Een Atheïst
DE KERK VAN MORGEN
ontmoette GOD
ZendimgsmaandHad
Karl Barth stond op de
Franse zwarte lijst
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 25 AUGUSTUS 1956
C. S. LEWIS: EEN ONWILLIGE BEKEERLING
De Brit, die meer gedaan heeft dan wie ook om de intellectuelen
van Engeland weer terug te winnen voor het geloof zal nimmer aarts
bisschop worden. Niet, omdat hij daartoe ongeschikt zou zijn, maar
eenvoudig, omdat hij geen prediker van professie is. Er zit al iets merk
waardigs in het feit dat een leek de interesse, van de menigte kan op
wekken, als hij spreekt over God en geloof, terwijl de predikanten in
de zomermaanden kaartjes op de kerkdeuren plakken: „Dienst in de
consistoriekamer". Merkwaardiger is, dat deze man jarenlang een buiten
staander is geweest. Of is zijn geloof misschien daarom zo levend,
omdat het werkelijkheid is geworden?
C. S. LEWIS: „Het Absolute be
gint meer en meer op God te
lijken." (In een brief aan een
vriend geschreven voor zijn be
kering.)
C. S. (voor Clive Staples) Lewis is
een korte gezette man. met een gezel
lig open gezicht en een stem als een
orkaan. Hij geeft les in Engelse litte
ratuur aan het Magdalen College, ver
bonden aan de universiteit van Oxford,
en is onder de studenten zeer gezien.
Reeds vóór hij zijn colleges beëindigt
raapt hij zijn papieren bij elkaar, stopt
zijn zwaar omrande bril weg, en geeft
hij het geleende horloge terug aan een
student op de eerste rij. Als hij zijn
laatste woord gesproken heeft, is hij
reeds van het podium af en slaagt hij
er in als eerste de collegezaal uit te
zijn, op de voet gevolgd door dringen
de studenten. Oxford ziet hem dan met
grote passen door de nauwe straten
gaan, om een glas bier te pakken in
zijn stamcafé. Zijn zwarte toga golft
achter zijn flanellen broekspijpen aan.
Populair is hij onder de studenten,
maar toch weet vrijwel niemand iets
van hem af. Zijn privé-leven is werke
lijk privé en vrijwel geen van zijn bes
te vrienden werd ooit op een Engelse
thee In zijn huis uitgenodigd. Lew'
heeft het soms heel vaagjes over zijn
„oude moeder" waarmede hij samen
woont. maar iedereen weet, dat zijn
moeder stierf toen hij nog jong
Men meent te weten, dat hij doelt op
de moeder van een vriend, die
eerste wereldoorlog omkwam. Zi.
zorgt het huishouden voor hem. Volgens
de geruchten moet het een oude, zure
vrouw zijn met een slecht humeur.
Maar niemand is er ooit geweest.
BEKENDE KLANK
fantasierijke boekenwurm, die hij gewor
den was. omdat hij genoeg had van het
prozaïsch kerkelijk (on) geloof.
De hoofdoorzaak misschien zullen we
op de school moeten zoeken. Lewis
kwam in aanraking met alle mogelijke
godsdienstige gedachten uit de pre
christelijke klassieken. En „niemand
probeerde me ooit te laten zien, hoe
het christendom de vervulling is van
alle heidense godsdiensten en het hei
dendom aan het christendom vooraf
ging. De algemeen aanvaarde opinie
scheen te zijn, dat alle godsdiensten een
hutspot van onzin waren, hoewel de on
ze, door een gelukkig toeval, precies de
ware was... Maar op welke gronden kon
ik deze uitzondering aanvaarden?" Uit
deze woorden van C. S. Lewis zelf blijkt
het ontzettende gevaar, dat schuilt in
een neutraal onderwijs en bovendien in
een onderwijs dat misschien christelijk
in naam is, maar waaruit het leven is
geweken. Hieruit blijkt ook hoe nodig
het is, dat alle onderwijs, ook de vak
ken die niet met „christelijke religie"
te maken hebben, hun fundament vin
den in het Woord van God, dat prac-
tisch toegepast wordt in een aan Chris
tus overgegeven leven.
„VERLOREN GENERATIE'
Toch heeft zijn ftaam een bekende
klank al is het dan niet door de vak
literatuur, die hij heeft uitgegeven. Van
zijn wetenschappelijke werken „The Al
legory of Love" (De allegorie der liefde
over het leven en werk van Spenser)
„A preface to Paradise Lost" (Een vc-,
woord tot het Verloren Paradijs) zal
hij nimmer rijk worden, hoewel ze be
horen tot de beste literaire critieken
van Engeland.
Zijn bekendheid verwierf hij door zijn
boek: „Brieven uit de Hel" dat in Ne
derland reeds zijn achtste druk beleef
de (een pocketuitgave die vorige week
ook al weer is uitverkocht), en dat in
de Engelse taal meer dan twintig her
drukken beleefde. Dat boek was echter
maar het begin van een hele serie over
het Christelijke geloof en alles wat daar
mede samenhangt, die de interesse op
gewekt hebben van de jonge intellectu-
Als jongeman zqp hy
het nimmer geloofd heb
ben, dat God hem eens
zou gebruiken oin over
de waarde van het geloof
te schrijven en te spre-
tuigd atheïst. Van huis
uit kwam hij niet uit een
onkerkelijk milieu. Zijn
vroegste jeugd was over
goten met zonneschijn:
„Goede ouders, goed
voedsel en een grote tuin
om in te spelen." Hij
groeide op in de Ierse
kerk, die deel uitmaakt
van de Anglicaanse, maar de godsdienst
van zijn ouders was louter sleur: eer
soort van beschaafde godsdienstige god
deloosheid. De dood evenwel verduister
de zyn kinderleven en schokte zijn
jeugdgeloof, toen zijn moeder aan kanker
stierf. Toch bleef hij nog een paar jaar
lang twee maal op een zondag naar de
kerk gaan, maar toen hij twaalf werd
„hield hij op een christen te zijn." In zijn
nieuwste boek „Surprised by Joy" (Uit
gave Hodder Stoughton) dat volgend
jaar bij Ten Have in Amsterdam zal ver
schijnen, beschrijft hij de vele redenen,
die hem door de ruime mazen van het
kerkelijk net deden heenslippen.
EÉN VAN DE VELEN
Er zijn nog wel andere oorzaken aan
te wijzen. De generatie van Lewis is
wel eens de'' „verloren generatie" ge
noemd. Een gemakkelijk cynisme voer
de de boventoon in intellectuele krin-
en men hechtte een modieus pessi-
ne aan alle menselijke ervaring. Via
het occultisme kwam Lewis terecht in
atheïsme dat in wezen een vlucht
voor de werkelijkheid. Zelfs de veld
slagen in Frankrijk deden hem niet die
per doordenken of was hij bang om
verder door te denken? Een granaat
scherf (een Engelse nog wel) trof hem
in de rug en dwong hem naar „Good
Old England" teryg te gaan. En in de
jaren na de eersfte wereldoorlog leed
hij een armoedig bestaan als dichter,
tot hij een aanstelling verkreeg om
het Magdalen College colleges te
i. Iets anders echter bleef hem
treffen in de rug. Een onhoudbare twij-
il aan de waarheid van het atheïsme.
Lewis heeft geen plotselinge bekering
beleefd. Hij is niet in een massale evan
gelisatiesamenkomst naar voren geko
men. Eenzaam heeft hij zijn strijd ge
streden. Filosoferend, denkend en me
diterend. is hij tot zijn conclusie geko-
Over zijn uiteindelijke capitulatie
en en dertig jarige leeftijd schreef
..De verloren zoon liep tenminste
Weer een nieuw
Nu voor de Chinezen
Na het overwel
digend succes van
het maandblad
voor Afrika „Afri
can Challenge" zijn
een groot aantal andere bladen met goede resultaten uitgekomen.
De eerste aflevering van Deng Ta (De vuurtoren) verscheen vorige
maand in een oplage van 10 000 voor de Chinese vluchtelingen.
Een vroegere zendeling van de China Inland Mission zal de directeur
zijn, en het hoofd van de Christian Witness Press, Ron Roberts zal
samen met de Chinees Y. L Lïu de hoofdredactie vormen. Ver
schillende andere zendelingen werden door hun zendingsgenoot
schappen afgestaan om als redacteuren te helpen.
Zendeling Woodward, die de opmaak
verzorgt, zei: „De Vuurtoren" zal zich
een plaats moeten veroveren, tussen
een groot aantal neutrale bladen in de
kiosken. Deze felle concurrentie heeft
echter de communisten, rooms-katholie-
ken en zevende-dag-adventisten er niet
van weerhouden om met eigen propa
ganda op de markt te verschijnen. We
zullen ons blad even goed of beter moe
ten maken dan de bladen, die er reeds
zijn, en ons doel is om het tot het
aantrekkelijkste en interessantste
maandblad te maken. De omslag van
het blad is uitgevoerd in vierkleuren
druk en de binnenpagina's zijn vol teke
ningen, foto's ook daar werd in de op
maak met kleuren gewerkt.
„De Vuurtoren" is dus de jongste van
de maandbladen, die worden uitgegeven
door een of meer zendingsgenootschap
pen. Voor wie het interesseert geven
we hier de andere bladen door:
ANDERE BLADEN
De pionier van de bladen (die veel
weg hebben van De Spiegel, maar veel
meer aandacht besteden aan evangeli
serende artikelen) is de African Chal
lenge met een oplage van 150.000.
Envoi verschijnt in Frans Equatori
aal Afrika en heeft een oplage van
20.000. Neno La Imani verschijnt in de
Belgische Congo. Dit blad is reeds van
oudere datum, maar is onlangs in een
nieuw formaat verschenen en volgt
de voetstappen van de African Challen
ge. Het bereikt nu bijna 20.000 gezin
nen. Het Japanse Hyakunannin No Fu-
kuin is opgeklommen tot een 15.000 op
lage. Sung-Nee Seng-Whal in Korea is
juist met een oplage van een goede
1.000 begonnen. Aan de Goudkust ver
schijnt The New Nation in een oplage
van 10.000.
NOG MEER
En nog meer nieuwe bladen worden
verwacht. Vida, het Spaanse blad
Zuid-Amerika hoopt .in begin 1957 uit
te komen. Dit blad zal worden uitge
geven door eenmieuwe Zuid-Amerikaan
se Literatuur oenootschap waarin 44
zendingsgenootschappen samenwerken.
Dit blad schijnt een zeer goede toe
komst tegemoet te gaan. De African In
land Mission, die ook in Nederland een
"bestuur heeft, zal zeer binnenkort een
maandblad uit gaan geven in de Swahi-
litaal. Men zoekt nog een hoofdredacteur.
Al deze bladen brengen nieuws en
overzichten, interviews met leidingge
vende figuren op alle gebieden, korte
verhalen, fotoreportages, maar in de
eerste plaats blijft het doel evangeli
satie. Ieder blad bevat dan ook een Bij
belstudie met vragen en antwoorden
evangeliserende artikelen.
Het stond in de krant
De krantenartikelen van de afgelopen
weken gaven stof genoeg voor onze
overdenkingen. Over Marcinelle zullen
we nu maar zwijgen. De dood treft
ieder, groot of klein. Sommigen haalt
hij weg uit de diepten der aarde, an
deren rukt hij uit een vrolijke vakan-
We willen hier de melodramatische
vraag: Zijt gij bereid om te ster
ven," die zo graag in evangelisatie
misbruikt "wordt, niet aanhalen. Het
is niet de vraag of wij bereid zijn,
want wie wil graag sterven? Ik wil
ook niet vragen of wij gereed zijn,
want het is, alsof er nog zoveel te
Eerst nog dat diploma halen. Eerst nog
gelukkig met mijn vrouw leven. Eerst
nog gepensioneerd worden. Of we
bang zijn voor de dood, vraag ik
maar helemaal niet. Job noemt hem
de koning der verschrikkingen. Wat
ik wel wil vragen is, of U weet waar
toe de dood U toegang geeft: Licht of
duisternis? Hemel of hel? Verlossing
of verlorenheid?
Johannes schreef negentienhonderd
jaar geleden: „Deze dingen heb ik
u geschreven opdat gij weet dat
gij het eeuwige leven hebt, en opdat
gij gelooft in de Naam van de Zoon
van God (1 Joh. 5 13). Die weten
schap is geen hoogmoed, zij is slechts
mogelijk door nederig als een kind te
geloven wat God zegt.
Lof voor de synode
van Leeuwarden
Bij alle kritiek, die in de Geref. ker
kelijke pers is vernomen op de beslui
ten van de generale synode van Leeu
warden in betrekking tot het Psalm
gezang, mag toch niet het oog worden
gesloten voor de waarlijk oecumenische
houding der synode, die, naast alle toe
nadering tot de Ned. Herv. kerk als
muzikaal adviseur heeft benoemd de
heer J. M. Vetter te Groningen, lid
de Geref. kerken onderhoudende arti
kel 31 K.O. (Kerknieuws)
iedereen is gegrepen door zijn geloof.
Zijn medeprofessoren schimpen op hem
als de „verpopulariseerder" van het ge
loof. Zij beschuldigen hem er van, dat
hij vaak ruw is in zijn debatten.
Maar bovenal vallen ze over het feit,
dat zijn theologie een soort van acade
mische ketterij is. Zij bewonderen hem
voor zijn kennis van de Engelse litera
tuur. „Maar", zegt één zijner critici,
„zijn christendom heeft hem meer
geld in het laatje gebracht, dan het
Jeanne d'Arc ooit schonk en heel wat
meer publiciteit dan zij in haar leven
ontving. In tegenstelling tot zijn uitste
kende wetenschappelijke geschriften,
heeft zijn christelijke propaganda iets
van een goedkoop sophisme. Als hij zijn
lezers mee kan slepen op de karavaan
weg der logica, verleidt hij ze op het
De oude sofa
tuinpad v
Hij was één van de velen, die in de
vroege puberteit eenvoudig uit de kerk
verdwijnen en nimmer meer gezien
den. Zelf geeft hij verschillende oi
ken op. In de eerste plaats wel, omdat
godsdienst voor hem altijd slechts
zeggen van het avondgebed was
weest. Eerst vond hij het vreselijk als
hij het eens vergat, maar toen hij ont
dekte, dat hij ook zonder dat gebed
wel slapen kon, verdween de noodzaak.
Bovendien was daar de invloed van de
huismoeder van zijn kostschool, die vol
animo gedoken was in iets dat het mid
den hield tussen het geloof van de theo
sofen, Rozenkruizers en spiritisten.
Zij maakte een diepe indruk op de
flllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
Het wondere ambt
Moeder Dijkstra is bezorgd over
haar zoon Willem. Hij maakt het
op school niet zo goed. Dominee
tracht haar zorg wat weg te nemen
en na veel praten lukt dat ook
wel. Dan valt er een zwijgen.
Kennelijk wil moeder Dijkstra nog
wat zeggen, want ze schuift zenuw
achtig heen en weer. Tenslotte
vraagt ze, verlegen: Dominee is
wel op Willem gesteld niet? Ver
wonderd bevestigt deze dat. Ja,
dat meende ze al. Willem heeft
het tenminste vaak over de cate
chisatie op school. O, zij kent die
verhalen niet, hoor! Dat had je
vroeger niet! Maar nu had ze al
eens van Fridus, die de post rond
brengt, gehoord, dat dominee zo
veel post krijgt, overal weg! En
Willem had verteld over brieven
van een zekere Paulus uit een ver
land. En nu wilde ze vragen, of
haar Willem daar dan niet de
postzegels van mag hebben. Want
die verzamelt ze.
(Uit de dagkalender „De Ploeg",
overgenomen in Kerknieuws.)
nog op zijn eigen voeten naar huis'
God echter ..opende de hoge poorten
voor een verlorene, die schoppend, we
derstrevend en weerbarstig naar binnen
gesleept wordt, terwijl hij toch nog
alle kanten uitziet naar een gat
ontsnappen". Hij schrijft: „Ik gaf het
op en erkende dat God God was
knielde neer en bad. Misschien wj
die avond wel de neerslachtigste
weerbarstigste bekeerling van Enge-
De_ woorden „dwing ze om in te
Gods ge
land.
gaan" peilen de diepte
nade."
OPSCHUDDING
Hij heeft zijn bekering niet onder stoe
len of banken geschoven, en zijn boe
ken over het christelijk geloof hebben
een geweldige opschudding teweeg ge
bracht in intellectuele kringen. In 1947
schreef het weekblad Time dat hij een
volkomen onorthodoxe weergave geeft
van een oerdegelijke orthodoxie. „Zijn
boeken zijn in zekere zin filosofisch,
maar zijn gedachtengang is zo logisch,
dat niemand hem misverstaan kan. Niet
orthodoxe theologie"
Eén kleine jaloersheid
is echter niet vreemd aan
deze woorden. Zijn boe
ken hebben geweldig veel
lezers getrokken en zijn
Engelse populariteit is in
Nederland slechts te ver
gelijken met die van Okke
Jager In onze taal zijn
bij Ten Have in Amster
dam verschenen: „Brie
ven uit de hel". „De grote
scheiding". „De Beeld
houwer en zijn beeld",
„Christelijke levenshou
ding", en „De sleutel tot
het geheim". In het laat
ste boekje zijn een serie radioboodschap
pen gebundeld onder de titel „wat de
chrR'en gelooftOp heel simpele, maar
dooi„. ingende wijze laat hij zien. dat er
heus wel logica zit in het christelijk ge
loof. Bovendien zullen in de loop van
1957 nog in Nederlandse vertaling ver
schijnen „Out of the Silent Planet". Een
fantastische wetenschappelijke „fiction"
over interplanetair verkeer, waarin de
strijd tussen goed en kwaad wordt be
schreven; verder „The Problem of
Pain" en zijn nieuwste autobiografie
„Surprised by Joy".
Lewis' boeken hebben de intellectueel
weer aan God en aan de kerk doen den
ken. Het geweldige succes van Billv
Graham was mogelijk, omdat tot op ze
kere hoogte Lewis de weg had gebaand.
In verband met de nieuwe geestelijke
interesse schreef hij in een studenten
blad C h e r w e 11: „Niemand zal wel
licht willen ontkennen dat het christen
dom onder de jongere intelligentia aan
trekkingskracht bezit, zoals we dat, la-
zeggen, in 1920 niet kenden. Al
leen een groentje zal nu nog de anti
christelijke positie als vanzelfsprekend
aanvaarden... Toch moeten we ons wel
bedenken dat de wijdverbreide en le
vendige interesse in het onderwerp een
odeartikel is... Wat de mode ons
schenkt, neemt de mode ons echter ook
veer af. Waarachtige bekeringen blij- i
en bestaan, maar niets anders. In die
in kunnen we ons op de drempel be-
inden van een echt, christelijk reveil,
naar dat zal zich maar langzaamaan
aanbreken, verborgen en in kleine
groepen.
De tegenwoordige zonneschijn is maar
tijdelijk. Het graan moet worden binnen
gehaald eer het natte weer komt.
Interessant experiment of
shoiv zonder inhoud?
Als „modern" betekent met de tijd meegaan, dan
is ds. Bill Alexander uit de stad Oklahoma niet mo
dern. Hij is zijn tijd vooruit, als de tijd tenminste
dezelfde kant uitpaat als hij. Hij heeft zijn nieuwe
kerkgebouw de „kerk van morgen" gedoopt, maar
in de stad noemt men haar al „Hoofdkwartier van
hët heelal" Als een monsterachtig ei, dat half in de
grond ligt begraven, en doorstoken is door een stalen
toren overkoepel! het dak een cirkelvormige ruimte,
waar plaats is voor 2200 mensen, die daar via rol
trappen naar toe gebracht worden. De theaterstoelen
staan in een cirkp] en omgeven een preekstoel die
via een drukknoo kan rijzen en dalen, schrijft het
weekblad Times
Aan het koepelvormig geheel is
een cylindervormig gebouw toege
voegd, met zalen en kamers voor
de zondagschool. Vijftig klassen
kunnen tegelijkertijd gehouden
worden en de keuken, die maar
even 50.000 heeft gekost en waar
in de vrouwen van de ouderlingen
vrij spel hadden bij de inrichting,
zal ruim voldoende ziin om de 500
hongerige magen, van men
de eetzaal kunnen vullen
het goede te voorzien. Een beton
nen toren zal een electronisch
carillon bevatten, dat „tegen ieder
klokkenspel op kan" volgens de
predikaat en dag en nacht zal er
een gasvlam op branden. Op het
ogenblik is nog in aanbouw eer
jeugdgebouw met zwembad, gym
nastiekzaal, tennisvelden en eer
dansvloer. „Het enige, wat je ni
nog nodig hebt", zei de evangelist
Billy Graham tegen Alexander, „is
een oliebron zodat je geen collectes
meer behoeft te houden". Alexan
der antwoordde: „Dat zou het erg
ste zijn wat ons zou kunnen
komen. De mensen moeten g
CONFERENCIER
Ds. Bill Alexander is 41 jaar oud
en de zoon van een predikant. Na
een jaar universiteitsstudie gaf hij
de boeken er aan en werd confe
rencier in een nachtclub. Een jaar
later gaf hij daar ook de brui
en werd predikant van een klein
vervallen kerkje in de staat Okla
homa. Hij ging weer naar de col
legebanken en promoveerde cum
laude van de universiteit in Tulsa.
Na nog twee jaar zijn studie voort
gezet te hebben aan de universiteit
van Chicago en een jaar predikant
geweest te zijn in Los Angeles
Bill Alexander en zijn
Kerk van Morgen. Het
Hoofdkwartier van het
Heelal .met roltrappen
ONMOGELIJKHEDEN
Hier organiseerde hij zulke on
mogelijkheden als een zondagavond
dans in de ontspanningszaal van
de kerk. Hij richtte zich tot de gou
verneur van de staat om de droog
legging (van sterke drankaf te
sbhaffen en pleegde huwelijksruil
Zowel hij en één zijner ouderlin
gen vroegen en verkregen echt
scheiding en trouwden eikaars
Hij is altijd de confer en-
gebleven. die contact met de
.ogelijk maakte).
hij
het
GEEN KLOOF
„Toen Christus op aarde rond
wandelde, stonden de mensen niet
in de rij om Hem te horen, maar
ze verzamelden zich rondom Hem.
Zo brengen wij in onze kerk de
gemeente rondom de prediker
Er moet geen kloof zijn tussen
predikant en mensen. Ik ben niet
bijzonder heilig iemand. Ik ben
hetzelfde soort als ieder ander.
Het enige verschil is, dat ik als
beroep heb de promotie van het
Christendom".
Nu ik dit allemaal heb opge
schreven, vraag ik me af wat dit
maken heeft met „geestelijk
leven". Misschien is het wel een
goed voorbeeld van een kerk. die
bokkesprongen gaat maken, als ze
materiële hoogconjunctuur
olie-rijke beleeft, maar een geestelijk ravijn
I binnenholt.
Chi
Uit de
Geref. Kerk
Schroef strik aan Galsem: denk t
om dat het enige waar het op aankom
is, hoever je je man van de Vijand wet
af te houden. Het doet er niet toe ho
klein de zonden xyn, a!s hun gezamenlij
effect maat is, dat ze de man wegloodse
van het Licht naar het Niets van buitei
Moord is niet beter dan een spel kaai
ten, als dat hel kan bewerken. De vei
ligste weg naar de hel is heus die va
de geleidelijkheid, de flauwe helling
lekker zacht voor je voeten, zonde
plotselinge bochten, zonder mjlpalet
zonder handwijzers."
Naar zo langzamerhand bekend be
gint te worden heeft Karl Barth op
11 april jl. aan de Frans-Zwitserse
grens bij Saint-Gingolf vreemde er
varingen opgedaan. Bij het grens-
onderzoek werd hem verboden Frank
rijk te betreden, waarvan het vol
gende procesverbaal werd opge-
Doende met het onderzoek der reizi
gers op de internationale brug van
Saint-Gingolf, ondervroegen wij de ge
naamde:
BARTH KARL, geboren de 10de mei
1886 te Bazel (Zwitserland) zoon van
Frits en van Anna Sartorius. van Zwit
serse nationaliteit, gehuwd, professor in
de theologie aan de Universiteit van Ba
zel, gedomicülieerd in laatstgenoemde
stad, Bruderholzallee, no. 26:
laten wij weten aan de belanghebbende,
dat hij het voorwerp uitmaakt van een
verbodsmaatregel om Frankrijk binnen
te komen en dat hem niet kan wc
toegestaan om ons grondgebied bi
te gaan of daarop te verblijven.
Hij verklaart ons: „Ik vertoon u mijn
nationale paspoort no. 344314, afgegeven
op 15 maart 1952 door het politiede
partement van het kanton Bazel. I)
ken, dat deze verbodsmaatregel orr
grondgebied binnen te gaan wat de
identiteit betreft inderdaad op mij van
toepassing is. Ik was volkomen onkun
dig van deze sanctie en ik zie niet in
welke motieven haar hebben kunnen
ïroorzaken.
Na voorlezing, aanvaarding en onder
tekening werd een afschrift van dit pro-
de belanghebbende
ces-verbaal t
hand gesteld
Karl Barth begaf zich daarop
Franse consul te Bazel om tegen dit
hem treffende verbod te protesteren.
Twee dagen later ontving hij van deze
instantie een brief, mededelende,
de competente instanties na raadpleging
hadden besloten om de maatregel, die
per vergissing te zijnen aanzien geno
men was in te trekken. In afwaenting
van de ondertekening van de reglemen
taire tekst machtigde de consul hem
voor het geval hij zich naar Frankrijk
zou willen begeven om in zijn pas een
speciaal visum aan te brengen, dat hem
voor alle overlast zou vrijwaren.
Het bleek, dat deze maatregel enige
jaren geleden genomen was tegen Barth
en een aantal andere tegenstanders van
de Europese Defensie Gemeenschap,
aar Frankrijk op dat ogenblik zelf nog
oor was. Barth, die zoals bekend, een
;genstander van de Duitse herbewape
ning is. werd in die dagen in Frarkrijk
ongewenst geacht. Men verwierp later
vergat deze maat-
ilfdeE.DG..
regel in te trekken.
(A.J.B. in „Woord i
i Dienst"
In het blad „Eenigheid des Geloofs'
schrijft ds. Nieuwenhuijze een artikel
over de toestanden ln de Chr. Ger.
„Veel nieuws valt er eigenlijk niet te
vertellen, 't Kerkelijk leven kenmerkt
zich door stabiliteit met kleine of grote
re schommelingen. Aan teleurstellingen
ontbreekt het niet.
Ik denk bijv. aan het zendingswerk oi
Celebes onder de Toradja's. Veel werl.
is daar in het verleden verricht. Er zat
groei in de opbouw van de christelijke
kerk onder dit volk. Maar de toestand
in Indonesië en speciaal de terreur op
Celebes heeft veel moois stuk gemaakt.
Nog één zendingsarbeider is ons over
gebleven, ds. Geleynse, die momenteel
in Makassar vertoeft en zeer waarschijn
lijk binnenkort naar Nederland terug
keert om met de zendingsdeputaten te
spreken over de verhouding tussen de
Toradja-kerken en de moederkerk.
Want dat vlot in de laatste tijden niet.
Volgens de laatste berichten is er weer
iets meer hoop. Vanuit de Toradja-kerk
zal men zijn best doen om alsnog een
visum te krijgen voor ds. Bikker en ds.
Floor, opdat onder hun leiding de op
leiding van predikanten krachtig ter
hand genomen kan worden. Er is daar
een schreeuwend tekort aan predikan
ten. De velden zijn er. ondanks de druk,
wit om te oogsten, maar de arbeiders
zijn weinige.
Dat tekort aan arbeiders bedreigt
ons kerkelijk leven hier. Onze T
School biedt dit jaar aan de kerken
slechts een tweetal candidaten
Daartegenover staat, dat wij opnieuw
twee predikanten kwijt zijn door ei
gratie. Ds. Laman van Rotterdam-W.
dienen, en ds. De Waal van Bunschoten
staat gereed om één der Old Christian
Reformed Churches te bearbeiden. Wij
gunnen de kerken aan de overzijde
de Oceaan deze dienaren, maar we
den het toch jammer, dat wij telkens
weer predikanten op deze manier verlie
zen Want we hebben ze zelf zo hard
nodig. Er is nog zoveel te doen. En we
staan ook als Chr. Geref. Kerken tel
kens voor nieuwe taken. Het evangeli
satiewerk vraagt al meer onze aan
dacht. Er bestaan plannen om een spe
ciale evangelisatie-predikant te beroe-
pen in Amsterdam, er is een man no
dig voor de arbeid in Roomse gebieden,
maar waar halen wij ze vandaan? En
dan zijn er plaatsen als Groningen bijv.,
vijf preekdiensten in stad
omtrek gehouden worden en maar
predikant is.
één
Toch is dit niet het ergste als wij pre-
dikanten moeten afstaan aan de kerken
het buitenland. Erger i
'dikanten van ons heengaan naar
Er is iets merkwaardigs met dat
Woord van God. Terwijl het meer
verkocht wordt dan ooit, terwijl er
meer Bijbels gedrukt worden dan im
mer. wordt het boek minder gelezen.
Een statistiek toont aan dat minder
dan tien procent van de Gereformeer
de jeugd in N.O. Overijsel tussen 16
en 25 de Bijbel regelmatig persoon
lijk leest. Voor de meesten is het een
oud, dor, vergeten boek.
Op een vieze vuilnisbelt in Engeland
lag vorige week een oude sofa kleine
jongetjes te verleiden tot vuurtje
stoken... Natuurlijk waren er de jonge
tjes in de buurt, en als Nederlandse
kinderen waren ze tegen de verleiding
niet bestand. Ze rukten de sofa uit el
kaar. en daar tussen de gesprongen
veren zat een zakje met pondsbiljet-
De sofa was van hand tot hand ge
gaan, niemand wilde hem meer heb
ben en iedereen schonk hem maar
aan een ander weg, tot er eindelijk ie-
1 mand de moed had om hem met de
vuilnisman mee te geven. Maar het
waardeloze ding bevatte een rijke
schat. Zo gaat het met Gods Woord.
Voor de meeste mensen is het een
oud oninteressant boek. De eigenares
se van de sofa had zich niet zoveel
zorgen gemaakt over de huur en de
melkrekening, als ze geweten had dat
ze rijk was.
De meeste mensen strijden met de
twijfel, vechten tegen de onzekerheid
zijn bang voor het leven na dit le
ven, tornen tegen de stormen van de
tijd. En in het Boek ligt de oplos
sing verscholen. Christus zegt:
„Komt herwaarts tot Mij, die ver
moeid en beladen zijt en Ik zal u
rust geven." (Matth. 11 28). Arm
zijn we als we het boek niet open
doen. Maar als we zoekend naar het
vuur van Gods Geest een blik in de
Bijbel slaan, ligt daar de rijkdom van
de hemel tentoongespreid.
Plutonium
Sprekend over rijkdom moest ik den
ken aan de jongste legende. Er was
eens een klein dorp in de bergen, dat
leed onder de aanvallen van wilde die
ren en nog wildere stammen. Men
verweerde zich zo goed als het maar
kon, maar lang zou het niet duren, als
er geen hulp kwam opdagen.
Toen kwam Plutonium het dorp binnen.
Hij was groot en krachtig, sterker
dan twintig paarden, en hij kon niet al
leen een huis omverwerpen, maar een
heel dorp met de grond gelijk ma
ken. De gemeenteraad kwam in ge
heime zitting bijeen en besloot einde
lijk om hem het koste wat het koste
in dienst te nemen. Men was wel een
beetje bang voor hem, men vroeg
zich af of men hem wel in toom kon
houden, maar meende men als eerst
de vijanden maar eens verslagen wa
ren dan konden ze hem inschakelen
om grote sterke huizen te bouwen.
Allerlei zwaar werk zou hij voor hen
kunnen doen. De prijs was hoog. De
rijken moesten diep in hun zak tasten
en zelfs naar de bank gaan om meer
te halen, de armen werden er nog
armer van. Maar dat hinderde hele
maal niets, want straks zou Plutoni
um voor hen al het werk doen, dan
werden ze rijk, zelfs de armsten.
De kracht van Plutonium was gewel
dig. De wilde stammen trokken zich
bang terug en de wilde dieren durfden
alleen maar in de verte nog te brul
len. Maar toen men Plutonium aan
het ploegen wilde zetten, bleek dat on
mogelijk, ook kon hij niet metselen en
de stenen die hij moest dragen
maken, vernietigen, verwoesten.
mensen leefden nog lang. maar onge
lukkig.
Het stond allemaal in de krant: „De
voorraden plutonium ter waarde van
miljarden dollars. die de Verenigde
staten hebben opgeslagen, zijn niet zo
als wel eens te kennen gegeven is
voor vreedzame doeleinden te gebrui
ken. doch alleen geschikt voor het ge
bruik in bommen." Plutonium is een
zwaar, kunstmatig gemaakt metaal.
Het is veel duurder dan Uranium en
dat is weer veel duurder dan goud
bomW «ebruikt in de waterstof-
WJLme".ien zoek«n altijd hulp. Als we
velJ^fh» Va" PLutondurn verwachten,
verwachten we het wel van een car
nere of van een banksaldo, of van
vrienden of van ons eigen kunnen.
!6?h !f d,£gen 7ijn uiteindelijk
niet beter dan Plutonium. Uiteinde-
EénVd?Jenngen °nS' Er 18 er
Eén, die ons wil nemen zoals we
r-l I ons. leven beter wil maken
Christus zegt: Ik ben gekomen opdat
ben (Joha««« heb.
10).
d. Bijl, die de kerk v
val met ds. P.' vu. D1J1> Qie ae K k
dTr^rTf d&2i*ln°v"*e*aan is
de Geref. Gemeenten."
ieto eJiU?nen niet lalen hleraan toch nog
uit deze kerkennhtbbenn wf tod, S3?'tS
™?r de toekomst verblijdende dingen
?^?°rd- °ok daar 's een bewust zoeken
nieuw echt geloofsleven. Bo-
i de aansluiting van deze
Phr* de Internationale Raad van
bmken PnCH ha,ar isolement door-
SgchèV''ondVrn*IdU.lt,,lfJd^ïtt va"