Een Atheïst DE KERK VAN MORGEN ontmoette GOD ZendimgsmaandHad Karl Barth stond op de Franse zwarte lijst ZONDAGSBLAD ZATERDAG 25 AUGUSTUS 1956 C. S. LEWIS: EEN ONWILLIGE BEKEERLING De Brit, die meer gedaan heeft dan wie ook om de intellectuelen van Engeland weer terug te winnen voor het geloof zal nimmer aarts bisschop worden. Niet, omdat hij daartoe ongeschikt zou zijn, maar eenvoudig, omdat hij geen prediker van professie is. Er zit al iets merk waardigs in het feit dat een leek de interesse, van de menigte kan op wekken, als hij spreekt over God en geloof, terwijl de predikanten in de zomermaanden kaartjes op de kerkdeuren plakken: „Dienst in de consistoriekamer". Merkwaardiger is, dat deze man jarenlang een buiten staander is geweest. Of is zijn geloof misschien daarom zo levend, omdat het werkelijkheid is geworden? C. S. LEWIS: „Het Absolute be gint meer en meer op God te lijken." (In een brief aan een vriend geschreven voor zijn be kering.) C. S. (voor Clive Staples) Lewis is een korte gezette man. met een gezel lig open gezicht en een stem als een orkaan. Hij geeft les in Engelse litte ratuur aan het Magdalen College, ver bonden aan de universiteit van Oxford, en is onder de studenten zeer gezien. Reeds vóór hij zijn colleges beëindigt raapt hij zijn papieren bij elkaar, stopt zijn zwaar omrande bril weg, en geeft hij het geleende horloge terug aan een student op de eerste rij. Als hij zijn laatste woord gesproken heeft, is hij reeds van het podium af en slaagt hij er in als eerste de collegezaal uit te zijn, op de voet gevolgd door dringen de studenten. Oxford ziet hem dan met grote passen door de nauwe straten gaan, om een glas bier te pakken in zijn stamcafé. Zijn zwarte toga golft achter zijn flanellen broekspijpen aan. Populair is hij onder de studenten, maar toch weet vrijwel niemand iets van hem af. Zijn privé-leven is werke lijk privé en vrijwel geen van zijn bes te vrienden werd ooit op een Engelse thee In zijn huis uitgenodigd. Lew' heeft het soms heel vaagjes over zijn „oude moeder" waarmede hij samen woont. maar iedereen weet, dat zijn moeder stierf toen hij nog jong Men meent te weten, dat hij doelt op de moeder van een vriend, die eerste wereldoorlog omkwam. Zi. zorgt het huishouden voor hem. Volgens de geruchten moet het een oude, zure vrouw zijn met een slecht humeur. Maar niemand is er ooit geweest. BEKENDE KLANK fantasierijke boekenwurm, die hij gewor den was. omdat hij genoeg had van het prozaïsch kerkelijk (on) geloof. De hoofdoorzaak misschien zullen we op de school moeten zoeken. Lewis kwam in aanraking met alle mogelijke godsdienstige gedachten uit de pre christelijke klassieken. En „niemand probeerde me ooit te laten zien, hoe het christendom de vervulling is van alle heidense godsdiensten en het hei dendom aan het christendom vooraf ging. De algemeen aanvaarde opinie scheen te zijn, dat alle godsdiensten een hutspot van onzin waren, hoewel de on ze, door een gelukkig toeval, precies de ware was... Maar op welke gronden kon ik deze uitzondering aanvaarden?" Uit deze woorden van C. S. Lewis zelf blijkt het ontzettende gevaar, dat schuilt in een neutraal onderwijs en bovendien in een onderwijs dat misschien christelijk in naam is, maar waaruit het leven is geweken. Hieruit blijkt ook hoe nodig het is, dat alle onderwijs, ook de vak ken die niet met „christelijke religie" te maken hebben, hun fundament vin den in het Woord van God, dat prac- tisch toegepast wordt in een aan Chris tus overgegeven leven. „VERLOREN GENERATIE' Toch heeft zijn ftaam een bekende klank al is het dan niet door de vak literatuur, die hij heeft uitgegeven. Van zijn wetenschappelijke werken „The Al legory of Love" (De allegorie der liefde over het leven en werk van Spenser) „A preface to Paradise Lost" (Een vc-, woord tot het Verloren Paradijs) zal hij nimmer rijk worden, hoewel ze be horen tot de beste literaire critieken van Engeland. Zijn bekendheid verwierf hij door zijn boek: „Brieven uit de Hel" dat in Ne derland reeds zijn achtste druk beleef de (een pocketuitgave die vorige week ook al weer is uitverkocht), en dat in de Engelse taal meer dan twintig her drukken beleefde. Dat boek was echter maar het begin van een hele serie over het Christelijke geloof en alles wat daar mede samenhangt, die de interesse op gewekt hebben van de jonge intellectu- Als jongeman zqp hy het nimmer geloofd heb ben, dat God hem eens zou gebruiken oin over de waarde van het geloof te schrijven en te spre- tuigd atheïst. Van huis uit kwam hij niet uit een onkerkelijk milieu. Zijn vroegste jeugd was over goten met zonneschijn: „Goede ouders, goed voedsel en een grote tuin om in te spelen." Hij groeide op in de Ierse kerk, die deel uitmaakt van de Anglicaanse, maar de godsdienst van zijn ouders was louter sleur: eer soort van beschaafde godsdienstige god deloosheid. De dood evenwel verduister de zyn kinderleven en schokte zijn jeugdgeloof, toen zijn moeder aan kanker stierf. Toch bleef hij nog een paar jaar lang twee maal op een zondag naar de kerk gaan, maar toen hij twaalf werd „hield hij op een christen te zijn." In zijn nieuwste boek „Surprised by Joy" (Uit gave Hodder Stoughton) dat volgend jaar bij Ten Have in Amsterdam zal ver schijnen, beschrijft hij de vele redenen, die hem door de ruime mazen van het kerkelijk net deden heenslippen. EÉN VAN DE VELEN Er zijn nog wel andere oorzaken aan te wijzen. De generatie van Lewis is wel eens de'' „verloren generatie" ge noemd. Een gemakkelijk cynisme voer de de boventoon in intellectuele krin- en men hechtte een modieus pessi- ne aan alle menselijke ervaring. Via het occultisme kwam Lewis terecht in atheïsme dat in wezen een vlucht voor de werkelijkheid. Zelfs de veld slagen in Frankrijk deden hem niet die per doordenken of was hij bang om verder door te denken? Een granaat scherf (een Engelse nog wel) trof hem in de rug en dwong hem naar „Good Old England" teryg te gaan. En in de jaren na de eersfte wereldoorlog leed hij een armoedig bestaan als dichter, tot hij een aanstelling verkreeg om het Magdalen College colleges te i. Iets anders echter bleef hem treffen in de rug. Een onhoudbare twij- il aan de waarheid van het atheïsme. Lewis heeft geen plotselinge bekering beleefd. Hij is niet in een massale evan gelisatiesamenkomst naar voren geko men. Eenzaam heeft hij zijn strijd ge streden. Filosoferend, denkend en me diterend. is hij tot zijn conclusie geko- Over zijn uiteindelijke capitulatie en en dertig jarige leeftijd schreef ..De verloren zoon liep tenminste Weer een nieuw Nu voor de Chinezen Na het overwel digend succes van het maandblad voor Afrika „Afri can Challenge" zijn een groot aantal andere bladen met goede resultaten uitgekomen. De eerste aflevering van Deng Ta (De vuurtoren) verscheen vorige maand in een oplage van 10 000 voor de Chinese vluchtelingen. Een vroegere zendeling van de China Inland Mission zal de directeur zijn, en het hoofd van de Christian Witness Press, Ron Roberts zal samen met de Chinees Y. L Lïu de hoofdredactie vormen. Ver schillende andere zendelingen werden door hun zendingsgenoot schappen afgestaan om als redacteuren te helpen. Zendeling Woodward, die de opmaak verzorgt, zei: „De Vuurtoren" zal zich een plaats moeten veroveren, tussen een groot aantal neutrale bladen in de kiosken. Deze felle concurrentie heeft echter de communisten, rooms-katholie- ken en zevende-dag-adventisten er niet van weerhouden om met eigen propa ganda op de markt te verschijnen. We zullen ons blad even goed of beter moe ten maken dan de bladen, die er reeds zijn, en ons doel is om het tot het aantrekkelijkste en interessantste maandblad te maken. De omslag van het blad is uitgevoerd in vierkleuren druk en de binnenpagina's zijn vol teke ningen, foto's ook daar werd in de op maak met kleuren gewerkt. „De Vuurtoren" is dus de jongste van de maandbladen, die worden uitgegeven door een of meer zendingsgenootschap pen. Voor wie het interesseert geven we hier de andere bladen door: ANDERE BLADEN De pionier van de bladen (die veel weg hebben van De Spiegel, maar veel meer aandacht besteden aan evangeli serende artikelen) is de African Chal lenge met een oplage van 150.000. Envoi verschijnt in Frans Equatori aal Afrika en heeft een oplage van 20.000. Neno La Imani verschijnt in de Belgische Congo. Dit blad is reeds van oudere datum, maar is onlangs in een nieuw formaat verschenen en volgt de voetstappen van de African Challen ge. Het bereikt nu bijna 20.000 gezin nen. Het Japanse Hyakunannin No Fu- kuin is opgeklommen tot een 15.000 op lage. Sung-Nee Seng-Whal in Korea is juist met een oplage van een goede 1.000 begonnen. Aan de Goudkust ver schijnt The New Nation in een oplage van 10.000. NOG MEER En nog meer nieuwe bladen worden verwacht. Vida, het Spaanse blad Zuid-Amerika hoopt .in begin 1957 uit te komen. Dit blad zal worden uitge geven door eenmieuwe Zuid-Amerikaan se Literatuur oenootschap waarin 44 zendingsgenootschappen samenwerken. Dit blad schijnt een zeer goede toe komst tegemoet te gaan. De African In land Mission, die ook in Nederland een "bestuur heeft, zal zeer binnenkort een maandblad uit gaan geven in de Swahi- litaal. Men zoekt nog een hoofdredacteur. Al deze bladen brengen nieuws en overzichten, interviews met leidingge vende figuren op alle gebieden, korte verhalen, fotoreportages, maar in de eerste plaats blijft het doel evangeli satie. Ieder blad bevat dan ook een Bij belstudie met vragen en antwoorden evangeliserende artikelen. Het stond in de krant De krantenartikelen van de afgelopen weken gaven stof genoeg voor onze overdenkingen. Over Marcinelle zullen we nu maar zwijgen. De dood treft ieder, groot of klein. Sommigen haalt hij weg uit de diepten der aarde, an deren rukt hij uit een vrolijke vakan- We willen hier de melodramatische vraag: Zijt gij bereid om te ster ven," die zo graag in evangelisatie misbruikt "wordt, niet aanhalen. Het is niet de vraag of wij bereid zijn, want wie wil graag sterven? Ik wil ook niet vragen of wij gereed zijn, want het is, alsof er nog zoveel te Eerst nog dat diploma halen. Eerst nog gelukkig met mijn vrouw leven. Eerst nog gepensioneerd worden. Of we bang zijn voor de dood, vraag ik maar helemaal niet. Job noemt hem de koning der verschrikkingen. Wat ik wel wil vragen is, of U weet waar toe de dood U toegang geeft: Licht of duisternis? Hemel of hel? Verlossing of verlorenheid? Johannes schreef negentienhonderd jaar geleden: „Deze dingen heb ik u geschreven opdat gij weet dat gij het eeuwige leven hebt, en opdat gij gelooft in de Naam van de Zoon van God (1 Joh. 5 13). Die weten schap is geen hoogmoed, zij is slechts mogelijk door nederig als een kind te geloven wat God zegt. Lof voor de synode van Leeuwarden Bij alle kritiek, die in de Geref. ker kelijke pers is vernomen op de beslui ten van de generale synode van Leeu warden in betrekking tot het Psalm gezang, mag toch niet het oog worden gesloten voor de waarlijk oecumenische houding der synode, die, naast alle toe nadering tot de Ned. Herv. kerk als muzikaal adviseur heeft benoemd de heer J. M. Vetter te Groningen, lid de Geref. kerken onderhoudende arti kel 31 K.O. (Kerknieuws) iedereen is gegrepen door zijn geloof. Zijn medeprofessoren schimpen op hem als de „verpopulariseerder" van het ge loof. Zij beschuldigen hem er van, dat hij vaak ruw is in zijn debatten. Maar bovenal vallen ze over het feit, dat zijn theologie een soort van acade mische ketterij is. Zij bewonderen hem voor zijn kennis van de Engelse litera tuur. „Maar", zegt één zijner critici, „zijn christendom heeft hem meer geld in het laatje gebracht, dan het Jeanne d'Arc ooit schonk en heel wat meer publiciteit dan zij in haar leven ontving. In tegenstelling tot zijn uitste kende wetenschappelijke geschriften, heeft zijn christelijke propaganda iets van een goedkoop sophisme. Als hij zijn lezers mee kan slepen op de karavaan weg der logica, verleidt hij ze op het De oude sofa tuinpad v Hij was één van de velen, die in de vroege puberteit eenvoudig uit de kerk verdwijnen en nimmer meer gezien den. Zelf geeft hij verschillende oi ken op. In de eerste plaats wel, omdat godsdienst voor hem altijd slechts zeggen van het avondgebed was weest. Eerst vond hij het vreselijk als hij het eens vergat, maar toen hij ont dekte, dat hij ook zonder dat gebed wel slapen kon, verdween de noodzaak. Bovendien was daar de invloed van de huismoeder van zijn kostschool, die vol animo gedoken was in iets dat het mid den hield tussen het geloof van de theo sofen, Rozenkruizers en spiritisten. Zij maakte een diepe indruk op de flllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll Het wondere ambt Moeder Dijkstra is bezorgd over haar zoon Willem. Hij maakt het op school niet zo goed. Dominee tracht haar zorg wat weg te nemen en na veel praten lukt dat ook wel. Dan valt er een zwijgen. Kennelijk wil moeder Dijkstra nog wat zeggen, want ze schuift zenuw achtig heen en weer. Tenslotte vraagt ze, verlegen: Dominee is wel op Willem gesteld niet? Ver wonderd bevestigt deze dat. Ja, dat meende ze al. Willem heeft het tenminste vaak over de cate chisatie op school. O, zij kent die verhalen niet, hoor! Dat had je vroeger niet! Maar nu had ze al eens van Fridus, die de post rond brengt, gehoord, dat dominee zo veel post krijgt, overal weg! En Willem had verteld over brieven van een zekere Paulus uit een ver land. En nu wilde ze vragen, of haar Willem daar dan niet de postzegels van mag hebben. Want die verzamelt ze. (Uit de dagkalender „De Ploeg", overgenomen in Kerknieuws.) nog op zijn eigen voeten naar huis' God echter ..opende de hoge poorten voor een verlorene, die schoppend, we derstrevend en weerbarstig naar binnen gesleept wordt, terwijl hij toch nog alle kanten uitziet naar een gat ontsnappen". Hij schrijft: „Ik gaf het op en erkende dat God God was knielde neer en bad. Misschien wj die avond wel de neerslachtigste weerbarstigste bekeerling van Enge- De_ woorden „dwing ze om in te Gods ge land. gaan" peilen de diepte nade." OPSCHUDDING Hij heeft zijn bekering niet onder stoe len of banken geschoven, en zijn boe ken over het christelijk geloof hebben een geweldige opschudding teweeg ge bracht in intellectuele kringen. In 1947 schreef het weekblad Time dat hij een volkomen onorthodoxe weergave geeft van een oerdegelijke orthodoxie. „Zijn boeken zijn in zekere zin filosofisch, maar zijn gedachtengang is zo logisch, dat niemand hem misverstaan kan. Niet orthodoxe theologie" Eén kleine jaloersheid is echter niet vreemd aan deze woorden. Zijn boe ken hebben geweldig veel lezers getrokken en zijn Engelse populariteit is in Nederland slechts te ver gelijken met die van Okke Jager In onze taal zijn bij Ten Have in Amster dam verschenen: „Brie ven uit de hel". „De grote scheiding". „De Beeld houwer en zijn beeld", „Christelijke levenshou ding", en „De sleutel tot het geheim". In het laat ste boekje zijn een serie radioboodschap pen gebundeld onder de titel „wat de chrR'en gelooftOp heel simpele, maar dooi„. ingende wijze laat hij zien. dat er heus wel logica zit in het christelijk ge loof. Bovendien zullen in de loop van 1957 nog in Nederlandse vertaling ver schijnen „Out of the Silent Planet". Een fantastische wetenschappelijke „fiction" over interplanetair verkeer, waarin de strijd tussen goed en kwaad wordt be schreven; verder „The Problem of Pain" en zijn nieuwste autobiografie „Surprised by Joy". Lewis' boeken hebben de intellectueel weer aan God en aan de kerk doen den ken. Het geweldige succes van Billv Graham was mogelijk, omdat tot op ze kere hoogte Lewis de weg had gebaand. In verband met de nieuwe geestelijke interesse schreef hij in een studenten blad C h e r w e 11: „Niemand zal wel licht willen ontkennen dat het christen dom onder de jongere intelligentia aan trekkingskracht bezit, zoals we dat, la- zeggen, in 1920 niet kenden. Al leen een groentje zal nu nog de anti christelijke positie als vanzelfsprekend aanvaarden... Toch moeten we ons wel bedenken dat de wijdverbreide en le vendige interesse in het onderwerp een odeartikel is... Wat de mode ons schenkt, neemt de mode ons echter ook veer af. Waarachtige bekeringen blij- i en bestaan, maar niets anders. In die in kunnen we ons op de drempel be- inden van een echt, christelijk reveil, naar dat zal zich maar langzaamaan aanbreken, verborgen en in kleine groepen. De tegenwoordige zonneschijn is maar tijdelijk. Het graan moet worden binnen gehaald eer het natte weer komt. Interessant experiment of shoiv zonder inhoud? Als „modern" betekent met de tijd meegaan, dan is ds. Bill Alexander uit de stad Oklahoma niet mo dern. Hij is zijn tijd vooruit, als de tijd tenminste dezelfde kant uitpaat als hij. Hij heeft zijn nieuwe kerkgebouw de „kerk van morgen" gedoopt, maar in de stad noemt men haar al „Hoofdkwartier van hët heelal" Als een monsterachtig ei, dat half in de grond ligt begraven, en doorstoken is door een stalen toren overkoepel! het dak een cirkelvormige ruimte, waar plaats is voor 2200 mensen, die daar via rol trappen naar toe gebracht worden. De theaterstoelen staan in een cirkp] en omgeven een preekstoel die via een drukknoo kan rijzen en dalen, schrijft het weekblad Times Aan het koepelvormig geheel is een cylindervormig gebouw toege voegd, met zalen en kamers voor de zondagschool. Vijftig klassen kunnen tegelijkertijd gehouden worden en de keuken, die maar even 50.000 heeft gekost en waar in de vrouwen van de ouderlingen vrij spel hadden bij de inrichting, zal ruim voldoende ziin om de 500 hongerige magen, van men de eetzaal kunnen vullen het goede te voorzien. Een beton nen toren zal een electronisch carillon bevatten, dat „tegen ieder klokkenspel op kan" volgens de predikaat en dag en nacht zal er een gasvlam op branden. Op het ogenblik is nog in aanbouw eer jeugdgebouw met zwembad, gym nastiekzaal, tennisvelden en eer dansvloer. „Het enige, wat je ni nog nodig hebt", zei de evangelist Billy Graham tegen Alexander, „is een oliebron zodat je geen collectes meer behoeft te houden". Alexan der antwoordde: „Dat zou het erg ste zijn wat ons zou kunnen komen. De mensen moeten g CONFERENCIER Ds. Bill Alexander is 41 jaar oud en de zoon van een predikant. Na een jaar universiteitsstudie gaf hij de boeken er aan en werd confe rencier in een nachtclub. Een jaar later gaf hij daar ook de brui en werd predikant van een klein vervallen kerkje in de staat Okla homa. Hij ging weer naar de col legebanken en promoveerde cum laude van de universiteit in Tulsa. Na nog twee jaar zijn studie voort gezet te hebben aan de universiteit van Chicago en een jaar predikant geweest te zijn in Los Angeles Bill Alexander en zijn Kerk van Morgen. Het Hoofdkwartier van het Heelal .met roltrappen ONMOGELIJKHEDEN Hier organiseerde hij zulke on mogelijkheden als een zondagavond dans in de ontspanningszaal van de kerk. Hij richtte zich tot de gou verneur van de staat om de droog legging (van sterke drankaf te sbhaffen en pleegde huwelijksruil Zowel hij en één zijner ouderlin gen vroegen en verkregen echt scheiding en trouwden eikaars Hij is altijd de confer en- gebleven. die contact met de .ogelijk maakte). hij het GEEN KLOOF „Toen Christus op aarde rond wandelde, stonden de mensen niet in de rij om Hem te horen, maar ze verzamelden zich rondom Hem. Zo brengen wij in onze kerk de gemeente rondom de prediker Er moet geen kloof zijn tussen predikant en mensen. Ik ben niet bijzonder heilig iemand. Ik ben hetzelfde soort als ieder ander. Het enige verschil is, dat ik als beroep heb de promotie van het Christendom". Nu ik dit allemaal heb opge schreven, vraag ik me af wat dit maken heeft met „geestelijk leven". Misschien is het wel een goed voorbeeld van een kerk. die bokkesprongen gaat maken, als ze materiële hoogconjunctuur olie-rijke beleeft, maar een geestelijk ravijn I binnenholt. Chi Uit de Geref. Kerk Schroef strik aan Galsem: denk t om dat het enige waar het op aankom is, hoever je je man van de Vijand wet af te houden. Het doet er niet toe ho klein de zonden xyn, a!s hun gezamenlij effect maat is, dat ze de man wegloodse van het Licht naar het Niets van buitei Moord is niet beter dan een spel kaai ten, als dat hel kan bewerken. De vei ligste weg naar de hel is heus die va de geleidelijkheid, de flauwe helling lekker zacht voor je voeten, zonde plotselinge bochten, zonder mjlpalet zonder handwijzers." Naar zo langzamerhand bekend be gint te worden heeft Karl Barth op 11 april jl. aan de Frans-Zwitserse grens bij Saint-Gingolf vreemde er varingen opgedaan. Bij het grens- onderzoek werd hem verboden Frank rijk te betreden, waarvan het vol gende procesverbaal werd opge- Doende met het onderzoek der reizi gers op de internationale brug van Saint-Gingolf, ondervroegen wij de ge naamde: BARTH KARL, geboren de 10de mei 1886 te Bazel (Zwitserland) zoon van Frits en van Anna Sartorius. van Zwit serse nationaliteit, gehuwd, professor in de theologie aan de Universiteit van Ba zel, gedomicülieerd in laatstgenoemde stad, Bruderholzallee, no. 26: laten wij weten aan de belanghebbende, dat hij het voorwerp uitmaakt van een verbodsmaatregel om Frankrijk binnen te komen en dat hem niet kan wc toegestaan om ons grondgebied bi te gaan of daarop te verblijven. Hij verklaart ons: „Ik vertoon u mijn nationale paspoort no. 344314, afgegeven op 15 maart 1952 door het politiede partement van het kanton Bazel. I) ken, dat deze verbodsmaatregel orr grondgebied binnen te gaan wat de identiteit betreft inderdaad op mij van toepassing is. Ik was volkomen onkun dig van deze sanctie en ik zie niet in welke motieven haar hebben kunnen ïroorzaken. Na voorlezing, aanvaarding en onder tekening werd een afschrift van dit pro- de belanghebbende ces-verbaal t hand gesteld Karl Barth begaf zich daarop Franse consul te Bazel om tegen dit hem treffende verbod te protesteren. Twee dagen later ontving hij van deze instantie een brief, mededelende, de competente instanties na raadpleging hadden besloten om de maatregel, die per vergissing te zijnen aanzien geno men was in te trekken. In afwaenting van de ondertekening van de reglemen taire tekst machtigde de consul hem voor het geval hij zich naar Frankrijk zou willen begeven om in zijn pas een speciaal visum aan te brengen, dat hem voor alle overlast zou vrijwaren. Het bleek, dat deze maatregel enige jaren geleden genomen was tegen Barth en een aantal andere tegenstanders van de Europese Defensie Gemeenschap, aar Frankrijk op dat ogenblik zelf nog oor was. Barth, die zoals bekend, een ;genstander van de Duitse herbewape ning is. werd in die dagen in Frarkrijk ongewenst geacht. Men verwierp later vergat deze maat- ilfdeE.DG.. regel in te trekken. (A.J.B. in „Woord i i Dienst" In het blad „Eenigheid des Geloofs' schrijft ds. Nieuwenhuijze een artikel over de toestanden ln de Chr. Ger. „Veel nieuws valt er eigenlijk niet te vertellen, 't Kerkelijk leven kenmerkt zich door stabiliteit met kleine of grote re schommelingen. Aan teleurstellingen ontbreekt het niet. Ik denk bijv. aan het zendingswerk oi Celebes onder de Toradja's. Veel werl. is daar in het verleden verricht. Er zat groei in de opbouw van de christelijke kerk onder dit volk. Maar de toestand in Indonesië en speciaal de terreur op Celebes heeft veel moois stuk gemaakt. Nog één zendingsarbeider is ons over gebleven, ds. Geleynse, die momenteel in Makassar vertoeft en zeer waarschijn lijk binnenkort naar Nederland terug keert om met de zendingsdeputaten te spreken over de verhouding tussen de Toradja-kerken en de moederkerk. Want dat vlot in de laatste tijden niet. Volgens de laatste berichten is er weer iets meer hoop. Vanuit de Toradja-kerk zal men zijn best doen om alsnog een visum te krijgen voor ds. Bikker en ds. Floor, opdat onder hun leiding de op leiding van predikanten krachtig ter hand genomen kan worden. Er is daar een schreeuwend tekort aan predikan ten. De velden zijn er. ondanks de druk, wit om te oogsten, maar de arbeiders zijn weinige. Dat tekort aan arbeiders bedreigt ons kerkelijk leven hier. Onze T School biedt dit jaar aan de kerken slechts een tweetal candidaten Daartegenover staat, dat wij opnieuw twee predikanten kwijt zijn door ei gratie. Ds. Laman van Rotterdam-W. dienen, en ds. De Waal van Bunschoten staat gereed om één der Old Christian Reformed Churches te bearbeiden. Wij gunnen de kerken aan de overzijde de Oceaan deze dienaren, maar we den het toch jammer, dat wij telkens weer predikanten op deze manier verlie zen Want we hebben ze zelf zo hard nodig. Er is nog zoveel te doen. En we staan ook als Chr. Geref. Kerken tel kens voor nieuwe taken. Het evangeli satiewerk vraagt al meer onze aan dacht. Er bestaan plannen om een spe ciale evangelisatie-predikant te beroe- pen in Amsterdam, er is een man no dig voor de arbeid in Roomse gebieden, maar waar halen wij ze vandaan? En dan zijn er plaatsen als Groningen bijv., vijf preekdiensten in stad omtrek gehouden worden en maar predikant is. één Toch is dit niet het ergste als wij pre- dikanten moeten afstaan aan de kerken het buitenland. Erger i 'dikanten van ons heengaan naar Er is iets merkwaardigs met dat Woord van God. Terwijl het meer verkocht wordt dan ooit, terwijl er meer Bijbels gedrukt worden dan im mer. wordt het boek minder gelezen. Een statistiek toont aan dat minder dan tien procent van de Gereformeer de jeugd in N.O. Overijsel tussen 16 en 25 de Bijbel regelmatig persoon lijk leest. Voor de meesten is het een oud, dor, vergeten boek. Op een vieze vuilnisbelt in Engeland lag vorige week een oude sofa kleine jongetjes te verleiden tot vuurtje stoken... Natuurlijk waren er de jonge tjes in de buurt, en als Nederlandse kinderen waren ze tegen de verleiding niet bestand. Ze rukten de sofa uit el kaar. en daar tussen de gesprongen veren zat een zakje met pondsbiljet- De sofa was van hand tot hand ge gaan, niemand wilde hem meer heb ben en iedereen schonk hem maar aan een ander weg, tot er eindelijk ie- 1 mand de moed had om hem met de vuilnisman mee te geven. Maar het waardeloze ding bevatte een rijke schat. Zo gaat het met Gods Woord. Voor de meeste mensen is het een oud oninteressant boek. De eigenares se van de sofa had zich niet zoveel zorgen gemaakt over de huur en de melkrekening, als ze geweten had dat ze rijk was. De meeste mensen strijden met de twijfel, vechten tegen de onzekerheid zijn bang voor het leven na dit le ven, tornen tegen de stormen van de tijd. En in het Boek ligt de oplos sing verscholen. Christus zegt: „Komt herwaarts tot Mij, die ver moeid en beladen zijt en Ik zal u rust geven." (Matth. 11 28). Arm zijn we als we het boek niet open doen. Maar als we zoekend naar het vuur van Gods Geest een blik in de Bijbel slaan, ligt daar de rijkdom van de hemel tentoongespreid. Plutonium Sprekend over rijkdom moest ik den ken aan de jongste legende. Er was eens een klein dorp in de bergen, dat leed onder de aanvallen van wilde die ren en nog wildere stammen. Men verweerde zich zo goed als het maar kon, maar lang zou het niet duren, als er geen hulp kwam opdagen. Toen kwam Plutonium het dorp binnen. Hij was groot en krachtig, sterker dan twintig paarden, en hij kon niet al leen een huis omverwerpen, maar een heel dorp met de grond gelijk ma ken. De gemeenteraad kwam in ge heime zitting bijeen en besloot einde lijk om hem het koste wat het koste in dienst te nemen. Men was wel een beetje bang voor hem, men vroeg zich af of men hem wel in toom kon houden, maar meende men als eerst de vijanden maar eens verslagen wa ren dan konden ze hem inschakelen om grote sterke huizen te bouwen. Allerlei zwaar werk zou hij voor hen kunnen doen. De prijs was hoog. De rijken moesten diep in hun zak tasten en zelfs naar de bank gaan om meer te halen, de armen werden er nog armer van. Maar dat hinderde hele maal niets, want straks zou Plutoni um voor hen al het werk doen, dan werden ze rijk, zelfs de armsten. De kracht van Plutonium was gewel dig. De wilde stammen trokken zich bang terug en de wilde dieren durfden alleen maar in de verte nog te brul len. Maar toen men Plutonium aan het ploegen wilde zetten, bleek dat on mogelijk, ook kon hij niet metselen en de stenen die hij moest dragen maken, vernietigen, verwoesten. mensen leefden nog lang. maar onge lukkig. Het stond allemaal in de krant: „De voorraden plutonium ter waarde van miljarden dollars. die de Verenigde staten hebben opgeslagen, zijn niet zo als wel eens te kennen gegeven is voor vreedzame doeleinden te gebrui ken. doch alleen geschikt voor het ge bruik in bommen." Plutonium is een zwaar, kunstmatig gemaakt metaal. Het is veel duurder dan Uranium en dat is weer veel duurder dan goud bomW «ebruikt in de waterstof- WJLme".ien zoek«n altijd hulp. Als we velJ^fh» Va" PLutondurn verwachten, verwachten we het wel van een car nere of van een banksaldo, of van vrienden of van ons eigen kunnen. !6?h !f d,£gen 7ijn uiteindelijk niet beter dan Plutonium. Uiteinde- EénVd?Jenngen °nS' Er 18 er Eén, die ons wil nemen zoals we r-l I ons. leven beter wil maken Christus zegt: Ik ben gekomen opdat ben (Joha««« heb. 10). d. Bijl, die de kerk v val met ds. P.' vu. D1J1> Qie ae K k dTr^rTf d&2i*ln°v"*e*aan is de Geref. Gemeenten." ieto eJiU?nen niet lalen hleraan toch nog uit deze kerkennhtbbenn wf tod, S3?'tS ™?r de toekomst verblijdende dingen ?^?°rd- °ok daar 's een bewust zoeken nieuw echt geloofsleven. Bo- i de aansluiting van deze Phr* de Internationale Raad van bmken PnCH ha,ar isolement door- SgchèV''ondVrn*IdU.lt,,lfJd^ïtt va"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1956 | | pagina 11