De MIERENLEGERS mare l ieren door net oerwoud litws »Wat God tot stand braent FLUOR HELPT HET BEDERF TEGEN TE GAAN 66N KP£7 vemAt DRAAIEND RADIOKNOP ZONDAGSBLAD ZATERDAG 21 APRIL 1956 DE HOND WAS DIE MORGEN ONRUSTIG, WANT ZIJN INSTINCT' VERTELDE HEM: vanmorgen Frasers stem klinkt scherp door het scheme rige kamertje, 't Is al de tweede keer dat hij 't vraagt maar nu schijnt Sharp, die aan de andere kant op een veldbed ligt, hem te hebben gehoord. Half wakend, half slapend keert hij zich op zijn andere zijde, ziet Fraser aan en zegt: „Zei je iets over een hond?" „Ja, over Rex, moet je eens luis teren, dat beest gaat tekeer alsof er ik weet niet wat aan de hand is. 'k Heb al een paar maal geprobeerd hem te kalmeren, maar steeds begint hij weer te janken". ALS OM DE WAARHEID van deze woorden te bewijzen huilt de grote herdershond opnieuw, lang aangehouden en klagend. Dan laat hij de kop met de spitse snuit zakken en loopt naar de beide mannen. Als hij zich tegen Sharps been rukt, voelt de man hoe het lichaam van het dier trilt. Zij begrijpen er niets van, Rex is al tijd een vriendelijke lobbes, één en al vrolijkheid. Maar vanmorgen? Nee, wat dit is weten ze niet. Zo lang ze in het oerwoud bivakkeren hebben ze iets der gelijks nog niet meegemaakt. Vijf maanden zitten ze nu hier in dit onherbergzame oord, de twee natuur vorsers Jack Sharp en Alex Fraser. met hun hond Rex. Ze zijn hierheen getrokken om waarnemingen te doen in de dieren- en plantenwe reld van het oerwoud, een bezigheid, die hen beiden ge heel in beslag nam. Toen ze in de lente dit ge bied voor het eerst betraden, werden ze hierheen ge bracht door inboorlingen, die nederzetting bijna tweehonderd TOCHT van nieren in de tropische wouden het vreselijkste indenken. Het zijn niet een paar hon derd of enkele duizenden lnsekten die op roof uitgaan, maar vele miljoenen. Zij ekken zwijgend voort, als een leger an honderden meters breed, en zijn niet te keren. Ze dringen overal in door zjjn niet in hun opmars te stuiten. Het pad waarlangs de mierenlegers zijn gegaan is kaal en doods. Het wordt gemerkt door de geraamten van dieren die niet konden vluchten en die werden kaalgegeten door de medogenloze legi- Van de eerstvolgende uren hangt veel, nee èlles af. tot hun leven toe. Te voet kunnen zij niet ontsnappen, het zou een tocht worden van vele dagen door het oerwoud met zijn talloze gevaren. Er is maar één oplossing. Hier blij ven en zich verdedigen. Snel overleg gen zij. Eerst moeten alle waardevolle dingen in veiligheid worden gebracht. Zij bergen documenten, foto's en aan tekeningen in de stalen kasten en slui ten de deuren af. Maar nu de verdedi ging van het kamp. Zij kunnen zich niet verbergen. De planken van de ka- kiei alle kaï Freek van der Meer kilometer stroomafwaarts aan de gro te rivier hebben. De inheemsen had den hen geholpen bij het gereed ma ken van het kamp. De plaats waar ze nu wonen, vonden beide mannen het meest geschikt. Vóór hen ligt de rivier, achter hen komt een smalle kreek uit het oerwoud, die zich vlak bij 't kamp in tweeën splitst; één arm gaat rechts langs hen heen, de andere links. Ze zitten dus als het ware op een eilandje van enkele honderden vierkante meters. Er is een veldje, waarop het taaie oer woudgras groeit en er staat een groep je bomen. Hieronder bouwden zij behulp van de inlanders hun kamp: huisje met twee kamers. In het vertrek slapen zij en het andere werd ingericht als „laboratorium". Hier staan stalen kasten, die luchtdicht kunnen worden afgesloten en ook niet toegan kelijk zijn voor insekten, die hun papie ren en preparaten zouden beschadigen. De inlanders hadden over één der ar men van het kreekje nog een brug van boomstammen gebouwd en waren toen in hun boten vertrokken. Zo eens in de twee, drie weken pa gaaien de inboorlingen opnieuw de ri vier af. Dan brengen ze post, voedsel en ook olie en benzine, voor het aggre gaat. dat de stroom opwekt voor de verlichting en het bedienen van hun kor- tegolfzendertje, dat ze hebben meege nomen om in tijd van nood de buiten wereld te kunnen waarschuwen. Ook dat is niet veilig. Bovendien wil- Rex, hun trouwe kameraad, niet achterlaten. Nee, het enige dat hen kan redden is vuur. Terwijl Fraser het houten bruggetje op het land trekt brengt Sharp de drums met olie en benzine naar de plaats waar de kreek zich in tweeën splitst. Traag, erg traag stroomt het water om hem heen. Als hij hier de benzine en de olie op uitgiet zal deze door de beide armen langzaam wegvloei- Naderen de mieren dan zullen ze de. laag olie in brand steken en ach ter de beschermende vlammen wachten tot de dieren verder zijn getrokken. Ze openen een vat en gieten het leeg op het water. Langzaam komt er op de heldere kreek een vlek die zich naar beide kanten verspreidt. Dan schroeven ze de afsluitdoppen van de andere drums en wachten. De stroom vluchtende dieren, langs hen trekt, houdt aan. Er zijn minderen, vloeit een vat onbetaalbaar be langrijke vloeistof leeg. Ze zien dat er geen mieren meer de rivier oversteken, maar ze trekken niet verder. Ze verza melen zich om hun eiland. Nu en dan klinken de angstschreeuwen der dieren, die door de mieren worden overrompeld. Sharp en Fraser rillen, ondanks de hitte, als ze op één na het laatste vat in de vlammenzee leegstorten. Wanneer Sharp over de rookwolken kijkt ziet hij dat een over de kreek han gende boom bedekt is met mieren. Zij trachten naar boven te klimmen om zo de vlammenbarricade te passeren en zich in het kamp te laten vallen. Maar de warmte en de rook verdoven hen. Ze vallen van de geblakerde takken in de vuurgloed. Dan wordt het laatste vat boven het water gehouden. Voor het laatst loeien de vlammen, om dan langzaam te ver minderen en eindelijk geheel te doven. Nu kunnen de mannen om zich heen kijken. Wat ze op enkele meters vc^i zich zien, maakt hen bijna onpasselijk. De hele omgeving is bruin van de on telbare mieren, die naar voren dringen op het gloeiende zand van de kreek- ;r te verschroeien en half ver in het water te glijden. Ze verspreiden een af schuwelijke stank, maar steeds komen andere mieren naar voren. Hoe lang zal het nog duren, tot het zand zover afgekoeld dat ze over de kreek, die slechts een paar meter breed is, een levende brug kunnen vormen? Sharp en Fraser lopen van de kreek aar het kamp. Eerst klimt Fraser op het dak. Sharp hijst Rex omhoog klautert dan naar zijn vriend, 't Is i schien een uitstel van enkele minuten orp hier te gaan zitten, maar in ieder geval kunnen zij de omgeving goed het oog houden. Zij zwijgen. Ook in het bos is het stil geworden, de stilte van de dood. Alleen Rex jankt af en toe. De wind ruist door de bladeren en voert een be nauwende brandlucht met zich mee. En rondom hun eiland krioelen de ontel bare mieren. Opeens springt Fraser op. „Ze zijn er over, dèèr". Vlak bij de rivic verst verwijderd van de plaats zij de brandstof in het water goten, stro men de mieren het eiland op. „Nu is het afgelopen", zegt hij, een paar minuten misschien kan de zin niet afmaken. Sharp heeft hem bij de schouder gegrepen. „Luis ter", schreeuwt hij, „luister, hoor niets?" Fraser luistert, 't Lijkt alsof hij het geluid van een motor hoort, heel verte. Is hun radioboodschap om snelle hulp opgevangen? Zou het echt waai zijn, of zou hij waandenkbeelden krij gen? Maar nee. 't is waar, 't geluid komt nader en nader 't Zoemen wordt duidelijker, 't wordt luider en daar, daar dendert met maaiende wieken een helikopter boven de bomen van het Ze springen overeind op 't wankele Morses eerste telegram: „Beste kapitein! Mocht u in de toe komst horen van een wereldwonder, dat telegraaf heet, vergeet dan niet, dat die uitvinding aan boord van de Sully is gedaan." Deze woorden sprak Samuel Morse tot de gezagvoerder van het zeilschip Sully, dat hem van Europa naar New York bracht. Thuisgekomen zette hij zich direkt aan de arbeid. Hij tekende, rekende en van een gebruikte schildersezel bouwde hij een frame. Dit apparaat is het eerste telegraaftoestel ter wereld geweest. De eerste woorden die Morse er mee sein de, luidden: „Attentie, heelal!" Dat moet ongeveer in 1837 zijn geweest. Morse was eigenlijk kunstenaar. Hij maakte schilderijen. Hierin ondervond hy veel tegenslagen, maar dat belette hem het schilderen niet, wel geldzor gen. En die had Morse toentertijd vaak. De opdrachten, die hij kreeg, droegen zijn goedkeuring niet weg. Daarom overwoog Morse van beroep te veran- ook kleinere dieren bij. Ze hoorns en konijnen, ratten zelfs slangen storten zich in de rivier en reppen zich langs. Sharp rookt de ene pijp na de ande re, Fraser steekt de ene sigaret met de andere aan en streelt de hond die trillend naast hem ligt te janken. Opeens staan ze op. Vlak bij hen, de overkant van de rivier gilt een dier. „Ze naderen," zegt Fraser, „dat bosvarken dat niet snel genoeg kon weg vluchten en nu door de mieren wordt aangevallen". Hij brengt zijn kijker De bomen aan de rivie hun bladeren op «ie «f t^E PILOOT heeft hen gezien, 't Vlieg- de vredige pracht van het oerwoud. En de zilveren libel, die boven hen hangt. Ze willen schreeuwen, maar kunnen bij na geen geluid uitbrengen omdat hun keel droog is van de hitte, de rook vlak daarachter, nu nog onzichtbaar, dert de vernietiging. Plotseling is het alsof 't groene gras aan de oever en het witte zand aan de waterkant door een onzichtbare hand wordt bruin gekleurd. De mieren heb ben de rivier bereikt. EVEN SCHIJNT het alsof er verwarring in hun gelederen komt. Maar dan dringen de achterste mieren op. Ze stor ten zich over elkaar in het water en grijpen elkaar vast. De stroom sleurt ze mee. bij honderden en duizenden. Maar vele miljoenen andere staan klaar hun plaats in te nemen. Ze lopen elkaar heen en grijpen elkaar beet. Andere stormen weer daarover heen. Zo komt er eerst een steiger van m die zich steeds verbreedt. Dan :en pier. waarover de roofcolonnes tuig zakt, wendt iets en zakt verder. Ze springen omlaag met Rex in hun armen en voelen hoe de wind van de draaiende propellers verkoelend om hun hoofd waait. Dan raakt de helikopter de grond. On der de wieken, die blijven draaien, wordt een deur opgengegooid. Rex springt als eerste naar binnen, Fraser volgt Sharp sluit de rij. De marconist het vliegtuig wijst naar beneden. Daar zien zij hoe de plaats, waar zij enkele seconden geleden nog stonden, bedekt is door een dikke laag wriemelende mieren. De motor begint te brullen Hoe staat het met uw tanden en kiezen? deren. Eerst wilde hij dominee worden, maar later werd hij technicus. Even later schilderde hij weer. Ook begal Samuel zich wel eens in de politiek Succes bleef echter uit. Hij reisde naai Londen, wat niets voor hem opleverde Toen naar Europa. Morse is door zijn uitvinding wereld beroemd geworden. Er moet wel bij- verteld worden, dat Vail, een van zijn medewerkers, er ook veel aan gedaan heeft. Het morse-alfabet is geheel en al Morse's eigen uitvinding. Zijn twee de vrouw, die doof was, leerde het en voerde gesprekken met haar man door met de vingers kloptekens op tafel te Samuel Morse is tachtig jaar gewor den. In 1872 stierf hij. Een dokter, die hem kort voor zijn heengaan bezocht klopte de grijsaard bemoedigend op de schouder en zeide: „Kijk, Morse, dit u de manier waarop wij dokters telegra feren." De oude uitvinder antwoordde met een glimlach om de stervende lip pen: „Ik hoop. dat ze het op het ont vangstation boven nog niet zullen ho ren." Er is voor Morse, nog tijdens zijn le ven, een gedenkteken opgericht. Het op schrift er van luidt: Wat God tot stand bracht En dat waren de eerste den, die Morse aan Vail telegrafeerde met het definitieve toestel. (Van onze medische medewerker) Geruime tijd geleden schreef ik over de vraag: „Hoe moet men zich voeden?". Onder meer heb ik toen gewezen op het voorkomen van slechte tanden en kiezen, de zogenaamde tandcariës. Het is alge meen bekend, dat het invoeren van de Westerse beschaving en daar mee gepaard gaande „geciviliseerde" voeding in de vorm van wittebrood, gebak, suiker, chocoladeproducten en andere lekkernijen geleid heeft tot het ontstaan van cariës. In dierproeven is de invloed het dieet op het ontstaan van rotte tanden en kiezen duidelijk aan te tonen. Vooral voedingsstoffen die aan de tanden kleven zijn schadelijk. Bepaalde bacteriën krijgen hierdoor gelegenheid om uit voedselresten zuren te vormen, waardoor het glazuur van de tanden wordt aangetast. Goede mondhygiëne en het juiste gebruik van de tandenborstel om voed selresten van en tussen de tanden te verwijderen zijn van groot belang voor de bestrijding van defecten aan het gebit. Ongunstige of onregelmatige plaat sing der tanden zijn soms de oorzaak, dat reiniging van het gebit onvoldoen de kan plaatsvinden. In dit verband herinner ik u aan het Vitamine D in de van ouds bekende levertraan als noodzakelijke stof voor de ontwikke ling van een gezond gebit. Het ontstaan van slechte tanden en kiezen wordt be paald door een complex van factoren. merkbaar gaat het hefschroefvliegtuig omhoog. Ze zien de blauwe lucht zich boven de dichte bossen verder al uit strekken. Dan laat de piloot het toestel in de lucht hangen. Ze kijken omlaag. De oevers van de kreek schemeren don ker tussen de mieren, die zich als een inktvlek op een vloeiblad snel over het eiland verspreiden. Alleen het dak van het gebouwtje schittert nog wit tussen de takken, tot dat ook dit dezelfde kleur krijgt, de kleur van de bruine dood. Dan wiekt het vliegtuig weg. Dank baar drukken ze de hand van de mar conist, die bij hen in de cabine zit en aan het vliegveld meldt dat de red dingsactie is geslaagd. Rex schudt zich uit, alsof hij pas heeft gezwommen. Dan loopt ook hij op de marconist toe, zet z'n beide voor poten op de knieën van de man en geeft hem een lik over z'n gezicht. En als de helikopter landt op het vliegveld verlaten enkele honderden ki lometers verder, de mierenlegers het eiland, nadat zij het kamp tot in alle hoeken en gaten hebben doorzocht. Uitstekend voorbehoedmiddel Terloops heb ik enkele jaren ge- den het fluor (een soort scheikundig element als jodium), genoemd, dat tand. bederf zou tegengaan. Onderzoekingen van de laatste tyd hebben onze kennis van deze stof als voorbehoedmiddel tegen cariës aanzienlijk uitgebreid. Voor 1920 i kende men fluor eigen lijk alleen als vergif tige stof. al moet ik er direct bij zeggen, dat men reeds voor 1900 deze stof aanbevolen heeft om tandbederf te gen te gaan. In de aluminiumin- dustrie kende men de beroepsfluorver- giftiging door de ontwikkeling van fluordampen. Ook was men op de hoogte van een natuurlijke fluorintoxicatie door het gebruik van drinkwater met te groot gehalte aan fluor. In deze ver- giftigingsgevallen werden veranderingen aan de tanden waargenomen, die daar uit bestonden, dat het glazuur krijtach tig werd met min of meer bruine vlek- liter gevlekt glazuur veroorzaakt. Bij een gehalte van ca. 1 milligram per liter is het tandbederfwerend effect het grootst. De vraag is nu maar hoe men dit fluor het beste aan de bevolking kan toedienen. Evenals jodium tegen krop heeft men er aan gedacht c*n het door keukenzout te doen. Er zijn ook stemmen opgegaan om bepaalde hoe veelheden fluor door tandpasta te ver werken. De meest doeltreffende manier Is ech ter de zg. water fluoridering. In Ame rika heeft men in meer dan 1000 ge meenten met in tolaal ongeveer 22 mil- lioen mensen minimale hoeveelheden fluor aan het drinkwater toegevoegd. Natuurlijk zit hier ook een sterk varia bele factor in. Het dTinkwatergebruik is individueel zeer verschillend en bo vendien sterk afhankelijk van het kli maat. Toch schijnen de resultaten gun stig te zijn. U begrijpt dat men een vrij groot aan tal jaren nodig heeft om het juiste effect van de water fluoridering te kun nen beoordelen. Ook in Nederland doet men hiermee proeven en w plaatsen Tiel en Culemborg. U zult zich afvragen op welke wijze fluor tandbederf tegengaat. In de eerste plaats bevatten de tan den van mensen, die sinds hun jeugd fluorhoudend water gedronken hebben, meer fluor dan wanneer dit niet het geval is Door fluor in de tanden zal een bepaalde verbin ding, ontstaan, die sterk bestand is tegen de die door bacteriën MEDISCHE RUBRIEK Sharp is uit zijn bed gekomen. Hij steekt een pijp op en gooit de deur Tfpen. Zodra de hond ziet dat de man nen aanstalten maken om naar buiten te gaan begint hij weer te janken dringt zich tussen hen in. Hij is bang, dat is duidelijk. Maar waarvoor? Deze vroege zomermorgen onderscheidt zich in mets van andere dagen. De lucht is helder blauw. Vogels fladderen in de hoge bomen of zingen in 't ondoordringbaar dichte struikge- Bij de kreek blijven de mannen plots staan. Er klinken plonsgeluiden in de rivier, alsof er een dier in springt. Weer horen ze het en nog eens. Takken kra ken. „Daar", wijst Fraser, „daar" Sharp ziet ze ook. Op korte afstand rennen een paar wilde zwijnen voorbij, kletsnat van het rivierwater, 't Schuim staat de dieren op de hijgende bek de ogen puilen uit plonst 11 Miebei bij de massajeugd Uit de VOLKSWIJK angst Weer r en even la- i hert schichtig langs hen heen. Wat heeft dit alles te betekenen? Fra ser en Sharp vinden de zoëven nog zo vredige omgeving nu vreemd dreigend. Ze voelen de huiveringwekkende macht van het oerwoud, dat soms krachten ont wikkelt waarvan je niets beseft. Je weet niet hoe je je verdedigen of bescher men moet omdat je niet weet wie de aanvaller is en waar hij zich bevindt Zou er een bosbrand zijn? Nee, dat kan niet. 't Is hier een streek geen menselijk wezen komt en h. dan brand moeten ontstaan. Bovendien vluchten de dieren uit de richting waar de wind komt en dan zoudi zeker rookwolken moeten zien. De beide ontdekkingsreizigers zien el kaar aan. Als het geen brand is. is er maar één mogelijkheid en die is nog erger dan vuur. Sharp verbreekt de stil te. „Mieren", zegt hij, „de mieren ko men". len de moordende legers verbinding heb- -ö ben met dit deel van het oerwoud. Maar daarop wachten Sharp en Fra- ;r niet. Zij gieten twee, drie vaten leeg op het water en steken de olie <t aan. Met een doffe plof ontvlamt deze. Het gras aan de kant schroeit weg en langzaam gaan de vlammen in de rich- ting van de rivier, terwijl grote rook- wolken door de blauwe lucht over de groene bossen glijden. Zodra de vuurgloed mindert gieten ze „leuwe olie op het water. Het zweet gutst hun langs het lichaam, de rook brandt hun in de ogen. Zij schroeien hun kleren, maar merken het niet. Wanneer de wind de rookwolken even .aneen blaast zien zij dat de mieren de rivier zijn overgestoken. Hun door vlam- men omgeven eiland wordt steeds meer <t ingesloten. Zij vechten voort in de ondraaglijke hitte. Het wordt een wedstrijd met de tijd: zullen de mierenlegers zijn wegge- trokken als de brandstofvoorraad ver- bruikt is of Vat na vat wordt leeggegoten en aan- gestoken en nog steeds komen er r ren uit het bos aan de overkant de rivier in hun richting. Als dit zo v doorgaat dan zal hun strijd geen over- winning geven, maar een nederlaag. En .3 dan? Een manier om te ontvluchten is <x er niet De mannen overleggen wat hun te doen staat. Er is maar één mogelijk- heid: via hun zendertje hulp van bui- tenaf vragen. Hoe die moet komen we- ten ze zelf niet. De inlanders hebben minstens enige dagen nodig om met hun bootjes de rivier op te roeien en zelfs al zou er op dit moment een schip me- ren, dan zouden ze toch die enkele tien- tallen meters naar het water niet kun- nen afleggen. Na een paar stappen zou- den ze al met mieren bedekt zijn. Zou hun zender, die ze voor noodgevallen meenamen, in deze allergrootste nood <1 uitkomst kunnen brengen? Weer klokt een vat leeg boven het water Er zijn er nog vier. Sharp loopt naar binnen en zendt hoestend zijn bood- <r schap uit: „Worden aangevallen door mierenlegers alleen uiterst snelle hulp kan ons redden". Tien, twaalf maal herhaalt hij zijn noodkreet. KRIEBELTJE nOKTERS spreekuur voor a- staande kamp jongetjes: lange rij wachtende ouders vaders of moeders met feitelijk een veel te groot arbeids veld en kunnen geen afdoende maatregelen nemen. Want de jeuk zit overal: van het topje van zijn ravenzwarte kruin tot het puntje 'ondervoed? van zijn, waarschijnlijk eveneens Amerikanen zijn de eersten geweest om aan te tonen, dat tandcariës in stre ken waar fluorvergiftiging voorkomt veel minder frequent is 3an in andere gebieden. Men heeft kunnen vaststellen dat fluor een dubbele invloed heeft. In de eerste plaats veroorzaakt het de zg. zebratanden met gevlekt glazuur, ech ter alleen als fluor in te grote hoeveel heid genuttigd wordt tijdens de tand- vorming. In de tweede plaats gaat het de tandcariës tegen. Het komt op de juiste hoeveelheid aan. Men heeft gevonden, dat drinkwater met ca. IVz milligram of meer fluor per zo verkorst kan wezen? Hoe be staat het dat men zoiets branderig heid heet, en niet één maal de ton- deuze hanteren laat, gezet op de laagst denkbare millimeterstand? En nog eens: hoe kan in een land van zoveel overvloed een jongens lijf zo griezelig mager zijn en zo Gemiddelde leeftijd der laatsten ravenzwarte tenen, van zijn maag negen jaar. Méér knapen, die tweede klas zitten dan in de derde, al kan niemand zeggen dat - .- riAAT hy wel 1 a°hte' z"n tussen de U b d?„ f schouderbladen waar geen mens zich te kriebelen vermag. Toege- niet weel plezier krijgen omdat hij op weg toevallijder te worden. Jan met complex van wat ben je me omdat z\jn moeder thans eens in eh informeert de dokter. Hij weet eigenlijk niet of hij het juiste woord kiest, want badkamers zijn in de wijk onbekende groothe- nkie, die ««jPWnw JJJ den: als er ergens een bestond zou z„n leven zal een vas-aelrouwd Maar tot met een aangekleed Kriebeltj de derde maken gehad, en nu staat hij daar den gevormd.. Maar ook op andere wijze gaat fluor tandbederf tegen wel door in te werken op de fermen ten der bacteriën, die schadelijke 2 m.a.w. de zuurvorming wordt door fluor tegengegaan. Het fluor is echter niet alleen belang voor de tanddoorbraak en tijdens de vorming van het gebit, maar daarna werkt het om bovengenoemde reden cariëswerend. U zult vragen of het nu inderdaad zo is dat streken met weinig fluor in het drinkwater cariës vertonen. Dit is niet altijd het geval. Men kent eilanden, waar hel drinkwater zeer weinig fluor bevat, ter wijl ter plaatse toch de mensen in he' algemeen een goed gebit hebben. Van zelfsprekend heeft men ook hier naai een verklaring gezocht en deze gevon den in het royale gebruik van zeevis die een aanzienlijke hoeveelheid fluor bevat. ö- Deskundigen schatten, dat men ir derland met de toevoeging van Va milligram fluor per liter drinkw; Ïin het algemeen een maximaal effect zal bereiken om tandbederf tegen te gaan. Intussen zijn hierover de akten nog niet gesloten. De voedseldeskundi- g gen zyn diligent. Men raadplege over ö- het gebruik van fluor in tabletvorm ij steeds zijn huisarts. volksscholen academische eisen by wijd en gewetensvol krabbelt K:ie- de overgang stellen. Henkie, die beitje met de hartstocht keer trouwt, en hij geen raad meer met ontbloot bovenlijfje voor de weet om al die officiële plus de medische vierschaar. pas-getrouwd E"'1'. EJ gezin intrekken en bly zijn met z'n toe hadden we slecht, eigen woninkje Het „„erioens een vraag waar de vader totaal geen antwoord op weet, want zoiets vraag je aan moeders en niet aan nodige officieuze vaders, vrienden uit elkaar te houden Kareltje, die twee keer op het ap- die veel gewend pél verschijnt eens om te ver- die wel iets rr tellen dat zijn moeder geen tijd langzamerhand ingewijd ben. Kr-e- schamen ons - de dokter, jeugdleiae „Eet hij wel genoeg?" polst de arts verder. Dddrop weet vader ouderlijke begeleiding in geen ge- mede behept. ,Jiij heb last mee te voeren vergroot, nu we zijn z moeder hebben leren kennen: wat stemt ons dankbaar dat een ontevreden, kwaadaardig, ja- vader niet meteen mee hoeven te deze eigenschap- geschaamd hebben. Kriebeltje zelf pen pleegt te beschikken. En voorts Kriebeltje. Kriebeltje met zijn sera- mogelijk dat Jijen gezichtje althans zo lang Nederland met hy zijn mond houdtl het op als hun zoons van de wind schijnen te leven. En dan weten wij van onze kant weer genoeg: Kriebeltje eet uit automaten. Uit drop-, chocola-, kauwgum-, suiker- hoontjes- en honderd andere auto- -,TT. maten. Hetgeen tot resultaat heeft toe: „Net als ik ook! Het An* Ain een kind permanent geen hon ger heeft en even permanent geen voedsel krijgt. Een internationale kwaal zeggen deskundigen en ze verzekeren dat hiei later mets dan nariaheid uit volgen zal Bit- tcre narigheid. Maar bitterder dan weer welvarend al erg genoeg. Want hoe i omhoogkrin- gende lonen en prijzen, met z'n hoogconjunctuur en met meer was middelen dan een advertentieru briek aankondigen kan hoe is ffRIEBELTJE heet eigenlijk ders, maar deze naam is passelijker. Permanent bestrijdt het mogelijk dat er nog hij tijdens cluhuren die hem bela- vuilde, met zweertjes gende insecten, die jeuk plegen te bezorgen. Het is jammer dat hij geen octopotige inktwis is, uiant nu hebben zijn twee jongenshanden het medisch eindoordeel: >an mee maar dan moeten eerst ->?n krullen er af!" Een doodvonnis kan niet afgrij selijker zijn. ,JJooit", zegt de vader. Maar Kriebeltje zegt: „Ik wil mee!" pukkels En ik voorspel reeds dat Kriebeltje EVENWICHT IS ZOEK Gedurende de weekeinden worden de liefhebbers van ernstige muziek ni verwend. Vooral de laatste weken w het mocilyk iets goeds te vinden. P ben ik geen vjjand van het lichte pi gramma. Helemaal niet. Maar het ev« wicht is zoek. En dat komt een stijlv verzorgd zondagsprogramma, dat beai woordt aan de wensen van een groot deel VBn de luisteraars, niet ten goede. Misschien dat een betere verdeling van de zendtijd 's zondags tussen de om roepverenigingen hierin een ingrijpende verandering kan brengen. Dat is wel ELKE WEEK Gelukkig maakt het zaterdagavondcon cert van de K.R.O. nog veel goed. Ver leden week speelde byv. Oskar Koebel met het Omrocpkamerorkest het won dermooie twaalfde concert voor piano van Mozart, waarna Pavane van Faure volgde. Vanavond om tien over zeven is dit programma wal^nioderner getint, Voor de zaterdagmiddag geeft de Bel gische radio (Vlaams programma, 324 m.) uitkot 'ekelykse programma van kwart over een tot half drie, de Radio- Almanak, een muzikale kaleidoscoop. Dan is er voor deze zender elke week van half zes tot half zeven een ernstig programma, waarin dikwijls een orgel concert is opgenomen. Vooral dc Psalm- variaties van Anton van der Horst, ge speeld door Louis Toebosch, waren verleden week verkwikkend in de ge woonlijk radioklankenchaos. Vanavond om negen uur zendt Vlaams-België op namen uit van Kathleen Ferrier. ROMMELIG GEDREUN Overigens brengt het uitzenden van orgelconcerten wel eens moeilijkheden met zich mee. Dat bleek maandagavond weer, toen Cor Visser op het orgel van de Grote Kerk van Dordrecht voor de N.C.R.V. tegen half acht Koraal no. 3 van- Hendrik Andriessen speelde. De orgelist had verscheidene registers open getrokken en wat voor fortissimo moest doorgaan, was een gedreun voor de microfoon, dat niet zo veel meer met muziek had te maken. Een dergelijk luid gerommel wordt vaker bij een orgelconcert geproduceerd. De vraag is, of de orgelist of de technici, die toch over ruime middelen beschikken, hier voor verantwoordelijk zijn. ZELF GECOMPONEERD leerlingen van het Haagse christelijk zyn hebben in Jeugdland aan d< timmerd. Het was een gen- naar dit korte programma gecomponeerde werkjes te „De wereld is zo leeg zondet isch, niettemin gevoelvol menselijk liedje, één van het betere soort in dit genre. „Stekelvarkentjes wiegelied" (Annie Schmidt) had daarentegen een melodie gekregen, dat minder in overeenstem ming was met de geest van het gedicht en de „weemoed" in de blues v Before ?rd. Mas alle maal niet zo erg. Het initiatief v jonge Hagenaars is lofwaardig. Nog i minder imiteren en zij zullen nog beter DE KOMENDE WEEK Een goed luisterspel, dat de aandacht verdient, is „Macbeth" van Shakespeare, dat dc K.R.O. dinsdagavond uitzendt. Het gehele spel duurt meer dan twee uur. Het luisteren ernaar lykt me een goede vulling van de avond. Het maan dagavondluisterspel van de N.C.R.V. deze week is getiteld „Dat zij my niet •ond Deze neger uit de Belgische Congo lest onstuimig zijn dorst. Het was één der treffende foto's van de tentoon stelling „IPy, mensente Amsterdam. Het gebit tan de man is niet zo heel erg best. Zou er daar in de Congo ook te weinig fluor in het drinkwater zitten? Zie over dit probleem onze medische rubriek. N.C.R.V. ook het tweede deel i „Composities over gedeelten van het Hooglied" (10.25). De V.P.R.O. zendt vrijdagavond kwart over acht vjjf liede ren uit, voorkomend in de nieuwe bundel van de Hongaarse hervormde kerk. Psalm 69 van Heinrich Kaminsky brenet de N.C.R.V. deze avond om twintig over tien. Medewerken het Groot Omroepkoor, het Baarnse kna penkoor en het Rgdio Filharmonisch Orkest. R. A. Dio.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1956 | | pagina 14