FRANSE BALLETMUZIEK en RUSSISCHE CHARME DE ZEVEN DUIVELS Intelligentie en armoede Carel van Leeuwen Boomkamp vijftig jaar Cultureel venster ZONDAGSBLAD ZATERDAG 11 AUGUSTUS 1956 zag schoonheid in smerigheid Geschiedenis van een knappe rijzige pastoor „Ik vertelde iets uit mijn eigen jeugd, zoals ik het heb waargenomen, zonder het te verfraaien of te verdoezelen." flIT is de geschiedenis van een knappe, rijzige pastoor, Don Gastone, in de tijd van Mussolini's opkomst, als centrale figuur van een kleine, Italiaanse mensengemeenschap in een kleine stad niet ver van Venetië. Er staat daar een groot, ver vallen barokpaleis, bewoond door de gierige signorina Immacolata, de eigenaresse, verscheidene ongehuwde vrouwen en armoedige gezinnen. De binnenplaats van het grote huis is het voornaamste toneel van de handeling. Zon komt er nooit, maar het bonte leven gaat er van de ochtend tot de avond zijn gang. En niets van wat gebeurt in de fietsenstalling in de inrijpoort, het werk plaatsje van de oude schoenmaker Bombana, op de trappen en de donkere, smerige overloopjes van het tot vele woningen ver timmerde labyrintachtige gebouw, ontgaat aan de beide vrindjes Cena en Sergio, de omstreeks elf jaar oude straatschooiertjes, die daar altijd in de buurt te vinden (of juist niet te vinden!) zijn. vertaald. Men twijfelt wel eens aan de letterkundige waarde van zg. „best sellers". Voor de schrijvers- capaciteiten van Parise kan men slechts eerbied hebben. Natuurlijk kan men van iemand uit zijn milieu, als hij dat gaat beschrijven, niet veel stichtelijks verwachten. Maar, zegt de au teur, ,,ik vertelde., iets uit mijn eigen jeugd, zoals ik het heb waargenomen, zonder het te ver fraaien of te verdoezelen." Sergio is op zijn manier niet minder vroom dan zijn buurtgenoten en in de grootste smerigheid ziet hij het fonkelen van de schoonheid. Nu en dan overvallen deze men sen treurigheid en melancholie om hun nooit eindigende honger en misère. Nergens is een spoor van cy nisme of onbarmhartigheid te vin den. Hoe geheel anders is dit re alisme dan waar het een program ma vormt, zoals bv. bij Zola. Met dat al is het geen boek voor onrijpe jonge mensen. C. RIJNSDORP De dans van Opmerkelijk boek van jong Oostenrijks schrijver Een zeer opmerkelijk debuut volkomen onbekwame leiders. Het voor Nederland, is het werk land wordt eenvoudig gebrand- van de „oordien'joB onbekende jonge Oostenrijkse schrij Frits Habeck. Van zijn hand verscheen hier in vertaling van Hans de Vries bij de Zuid Hol- landse Uitgevers Mij te Den in tel. Haag een boeiende historische Conflict roman „De dans van de zeven duivels". Frits Habeck beschikt over een bijzonder talent, daar- gend' van legt zijn boek een indruk wekkend bewijs af en het lijkt ons belangrijk de ontwikkelings gang van dit jonge talent te volgen. Helaas beschikken we hier in Nederland nog niet over enig vergelijkend materiaal. worden platgereden onder de hoe ven der paarden van strijdende ridders, de boerenbevolking wordt gekneveld, de burgerbevolking uit gezogen en mensenlevens zijn niet Zijn werk verplaatst or de vroege middeleeuwen, Frankrijk dat verdeeld e scheurd zucht onder vreemde heer sers (Engeland) In deze wereld plaatst Habeck gevoelig, naar vroomheid nei- ïs, Robin de Morteby, adel en bovendien be hoort hij door zijn studie in de medicijnen tot een heel kleine groep van denkers ert mensen van wetenschap, die een open oog hebben voor wat er in Frankrijk gebeurt het wordt eenvoudig vermoord! Morteby bindt de strijd aan tegen het onrecht en vecht voor het recht van de mens en het grote conflict is geboren. Zijn weg brengt hem in aanraking met uitgeplunderde bevolking, Cena komt uit een misdadigers milieu. Sergio, de „ik" van het verhaal, nauw verwant aan de schrijver Goffredo Parise (geb. 1929) zelf, leeft bij zijn ongehuw de moeder en grootouders. De joqgens groeien daar op in een sfeer van honger, ontucht en smerigheid. Het zijn vroegrijpe mannetjes voor wie er geen selijke geheimen bestaan, die priester. ge vragen. Verderop in het boek verschijnt de figuur van de jonge, mooie Fedora, een meisje dat 's- middags veel bezoeken ontvangt van officieren en andere militai ren, en bij wie de beide jonge boefjes als het ware kind in huis Hier begint het drama en de de al te zelfverzekerde Naar aanleiding ,Ze doen niets liever mooie priesterluister et uitg. D. van SIJn alles horen, alles afloeren en voor alles te vinden zijn, als het maar wat geld oplevert om hun maag te vullen of anderen te trakteren. Iedereen is daar een type, zo niet een karikatuur, zoals bv. Esposito, weduwnaar en gepen sioneerd cipier, die maar van twee dingen vervuld is: de Duce en. Esposi- to's sanitair met stro mend water, alleen be stemd voor hemzelf en wie hem zo eens bezoe ken. terwijl hij deze in richting zelfs voor zijn eigen dochters angstval lig achter slot en grendel houdt. Maar de auteur verliest genegenheid noch voor de noch voor de vrouw. Het i: er niet om te doen om ovei menselijke zwakheden te triumfe- ren. Ook ziet hij achter de pas sie (die des te heviger oplaait, omdat ze door zoveel Te Bussum, in de Willems laan 19, zit een kartonnen cellistje met dikke ronde bril onbeweeglijk maar gespannen te wachten, „DE CELLO HEEFT MIJ GEKOZEN" weet het ik werk ook mei handen en voeten om mijn hart te boven te blijven. De beide geschoolde boefjes speculeren op de gevoelens van de oude vrijsters voor hun pas toor, want ze zijn alle hem verliefd, het meest wel de, althans de huiseigenares zelf. De gees- meisje, dat telijke is veldaalmoezenier ge- roep voor weest tijdens de Spaanse bur- weet niet. dat hij teringachtig geroorlog en heeft er een paar Hij ontziet zich in niets Vóór mij liggen drie gedicnten- dezë bundeltjes van gelijk formaat, verschenen bij Bert Bakker/Daa- men N.V., Den Haag. In deze keu rig uitgegeven, langwerpige boek jes zijn jonge mensen van 25 a 30 jaar aan het woord, twee zijn alle drie vertegen woordigers van de zoge naamde richting gelijken naar het uiter- ë'gaï lijk veel op elkaar. Voor- S£S£J!tZSBi z" dc,dag 01 tine Meyling vertonen soms een servet som« veel overeenkomst. Ellen eten met Warmond met name munt roerloos i uit door een typisch (lang verbeid) zijn cello en altijd streng i het voorhoofd. de kant van het haar illusies en desillusie; slotte ten prooi 0„u.g.w».,w----- kwaal. Maar de eche tragedie Overigens maakt hij de indruK de dood van Cena. Bij een van een man, krachtig naar geest „kraakje" doodt hij een nachtwa- en lichaam, onbesproken van ge- ker. Ontsnapt uit de tuchtschool drag, al is hij zich de indruk, die in Venetië, valt hij onder hij op het vrouwelijk geslacht vrachtauto en sterft maakt, wel bewust. Hij weet zijn koorts, nadat hem e invloed vooral op signorina lm- de_heup is afgezet, macolata te nutte te maken door haar van alles te laten betalen. schermelingetje Sergio af kleine rode auto voor zichzelf toe Hoe de vrome vrouwtjes hun ge voelens voor Don Gastone met hun veelvuldig kerkbezoek kun nen verenigen Maar ze doen niets liever dan naar zijn preken luisteren en zich door hem de biecht laten afnemen. Religie en erotiek liggen soms gevaarlijk dicht bij elkaar, ook onder Protestanten! Intussen is veel in dit boek een onbedoelde bijdrage tot het verstaan rooms-katholieke geestesgesteld heid in zuidelijke landen, waai de correctie van en de wrijving met het Protestantisme ontbreekt. Maar hoe loopt dit alles af, zult haar oneerbaar be- baas te blijven door die opgeeft Don Gastone notities van geconcentreerde beeldspraak van zich af te schrij- vait ven. De armoede is, al even mo- zijn dern. er een van geestelijke aard, omdat er nergens een ideaal ook maar in schijn kan stand houden en omdat er aan niets meer i geloofd, aan geen God en aan mens. Het oog van de jonge, wond- derne generatie is gescherpt om een been tot door elke illusie heen te zien: men laat zich niets meer wijsmaken. schuchter of wanhopig tegen- stribbelen van hst hart wordt dan de stuwkracht de strijkstok gereed op de snaren. Dan, op teken buigt hij het hoofd met de puntkin ot zaagt en zaagt of z'n leven ervan afhangt. Maar gedisciplineerd en met gepassioneerde rimpels i In ditzelfde huis, ja in dezelfde kamer, bespeelt ook de zeei^ver^erwijderd6 van een6 vers1 eigena-ar van dit cellistje zijn instrument. Niet zonder succes, dat men zou kunnen zingen! Het want wie kent Carel van Leeuwen Boomkamp niet gedicht is hier weinig meer dan als een der vooraanstaande cellisten van Nederland, een inscriptie. Ellen Warmond be- experimentele schrijft het doelloze doen van de .„-it to<„>ncteUino t„t n in het vers „Grammati- Maar weUc een te8enstellmg tot als volgt: deze fanatieke mascotte. Mis schien juist daarom heeft Boom de hals kamp hem van Johan Wagenaar •n strop ais aandenken gekregen. Want of hangen Boomkamp zelf is de man van een optimistisch „carpe diem" en maakt de indruk dat hij in blij- afzien keid de meeste dagen van de vijf de ontmoedigende wijs u" TOEN TOT DE KAMERMUZIEK korte de voltooid toekomstige tijd. Alleen Hans Andreus komt tot een zeker vitalistisch geloof; „het komt als vuur en zorgeloos." tig jaar, welke hij vandaag. 11 Het Zigeunerkind, zegt augustus vol maakt, heeft ge- verhaal, vindt plukt. Na een jaar of vijf echter, het was inmiddels 1931, had Boom kamp wel alles beleefd v/at een orkest de musicus kan bieden. Meer en meer begon hij te voe len voor het intiemere ensemble, waarin een instrument als de cel lo al zijn nuance kan openbaren. Het is merkwaardig: opnieuw zien we het instrument de richting van de kunstenaar bepalen. „Ik heb nooit echt gestreefd naar een „carrière", zegt Boom kamp, „want ik behoor tot de te- lcgecu Leeuwen Boomkamp Yre£ea musici Waarmee hij be- belangrijke beschouwingen weerspreekt door zijn loopbaan doelt dat zijn cello het heeft ge- hin r- de mythe, dat de kunstenaar wonnen van persoonlijke eer- spontaan zijn instrument kiest, zucht. In het laatste geval EN DREEF MIJ TOT DE KUNST Carel onder eigen hertogen en koningen, laat hem le ven in burchten en gevangenissen. 2ijn strijd voert hem tot aan de rand van de dood totdat hij zich noodgedwongen in kleine kring te rugtrekt om daar in beginsel zijn ideaal, dat hij nimmer heeft ver loochend te verwezenlijken. Dit al les trekt aan de lezer voorbij tegen een achtergrond van bran dende burchten, hongerende ste den, verwaarloosde boerderijen, bemodderde wegen, zwermen ont heemden en vele doden. Dit is dan bloot de geschiede nis in dit boek, misschien niet zui ver naar de kroniek der geschie denis, maar ontstellend waar in haar ontleding van de mens en daarin urgent voor de mens van vandaag want nog telt onze we reld de duizenden rechtlozen en ontheemden. Wat zeggen namen en grenzen, en jaarcijfers? En toch stuiten we hier op een moeilijkheid, want het is niet een voudig de innerlijke waarheid van de schrijver te ontdekken in diens uiterlijke realiteit, ondanks zijn diepgaande beschouwende bladzij den en dit is toch een onmisbaar element in de zgn. „ontdekking" van het boek. Zo beschouwd weet men als criticus niet direct waar- n accent zal leggen: op de i Ro- dermeer „Dat cellistje", zegt hij, „staat roemd muzikant. i be- „Want nu kan men toch 'ordt grijpen, menselijkerwijze geen Genialiteit milieu of opvoeding gebonden. De schrijver, die in dit werk autobio grafische waarheid dooreen heeft gemengd, heeft zich in korte tijd ontwikkeld tot een ro manschrijver van internationaal formaat. „De mooie priester" (zijn derde roman) beleefde in Italië in één jaar tijds een ze vende druk en is in .zeven talen k°«e ?dem: dat zichzelf niet lang op de been kan houden. Zo schrijft Christine Meyling: Liefhebben is lelijk en ouderwets men doet het niet meer ik altijd hier bij me in de muziek kamer. Let eens op die concen- r be- tratie! Tegen elke leerling zeg ik: ziet Zó moet je kunnen spelen, zó in- andere val van licht, en plot- tens als hij het doet". iïïffi £\BrtS5.?rH.¥'ÏÏi SfiLS!" En terecht, went Boomkamp vallen kan, licht dat zal blijven de Haeeliikse omean™ zo- Leven betekent voortaan iets ii «3 vi^ wel bonhommie als savoir vivre wii wisten en weer witen le- ten toon sPreiden- vóór het con" ven verandert in leven." En hij ^ef'Sn va"1ottde'"«eM.h!,WParnfiètdv"r; bordkartonnen kunstbroeder aan- is geluk." Heeft Andreus minder nuchtere, critische zin dan zijn „Musici moeten voor hun optre- kunstzusters? Wint hij dit uiterst den zenuwachtig zijn, in spanning vage en wankelbare levensgeloof verkeren. Anders wordt het met ten koste van aijn intelligent!. Of het nu daaraan lag dat Ca rel Boomkamp geen zigeuner was, naar de viool gegrepen heeft bin de Morteby (alias Frits Ha beck?) of de boeiende geschiede nis. Uiteraard bepaalt elke lezer dit voor zichzelf. Ik kan me voor stellen, dat hij in dit boek vele bladzijden omslaat om eenvoudig het verhaal te volgen, anderzijds zijn, die de ontleding C.R. de uitvoering niets. Die spanning is feitelijk een mobilisatie hun gehele persoonljkheid". VIA NAAtb EN PLAAT U* M KORT Leo Delibes ia een van de componisten die niet door grote werken of revolutionaire ideeën naam hebben gemaakt, maar door de grote bekoorlijk- hcid van hun work. Zijn muziek heef. een melodische charme <S£"£'"ZSS ongecompliceerde prettig aandoende harmoniek. Heus, verscheurd werd. Een van de ba- Delibei bekende Nederlandse i Joh. D. Scherft, die tijd grafi Koi Mar nkooi Haghe Sanghers' tei een Neerlandica huwd is met de concertpi Paul Kurpershock, hoopt augustus a.s. in Den Haag 65ste verjaardag te vieren. i Koningin Elizabeth vi land en de hertog van Edinburgh carrière begon eigen- zullen op 19 en 20 augustus a.s. lyk tweeiedig, nl. als de openingsplechtigheden bijwo- begeleider van het nen van het 10e internationale Théatre Lyrique ei kunstfeest „Edinburgh Festival ajs kerkorganist. Hij moet een heel goed kerkorganist zijn ge- schijnt zijn interesse voor dit instrument niet zo erg groot te zijn geweest. Voor zover ik weet schreef hij niet één orgel werk, wel talrijke theaterwerken. Dat Ter gelegenheid v.n dr 60,1. begon «met operct; verjaardag van de Nederlandse dichter, essayist, criticus, schilder en tekenaar Hendrik de Vries te Haren (Gr.) op 17 augustus a.s. is een landelijk huldigings comité opgericht met als secre taris Willem Brandt, Mr. Troel geen hoogvlieger, maar een man die zich voor een iedereen verstaanbare taal wist te uiten. Licht en bevallig is zijn kunst meestal en wie de muziek van zijn van balletten „Coppelia" en „Sylvia" hoort zal een zeer aangename -Die ontspanningskunst horen. ze- Op 21 februari 1836 mist werd Delibes in St 18 German-du-Val gebo- Zgn ren. Aan het Parijse Conservato-ium kreeg hij les van Bazin, Adam en Benoist. Zijn Alice N.hon, wier eer dichtbundels vele malen herdrukt en in het Frans Engels en Hongaars werf taald, te Antwerpen w tes als „Deux s charbon". „Maitre Griffard" en „Le jar- dinier et son seigneur". Daarna kwamen zijn balletten „La Source", „Coppélia" en „Sylvia" en zijn opera's ,Lak- I siraiaan X ie mé- Jn 18g2 werd In Blaricum worden morgen de opera ..Lakmé'' wel twee 80-jarigen gehuldigd, nl. de Nederland«e portret-, figuur-, stilleven-, landschap- en interieur- schilder Jaap Dooyewaard en de Nederlandse bloemen-, portret en landschapschilderes A. M. van WarmcloRussell. ge fluit ontvangen, maar elke colo ratuursopraan is heden ten dage nog dol op de rol v^n Lakmé. de knappe dochter van de Brahmaan- se priester Nilakantha. Maria Tallchief en Andre Eglets- ley (van het Neu< York City- Balletin de Pas-de-deux uit het ballet Jsylvia" van Léo Delibes. Tot 16 septemb Belgische schilders een tentoo stelling houden in het Palei Raadhuis te Tilburg, expositie vandaag is geopend. Van 15 augustus tot 6 septemb' In 1881 werd Delibes leraar aan het Conservatoire de Paris, waar zijn compositielessen werden ge- iulleti volgd door een 20-jarige jonge- In die romantische tijd zocht De- voor zijn balletten natuur- i de sprookjeswereld den: Claude Achille Debussy. Op vendien zorgde hij dende nymfen, Sylvia, treft een pijl de jonge herder Aminte. Zij wordt door de zwarte jager Orioon meegesleurd, ontmoet weer de inmiddels genezen Amin te en trouwt met hem. Twee door en door romantische balletten dus maar die historisch daarom zo veel betekenis hebben, omdat De libes hiermee de muziek gelijk waardig maakte aan de choreo grafie in het ballet. En hij bracht die kunst op zo'n hoog peil, dat zijn muziek zich ook bui ten het toneel .kon handhaven. Van beide balletten werden or kestsuites gemaakt en die zijn door NIXA in een sublieme uit voering op de plaat gebracht (30 cm langspeelplaat NCL 16009). Het Philharmonic Prome nade Orchestra wordt gedirigeerd door Sir Adrian Boult en zowel het spel als de opname zijn van superieure kwaliteit. Alle char me, alle lichtheid, alle klank kleur in het orkest zijn door Boult geheel behouden in deze weergave. Bovendien heeft Nixa heel fraaie ;t de dansend op. Een waardevolle plaat. EEN MAN die ook* sprookjes balletten schreef was Tschai- kowsky. U kent ze toch wel: „Zwanenmeer", Doornroosje" of „Notenkraker?" Met Delibes had Tschaikowsky de bekoring zijner melodieën gemeen. En de mees terlijke instrumentatie. Dit keei echter niets over Tschaikowsky's balletten, maar over een werk dat mij steeds als een ballet in de oren klinkt, zijn Serenade voor strijkorkest, gecomponeerd in 1880. Deze „Serenade in C-dui Op. 48" is een der schoonste wer ken van de Russische meester er zo men ooit dacht, dat alleen Jo hann Strauss walsen kon schrij ven, dan moet men toch beslis even luisteren naar de wals ui deze Serenade, een juweel. Wel) een krachtige impuls heeft Tschai bo- kowsky bij het componerei stralende Finale, waarin Russi sche thema's zijn verwerkt. Tschaikowsky heeft in zijn mu ziek wel eens wat ernstiger din gen gezegd, maar niet schoner. Een meer modern werk, dat me ook steeds aan een ballet doet denken is de zgn. Klassieke Sym fonie van Prokofieff, geschre ven in 1917. Het is een volslagen neo-klassiek werk, een stuk dat terugroept tot Haydn. Het is het eerste symfonische werk dat Pro kofieff zonder vleugel componeer de. Hij was toen namelijk met vakantie in de omgeving van Pe tersburg en werd als het hij solist, geworden zijn. Nu ter werd hij kwartetspeler en le raar. Maar toch zeker niet faute- de-mieux. Zijn successen in Neder- lands-Indië, waar hij vóór de oor log 27 solo-avonden heeft gege ven, bevestigen dat wel En aan de zweetdruppels die daarbij van zijn voorhoofd op zijn snaren ei} vingers vielen was slechts het he te tropische klimaat debet. „Want er blijft altijd een han dicap. Of je stoel kraakt, óf een snaar zakt, óf je lessenaar wie belt op een losse vloerplank. Maar mijn leraar Hekking heeft mij al- o tijd voorgehouden: Wanneer je al- melijk verstaan, wat Thomas leen kunt spelen als niets je hin- Aquino het indispensabele recht dert, kun je nooit spelen!". noemt, dat wortelt in de lex aeter- Het kwartet-werk bleef echter na. Ik- heb geloofd, dat ons gel- het voornaamste. Voorheen met dende recht, het ius positivum, niet. in tegenspraak mócht zijn met het natuurrecht. Dat is te verontschul digen; ik heb het niet alleen zo geleerd, maar heb het als christen gevoeld en in die mening stond weet wat de gebeurtenissen niet zullen wil len missen. Zij worden in dit boek tot een gehoon geheel. Welnu, het zijn geen eenvoudige zaken die de schrijver aan de orde stelt, want het gaat hier nl. om de norm van het recht en de gerechtigheid. Goddelijk recht „Onder gerechtigheid heb ik na- het trio. Go.ène-Bosmans. Budapester Strijkkwartet, thans met het Hollands Strijkkwartet en het ensemble Alma Mater gaf en geeft Boomkamp in binnen- en buitenland een onafzienbare reeks ik niet alleen. Maar v uitvoeringen. De cellist Carel tan Leeuwen Boomkamp bij zijn collectie oude muziekinstrumenten. deze lex aeterna, dit goddelijke „ui i.wCC jaar tijds", aldus recht eigenlijk is? Wie zal zeggen Boomkamp, „had ik met het Bu- of het menselijke recht in over- dapester Kwartet uitvoeringen in eenstemming is met het goddelij- elf landen. En wat je allemaal ke? En of recht ook rechtvaardig- zietheid is?" Hier een fragment uit een gesprek dat de Morteby voert met de Dauphin van Frankrijk. Het is een samentrekking van ge dachten, die een indruk kunnen geven van Habeck's werk. Op de vraag, wat de rechten van de mens moeten zijn, antwoordt hij: „De rechten, die ons eerbied voor de mens geven; de rechten die ons onderwerpen aan wetten en niet aan willekeur. Het recht om te spreken zoals we denken; het te leren waartoe wij ta- ten slotte het IN AL ZIJN VORMEN Wat speelt hij? Klassiek of mo dern? Alles. Boomkamp is immers het prototype van de echte muzikant, die overal zijn muziek vindt. Er ligt een grote stapel werken in zijn kast: een ware van muziek. Dit is dan alleen het terïnge'n aai. u het komend seizoen te be- te moeten worden' recht lenten bezitten w mi sione nei ,5■Sï!ïLcÏS .r"ïLïie_(l°?r "«ned«i"s M- ÊellJkgesteld studeren repertoire: Lex door" de na'tuur"g"est1mulëVrd"iëtó neesgezin uit Borculo reeds viool me" 4hotv«> "1A nauweI'iks maken in Haydn-stijl. Proko- speelden. Ook de piano fieff sprak na beëindiging van het "^"d zodat alleen in de cello- werk de hoop uit, dat deze Sym- afdaling nog een plaatsje voor de fonie in de loop der jaren ook kleine Carel openbleef. (Aan inderdaad als klassfek "*g |fi - Hemel, Schumann, Pij per, Dvorak, Ravelals een Godsvrede van klassieke en mo derne kunst in deze tijd van mu zikaal tweespalt. Niet te verge ten de heden ten dage zo ver guisde „stukjes". Daarbij vat de muzikant in - - ^al zijn gegaan. Zelfs nu nog wordt Boomkamp vlam: „Want wat is worden door de machthebbers die men getroffen door zijn uiterst ten slotte een muzikant zonder bmten hun partij en de tegenpar- melodieuse spreekstem. Uiteraard stukje"!? Waar is de tijd van niets dulden; maar ik geloof CAPITOL heeft beide werken had hier de cello ir> r«i00'- Pacoic tdat msnton *t*. n, (Tschaikowsky en Prokofieff) op een opzicht „het worden. Die hoop is werke lijkheid geworden, want dit vier delige werk is inderdaad een prachtig klassieke compositie, meesterlijk geschreven. bas viel natuurlijk niet te den ken!) Hadden daarentegen de broers en zusters gezongen, stel- Carel succesvol in de zang citeren weten dat deze schrijver zich uit leeft in zijn werk, waarom het aan ook bijzonder belangrijk is hem hierin te herkennen, te ont dekken. „Ik wil de gebeurtenissen met de ogen macht, ik weet "wel," dat deze Ya_,n£ altijd weer bestreden zal het zeg- plaat vastgelegd in een bij- gen". En het staat wel vast dat zonder gloedvoUe en technisch ,di£ P?"» 'Poed'S Carels lof ih perfecte vertolking door The "egoh te Pittsburgh Symphony Orchestra onder leiding van William Stein berg. Deze dirigent, die kele maal wel eens eei De cello had dus Carel gekozen »n bracht hem spoedig bij een c*t'ë uitmuntende leraar, nl. Edouard tevens heeft hij een bijzondere klankdoorzichtigheid in het orkest bereikt. Twee zeer aangename „Dat was nog t werken op zeer muzikale wijze ouderwets studeren' vertolkt. (30 cm langspeelplaat P Boomkamp: „Zes a z dag. Elke week dat mensen als ik nodig zijn o,.. ...cu, „A het kopje-koffie-in-de-pau- 5fe mensheid aan haar mens-zijn te ze, er echt gezellig bij ging zit- herinneren", aldus Robin in zijn ten: want dan kwamen de gesprek met de geschiedschrijver, „stukjes". Een sprankelend luna- Daarin ligt wonderlijk klaar uit- park van klank. In één woord: gedrukt waar de schrijver het ac- muzikantenmuziek!". cent van zijn boek wil leggen, niet Gelukkig biedt de Redio-omroep Whhuiuf'Sml'elijk™'", - A* Jgg^!!!?-"!*!!! "ei" ta deS historie, dii „TetYs de" geschiedenis van roem en glorie maardf/var" ~e1?Y?rwinningen.' Meestertrio" (met Gerard Hen- boek waardje 'm te bezitten, en c CORN. BASOSK1. ziekfeest plaats. het Zwitserse Fesispielorkest en Philh. Orkest uil Engeland zeven symfonieën zullen uitvoeren, te dirigeren door Herbert von Karajan, Ernest Ansermet, Ferenc Fricsay, Wolfgang Sawallisch, Frits Reiner en Georg Szell. I Op het slot Heidelberg (Dui land) wordt van 17 tot augustus een Mozart-feestwe gehouden. 16 januari 1891 stierf Léo Deli bes in Parijs en zijn nog onvol tooide opera „Kassya" werd la ter voltooid door Jules Massenet zijn medeleraar compositie aar het conservatorium. De naam vai Delibes is blijven voortleven doo een paar werken. Naast enkel sopraan-aria's uit „Lakmé" zij: dat eigenlijk alleen de ballettei .Coppelia" en „Sylvia". Wat De libes' leermeester Adam (compo nist van het ballet ..Giselle") was begonnen, voltooide Delibes hij bracht de symfonische muzie.1 in het ballet en zorgde er daar -4 door voor dat bij een ballet de ek muziek een gelijke plaats ging in nemen als de dans. enige dit ivereenkomst met de romanti sche opera uit de 19de eeuw. Con centreerde zich in die opera alle: >m de coloratuursopraan, Delibe; :oncipieerde ook een vrouwelijk' loofdfiguur, daarbij tegemoet ko nend aan de wensen van de pri- na-ballerina's, die altijd graag villen schitteren. In „Coppelia". iet werk dat het Ballet der Lage Landen in zijn geheel op reper toire heeft, is het 't verhaal van de pop (Het meisje met de gla ogen) die werk gehad prachtig verwerkte hij er dc Russische folklore. Zelf was hi ïeel erg op het werk gesteld. Ir :en brief van 27 oktober 188' ;chreef hij: „Ik heb per vergi: ;ing een Serenade voor strijko; kest in vier delen gecomponeer en zend je overmorgen de part tuur en het vierhandig piano-ai rangement. Is het stuk werkelijk zo mooi of bevalt het mij zo goed omdat het mijn jongste loot is Kortom ik ben heel erg op leven wórdt het werk gesteld" ?ewekt en natuurlijk een verlief- Na een klassiek-romantisch Al le jongeman bij zich krijgt, in legro moderato in sonatinevorm. .Sylvia" liet Delibes zich uispi- volgen een verrukkelijk-bloeiei.de reren door de oude Griekse my- wals en een innige Elegie. Het the van Aktaioon, de jager die geheel wordt besloten met een geveld en Paul Godwin). met onriprcV.hèT.4" ns od z'n Natuurlijk houdt Boomkamps den gelezen te verklaart ceUo op zi*n trjd wel eens een „en uur ner volstrekte monoloog. En dar. rist etudes komt- geheel solo. het bovenste het hoofd voorspeler! plus één .va°..de_J?a°^,.?oal!. enl*e A1?" of ander concert". terug radio-cyclus met Ne- HERM. STEGGERD.'.. Hekking vergde wel niet het bo- Anton van der Horst, Hendrik An venmenselijke, maar Boomkamps driessen, Henk Badings. limiet lag nog al hoog. Hij straalt als het ware nog bij de herin nering aan dit felle gevecht met de stof! „Dat was een tijd!" Het resultaat: Op de leef tijd van 18 jaar, waarop een Con servatoriumleerling praktisch nog zijn repertoire EN TOT DE GAMBA Deze gave, - gaan be- optreden stelt zijn aparte voor- ginnen had Boomkamp de gehele waarden! komt Carel van Leeu- - ~J~ J- Boomkamp ook uitnemend De Amerikaans Steinberg, die voor Tschaikowsky s ,Jserenadt Prokofieffs ,Symphonit dirigeerde. Class Na een korte gezellige periode bij De Haarlemse Orkest Vereni ging (hij was nauwelijks 19 jaar!) moest hij proefspelen voor een jury uit het Concertgebouw-orkest met Pierre Monteux. Hij ging blijkbaar zó goed van stal, da hij dezelfde avond nog moes voorspelen bij de grote Menge! berg-himself. Oktober 1925 wer' hij, nauwelijks de korte broek on vassen, aangesteld als eerste cel ist van het Concertgebouw-orkest „Ik leerde er" vertelt hij, „df grootsten onder de groten kennen Ik speelde onder Richard Strauss. Strawinsky, Rachmaninoff. Pro kofieff. Ravel en vooral Monteux die door zijn rustige duidelijki manier van aangeven de moei lijkste muziek (denk eens aan „Le Sacre du Printemps") vlek keloos eruit kon halen". ma,?r- uit«elezen collectie oude speeltuigen. Zelfs een lang- snange zgn. Clementi-vleugel j overtuigend demon- waarom men geen klassie- tpn kjL PP moderne instrumen ten behoort te spelen. Wie daar meer van wil weten leze eens zijn .want solistisch mu2itk"/ klank!'e« d« uude Vandaag, 11 augustus is Carel van Leeuwen Boomkamp dus 50 jaar. Meer dan 30 jaren vedelen hebben hem niet veranderd in een sleurmusicus. Hij is vol in- en uitwendige „beweging", vindt dit ondermaanse een plezierig oord cj neen oi sna- 'ifmonie met de sterk afwijkend tim- Toch heeft hli n°g 'oeger tijden bestonden pas als propagandist c ba, een strijkinstrument dat het begin dezer eeuw af zijn tree maakt. De gamba zou een neef van de cello kunnen men. Doch zij heeft 6 of 7 de gam- ire. In elfs gehele strijk-orkesten jpraan-, tenor- en basgamba's, oals wij nu strijkorkesten van vi- 'en, celli en bassen kennen. Carel van Leeuwen Boomkamp. de eerste maal (hij - wel eens rustig een tijdschrift in de leeszaal willen doorkijken. Maar, wanneer ik ein delijk eens daartoe kom, is de leeszaal.... gesloten!" Aan de resterende kleine of grote wensen kunnen wij iemands al of niet slagen in het leven af meten. Dus mogen we, in gedach- - .-w uc »x«vu.aus- h/„m de_,ze S°-st,e verjaar- sedertdien nimmer r**,de»han£ drukkend zeggen: •neer van de zachte betovering fra l Boomkamp, Gij zijt voor /an dit instrument losgekomen i doctoraal levensexamen ge- ntegendeel, het werd zijn uit- slaa8d- zalfs cum laude. Thans gangspunt voor een naarstig gra- pP,.P_aar het,.-Professoraat". Een de oude muzjelt -0 jaar) van de bekende Scheur- eer een gamba leende tot ver- danking van een altijd gecou peerd gedeelte van de Matthaus- Passion, de bijpassende instrumenten. In ligt nog CARL LANS.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1956 | | pagina 14