ÏMettiue £eiJtsrljc (iTo uraii I
Engeland schaadde in 1945 onze
belangen in de Oost
Britse houding in strijd
rnet de afspraken
Veertiende week begonnen - thans
Staf of Burger informateur
Engeland stelt Suez boven
N.A.V.O. verdrag
1,1
1 1
1 i
iU:
j c'
mis
ZATERDAG 15 SEPTEMBER 1956
BUREAUS: Steenstraat 37.
ABONNEMENTEN: 7.per kwartaal;
2.35 per maand; 0.55 per week.
PostrekeniDg 58930
ADVERTENTIES: f 0.20 per millimeter.
(Bij contract belangrijke korting).
Familieberichten J 0.18 per millimetet
Directie. Redactie, Abonnementen- en
Advertentie-afdeling: TeL 31441.
Zevenendertigste jaargang No 10756
Directie: F. DIEMER
Hoofdredacteur: Dr. E. DIEMER
Chef-red.: H. W. J. ENSERINK
CHRISTELIJK-NATIOISAAL DAGBLAD
Voor Leiden en Omstreken
„Stantvaitfch ghebleotn
myn hert ia tegtjenspoet
Alarm in de
Middellandse Zee
Zie pagina 9
Parlementaire enquêtecommissie meent:
(Van onze parlementsredactie)
HET NEGENTIENDE en laatste hoofdstuk van het thans verschenen
achtste verslag der Parlementaire Enquêtecommissie Regeringsbe
leid 19401945 behoort tot het belangwekkendste wat de commissie
tot nog toe heeft gepubliceerd. Het handelt over „De militaire en be
stuurlijke situatie in Nederlandsch-Indië 1944-1945" en het werpt een
verrassend licht op o.a. het betreurenswaardige optreden van de Engel
sen op Java in het najaar van 1945. Steunend op de mededelingen van
de Nederlandse civiele en militaire autoriteiten, die bij dit optreden ten
nauwste betrokken waren, toont de commissie aan, dat Engeland (in
het bijzonder door het niet toelaten van Nederlandse troepen op Java
destijds de Nederlandse belangen in het verre oosten op ernstige wijze
heeft geschaad en dat de Engelse houding in strijd was met de tijdens
de oorlog gemaakte afspraken.
Aan het slot van haar verslag geeft de
commissie puntsgewijze aan, welke feiten
haars inziens van beslissende betekenis
zijn geweest voor de gebeurtenissen in
Nederlandsch-Indië na de capitulatie van
Japan: (1) De bijna gehele onbekendheid
aan Nederlandse zijde met de politieke en
militaire ontwikkeling in Indië gedurende
de Japanse bezetting. (2) Het samenvallen
van de capitulatie van Japan met de wij
ziging van de grenzen der commandoge-
bieden in het verre oosten. Hieruit vloeide
mede voort, dat de Engelsen niet in staat
waren hun vrijwillig en op eigen aan
drang op zich genomen taken uit te voeren
door gebrek aan militaire machtsmidde
len. (3) Het uitroepen van de republiek
Indonesië op 17 augustus 1945. (4) De on
derschatting van de omvang en de kracht
der republikeinse beweging aan Neder
landse zijde. (5) Het tijdsverloop tussen
capitulatie van Japan en de eerste ge
allieerde landing op Java. (6) De onvol
doende kennis van de Nederlandse rege
ring omtrent de situatie op Java na sep
tember 1945. (7) Het zeer grote tekort aan
Nederlandse militaire macht, mede ver
oorzaakt door de bevrijding van geheel
Nederland in mei 1945 in plaats van sep
tember 1944. (8) Het openbare optreden
van generaal Christison einde september-
begin oktober 1945 en de houding van de
hogere Engelse autoriteiten. (9) De onwil
van de Japanners om de orders van de
geallieerde bevelhebber op te volgen,
vooral die om orde en rust te handhaven.
(10) Het verblijf van 80.000 Nederlanders
in kampen op Java, die niet bevrijd wer
den, maar in republikeins gebied bleven.
Soerabaja
De militaire operaties voornamelijk ge
richt tegen strijdgroepen van de republiek
Indonesië op Java, die hebben plaats ge
had tot 20 november 1945, het tijdstip
waartoe het onderzoek van de commissie
zich uitstrekt, hebben zich vooral gecon
centreerd op Soerabaja en Batavia. Welis
waar zijn in dit tijdvak ook Semarang,
Buitenzorg en Bandoeng gedeeltelijk
bevrijd, maar mede omdat daarbij de Ne
derlanders nauwelijks een leidende rol
hebben gespeeld heeft de commissie zich
haar verslag tot de krijgsverrichtingen,
te Soerabaja en Batavia moeten beperken.
Begin september 1945 heeft kapitein ter
tee P. J. G. Huijer zich op order van ad
miraal Helfrich naar Batavia 'begeven
ir hij zich bij de commanderende En
gelse officier, toendertijd admiraal Pat
terson, heeft gemeld, op wiens order hij
vervolgens naar Soerabaja is gegaan ten
einde de haven, de havenapparatuur en
alle marineinstallaties te Tandjong Priok
te inspecteren. Dit heeft de heer Huijer
gedaan van 23 tot 27 september; de com
manderende Japanse officieren verleen
den hem daarbij de nodige faciliteiten.
Teruggekeerd te Batavia kreeg hij daar
een nieuwe opdracht, nl. om met een klei
ne groep naar Soerabaja terug te keren,
teneinde de herbezetting van deze stad
door de Engelsen voor te bereiden. Met
een groep van vijf mensen vertrok hij op
29 september per vliegtuig naar Soeraba
ja. Op 1 oktober begon daar een Indonesi
sche opstand tegen de met de handhaving
van orde en rust belaste Japanners. De
Japanse wachten rond de kampen der ge
ïnterneerden gaven zich zonder een schot
te lossen over. Ook grote groepen Japanse
leger- en marine-eenheden gaven zich
over, waarbij hun wapens in handen kwa
men van de Indonesiërs. Op drie oktober
was de gehele stad in Indonesische han
den, behalve de gebouwen van het Japan
se marine- en legerhoofdkwartier en het
marinevliegkamp.
De heer Huijer heeft daarop con
tact gezocht met de Indonesische lei
ders, die hem toezegden, dat hij de
beschikking zou houden over de Ja
panse krijgsgevangenen, over dc
beide hoofdkwartieren, het marine
vliegkamp en het vliegveld, wanneer
de geallieerden onmiddellijk de over
gave zouden aanvaarden van de Ja
panse generaal en admiraal. Dit
voorstel heeft de heer Huij'
vaard en de Japanners hebben tegen
over hem gecapituleerd. De Enquête
commissie meent, dat de heer Huijer
deze capitulatie niet had mogen aan
vaarden. Hij had hier niet alleen
geen toestemming voor van de geal
lieerde opperbevelhebber, maar bo
vendien kon hij de capitulatie niet
daadwerkelijk aanvaarden wegens
gebrek aan machtsmiddelen, terwijl
voorts ieder burgerlijk gezag ter
handhaving van orde en rust kwam
te ontbreken.
Zelf gevangen
De Indonesische leiders hadden immers
jk onvoldoende gezag over hun bende
leden, die Soerabaja hebben geplunderd en
vele mensen hebben vermoord. De heer
Huijer heeft ook niet de'beschikking ge-
over het hem door de Japanners toe
gezegde. Na nog een poging gedaan te
hebben om per trein admiraal Patterson
Batavia te bereiken, is hij zelf met zijn
groep gevangen gezet.
Van 10 tot 26 oktober 1945 heerste er
anarchie te Soerabaja. Op die dag landde
Britse brigade. Op 28 oktober be?
gonnen de Indonesiërs de strijd tegen de
Engelsen.
Dit is uitgelopen op een besliste neder
laag voor de brigade, die in zijn geheel
zijn afgeslacht, als de Britten op 29
oktober, door bemiddeling van de Engelse
generaal Hawthorn en ir. Sukarno, geen
wapenstilstand aangeboden gekregen had
den. De wapenstilstand duurde slechts één
dag, maar gaf de brigade de gelegenheid
zich te concentreren in het havengebied;
ook vele burgers konden daar in veilig
heid worden gebracht. 9 november landde
de 5e Indiase divisie te Soerabaja. Eerst
einde november was de gehele stad in ge
allieerde handen.
De heer Huijer is begin november
Batavia teruggekeerd. Bij de herovering
van Soerabaja hebben de Nederlanders
verder geen rol gespeeld. De oorzaak
de betreurenswaardige gebeurtenissen
Soerabaja, waarbij tal van mensen
het leven zijn gekomen, moeten volgens
de commissie gezocht worden in het feit,
dat de Englesen niet in staat bleken op tijd
een behoorlijke troepenmacht Soera
baja te bevrijden en dat de Japanse
litaire autoriteiten door het niet opvolgen
van de geallieerde bevelen hebben
gestuurd op anarchie.
Batavia
De militaire toestand te Batavia is, of
schoon daar veel roof- en moordpartijen
hebben plaatsgehad, niet zo slecht ge
worden als te Soerabaja. Half september
1945 kwam te Batavia als eerste geallieer
de militaire eenheid HMS Cumberland
der bevel van de reeds genoemde ad
miraal Patterson. Aan boord bevonden
zich ook Nederlanders, zoals de Neder-
landsch-Indische. autoriteit Ch. O. van
der Plas en genëraal-majoor Van Straten,
het hoofd van de Nioa (Netherlands Indies
Civil Affairs) voor Java.
Reeds dadelijk bleek hun, dat zo spoe
dig mogelijk geallieerde troepen naar Ba
tavia zouden moeten gestuurd worden. De
bevolking in de stad wilde niets meer
weten van een Japans bestuur, ook al zou
dat dan gevoerd worden op gezag en vol
gens richtlijnen van de geallieerde opper
bevelhebber. Door een actie van Neder
landse kant is bereikt, dat de Engelsen
hun komst hebben vervroegd en dat op 29
september generaal Christison te Batavia
geland, zij het maar met één bataljon.
De Engelsen namen het gezag van de Ja
panners over. In de eerste week van ok-
>ber werden voorts 7 Nederlandse com-
Nederlandse invloed op de leiding
was uitermate klein
De Parlementaire Enquêtecommissie
Regeringsbeleid 19401945 heeft heden
het achtste deel van haar verslag gepu
bliceerd. Naar dit deel zullen velen met
eer dan gewone belangstelling hebben
itgezien, omdat het o.m. een uitvoerig
gedocumenteerd overzicht bevat van het
Indië-beleid gedurende de eerste maanden
de capitulatie van Japan. Daarnaast
geeft het een beeld van het algemeen
militaire beleid van de Nederlandse rege
ring in de oorlogsjaren. "Het feit. dat de
nissie zich in haar verslag (dat in
hoofdzaak bestaat uit een compilatie van
ientalleh verhoren) niet uitsluitend be
perkt tot beleidskwesties, maar ook aan-
daoht schenkt aan de krijgsverrioh tin
van land-, zee- en luchtmacht, maakt
dit achtste deel tot een levendig en lees
baar geheel. De belangrijkste conclusie,
die de commissie trekt, is, dat de Neder
landse invloed op de beslissingen van
de hogere geallieerde leiding zeer mi-
is geweest Dit heeft vooral met
betrekking tot de ontwikkeling in Indië
rampzalige gevolgen gehad.
700 pagina's
Alvorens zij hert imposante werkstuk
het omvat ruim 700 pagina's tekst en
ngewoon veel documentatie) het licht
kon doen zien, moest de commissie niet
nder dan 208 getuigen aan een verhoor
onderwerpen. Verschillenden van hen zijn
dan één keer gehoord. Eén van die
getuigen beantwoordde de honderddui-
:endste enquêtevraag. Het totale verslag
8 delen dus) omvat nu m«"er dan 15.000
pagina's.
Hoewel de gebeurtenissen, die in deel
worden behandeld, inmiddels reeds 10
>t 15 jaar geleden zijn, heeft de com-
lissie toch de meeste personen, die bij
het militaire beleid na de meidagen van
een rol hebbèn gespeeld, kunnen ho-
Een aantal van hen, zoals de heer
■an Boeyen, die van juni 1941 tot
september 1942 minister van oorlog is
geweest, is overleden voordat zij gehoord
konden worden; anderen zijn door oor
logshandelingen om het leven gekomen.
Weer anderen heeft de commissie niet
kunnen horen, omdat zij permanent in
andere werelddelen verblijven. Voorts
blijkt steeds meer, dat bij velen de her
innering aan het gebeurde vervaagt: zij
kunnen de feiten niet meer op de ge
wone wijze reconstrueren.
Prins Bernhard
Zoals algemeen bekend, is ook Z.K.H.
prins Bernhard door zijn hoge militaire
functies bij het militaire beleid na
'40 betrokken geweest. De commissie heeft
echter gemeend prins Bernhard nie
getuige te moeten horen, „omdat de
stitutionele verhoudingen in ons land niet
gedogen, dat getuigenverklaringen var
een lid van het Koninklijk Huis onder
werp van openbare discussie kunnen wor
den". De commissi! wil echter wel uit
drukking geven aan haar gevoelen, dat
het Nederlandse volk aan prins Bern
hard grote dank verschuldigd is voor zijn
onvermoeid medestrijden voor de bevrij
ding van het Koninkrijk.
Het achtste deel van het verslag der En
quêtecommissie is ondertekend door de
volgende Tweede-Kamerleden, die al
len zitting hebben in de commissie:
de heren Koersen (voorzitter), Korthals,
Fokkema. Van Dis, Posthumus, Stufkens,
Fens. Van Lier en door jkvr. Wttewaal
van Stoetwegen. Mr. J. Algera, demissio
nair minister van verkeer en waterstaat,
is voor zijn ministerschap voorzitter ge
weest van de subcommissie, d'ie zich in het
bijzonder met de in dit deel van het
verslag uitgewerkte vraagstukken heeft
beziggehouden.
Uitvoerige uittreksels van het
verslag vindt men heden op de
pagina's 5 en 7.
pagnieën, tezamen twee bataljons,^ naar
Batavia gebracht; onder leiding van de
generaal Schilling werden deze belast met
de bezetting van een gedeelte van de stad.
Ondanks deze drie bataljons en de
komst van geleidelijk aan de gehele 23ste
Indiase divisie bleef de toestand in en om
Batavia precair, omdat de openbare nuts
bedrijven, de waterbronnen en krachtcen
trales niet geheel onder geallieerde con
trole waren. In de stad zelf was de on
veiligheid groot. Van 12 tot 25 oktober
zijn de Nederlandse en Engelse troepen
heftig' door republikeinse strijdgroepen
aangevallen. Deze bleken te zijn getraind
en bewapend door de Japanners. Ver
schillende ernstige incidenten hebben zich
ook na 25 oktober voorgedaan, maar dank
zij de Nederlandse en Engelse militairen
zijn de Indonesische strijdgroepen te Ba
tavia er niet in geslaagd eenzelfde toe
stand te scheppen als te Soerabaja.
(Zie verder pag. 5)
Ook prof. De Gaay Fortman gaf het op
(Van onze parlementsredactie) I kring moeten komen en eerst de brede
basis trachten te redden om het vervol-
De a.r. hoogleraar prof. mr. W. F. De Gaay Fortman heeft na ruim drie we-1 gens te zoeken in een smal kabinet van
ken (in)formeren het bijltje er bij neergelegd. Met dit bijna lugubere nieuws j social»sten, liberalen en christelijk-histo-
is de kabinetsformatie haar veertiende week ingegaan. Gistermiddag j
bracht de ex-informateur op Soestdijk aan H.M. de Koningin een negatief! nu de A.R. en de K.V.P. de
eindrapport uit over de mogelijkheid tot het samenstellen van een kabinet, i liever aan zich zelf schijnen
's Avonds ontving H.M. achtereenvolgens de vice-president van de Raad houden. De enige troost, die
van State, dr. A. A. L. Rutgers en de voorzitters van de Eerste en Tweede "kunnen^everT is'dater tu***
Kamer mr. J. A. Jonkman en dr. L. G. Kortenhorst. Vandaag zou zij JJn gewe«t, dle^hLen "hebb^
de fractievoorzitters van de vijf grote partijen, de heren Burger, Romme,gevangen.
Zijlstra, Tilanus en Oud ontvangen. j
Reconstructie
President Eisenhower is zijn ver
kiezingscampagne begonnen met
een bijeenkomst van vijfhonderd
medewerkers op zijn boerderij te
Gettysburg. Het was een vrolijke
levenslustige Ike (1), die nuchter
blijvend door zijn cola (2) met
welgevallen zijn trouwe schare
overzag (3).
Na het weigerend antoujk>rül van de heer
Van Mastrigt, waardoor v-voor de infor
mateur vast kwam te staan, dat een
meerderheid in de c.h.-kring overwegen
de bezwaren had tegen een rechts kabi
net met partijloze aanhang, heeft hij er
dus kennelijk geen gat meer ingezien.
Eerst heeft hij nog gesproken met de vice-
president van de Raad van State, zijn
partijgenoot dr Rutgers, met de a.r. frac
tievoorzitter prof. Zijlstra en met het
Eerste-Kamerlid prof. Beaufort, maar om
tien over half drie 's middags zette hij
er een punt achter en stapte in de auto
naar Soestdijk. En daarmee werd de
vierde fase van deze dramatische kabi
netsformatie definitief afgesloten. Tevens
was daarmee de mogelijkheid van de
baan, dat prof. De Gaay Fortman zou be
ginnen aan de samenstelling van een
minderheidskabinet, dat uitsluitend zou
bestaan uit katholieken en antirevolutio
nairen. De kans op een dergelijk kabinet
trouwens in politieke kringen vrij
wel nihil geacht.
Vijfde fase
Het is nog niet duidelijk welke figuur
i de komende fase op de voorgrond zal
staan. Het is zeer goed mogelijk, dat de
demissionaire minister van oorlog, ir
Staf. met een informatie-opdracht zal
-orden belast. Hij heeft in het laatste
stadium van de informatiepoging-De Gaay
Fortman een zeer belangrijke rol ge-
ipeeld. Zijn uitgesproken voorkeur voor
ie brede basis en zijn afkeer van
»en rechts kabinet hebben in feite
de houding van de C.H.U. ten aanzien
Fortman bepaald. Hierbij dient te worden
vermeld, dat de c.h. fractievoorzitter, de
ïeer Tilanus. op zijn voor het minister
schap gepolste partij generlei aandrang
heeft uitgeoefend, noch in positieve noch
in negatieve zin. Een onbelangrijke groep
in de C.H.U. ging trouwens met het stre
ven van de antirevolutionaire formateur
akkoord, zij het misschieen niet van
harte. Deze groep, die ook onder de c.h.
Kamerleden aanhangers telde, achtte het
niet verantwoord de kabinetsformatie nog
langer op te houden. De opvattingen van
de heer Staf hebben echter gezegevierd
volgens de spelregel „wie breekt moet
helen", zou hij thans aan de beurt zijn
>en onderzoek in te stellen naar de
mogelijkheden, die er zijn tot het samen-
Stellen van een kabinet.
Zo erg veel mogelijkheden zijn er ove
rigens niet meer. Het moet waarschijnlijk
geacht worden, dat de heer Staf zal be-
innen met een poging de brede basis
•eer te lijmen. Het valt niet te vcrwach-
;n, dat hij daarbij steun zal ondervinden
an de K.V.P. en de A.R. tenzij - -. ia.
:nzij de P.v.d.A. belangrijke eoncessies
doet ten aanzien van b.v. het vraagstuk
an de bezitsvorming, wel het meest con-
•oversiële punt in deze kabinetsforma-
e. De kans wordt voorlopig nog als erg
gering beschouwd, gezien de gebeurtenis-
:n in het jongste verleden.
Doen K.V.P. en A.R. niet mee. dan zal
Staf (of wie het dan ook moge zijn)
het moeten zoeken in een kabinet steu
nend op P.v.d.A., C.H. en V V D. Ook dit
zal ernstige moeilijkheden met zich mee
brengen, want wel hebben deze partijen
een (overigens zeer krappe) meerderheid
in de Kamer, maar een enigszins hechte
coalitie tussen de P.v.d.A. en de liberalen
behoort bepaald niet tot de waarschijn
lijkheden. De V.V.D. sympatiseert. met
name op economisch gebied, met denk
beelden. die lijnrecht staan tegenover die
van de P.v.d.A. Het is duidelijk, dat b.v
iedere poging van een principieel liberale
bewindsman om vrijheid te brenge:
het economisch leven en ruimte te sc
pen voor het particulier initiatief.
;rzet zal stuiten van socialistische col
lega's-ministers. Wanneer de P.v.d.A. nu I Velen spelen reeds met de gedachte var
met de „reactionaire" liberalen in zee reconstructie van het oude kabinet. Af
ging. zou ze bovendien niet meer het
recht hebben de K.V.P. voor „conserva
tief" uit te maken. Verder is de C.H. een
regerings-partner, waarvan men eigenlijk
alleen weet, dat ze voorstander is
van de brede basis en met betrekking tot
de (noodgedwongen) smalle basis niet
kan bogen op eensgezindheid in eigen
Burger informateur?
De anti-revolutionairen zouden wel
eens kunnen adviseren de voorzitter van
dc socialistische Tweede-Kamerfractie, mr.
Eurger, met een informatieopdracht te
belasten. De heer Staf is voor de anti's
een .minder aantrekkelijke figuur gewor
den, omdat zijn recente bemoeienissen
met de formatie hebben geleid tot het
heengaan van de antirevolutionaire De
Gaay Fortman als informateur. De wiizé
waarop dit gebeurd is zou in a.r. kring
zoveel kwaad bloed hebben gezet, dpt
men daar nog liever de leider van de
grootste partij (die verantwoordelijk is
voor het mislukken van de brede-basis-
poging-De Gaay Fortman) als informateur
ziet optreden.
De P.v.d.A. zelf zou meèr heil zien in
een opdracht aan ir. Staf. De K.V.P1. zou
geen uitgesproken voorkeur hebben. Hèt
maakt overigens weinig uit welke „bre-
nu tot „heler" gepromoveerd zal
den. Hij zal dus hoogstwaarschijnlijk
christelijk-historische of socialistische'
gezien van het feit. dat dit wel een ern
stige psychologische nederlaag zou bete
kenen voor het parlementaire stelsel,
dient er toch op gewezen te worden, dat
bij reconstructie dezelfde meningsver
schillen omtrent program en zetelverde
ling een rol zullen gaan spelen als die
waarop de achter ons liggende formatie-
en informatiepogingen zijn gestrand. Re
constructie of weigering van het ontslag
mogen dan ook alleen als uiterste red
middelen worden beschouwd.
Al met al zit Den Haag volkomen „in
de mist". De toestand is nog nooit zo
somber geweest. Hedenmiddag is de
K.V.P.-Tweede-Kamerfractie bijeengeko
men om zich over de ontstane situatie te
beraden.
De heer De Gaay Fortman heeft van
morgen eén afsluitend bezoek gebracht
aan de demissionaire minister-president
dr. W. Drees.
Mr. Wendelaar verlaat
de Eerste Kamer
Het eerste-Kamerlid mr. W. C. Wen
delaar (VVD) heeft medegedeeld dat hij
bij dè verkiezing van de nieuwe Eerste
Kamer geen eventuele herbenoeming zal
aanvaarden. Hij is sinds 25 augustus 1948
lid van de Kamer.
Makarios niet voor gerecht
„Het is onmogelijk op dit ogenblik zelfbeschikkingsrecht aan Cyprus te
geven, heeft de Britse minister van koloniën, Alan Lepnox-Boyd, gisteren
in het Lagerhuis verklaard. De ernstige crisis rond het Suezkanaal maakt
het absoluut noodzakelijk, dat Engeland zijn soevereiniteit over Cyprus
handhaaft wil het zijn verantwoordelijkheid blijven dragen. De vraag
stukken, waarmede wij thans te Suez en elders te maken hebben gaan ver
uit boven onze rechten en verplichtingen als N.A.V.O.-lid", aldus de
minister.
Hij gaf een uiteenzetting over de b^sis,
'aarop lord Radcliffe een onwerp-grond-
Cyprus samenstelt Deze is, dqt
regering en haar gouverneur
«ordelijkheid behouden voor
het handhaven van de binnenlandse vei
ligheid op Cyprus en voor de buitenland
se betrekkingen en de landsverdediging
van het eiland.
De afkondiging van de grondwet, aldus
Lennox-Boyd. kan door het optreden van
de verzetslieden vertraagd worden.
Aartsbisschop Makarios zal niet voor
het gerecht gedaagd worden, daar het
bestuur van Cyprus tot de conclusie is
gekomen, dat dit niet in het openbaar be-
Dit is van regeringszijde in het Lager
huis medegedeeld, nadat Lennox-Boyd
eerst verklaard had, dat uit het onderzoek
der dagboeken van kolonel Grivas
stotelijk was komen vast te staan, dat Ma
karios en Grivas politieke moord hebben
gebruikt om de gemoederen op Cyprus in
politieke beroering te brengen en in de
hoop. daarmede het Britse bestuur onder
druk te zetten. De minister besloot: „Ik
meen. dat uit kritisch lezen van de docu
menten na publicatie zal blijken welk
aandeej de regering en burgers van Grie
kenland hebben gehad bij het uitoefenen
van terreur'op het eiland, dat juridisch
deèl uitmaakt van het grondgebied van
de Britse bondgenoot. Ik ben er zeker
van. dat dit het beschamendste feit is uit
de betrekkingen tussen geallieerden, dat
de moderne tijd kent".
Labour trachtte door een motie, waar
in de wens werd uitgesproken de drie
daagse vergadering van het parlement
voort te zetten, te protesteren tegen de
houding van de regering, doch deze motie
werd met 308 tegen 243 stemmen verwor
pen, waarna het Lagerhuis tot 23 oktober
opnieuw op reces ging.
Makarios opgenomen
in ziekenhuis
Aartsbisschop Makarios. die door de
Engelsen naar de Seychellen is verbannen
op beschuldiging van samenwerking met
de verzetsbeweging op Cyprus, (s te Mahe
in een ziekenhuis opgenomen wegens een
„lichte maagstoornis".
Hij zal, naar verluidt, daar twee of drie
dagen blijven.
Met boeketjes bloemen werden
de soldaten van het nieuwe W.-
duitse leger (wat zien ze er an
ders uit dan vroeger!) in Nie-
derlahnstein ontvangen, toen
ze naar de kazernes trokken.
Maar terzelfdertijd confereert
bondskanselier Adenauer met
zijn militaire adviseurs over
middelen, die een einde moeten
maken aan de aanvallen van
burgers op de soldaten, die me
nigmaal door troepen jongelui
worden uitgescholden, in het
nauw gedreven èn afgeranseld.
Vele café's hebben een bordje
voor het raam: Militairen niet
gewenst.
Najaarsbeurs 1956
Standhouders zijn
zeer tevreden
Uit een onder de' jaarbeursstandhouders
ingestelde enquête is gebleken, dat de
handel in vrijwel alle geledingen geduren
de de eerste helft van de beurs een le
vendige kooplust heeft getoond.
Ambtenaren -salarissen
't blijft 1 september
Minister Van Oyen heeft in antwoord
op vragen van het Tweede-Kamerlid J.
F. Reuter (comm.) medegedeeld dat de
ministerraad heeft besloten geen veran
dering te brengen in de datum van in
gang der 6'/« verhoging voor de ambte-
Het salaris over 1956, zelfs zonder re
kening te houden met de winstuikering
over 1955, die in 1956 geschiedde, is door
de twee procent verhoging van de va
kantietoeslag nog altijd hoger dan dat
over 1955, meent de minister.
(Advertentie)
58936
is het nummer van onze postrekening
Als u daarop vóór 1 okt. het abonne
mentsgeld voor het 4e kwartaal 1956
ƒ7.— overschrijft, dan voorkomt u
dat er bij u een kwitantie wordt aan
geboden en het is gemakkelijk voor
onze administratie.
qp het strookje wordt vermeld?
De betaling kan ook geschieden aan
ons loket: Steenstraat 37.
Bij voorbaat vriendelijk dank voor uw
medewerking.
DE ADMINISTRATIE
HET WEER IN EUROPA
e
Stockholm
Oslo
onbew.
onbew.
WNW 7
W 1
16 0.1
17 0
Aberdeen
Londen
zw. bew.
zw. bew
licht bew.
windstil
ONO 4
NO 2
15 0
21 0
Luxemburg
Parijs
Bordeaux
Grenoble
Jérlijn
Frankfort
Vfunchen
Züricb
Genêve
onbew.
onbew.
onbew.
licht bew.
NNO 2
windstil
windstil
NW 3
N 5
windstil
windstil
windstil
19 0
23 0
25 0
30 0
16 0
18 0
16 0
18 0
21 0
Aiaccio
Mallorca
r
onbew.
windstil
NO
ONO 3
windstil
17 0
21 0
31 0
25 0
34 0
WEERBERICHT
Schraal weer
Tot morgenavond verwacht De Bilt:
Droog en overwegend zon
nig weer. Matige of krach
tige oostelijke wind en de
zelfde temperaturen als van
daag of iets hogere. (Opge
maakt te 11.15 uur).
ZON EN MAAN
Zondag: zon 6.18-18.55; maan 17.06-2.22.
Maandag: zon 6.20-18.52; maan 17.27-3.28.
Op 20 september V.M.