DE REVOLUTIE Prof. Jansen „Ik gooide met een asbak er was een muis minder DRAAIEND AAn 6e RADIOKNOP P! 1P^ l Miebei bij de massajeugd s.o.s. ZONDAGSBLAD ZATERDAG 12 MEI 1956 stralende mor gen, toen presi dent Bandos door een zacht tikken op zijn deur De president Bandos was onrustig, hij wist pas waarom tijdens merheer Flen, bijna zwevend op de satijnen muil tjes door het enorme vertrek lopend, bracht op een zilveren blad een beker chocolademelk en een" be schuitje. Met een deftig hoofdknikje wenste hij het staatshoofd van de Republiek Maxtago goedenmorgen en schoof het blad op het lage ta feltje naast het bed. Hoewel dit kleine tafreeltje de herhaling was van iedere morgen, voelde president Bandos, dat er „iets" was. Hij had in de loop der jaren een fijne intuïtie ontwikkeld voor stemmingen. De zware strijd, die hem dit hoge ambt gevoerd had, had zijn waakzaamheid en realiteitszin Toen de kamerheer gegaan was, kleedde de president zich snel aan. Hij dronk de beker en terwijl hij op het beschuitje knabbelde, zag hij zijn leven in snel opeenvolgende bonte beelden weer voor zich. Daar was de post van laag spoorwegambte naar geweest, de strijd op de barri cade, de vlucht in de berggrotten, het jarenlange angstige afwachten in een- aamheid met een handjevol getrou wen, het intrigespel. En in het spel der wisselende kan en had hij het zesde zintuig ont wikkeld, dat hem menigmaal het leven gered had; op een wijze als het wild in het vrije veld op verre af stand met gespitste oren het naderen de jager constateert. Voorhistorisch Het tafereeltje, dat we in de aanvang beschre ven, speelde zich bijv. af in het Instituut voor Infectieziekten, dat verdeeld is in een afdeling virulogie en een afdeling bacteriologie. Econo misch gezien is dit wel een der belangrijkste in stituten van de faculteit, omdat hier immers be langrijke ziekten als mond- en klauwzeer, pseu- do-vogelpest e.d. worden bestreden. De veterinaire faculteit (I) Bij buitenlandse universiteiten is de afdeling infectieziekten vaak door een muur van de overige gebouwen der veterinaire faculteit gescheiden om besmetting tegen te gaan. In de eni ge ingang zijn ondiepe bakken met een ontsmettingsstof aangebracht, waar mens en dier doorheen moeten lopen. In Utrecht is deze afdeling ech ter ondergebracht in de reeds eerder genoemde gewezen directeurswoning, een ruim 250 jaar oud gebouw dat niet-geïsoleerd midden tussen de an dere gebouwen staat. Deze woning werd 43 jaar geleden als tijdelijk verblijf voor dit instituut aangewe zen. De tijdelijkheid duurt nog steeds voort. Prof. dr. Jac. Jansen, de directeur van dit instituut, liet ons het gebouw zien. Aan de eerste eis van steriliteit in een instituut, waar steeds met ge vaarlijke smetstoffen gewerkt wordt, is hier onmogelijk te voldoen. De mu ren van het oude huis zitten vol scheuren en barsten. De mu den er een vrolijk leven en lopen soms bedrijvig door de directeurska mer. ,,Kort geleden zag ik weer eer muis lopen. Ik gooide een asbak naar het dier toe en ving het precies on der die bak", zo vertelde de hoogge leerde. Het gebouw ligt aan een drukke ver keersweg en het stadsilawaai is zo enorm groot, dat rustig werken moeilijk en examineren bijna onmogelijk is. De studenten leren belangrijke besmettelij ke ziekten als mond- en klauwzeer en pseudo-vogelpest alleen kennen door middel van films en museumprepara ten. De stallen kunnen niet voldoende geïsoleerd worden en het is dan ook niet verantwoord om dieren, die aan deze ziekten lijden, op te nemen. Proe ven met deze dieren kunnen dan ook niet worden genomen. Proeven met an dere ziekten mislukken vaak door de slechte toestand van de stallen, waar door het ene dier het andere aansteekt. Vorig jaar nog werden enkele kostbare koeien en stieren aangetast door mond en klauwzeer dank zij de ellendige be huizing. We zagen een oude keuken met po reuze en door het vocht aangetaste mu ren, waarin zeer kostbare instrumenten stonden opgesteld. In de gang glazen hokje afgeschoten wa analyste bezig was een gevaarlijk virus te enten op eieren. Een w.c. is inge richt als werkkamer voor een analyst en zelfs de smerige kelder, waarin nauwelijks rechtop kan staan, moet als werkruimte worden benut en herbergt een instrumentarium, dat misschien meer waarde heeft dan dit hele verval len gebouw. Toch goed werk dierenartsen, waarvan prof. Jan sen secretaris-penningmeester is. Dage lijks komen hier brieven binnen var vooraanstaande figuren op veterinair gebied over de hele wereld. Men hoopt echter maar. dat de briefschrijvers niet persoonlijk komen! Het pleit zeer voor de wetenschappe lijke staf. die onder deze omstandighe den moet werken, dat hier ondanks dit alles resultaten werden bereikt, die tot ver over de grenzen de aandacht trok ken. Prof. Jansen vond hier het vir,,c dat de veelbesproken konijnenpest v wekt. Hier werd het eendenpest-vn voor het eerst gekweekt en hier werd het eerste geval van pseudo-vogelpest in Nederland aangetoond Men laat zich niet ontmoedigen al valt de kalk uit muren en plafonds soms in de reageer buizen. maar men hoopt toch vurig op verandering. Hetzelfde geldt voor de Kliniek Verloskunde en Gynaecologie, prof. dr. F. C. van der Kaay de scep ter zwaait. Dit is de grootste, maar ook de slechtst behuisde kliniek op dit gebied in heel Europa. In het afgelo pen cursusjaar werden hier 1916 gynae cologische „patiënten" behandeld, van er 459 geopereerd moesten worden. Verder werden 1181 bevallingen richt, grotendeels bij koeien, waarbij 160 keer operatief moest worden inge- ^Koeien, paarden en andere huisdieren uit het hele land worden naar deze kli niek gezonden als bij een bevalling moeilijkheden te verwachten zijn, die door de dierenarts ter plaatse niet kun nen worden opgelost. Ook heeft men nog een ambulantoire kliniek, die bin nen een straal van 10 km rond de stad Utrecht de patiënten „aan huis" behan delt. Verier is aan de kliniek een groot station voor kunstmatige inseminatie verbonden, dat het toezicht heeft over de K.I.-dienst van elf boerenorganisatues op dit gebied en op het stierenstation deze organisaties te Zeist. Door de studenten worden voor drie dezer ver enigingen de inseminaties verricht. Een aardige bijzonderheid is, dat in de kliniek sperma wordt bewaard bij een temperatuur van 79 graden onder nul, zodat het nu al een jaar goed gebleven is. Uitstekende stie ren, die thans zelf al maandenlang Enige tijd geleden is de minister van Onderwijs persoonlijk een kijk je komen nemen en ongetwijfeld is hij bij dat bezoek wel meer dan overtuigd van de noodzaak van een spoedige en grondige aanpak van het behuizingsprobleem. Het is te hopen, dat minister Cals zijn collega van Financiën ode van deze noodzake lijkheid weet te overtuigen. In de hierboven genoemde instituten kan de toestand zo niet lang meer blij ven voortduren, zonder dat het on derwijs en het wetenschappelijk werk ernstig wordt geschaad. Met plannen noch met nota's is hier iets te bereiken, slechts met specie en metselsteen komt men hier uit de En ondanks de massale toejuichingen van het volk, ondanks de buigende en dikwijls zalvende hoogwaardigheidsbe kleders om hem heen, de milde regen van onderscheidingen op gezette tijden, de snelle toename van standbeelden op allerlei pleinen, was deze fijne besna ring blijven bestaan. De president liep langzaam naar een der hoge vensters en keek naar buiten. De stad bood een vredig beeld en de blaüwige bergketen de Quellas in de verte scheen rust meer dan ooit te accentueren. Wat ook kunnen zijn? sche toestand was in evenwicht; de ge nationaliseerde goud- en diamantmijnen brachten rijke vondsten, terwijl de be lastingen (vooral de accijnzen) onlangs nog verlaagd waren. Er waren bespre kingen met deputaties uit het volk en met iedere wens werd rekening gehou den. Zelfs de kleinsten hadden thans een ardig bestaan zo goed had- het nog nooit gehad. De presi dent nam een kleine Manilla uit een zilveren kokertje en kneep de igen half dicht. Of zou hij zich toch vergissen' Was dit misschien de zelfgenoegzame redenering van een man, die ergens blind voor was zonder het te weten? Hij huiverde even, want hij voelde zich onbehaaglijk hij had vanmor gen eigenlijk ook maar weinig zin om aan het werk te gaan. Zonder zich scherp te realiseren, waarom hij het deed, liep hij naar de toilettafel de handspiegel bekeek twij felend en speurend het eigen gelaat met de korte volle ring baard. De donkere ogen ston den helder, maar toch de wangen hadden weinig bloed De president ging terug naar zijn slaapvertrek en dacht na. Dit was een hoogst vervelende geschiedenis. Hij deed de deuren op slot en kroop in een muurkast. Na enige tijd kwam hij er ging onder het bed liggen. Toen brak ineens het tumult los; het paleis was omgeven door een woedende menigte, wier geschreeuw als een on stuimige zee tegen de muren sloeg. Er klonken ontploffingen, schoten. Brekend glas rinkelde. Nu floten ook de kogels door de ven sters van het slaapvertrek en deden kalk van het plafond pulveren. Daar lag hij nu onder het bed, bedreigd door i buitenzinnige en bewapende menig- iedereen en alles was tegen hem hij had niet eens een klapperpistool- GEEN MONOPOLIE MEER relisw; r lang- 9 Nu de televisietoestellen zaam maar zeker dc huiskamers ver overen, ligt het voor de hand, dat de radio wat in de verdrukking komt. Men kan verwachten, dat er minder aan de radioknop wordt gedra de televisieprogrammi ondergaan. aast de gewone radio komt in vele ge zinnen de kvjkradio te staan. Dat betekent, I uitbreiding dat het in het alger geda? tje. it was het einde dat kon niet anders. Maar ze zouden hem niet vinden als >n lafaard; als een dier, dat angstig zich in zijn hol verbergt, bevreesd door de overmacht. Ze zouden hem vinden als een held en een spotter, als iemand, die onbevreesd en onschuldig de dood ingaat. Ze zouden na zijn dood zeggen ook zijn grootste tegenstanders dat hij Dus draaide hij de deuren weei en nam een stoel. Opnieuw de sigaar aanstekend, ging hij midden in het ver trek zitten, forceerde een hautain lach je op zijn gelaat. Zo zouden ze hem vinden zó. Het duurde niet lang. In de marmeren gang, die toegang gaf tot dit vertrek, golfde weldra het lawaai als een lawine dichterbij. Toen werd de deur krakend opengesmeten. De president keek naar de -ode. ver hitte gezichten der rebellen. Voorop kwam generaal Culcargon, een van trouwste commandanten. enigszins bloedloos. Er was de laatste tijd ook een vreemde, ondefi nieerbare pijn in zijn binnen ste, die nergens een zetel scheen te hebben, maar toch aanwezig bleef. Zijn lijfartsen hadden hem zeer serieus on derzocht en gemeend, dat het „zenu wen" waren. Dit beschouwde hij bijna als een belediging, maar hij had toch de kalmerende middelen van de genees heren trouw geslikt. Het gaf alles niets de pijn bleef, even duidelijk, even merkwaardig als voorheen. Nu hij de spiegel neerlegde, was het voelbaarder dan ooit; het leek wel. als of hij inwendige brandwonden had op gelopen. Hij zou Paraljos nog eens laten komen; deze man was dubbel gegra dueerd en wel de beste diagnosticus hij was ook eerlijk en speelde niet de wetende, wanneer hij niets wist. De president doorkruiste het vertrek en nam de telefooit Maar de vertrouw de zoemtoon bleef uit. Na enkele keren gedraaid te hebben, opende hij de deur, die toegang gaf tot het vertrek van kamerheer Flen. Daar was geen mens. Hm, vreemd hoogst vreemd. Hij liep daarna door meerdere ver trekken van zijn paleis, drukte op bel knoppen, greep naar de telefoons. Maar alles en iedereen was verdwenen Be halve portier Entil deze zat met een nuchter gezicht in zijn loge en kauwde een boterham. „Wat is er aan de hand?" snauwde de president hem aan. Entil at eerst zijn mond leeg en zei toen: „Mijnheer de president. Er is re volutie." „Alweer?" „Ja." „Waar is mijn lijfwacht? Waar zijn „Weg mijnheer. Allemaal weg." „En mijn leger?" „Ook weg, mijnheer." ben jij er dan nog?" r moet ik heen? Ik ben een nota v« cfaap iStigter* Er steeg een vreugdegeloei op. Daar zat hij eindelijk. Men was al bang, dat Bandos tijdig onraad had bemerkt en gevlucht was. Culcargon draaide zich om en stak beide handen omhoog. „Niets doen. Hij kan ons ni ontgaan. Even kalm blijven," riep hij met stemverheffing. Langzaam liep Culcargon naar voren en bleef met de handen in de zij voor de president staan. „U ziet, mijnheer Bandos hier is geen uitweg meer. We hebben de macht in handen. De radiostations en sleutel posities zijn allen bezet. We zullen het kort maken Maar vooraf wil ik mijn grote hart tonen: Hebt ge nog een wens? Kan ik nog iets voor u doen? Ge zult niet met het besef de dood in gaan, met beestmensen te doen gehad hebben. Een goed maal, een fles wijn noem maar op." De president dacht na. Toen zei hij: „Ik verlang niets mate rieels meer, want dit zou me wellicht niet meer zo smaken. Maar ik wens iets anders." „En dat is?" vroeg Culcargon hautain. „Het is een vraag." „Oh zo. Nu, dat is toegestaan." „Zeg mij," aldus de president, „zeg mij waarom deze revolutie?" Culcargon barstte in lachen uit. Toen draaide hij zich om en zei met een zwaaiende arm achteruit op de re bellen wijzend: „Zij allen, die hier zijn, kunnen het u stuk voor stuk vertellen. Zeg vrienden, vertelt u het de president waarom deze revolutie?" Men keek elkaar aan en toen Culcar gon zijn vraag herhaalde, ontstond er een onbeschrijflijke verwarring, want niemand wist het antwoord. De onzeker heid sloeg ook op de commandant over en eindelijk bracht hij er moeilijk uit: „President het was zulk mooi weer., echt weer voor een revolutie." Toen de rebellen schaamtevol afge trokken waren, trok president Bandos zich in zijn werkkamer terug en weende bitter. Want nu wist hij ook. wat die geheimzinnige pijn in zijn binnenste was: het was het leed om niet meer te kunnen revolteren om president te worden, omdat hij al president opolie van de radio. Maar boven dien zal by de meeste programma's de knop van het televisietoestel meer in trek z;jn dan de radioknop. EIGEN FUNCTIE Correspondentie betreffende deze rubriek aan de heer W. Jurg, Jan Luykenlaan 12, Den Haag. Na de onderbreking van de vorige keer gaan we nu verder met de zeventiende serie van de ladderwed strijd. De hier volgende problemen doen in schoonheid en in moeilijkheid weinig voor elkaar onder. No. 360 staat echter op de laatste plaats om dat dit vraagstuk op een kort eind spel dam plus schijf tegen drie schijven uitloopt, dat moet worden aangegeven, zodat het voor de B-klas- sers wellicht minder geschikt is. Toch proberen! Voor de beginners hebben we van de veelzijdige v. Prooijen ook nog wat in 't vet voor de naaste toekomst. De motiefbewerking van v. Meggelen en Schrijer in no. 358 is wel bizonder fraai. Het middelste vraagstuk van Pranger is wel meer ingewikkeld en karakte ristiek voor de auteur. Het nieuwe drietal Zwart: 4,10,13,19,2< iH ju m «i /Aw& Wrn. ISi zelfs een smerige kelder «n nauwelijks rechtop kan trden benut als werkruim Uit de VOLKSWIJK Wit: 30.31,35,36,38,41.42.45,4®. No. 35®. B. J. Pranger, Den Haag. Zwart: 6,9,17/20,25,36,39. dood zijn, zorgen dus vi vries-sperma toch nog voor nakomelingschap. Welnu, deze zeer belangrijke kliniek heeft in het gebouw voor administratie onderzoek geen museum, geen bi bliotheek, geen kamer voor de staf en zelfs geen eipen practicum. De college- NOOIT MEER - OF - WEER OPNIEUW! /RAMPEN komen en kampen gaan. We hebben het eerste jongenskamp achter de rug tafel hun vingertjes er by F een oude krant vond ik een artikel dat vermeldde hoe de helft der Nederlandse kinderen met vacantie hun stad mogelijk de hoogte steken, maar als je dan zelfs hun straat niet uitkomen, naar hen kijkt, zitten ze met dat Erg is dat. Moordend voor de prikvingertje in de lucht peinzend kinderziel, die nooit nieuwe in- zich uit te staren, en denken drukken opdoet. verdere uitwijdingen. Hun tegenwoordig vaak v... w„ °pen zijn dromend in de verte ge- zitten al weer vrolijk 'met'''twee richt; hun bordje blijft onaange-, dozijn meisjes opgescheept. In dit roerd; ze zijn als helderzienden - bijzondere geval zijn die meisjes trance. Als ze eindelijk weer een stuk jonger dan hun directe hun positieven zijn, kijken ze stom- voorgangertjes en laat ik het verwonderd rond zich heen, en daaraan toeschrijven èn aan een zeggen opnieuw „Juhu zekere groeiende vermoeidheid, J-fET is duidelijk dat de overgang waar het plotselinge zomerweer van de straat naar het bos niet onschuldig aan isdat me eigenlijk wel erg ingrijpend is. de verandering geen verbetering Alleen de beide peuters, die ver schijnt te zijn. leden jaar óók meegingen reageren ^+"*'0 m rj. De jongens waren druk. Ze positiever. Ze kennen het huis. Ze J! maakten hahaal Ze zwierven wet y de iingenzoehn ^'Jj'JZlingen volhoud,. Overal vrijbuiterend rond het moet. Ze treden op als padvind- „a,nr,x __i, no mrisies daarenteaen Ctortio* en nidsen Daaruit hliikt l00f 00.fc °flt een me"S' dte hopeloos verouderd en veel te klein. Tot dusver was er slechts een zaal. die dienen moest voor operatieka- practicum, verloskunde en polikli niek De eigenaars van de patiënten moesten buiten in weer en wind wach ten. tot ze aan de beurt waren. Hierin -dt thans verbetering gebracht door de aanbouw van een ndeuw gedeelte. Het Instituut wat behuizing betreft een aanfluiting nor een land. dat kort geleden nog tot g de eerste koloniale mogendheden ter we- 5 reld behoorde. Maar we hebben al ge- c noeg voorbeelden gegeven. De vraag j* dringt zich op. of er nu geen plannen worden gemaakt om aan deze akelige toestanden een einde te maken. <t Plannen, plannen aan plannen heeft het nooit ont- 5 broken. Het curatorium van de univer- 4* siteit heeft altijd alles gedaan, wat mo- r gelijk was om tot een goede behuizing voor deze faculteit te komen. Er waren gedetailleerde plannen in 1935, in 1939, in 1949 en in 1952. Het laatste plan was grootscheeps opgezet en voorzag in een 5 nieuw, modern en voortreffelijk gebou- d wencomplex voor de gehele faculteit. De tekeningen van deze toekomstdroom hangen in de collegezaal van het Insti- tuut vo Het ministerie van Wederopbouw had zelfs haar goedkeuring al aan dit plan gehecht, maar toen kwam Financiën weer roet in het eten gooien. Er was een meningsverschil tussen dit departe- ment en de universiteit over het aan- tal studenten, dat in de toekomst te wachten is. Het fiat kwam niet af 1 nu wacht men maar weer. heid van de moderne werknemers, vooral over dit verschijnsel bij de jonge arbeiders en arbeidsters. In by dit kamp begin ik dergelijke din gen beter te begrijpen. Ik zie hoe de kinderen eigenlijk tenminste vijf dagen nodig hebben om een beetje aan hun omgeving te wen nen. Dan resten er nog ten hoogste twee dagen om er zich thuis te voelen. En dan nemen ze voorgoed afscheid van al dit heerlijks om Ik ge- bestaan kamphuis. De meisjes daarentegen stertjes en gidsen. Daaruit blijkt - n rustig op het gedweeë af en trouwens meteen dat ze verleden blijven vlak by honk. En toch jaar ondanks hun schijnbare dro- LK. unjvtn uiurv ----- JUUI Uiiuuiuvo - -Jaroev heb je met de jongens veel min- merighèid wel degelijk opgelet jater een vreemde plek 1 te passen, dat ook op der 'te stellen dan met dit volg- hebben. Maar daaruit blijkt ook 71. Z:1 zame, zoete stelletje. Ik ben in dat het met kampen is als met deze dagen het bijbelse begrip paaseieren: één kamp, geen kamp; _,.m. enorme hinten inter, hevtnnn ÏVZZ. ^srsnsss hangen gewoon aan je rokken; kampen, echt kamp. Jammer dat ,,,aro,Jh„r„ar slepen je overal by>' ze vinden Ze nooit van huns levens dagen wor(jen het nodig je op elk gelegen en aan drie kampen kunnen toekomen, ongelegen moment hun belevenis- Omdat we daarvoor eerstens zou- fjet ,-s e sen mee te delen; ze dringen zich den moeten beschikken over een liefdevol op; ze laten je geen eigen kamphuis en tweedens over seconde met rust. Als je even meer krachten en geld. ergens zit uit te blazen, tot in het Zo tussen de meisjes in heb ik zal kunnen Het is even over tien als ik dit schrijf. Zo dadelijk zullen we 24 hummels even moeten opnemen op alles voorbereid te zijn. Ze zich be- dromen van bossen en zon. Die ze voor streng verboden domein van de vanmiddag overdacht hoe ik daar zullen Juf fluisteren opperste stafkamer toe, daar een jaar geleden in deze rubriek hogelijk omdraaien piept een deur, en kijkt een bleek lansen voor heb proberen snoetje naar binnen: ,Jehuf?!" breken. En ik heb eens héél wiis het eerst èn voor het laatst in hun „Juf" voor en „Juf" na. Automa- gezucht. Ik heb gedacht: „We volle glorie zien. Maar hoeveel tisch gewoon. Het is niet eens moesten een plaat opnemen van nodig om dan op te letten en be- deze „juf-blatende kinderschaar, langstellend hun mededelingen af En die plaat moest elke dag voor te wachten. Waarschijnlijk zijn ze de radio worden gedraaid. Net seriand, of die dit lezen, gaan de zomer 'WEER' naar dat pen- Zwit- Spanje? NOOIT die reeds vergeten op hun kruis- zolang totdat slaperig Nederland MEER en WEER daar ligt een tocht naar Juf toe. Het kan ze wakker geworden is en kamp- afgrond ttissen overkomen dat ze ,Jufroepen, huizen weggeeft! 5 het 1 ar, dat het radio- 9 Gelukkig i toestel het veld moet ruimen voor nei televisietoestel. Want de radio zal haar typische eigen functie blijven behouden, haar eigen taak hebben voor de luiste raar. En de televisie heeft ook haar eigen haar diensten speciaal tc be de Iuisi 1 de kyker 1 de kijker zijn opzicht werken 1 zelfde terrein, groot belang, dal In velerlei visie op het- de radio zich veel r GEEN TEKST Helaas krijg ik de indruk, dat de radio mensen van de omroepverenigingen dit nog niet voldoende inzien, en nog niet voldoende rekening houden met de toe komstige ontwikkeling. )m een klein voorbeeld te noemen. In het nationaal programma werd vorige week vrijdagavond de herdenkingshymne 1940 —1945 van Oscar van Hemel ter gelegen heid in de onthulling van het Nationale Monument uitgezonden. De gedragen j muziek liet niet na indruk te maken. Maar voor mij zou deze uitzending af geweest zijn, als ik ergens in een oraroep- gids de tekst had aangetroffen van de verzetspoëzie, waaromheen dit werk is i gecomponeerd en waarop de bewogen I muziek van Oscar van Hemel is ge- I inspireerd. Zo uitgebreid was die tekst i WINST 9 Een dergelijke kleine nalatigheid zal bij j de verdere doorvoering van de televisie steeds meer opvallen. Zij die meewerken aan de totstandkoming van de radioprogramma's moeten op hun 1 qui vive zijn. Waar dat mogelijk is, moet het terrein tussen radio en televise wor- I den afgebakend. Men dient te weten waar de radio de televisie kan* aanvullen. I Nodig is daarom een nieuwe bezinning op het wezen van de radio. Wanneer dit I gedaan wordt, zal de komst van de tele visie zelfs winst kunnen betekenen voor 1 het gehalte van de radioprograma's. 9 In Nederland ia men nog niet op het idee gekomen om na te gaan of de S.O.S.- berichten, die geregeld voor de radio worden omgeroepen veel resultaat hebben. In Engeland is bijv. bekend, dat 218 keer is gereageerd op de 445 S.O.S.-berichten, die in 1955 zijn omgeroepen door de B.B.C. De Nederlandse Radio Unie heeft j nu aan de omroepverenigingen gevraagd de opdrachtgevers van een S.O.S.-bericht te verzoeken mee te delen wat het rcsul- DERTIG JAAR V.P.R.O. 9 Tweede Pinksterdag, 21 mei, zal V.P.R.O. in Rotterdam haar dertigjarig bestaan vieren. Deze viering begint met een kerkdienst in de Remonstrantse kerk te Rotterdam, waarin ds. H. J. Kater, Ned. Herv. predikant in Amsterdam zal v< gaan. De dag zal worden besloten i een jubileummanifestatie in het Aboy- gebouw. Uitgevoerd wordt dan o.a. de première van „Het lied van de lever adem" van Guillaume van der Graft Anton van der Horst. R. A. Dio. Ollllllllllllllllllllllllllllllll ietóenjubilea Dé entree van de fiets betekende hele omwenteling op verkeersgebied. Zo wel voor utiliteitsdoeleinden als voor ontspanning werd het rijwiel hoe lan ger, hoe meer gebruikt. Zestig jaar geleden verscheen er x het eerst een motorfiets in de straten van onze residentie, terwijl in datzelf de jaar de eerste openbare fietsenberg plaats werd gebouwd. Zestig jaar geleden, diss in 1896, werd het eerste fietsslot gebruikt, teneinde diefstal te voorkomen. Voor alle drie luidt de opgave: wit be gint en wint. Oplossingen binnen drie weken na plaatsing in te zenden. Oplossingen No. 351. (Th. v. Prooyen). Zwart: 8,14, 19 26,29,36,37. Wit: 15,23,27,28,34,35,43,47. Opl.: 47—42, 35+2, 15—10!!, 2—19, (18— 23 de enige, daar 2631 wordt weerlegd door 2722, 1914 en als zwart dan op de lange lijn gaat staan met één der schijven 31 of 36 volgt 28—22 met winst) 192, 216! Een leuk slot voor rie ee- routineerden en leerzaam voor de be ginners. No. 352 (Hans Rotteveel). Zwart: 7/10,12,15,17.18.22,26. Wit: 20,24,28,32/34; 37/39, 42. 48. Opl.: 28—23. 39—34, 33—28, 3731, 4237, 22+4, 4+8 wint op tempo. In economisch opzicht laat dit probleem nog wel wat te wensen over, maar geheel doet toch niet onaardig aan de rondslag is wel spectaculair. No. 353. (B. J. Pranger). Zwart: 8,11, 12.14,18.19.22/24,28,31,35. Wit: 25,26,30,33, 34,37 40 44.47,49. Opl.: 26—21. 21—17, 34—29! 47+7, 7—1, 1+39! 49—44, 36—24. 25+43. Zeldzaam fraai en verrassendl

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1956 | | pagina 16