CHRISTELIJK KANTTEKENING Koninklijk gezin bij Lustrum Utrechts Studenten Corps Ontwijkend antwoord van kardinaal Frings Mozaïsch recht, moeilijke teksten en sociale zekerheid - "ëe- Dr. Drees 70 2 r Niet geheel bevredigende „Xerxes" (Van een onzer verslaggevers) SLECHTS ZELDEN kan een feestelijke gebeurtenis de immer zo rustige burgerij tot enthousiasme brengen. Het Utrechts Studen ten Corps kan er terecht prat op gaan. dat het dit corps iedere vijf jaar bij zijn lustrum wel gelukt. Ook dit jaar was Utrecht om in de stijl te blijven: Persepolis de laatste weken een kleurig en bont geheel. Gisteravond bereikte het Lustrum zijn climax in de gala-opvoering van het openluchtspel Xerxes. Op vaak originele, soms ook op minder geslaagde wijze had men weken lang voor dit stuk propaganda gemaakt. De praeses van de Maikeradeeom- missie. de heer H. V. van Walsum, een soon van Rotterdams burgemeester, kan met recht op een geslaagde avond terugzien. Niet alleen werd „Xerxes" door 5000 bezoekers, waaronder Ko ningin Juliana. Prins Bernhard en Prin ses Beatrix, bijgewoond, maar na af loop van het spel hadden duizenden zich langs de route, die de nacht-mas kerade door de stad sou volgen, opge steld. Voor de burgerij was deze mas kerade kennelijk hel hoogtepunt en een ieder was na afloop vol lof over hel door de stad trekkende Perzische Het was tegen tienen toen op het Veemarktterrem het Wilhelmus reeds van verre de komst van de Konink lijke gasten aankondigde. Bijzonder hartelijk werden zij welkom geheten. Naast het „leve de Koningin" klonk ook het „leve de Prins van het U.S.C." Prins Bernhard is erelid van de senaat dezer vereniging alsmede het „ieve de Prinses van de V.V.S L." de studentenvereniging in Leiden, waar Prinses Beatrix lid van hoopt te wor- Het openluchtspel „Xerxes". dat een schepping is van het corpslid W. P. Gerritsen en geregisseerd werd door Henk Rigters van de Nederlandse Co- medie, gaat zoals eigenlijk vanzelf spreekt over de grote Perzische ko ning Xerxes 500 v. Chr.) Xerxes. de twijfelaar, die lang zulk ge:ie niet is als zijn vader, roept het volk ten strijde. Het volk dat vrede wil. gaat slechts aarzelend. In Grie kenland lijdt de vorst bij Salamis een grote nederlaag. Hij keert terug dan in. welk een ellende hij o\ onderdanen heeft gebracht. Nooit zal het meer oorlog zijn, zo zegt hij het volk juicht. Even later komt -- echter een boodschapper me>t de tijding dat grote delen vasi het rijk in op stand zijn gekomen. En nu vraagt het volk aan Xerxes de legers weer aan te voeren. Hij wil niet. hU wil vrede, maar moet toch. Met zijn pogen deze moeilijke boeiende problematiek van de oorlog tastbaar te makèn, heeft W. P. Ger ritsen stellig hoog gegrepen. Misschien wel iets te hoog. want als geheel vermocht ons het stuk stellig U boeien, maar niet geheel te overtui gen. De tekst was vrij vlak, mca: bevatte ook enkele prachtige frag menten. Verheugend was het dat de schrijver zich er niet met een goed kope oplossing heeft afgemaakt. In tegendeel. Maar juist de sfeer, waar in het stuk speelt de humanisti sche wereld der Oudheid zal ons geen oplossing van het oorlogsvraagstuk kunnen geven. In deze humanistische cultuur is dat immers onmogelijk. Onder de bezielende regie van Henk Rigters. die met 120 spelers benevens een aantal dieren wel een zeer zware taak had, heeft men het stuk over het •algemeen goed voor het voetlicht ge bracht. Was in het begin de hoofdrolspeler, J. Th. Kapelle. wat zwak in de loop an de avond groeide hij naar een eer aanvaardbare creatie met het slot an het laatste bedrijf oL als hoogte punt. De verteller H. W. Both, die de bedrijven en taferelen inleidde, had goede dictie. De vrouwelijke hoofdrolspeelster, mej. E.A.Th, de Lestrieux Hendrixs, speelde de rol van de Perzische koningin-moeder uit stekend. De nar, E. Waivisz, die een moeilijke maar schone tekst had, speel de deze op een zeer bevredigende wij ze. Uit de bijrollen noemen we nog de goede Thebaan van J. P. Cornelis en de Spartaanse koning Leonidas, die door B. Teunissen goed vertolkt De massaregie leverde wel eens moeilijkheden en in het begin kleine haperingen op. maar als geheel ver liep de voorstelling vlot. Wel vonden hem wel eens te statisch. Maskerade T~)uizenden mensen stonden na afloop -L' geduldig in de regen op de komst de Maskerade te wachten. Inmid dels werden de Koninklijke gasten op het rijk maar lelijk versierde stadhuis door het gemeentebestuur ontvangen. In een geestige speech bracht burge meester C. J. A. de Ranitz, die zelf in Leiden. Nederlands oudste universiteit gestudeerd heeft, de verhouding tussen deze en Utrechts universiteit ter spra ke. De Prins repliceerde hierop, dat bij een eventuele hereniging van Europa Boulogne in Frankrijk, onze oudste universiteit zou zijn. Dan zal het ech ter wel te duur zijn, aldus de Prins, om op een zelfde intensieve wijze als Boulogne kon- Vervolgens zagen de Prins en de Kroonprinses Koningin Juliana was inmiddels naar Soestdijk ver trokken de maskerade aan zich voorbij trekken. Keer op keer stopte de stoet. het regende nog steeds en burgemeester De Ranitz hield trouw een parapluie boven het hoofd van prinses Beatrix voor de gas ten en bracht een hulde. Koning Xerxes zelf bood de prinses een havik aan en klonk met de Prins. In de kleurrijke optocht, die de overtocht van het Perzische leger van de Hel lespont de tegenwoordige Darda- nellen voorstelde, liepen tal dieren mee. Olifanten, een gekooide leeuw, dromedarissen en kamelen maakten van het geheel een bont schouwspel. Meer dan een uur duurde het i bijtrekken van de stoet. Het was kwart over twee toen de Koninklijk) gasten weer naar huis vertrokken. Utrechts burgerij en studenten z het feest tot vroeg in de ochtend voort. Melodie en woord der Ethergolven DONDERDAG 5 JULI Een scene- uit het openluchtspel Xerxes, dat door het Utrechts Stu dentencorps gisteren werd opge voerd. Jezus verzocht om heen te gaan De inwoners van Sichar ver zochten Jezus bij hen te blijven; en Hij bleef daar twee dagen. (Joh. 4 40). Maar 't kan ook anders. Dp Gerasénen drongen er bij Jezus op aan, dat Hij uit hun gebied zou weggaan. En Hij ging weg (Mark. 5 1720). Aan beide verzoeken werd dus door de Heiland voldaan. r zijn geen grenzen aan Je- macht. Dat zien we bij Si char. Maar ook lezen we: Hij deed daar niet vele krachten wegens hun on geloof. (Matth. 13 58). Dus tóch De Gerasénen hadden alle reden om Jezus erg dankbaar te zijn. Een krankzinnige, die lange tijd omgeving onveilig had maakt, was door de Heiland ge nezen. De man was nu weer ge kleed en goed bij zijn verstand. Maar - dit heerlijke wonder had de Gerasénen tweeduizend zwij nen gekost. De onreine geest was uit de man en in de zwijnen gevaren; de dieren waren van de helling in zee gestort en verdron ken. Die eerste kennismaking met Jezus had dus veel geld gekost. EEN WOORD VOOR VAN DAAG De kerkvervolging in Spanje ..De katholieke bisschoppen in Spanje >rmen in geen enkel opzicht een hin derpaal op de weg. die leiden moet naar vrede tussen Protestanten en Katholieken - Zij zijn gebonden aan hun plicht tot tolerantie zo schrijft de aartsbisschop van Keulen, Joseph kar dinaal Frings. die tevens voorzitter is van de Duitse r.k. bisschoppenconfe rentie. aan de voorzitter van de Raad der Evangelische Kerk in Duitsland, dr. O. Dibelius. Dr. Dibelius had in een schrijven de medewerking van de kar dinaal verzocht, opdat de Duits Rooms- katholieken mee zouden protesteren tegen de kerkvervolging in Spanje. Over de recente maatregelen tegen de Protestanten merkt kardinaal Frings op, dat deze uitsluitend zijn uitgegaan van de regering en dat geen enkele kerkelijke instantie daarmee bemoeie- '5 heeft gehad. Hij wijst voorts op de rklaring der Spaanse bisschoppen ar aanleiding van de sluiting van het Stel je voor, dat die rabbi van Nazareth nog langer bij hen bleef Verschrikkelijke houding van deze mensen vindt u ook niet? Maar horen, voelen we de aan klacht? De arbeid van kerk, zen ding, evangelisatie enz. enz. vraagt ons gebed, maar ook ons geld. En onze bereidheid tot offeren ver tolkt onze bede of Jezus bij ons blijven wil öf demonstreert ons verzoek of Hij maar van ons wil heengaan V.U.-dagen te Haarlem VANDAAG en morgen worden op verschillende plaatsen in Haarlem de V.U.-dagen 1956 gehouden. De eerste dag was voorna melijk gewijd aan drie refe raten, die reeds van tevo ren in druk verschenen wa ren en vandaag uitvoerig werden besproken. Referen ten waren prof. mr. P. J. Verdam te Amsterdam, dr. H. M. Matter te Rotterdam en dr. A. C. Drogendijk te Dordrecht, die resp. behan delden het onderwerp: Toe passing en bestudering van Mozaisch recht in de loop der eeuwen, Enkele on opgeloste problemen in Ro- De drie onderwerpen op de eerste V.U.-dag v.. yu De keer zijde van de sociale verze keringswetten. Prof. Verdam sneed in zijn referaat de moderne Bijbelcritiek aan en zag de ze als een verscherping van de historische studie van het Mozaisch recht, een studie, zich vooral bewe gen gaat in rechtsvergelij kende richting. Zo heeft de jongste ontwikkeling op het gebied der antieke rechts geschiedenis met nadruk naar voren gebracht, hoe ver onze begripsmogelijk heid van deze oude rechts stelsels en dus ook van het Mozaisch recht verwijderd is en hoe voorzichtig men met beweringen over oude rechtsstelsels moet zijn. Dit inzicht maakt de studie van het Mozaisch recht welis waar eerder moeilijker dan gemakkelijker, maar. teza men met de rechtvergelij- kende methode bevordert het het verstaan van de diepe betekenis van het recht in het Oude Testa- EEN VAN de onopgeloste problemen uit de Ro meinenbrief, die dr. H. M. Matter aan de orde stelde. Is de kwestie algemene of bijzondere genade, naar aanleiding van Romeinen 2: 4 (Of veracht gij de rijk dom Zijner goedertieren- lield en verdraagzaamheid en lankmoedigheid, niet we tende, dat de goedertieren heid Gods U tot bekering leidt? St. Vert.). Hier kan geen tweedeling Ingevoerd worden, aldus dr. Matter, alsof Gods gunstige gezindheden zich alleen zou den uitstrekken tot het crea- tuurlijke in de mens en ni«t tot het zondige in hem. Dr. Matter betoogde, dat Paulus de mens wil aan spreken en waarmee zou Paulus dat anders doen dan met het Evangelie van Je zus Christus. Deze mens moet hiernaar luisteren, moet daar antwoord op ge ven en hem wordt niet ge vraagd zich moe te den ken over de dubbele uitver kiezing en haar rechtvaar diging. Paulus wil komen tot de ..mens", wie hij ook is, en deze mens wijzen op de aparte voorrechten, die hij temidden van zijn zon den geniet, en aan die mens. besneden of onbesne den, heiden of Christen, zeggen, dat hij deze voor rechten mag (en moet) zien als de blijken van godde lijke goedertierenheid, ver draagzaamheid en lankmoe digheid. Hij mag (en moet) deze dingen, die op zichzelf ongekwalificeerd en onkwa- lificeerbaar zijn. interprete ren als een tot hem persoon lijk gericht ..ernstig ge meend" aanbod van Gods zoekende barmhartigheid in Christus Niet anders dan in hoofdstuk 9: 22. Farao is een ..gebruiksvoorwerp" van „toorn", en tegelijk een object van lankmoedig heid om de eenvoudige re den. dat Farao subjectief en existentieel iedere levens dag en iedere levensgave en iedere roep tot bekering had mogen (en moeten) in terpreteren als klemmende bewijzen van Gods barm hartigheid. Moeten we hier depreciërend spreken van een „algemene" genade, wel te onderscheiden van de „zaligmakende" gena de? We moeten hier alleen, maar dan ook met volle klem, spreken van het Evangelie van Jezus Chris tus, een kracht Gods tot za ligheid. In Romeinen 2 4 is niets beschouwend en con structief en raisonnerend, maar alles voor honderd procent soteriologisch. MEER van maatschappe lijke aard was het referaat van dr. Drogen dijk, die de nadelen liet zien van de sociale verze keringswetten. In de eerste plaats noemde hij de vlucht in de ziekte. De patiënt grijpt geheel onbewust de welkome gelegenheid van het ongeval aan om zich te hunnen verzekeren van de belangstelling, de liefde, de zorg der omgeving, bm zich belangrijkheid te verschaf fen, om zich te wapenen tegen de noden van de oude dag, of tegen een ge voel van afkeer, dat bepaal de arbeid in een vijandig gevoelde omgeving oproept. Ook poogt men zo de moei lijkheden en spanningen van elke dag te ontlopen. Anders zijn de gevallen weer van hen, die zich na een ongeluk ziek houden, omdat zij niet willen wer ken met het oog op de uit kering van de verzekerings wetgeving. Hun kwaal is in de grond van de zaak een geldkwestie. Deze vormen van ziekten worden samengevat onder de naam traumatische neu rose. Dr. Drogendijk was van mening, dat de wet hier zeker niet de oorzaak is, maar wel aanleiding tot ziekte bij hen, die door een ziekelijke functie' van het zenuwstelsel hiertoe van na ture een aanleg hebben. Voor eventuele uitkeringen voor ziekten na ongeval be ziet de Rijksverzekerings bank dan ook elk geval af zonderlijk. Als maatregelen ter voor koming van de traumati sche neurose noemde dr. Drogendijk morele en gees telijke verheffing van de fa brieksarbeider, betere socia le scholing van het bedrljfs- kader, nascholing van me dici en een betere sfeer tus sen ongevalspatiënten en controlerend geneesheer. TN DE TWEEDE plaats T noemde dr. Drogendijk de verwennende, verleidende en gemakzuchtige invloed van de sociale gen. In een groot Ameri kaans industrieel bedrijf van 40.000 arbeiders steeg het verzuim na invoering van een ziekengeldregeling van 2,6 pet. tot 6.1 pet. per jaar. Ook is gebleken, dat hoe beter de getroffen voor zieningen zijn des te ster ker het ziekteverzuim toe neemt. Het veelvuldiger raadplegen van de arts door fondspatiënten dan door particulieren speelt hier een grote rol. De hoogconjunc tuur met zijn geringe kans op ontslag (er is gebrek aan arbeiders) is tevens debet meldingen is aan het begin van de week veel groter dan aan het eind, omdat men het vrije weekend niet wil Voor het platteland geldt dit alles in mindere mate. Om in deze toestand wij ziging te brengen beval dr. Drogendijk aan uitbrei ding van d,e medische staf en dus sneller werken, in stellen van bedrijfsgenees kundige diensten, verbete ring van werkomstandighe den en ook opvoering van het moreel door het ver- verstrekken van een goede gezinsverzorging. De slotconclusie was ech ter, dat sociale zekerheid al leen dan goed is, indien ze niet uitsluitend stoelt op gemeenschapsverant woordelijkheid. maar ook en vooral op individuele ver antwoordelijkheid. Het ge voel van materiële zeker heid moet een geestelijke basis hebben, wil het leiden tot permanent geluk. Op deze eerste V.U.-dag kwamen 's middags de le den van Vrouwen V.U.-Hulp in het St. Bavo-gebouw te Haarlem bijeen onder voor zitterschap van mevrouw J. Zwart-de Jong uit Andijk. Prof. dr. P. Groen hield tuurwetenschappen vroeger de Bondt-Le Cointre uit Den Haag over „Steeds actief blijven", In de Wilhelmina- kerk te Amsterdam leidde ds. G. R. Visser 's avonds een bidstond. Circa 300 bezoekers van de V U -dagen namen daarna nog deel aan een ontvangst ten gemeentehuize van Haar- protestantse seminarie, waarin dezen uitdrukkelijk elke verantwoordelijkheid het gebeuren afwijzen. Spaanse bisschoppen ontkennen niet het recht der Protestanten om krachtens hun godsdienstige overtuiging te leven, aldus kardinaal Frings. Ook de inbeslagneming van een groot aantal bijbels (de kardinaal spreekt van „protestantse" Bijbels) is een rege ringsmaatregel geweest, gebaseerd op de cënsuurwet, waartegen de R.-Katho lieken zelf herhaaldelijk geprotesteerd hebben Overigens, zo merkt de kardi naal op, zijn er meer Bijbels in beslag genomen dan er Protestanten in Spanje zijn Hieruit heeft de Spaanse regering blijkbaar de conclusie getrokken, dat deze Bijbels niet uitsluitend ten behoeve ar. de P-otestanten bedoeld waren. Kardinaal Frings besluit zijn schrij ven met de woorden: De vrede tussen de godsdiensten is een hoog goed, diz nog noodzakelijker is geworden door hun gezamenlijke strijd tegen hei practische materialisme in ons mid den en tegen het dialectisch mate rialisme. Het zou deze vrede dienen, indien gij, heer bisschop, mede e bijdragen, dat de beschuldiging tegen de leidende instanties der kerk Spanje wordt ingetrokken. Beroepingsiverk Beroepen te Papendrecht: C. Vos te Westbroek; te Amsterdam-West (Sloter- -Geuzenveld): W. M. Maas te Vlis- singen. Aangenomen naar Marrum en Wester- Nijkerk: K. M. de Bruijn te Nes en Wierum (Fr.); naar Loosduinen (als voorganger der veren, voor vrijzinnige Hervormden): C. A. Schenk te Scheemda, die binnenkort met emeritaat gaat. Aanvaard de benoeming tot hulppred. te Hoornaar: kand. C. Broere te Oegst- geest, die voor dergelijke benoemingen te s-Gravenmoer, Langerak, Leerbroek, Nieuwpoort, Ter Aa en Wilsum bedankte. GEREF. KERKEN Beroepen te Heerjansdam: R. van Ree- sn te Capelle aan den IJssel; te Alphen in den Rijn: T. Spilker te Maassluis. Aangenomen naar Kampen: dr. D. van Swigchem te Oude en Nieuwe Wetering. Tweetal te Amsterdam (vac.-P. Veen- huizen): K. M. R. van der Beek te Arn hem en W. van der Linden te Rotter dam-Kralingen. REMONSTRANTSE BROEDERSCHAP Beroepen te Leiden: J. Th. Mackenzie te Doesburg. Boek VAN DE DAG Nimboran mag een naam zijn, die men in een encyclopedie sems niet vindt, doch desniettemin van interna tionaal belang. Dit district op 80 km afstand van Hollandia in Nederlands Nieuw-Guinea is het terrein van een plan tot gemeenschapsontwikkeling met steun van de commissie voor het zuiden van de Stille Oceaan, hetwelk tot voor- veeld moet dienen voor de ontwikke ling van het Zuidzeegebied. Tot voor enkele jaren was het een afgelegen land. waar zending en bestuur reeds tientallen jaren aan het werk waren en waar de Japanners en Amerikanen eveneens zijn verschenen. Dr. J. Baal schreef hierover indertijd studie. Het is bijzonder belangwekkend, dat over Nimboran een proefschrift verschenen met de titel N i m b o r a tudy of elo nt in i Ne de heer W. J H Kouwen- hoven, geboren te Noordwijk, die hier op vandaag aan de Leidse universiteit promoveerde, promotor prof. dr. G. W. Locher. De stellingen wijzen op de noodzaak om bij ontwikkeling van een district ook aandacht te geven aan de naar de steden weggetrokken bevolking, de onvoldoendheid van een ontwikke ling, die zich tot het economische be paalt. Zij betreffen voorts de mechani satie, het dieet, onttrekking van arbeids krachten, agrarische wetgeving, hel Nederlands, de dienstplicht, academi sche opleiding van bestuursambtenaren en het tekort aan arbeidskrachten. Het proefschrift is een uitvoerige studie, uitgegeven door uitgeverij J. N Voor hoeve, van 200 bladzijden met 40 pagi na's bijlagen, woordenlijsten, litera tuuropgave enz. Na een uitvoerige stu die betreffende de oorspronkelijke cul tuur. worden de verschillende aanra kingen met het westen (zending, be stuur. Japanners, Amerikanen! enz. gegeven, met de daaruit voortvloeiende invloeden en veranderingen, vervolgens de invoering van het plan en de daarop volgende ontwikkeling. Ieder, die Nieuw-Guinea thuis wil raken, ook al is hij leek. kan in het wetenschappelijk betoog en materiaal studie maken van de vele moeilijkheden, de honderden aspecten, de dikwijls verrassende ties van een samenleving, die in raking komt met een volkomen vr de wereld en die door een moeizame naar de juiste wegen zoekende arbeid" moet worden aangepast en opgevoed, beschermd en weerbaar gemaakt. Tel kens staat men voor de moeilijkheid van de innerlijke verwerking, die een langdurige en niet overhaaste ontwik keling eist, de kans op verkeerd begrip, verlangen naar onmiddellijk nut zonde: vermogen in de toekomst te zien, op leving van oud bijgeloof in nieuwe vormen. Dit is slechts een greep uit het vele, dat dit boek heeft te bieden. PUZZEL No. 454 Horizontaal: 1 Granietsoort, 6 dieren verblijf, 8 bevlieging, 11 uitroep, 13 ver langen, 15 graafgereedschap, 16 plant. 18 telwoord. 20 kleur. 22 zangnoot. 24 stukje. 25 knol. 28 flinke knikker. Vertikaal: 1 Bediende, 2 kledingstuk, 3 bestaat, 4 naaldtekening. 5 rondhout, 7 koepon stof. 9 rivier, 10 boomschors, 12 buideldier, 14 drinkschaal, 15 li chaamsdeel van het dier. 17 oudt. bede laarsgereedschap, 19 kuisheid. 21 rings reglement. 23 slaghout, 26 spil. 27 Chin, maat Oplossing puzzel no. 453 GLAS. gaas, haas, haat, hart, HARD. 58. Langer dan zeven jaar had hij niet meer ge vlogen en alles zou hem dus even stroef afgaan, maar pas toen hij naar Upavon reed kwam de verontrustende gedachte bij hem op, dat er toch altijd nog een kans was dat hij voor de test zou falen. Hij probeerde dat uit z'n hoofd te zet ten, maar het lukte hem niet. Het was vreemd om in grijs flanellen broek en sportjasje het stenen mess-gebouw binnen te gaan, terwijl ieder ander zo behaaglijk in uni form rondliep Hij voelde zich niet op z'n ge mak, tot hij Joe Cox tegen het lijf liep en de dikke, genoeglijke Rupert Leigh, die hij in Cran- well het laatst had gezien, toen Leigh nog eer ste jaars cadet was. „Jou zal ik te grazen nemen," zei Leigh drei gend. „Ik ben hier de maestro van de herha lingscursus en ik moet jou beoordelen Ik sta er op dat je beleefd tegen me zult zijn." Toen was die verraderlijke vrees plotseling verdwenen. Nu hij weer bij „ouwe vrindjes was, kon hem niets gebeuren tenzij hij een on gelooflijke blunder zou begaan. Na de lunch nam Leigh hem mee naar een Harvard trainingstoestel yoor gevorderden, dat op het golvend grasveld stond. Dit was heel wat anders dan de oude Bulldog, want de Harvard was een stevige eendekker met zo'n honderd in strumenten en knoppen in de cockpit, terwijl de Bulldog er maar 'n stuk of twintig had. Het toestel bezat allerlei moderne dingen, die hij nog nooit eerder had meegemaakt: landings- kleppen, propellor met constante snelheid, in trekbaar landingsgestel en remmen. Remmen! Toen hij in de cockpi' klom. bemerkte hij tot zijn ontsteltenis dat de Harvard vopfremmen had en dat het voor hem onmogelijk was deze DAN C PAUL BRICKHILL MAAR ZO! da pilooi zondei even nauwkeurig en geleidelijk te bedienen als de roerpedalen. Maar Leigh stelde hem gerust „Maak je niet bezorgd over die remmen. Die bedien ik wel. En voor de toekomst hoef je je helemaal geen zorgen te maken, want de Har vard is het enige toestel van de luchtmacht dat nog geen handrem op de stuurknuppel heeft." Leigh verklaarde hem het instrumentenbord, klom in de achterste cockpit en startte de mo tor. „Ik draai eerst een rondje," zei hij, „en dan probeer jij het maar eens." Met een aanzwellend, prettig klinkend gebrul van de Harvard bracht Leigh het toestel de lucht in, waarbij hij Bader voortdurend uitlegde wat hij deed. Na de landing taxiede hij naar het einde van het vliegveld. „Ga je gang maar," zei hij toen. Bader was te zeer op het vliegen geconcen treerd om er aan te denken dat dit nu het grote ogenblik was. Hij verrichtte de voorgeschreven controle in de cockpit, draaide de Harvard op de wind, gaf gas en toen het toestel brullend voorwaarts schoot en de staart omhoog kwam, was er geen spoor van onzekerhf rt aan de koers te bespeuren De eerste minuten voelde alles een beetje vreemd aan, maar teen hij een kwartier terug, werd het laatste beetje onzekerheid weggevaagd en maakte een onuitsprekelijke vreugde zich van hem meester. Terwijl Leigh hem aanwijzingen gaf betreffende spoed, lan dingsgestel en afremkleppen, draaide hij op de wind voor de landing. Het toestel was zwaarder dan hij had gedacht en kwam wat te vroeg maar hij bracht het met een beetje mee over de afrastering, om vervolgens voorzichtig neer te komen, geleidelijk gas wegnemend tot de toevoer geheel was opgehouden en het toestel op zijn staart zakte- De Harvard kwam zonder stoten neer en rolde zonder slingeren verder. Verrast dat het toestel zo gemakkelijk kon wor den gevlogen, steeg hij weer op om het volgend uur nog twee landingen te doen en weer op te stijgen voor een rol en een loop alvorens opge wonden te dalen. Toen ze naar de hangar waren getaxied uit het toestel klommen, was het eerste wat Leigh zei: „Die lui lijken wel mal om mij te vragen of je kunt vliegen! Maar goed, ik zal te vrind houden en hun aanbevelen je weer de kudde toe te laten en hier te detacheren voor een volledige herhalingscursus. Als een gelukkig mens ging hij naar de Lens- bury Club terug, maar een wild ongeduld maak te zich van hem meester toen dagen en daarna weken voorbij gingen zonder dat hij iets naders hoorde. Prompt begon hij Stephenson en Hut chinson het leven weer zuur te maken. Hij kreeg bericht dsft Harry Day, zijn oude eskadrille-commandant, niet was teruggekeerd van een aan zelfmoord grenzende verkennings vlucht boven Duitsland bij daglicht, en hij was er diep van onder de indruk. (WOKÜ1 VERVOLGD)' J.JET IS geen ongelukkig land, waar in de degelijke burgerlijkheid nog in ere is. En nu onze minister-presi dent dr. Drees morgen zijn 70ste ver jaardag vieren mag, is het zijn dege lijke burgerlijkheid, waaraan men als onwillekeurig het eerste denkt. Ook daarin is hij een typische Nederlander en vertegenwoordigt hij ook als minister-president zijn volk. Dr. Drees is van jongsaf een over tuigd socialist geweest en toch heb ben wij vandaag enige moeite, hem ons voor te stellen als lid van de vooroorlogse S.D.A.P. Hij is geen pro fetisch omhoogrijzende figuur, heeft zijn partijgenoot ir. Vos van hem ge tuigd, geen constant drijvende kracht als Vorrink was, en hij mist de orato rische gaven die Albarda had. Het is de degelijke burgerlijkheid, e ons in hem treft en die op-zichzelf reeds in staat is. in brede kring ver trouwen te wekken. Zo iemand, dan was Drees wel in staat om bij vele aarzelende en schuchtere Nederlan ders de schroom voor het socialisme te overwinnen. Maar dat was dan niet het revolutionaire socialisme, het was het revisionistische, weer moeten wij zeggen: het burgerlijke socialisme van Drees. f)IT SOCIALISME heeft vele van zijn partijgenoten weieens tot on geduld geprikkeld. Had dit zoeken naar een compromis, dit wikken en dit wegen, deze bedachtzaamheid, had het nog wel iets uitstaande met het vuur en de geest, die onder de ver drukten de krachten ontwaken deden? Drees echter is de man van het socialisme anno 1956. Drees is de man n het naoorlogse socialisme. En bij daarbij de man van het socialisme, zoals het in staat was, ook in Neder land velen voor zich te werven. Drees is een der mannen geworden van de P.v.d.A., deze merkwaardige partij, die valt en bestaat bij de gratie van het compromis, van zoals de socialist Vos het zelfs eens heeft uit gedrukt het compromis als uit gangspunt. Van dit overwegend burgerlijke socialisme kon Drees een drager en voorman zijn. Het waren dezelfde eigenschappen, die hem gedurende zovele jaren in staat stelden, de hoge post te bekleden van minister-presi dent. "yERGISSEN wij ons toch niet. Drees mag dan geen profetisch omhoog- rijzende figuur zijn, geen constant drijvende kracht, geen man van grote oratorische gaven, het was een andere kwaliteit, die zijn partijgenoot Vos hem toeschreef, en dit op even goede gronden als waarop hij hem de an dere kwaliteiten i ntzegde: Drees heeft zich in stad, in provincie en in land betoond een bestuurder bij uitstek, regent van goeden stempel, wijs, integer, een man die vertrouwen vraagt, nadat hij op basis van een bereikt compromis ook vertrouwen heeft geschonken. De man van het compromis, maar tegelijk de man die zijn mening en overtuiging vasthoudt. Zijn helaas ontslapen partijgenoot Vorrink, naar wie morgen de gedachten van dr. Drees stellig zullen uitgaan er verscheen juist dezer dagen bij de P.v.d.A. een tot weemoed stemmend herinneringsgeschrift Vorrink heeft van Droes eens een merkwaardig woord neergeschreven. Drees, aldus Vorrink, is „een-mens van bijna Cal vinistische beginselvastheid".- Nu zouden wij. ook op zijn 70ste verjaardag, wanneer men aan goede wensen gemakkelijk toekomt, Drees gaarne nog iets meer van het Calvi nisme toedenken. Maar dat hij er althans de beginselvastheid mee ge meen heeft het mag op zijn feest dag van morgen zeker worden getuigd. J-JEIVt is het, die wij ons veroorloven voor morgen onze eerbiedige ge lukwens aan te bieden. Wij doen dat als aan een der hoogste gezagsdragers in den lande, die aanspraak mag ma ken op onze dank voor de toewijding, waarmee hij zich, zichzelf niet ont ziende, aan 's lands belang heeft wil len geven. Wij doen dat aan de man, die wij, hoezeer bij vele gelegenheden een tegenstander, gaarne beschouwen te zijn een groot Nederlander, die aan de herrijzing van land en volk in deze naoorlogse jaren een zeer be langrijk aandeel heeft gehad. Wij doen dat ook aan de man als mens, een mens die wellicht na dit bezette leven wel eens uitziet naar verpozing en naar rust, maar wie het werk nog op de schouders liggen blijft. Hij moge onze goede wensen aan vaarden. Hij moge het ons in elk geval ten goede houden, dat wij dit bescheiden „Dreesitatief" hebben aan geheven. In Afrika zijn thans volgens de pause- Hike congregatie voor de voorberei ding des (r.k.) geloofs in totaal 44 mlllloen Christenen, in midden-Afrika ongeveer 40 niillioen en vier mlllloen in Noord- en Zuld-Afrika. Twee mll lloen Afrikanen zijn Roomskatholiek, 11 millioen behoren tot de Oosterse kerken en 114 millioen zjjn protes tanten, waaronder de congregatie alles verstaat wat niet Rooms of Oosters-orthodox is. Verder zyn er 85 millioen Mohammedanen in Afrika en 80 millioen beidenen, maar het aantal van de laatsten neemt snel af.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1956 | | pagina 2