ÏMettiue £eiJtsrljc (iTo uraii I Engeland schaadde in 1945 onze belangen in de Oost Britse houding in strijd rnet de afspraken Veertiende week begonnen - thans Staf of Burger informateur Engeland stelt Suez boven N.A.V.O. verdrag 1,1 1 1 1 i iU: j c' mis ZATERDAG 15 SEPTEMBER 1956 BUREAUS: Steenstraat 37. ABONNEMENTEN: 7.per kwartaal; 2.35 per maand; 0.55 per week. PostrekeniDg 58930 ADVERTENTIES: f 0.20 per millimeter. (Bij contract belangrijke korting). Familieberichten J 0.18 per millimetet Directie. Redactie, Abonnementen- en Advertentie-afdeling: TeL 31441. Zevenendertigste jaargang No 10756 Directie: F. DIEMER Hoofdredacteur: Dr. E. DIEMER Chef-red.: H. W. J. ENSERINK CHRISTELIJK-NATIOISAAL DAGBLAD Voor Leiden en Omstreken „Stantvaitfch ghebleotn myn hert ia tegtjenspoet Alarm in de Middellandse Zee Zie pagina 9 Parlementaire enquêtecommissie meent: (Van onze parlementsredactie) HET NEGENTIENDE en laatste hoofdstuk van het thans verschenen achtste verslag der Parlementaire Enquêtecommissie Regeringsbe leid 19401945 behoort tot het belangwekkendste wat de commissie tot nog toe heeft gepubliceerd. Het handelt over „De militaire en be stuurlijke situatie in Nederlandsch-Indië 1944-1945" en het werpt een verrassend licht op o.a. het betreurenswaardige optreden van de Engel sen op Java in het najaar van 1945. Steunend op de mededelingen van de Nederlandse civiele en militaire autoriteiten, die bij dit optreden ten nauwste betrokken waren, toont de commissie aan, dat Engeland (in het bijzonder door het niet toelaten van Nederlandse troepen op Java destijds de Nederlandse belangen in het verre oosten op ernstige wijze heeft geschaad en dat de Engelse houding in strijd was met de tijdens de oorlog gemaakte afspraken. Aan het slot van haar verslag geeft de commissie puntsgewijze aan, welke feiten haars inziens van beslissende betekenis zijn geweest voor de gebeurtenissen in Nederlandsch-Indië na de capitulatie van Japan: (1) De bijna gehele onbekendheid aan Nederlandse zijde met de politieke en militaire ontwikkeling in Indië gedurende de Japanse bezetting. (2) Het samenvallen van de capitulatie van Japan met de wij ziging van de grenzen der commandoge- bieden in het verre oosten. Hieruit vloeide mede voort, dat de Engelsen niet in staat waren hun vrijwillig en op eigen aan drang op zich genomen taken uit te voeren door gebrek aan militaire machtsmidde len. (3) Het uitroepen van de republiek Indonesië op 17 augustus 1945. (4) De on derschatting van de omvang en de kracht der republikeinse beweging aan Neder landse zijde. (5) Het tijdsverloop tussen capitulatie van Japan en de eerste ge allieerde landing op Java. (6) De onvol doende kennis van de Nederlandse rege ring omtrent de situatie op Java na sep tember 1945. (7) Het zeer grote tekort aan Nederlandse militaire macht, mede ver oorzaakt door de bevrijding van geheel Nederland in mei 1945 in plaats van sep tember 1944. (8) Het openbare optreden van generaal Christison einde september- begin oktober 1945 en de houding van de hogere Engelse autoriteiten. (9) De onwil van de Japanners om de orders van de geallieerde bevelhebber op te volgen, vooral die om orde en rust te handhaven. (10) Het verblijf van 80.000 Nederlanders in kampen op Java, die niet bevrijd wer den, maar in republikeins gebied bleven. Soerabaja De militaire operaties voornamelijk ge richt tegen strijdgroepen van de republiek Indonesië op Java, die hebben plaats ge had tot 20 november 1945, het tijdstip waartoe het onderzoek van de commissie zich uitstrekt, hebben zich vooral gecon centreerd op Soerabaja en Batavia. Welis waar zijn in dit tijdvak ook Semarang, Buitenzorg en Bandoeng gedeeltelijk bevrijd, maar mede omdat daarbij de Ne derlanders nauwelijks een leidende rol hebben gespeeld heeft de commissie zich haar verslag tot de krijgsverrichtingen, te Soerabaja en Batavia moeten beperken. Begin september 1945 heeft kapitein ter tee P. J. G. Huijer zich op order van ad miraal Helfrich naar Batavia 'begeven ir hij zich bij de commanderende En gelse officier, toendertijd admiraal Pat terson, heeft gemeld, op wiens order hij vervolgens naar Soerabaja is gegaan ten einde de haven, de havenapparatuur en alle marineinstallaties te Tandjong Priok te inspecteren. Dit heeft de heer Huijer gedaan van 23 tot 27 september; de com manderende Japanse officieren verleen den hem daarbij de nodige faciliteiten. Teruggekeerd te Batavia kreeg hij daar een nieuwe opdracht, nl. om met een klei ne groep naar Soerabaja terug te keren, teneinde de herbezetting van deze stad door de Engelsen voor te bereiden. Met een groep van vijf mensen vertrok hij op 29 september per vliegtuig naar Soeraba ja. Op 1 oktober begon daar een Indonesi sche opstand tegen de met de handhaving van orde en rust belaste Japanners. De Japanse wachten rond de kampen der ge ïnterneerden gaven zich zonder een schot te lossen over. Ook grote groepen Japanse leger- en marine-eenheden gaven zich over, waarbij hun wapens in handen kwa men van de Indonesiërs. Op drie oktober was de gehele stad in Indonesische han den, behalve de gebouwen van het Japan se marine- en legerhoofdkwartier en het marinevliegkamp. De heer Huijer heeft daarop con tact gezocht met de Indonesische lei ders, die hem toezegden, dat hij de beschikking zou houden over de Ja panse krijgsgevangenen, over dc beide hoofdkwartieren, het marine vliegkamp en het vliegveld, wanneer de geallieerden onmiddellijk de over gave zouden aanvaarden van de Ja panse generaal en admiraal. Dit voorstel heeft de heer Huij' vaard en de Japanners hebben tegen over hem gecapituleerd. De Enquête commissie meent, dat de heer Huijer deze capitulatie niet had mogen aan vaarden. Hij had hier niet alleen geen toestemming voor van de geal lieerde opperbevelhebber, maar bo vendien kon hij de capitulatie niet daadwerkelijk aanvaarden wegens gebrek aan machtsmiddelen, terwijl voorts ieder burgerlijk gezag ter handhaving van orde en rust kwam te ontbreken. Zelf gevangen De Indonesische leiders hadden immers jk onvoldoende gezag over hun bende leden, die Soerabaja hebben geplunderd en vele mensen hebben vermoord. De heer Huijer heeft ook niet de'beschikking ge- over het hem door de Japanners toe gezegde. Na nog een poging gedaan te hebben om per trein admiraal Patterson Batavia te bereiken, is hij zelf met zijn groep gevangen gezet. Van 10 tot 26 oktober 1945 heerste er anarchie te Soerabaja. Op die dag landde Britse brigade. Op 28 oktober be? gonnen de Indonesiërs de strijd tegen de Engelsen. Dit is uitgelopen op een besliste neder laag voor de brigade, die in zijn geheel zijn afgeslacht, als de Britten op 29 oktober, door bemiddeling van de Engelse generaal Hawthorn en ir. Sukarno, geen wapenstilstand aangeboden gekregen had den. De wapenstilstand duurde slechts één dag, maar gaf de brigade de gelegenheid zich te concentreren in het havengebied; ook vele burgers konden daar in veilig heid worden gebracht. 9 november landde de 5e Indiase divisie te Soerabaja. Eerst einde november was de gehele stad in ge allieerde handen. De heer Huijer is begin november Batavia teruggekeerd. Bij de herovering van Soerabaja hebben de Nederlanders verder geen rol gespeeld. De oorzaak de betreurenswaardige gebeurtenissen Soerabaja, waarbij tal van mensen het leven zijn gekomen, moeten volgens de commissie gezocht worden in het feit, dat de Englesen niet in staat bleken op tijd een behoorlijke troepenmacht Soera baja te bevrijden en dat de Japanse litaire autoriteiten door het niet opvolgen van de geallieerde bevelen hebben gestuurd op anarchie. Batavia De militaire toestand te Batavia is, of schoon daar veel roof- en moordpartijen hebben plaatsgehad, niet zo slecht ge worden als te Soerabaja. Half september 1945 kwam te Batavia als eerste geallieer de militaire eenheid HMS Cumberland der bevel van de reeds genoemde ad miraal Patterson. Aan boord bevonden zich ook Nederlanders, zoals de Neder- landsch-Indische. autoriteit Ch. O. van der Plas en genëraal-majoor Van Straten, het hoofd van de Nioa (Netherlands Indies Civil Affairs) voor Java. Reeds dadelijk bleek hun, dat zo spoe dig mogelijk geallieerde troepen naar Ba tavia zouden moeten gestuurd worden. De bevolking in de stad wilde niets meer weten van een Japans bestuur, ook al zou dat dan gevoerd worden op gezag en vol gens richtlijnen van de geallieerde opper bevelhebber. Door een actie van Neder landse kant is bereikt, dat de Engelsen hun komst hebben vervroegd en dat op 29 september generaal Christison te Batavia geland, zij het maar met één bataljon. De Engelsen namen het gezag van de Ja panners over. In de eerste week van ok- >ber werden voorts 7 Nederlandse com- Nederlandse invloed op de leiding was uitermate klein De Parlementaire Enquêtecommissie Regeringsbeleid 19401945 heeft heden het achtste deel van haar verslag gepu bliceerd. Naar dit deel zullen velen met eer dan gewone belangstelling hebben itgezien, omdat het o.m. een uitvoerig gedocumenteerd overzicht bevat van het Indië-beleid gedurende de eerste maanden de capitulatie van Japan. Daarnaast geeft het een beeld van het algemeen militaire beleid van de Nederlandse rege ring in de oorlogsjaren. "Het feit. dat de nissie zich in haar verslag (dat in hoofdzaak bestaat uit een compilatie van ientalleh verhoren) niet uitsluitend be perkt tot beleidskwesties, maar ook aan- daoht schenkt aan de krijgsverrioh tin van land-, zee- en luchtmacht, maakt dit achtste deel tot een levendig en lees baar geheel. De belangrijkste conclusie, die de commissie trekt, is, dat de Neder landse invloed op de beslissingen van de hogere geallieerde leiding zeer mi- is geweest Dit heeft vooral met betrekking tot de ontwikkeling in Indië rampzalige gevolgen gehad. 700 pagina's Alvorens zij hert imposante werkstuk het omvat ruim 700 pagina's tekst en ngewoon veel documentatie) het licht kon doen zien, moest de commissie niet nder dan 208 getuigen aan een verhoor onderwerpen. Verschillenden van hen zijn dan één keer gehoord. Eén van die getuigen beantwoordde de honderddui- :endste enquêtevraag. Het totale verslag 8 delen dus) omvat nu m«"er dan 15.000 pagina's. Hoewel de gebeurtenissen, die in deel worden behandeld, inmiddels reeds 10 >t 15 jaar geleden zijn, heeft de com- lissie toch de meeste personen, die bij het militaire beleid na de meidagen van een rol hebbèn gespeeld, kunnen ho- Een aantal van hen, zoals de heer ■an Boeyen, die van juni 1941 tot september 1942 minister van oorlog is geweest, is overleden voordat zij gehoord konden worden; anderen zijn door oor logshandelingen om het leven gekomen. Weer anderen heeft de commissie niet kunnen horen, omdat zij permanent in andere werelddelen verblijven. Voorts blijkt steeds meer, dat bij velen de her innering aan het gebeurde vervaagt: zij kunnen de feiten niet meer op de ge wone wijze reconstrueren. Prins Bernhard Zoals algemeen bekend, is ook Z.K.H. prins Bernhard door zijn hoge militaire functies bij het militaire beleid na '40 betrokken geweest. De commissie heeft echter gemeend prins Bernhard nie getuige te moeten horen, „omdat de stitutionele verhoudingen in ons land niet gedogen, dat getuigenverklaringen var een lid van het Koninklijk Huis onder werp van openbare discussie kunnen wor den". De commissi! wil echter wel uit drukking geven aan haar gevoelen, dat het Nederlandse volk aan prins Bern hard grote dank verschuldigd is voor zijn onvermoeid medestrijden voor de bevrij ding van het Koninkrijk. Het achtste deel van het verslag der En quêtecommissie is ondertekend door de volgende Tweede-Kamerleden, die al len zitting hebben in de commissie: de heren Koersen (voorzitter), Korthals, Fokkema. Van Dis, Posthumus, Stufkens, Fens. Van Lier en door jkvr. Wttewaal van Stoetwegen. Mr. J. Algera, demissio nair minister van verkeer en waterstaat, is voor zijn ministerschap voorzitter ge weest van de subcommissie, d'ie zich in het bijzonder met de in dit deel van het verslag uitgewerkte vraagstukken heeft beziggehouden. Uitvoerige uittreksels van het verslag vindt men heden op de pagina's 5 en 7. pagnieën, tezamen twee bataljons,^ naar Batavia gebracht; onder leiding van de generaal Schilling werden deze belast met de bezetting van een gedeelte van de stad. Ondanks deze drie bataljons en de komst van geleidelijk aan de gehele 23ste Indiase divisie bleef de toestand in en om Batavia precair, omdat de openbare nuts bedrijven, de waterbronnen en krachtcen trales niet geheel onder geallieerde con trole waren. In de stad zelf was de on veiligheid groot. Van 12 tot 25 oktober zijn de Nederlandse en Engelse troepen heftig' door republikeinse strijdgroepen aangevallen. Deze bleken te zijn getraind en bewapend door de Japanners. Ver schillende ernstige incidenten hebben zich ook na 25 oktober voorgedaan, maar dank zij de Nederlandse en Engelse militairen zijn de Indonesische strijdgroepen te Ba tavia er niet in geslaagd eenzelfde toe stand te scheppen als te Soerabaja. (Zie verder pag. 5) Ook prof. De Gaay Fortman gaf het op (Van onze parlementsredactie) I kring moeten komen en eerst de brede basis trachten te redden om het vervol- De a.r. hoogleraar prof. mr. W. F. De Gaay Fortman heeft na ruim drie we-1 gens te zoeken in een smal kabinet van ken (in)formeren het bijltje er bij neergelegd. Met dit bijna lugubere nieuws j social»sten, liberalen en christelijk-histo- is de kabinetsformatie haar veertiende week ingegaan. Gistermiddag j bracht de ex-informateur op Soestdijk aan H.M. de Koningin een negatief! nu de A.R. en de K.V.P. de eindrapport uit over de mogelijkheid tot het samenstellen van een kabinet, i liever aan zich zelf schijnen 's Avonds ontving H.M. achtereenvolgens de vice-president van de Raad houden. De enige troost, die van State, dr. A. A. L. Rutgers en de voorzitters van de Eerste en Tweede "kunnen^everT is'dater tu*** Kamer mr. J. A. Jonkman en dr. L. G. Kortenhorst. Vandaag zou zij JJn gewe«t, dle^hLen "hebb^ de fractievoorzitters van de vijf grote partijen, de heren Burger, Romme,gevangen. Zijlstra, Tilanus en Oud ontvangen. j Reconstructie President Eisenhower is zijn ver kiezingscampagne begonnen met een bijeenkomst van vijfhonderd medewerkers op zijn boerderij te Gettysburg. Het was een vrolijke levenslustige Ike (1), die nuchter blijvend door zijn cola (2) met welgevallen zijn trouwe schare overzag (3). Na het weigerend antoujk>rül van de heer Van Mastrigt, waardoor v-voor de infor mateur vast kwam te staan, dat een meerderheid in de c.h.-kring overwegen de bezwaren had tegen een rechts kabi net met partijloze aanhang, heeft hij er dus kennelijk geen gat meer ingezien. Eerst heeft hij nog gesproken met de vice- president van de Raad van State, zijn partijgenoot dr Rutgers, met de a.r. frac tievoorzitter prof. Zijlstra en met het Eerste-Kamerlid prof. Beaufort, maar om tien over half drie 's middags zette hij er een punt achter en stapte in de auto naar Soestdijk. En daarmee werd de vierde fase van deze dramatische kabi netsformatie definitief afgesloten. Tevens was daarmee de mogelijkheid van de baan, dat prof. De Gaay Fortman zou be ginnen aan de samenstelling van een minderheidskabinet, dat uitsluitend zou bestaan uit katholieken en antirevolutio nairen. De kans op een dergelijk kabinet trouwens in politieke kringen vrij wel nihil geacht. Vijfde fase Het is nog niet duidelijk welke figuur i de komende fase op de voorgrond zal staan. Het is zeer goed mogelijk, dat de demissionaire minister van oorlog, ir Staf. met een informatie-opdracht zal -orden belast. Hij heeft in het laatste stadium van de informatiepoging-De Gaay Fortman een zeer belangrijke rol ge- ipeeld. Zijn uitgesproken voorkeur voor ie brede basis en zijn afkeer van »en rechts kabinet hebben in feite de houding van de C.H.U. ten aanzien Fortman bepaald. Hierbij dient te worden vermeld, dat de c.h. fractievoorzitter, de ïeer Tilanus. op zijn voor het minister schap gepolste partij generlei aandrang heeft uitgeoefend, noch in positieve noch in negatieve zin. Een onbelangrijke groep in de C.H.U. ging trouwens met het stre ven van de antirevolutionaire formateur akkoord, zij het misschieen niet van harte. Deze groep, die ook onder de c.h. Kamerleden aanhangers telde, achtte het niet verantwoord de kabinetsformatie nog langer op te houden. De opvattingen van de heer Staf hebben echter gezegevierd volgens de spelregel „wie breekt moet helen", zou hij thans aan de beurt zijn >en onderzoek in te stellen naar de mogelijkheden, die er zijn tot het samen- Stellen van een kabinet. Zo erg veel mogelijkheden zijn er ove rigens niet meer. Het moet waarschijnlijk geacht worden, dat de heer Staf zal be- innen met een poging de brede basis •eer te lijmen. Het valt niet te vcrwach- ;n, dat hij daarbij steun zal ondervinden an de K.V.P. en de A.R. tenzij - -. ia. :nzij de P.v.d.A. belangrijke eoncessies doet ten aanzien van b.v. het vraagstuk an de bezitsvorming, wel het meest con- •oversiële punt in deze kabinetsforma- e. De kans wordt voorlopig nog als erg gering beschouwd, gezien de gebeurtenis- :n in het jongste verleden. Doen K.V.P. en A.R. niet mee. dan zal Staf (of wie het dan ook moge zijn) het moeten zoeken in een kabinet steu nend op P.v.d.A., C.H. en V V D. Ook dit zal ernstige moeilijkheden met zich mee brengen, want wel hebben deze partijen een (overigens zeer krappe) meerderheid in de Kamer, maar een enigszins hechte coalitie tussen de P.v.d.A. en de liberalen behoort bepaald niet tot de waarschijn lijkheden. De V.V.D. sympatiseert. met name op economisch gebied, met denk beelden. die lijnrecht staan tegenover die van de P.v.d.A. Het is duidelijk, dat b.v iedere poging van een principieel liberale bewindsman om vrijheid te brenge: het economisch leven en ruimte te sc pen voor het particulier initiatief. ;rzet zal stuiten van socialistische col lega's-ministers. Wanneer de P.v.d.A. nu I Velen spelen reeds met de gedachte var met de „reactionaire" liberalen in zee reconstructie van het oude kabinet. Af ging. zou ze bovendien niet meer het recht hebben de K.V.P. voor „conserva tief" uit te maken. Verder is de C.H. een regerings-partner, waarvan men eigenlijk alleen weet, dat ze voorstander is van de brede basis en met betrekking tot de (noodgedwongen) smalle basis niet kan bogen op eensgezindheid in eigen Burger informateur? De anti-revolutionairen zouden wel eens kunnen adviseren de voorzitter van dc socialistische Tweede-Kamerfractie, mr. Eurger, met een informatieopdracht te belasten. De heer Staf is voor de anti's een .minder aantrekkelijke figuur gewor den, omdat zijn recente bemoeienissen met de formatie hebben geleid tot het heengaan van de antirevolutionaire De Gaay Fortman als informateur. De wiizé waarop dit gebeurd is zou in a.r. kring zoveel kwaad bloed hebben gezet, dpt men daar nog liever de leider van de grootste partij (die verantwoordelijk is voor het mislukken van de brede-basis- poging-De Gaay Fortman) als informateur ziet optreden. De P.v.d.A. zelf zou meèr heil zien in een opdracht aan ir. Staf. De K.V.P1. zou geen uitgesproken voorkeur hebben. Hèt maakt overigens weinig uit welke „bre- nu tot „heler" gepromoveerd zal den. Hij zal dus hoogstwaarschijnlijk christelijk-historische of socialistische' gezien van het feit. dat dit wel een ern stige psychologische nederlaag zou bete kenen voor het parlementaire stelsel, dient er toch op gewezen te worden, dat bij reconstructie dezelfde meningsver schillen omtrent program en zetelverde ling een rol zullen gaan spelen als die waarop de achter ons liggende formatie- en informatiepogingen zijn gestrand. Re constructie of weigering van het ontslag mogen dan ook alleen als uiterste red middelen worden beschouwd. Al met al zit Den Haag volkomen „in de mist". De toestand is nog nooit zo somber geweest. Hedenmiddag is de K.V.P.-Tweede-Kamerfractie bijeengeko men om zich over de ontstane situatie te beraden. De heer De Gaay Fortman heeft van morgen eén afsluitend bezoek gebracht aan de demissionaire minister-president dr. W. Drees. Mr. Wendelaar verlaat de Eerste Kamer Het eerste-Kamerlid mr. W. C. Wen delaar (VVD) heeft medegedeeld dat hij bij dè verkiezing van de nieuwe Eerste Kamer geen eventuele herbenoeming zal aanvaarden. Hij is sinds 25 augustus 1948 lid van de Kamer. Makarios niet voor gerecht „Het is onmogelijk op dit ogenblik zelfbeschikkingsrecht aan Cyprus te geven, heeft de Britse minister van koloniën, Alan Lepnox-Boyd, gisteren in het Lagerhuis verklaard. De ernstige crisis rond het Suezkanaal maakt het absoluut noodzakelijk, dat Engeland zijn soevereiniteit over Cyprus handhaaft wil het zijn verantwoordelijkheid blijven dragen. De vraag stukken, waarmede wij thans te Suez en elders te maken hebben gaan ver uit boven onze rechten en verplichtingen als N.A.V.O.-lid", aldus de minister. Hij gaf een uiteenzetting over de b^sis, 'aarop lord Radcliffe een onwerp-grond- Cyprus samenstelt Deze is, dqt regering en haar gouverneur «ordelijkheid behouden voor het handhaven van de binnenlandse vei ligheid op Cyprus en voor de buitenland se betrekkingen en de landsverdediging van het eiland. De afkondiging van de grondwet, aldus Lennox-Boyd. kan door het optreden van de verzetslieden vertraagd worden. Aartsbisschop Makarios zal niet voor het gerecht gedaagd worden, daar het bestuur van Cyprus tot de conclusie is gekomen, dat dit niet in het openbaar be- Dit is van regeringszijde in het Lager huis medegedeeld, nadat Lennox-Boyd eerst verklaard had, dat uit het onderzoek der dagboeken van kolonel Grivas stotelijk was komen vast te staan, dat Ma karios en Grivas politieke moord hebben gebruikt om de gemoederen op Cyprus in politieke beroering te brengen en in de hoop. daarmede het Britse bestuur onder druk te zetten. De minister besloot: „Ik meen. dat uit kritisch lezen van de docu menten na publicatie zal blijken welk aandeej de regering en burgers van Grie kenland hebben gehad bij het uitoefenen van terreur'op het eiland, dat juridisch deèl uitmaakt van het grondgebied van de Britse bondgenoot. Ik ben er zeker van. dat dit het beschamendste feit is uit de betrekkingen tussen geallieerden, dat de moderne tijd kent". Labour trachtte door een motie, waar in de wens werd uitgesproken de drie daagse vergadering van het parlement voort te zetten, te protesteren tegen de houding van de regering, doch deze motie werd met 308 tegen 243 stemmen verwor pen, waarna het Lagerhuis tot 23 oktober opnieuw op reces ging. Makarios opgenomen in ziekenhuis Aartsbisschop Makarios. die door de Engelsen naar de Seychellen is verbannen op beschuldiging van samenwerking met de verzetsbeweging op Cyprus, (s te Mahe in een ziekenhuis opgenomen wegens een „lichte maagstoornis". Hij zal, naar verluidt, daar twee of drie dagen blijven. Met boeketjes bloemen werden de soldaten van het nieuwe W.- duitse leger (wat zien ze er an ders uit dan vroeger!) in Nie- derlahnstein ontvangen, toen ze naar de kazernes trokken. Maar terzelfdertijd confereert bondskanselier Adenauer met zijn militaire adviseurs over middelen, die een einde moeten maken aan de aanvallen van burgers op de soldaten, die me nigmaal door troepen jongelui worden uitgescholden, in het nauw gedreven èn afgeranseld. Vele café's hebben een bordje voor het raam: Militairen niet gewenst. Najaarsbeurs 1956 Standhouders zijn zeer tevreden Uit een onder de' jaarbeursstandhouders ingestelde enquête is gebleken, dat de handel in vrijwel alle geledingen geduren de de eerste helft van de beurs een le vendige kooplust heeft getoond. Ambtenaren -salarissen 't blijft 1 september Minister Van Oyen heeft in antwoord op vragen van het Tweede-Kamerlid J. F. Reuter (comm.) medegedeeld dat de ministerraad heeft besloten geen veran dering te brengen in de datum van in gang der 6'/« verhoging voor de ambte- Het salaris over 1956, zelfs zonder re kening te houden met de winstuikering over 1955, die in 1956 geschiedde, is door de twee procent verhoging van de va kantietoeslag nog altijd hoger dan dat over 1955, meent de minister. (Advertentie) 58936 is het nummer van onze postrekening Als u daarop vóór 1 okt. het abonne mentsgeld voor het 4e kwartaal 1956 ƒ7.— overschrijft, dan voorkomt u dat er bij u een kwitantie wordt aan geboden en het is gemakkelijk voor onze administratie. qp het strookje wordt vermeld? De betaling kan ook geschieden aan ons loket: Steenstraat 37. Bij voorbaat vriendelijk dank voor uw medewerking. DE ADMINISTRATIE HET WEER IN EUROPA e Stockholm Oslo onbew. onbew. WNW 7 W 1 16 0.1 17 0 Aberdeen Londen zw. bew. zw. bew licht bew. windstil ONO 4 NO 2 15 0 21 0 Luxemburg Parijs Bordeaux Grenoble Jérlijn Frankfort Vfunchen Züricb Genêve onbew. onbew. onbew. licht bew. NNO 2 windstil windstil NW 3 N 5 windstil windstil windstil 19 0 23 0 25 0 30 0 16 0 18 0 16 0 18 0 21 0 Aiaccio Mallorca r onbew. windstil NO ONO 3 windstil 17 0 21 0 31 0 25 0 34 0 WEERBERICHT Schraal weer Tot morgenavond verwacht De Bilt: Droog en overwegend zon nig weer. Matige of krach tige oostelijke wind en de zelfde temperaturen als van daag of iets hogere. (Opge maakt te 11.15 uur). ZON EN MAAN Zondag: zon 6.18-18.55; maan 17.06-2.22. Maandag: zon 6.20-18.52; maan 17.27-3.28. Op 20 september V.M.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1956 | | pagina 1