De MIERENLEGERS
mare l ieren door net
oerwoud
litws
»Wat God
tot stand braent
FLUOR HELPT HET BEDERF
TEGEN TE GAAN
66N KP£7 vemAt
DRAAIEND
RADIOKNOP
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 21 APRIL 1956
DE HOND WAS DIE MORGEN ONRUSTIG, WANT
ZIJN INSTINCT' VERTELDE HEM:
vanmorgen
Frasers stem
klinkt scherp
door het scheme
rige kamertje, 't
Is al de tweede
keer dat hij 't
vraagt maar nu
schijnt Sharp, die aan de andere
kant op een veldbed ligt, hem te
hebben gehoord. Half wakend, half
slapend keert hij zich op zijn andere
zijde, ziet Fraser aan en zegt: „Zei
je iets over een hond?"
„Ja, over Rex, moet je eens luis
teren, dat beest gaat tekeer alsof er
ik weet niet wat aan de hand is.
'k Heb al een paar maal geprobeerd
hem te kalmeren, maar steeds begint
hij weer te janken".
ALS OM DE WAARHEID van deze
woorden te bewijzen huilt de grote
herdershond opnieuw, lang aangehouden
en klagend. Dan laat hij de kop met
de spitse snuit zakken en loopt naar
de beide mannen. Als hij zich tegen
Sharps been rukt, voelt de man hoe
het lichaam van het dier trilt.
Zij begrijpen er niets van, Rex is al
tijd een vriendelijke lobbes, één en al
vrolijkheid. Maar vanmorgen? Nee, wat
dit is weten ze niet. Zo lang ze in het
oerwoud bivakkeren hebben ze iets der
gelijks nog niet meegemaakt.
Vijf maanden zitten ze nu hier in dit
onherbergzame oord, de twee natuur
vorsers Jack Sharp en Alex
Fraser. met hun hond Rex.
Ze zijn hierheen getrokken
om waarnemingen te doen
in de dieren- en plantenwe
reld van het oerwoud, een
bezigheid, die hen beiden ge
heel in beslag nam.
Toen ze in de lente dit ge
bied voor het eerst betraden,
werden ze hierheen ge
bracht door inboorlingen, die
nederzetting bijna tweehonderd
TOCHT van
nieren in de
tropische wouden
het vreselijkste
indenken. Het zijn
niet een paar hon
derd of enkele duizenden lnsekten die
op roof uitgaan, maar vele miljoenen. Zij
ekken zwijgend voort, als een leger
an honderden meters breed, en zijn
niet te keren. Ze dringen overal in door
zjjn niet in hun opmars te stuiten.
Het pad waarlangs de mierenlegers
zijn gegaan is kaal en doods. Het wordt
gemerkt door de geraamten van dieren
die niet konden vluchten en die werden
kaalgegeten door de medogenloze legi-
Van de eerstvolgende uren hangt veel,
nee èlles af. tot hun leven toe. Te voet
kunnen zij niet ontsnappen, het zou een
tocht worden van vele dagen door het
oerwoud met zijn talloze gevaren.
Er is maar één oplossing. Hier blij
ven en zich verdedigen. Snel overleg
gen zij. Eerst moeten alle waardevolle
dingen in veiligheid worden gebracht.
Zij bergen documenten, foto's en aan
tekeningen in de stalen kasten en slui
ten de deuren af. Maar nu de verdedi
ging van het kamp. Zij kunnen zich
niet verbergen. De planken van de ka-
kiei
alle kaï
Freek van der Meer
kilometer stroomafwaarts aan de gro
te rivier hebben. De inheemsen had
den hen geholpen bij het gereed ma
ken van het kamp. De plaats waar ze
nu wonen, vonden beide mannen het
meest geschikt. Vóór hen ligt de rivier,
achter hen komt een smalle kreek uit
het oerwoud, die zich vlak bij 't kamp
in tweeën splitst; één arm gaat rechts
langs hen heen, de andere links. Ze
zitten dus als het ware op een eilandje
van enkele honderden vierkante meters.
Er is een veldje, waarop het taaie oer
woudgras groeit en er staat een groep
je bomen. Hieronder bouwden zij
behulp van de inlanders hun kamp:
huisje met twee kamers. In het
vertrek slapen zij en het andere werd
ingericht als „laboratorium". Hier staan
stalen kasten, die luchtdicht kunnen
worden afgesloten en ook niet toegan
kelijk zijn voor insekten, die hun papie
ren en preparaten zouden beschadigen.
De inlanders hadden over één der ar
men van het kreekje nog een brug van
boomstammen gebouwd en waren toen
in hun boten vertrokken.
Zo eens in de twee, drie weken pa
gaaien de inboorlingen opnieuw de ri
vier af. Dan brengen ze post, voedsel
en ook olie en benzine, voor het aggre
gaat. dat de stroom opwekt voor de
verlichting en het bedienen van hun kor-
tegolfzendertje, dat ze hebben meege
nomen om in tijd van nood de buiten
wereld te kunnen waarschuwen.
Ook dat is niet veilig. Bovendien wil-
Rex, hun trouwe kameraad, niet
achterlaten. Nee, het enige dat hen kan
redden is vuur.
Terwijl Fraser het houten bruggetje
op het land trekt brengt Sharp de
drums met olie en benzine naar de
plaats waar de kreek zich in tweeën
splitst. Traag, erg traag stroomt het
water om hem heen. Als hij hier de
benzine en de olie op uitgiet zal deze
door de beide armen langzaam wegvloei-
Naderen de mieren dan zullen ze
de. laag olie in brand steken en ach
ter de beschermende vlammen wachten
tot de dieren verder zijn getrokken.
Ze openen een vat en gieten het leeg
op het water. Langzaam komt er op de
heldere kreek een vlek die zich naar
beide kanten verspreidt. Dan schroeven
ze de afsluitdoppen van de andere
drums en wachten.
De stroom vluchtende dieren,
langs hen trekt, houdt aan. Er zijn
minderen,
vloeit een vat onbetaalbaar be
langrijke vloeistof leeg. Ze zien dat er
geen mieren meer de rivier oversteken,
maar ze trekken niet verder. Ze verza
melen zich om hun eiland. Nu en dan
klinken de angstschreeuwen der dieren,
die door de mieren worden overrompeld.
Sharp en Fraser rillen, ondanks de hitte,
als ze op één na het laatste vat in de
vlammenzee leegstorten.
Wanneer Sharp over de rookwolken
kijkt ziet hij dat een over de kreek han
gende boom bedekt is met mieren. Zij
trachten naar boven te klimmen om zo
de vlammenbarricade te passeren en
zich in het kamp te laten vallen. Maar
de warmte en de rook verdoven hen.
Ze vallen van de geblakerde takken in
de vuurgloed.
Dan wordt het laatste vat boven het
water gehouden. Voor het laatst loeien
de vlammen, om dan langzaam te ver
minderen en eindelijk geheel te doven.
Nu kunnen de mannen om zich heen
kijken. Wat ze op enkele meters vc^i
zich zien, maakt hen bijna onpasselijk.
De hele omgeving is bruin van de on
telbare mieren, die naar voren dringen
op het gloeiende zand van de kreek-
;r te verschroeien en half ver in het
water te glijden. Ze verspreiden een af
schuwelijke stank, maar steeds komen
andere mieren naar voren. Hoe lang
zal het nog duren, tot het zand zover
afgekoeld dat ze over de kreek, die
slechts een paar meter breed is, een
levende brug kunnen vormen?
Sharp en Fraser lopen van de kreek
aar het kamp. Eerst klimt Fraser op
het dak. Sharp hijst Rex omhoog
klautert dan naar zijn vriend, 't Is i
schien een uitstel van enkele minuten
orp hier te gaan zitten, maar in ieder
geval kunnen zij de omgeving goed
het oog houden.
Zij zwijgen. Ook in het bos is het
stil geworden, de stilte van de dood.
Alleen Rex jankt af en toe. De wind
ruist door de bladeren en voert een be
nauwende brandlucht met zich mee. En
rondom hun eiland krioelen de ontel
bare mieren.
Opeens springt Fraser op. „Ze zijn
er over, dèèr". Vlak bij de rivic
verst verwijderd van de plaats
zij de brandstof in het water goten, stro
men de mieren het eiland op.
„Nu is het afgelopen", zegt hij,
een paar minuten misschien
kan de zin niet afmaken. Sharp heeft
hem bij de schouder gegrepen. „Luis
ter", schreeuwt hij, „luister, hoor
niets?"
Fraser luistert, 't Lijkt alsof hij het
geluid van een motor hoort, heel
verte. Is hun radioboodschap om snelle
hulp opgevangen? Zou het echt waai
zijn, of zou hij waandenkbeelden krij
gen? Maar nee. 't is waar, 't geluid
komt nader en nader 't Zoemen wordt
duidelijker, 't wordt luider en daar,
daar dendert met maaiende wieken een
helikopter boven de bomen van het
Ze springen overeind op 't wankele
Morses eerste telegram:
„Beste kapitein! Mocht u in de toe
komst horen van een wereldwonder,
dat telegraaf heet, vergeet dan niet,
dat die uitvinding aan boord van de
Sully is gedaan."
Deze woorden sprak Samuel Morse
tot de gezagvoerder van het zeilschip
Sully, dat hem van Europa naar New
York bracht.
Thuisgekomen zette hij zich direkt aan
de arbeid. Hij tekende, rekende en van
een gebruikte schildersezel bouwde hij
een frame. Dit apparaat is het eerste
telegraaftoestel ter wereld geweest. De
eerste woorden die Morse er mee sein
de, luidden: „Attentie, heelal!" Dat
moet ongeveer in 1837 zijn geweest.
Morse was eigenlijk kunstenaar. Hij
maakte schilderijen. Hierin ondervond
hy veel tegenslagen, maar dat belette
hem het schilderen niet, wel geldzor
gen. En die had Morse toentertijd vaak.
De opdrachten, die hij kreeg, droegen
zijn goedkeuring niet weg. Daarom
overwoog Morse van beroep te veran-
ook kleinere dieren bij. Ze
hoorns en konijnen, ratten
zelfs slangen storten zich in de rivier
en reppen zich langs.
Sharp rookt de ene pijp na de ande
re, Fraser steekt de ene sigaret met
de andere aan en streelt de hond die
trillend naast hem ligt te janken.
Opeens staan ze op. Vlak bij hen,
de overkant van de rivier gilt een dier.
„Ze naderen," zegt Fraser, „dat
bosvarken dat niet snel genoeg kon weg
vluchten en nu door de mieren wordt
aangevallen".
Hij brengt zijn kijker
De bomen aan de rivie
hun bladeren op «ie «f t^E PILOOT heeft hen gezien, 't Vlieg-
de vredige pracht van het oerwoud. En
de zilveren libel, die boven hen hangt.
Ze willen schreeuwen, maar kunnen bij
na geen geluid uitbrengen omdat hun
keel droog is van de hitte, de rook
vlak daarachter, nu nog onzichtbaar,
dert de vernietiging.
Plotseling is het alsof 't groene gras
aan de oever en het witte zand aan
de waterkant door een onzichtbare hand
wordt bruin gekleurd. De mieren heb
ben de rivier bereikt.
EVEN SCHIJNT het alsof er verwarring
in hun gelederen komt. Maar dan
dringen de achterste mieren op. Ze stor
ten zich over elkaar in het water en
grijpen elkaar vast. De stroom sleurt
ze mee. bij honderden en duizenden.
Maar vele miljoenen andere staan klaar
hun plaats in te nemen. Ze lopen
elkaar heen en grijpen elkaar beet.
Andere stormen weer daarover heen.
Zo komt er eerst een steiger van m
die zich steeds verbreedt. Dan
:en pier. waarover de roofcolonnes
tuig zakt, wendt iets en zakt verder.
Ze springen omlaag met Rex in hun
armen en voelen hoe de wind van de
draaiende propellers verkoelend om hun
hoofd waait.
Dan raakt de helikopter de grond. On
der de wieken, die blijven draaien, wordt
een deur opgengegooid. Rex springt als
eerste naar binnen, Fraser volgt
Sharp sluit de rij. De marconist
het vliegtuig wijst naar beneden. Daar
zien zij hoe de plaats, waar zij enkele
seconden geleden nog stonden, bedekt
is door een dikke laag wriemelende
mieren.
De motor begint te brullen
Hoe staat het met uw tanden en kiezen?
deren. Eerst wilde hij dominee worden,
maar later werd hij technicus. Even
later schilderde hij weer. Ook begal
Samuel zich wel eens in de politiek
Succes bleef echter uit. Hij reisde naai
Londen, wat niets voor hem opleverde
Toen naar Europa.
Morse is door zijn uitvinding wereld
beroemd geworden. Er moet wel bij-
verteld worden, dat Vail, een van zijn
medewerkers, er ook veel aan gedaan
heeft. Het morse-alfabet is geheel en
al Morse's eigen uitvinding. Zijn twee
de vrouw, die doof was, leerde het en
voerde gesprekken met haar man door
met de vingers kloptekens op tafel te
Samuel Morse is tachtig jaar gewor
den. In 1872 stierf hij. Een dokter, die
hem kort voor zijn heengaan bezocht
klopte de grijsaard bemoedigend op de
schouder en zeide: „Kijk, Morse, dit u
de manier waarop wij dokters telegra
feren." De oude uitvinder antwoordde
met een glimlach om de stervende lip
pen: „Ik hoop. dat ze het op het ont
vangstation boven nog niet zullen ho
ren."
Er is voor Morse, nog tijdens zijn le
ven, een gedenkteken opgericht. Het op
schrift er van luidt: Wat God tot stand
bracht En dat waren de eerste
den, die Morse aan Vail telegrafeerde
met het definitieve toestel.
(Van onze medische medewerker)
Geruime tijd geleden schreef ik over de vraag: „Hoe moet men
zich voeden?". Onder meer heb ik toen gewezen op het voorkomen
van slechte tanden en kiezen, de zogenaamde tandcariës. Het is alge
meen bekend, dat het invoeren van de Westerse beschaving en daar
mee gepaard gaande „geciviliseerde" voeding in de vorm van
wittebrood, gebak, suiker, chocoladeproducten en andere lekkernijen
geleid heeft tot het ontstaan van cariës. In dierproeven is de invloed
het dieet op het ontstaan van rotte tanden en kiezen duidelijk
aan te tonen. Vooral voedingsstoffen die aan de tanden kleven zijn
schadelijk. Bepaalde bacteriën krijgen hierdoor gelegenheid om uit
voedselresten zuren te vormen, waardoor het glazuur van de tanden
wordt aangetast.
Goede mondhygiëne en het juiste
gebruik van de tandenborstel om voed
selresten van en tussen de tanden te
verwijderen zijn van groot belang voor
de bestrijding van defecten aan het
gebit. Ongunstige of onregelmatige plaat
sing der tanden zijn soms de oorzaak,
dat reiniging van het gebit onvoldoen
de kan plaatsvinden. In dit verband
herinner ik u aan het Vitamine D in
de van ouds bekende levertraan als
noodzakelijke stof voor de ontwikke
ling van een gezond gebit. Het ontstaan
van slechte tanden en kiezen wordt be
paald door een complex van factoren.
merkbaar gaat het hefschroefvliegtuig
omhoog. Ze zien de blauwe lucht zich
boven de dichte bossen verder al uit
strekken. Dan laat de piloot het toestel
in de lucht hangen. Ze kijken omlaag.
De oevers van de kreek schemeren don
ker tussen de mieren, die zich als een
inktvlek op een vloeiblad snel over het
eiland verspreiden.
Alleen het dak van het gebouwtje
schittert nog wit tussen de takken, tot
dat ook dit dezelfde kleur krijgt, de
kleur van de bruine dood.
Dan wiekt het vliegtuig weg. Dank
baar drukken ze de hand van de mar
conist, die bij hen in de cabine zit en
aan het vliegveld meldt dat de red
dingsactie is geslaagd.
Rex schudt zich uit, alsof hij pas
heeft gezwommen. Dan loopt ook hij
op de marconist toe, zet z'n beide voor
poten op de knieën van de man en geeft
hem een lik over z'n gezicht.
En als de helikopter landt op het
vliegveld verlaten enkele honderden ki
lometers verder, de mierenlegers het
eiland, nadat zij het kamp tot in alle
hoeken en gaten hebben doorzocht.
Uitstekend
voorbehoedmiddel
Terloops heb ik enkele jaren ge-
den het fluor (een soort scheikundig
element als jodium), genoemd, dat tand.
bederf zou tegengaan. Onderzoekingen
van de laatste tyd hebben onze kennis
van deze stof als voorbehoedmiddel
tegen cariës aanzienlijk
uitgebreid. Voor 1920 i
kende men fluor eigen
lijk alleen als vergif
tige stof. al moet ik er
direct bij zeggen, dat
men reeds voor 1900
deze stof aanbevolen
heeft om tandbederf te
gen te gaan.
In de aluminiumin-
dustrie kende men de beroepsfluorver-
giftiging door de ontwikkeling van
fluordampen. Ook was men op de hoogte
van een natuurlijke fluorintoxicatie door
het gebruik van drinkwater met te
groot gehalte aan fluor. In deze ver-
giftigingsgevallen werden veranderingen
aan de tanden waargenomen, die daar
uit bestonden, dat het glazuur krijtach
tig werd met min of meer bruine vlek-
liter gevlekt glazuur veroorzaakt. Bij
een gehalte van ca. 1 milligram per
liter is het tandbederfwerend effect het
grootst. De vraag is nu maar hoe men
dit fluor het beste aan de bevolking
kan toedienen. Evenals jodium tegen
krop heeft men er aan gedacht c*n het
door keukenzout te doen. Er zijn ook
stemmen opgegaan om bepaalde hoe
veelheden fluor door tandpasta te ver
werken.
De meest doeltreffende manier Is ech
ter de zg. water fluoridering. In Ame
rika heeft men in meer dan 1000 ge
meenten met in tolaal ongeveer 22 mil-
lioen mensen minimale hoeveelheden
fluor aan het drinkwater toegevoegd.
Natuurlijk zit hier ook een sterk varia
bele factor in. Het dTinkwatergebruik
is individueel zeer verschillend en bo
vendien sterk afhankelijk van het kli
maat. Toch schijnen de resultaten gun
stig te zijn.
U begrijpt dat men een vrij groot aan
tal jaren nodig heeft om het juiste
effect van de water fluoridering te kun
nen beoordelen. Ook in Nederland doet
men hiermee proeven en w
plaatsen Tiel en Culemborg.
U zult zich afvragen op welke wijze
fluor tandbederf tegengaat. In de eerste
plaats bevatten de tan
den van mensen, die sinds
hun jeugd fluorhoudend
water gedronken hebben,
meer fluor dan wanneer
dit niet het geval is
Door fluor in de tanden
zal een bepaalde verbin
ding, ontstaan, die sterk
bestand is tegen de
die door bacteriën
MEDISCHE
RUBRIEK
Sharp is uit zijn bed gekomen. Hij
steekt een pijp op en gooit de deur
Tfpen. Zodra de hond ziet dat de man
nen aanstalten maken om naar buiten
te gaan begint hij weer te janken
dringt zich tussen hen in.
Hij is bang, dat is duidelijk. Maar
waarvoor? Deze vroege zomermorgen
onderscheidt zich in mets van andere
dagen. De lucht is helder blauw. Vogels
fladderen in de hoge bomen of zingen
in 't ondoordringbaar dichte struikge-
Bij de kreek blijven de mannen plots
staan. Er klinken plonsgeluiden in de
rivier, alsof er een dier in springt. Weer
horen ze het en nog eens. Takken kra
ken. „Daar", wijst Fraser, „daar"
Sharp ziet ze ook. Op korte afstand
rennen een paar wilde zwijnen voorbij,
kletsnat van het rivierwater, 't Schuim
staat de dieren op de hijgende bek
de ogen puilen uit
plonst
11 Miebei bij de massajeugd
Uit de
VOLKSWIJK
angst Weer
r en even la-
i hert schichtig langs hen
heen.
Wat heeft dit alles te betekenen? Fra
ser en Sharp vinden de zoëven nog zo
vredige omgeving nu vreemd dreigend.
Ze voelen de huiveringwekkende macht
van het oerwoud, dat soms krachten ont
wikkelt waarvan je niets beseft. Je weet
niet hoe je je verdedigen of bescher
men moet omdat je niet weet wie de
aanvaller is en waar hij zich bevindt
Zou er een bosbrand zijn? Nee, dat
kan niet. 't Is hier een streek
geen menselijk wezen komt en h.
dan brand moeten ontstaan. Bovendien
vluchten de dieren uit de richting
waar de wind komt en dan zoudi
zeker rookwolken moeten zien.
De beide ontdekkingsreizigers zien el
kaar aan. Als het geen brand is. is er
maar één mogelijkheid en die is nog
erger dan vuur. Sharp verbreekt de stil
te. „Mieren", zegt hij, „de mieren ko
men".
len de moordende legers verbinding heb- -ö
ben met dit deel van het oerwoud.
Maar daarop wachten Sharp en Fra-
;r niet. Zij gieten twee, drie vaten
leeg op het water en steken de olie <t
aan. Met een doffe plof ontvlamt deze.
Het gras aan de kant schroeit weg en
langzaam gaan de vlammen in de rich-
ting van de rivier, terwijl grote rook-
wolken door de blauwe lucht over de
groene bossen glijden.
Zodra de vuurgloed mindert gieten ze
„leuwe olie op het water. Het zweet
gutst hun langs het lichaam, de rook
brandt hun in de ogen. Zij schroeien
hun kleren, maar merken het niet.
Wanneer de wind de rookwolken even
.aneen blaast zien zij dat de mieren de
rivier zijn overgestoken. Hun door vlam-
men omgeven eiland wordt steeds meer <t
ingesloten.
Zij vechten voort in de ondraaglijke
hitte. Het wordt een wedstrijd met de
tijd: zullen de mierenlegers zijn wegge-
trokken als de brandstofvoorraad ver-
bruikt is of
Vat na vat wordt leeggegoten en aan-
gestoken en nog steeds komen er r
ren uit het bos aan de overkant
de rivier in hun richting. Als dit zo v
doorgaat dan zal hun strijd geen over-
winning geven, maar een nederlaag. En .3
dan? Een manier om te ontvluchten is <x
er niet
De mannen overleggen wat hun te
doen staat. Er is maar één mogelijk-
heid: via hun zendertje hulp van bui-
tenaf vragen. Hoe die moet komen we-
ten ze zelf niet. De inlanders hebben
minstens enige dagen nodig om met hun
bootjes de rivier op te roeien en zelfs
al zou er op dit moment een schip me-
ren, dan zouden ze toch die enkele tien-
tallen meters naar het water niet kun-
nen afleggen. Na een paar stappen zou-
den ze al met mieren bedekt zijn. Zou
hun zender, die ze voor noodgevallen
meenamen, in deze allergrootste nood <1
uitkomst kunnen brengen?
Weer klokt een vat leeg boven het
water Er zijn er nog vier. Sharp loopt
naar binnen en zendt hoestend zijn bood- <r
schap uit: „Worden aangevallen door
mierenlegers alleen uiterst snelle
hulp kan ons redden". Tien, twaalf maal
herhaalt hij zijn noodkreet.
KRIEBELTJE
nOKTERS spreekuur voor a-
staande kamp jongetjes:
lange rij wachtende ouders
vaders of moeders met
feitelijk een veel te groot arbeids
veld en kunnen geen afdoende
maatregelen nemen. Want de jeuk
zit overal: van het topje van zijn
ravenzwarte kruin tot het puntje 'ondervoed?
van zijn, waarschijnlijk eveneens
Amerikanen zijn de eersten geweest
om aan te tonen, dat tandcariës in stre
ken waar fluorvergiftiging voorkomt
veel minder frequent is 3an in andere
gebieden. Men heeft kunnen vaststellen
dat fluor een dubbele invloed heeft. In
de eerste plaats veroorzaakt het de zg.
zebratanden met gevlekt glazuur, ech
ter alleen als fluor in te grote hoeveel
heid genuttigd wordt tijdens de tand-
vorming. In de tweede plaats gaat het
de tandcariës tegen. Het komt op de
juiste hoeveelheid aan.
Men heeft gevonden, dat drinkwater
met ca. IVz milligram of meer fluor per
zo verkorst kan wezen? Hoe be
staat het dat men zoiets branderig
heid heet, en niet één maal de ton-
deuze hanteren laat, gezet op de
laagst denkbare millimeterstand?
En nog eens: hoe kan in een land
van zoveel overvloed een jongens
lijf zo griezelig mager zijn en zo
Gemiddelde leeftijd der laatsten ravenzwarte tenen, van zijn maag
negen jaar. Méér knapen, die
tweede klas zitten dan in de derde,
al kan niemand zeggen dat
- .- riAAT hy wel 1
a°hte' z"n tussen de U b d?„ f
schouderbladen waar geen mens
zich te kriebelen vermag. Toege-
niet weel plezier
krijgen omdat hij op weg
toevallijder te worden. Jan met
complex van wat ben je me omdat
z\jn moeder thans
eens in eh
informeert de dokter.
Hij weet eigenlijk niet of hij het
juiste woord kiest, want badkamers
zijn in de wijk onbekende groothe-
nkie, die ««jPWnw JJJ den: als er ergens een bestond zou
z„n leven zal een vas-aelrouwd
Maar tot
met een aangekleed Kriebeltj
de derde maken gehad, en nu staat hij daar
den gevormd.. Maar ook op andere
wijze gaat fluor tandbederf tegen
wel door in te werken op de fermen
ten der bacteriën, die schadelijke 2
m.a.w. de zuurvorming wordt
door fluor tegengegaan.
Het fluor is echter niet alleen
belang voor de tanddoorbraak en tijdens
de vorming van het gebit, maar
daarna werkt het om bovengenoemde
reden cariëswerend. U zult vragen of
het nu inderdaad zo is dat streken met
weinig fluor in het drinkwater
cariës vertonen. Dit is niet altijd het
geval. Men kent eilanden, waar hel
drinkwater zeer weinig fluor bevat, ter
wijl ter plaatse toch de mensen in he'
algemeen een goed gebit hebben. Van
zelfsprekend heeft men ook hier naai
een verklaring gezocht en deze gevon
den in het royale gebruik van zeevis
die een aanzienlijke hoeveelheid fluor
bevat.
ö- Deskundigen schatten, dat men ir
derland met de toevoeging van Va
milligram fluor per liter drinkw;
Ïin het algemeen een maximaal effect
zal bereiken om tandbederf tegen te
gaan. Intussen zijn hierover de akten
nog niet gesloten. De voedseldeskundi-
g gen zyn diligent. Men raadplege over
ö- het gebruik van fluor in tabletvorm
ij steeds zijn huisarts.
volksscholen academische eisen by wijd en gewetensvol krabbelt K:ie-
de overgang stellen. Henkie, die beitje met de hartstocht
keer trouwt, en hij geen raad meer met ontbloot bovenlijfje voor de
weet om al die officiële plus de medische vierschaar.
pas-getrouwd
E"'1'. EJ gezin intrekken en bly zijn met z'n
toe hadden we slecht, eigen woninkje Het „„erioens
een vraag waar de vader totaal
geen antwoord op weet, want zoiets
vraag je aan moeders en niet aan
nodige officieuze vaders,
vrienden uit elkaar te houden
Kareltje, die twee keer op het ap- die veel gewend
pél verschijnt eens om te ver- die wel iets rr
tellen dat zijn moeder geen tijd langzamerhand ingewijd ben. Kr-e-
schamen ons
- de dokter,
jeugdleiae
„Eet hij wel genoeg?" polst
de arts verder. Dddrop weet vader
ouderlijke begeleiding in geen ge- mede behept. ,Jiij heb last
mee te voeren vergroot, nu we zijn z
moeder hebben leren kennen: wat stemt ons dankbaar dat
een ontevreden, kwaadaardig, ja- vader niet meteen mee hoeven te
deze eigenschap- geschaamd hebben. Kriebeltje zelf
pen pleegt te beschikken. En voorts
Kriebeltje. Kriebeltje met zijn sera- mogelijk dat
Jijen gezichtje althans zo lang Nederland met
hy zijn mond houdtl
het op als hun zoons van de wind
schijnen te leven. En dan weten
wij van onze kant weer genoeg:
Kriebeltje eet uit automaten. Uit
drop-, chocola-, kauwgum-, suiker-
hoontjes- en honderd andere auto-
-,TT. maten. Hetgeen tot resultaat heeft
toe: „Net als ik ook! Het
An* Ain een kind permanent geen hon
ger heeft en even permanent geen
voedsel krijgt. Een internationale
kwaal zeggen deskundigen en
ze verzekeren dat hiei later mets
dan nariaheid uit volgen zal Bit-
tcre narigheid. Maar bitterder dan
weer welvarend
al erg genoeg. Want hoe i
omhoogkrin-
gende lonen en prijzen, met z'n
hoogconjunctuur en met meer was
middelen dan een advertentieru
briek aankondigen kan hoe is
ffRIEBELTJE heet eigenlijk
ders, maar deze naam is
passelijker. Permanent bestrijdt het mogelijk dat er nog
hij tijdens cluhuren die hem bela- vuilde, met zweertjes
gende insecten, die jeuk plegen te
bezorgen. Het is jammer dat hij
geen octopotige inktwis is, uiant nu
hebben zijn twee jongenshanden
het medisch eindoordeel:
>an mee maar dan moeten eerst
->?n krullen er af!"
Een doodvonnis kan niet afgrij
selijker zijn. ,JJooit", zegt de vader.
Maar Kriebeltje zegt: „Ik wil mee!"
pukkels En ik voorspel reeds dat Kriebeltje
EVENWICHT IS ZOEK
Gedurende de weekeinden worden de
liefhebbers van ernstige muziek ni
verwend. Vooral de laatste weken w
het mocilyk iets goeds te vinden. P
ben ik geen vjjand van het lichte pi
gramma. Helemaal niet. Maar het ev«
wicht is zoek. En dat komt een stijlv
verzorgd zondagsprogramma, dat beai
woordt aan de wensen van een groot
deel VBn de luisteraars, niet ten goede.
Misschien dat een betere verdeling van
de zendtijd 's zondags tussen de om
roepverenigingen hierin een ingrijpende
verandering kan brengen. Dat is wel
ELKE WEEK
Gelukkig maakt het zaterdagavondcon
cert van de K.R.O. nog veel goed. Ver
leden week speelde byv. Oskar Koebel
met het Omrocpkamerorkest het won
dermooie twaalfde concert voor piano
van Mozart, waarna Pavane van Faure
volgde. Vanavond om tien over zeven
is dit programma wal^nioderner getint,
Voor de zaterdagmiddag geeft de Bel
gische radio (Vlaams programma, 324
m.)
uitkot
'ekelykse programma van
kwart over een tot half drie, de Radio-
Almanak, een muzikale kaleidoscoop.
Dan is er voor deze zender elke week
van half zes tot half zeven een ernstig
programma, waarin dikwijls een orgel
concert is opgenomen. Vooral dc Psalm-
variaties van Anton van der Horst, ge
speeld door Louis Toebosch, waren
verleden week verkwikkend in de ge
woonlijk radioklankenchaos. Vanavond
om negen uur zendt Vlaams-België op
namen uit van Kathleen Ferrier.
ROMMELIG GEDREUN
Overigens brengt het uitzenden van
orgelconcerten wel eens moeilijkheden
met zich mee. Dat bleek maandagavond
weer, toen Cor Visser op het orgel van
de Grote Kerk van Dordrecht voor de
N.C.R.V. tegen half acht Koraal no. 3
van- Hendrik Andriessen speelde. De
orgelist had verscheidene registers open
getrokken en wat voor fortissimo moest
doorgaan, was een gedreun voor de
microfoon, dat niet zo veel meer met
muziek had te maken. Een dergelijk
luid gerommel wordt vaker bij een
orgelconcert geproduceerd. De vraag is,
of de orgelist of de technici, die toch
over ruime middelen beschikken, hier
voor verantwoordelijk zijn.
ZELF GECOMPONEERD
leerlingen van het Haagse christelijk
zyn
hebben in Jeugdland aan d<
timmerd. Het was een gen-
naar dit korte programma
gecomponeerde werkjes te
„De wereld is zo leeg zondet
isch,
niettemin gevoelvol menselijk liedje,
één van het betere soort in dit genre.
„Stekelvarkentjes wiegelied" (Annie
Schmidt) had daarentegen een melodie
gekregen, dat minder in overeenstem
ming was met de geest van het gedicht
en de „weemoed" in de blues v
Before
?rd. Mas
alle
maal niet zo erg. Het initiatief v
jonge Hagenaars is lofwaardig. Nog i
minder imiteren en zij zullen nog beter
DE KOMENDE WEEK
Een goed luisterspel, dat de aandacht
verdient, is „Macbeth" van Shakespeare,
dat dc K.R.O. dinsdagavond uitzendt.
Het gehele spel duurt meer dan twee
uur. Het luisteren ernaar lykt me een
goede vulling van de avond. Het maan
dagavondluisterspel van de N.C.R.V.
deze week is getiteld „Dat zij my niet
•ond
Deze neger uit de Belgische Congo
lest onstuimig zijn dorst. Het was één
der treffende foto's van de tentoon
stelling „IPy, mensente Amsterdam.
Het gebit tan de man is niet zo heel
erg best. Zou er daar in de Congo ook
te weinig fluor in het drinkwater
zitten? Zie over dit probleem onze
medische rubriek.
N.C.R.V. ook het tweede deel i
„Composities over gedeelten van het
Hooglied" (10.25). De V.P.R.O. zendt
vrijdagavond kwart over acht vjjf liede
ren uit, voorkomend in de nieuwe
bundel van de Hongaarse hervormde
kerk. Psalm 69 van Heinrich Kaminsky
brenet de N.C.R.V. deze avond om
twintig over tien. Medewerken het
Groot Omroepkoor, het Baarnse kna
penkoor en het Rgdio Filharmonisch
Orkest.
R. A. Dio.