in de schilderkunst
GLYNDEBOURNE-
Cultureel
venster
OBOUSSIER EN GEISER -
Geliefde
zoon»
twee Zwitserse componisten
GEBED
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 4 AUGUSTUS 1956
Overpeinzing bij romantiek
op jubileumtentoonstelling
(V.
kunstredacteur)
Het is met de schilderkunst eigenlijk heel wonderlijk gesteld.
Wat de één verguist, bewondert de ander. Het komt maar heel
zelden voor dat men waardering voor meerdere richtingen in
de schilderkunst vindt. In de muziek wordt nog wel eens getwij
feld^ of men zegt: ..Het zal wel mooi zijn. maar ik begrijp het
niet". Van een schilderij echter verwacht men een veel meer
directe werking. En het komt heus vaak voor dat een werkelijk
waardevol en toch ook voor iedereen begrijpelijk sehilderij het
in de publieke waardering moet afleggen tegen een gesehiiderd
produkt van weinig waarde. Dat is niet zo zeer een kwestie van
smaak smaak veronderstelt toch altijd nog een bepaalde mate
van normbesef dan wel van begrip voor het wezen van de
schilderkunst.
Dat begrip zal bij
keld zijn, zo het niet
helemaal afwezig is.
Van de schilder wordt
.in vele gevallen al
leen maar een getrou
we weergave van het
geziene verwacht. En
hoe echter dat is, hoe
tastbaarder als het
ware. hoe meer aftrek
het schilderij heeft.
„Men zou die perzik
er zo afhalen", hoor
je
wel
kunsthandels en dat is
dan het criterium in
de beoordeling van
een werk. Een goede
kleurenfoto wordt niet
zo intens bewonderd,
omdat men nu een
maal weet dat die
door een toestel ge
maakt is. Een fotogra-
fisch-getrouwe schil
dering waardeert men
omdat die schilder
toch wel een enorm
vakman moet zijn. De
kunstwaarde komt niet
„ïm Frage".
Een dergelijke ge-
dachtengang is hoe
wel niet verdedigbaar
toch heel goed te
begrijpen. Wat men
in de natuur mooi
vindt, wil men graag
geschilderd thuis heb
ben hangen. En dan
niet zoals de schilder
het zag, maar zoals iedereen het
ziet. Dus vooral geen interprete
ren, maar een copiëren. In onze
vaderlandse schilderkunst hebben
tal van schilders met die pu
blieke waarderingseisen gevoch
ten. Werkelijk niet alleen de kun
de kunstenaars
befaamde gouden eeuw. Op
drachtgevers stelden altijd
als eerste en meestal enige eis:
het moet gelijken. Vooral de por-
tretschilders hadden en hebben het veel i
nog niet gemakkelijk. Vrouwen
willen zich op het portret altijd
knapper en altijd liever zien en
mannen willen wat meer waardig
heid. Als die vrouwen nu „katten"
wensen voldoen en eigen-
ook lijk schilderen wat hij niet ziet.
>nze nl. lieve dames en intelligente he-
ONECHTE EPIGOONTJES
Juist omdat
iedereen zich
met muziek of li-
de schilderkunst
meent te moeten bemoeien, zijn er
op dit gebied heel wat waardelo
ze werken ontstaan. Heel eenvou
dig omdat er altijd mensen waren
(en nog zijn», die een goed plaat
je kunnen maken en daarvoor
nog dik betaald worden ook. Zij
speculeren soms volkomen on
bewust overigens op het gebrek
aan begrip bij de massa en me
nen dat het netjes uitschilderen
van iets op een stukje linnen al
direct schilderkunst is. Zo zijn er
in de loop der jaren heel wat van
die huis-tuin- en keukenschilders
in ons land en ook daarbuiten
geweest. En uit bepaalde pe
rioden is het niet eens zo eenvou
dig in dit opzicht het kaf van het
koren te onderscheiden. Vooral ook
dat zich overigens te goeder
naam en faam bekend staande
schilders wel eens leenden voor
minder hoge artistieke praktij-
Zijn er in deze tijd nog heel
wat onoorspronkelijke geesten, die
terwille van de mode mee willen
doen en kleine Picasso-epigoontejes
of Kandinsky-nabootsers zijn, wiel
werken toch geëtiquelteerd wor
den als kunstwerken, ook in vori
ge tijden was er heel wat onwaar
digs. Het tragische is echter als
dergelijke produkten zelfs door
kenners nog geprezen worden en
als de enige ware en grote kunst
werken van een land naar het bui
tenland worden gezonden voor ten
toonstellingen. Zo iets is ook nu
weer gebeurd met de tentoonstel
ling ..Jonge kunst uit Holland
19451955". welke tentoonstelling
al in Bern is geweest en binnen
kort als representatief voor onze
beeldende kunst naar de Ver. Sta
ten gaat. De jury (prof. A. M.
Hammacher. jhr. W J. H B.
Sandberg en mr. E. L. L de Wil
de) heeft „progressiviteit" boven
..kwaliteit" gesteld en is kennelijk
van de gedachte uitgegaan, dat
alleen de ..abstracten" maar de
echte kunstenaars zijn. niet we
tend dat er onder die ..abstracten"
ook onechte epigoontjes zitten.
ROMANTIEK
Een periode waarin er ook heel
veel werd geschmierd" op schil-
dergebied is die van de Roman
tische en de Haagse School. On
telbaar zijn het aantal schilderij
en in die tijd ontstaan En men
kan haast zeggen, dat de schil
ders uit die tijd ook ontelbaar wa
ren. Van velen hoort men niets
meer; tal van schilders uit de vo
rige eeuw zijn onbekend gebleven.
Een naam alleen is niet genoeg
voor de beoordeling van een schil
derij, er moet ook nog een kwali
teit aan te pas komen.
De man die thans 25 jaar die
kwaliteit beoordeelt met een kri
tische zin als weinigen is de Haag
se kunstexpert Pietcr A. Scheen,
die zijn zilveren jubileum viert
met een werkelijk unieke jubi
leumtentoonstelling in zijn kunst-
zaal aan de Zeestraat 50 te Den
Haag.
Wie hier rondloopt en de ruim
50 werken bekijkt, zal niet één van
een minderwaardige kwaliteit ont
dekken. Hier is de schilderkunst
uit Romantiek en Haagse School
uitgetekend gerepresenteerd. En
zijn er zelfs ontdekkingen te doen.
Zo n ontdekking vond ik het hier
bij afgebeelde paneel van Willem
Anthonie van Deventer <1824—
1893» ..Het IJ, met gezicht op de
dat
ken. Van Deventer heeft hier wer
kelijk niet met een fototoestel ge
werkt, doch het natuurmoment in
eigen visie verwerkt tot een zelf
standige schepping. Er gaat rust
uit van dit paneel.
Een ander wonderlijk mooi
werkje is het kleine doek van Ja
cob Maris ..Italiaans meisje" een
werk uit 1868. Het is. ondanks de
romantische attributen, eigenlijk
volslagen modern in behandeling.
De materie heeft hier een eigen
waarde gekregen en is niet alleen
maar middel tot uitbeelding Dit
vruchtenplukkende meisje is in
zulke prachtige toonwaarden ge
schilderd, dat ik niet weifel dit
werkje tot de beste van de expo
sitie te rekenen. Van werkelijke
topkwaliteit zijn ook het paneel
,.Een trekvaart met gezicht op
een jagertje" van H. J. Weissen
bach, de Schipbreuk" van Louis
Meyer en ..Gezicht op een water
molen" van Salomon Verveer
Van de schilder der grote en ty
pische genrestukken Herman F. C.
ten Kate (1822—1891) heeft Scheen
,,De beraadslaging" (een tafereel
uit de 80-jarige oorlog) geëxpo
seerd. Ten Kate zocht altijd zijn
kracht in dergelijke druk-gestof-
feerde interieuren en veel bewe
gende mensen. Toonaangevend was
hij beslist niet, doch zijn schilde
rijen zijn charmante en onderhou
dende vertellingen, die zeker knap
zijn geschilderd Zo zijh er nog
veel meer van die geschilderde
vertellingen of gevoelige impres-
i Jo-
Op de. jubileumti
De befaamde Haagse genn
schilder Herman ten Kate
18221891is vertegen-
woordigd door een druk
gestoffeerd paneel met een
episode uit de 80-jarige
oorlog, „De beraadslaging",
een werk van 70 bij 130
deze werkjes beslist meer te zeg
gen heeft dan zijn leermeester B.
C. Koekkoek in diens twee geëx
poseerde paneeltjes Mauve is er
met een wat vlak geschilderd pa
neel ..Vee bij ruïne" en Stroebei
mét een knap neergezet maar heel
poserend doek ..In het atelier".
Verschuur met zijn paarden en
Maria Vos met een weelderig stil
leven en nog veel meer goede za
ken zijn er. zaken die eens te
meer bewijzen, dat men in de
vorige eeuw beslist wel schilderen
kon. maar helaas dikwijls te wei
nig afstand kon nemen van het
onderwerp. Waarmee ik voor dit
keer dan maar zeggen wil. dat wat
men in de natuur mooi vindt men
hier weer geschilderd ontmoet in
dezelfde rust en dezelfde scnoon-
heid. Scheen heeft er echter angst
vallig voor gewaakt geen plaatjes
in zijn huis te halen.
operahuis in Engels landschap
(Van onze correspondent in Londen)
Wie het over opera heeft denkt aan wereldsteden,
pompeuze Theaters, badend in neonlicht. Des te merk
waardiger is het daarom dat zich in de Engelse Downs,
niet ver van de badplaats Brighton, een uniek, wereld
beroemd operacentium heeft kunnen ontwikkelen. „Qlyn-
debourne (spr. uit „Glaindborn") is in Engeland een
begrip, synoniem met het hoogste en zuiverste op opera-
gebied. Beroemde zangers beschouwen het als een onder
scheiding in Glyndebourne te mogen optreden, en de
voorstellingen zijn zozeer in trek, dat het seizoen 1956,
durend van 14 juni tot 14 augustus, reeds in. het voorjaar
was uitverkocht.
Waarin ligt de aantrekkings
kracht van Glyndebourne. dat
75 km ten Zuiden van Londen is
gelegen, terwijl toch de metropool
zelve een veelkleurige rijkdom aan
muzikale kunstuitingen biedt?
Ongetwijfeld schuilt er in Glyn-
debourne s aantrekkingskracht een
element van snobisme. Want
Glyndebourne is een landhuis, ge
legen temidden van een groot
park, rijk aan stille, statige la
nen, roerloze lelievijvers, smette-
loos-groene grasgazons en feeste-
lijk-uitbundige bloemenperken.
Het is een ongeschreven traditie
dat men er heengaat in avond
kleding. evenzeer als het een tra
ditie is dat men tijdens de lange
pauze van 75 minuten (de voor
stelling begint om half 6 's avonds)
met zwierige élégance picknickt
op de donzige grasvelden. Ook de
toegangsprijs is exclusief: twee
guineas moet men minstens voor
een plaats neertellen.
van Mozart en zijn muziek, en de
allereerste uitvoering, die in 1934
in Glyndebourne gegeven werd,
was eveneens aan Mozart gewijd.
Heel Glyndebourne is in feite een
eresaluut aan de man, die zijn
eigen en der wereld leven kroön-
de met het onvergetelijke „Ave
Verum".
Het waren John- Christie, nu
ver in de 70, en zijn vrouw, de
zangeres Audrey Mildmay. die
het aanzijn gaven aan Glynde-
door JO VAN DORP-Ypma
Een der beste serieromans
van de laatste jaren
JO VAN DORP—YPMA
heeft blijkens haar romans
een voorliefde voor bijzon
dere mensen. Die eigenschap
heeft zij met andere schrij
vers gemeen, maar het gaat
haar niet om een held of
een tragische figuur, doch
om de kleine mens die an
ders is dan gewoon; de mens
die wij gemakkelijk met een
schouderophalen voorbij
gaan: Miet van Dijk, die met
de helm geboren is, of zoals
in haar nieuwste boek
Gretus Leeuwenhoek, de
kruidendokter, het „boertje
van Hoenkoop".
Met warme liefde inderdaad is
de figuur van Gretus beschreven.
Het boerenzoontje, dat aan een
schijnsel om de mensen kon zien
of ze gezond waren, werd een be
faamde kruidendokter. Een ge
waagd onderwerp dus. Gretus
gaat rustig zijn gang en neemt
weloverwogen beslissingen maar
is eigenlijk een weifelaar. Hij
schrijft het zelf in de brieven aan
zijn zoon in Amerika, maar de
schrijfster maakt het ook volko
men aanvaardbaar. Gretus kon
nooit aan het zien van alle ellen
de wennen. „Patiënten vertelden
van me, dat ik met mijn ogen
dicht door de wachtkamer liep om
dat ik de gevallen niet door el
kaar wilde halen. Dat was na
tuurlijk nonsens, maar wel weet
ik van mezelf, dat ik mijn ogen
altijd een ogènblik sloot. Er
kwam zo'n golf ellende en lijden
op me af, dat ik iedere keer, al
die dagen dat ik „zat", mezelf
moést vermannen om niet de
deur dicht te doen en weg te lo-
Gretus is geen
nederig mens, maar
heeft ëen zoals
Franz Werfel het
noemde „nog
zeldzamer deugd:
een sobere, nuch
tere zelfkennis".
Nuchter en kinder
lijk in zijn geloof
i de omgang met
de r
Gre-
PUURHEID
dan moet de schilder toch maar
Onze cultuur in het
buitenland
Voor het kweken van meer
kennis over de Nederlandse
cultuur in het buitenland
Maj
het i
VIA NAAlb
£N PLAAT
het 7
i O K.
W.
kleine boekjes opzet
ten. Als eerste hiervan is in
samenwerking met de Uitgeverij
Contact te Amsterdam een
deeltje in drie talen verschenen
over de Ned. literatuur. De es
sayist en criticus Pierre H. Du
bois heeft hiervoor een uitne
mende inleiding geschrevenv be
ginnend bij Multatuli en Pot
gieter en eindigend bij Simon
van 't Reve en Bert Scluerbeek.
Deze inleiding is niet alleen bij
zonder knap geschreven, maar
ook objectief en ook de Neder
lander die zich in een ruim 40-
tal kleine bladzijden
ZWITSERLAND
heeft op liet ogen
blik enkele schep
pende krachten op
muziekgebied, die
waard zijn een veel grotere belangstelling in alle delen va
wereld te ontvangen. Jn een andere rubriek hoop ik nog een
over de huidige toonkunst te schrijven, hier alleen maar twe
namen van hen, die tlvans door middel van de grammofoonplaa
een grote bekendheid zullen krijgen. Het zijn Robert Oboussie
en Walther Geiser. Op één langspeelplaat (30 cm LXT 5097
nam DECCA van Oboussicr diens recitatief, aria en elegie voo
de
trkest „Antigone" op
Geiser de Symfon
Om met de jongste te begin
nen: Robet Oboussier werd in 1900
te Antwerpen geboren. Hij is een
zoon van Zwitserse ouders en
bleef tot zijn 10e jaar in België.
Daarna ging het gezin naar
Duitsland. Zwitserland. Italië en
Frankrijk. MM
teren over de Ned. literatuur schoolonderwijs in Heidelberg
tüd, zul deze inleiding
met genoegen lezen. Daarna het
hce/t Dubois alfabetisch korte "„J
biografische gegevens afgedrukt
over Ned. schrijvers en dich
ters, geboren tussen 1875 en
1925, het geheel geïllustreerd
met 32 prachtige foto's. Bij een
mogelijke volgende druk zou
het wellicht aanbeveling ver
dienen als Dubois iets meer gaf
over de Prot. schrijvers en dich-
têrs. Zij zijn er en doen heus
niet onder voor velen, die door
studeerde hij muziek
ij leerling was van Philipp
Volkmar Andrae In
steden was hij vervolgens
uziekcorrespondent en criti-
(Flore
en Parijs'. Van 1938 af is Obous
sier in Zurich gevestigd, waar hij
componeert en o.m. de muziekau-
teursrechten van de Zwitserse
componisten behandelt Zijn eer
ste grote stimulans tot compone
ren kreeg Oboussier eigenlijk in
1923, toen Hindemith met zijn
Amar-kwartet hel eerste Strijk-
Oboussier uitvoerde
kan bijzonder aantrekkelijk
den en is zeker voor ons presti
ge naar buiten van groot belang.
De hoop is dat elke eenzijdigheid
vermeden wordt.
Helemaal onbekend is Oboussicr
niet in ons land. Zijn werk is
hier meer uitgevoerd. In decem
ber 1939 bracht Carl Schuricht in
Utrecht ccn uitvoering van
Oboussier's Symfonie en in janu
ari 1946 dirigeerde Ernest Anser-
mel in Den Haag de „Trauermu-
Antigone was de dochter van
Oedipus en zijn moeder Iocasie.
Zij geleidde haar blinde vader op
zijn omzwervingen. Door Koning
Creon van Thebe werd zij levend
begraven, omdat zij haar broer
Polyneikos tegen Creons bevel
had begraven. Haar moed, haar
toewijding en haar lijden schil
dert Sophocles in zijn treurspel
„Antigone". Uit de 2e acte heeft
Oboussier de aanklacht van Anti
gone getoonzet in een recitatief en
een aria: zij klaagt Creon aan.
Uit de 3e en 4e acte nam Obous
sier de smart en angst van Anti
gone na haar eigen veroordeling
elegn
i de
sik für Orchester".
de
Tsjoeang-Tsi (4e eeuw)
Almachtige, help Gij ons onverstand
Gij, die gericht houdt over aarde en tijd
maar niet, als was het in i echtvaardigheid
Gij, die het woord weet, dat ons redding brengt
maar niet, alsof Gij slechts erbarmen kent
Gij, die het heelal schiept tot eigen eer
maar niet, als gaaft Gij zo Uw kunstzin weer'
Gij, die reeds was vóór de oertijd begon
maar niet, als kendet Gij ooit ouderdom
wij zij". Almachtige, in Uw hand.
Frank Daen
componist mij schreef heeft Frits
Schuurman met het Residentie
Orkest kort na de oorlog zijn
„Antigone" in Den Haag uitge
voerd. En zo is er nog wel eens
wat meer van Oboussier in Ne
derland uitgevoerd. Het is jam
mer. dat dit niet regelmatiger
gebeurt, want Obouss.er is een
iponist, die iets te zeggen
eeft. Hij mag eens
Serimenteel gewee
s atonaal hebben i
ziek i
zijn
en zeggingskracht, nergens cere
braal of alleen maar effectvol.
Wil Oboussicr iets muzikaal uit
drukken. dan vindt hij daartoe
steeds de juiste vormen, dc juis
te expressie. Zo in zijn „Trauer-
musik' iin 1942'43 ontstaan on
der de psychische druk van de
de bedreiging van Zwit-
zo ook in zijn „Antigo
ne iin 1938 geschreven in Ber
lijn en Montreux. naar tekst van
Sophocles die Oboussier in een
Berlijnse bibliotheek vond in de
Duitse taai).
Deze
suggestieve kracht,
a even aan Mahler's
..Fahrenden Gesellen-lieder" en
in de elegie aan Richard Strauss'
..Salome" doet denken. Maar niet
in epigonistische zin. doch slechts
in zeggingskracht. Oboussier heeft
zijn eigen taal behouden en toont
bovendien een grote technische be
heersing. Het is vooral de Ele
gie van een dramatische bewo
genheid, die zowel melodisch als
door de klankkleur zeer expressief
De alt Elsa Cavelti zingt de An-
tigone-woorden uitzonderlijk
doorleefd en technisch volmaakt.
Dit is zeer hoge zangkunst, me
de dank zij het prachtige timbre
van deze altstem. Dc orkestpartij
wordt uniek gespeeld door L'Or-
chestre de la Suisse Romande
o.l.v. Ernest Ansermet.
P)E ANDERE plaatzijde bevat de
Symfonie in d-moll op. 44 van
Walther Geiser Deze componist
werd in 1897 geboren en studeer
de aan het Conservatorium in Ba
zel. Daarna werkte hij enige tijd
bij de befaamde Busonj
Akademie der Künstc in
Thans is hij professor
Muziekacademie te Bazel. Even
als Oboussier is ook Geiser een
der vertegenwoordigers van het
nieuw-classicisme. Men moet bij
de Zwitsers over het algemeen
geen typisch nationale elemen-
'en in hun muziek zoeken; daar
voor zijn ze te internationaal.
Maar wat men er vel kan vin
den is de pure muzikaliteit, die
een al te subjectief individualisme
ouitensluit. Zo ook bij Walther
Geiser in zijn Symfonie in d.
Dit driedelige werk is van een
.•elhaast klassieke sprankeling en
rust heeft weten te verkrijgen.
Het Andantino wordt gevormd
door enkele variaties over het
volksliedje, dat ook in Honeg-
ger's .Jeanne d'Arc au Bücher'-
voorkomt als Jeanne Frcrc Domi
nique mee terugneemt naar haar
kinderjaren Jn Lorraine: „C'est le
mois de mai". Dit kleine intieme
gedeelte uit deze Symfonie is
van een rust en een zuiverheid,
die ontroeren. Tot slot is er het
Vivace in een puntig en scherp
ritme, een verrukkelijk rondo,
waaruit de muziek heel hoog op
spuit. Men kan zeggen dat Wal
ter Geiser met deze Symfonie een
der grote werken van deze tijd
heeft gemaakt, niet groot door
diepte of rijkdom aan gedachte,
maar groot door de spontane en
directe muziek. Juist deze kunst
hebben we nu zo nodig De Sym
fonie werd geschreven in 1953 en
op mijn vraag of dc componist
ccn bemaalde bedoeling had met
dat volksliedje in het 2e deel,
schreef prof. Geiser me terug:
..Die Verwendung des Volks-
liedchens im Andante ist rein
zufallig. Die aufgelockerte Form
der Variationen fugt sich aber.
wie ich glaube, recht gut ein zwi-
schen die beiden kompakten Eek-
Twee werken van twee Zwitser
se componisten, twee werken die
we in de aandacht van de orkest
dirigenten in Nederland ten zeer
ste aanbevelen. Nog te veel encv-
clopedieën zwijgen over de Zwit
serse toonkunst. DECCA heeft
thans met deze plaat de levens
kracht van de muziek uit Zwit
serland aangetoond, laten de Ned.
dirigenten dit streven ondersteu
nen en ook dit land eens in hun
programma-samenstelling br^
toch vooral de puur
heid, de ongeëvenaarde zuiver
heid van het kunstgenot, dat men
in Glyndebourne als wellicht ner
gens ter wereld kan proeven, dat
de grootste aantrekkingskracht
uitoefent. Men gaat niet „even"
naar Glyndebourne. doch moet
reeds een half jaar van te voren
plaats bespreken. De lucht is er
zuiver, er heerst een landelijk-
stille rust. de schoonheid der na
tuur maakt het gemoed ontvan
kelijk voor de glasheldere bood
schap der muziek. De orkesten en
vocalisten behoren tot de besten,
de
tiek
de
schouwburgzaal, die slechts 600
personen kan bevatten, garandeert
dat elke toon, elke noot tot haar
recht komt.
En als dan de pauze komt, zwer
ven de gasten uit over de weidse
tuinen, ze wandelen langs de
spiegelstille vijvers, ze zoeken een
zitje onder de beschuttende takken
van cederbomen en breedworte-
'?nde eiken, en de zomeravond is
vol
bourne als operacentrum Sinds de
Normandische tijd heeft zijn ge
slacht op Glyndebourne geleefd.
Doch Christie, levenskunstenaar
en muziekliefhebber die hij was,
zag voor zijn buitenhuis veelzij-
diger mogelijkheden dan alleen
als buitenplaats van een „coun
try gentleman' Hij liet ten be
hoeve van kennissen en vrienden
concerten geven op het pijporgel
dat hij in een van de zalen had
laten bouwen. Langzamerhand
kreeg de gedachte Glyndebourne
in te richten als operahuis vaste
vorm in zijn actief brein, en hij
liet een zaal bouwen. De eerste
operaavond die hij in 1934 gaf
waren er slechts zeven bezoekers,
doch reeds het volgende jaar was
het seizoen uitverkocht, en sinds
dien is het met Glyndebourne ex
celsior gegaan. En terecht. Want
een avond in Glyndebourne is een
belevenis, die ge niet licht zult
vergeten.
CORN. BASOSKI.
Berlijn
doorzichtigheid. Het
:;ek om de muziek z<
ook ni
echt
niet pro-
conventi-
serland».
;ressief. m
uneel. Het
itmisch muziek uit deze tijd. De
itmische geladenheid van het
serste deel (Energico e fermo'
aal echter nog voldoende ruimte
voor lyriek. En het bijzondere in
dit deel is juist het prachtige
evenwicht, dat Geiser hier in de
ritmische kracht en de lyrische
jasmijn
vogels kwetteren, een
koe loeit zwaarmoedig,
ergens blaft een hond
tegen de maan. De
picknickmanden wor
den door galante, in
rok of smoking ge
klede heren uit de
auto's gehaald, terwijl
de dames de wijde,
tule rokken van haar
avondjaponnen in een
kleurige cirkel om
zich heen schikken,
zittend op het gras
Hier en daar hoort
men het „pop!" van
een champagnefles die
ontkurkt wordt, en
helder klinkt dc lach
van mensen die zich
onbezorgd amuseren,
los van de last van
City-kantoor of huis
houden. Eindelijk luidt
de bel voor het twee
de bedrijf, en men
rept zich terug naar
Mozart of Verdi of Britten. Het is
of men even uit de werkelijkheid
van zorgen en werken stapt, om
zich te verlustigen in een sprook-
jestuin en de quasi-tragische luch
tigheid van een opera, en de tril
lende ernst van muziek, die altijd
ontroert door zuiverheid en altijd
te groots is van allure voor de
banaliteit van het onderwerp waar
zij omheen geweven is.
SALUUT AAN MOZART
Glyndebourne is dit jaar geheel
gewijd aan Mozart, ter herden
king van zijn geboorte, nu 2(K
jaar geleden. Niet minder dan zes
van zijn opera's worden uitge
voerd; Idemeneo. Die Entfuehrunf
aus dem Serail, Le Nozze di Fi
garo, Don Giovanni. Die Zauber
flöte en Cosi Fan Tutte.
Het is evenwel niet louter tc:
herdenking van Mozarts geboor
tedag dat het seizoen gewijd i:
aan de grote Salzburgcr. De ei
genaar van Glyndebourne. John
Christie, is een vurig vereerder
tus niet trots op
hij acht die ook
niet gering: zij is
immers een gave
van God. „Ik heb vaak aan de
Spreukendichter moeten denken,
wanneer ik iemand kreeg, die ziek
was van verdriet en die elke week
terugkwam, om nieuwe kruiden,
om andere kruiden, om een slaap
drank, om een poeder voor de
maag. thee voor de maag, terwijl
het licht goed was en ik niets
voelde, als ik een hand gaf; maar
het hart was ziek, was ten dode
bedroefd. Ik heb het verschrikke
lijk druk gehad, maar met deze
mensen heb ik vaak proberen te
praten, dikwijls heb ik hen op de
Bijbel gewezen, op het geloof...."
Dit boek is een apologie. Geen
verdediging van het fenomeen dat
wij vaak terecht, soms ten on
rechte kwakzalver noemen,
maar een roman, de levensge
schiedenis van een oud geworden
man, die zijn kritische zoon
schrijft: zó was het. en het kon
ook niet anders, en wil jij me
aanvaarden zoals ik ben? Vandaar
de titel „Geliefde Zoon". Hoe die
zoon daar ten slotte op rageert,
is voor het boek van geen enkel
belang; daarom had de schrijfster
de laatste twee bladzijden even
goed (dus: beter!) kunnen wegla-
boeiend
John Christie zag in zijn prachtig
buitenhuis Glyndebourne meer
dan de buitenplaats voor de
gebied. Op de bovensti
kijkje in dc schitteren,
Gl.ndebourne, en hie,
frame landlm
„Geliefde zoon" is ei
verhaal, geschreven in
goede stijl en dat terwijl de
schr. de lastige ik-vorm oezigde
en met grondige kennis van
zaken; mild en eerlijk-getuigend;
een van de mooiste boeken van
deze schrijfster en een van de bes
te „serieromans" van de laatste
jaren.
Voor de overvloedige illustra
tie van Anton Pieck en de verde
re boekverzorging alle lof.