ZONDAGS
BLAD
heelt zijn eigen
particuliere
Supermarkets gigantische
De bootjes liggen onder dekzeilen
BRIEVEN AAN DE
ilietiw? tciterljc ^ouranl
ZATERDAG 25 AUGUSTUS 1956
Men kent de bedoeling van
deze „brievenbus". Wie iets
te vragen heeft, zende dus
een briefje. We zijn ons be
wust geen Salomo te zijn.
Maar de goede wil is in elk
geval aanwezig. Antwoord
geven we steeds zo spoedig
en duidelijk mogelijk.
STROOM VAX BRIEVEN
Dp heer J. Quist tc Hilversum
srhryft ons. dat hy naar aanlei-
isblad
18
heeft
vangen. Dat vindt hy 1,
wy nok. Wie het stuk gelezen
heeft, weet het plan van de heer
Q. Hy wil op Tweede Pinkster
dag 1957 grootscheepse familiedag
houden, waar alle Quisten (en
Kwisten) hartelijk welkom zyn.
Dat is inderdaad een aardig idee.
We hopen de brievenstroom nog
een ponsje zal aanhouden. Het
adres van de heer Q. is O.
Amersfoortseweg 109.
NOORDSE MEI
Mej. W. van T. zou graag we
ten waar de uitdrukking „Noordse
Mei" vandaan komt. Die is ont-
leend aan het bekende gedicht
„Het haantje van de toren van
P. A. de G.
regels
Maar
Mei helaat
kan zo koud,'Uhy Tan °Novemb!
tiyn." We hebhen de waarheid va
klaeht ook dit jt
Zeer tot t
i leedwi
MIEREE
Mej. S. R. de R. zou graag aan
Miehei van de Volkswyk schrij
ven. Dat kan gebeuren. Adresseer
maar aan bureau van dit blad. En
sehryf op linkerbovenhoek van
envelop: Voor Miebel. Dan komt
Het was een hele stap voor
de familie: van het Drentse
dijkhuisje naar de grote stad.
En al voelden vader moeder
aoch de kinderen in principe
iets voor die verhuizing,
vader had een machtig argument: van de
zes en twintig gulden in de week, die hij
a!s landarbeider verdiende, zouden ze gaan
naar de zeventig gulden per week. die hij
als ongeschoold arbeider bij de BPM zou
gaan krijgen. En bovendien: we gaan niet
naar de grote stad, maar naar een dorp:
De kinderen huilden:
„Pappie, Jan mag niet weg
Hoogvliet onder de rook van Rotterdam.
En zo arriveerden ze in de cabine van
blok, zijn konijnenhok in bet ge
zamenlijke plantsoen tussen de
huizenblokken, en toen deed ons
gezin het ook. En er kwamen
meer konijnenhokken, er kwam
een kop, een kleine volière met
kanaries. En toen kwam die me
neer van de gemeente. En die
meneer haalde een dikke, ambte
lijke streep door alle konijnen,
kippen en kanaries. Het mócht
En in de huiskamer, onder het
gele licht van de grote, zijden
de verhuiswagen, die hun bescheiden boel- u~.f}3,t®" ^L3?"
tje naar Hoogvliet bracht. En het dorp was
geen dorp maar een groeiende satelietstad den en hadden steedse alluri. Dus
van het snel om zich heen grijpende Rot- ge®n ^on'inen meer
Jr De kamerdeur piept. Twee kin-
terdam. deren staan in hansop en pyama
op de drempel. Er vloeien tra
nen: „Pappie. Jan mag niet weg."
Het was voor moeder een Ook bij vader en moeder prikt
t- f-11v,het achter de ogen. Jan. die lie-
teleurstelling. in plaats van ve goede Jan Maar ja de ge_
een dorpshuisje een etage- meente zegt: het mag niet.
woning in een blok, in plaats
van een erf, een bleekveld
en een stookhok: een bal-
connetje een waranda en
een douchecel.
der het hoofd bij elkaar. Ja.
woonden nu in de stad. ze war
i stadsmensen gew
NIET WEG
Stel u gerust, gij allen, die met
het gezin en Jan meeleven: Jan
is niet weg. Want de gemeente is
niet alleen: de ambtenaar, die een
administratieve streep haalt door
veel, wat de bewoners van dit
nieuwe brok stad lief is, de ge
meente is ook: de gemeenschap
van al deze mensen. En de ge
meente besloot, voor al die konij
nen en kippen, die marmotten en
kanaries, een aparte satellietstad
Het viel vader wel mee:
in plaats van weer een oud
huis, waaraan verbouwd
moest worden, een nieuw
flatje, met sluitende deuren,
met grote ramen en grote te
kamers En zo verschenen er mannen
De kinderen waren dclge- fen
lukkig: andere vriendjes, tegelpad, tegen de dijk van de
veel meer dan in het dorp, S'mkd? Uentïlten''meferfvln
dicht bij de staden een het laatste huizenblok van Hoog-
huis met trappen.
NIEUW LEVEN
En binnen dat hek, aan
zijden van dat tegelpad,
de particuliere dierentuin
i elkaar, beschaduwd doe.
<zDe glanó der middeleeuwen
Waren de middeleeuwen
duister of licht? Duister,
zeiden de mensen uit de prui
kentijd. Het waren eeuwen
van onvrijheid, bijgeloof en
barbaarsheid. De middel
eeuwse, gotische kathedralen
waren barbaars. „Gotisch"
was in de mond van de 18e-
eeuwers een scheldwoord.
Maar op deze algemene ver
oordeling is reactie gekomen.
Al in de tijd van de roman
tiek, omstreeks 1800. De
jonge Goethe ontdekte de
schoonheid van de Straats-
burgse dom.
De felle kleuren, de bewogen
heid, het driftige leven van de
middeleeuwen trok de romanti
sche kunstenaars aan. Ook in
ons land was dat het geval,
vooral bij de kunstenaars van
omstreeks 1890: de schrijvers
Ary Prins. Van Deyssel. de com
ponist Alphons Diepenbrock.
Maar dit was een aesthetische
waardering. In de Prisma-reeks
(Uitgeverij Het Spectrum,
Utrecht/Antwerpen) is onlangs
de Nederlandse vertaling ver
schenen van het in 1945 uitoe-
komen boekwerk Lumière du
Moyen Age" van de Franse ge
schiedkundige en museumdirec
trice Régine Pernoud (geb.
1909). Zij is een autoriteit op
het gebied van de middeleeuwse
stadsorganisatie en van de op
komst der burgerij; ook over
het proces van Jeanne d'Arc
heeft zij belangrijke dingen ge
schreven.
Mejuffrouw Pernoud is rooms-
katholiek en haar „lichtende"
visie op de middeleeuwen wordt
daardoor natuurlijk sterk beïn
vloed. Zij rekent o.a. af met de
gebruikelijke mening, dat de
standen hermetisch afgèsloten
waren; maakt verhelderende on
derscheidingen tussen adel en
ridderschap; ze maakt duidelijk
dat de gotische bouwwerken
sterk op doelmatigheid waren
gericht en geeft een goede in
druk van de humor die het mid
deleeuwse volksleven doortrok
De lezer bemerkt aan alles, dat
dit boek aan de hand van docu
menten is samengesteld en geen
andere boeken naschrijft. Vooral
ook door de vergelijking met de
antieke maatschappij maakt de
bekwame schrijfster op overtui
gende wijze duidelijk, hoezeer
het christelijk geloof, door het
typisch rooms-katholieke heen
op het leven en de instellingen
van de middeleeuwen zijn stem
pel had gedrukt.
^foto bovetx^
Een hek, een tegelpad:
Hoogvliet bouwde een eigen,
privé-dierentuin aan de rand
van de satellietstad, in de
schaduw van de raffinade-
^f-oto linkó
Over de gemeenschappelijke
plantsoentjes heen, tussen de
nieuwe huizenblokken van
Hoogvliet door, kijkt men op
de lage, houten bouwsels van
het particuliere dieren
park je, u-aar de konijnen en
kippen een plaats hebben
gevonden. Het silhouet van
olieraffinaderijen is een sym
bool van de overschakeling:
van het platteland naar de
industrie.
Zo begon dit gezin een nieuw
leven. Temidden van vele ande
re gezinnen, die ook geheel
moesten overschakelen. Het gezamenlijke-luifelT dêkippên
werd een vreemd conglome
raat: gezinnen uit het hartje
van Rotterdam betrokken een
woning naast gezinnen uit
Drentse dijkhuisjes, gezinnen
van onderwijzers en kantoorbe
dienden naast gezinnen van on
geschoolde arbeiders en wer
kers in de havens.
Maar de Drentenaren hadden
geen gordijnen, die voor de gro
te ramen pasten, de Drentena
ren hadden geen vloerzeil, geen
kleed en geen grote meubelen.
De buren wel en toen kwam
de man van het afbetalingsma
gazijn. En er kwamen oolk bij
de Drentenaren gordijnen, zeil,
vloerkleden en meubelen, en het
gezin kreeg de vereiste allure
om in de buurt „mee te kup-
ANDER PROBLEEM
Maar er was nog een heel an
der probleem. Achter het huisje
aan de dijk in Drente, stond, bij
de kastanjeboom, die de trots van
het tuintje vormde, een mooi,
groengeschilderd hok. En in dat
hok zat Jan, het mooie, grote ko
nijn. dat zo wijsgerig uit zijn oog
jes kon k'jken, dat luisterde naar
wat je zei en dat beste vriend
jes was met de kinderen. En Jan
ging met hok en al mee in de
verhuiswagen, en Jan bivakkeer
de een dag of wat in de kelder
van het nieuwe etage-huis in het
Hoogvlietse huizenblok En toen
zette een buurman verderop in het
vogels aan de andere kant, ach- g q
ter gaas, met hokken en verblij- et
ven. Middagen lang stroopten de
Hoogvlieters de mouwen op, mid
dagen lang klonken de hamersla- :n
gen als licht accent tegen het
zwaar gegrom, dat altijd door uit allemaal
de grote raffinaderijen achter de
dijk opstijgt. Er kwam een toe
gangshek met een slot, er kwam
i bordje: „Kinderen zonder ge-
tadskinderen s\jn dieren een openbaring, en voor
7te hok met jonge konijntjes staan se vol betoon
ing naar dat witte gewriemel te kijken.
IEDER VRIJ UURTJE
Ieder vrij uurtje kunt u
En Hoogvliet heeft een
dierentuin. Zonder officiële
status, zonder officiële naam.
Maar een dierentuin, die er
honden" (in de hoop, dat honden bij de sierduiven. die elegant rond
lezen kunnen?) en Jan konijn hun groene til wieken, bij de kip, zijn mag. want ieder dier is
die tevreden keelgeluiden loopt te
maken, bij de lange galerij met
konijnen, die allemaal ki,"
ze iets ontdekt hebben
nooit zult achter komen, bij de
kanaries, die i
met vijvertjes en rotsen rondflad
deren. bij de marmotjes
guinese
0de .lieveling van een gezin,
aiïemaaf kijken, of dat ondanks steedse allure,
gjtjjjj nog jets jn zjcjj
heuse voiières heeft gehouden van het
buisje aan de dijk, het ko-
biggetjes"* "üe^ kinderen nijnenhok op de bleek.
voedselpa^eizen
Theo kan direct de kippen
teger, op het platteland miss
et alle huisdieren, die in het
Ook in Nederland verschij
nen steeds meer zelfbedie
ningswinkels en het lijkt er
op, dat deze manier van in
kopen doen gekomen is om
te blijven. In de Verenigde
Staten, de bakermat van
de zelfbediening hebben
de „Supermarkets" ïn de
loop van weinige jaren de
vorm van ware voedselpa-
leizen gekregen.
Het spreekt vanzelf, dat in
een zo groot land als de U.S.A.
het verbruik en dus ook de
verkoop van voedsel duizeling
wekkende cijfers bereikt: zo
ging er in 1955 voor 44 miljard
Wat moedeloos staat hij op zijn touwsloffen op het
puntje van de steiger, de handen in 'de zakken van
zijn donkerblauwe broek. Een zeiler, denken wij, maar
spoedig blijkt anders. Hij is eigenaar van een boten-
verhuurinrichting in Loosdrecht, en dat hij daar zo
met de handen in de zakken over het woelige water
van de plassen kan staan uitkijken, in plaats van
druk in de weer te zijn met het optuigen van zijn
bootjes, tekent de hele situatie. Wij zijn in Loosdrecht
om iets te zien van de Europese kampioenschappen
finnjollen, en dat we met hem in gesprek raken, is
maar louter toeval, het toeval overigens, dat de jour
nalist altijd wel onderweg „ergens tegenaan doet
lopen"
Ook hij verkeert niet lang in
onzekerheid over ons beroep, en
als hij de bevestiging uit onze
mond gehoord heeft, barst hij
los: „Ja. een slechte zomer,
vooral voor ons. Wa-t zegt u mc
eens. waarom schrijft u in de
krant altijd en alleen maar over
het trieste lot van de exploitan
ten van strand-tentjes in deze zo-
Waarom schrijft u altijd over
de strand-exploitanten
alle vaktermen beheerst, die het
jargon van de ingewijde spreekt,
om vooral maar te bedekken,
dat hij een kantoorbediende was.
Een vriend van me was moedi
ger, die liet zijn baantje lopen en
begon een botenveiling bij Am
sterdam. Het kan zijn. dat dit me
getart heeft, maar zeker is, dat
ik op een goede lentemorgen
En daar weten we echt geen
antwoord op. Maar goed, we zijn
gekomen voor de Europese kam
pioenschappen finnjollen, maar
als blijkt, dat die wedstrijden
zich in de verte op de plassen,
rond wat vlaggen en boeien af
spelen op een halfzonnige dag
met weinig wind. keren we al
gauw terug tot de man op zijn
touwsloffen, de witte pet zwierig
en achteloos op het gebruinde
En daar ergens op die glimmend-
natte, houten steiger in Loos
drecht, lopen we college in het
vak van botenverhuurder. Zijn
naam wil hij hiet noemen, want:
„Ik vertel u de toestand, zoals
die bij mij in het bedrijf is en
misschien lachen al mijn buren
me erom uit. Misschien ben ik
ook wel dom en onhandig nee,
het is beter, als ik anoniem ben.
Schrijf maar: een Loosdrechtse
botenverhuurder, en vertel ze
dan eens het volgende ver
haal
„Ik zat gewoon op kantoor,
maar was een verwoed zeil-lief-
hebber, u weet wel, zo een, die
met een maand salaris op straat
stond: ik had ontslag genomen
en ik werd botenverhuurder.
Mijn vriend hielp me aan een
paar bootjes en met mijn maand
salaris kon ik net een stukje
grond pachten in het Loosdrecht,
dat toen ik spreek van vóór
de oorlog nog niet zo toeris
tisch was als het nu is.
Samen met die vriend bouw
den we in het vroege voorjaar
een steigertje en een loodsje, we
sleepten de paar bootjes naar
Loosdrecht en ik kon mijn
business beginnen
Meneer, je hebt er geen idee
van, hoe gek dat is: je hebt een
loodsje, een steigertje en een
paar boten, en verder niets, geen
klanten, geen geld. Ik ben de
bootjes wat op gaan knappen,
heb ze namen van zeevogels ge
geven, en moest toen wachten.
Ik zal mijn eerste klant nooit
vergeten: een verlegen jongen
met een meisje aan zijn arm.
Zeilen konden ze eigenlijk niet
maar ze wilden het zo graag
proberen. Ik bood ze aan, mee
te gaan en het ze te leren met
in mijn achterhoofd de gedach
te: dat wordt dan een vaste klant
en dat accepteerden
met enthousiasme, rr
merkte ik pas later. Ik leerde
ze van alles: de vaktermen, het
jargon en ook een beetje zeilen,
Café-Restaurant, verhuur van z,
langs de weg staan de borden
straal, die dit jaar op het uatei
iljachten, terras aan de plas
\itnodigend in de enkele zonne-
valt. Maar de kale masten van
Maar ja, dat is allemaal lang winter gaan alle boten uit het
Er
geen leven zo heerlijk
het
Niet ais p,et mijne. Mijn werf is
groot geworden, ik heb vijftien
huurboien en vele andere n stal
ling, ik heb een terrasje met
een kelner, een huisje verderop
langs de plas en ik ben werke
lijk gelukkig. Maar er is één wel
t°.Dh'i^Tot het.°p fen helder ■■■■-
oernWik m d« eaten kreeg: :k dlng, dal vtlei, verjeten,
was te veel; logisch, want aic iir
met mijn meisje ging
had ik zo'n eigenwijze boten ver
huurder al lang over boord ge-
dan heb ik mijn han-
met breeuwen, lakken,
tuig en want repareren en ver
nieuwen, allemaal dingen die
geld kosten. En als er dan een
zomer komt als deze, dan is dat
ien ramp voor ons.
We gaan waarschijnlijk niet
verderop failliet schulden heb ik niet,
k ga hoogstwaarschijnlijk
;n magere winter tege-
inuei. Kijk maar eens hier:
al mijn huurboten liggen binnen,
Ze zetten me af en daar stond
mijn tweede klant al te Mach
ten. Ik verhuurde die eerste we
ken zo af en toe een boot en
moest me er steeds toe dwingen,
een prijs af te spreken en hun
namen ie noteren. Ik Mas een
onhandige botenverhuurder.
-werkers. Maar
ze vergeten, dat heel vee]
van die strand-exploitanten no,
een ander cafeetje of zoiets heb
ben, waar ze in de winter hun
geld verdienen.
inder dekzeilen, alles
'ouwwerk, steigers, rieten stoe-
en, en het seizoen is bijna voor-
en- Jij. Tja, hoe het moet. weet ik
De niet.
Maar als je hem dan vraagt,
f hij niet liever ander MTerk zou
-villen doen, neemt hij de siga
ret uit de mond en kijkt hij je
eens wantrouwend aan: ander
ij: wij leven werkelijk werk"' Hoe kom je erbij..
de
mooiste, wat
Dit
±ktl*tt-kirU**-U1rtrMrtrk*trtct*A-Mt***UAkkirU*irMrtrtrtcMrtrlrtrU-trUirtc!ckirMc*irikirU1s-k1z^^
dollars aan „versterking van
de inwendigè mens" van pro
ducent naar consument. En
voor meer dan de helft van dit
monsterachtige bedrag rinkel
den de belletjes van de kas
registers der 20.000 Ameri
kaanse „Supermarkets".
De verkoop beperkt zich
overigens niet tot voedsel al
leen, want sommige van deze
zelfbedieningswinkels doen ook
in bontjassen, vliegtuigen,
scooters, enz.
In 1939 was ook de elf
serving" voor de Verenigde
Staten nog een vreemde nieu
wigheid, maar door lage prijzen
en door een knappe verkoop-
psychologie steeg de afzet tot
de reeds beschreven hoogte. Er
kwam zo'n geduchte onderlinge
concurrentie, dat op artikelen
als brood, zeep en koffie ver
lies werd geleden.
Door de enorme omzet is een
winstmarge van één procent
al voldoende om het bedrijf
voldoende lucratief te laten
marcheren. En de leiders van
de supermarkets vonden een
-#• Op de meest aanlokkelijke
wijze werden op strategische
plaatsen in de winkels meer
winstgevende artikelen, letter
lijk voor het grijpen, uitge
stald: bonbons, specerijen,
duurdere vruchtensoorten en
alles wat niet eetbaar was.
Het publiek kocht. En sta
tistici ontdektenj dat de ge
middelde „Supermarket"-klant
door elkaar genomen zeven
artikelen kocht, die niet op
het boodschappenbriefje ston
den, tegen drie aankopen, die
daarop wel voorkwamen. Dat
alles dank zij de manier
waarop.
Allereerst: het zelf doen, dat
gemakkelijker tot kopen nood
de en dan het uitstallen van
duurdere, niet alledaagse arti
kelen in de onmiddellijke na
bijheid van, laten we zeggen,
brood. Verder is het zo verlei
delijk om van een immense
stapel blikjes met tomaten-
purée er één af te nemen
en in het rijdende mandje te
leggen.
tf- Ook de kleurencombinaties
spelen een belangrijke roL.
Deskundigen onderzochten ae
kleurenkaart en vonden tinten,
die vrouwen het meest tot
kopen verleidden. Aan alles is
gedacht en terwijl bij het win
kelen zelf niemand op haast
maken aandringt, wordt aan
de kassa als het op betalen
aankomt, plotseling door be
dienden alles „in a hurry"
gedaan. Want het geld moet
binnenstromen en hoe vlugger
dit gaat, des te eerder is me
vrouw over de klap heen, al
dus de Amerikaanse massa
psychologen.
Er zijn al plannen om alles
te automatiseren. Gemotori
seerde karretjes om langs de
uitgestalde artikelen te rijden
drukknopsystemen en vele
electronische nieuwigheden.
Maar zover is het nog lang
niet Gelukkig zouden u>0
zeggen.'