I Het student-zijn geeft vooral ook verplichtingen Leiden roept Prinses Beatrix een hartelijk welkom toe Prinses Beatrix woonde eerste- j aarsdag bij NIEUWE LEIDSCHE COURANT DINSDAG 4 SEPTEMBER iyoo Prof. dr. A. E. van Arkel in Pieterskerk Onvoldoende gefundeerde kennis is misschien volksvijand nummer 1 jl/J"ET DE DIESVIERING en de rectoraatsoverdracht is de ltj. een der hoogtepunten van het Leidse universitaire leven. Op die dag namelijk spreekt de rector magnificus namens de universiteit de aan staande eerstejaarsstudenten toe in de Pieterskerk, welke rede beschouwd mag worden niet alleen als een welkom namens de Senaat, doch tevens als een spiegel, die de dames en heren wordt voorgehouden om daarin duidelijk waar te nemen, dat zij niet zomaar student gaan worden, maar. bovenal L e i d s student. Een bevordering tot adeldom die grote verplich tingen met zich brengt. Volgens deze traditie dan sprak hedenmorgen de huidige rector magnificus, prof. dr. A. E. van Arkel, de aanstaande stu denten toe. Professor Van Arkel begon zijn rede met de jonge generatie van studenten te vergelijken met de bibit, de jonge rijst- plant, die wordt uitgezet en, naar ge hoopt mag worden, na enige weken vol doende wortel geschoten zal hebben om verder tot een rijke oogst uit te groeien. „Wij zullen," aldus spr. „trachten de bo dem voor u zo goed mogelijk voor te be reiden en de .omstandigheden van uw groei zo gunstig mogelijk te maken. Doch waartoe die groei leiden kan, ligt niet geheel in onze hand. Wij kunnen hi< alleen met vertrouwen hopen". Toch gaat zoals bij iedere vergelij king de parallel met de bibit nie heel op. De student kan zijn groeiproces zelf beïnvloeden. Het ligt voor een aan hemzelf, of hij van zijn Leidse tijd maakt, voorzover zijn capaciteiten en leg het mogelijk doen zijn. wat er v: maken valt. Hij dient te beseffen hoe bevoorrecht hij is boven het overgrote merendeel van zijn leeftijdgenoten. Een bevoorrechting, die hij niet aan zichzelf te danken heeft. Verruiming Daarom geeft het student zijn vooral ook verplichtingen. Méér nog dan rech ten. Dit inzicht is er niet altijd geweest. Gelukkig zijn de symptomen van de ge- dachtengang dat de student als zodanig belangrijker is dan een ander een overblijfsel uit een geheel anders ge oriënteerd verleden in velerlei opzich ten verdwenen, doch in zekere mate leven zij toch nog voort in de studentenmaat schappij, zij het ook dat vooral na de laatste oorlog het beginsel der maatschap pelijke verantwoordelijkheid meer accent heeft gekregen. De verruiming van het terrein, waaruit thans de academici worden gerecruteerd een verruiming, die tot verheuging stemt heeft tot gevolg gehad, dat de overgrote meerderheid der studenten niet meer stamt uit de zogenaamde gestu deerde kringen, d.w.z. uit gezinnen, waar studeren een soort van familietraditie ge worden is. Velen van iedere aankomen de studentengeneratie zijn de eersten, die. In hun kring, de stap naar de universi teit hebben gedaan. Deze stap brengt voor deze jongelui vaak grote moeilijkheden In elk geval groter dan voor hen. die uit een academisch milieu komen. Het is daarom de taak van de universitaire ge meenschap, de aanpassing zo goed en gemakkelijk mogelijk te maken. De we reld van vandaag heeft dringend behoefte aan bekwame, welonderlegde maar ook evenwichtige mensen, aangepast aan het milieu, waarin zij zullen verkeren. Ter illustratie van de mentaliteit, die vroeger de boventoon voerde ten opzichte van standen onder studenten, las prof Van Arkel een citaat voor. ontleend aan het Geschiedboek der Universiteit, uit gegeven door het Leidsch Studentencorps Volgens een der auteurs, Frenkel. ver scheen anoniem in 1839 een ingezon den stuk in het Handelsblad, waarin in zender naar aanleiding van onbehoorlijk gedrag van studenten schrijft „dat het gehalte der studenten terugloopt, nu nie! meer alleen de zonen van Hoogwelgebo- renen en aanzienlijken, maar ook bur gerzonen, die grover, ruwer en physiek sterker zijn, de universiteit bezoeken. De betere opvoeding van de zonen der aan zienlijken belet hen de voorbeelden in of de toonbeelden van beestachtigheid en ontucht te zijn". Milieu Prof. Van Arkel wees erop, dat het universitaire milieu in de eerste plaats j «Minstrels" van Claude Debussy (K.R.O. 19.10 uur) „Minstrels" vormt het laatste deel uit de eerste bundel Préludes voor piano van de Franse componist Claude DebussyHet -I werk is dus geheel voor piano gedacht. jj doch van verschillende Préludes van De- J biLssy zijn bewerkingen voor viool en pia no gemaakto.m. van „La fille aux che- veux de lin". Debussy schreef twee bun- r| dels Préludes voor piano en hij noemde ,i deze tere klankstukken muziek om onder vier ogen te spelen". Het zijn bundels met schone of bijzondere visioenen en dichter- -j lifke stemmingen, waarb" humor of spot niet altijd is buitengesloten. Onder aan I iedere Prélude schreef Debussy tussen haakjes een soort titel, zoals b.v. „Dan- seuses de Delphes" (Danseressen van Delphi„Les sons et les parfums tournent dans l'air du soir" (Klanken en geuren wentelen in de avondlucht), „La cathè- drale engloutie" (De verzonken kathe- 5 *draai), enz. Het laatste deel uit de eerste i bundel heet nu „Minstrels" (Menestrelen). r In de music-hall van een Engelse bad- j plaats maakte Debussy eens twee zingen de en dansende negers mee en dit moet hem hebben geïnspireerd tot deze pré- 1 lude, een dans in het voor die tijd nieuwe neger-ritme. De sprookjeswereld uit de andere Préludes verliet Debussy in dit werkje om er plaats te maken voor een meer uitgelaten stemming van voor hun bestaan dwaas-doende negers. Er is dan ook een ironische en droeve ondertoon in „Minstrels" te horen, een verschaduwde herinnering aan de schamelheid van de mens, de tragiek van de clown. De uit voering vanavond geschiedt in een viool bewerking met Alfredo Campoli (viool) en Eric Gritton (piano). niet een (door misleidende benamingen vaak verondersteld) schoolmilieu is universiteit is in de eerste plaats centrum van wetenschapsbeoefening. De student is derhalve ook geen scholier. Hij dient zich niet passief vol kennis te laten stoppen, maar moet in de eerste plaats leren een kritisch oordeel te ontwikkelen, te ordenen en te schiften. Dat omvat heel wat meer dan het aankweken van vak Spr. onderscheidde in dit verband vijf belangrijke terreinen voor de student: het verwerven van kennis en vaardigheid op vakgebied, het eigen maken van wetenschappelijke methoden en denkwijzen, het verwer ven van belangstelling en algemeen begrip buiten het directe eigen vak gebied, de ontwikkeling tot een so ciaal voelend wezen, met begrip voor wat de toekomstige maatschappelijke positie vereist, en ten slotte een alge meen geestelijke ontwikkeling, die in staat stelt een oordeel te vormen over dingen, die niet direct tot het terrein van de aardse samenleving behoren. Voorzichtigheid in een persoonlijk ooi deel is een van de waardevolle vruchten van een op deze basis ontwikkelde ge- dachtengang. Wij zouden heel wat vooi de mensheid bereikt hebben, indien al gemene, nimmer bewezen en alleen op gemeenplaatsen berustende uitspraken als „de oosterling is zus of zo" of „de neg< behoort tot een minder begaafd ras" mii der dikwijls zouden worden gehoord, zoi der op hun waarheidsgehalte te zijn or derzocht. In de geweldige crisis, die de mensheid doormaakt, is misschien onvoldoende ge fundeerde kennis (van de pseudo-weten- schap) volksvijand nummer 1. Oordeel In dit verband uitte prof. Van Arkel als zijn persoonlijke mening, dat het voornaamste doel van de wetenschappe lijke vorming is, dat de mens leert be seffen wanneer hij gerechtigd is, een deel uit te spreken. De wereld zou heel wat stiller worden, als wij hiernaar leef den. Maar zij zou er beslist niet minder ,op worden. Een enge, gespecialiseerde vakstudie zal ons nooit zover brengen, dat wij tot een juist oordeel in staat zijn. De univer siteit tracht aan de eis van ontwikke ling buiten eigen vakgebied tegemoet te komen door het Studium Generale, waar in methodiek en doelstellingen van de wetenschappen in het algemeen toegan kelijk worden gemaakt en de breedte van de menselijke, geestelijke en technische activiteit wordt getoond. Daarnaast is het voor de student nodig, de gezond heid van het lichaam te ontwikkelen en beschermen, gedachtig aan de oude spreuk dat een gezonde geest zich slechts sn gezond lichaam kan nestelen (op welke algemeenheid in academische zin geen generaliserend stempel zonder moge lijkheid tot uitzonderingen mag worden gedrukt). t streven naar vervolmaking van eigen persoonlijkheid mag evenwel geen doel zijn in zichzelf. Het mag slechts doel zijn als onderdeel van het streven de ge meenschap te veredelen. Zó gezien is de vorming tot sociaal mens even belang rijk voor de universitaire gemeenschap en de wetenschappelijke vorming in de ruimste betekenis. JVat die sociale vor ming betreft, is de student in hoofdzaak aangewezen op zijn medestudent, die met tertijd het sociale milieu met hem delen zal. Uit deze gedachtengang is de Leidse Civitas geboren. Spr. raadde de aankomende studenten in, zich niet te verzetten tegen een aan passing in het studentenmilieu, dat deze sociale vorming grotendeels in de hand heeft. De in Leiden bestaande studenten verenigingen, die het vormingsmilieu zijn, dit algemeen-maatschappelijk opzicht, nen dat deze aanpassing snel en gron- moet zijn, zij het dan ook wat (gees telijk) hardhandig. De groentijd en het novitiaat zijn gebaseerd op radicale over planting van de bibit, dus met schoon wassing van hun wortelgestel. Dat groentijd en novitiaat zonder fou ten zijn, of niet voor verbetering in aan merking zouden komen, zo spr. niet dur ven beweren, maar het grootste deel van de „slachtoffers" zal daarin achteraf veel waardevols zien. Op de weg naar een verdere aan passing is echter deze aanpassing aan de studentensamenleving slechts een eerste stap: aan de eisen en noden van de Nederlandse samenleving, aan de Europese gemeenschap, en even zeer aan de wereldgemeenschap en de menselijke samenleving. De mens leeft in de tegenwoordige tjjd niet meer als onderdeel van een groep, maar als element van het mensdom. In deze tijd is bovendien een oplos sing van conflicten door het laten gelden van het recht van de sterkste niet doenlijk meer. Conflicten, die tot de ondergang van het mensdom zou den kunnen voeren, kunnen alleen vermeden worden door ons volledig te stellen op het standpunt van de dienende naastenliefde, zoals die ons door verschillende godsdiensten ge predikt wordt. Gebod. De erkenning dat onze levenshouding bepaald moet worden door ernst te ma ken met het gebod der naastenliefde ir de ruimste zin, berust op zeer verschil lende overtuigingen. Zij berust voor som migen op een welhaast wetenschappelijke redenering, voor anderen weer op een onbewijsbare metaphysische basis, voor nog weer een andere groep is zij uit vloeisel van een religieuze overtuiging. De ontwikkeling tot volledig mens, die door de universiteit als einddoel wordt gezien, is derhalve nog niet compleet, wanneer zij slechts als elementen bevat het verkrijgen van praktische kennis en de ontwikkeling van wetenschappelijke, ^sociale en morele kwaliteiten: daartoe is "ook de bezinning, zelfs een overkoepelen de bezinning op religieus niveau, nood zakelijk. Ook daartoe biedt de Leidse stud^itengemeenschap ten volle de gele genheid, in organisaties, die in de Chris ten-Studenten-Raad samenwerken. Prof. Van Arkel zei voorts, hoewel zelf niet behorend tot een confessionele groe pering, volledig de waarde te onderken nen van niet alleen de studentengezellig- heidsverenigingen op „neutrale" basis, doch ook die iwelke een bepaalde con fessie tot grondslag hebben. „Ik weet." aldus spr.. „dat speciaal in Leiden lid zijn van een confessionele vereniging niet be tekent zich in een enge groep afzonde ren. Zoals namelijk in Leiden de un sitaire gemeenschap georganiseerd de zogenamde Civitas Academica, staan de verschillende verenigingen niet als af gesloten groepen naast elkaar. Lid wor den van een confessionele vereniging ver hindert niemand óók lid van het L.S.C of de V.V.S.L. te worden. Het is een ver heugend verschijnsel, dat de confessionele verenigingen een zo hechte gemeenschap pelijke basis hebben kunnen vinden, dal bij universitaire plechtigheden de C.S.R als vertegenwoordiger van alle christe lijke studenten kan optreden en bij komende gelegenheden van een algemeen christelijk standpunt kan getuigen. Basis De openbare universiteit is niet ge grondvest op enige godsdienstige, filo sofische of ideologische basis. Alle op vattingen" ~en" overtuigingen kunnen hiei tot gelding komen, en het is dus vrijwel onmogelijk om een grondslag vooi universiteit te vinden. Wèl heeft zij haar lijfspreuk „Praesidium Libertatis", Bol werk der Vrijheid. Onder de bedreiging der tirannie, eerst bij haar stichting, latei onder de Duitse bezetting was die „liber- tas" de vrijheid van overtuiging, en vrij heid van het woord. Maar wannee vrijheid van het woord en de vrijheid van overtuiging verzekerd zijn, krijgt hei begrip een ruimere betekenis. Dan i niet langer de vrijheid van de universi teit, als tegenstelling tot gekneveld zijn. het gaat dan betekenen: de vrijheid ieder mens, het recht van ieder men een evenredig deel van alles wat mensdom toevalt. De lijfspreuk wordt dan de erkenning van de rechten va mens; en daar wij de rechten van de i alleen kunnen respecteren, als wij afzien van alle agressiviteit, iedere onderdruk king van medemensen en alle hebzucht, die ons ertoe brengt voor onszelf groter aandeel te veroveren, komt ten slotte het „Praesidium Libertatis" dicht bij het gebod der dienende r tenliefde, hetzij dan niet gegroeid uit reli gieuze. maar eerder uit humanistische overtuiging." De rector magnificus ein digde zijn rede met deze woorden: „Ik heb u heden waarlijk genoeg pro blemen voorgelegd; ik vrees zelfs veel meer dan u ooit zult kunnen oplossen. Wij zullen allen telkens weer falen, als wij trachten ons leven volgens een ideaal in te richten. Maar ondanks dit voortdu rende falen kunnen wij dit ideaal niet missen; wij kunnen het, individueel noch gezamenlijk, zonder een Utopia stellen. Ik eindig met de wens, dat het aan ieder u gegeven moge zijn reeds in de tijd, u in Leiden zult doorbrengen, een stukje, zij het ook nog zo klein, van uw Utapia te kunnenn realiseren". AGENDA VOOR LEIDEN Gymnastiekzaal Noordeinde 40, 8 uur: Vereniging voor Chr. Onderwijs, instal latie J. Willemsen, afscheid A. F. Zeelen (hoofd u.l.o.-school Noordeinde 3). Voorschoten, Chr. Belangen. 8 uur: jubileumavond mej. G. Jansen, 25 jaar onderwijzeres aan de Herv. school. Woensdag Carillon stadhuis, 121 uur: Nederland, se volksliederen (gouden jubileum Ver eniging voor de Volkszang). Chr. militair tehuis (Breestraat 19), 8 uur: wedstrijden om damkampioenschap pen van Leiden. Pieterskerk, half 8: Avondstilte. De Genestetstraat, 8 uur: laatste open- iuehtsamenkomst, uitgaande van de con tactcommissie voor evangelisatie. Recreatiezaal H.C.W. (Zoeterwoudse- weg 1), 8 uur: Leidse aquariumvereniging, aquaforum. Rehoboth, 8 uur: C.B.P.B.. ds. G. van Duinen te Wassenaar over: Ons Christe lijk levensperspectief. Burcht. 8 uur: Alg. Ned. Invalidenfoond (tien jaar afdeling Leiden), feestavond ,.Jong en Jolig". Tentoonstellingen Rijksmuseum voor volkenkunde. 105 uur: „Van klei tot pqt" (tot 1 oktober). Burcht (tot zonsondergang), open luchttentoonstelling hedendaagse beeld houwkunst (tot 9 september). Prentenkabinet (Kloksteeg 25), 26 uur: „Tekeningen door Rembrandt' (t.m. 15 septemberi. Boerhaavezalenwerken van Miep de Leeuwe, Jos Mertens en Dick Loef. Nachtdienst apotheken Apotheek Herdmgh en Blanken. Hoge- woerd 171, tel. 20502, apotheek Reijsi Steenstraat 35. tel. 20136. en apotheek Oegstgeesf, Wilhehninapark 8, tel. 26274. Wandeltocht in Leiden De ontwikkelings- en ontspanningsver eniging „De stalen Band" houdt in samenwerking met de wandelgroep van het Veteranenlegioen Nederland afde ling Leiden een wandeltocht op woensdag 5 september. Er is gelegenheid, zich aan de start nog te laten inschrijven. Ge start wordt tussen 6 en 7 uur van Oud- Hortuszicht aan de Witte Singel. De af standen zijn 10, 12% en 15 kilometer. Bevordering Dr. L. van der Hammen is met ingang van 1 januari 1956 bevorderd tot weten schappelijk ambtenaar eerste klasse in vaste dienst bij hel rijksmuseum van na tuurlijke historie te Leiden. Dr Van der Hammen was voordien wetenschappelijk ambtenaar bij genoemde instelling. Prinses Beatrii vergezeld van haar particuliere secretaresse, mej. mr. M. Meurs, op weg naar de Pieters kerk. Op de achtergrond de academie. „Een studente als alle andere studenten" Laten we ons het grote voorrecht waardig tonen van Oranje-Nassau is sinds gisteren, toen zij haar intrek nam in pand Rapenburg 45, alwaar zij gedurende haar studiejaren aan de Rijksuniver siteit zal wonen, ingezetene van Leiden geworden. Een feit, dat Leiden en de Leidenaars als een voorrecht beschouwen, niet alleen om het feit zelf, doch daarbij omdat hierin gezien wordt de voortzetting van een .oude traditie. Want vele leden van ons Vorstenhuis hebben in de loop der eeuwen zich als student laten inschrijven aan deze Hogeschool, die de oudste en roemruchtigste van ons land is, en welker stichting in één naam genoemd dient te worden met die ene grote Oranje, de Vader des Vader lands, die immers de Universiteit in het leven riep en haar schonk aan de stad, het land en het volk. Een voorrecht, dat Leiden zich waardig dient te tonen, door een diep besef van de plichten, die aan dit voorrecht ver bonden zijn. Met opzet hebben wij in de aanhef van dit artikel gesproken van „Hare Konink lijke Hoogheid Prinses Beatrix". Want bij de intrede van de oudste dochter var Vorstenpaar in onze stad zouden wij de burgerij willen toeroepen: „Ziehier Uw Prinses. Ziehier onze Kroonprinses! Zie haar aan, en besef, dat zij voortaan ns midden wil leven. Voor jaren. Maar vergeet één ding niet: van heden nadat wij haar alleen een welkom hebben toegeroepen, dienen wij tevens te •ergeten dat zij er is, en te bedenken dat Goed bezette Pieterskerk DE PLECHTIGE BIJEENKOMST in de Pieterskerk werd geopend met een begroetingswoord van de praeses van de Leidse studentenfacul teiten, T. H. Steeman, die de aankomende studenten erop wees, dat de Universiteit hun komst met verwachtingen, gepaard met vertrouwen, tegemoet ziet. Zij komen niet studeren aan zomaar een willekeurige uni versiteit. maar aan de Leidse, die zozeer haar eigen stijl en karakter heeft. Daarom moet de student in Leiden be reid zijn om te denken volgens die stijl, •olgens de idealen van de universiteit. En hierbij doelde spr. in de eerste plaats op de Civitasgedachte. waarbij de bewuste wil tot gemeenschap, tot één willen zijn. de leidraad dient te zijn. De eerstejaarsdag is dan ook een der exponenten van deze ge dachte. want op deze dag wordt de aanko mende student opgenomen in de eenheid de universiteit. Van alle kanten za. de •ersiteit hem hiertoe willen opwekken. Allereerst is daar de welkomstrede van de rector magnificus, en 's middags de gele genheid. die hij in de senaatskamer biedt edere eerstejaars., om persoonlijk met hem en de secretaris van de Senaat kennis maken. Verder zijn er de lunch en de thee. waar volop gelegenheid zal zijn met elkaar in contact te komen. Op deze eerste jaarsdag eidt de universiteit op alle mo gelijke manieren haar armen uit. om er de aankomende studenten in te sluiten. Voorts rus op de eerstejaars de taak niet alleen een waardig Leids student, maar te vens een goed Leids burger te worden. Volgens Leidse mos zijn de noviet en de groen niet waardig om op hét feest van de academiestad, het 3 oktoberfeest, zich zelf te beschouwen als volwaardige bur gers. Daarom wordt hen aangeraden op die dag de stad te verlaten en hun vertier elders te zoeken. „Het zal tijd en moeite kosten." aldus spr. ..om een goed student en een waarig burger van de stad te wor den. doch- bezield van de idealen- die de leidse uiversiteit koestert- zullen wij ook uw komst met vreugde kunnen begroeten cn uw toekomst me: goede verwachtingen mogen tegemoet zien." te Bandoeng gesticht 88 met hulp van de V i de N.V. Denis. aan het Rapenburg alleen maar een dente in de sociologie woont, wier tewens het is, te zijn als alle andere stu denten van de Leidse Universiteit." NIET HINDERLIJK VOLGEN Of men al of niet het voorrecht heeft genoten student(e) te zijn geweest, ieder kan zich indenken dat studenten jaren behoren tot de mooiste en on getelijkste van een mensenleven. En zou Prinses Beatrix deze schone tijd gunnen? Wie zou de vreugd ervan len vergallen, door hoewel vaak goed bedoeld haar op alle mogelijke ma nieren te hinderen en de vrijheid die ze ker voor de student het hoogste goed is, gedeeltelijk te ontnemen? Wij allen zullen haar in de komende jaren dikwijls zien. Nu eens als zij college gaat, dan weer als zij winkelt of met vriendinnen wandelt. Ook is het niet itgesloten, dat wij haar zullen opmer ken, als zij, als lid van een subvereniging de Vereniging van Vrouwelijke Stu denten te Leiden, deelneemt aan één of eer takken van sport. Welnu, het is de hartelijke wens van prinses Beatrix, dut zij zich on opvallend in en om onze stad kan be wegen. Dat wil niet zeggen, dut de Leidse burgers haar niet zouden moe ten groeten; integendeel, doch de be doeling is dat onder geen voorwaar de van een hinderlijke belat\gstelling, bijvoorbeeld door volgen, wordt blijk gegeven. Het is algemeen bekend dat onze Kroonprinses, bij gelegenheid van de af sluiting van haar studie aan het Baarns lyceum, van haar ouders een donker- ïe Fiat 1400 heeft gekeergen, genum merd AA 99. De Leidse burgerij zal deze meer dan eens ergens zien staan, et zou blijk geven van weinig goede am aan de wensen van de prinses tegemoet te komen, wanneer men bij de giqg postvatten om de eigenares straks te kunnen zien. ALS IEDER ANDER De Leidse jaren, die thans komen gaan, zullen voor Prinses Beatrix jaren van een ■n vrij studentenleven zijn, maar te- van hard werken. Zoals bekend, zal zij zich voornamelijk wijden aan de sti die, die reeds lang haar bijzondere bi langstelling heeft: de sociologie, gecom bineerd met de rechtenstudie. Haar zal wellicht de tijd ontbreken haar bglang- stelling ook nog te doen uitgaan naar bij vakken, want het ligt in haar bedoeling zich ook in haar studententijd niet aar haar representatieve plichten als Kroon prinses te onttrekken Plichten, waaraar zij zich, voornamelijk in haar laatste stu diejaar en de examentijd aan het lyceum noodgedwongen moest onttrekken. Als iedere andere student komt prinses Beatrix geheel onvoorbereid het studentenleven en de universitai re wereld binnenstappen. Zij weet helemaal niet wat haar tijdens het novitiaat wacht. (Het novitiaat is enigszins te vergelijken met de groen, tijd der mannelijke studenten, maar uiteraard minder „grondig). Maar zij wil zich geheel en al aan passen aan de mores van deze ko mende weken, die zullen worden af gesloten met haar inauguratie als lid van de Vereniging van Vrouwelijke Studenten te Leiden (V.V.S.L.). Zullen wij haar mettertijd zien als lid van de meisjesstudenten-roeivereniging „De Vliet"? Of als amazone van de uni versitaire manege? Wij weten het niet Zijzelf weet het vermoedelijk ook niet. Wellicht zal zij willen aanzien of zij er de tijd en de lust voor heeft. En dit geldl voor alle andere facetten van het stu dentenleven. En wat betreft haar onvoorbereid zijn ten opzichte van de universiteit: wellicht heeft zij een paar hoogleraren een enkele maal ontmoet, maar deze ontmoeting dan zo vluchtig geweest zijn, dat van kendheid m?t haar toekomstige docenten geen sprake kan zijn. Ook hierin zal zij dus zijn als ieder ander student. OOK ANDERE PLICHTEN Toch zal zij zich deze eerste dagen niet geheel dóór „vreemden" omringd zien. Haar vier eindexamenvriendinnen zullen eveneens aan de Leidse Universiteit gaan studeren, onder wie haar boezemvriendin •j Rénép Röell. die zich zal laten in schrijven als studente in de psychologie Hoelang de studie van Prinses Beatrix te Leiden zal duren, weten wij niet. Ook hieromtrent zal zijzelf geen oordeel heb ben. dunkt ons. De studie in de sociolo gie is een zware en uitgebreide studie, waarbij nog komt dat de prinses, zoals gezegd, tevens de rechtenstudie zal vol- en haar representatieve plichten niet wenst te verwaarlozen. Hoe het ook zij. gedurende lange tijd zal onze Kroonprinses wonen aan hei schilderachtige Rapenburg. Zij. met haar kunstzin en gevoel voor het schone, zal zich moeilijk een schoner en beter plekje ize stad kunnen wensen dan aan deze oude gracht met zijn voorname, bejaarde behuizingen, waar de zon door het lover der olmen lichtplekken op het donkere r werpt of bij sombere najaarsavon den in gele schijn de lantaarns moei- lam hun lichtkegels door de mist boren Precies tegenover haar huis had eens haar roemruchte voorvader Prins Mau- inzending de ontwikkeling van de Lucht- rits zijn domicilie, als hij in Leiden ver- I vaart. toefde. Thans Is er het Rijksmuseum van Oudheden ondergebracht.. Vele andere leden van haar voorgeslacht zijn langs de wallekant van het Rapenburg naar de Hogeschool gegaan, en het is nog niet eens zo heel lang geleden dat haar Ko ninklijke Moeder vel© malen als studente de smeedijzeren poort van het academie gebouw binnenging. Leiden roept .prinses Beatrix een hartelijk welkom toe. Het zal zijn best doen om mede te werken om haar verblijf binnen zijn muren tot een goede, schone en on vergetelijke tijd te maken. Die Lustige Witwe Hoofdstad Operette in Schouwburg De Hoofdstad Operette, de voortzetting van de Fritz Hirsch Operette, onder directie van Meijer Hamel. Otto Aurich en Fritz Steiner. heeft een nieuw werk op haar repertoire genomen: Die lustige Witwe. waarvan op maandag 10 septem ber te Leiden in de Stadsschouwburg een voorstelling zal worden gegeven. De lan delijke première is in het begin van deze maand te Hilversum gegeven. Die lustige Witwe is een klassieke operette, van de vermaLardste uit de gehele operettege schiedenis. Zij werd geschreven door Victor Leon en Leo Stein, die een char mante, bijzonder aantrekkelijke geschie denis vorm gaven, maar zij veroverde uiteraard de wereld vooral door haar muziek, die door Franz Lehar werd ge componeerd. Het werk, spelend in adel lijke kringen te Parijs hetgeen het ensemble naar zijn traditie van de laat ste Jaren de gelegenheid zal bipdon tot een Schitterende enscenering en kostu mering geeft een verhaal vol verwik kelingen, waarvan een mooie weduwe, die miljoenen bezit, een vlotte gezant schapssecretaris, een bejaarde gezant, diens jeugdige echtgenote, een Franse edelman, een zonderlinge gezantschaps bode en nog enige anderen de voornaam ste figuren zijn. In de hoofdrollen van dit werk, dat precies een halve eeuw geleden zijn wereldpremière beleefde, treden op: Fritz Steiner, Otto Aurich, Leo Cordes- Dermota (eerste tenor van de Wiener Volksoperette, die nu als gast bij de Hoofdstad Operette zingt). Mizzi van der Lans, Jan Handerson, Herman Vals- ner, Rosy Parrish en Walter Fein. Voorts werken mede: Henk Lakeman. Peter Nieuwenhuizen, Ad Heerings en vele anderen. De muzikale leiding berust bij Wilhelm Rettich, die sinds kort aan het ensemble van da Hoofdstad Operette is verbonden. Otto Aurich heeft de regie. Tom Manders ontwierp wederom de décors. De voorstelling in de Stads schouwburg begint om acht uur. Postzegel ten toonstelling Op de te Vlaardingen gehouden Na tionale Filatelistische tentoonstelling .Shellpost", behaalden de inzenders van de Leidse Vereniging voor Postzegelver zamelaars allen een bekroning. Het zijn de heren J. A. D. Krajenbrink, grote bronzen medaille met zijn inzen ding gespecialiseerde collectie rolzegels Nederland; H. v. d. Vlist, grote bron medaille met zijn inzending Frankrijk 18491875; J. A. Lammers bronzen me daille met zijn inzending „Dieren op postzegels"; W. J. van Dooren grote bron- medaille met zijn inzending poststuk ken betrekking hebbende op de Boeren oorlog en eerste- en tweede wereldoorlog. W. F. Briel, zilveren medaille met zijn

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1956 | | pagina 3