Men worstelt met het probleem de inflatie- druk te stuiten zonder het overschot op betalingsbalans te vergroten. Geza menlijke inspanning der O.E.E.S.-landen daarvoor nodig. Voor vergroting van de invoer is wen selijk vrijmaking en tariefsverlaging voor landbouwvoortbrengselen. Voorts wordt de mogelijkheid van algemene verlaging der invoerrechten in overweging gegeven en beperking van ambtelijke rompslomp, ver snelling van de invoer van krijgsbehoeften van de betaling hiervan. Voorts is hierbij van belang het vraagstuk van de hoge rentetarieven. Enige versnelling van de terugbetaling van buitenlandse schuld zou nuttig zijn, evenals maatregelen ter bevordering van afvloeiing van kapi taal en versterking van leningen. Een en ander op voorwaarde, dat de andere leden van de O.E.E.S. er in slagen de inflatie te breidelen. V Gefluisterd en afgeluisterd: „ZEG, HEEFT OUWEHAND EEN ERFENIS GEHAD V' „Hoezo?" „Hij i chic DRIE infanterie regimenten van de derde divisie, die de drietand-divisie wordt genoemd naar het embleem dat officieren en soldaten op de rechtermouw dragen de drietand van Neptunus in wit op een blauw fond zijn dit najaar aan de beurt voor herhalingsoefe ningen en de vraag is actueel, welke waarde nog kan worden toegekend aan hun geoefendheid, nu zij in twee jaren niet onder de wapenen zijn geweest. Een stem uit dc praktyk is die van kolonel M. Rachel, commandant van 31 Regiment Infanterie, dat zo juist na een herhalingsoefening in het militaire schiet- oefenkamp „Vogelsang", in het weste lijk deel van het Duitse Eifelgebcrgte. is afgezwaaid. Hü heeft over de prestaties kennis van zyn soldaten niets Over de levensduur van onze mijner lopen de schattingen trouwens sterk uit een: definitieve cüfers zyn hierover dar ook niet te geven. Wel kan gezegd wor den. dat zelfs onze oudste müncn. zoal! de Dominiale mijn en de Staatsmyn Wil- w van 32 Regiment Infanterie, dat daar helmina nog enkele tientallen jaren zul- thans is gelegerd, vindt dat voor milifcie- Icn produceren en dat voor de jongere troepen de geoefendheid van zijn regiment müncn, naar de tegenwoordige inzichten,zeer goed is te noemen. Hij zoekt de oor- een levensduur van meer dan 50 jaar mag,zaak eerstens in het feit. dat hun eerst* worden aangenomen. En dan is er nogopleiding uitstekend is geweest, maai Hoe ouder hoe beter Qok kolonel J. H. Tymann. commandant daarnaast schrijft hü dit toe aan de leef tijdsklasse. waarin kader en overige mili tairen zich bevinden. De gemiddelde leef tijd is 26 jaar en op deze leeftijd, zo zegt hü, zijn de wilde haren, die bij rekruten veelal een rol spelen, verdwenen, Men is serieuzer geworden, men heeft meer besef voor de verantwoordelijkheid, die mei aanzien van de oefeningen draagt er aanpassingsvermogen aan nieuwe situaties is groter, waardoor betrek-kelyk weinig tijd behoeft te worden besteed aan uit leggingen en inwerken. /CONSEQUENT doorgeredeneerd, komt men tot de conclusie, dat hoe ouder de soldaat wordt, hoe beter hij de taak. waarvoor hij wordt opgeleid, kan uitvoeren. Dit is echter alleen maar theoretisch waa-. want hoe ouder de soldaat wordt hoe meer zijn houdingsvermogen vermindert en die reden zullen oudere troepen nooit direct in de eerste linie kunnen worden geplaatst. De praktijk leert ons, de beste soldaten *e 0ud zijn. Laatste oefening T|7e hebben dezer dagen een bezoek ge- bracht aan „Vogelsang" en met kolo nel Tymann gesproken over zijn regiment. ïu voor de tweede maal voor herha ling is opgekomen en aan het einde van deze periode niet meer onder de wapenen wordt geroepen. Slechts in tyden van oor logsgevaar o' oorlog zal het vermoedelijk Toch is liol zo nigde Staten van Noord- ka Canada en Argentinië worden Igemeen als de typische graan- langemerkt, welke indruk nog uit welke streken bedoelde tarwe afkom stig is. Nu is het werkelijk niet aan twijfel onderhevig, dat de V.S., Canada en Argentinië een belangrijke rol in dc arwchandel spelen, maar als echte graanlanden kunnen we ze toch onmoge lijk betitelen. Dc echte graanlanden be vinden zich in Europa, dat aanzienlijk meer tarwe produceert dan welk ander werelddeel ook. Het gemakkelijkst is in dit opzicht een vergelijking van de wereldmiddelen en landen op het noordelijk halfrond. »n Europa zullen we dus om te be- perk en de tarweoogst van Rusland bui- tarw« beschouwing laten. Zelfs zijn we voor id er een handicapwedstrtfd van te op te en, waarbij niet alleen - de Sowjet maar ook alle landen achter het en gordijn van mededinging zyn uit- deze gelegenheid mogen i Inderdaad, met een dergelijke zware handicap, kan West-Europa het tegen gehéél Noord-Amerika niet bolwerken, want nemen we het jaar 1954 als willekeurig productiejaar de totale oogst van de niet tot het Sowjetblok behorende Europese staten bedroeg bijna 34 miljoen ton, terwijl Canada en de V.S. tesamen bijna 35 miljoen ton haal den. Maar we hebben dan ook slechts 1/3 van Europa tegen heel Noord-Ame- rika laten concurreren, zodat een ieder kan zien, dat het Noord-Amerikaanse konlinent voor alle landen van Europa geen tegenpartij is. Europa zou dat win nen met ongeveer 200 tegen 35 mil- Met •ergew zich in dit opzicht geraakke- één geweldige tarweschtiur? Toch produceren alleen de twee landen Frankrijk en Italië al meer tarwe dan heel Canada! Dat ook de opbrengsten der akkers in Europa door de intensieve bewerking veel hoger *ijn dan in Ame rika. behoeft wel nauwelijks te worden :egd. En dat i walvis aieh niet •d-Ameri- westelijk deel worden ingedeeld bij de territoriale troe pen. Voor hen, die dit niet weten zij ter loops vermeld, dat „Vogelsang", eer burcht op een hoge heuvel, die de gehele omgeving beheerst, in 1934 werd gebouwd met het doel daar nazi-leiders op te lei den. Nadat het complex in en na de oor log allerlei bestemmingen had gekregen, werd het beheer erover in april 1950 door het Belgische leger van de Britse bezet tingstroepen overgenomen. Nu oefenen daar ook Nederlandse troepen omdat in eigen land groot gebrek is aan terreinen waarop grote oefeningen kunnen worden gehouden. Het 32ste Regiment Infanterie kwam in 1951 voor het eerst onder de wapenen en deed in 1954 voor de eerste maal her halingsoefeningen. Op 1 en 2 oktober werd het weer opgeroepen voor de laatste herhaling en een 3300 man bivakkeren nu in „Vogelsang". Met dit aantal ligt het regiment een 200 man onder de sterkte en deze 200 man zijn óf voor de dienst af gekeurd óf hebben in verband met hun po sitie in het maatschappelijk leven van de minister van oorlog vrüstelling van op komst gekregen. Vrijdag 4 oktober vertrok het regiment in vier treinen uit Mill en Budel, de op komstplaatsen, naar „Vogelsang" en za terdagmorgen arriveerde daar ook colonne van 250 auto's. Verbeterde uitrusting T~)E UITRUSTING van het regiment, -L' telde kolonel Tijmann. is ten opzichte •an 1954 sterk verbeterd. Toen werd veel- 1 nog gewerkt met verouderd materiaal. '.o waren er o.m. by het regiment jeeps ingedeeld die nog in Noord-Afrika had den gereden bij de troepen van Mont gomery. Ook het verbindingsmaterieel, Amerikaans van uitvoering, is nu van een uitstekende kwaliteit, evenals de persoon lijke uitrusting van de soldaat Dat het verbindingsmateriaal is verbeterd is vo al van groot belang, want in een modi leger is juist dat materiaal van een alles beheersende betekenis. Deze herhalingsoefening heeft tot doel het regiment via peletons- en compagnies oefeningen te brengen op bataljonspeil, er met gebruik van alle wapens aandacht wordt besteed aan oefeningen in bataijonsverband. Dit is een voortzetting de herhalingsoefening in 1954. toen de individueel werd geoefend. Oefenin gen in regimentsverband worden niet ge houden. omdat daarvoor op het ogenblik het beschikbare terrein, dat toch nog een grootste breedte heeft van vier kilometer, klein is. daar de staven van het regiment zyn wei by de oefeningen ingeschakeld. Het gebruik van alle wapens betekent, dat tanks worden ingezet, en de luchtmacht eveneens acte de présence geeft. De ar tillerie alleen is pro memorie, dus het artillerie-vuur wordt slechts aangegeven. jtaven zijn by de oefeningen be trokken. alsof er een volledige afdeling aanwezig was. Prijsaanduiding QVER de oefeningen, die we op een morgen hebben uijgewoond, komen we in een tweede artikel terug. Wc Engeland nog niet uit de branding Een Overzicht van de Organisatie voor de Europese Economische Samenwerking over het ytdvak van 18 maanden, lopend tot midden 1956, heeft geconstateerd, dat Engeland de crisis overwonnen heeft. De grote vraagstukken blijven echter de loon- en prijsverhogingen, de te kleine overschotten op de betalingsbalans, ter wijl het pond als wereldvaluta verster king nodig heeft, te weinig spreiding van produktieve hulpbronnen voor hervatting van de economische groei en het gevaar, dat de constante druk voor verhoging van de levensstandaard het peil van de investeringen en het overschot op beta lingsbalans in gevaar brengen. Het over zicht constateert, dat de moeiiykheden nog niet voorbij zyn. Werkloosheid haalde een dieptepunt Nimmer gaf de maand september een zo laag werkloosheidscyfer te zien als die van dit jaar. Het aantal werkloze mannen daalde van 17.845 tot 16.640. n van de oorzaken van deze gang van zaken is de uitbreiding van onze indus- De voornaamste factor bleek even wel de opeenhoping van werkzaamheden in de landbouw door het voorafgaande slechte weer. Eerstedag-omslagen van kinderzegels 1956 Ter gelegenheid van de uitgifte van de kinderpostzegels 1956 zullen bij de post- zegelhandel eerstedag-omslagen verkryg- baar zijn. De op 12 november aan een lo ket van een postkantoor afgegeven eer stedag-omslagen, waarop uitsluitend een of meer kinderzegels 1956 mogen zijn ge plakt. worden voorzien van een bijzon der stempel. Speciaal poststempel. In de Graanbeurs te Breda wordt 13 oktober, ter gelegen heid van de „Dag van de Postzegel" een tentoonstelling gehouden. Op een tijdelyk postkantoor zullen stukken van een by- zonder stempel worden voorzien. willen als slot van dit artikel de aan dacht vestigen op een wijs besluit van de legerleiding, nl. het vermelden van de prijs op het materiaal. Op uitnodi ging van de Leacrvoorllchtlngsdienst vertoefde we enkele dagen in Duits land en op hetdashbord van de auto, die ons ter beschikking was gesteld, stond: Dit voertuig kost f 12.000. Ook op oorlogstuig zagen we de prijsaandui ding en het is gebleken, dat dit de be handeling van en de omgang met het betreffende wapen ten goede komt. Sol daten waarderen hei. dat kostbaar materiaal aan hen wordt toevertrouwd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1956 | | pagina 5