Amerika met 50 jaren moderne kunst C Je hoort nooit wat uit het lancT, zegt Wilmy de Zwaan De „Sjaantjes" van ds. Van Veldhuizen Cultureel venster Slavische dansen en zigeunerliederen Kunst in het kort NIEUWE LEIDSCHE COURANT ZONDAGSBLAD ZATERDAG 17 MAART 1956 toonstelling, die Tentoonstelling, meer een i (Van onze Kunstredacteur) IS HET JUIST te spreken van een specifiek Ameri kaanse kunst? In haar algemeenheid zou ik deze vraag ontkennend willen beantwoorden. Maar ik geloof ook niet aan specifiek Europese kunst. En ik zou zelfs nog verder willen gaan door het nationalisme in de kunst te ontken nen. Kunst is niet iets van een bepaald volk of van een bepaald werelddeel, maar van de gehele mensheid. Volkse elementen of eigenschappen kunnen in de kunstproductie van een land verwerkt worden, zij maken niet de kunst zelf uit. De echte volkskunst laat ik in dit geval buiten beschouwing. demonstratie, dan getuigenis ffWIMiiP' - -- moderne tigde Sta- toonstelling, die in het Haagse Gemeentemuseum op het ogenblik landelijke aan dacht verdient. Onze kunst redacteur schreef over deze expositie in nevenstaand artikel. Op de1 foto: Het grote paneel van Andrew Wyethgetiteld „De wereld van Christina", dat meer een filmisch, dan een schilder kundig effect heeft. Begaafde radio-zangeres van liederen en oratoria Het merkwaardige is ook dat de ontwikkeling der kunst in vrijwel alle landen gelijke tred houdt, waar bij er wederzijdse beïnvloeding door de kunstenaars is te bespeuren. Men spreekt wel eens ten aanzien van de beeldende kunst over de Hollandse degelijkheid, de Duitse zwaarheid, de Scandinavische tragiek en de Franse lichtheid. Het zijn ongetwij feld bepaalde facetten van de kunst, maar niet de kunst zelf in haar totaliteit. Die facetten houden ten nauwste verband met de geestesge steldheid van de kunstenaars en zul len derhalve ook in één land kunnen worden aangetroffen. AM'rSlKANISME Het Amerikanisme in de kunst is dus ook maar een zeer relatief be grip, vooral daar men hieronder meestal verstaat een soort nuchtere langrijker zijn dan de verinnerlij king. Er zijn zo tal van Europese kunstenaars aan. te treffen, bij wie dit ook liet geval is. En bovendien is het onjuist de kunst uit Amerika alleen maar vermaterialiseerd te noemen. Dat is gevaarlijk generali seren. Wie vóór 15 april in het Haag se Gemeentemuseum de enorme ten toonstelling Vijftig jaar moderne kunst in de Ver. Staten" bekijkt, zal tot een andere ontdekking komen. Hij zal ook Ieren inzien dat deze kunst niet naar schilderwijze of vormgeving Amerikaans derwerp. De toestanden in Ame- desnoods. Komt het omdat de Ame rikaan in de chaos van deze tijd te veel in een beschermde vesting heeft geleefd? Komt het omdat zijn dollars de armoede van de franc, de gulden of de Mark niet kennen? Geen strijd is het, maar mode. En hoe knap er soms ook gewerkt is, hoe eerlijk de bedoelingen soms ook-' zijn geweest, er achter staat niet de kracht vam een door de tijd gevorm de persoonlijkheid, noch de gerijpte wijsheid van de denker. EEN LEEMTE Als ik "in de veelheid' van de 200 kunstwerken een paar figuren zou mogen aanwijzen, die uitsteken bo ven andere kunstenaars, dan zijn het Jack Levine, Max. Wgber. Hyman. Bloom, John Marin er) Maurice Prendergast. En wellicht zou ook een realist als Charles Burchfield kunnen worden genoemd. Maar het wil me voorkomen dat er in de ex positie een leemte is, dat er tussen de vaak waf sentimentele roman tiek en de moderne progressiviteit, werken gemist worden, veel werkéA van surrealisten en realisten. De. ruimte liet niet toe alles op te han gen en dus moest er wat in de kel der van het museum worden opge borgen Dat is jammer, .want wel licht was hét beeld dan vollediger, geweest. heven éoelt boven de stad) en een Leonard Baskin hebben meesterlijk ke-vondsten en een goede technische beheersing. Bij de beeldhouwers is het vooral: Alexander Calder, die de aandacht 'trekt. In de hal van het museum is er. al direct zijn speels ..mobiel", een soort technisch ver nuftig spèl.: 'maar toch niét zondet^j droom, zonder poëzie, zonder mu ziek Met ijzer speelt Calder, zoals, een-Bartók met noten speelde. Zo is ook zijn plaatijzeren. „Walvis" (zie afbeelding), nu geen ..mobiel", maar een ,.?tabiel". Het is 'niet de nuchtere, bekende eh naturalistische voorstelling vap een walvis, maar meer. een suggestie van dat grote, Dat ds. Van Veldhuizen de schrijver i pa en dus zullen de kun stenaars ook door andere dingen worden geïnspi reerd of tot andere ver houdingen komen. Een flatgebouw van Mies van der Rohe in Chicago, een laboratorium van Frank Lloyd Wright in Racine of een landhuis van Phi- lip Johnson in New Ca naan zijn in feite niet- anders dan onze moderne Europese architectuur. Ze zijn alleen maar aangepast bij de mogelijkheden in Amerika. De stijl is niet Ameri kaans maar internationaal. Het is een indrukwekkend beeld dat deze tentoonstelling geeft van de archi tectuur in Amerika. Enorm grote afbeeldingen en maquettes geven een heel duidelijke indruk van wat er met Amerikaans kapitaal en met Amerikaans materiaal mogelijk is. De bouwkunst in Amerika is, net zoals de bouwkunst overal ter we reld. afhankelijk van natuurlijke omgeving en psyohologisch klimaat. I" wezen is ze echter niet specifiek Amerikaans. SCHILDERKUNST eigen- derd, "met welk een realisme ii gedacht. Maar is dat liggende meis-- -- - ,„ifi die ruimte vuil „piepende »an het dler zelfl In de schilderkunst lijk hetzelfde. De romantiek Edward Hopper (met een in i sfeer afgrijselijk schilderij „Diuatuop") hebben ook wij gekend, de sociaal-gerichte kunst van een Jack Levine (met de bijtende iro nie van zijn schilderij „Feest van de zuivere rede"), de geometrisch- abstrakte kunst van een Fritz Gla- iner (met een heel erg verzwakte Mondriaanse „relatieve composi rif t* alleen-maar-verf-kunst vai. Clyfford Still (mef een grote mate van verfverspilling in een werk ge titeld „Schilderij"), het is alles in ternationaal. Afmetingen, kleuren, intensiteit en voorstellingen zijr veelal afgestemd op het Amerikaan- jje_ ,eP' maa.r in sf'jl is er directe aansluiting bij Europa. Zo is c ook het geval met het abstraot-c pressionisme van een Arthur Dove en het harde realisme van Stuart Davis m zijn Lucky Strike-schilde- Wat bepaalt dan eigenlijk het aparte karakter dezer kunst uit Amerika van de laatste 50 jaren? Het is m.i. althans volgens deze tentoonstelling de zwakheid in voorstelling en expressie bij de ouderen en het pogen te overrom pelen door massaliteit, grote kleur vlakken en wolkenkrabber-a chtige constructies bij de jongeren. Kort- om: te weinig overtuigend. Wat me bij deze expositie opviel was het vol komen ontbreken van een belijdenis, van een getuigenis, van een kreet heid in de ruimte geeft), een Gaston' Lachaïsë uA'V1"'':r" (die -devi'ouiwefig-uur .Christina's ivorcld" uitu^j eHS, Na- 1948 de joonstel ills van liet ,tt. detaan (die hel in een speelse.sty- lamde meisje dal het huis moei. elegantie zoekti en een ee, „rellen d?! uer^LhT Salid Hare (die zijn bronzen eel precisie is dit werk geschilJ Kraih.. meergaf Van-de griezeling 'n. dier ondergaan, dan iedere gelegenheid aangrijpt onderhoudende intrige te vinden, om aan „de nette mensen van! Hij heeft het aldus opgelost: ds. ,1, - -j. e Remmers gaat met zijn vrouw naar Nederland die weinig 01 cen gerenommeerd pension op de niets, weten van de zelfkantVeluwe om wat van de buitenlucht „der samenleving iets te laten ^„Vde'Slien" a'toi*i°nin d™!™" gèvaarte ais'een zien van de geestelijke en|re bijeenkomen. Het boek heet dan om d^a-alviT materiële nood in de grote^^„in ^aurr.--. Uit,, „.co. de idee walvis, stadswijk, is: volkomen te be- En-daarbij werkt Calder grjjpen mjj wej eens j HUISARREST te6waarin "een bepaald laten vertellen dat deze. pre- ding staat of zich be-;dikant na de oor-log een voor "Daarnaast zijn er nog;rijn journalistieke een Seymour Lipton (die aanleg; aantrekkelijke functie Sn1üzonfer"bêJloTm van. pers-predikant vrijwillig dus niet i achtig effect? Hoe knap het geheel A™eriki* - ook zecomnoneerd is het onderwer- n,et volledige tentoonstelling gew pelijke prevaleert hiér weer bij het den, die op kuhstgebied geen nieuwe als de Schetsen van ds. van Veld- Dominee" v schilderkunstige. Toch Is het werk I wegen opent, die niet verrast door, huizen in hun oorspronkelijke vorml dgjft wacj. fascinerend door zijn directheid. grote gedachten of wijze speelsheid. zouden zon pbundeld. mriptpn:zo graag v; die niet overtuigt van het eigen ka- Nu dit niet gebeurd moet» »d«« f)s GRAFIEK raktur dat Amerika in de knnat zou hjj terwaie va„ het goede doei, Bij de grafici zip, tal van grote hunnen tonen en die ook „iet doel Vijftig jaar moderne kunst ln heeft opgegeven om weer on* cl er te duiken in het Teven. Welk leven, dat hebben de 'lezers van ons Zondagsblad Vvijze de gasten kunnen - lezen irï de rubriek zig gehouden, van ,,eeri wijkprëdikant". Reeds de dag na de aankomst van ds. Remmers wordt aan alle gasten huisarrest opgelegd omdat een, eveneens pas gearriveerd, Indone sisch meisje plotseling ernstig ziek is geworden en het vermoeden van een gevaarlijke besmettelijke ziek te bestaat. Als de consternatie wat geluwd klemt de vraag op welke Het toen reeds niet denkbeeldige In het ontworpen programma krijgt ook ds. Remmers een taak. Hij zal iedere avond in de serre een •erhaal vertellen uit zijn wijkwerk Aangezien hij goen bö de j mond neemt, worden de goed gesi erhaaitjës" zouden I sumeren, is mr acuut geworden, het is een interessante, deze stof js verwerkt, in een ron jJJS: b^em^en. agt de heer Asten- ;ns even. Ik wilde weten of u zulke j S j a a.nt j e Amerika in de kunst zouhij.'terw"^vil het gDefe'dMl. tol vindt. Ik vind ze kunnen tonen en die ook niet d°et j bezweken er een roman" van te! dan beesten kunstenaars en eefliik eezeed "is de °Pzien naar het culturele leven cn| maken. i Dan probeert de dominee grafiek me eigenlijk op deze ten- de culturele aspiraties van de „nleu- Het heeg .echter weinig "zin om gasten .diudelijk_ te mfken. da* hu toonstelling nóg liever ge 1W110KUUI6 6- -.-.irden dani w-e wereld", de schilderkunst. Een André Racz. Jtienaal^ afhankelijke kui een Misch Kohn. een Leona Piorce) (geniale verbeelding van -het kleine meisje, dat zich op stelten dit boek literaire maatstaven I in die kleine iai ainai.ae.yae nu..» iuuu. ie leggen We weten al te goed. wel degelijk jongere staat, die de rijkdom dat het h1eF óm de Sjaantjes' gaat.[het zelfs bert bedoelen, een traditie mist en ook de zoals dé -wijkprédikant die elke dag yer-l kracht van een strijdbaar leven. fn "zijh werk ohtmoet. minder grote ..Sjaantjes' dat „Je hoort nooit wat uit het land, je bent helemaal aan gewezen op meningen uit je eigen kring...." aldus de harte- kreet van Wilmy de Zwaan, een onzer meest begaafde sopranen, wier recitals men geregeld via de Hilversumse radio kan boren. Inderdaad, een zanger voor de radio kan alleen maar hopen dat zijn begeleider een gunstig rapport over hem uitbrengt. Echter, er *i6 geen andere maatstaf, omdat noch rechtstreeks, noch via de omweg van de kunstcritiek er met het luisterend publiek enig contact bestaat. Het onder zulke handicap drei gende gevaar van vervlakking heeft Wilmy de Zwaan, die thans verbon den is aan de Ned. Radio Unie, glansrijk overwonnen. Haar per soonlijkheid en haar kunst berusten beide op een zoveel mogelijk stre ven naar waarheid. Zij kan niet vervlakken zolang zij haar honora rium als een nodig en prettig ne venverschijnsel ziet van de nood zaak tot zingen. „Lieder ohne Worte De manier, waarop zij tot de zang is gekomen is typerend. De twaalfjarige Wilmy speelde met haar rappe vingertjes zo vlijtig de Sonatines van Clementi en Diabelli op de piano, dat zij door haar trot se vader al spoedig werd meegeno men ter opluistering van vereni gingsavondjes in Voorburg. Maar zij kon hét niet laten met de melo dieën mee te zingen. Zij kreeg zangles van de paeda- goge mevrouw Mossel, mét Ravel- li, Vincent, Van Tulder uit de school- Comélie van Zanten. Later heeft zij nog gestudeerd onder de, om zijn bracht haar tot het oratorium tot het lied, waarmee ze in v steden triomfen vierde. verschillen eindeloos groot, maar hoe ziet God ons? En dan krijgt de lezer de sleutel in handen van de titel. „We doen in zwart-wit tekeningen. Zo in de trant van: die uitzuiger van een werkgever en die edele werknemer; die smerige boef en die smetteloze commissaris. Of om gekeerd. Het nette christelijke ge zin en de bestiale familie, waar ze nergens aan doen. ZEBRA'S Ik geloof dat dit niet mag. Ik ge loof aat er geen witte en zwarte mensen bestaan' Laten we zeggen dat we zebra's zyn. Sommigen in ons oog zebra's met mooie witte strepen en weinig zwart. Anderen 'precies andersom. Voor God hoogst waarschijnlijk nog weer anders ge tekend. Maar in ieder geval ze bra's. En daarin zijn we onderling gelijk. Onverschillig wat we verder aan verschilpunten hebben: arm of rijk, blank of(ik aarzel even) „Dank u", zegt freule van Spij- cker. Want ze denkt aan haar Indo nesisch nichtje, dat de oorzaak is van hun quarantaine. Het nichtje, dart nog een rol zal spelen om het verhaal tot een goed einde te bren- „De Zebra in de serre" kan men een goede strekkingsroman noemen. Laat u echter niet te zeer afleiden door het verhaaltje dat ds. Van Veldhuizen moest verzinnen om van zijn schetsen een roman te maken. Hij deed dat weliswaar ter wille van de lezer, maar het gaat om „Sjaantjes". Het gaat om zijn werk in de volkswijk met zijn vierduizend gezinsverbanden. P. J. RISSEEUW -»*«-* VIA NAALD EN PLAAT JOHANNES BRAHM Simrock in Berlijn op de Bohe< -ö- I suggestie „II alvis" va beeldhouwer Alexander Caldei uit 1937. 1077 zijn uitgever Frits mse componist Antonin Dvorak. Bij de toekenning van een nutziekbeurs had Brahms namelijk in de jury gezeten en maakte hij kennis met de „Mahri- schen Düette" Van DvorAk. Hij was zo Ontzettend' enthousiast, dat hij deze „Klangé ails Mtihrendirect voor uitgave aanbeval. Simrock ging op het voorstel in en had een eitorm succes met die vocale duetten. Zakelijk zag de uitgever wel wat in die Dvorak (spreekt U de naam vooral uit als Dworsjaak) en bestel de een serie Slavische dansen voor vierhandig-piano. Met d,e „Hongaar se Dansen" van Brahms waren ook wel goede zaken gedaan, dus -allicht zou die vroegere slagersknecht .en, herbergierszoon Dvorók in dit genre ook wel wat kunnen betekenen voor de uitgever. Dvorak was ongeloof- lijk blij met die op dracht, begon er ter- j stond aan en onderbrak er voor zelfs zijn werk aan de „Slavische Rhap- sodieën" voor orkest. Hij was er zo door be zeten, dat hij nog voor hij de laatste dans klaar had al bezig was met de orkestratie van de eerste dans. Het was wel bedoeld als piano- werk en als zodanig zou hij de serie van 8 dan- sen ook afleveren, maar in gedachten hoorde Dvorak al de kleuren der orkestinstrumenten. Voor de opdracht kreeg Dvorak een honorarium van 300 Mark ('het is bij elkaar ongeveer 35 -minu ten muziek), maar de uitgeveï' verdiende er enkele duizenden aan. Zo gaat het nu eenmaal altijd in het kunstleven: de kunstenaar fietst en de uitgever rijdt in een. dure auto, de pianist I rookt sha-e en de 'im presario dikke sigaren. Voor die tijd was 300 Merk overigens niet zo gek betaald Het is ove rigens geen wonder dat Simrock enkele jaren la ter nog eeri serie van 8 Slavische dan-sen bijDvorAk bestelde. Die tweede serie kwam in 1886 klaar, al had Dvorak :dart op dit verzoek, aan vankelijk wat afwijzend gereageerd en geschreven: „Tweemaal een soortgelijke serie maken is ver draaid moeilijk". Maar in de twee de helft van1886 schreef hij Sim- brillant geïnst: spat er af". Brahms en Dvorak Was" Brahms bij zijn Hongaarse Dansen uitgegaan van de muziek der. oorspronkelijke volksdans'.iede- cen.i Dvorak schiep geheel eigen dansen, waarin- hij alleen het ritme der volksdansen als kenmerkend element overnam. De dansen zijn wel als het ware uit de ziel van het Slavische ras geboren, maar ge bouwd uit eigen materiaal en in een geniale inspiratie. Dvorak gebruikte voor de orkestratie het volledige or kest met uitzondering van tuba cn harp, althans wat de eerste serie betreft In die eerste serie, waar over ik het thans uitsluitend wil HÏ^En, geschre pe. met Uitzondering van de tweede dans. De eerste dans (33/a minuut) is een drieste en wervelende Furiant (snelle Boheemse dans met wisse lende maatsoorten). De tweede dans (■Ui minuut) is geen idealisering van een Tsjechische dans maar een Dumka. een dans uit de Oekra ïne. met een wat elegisch karakter Voor de derde dans 14 minuten) zocht Dvorak aansluiting bij de Bo- ïeemse volksdans ;n tweedelige maat, de Polka. De vierde dans (6Va minuut) is een meer rustige Sousedska (misschien te vertalen als dans van de peetoom). De vijf de dans (3Va minuut) is een snelle, uitgelaten dans in 2/4 maat, een Skocna, een soort Boheemse —spring dans. De :zesde dans (4Va minuut) is weer een Sousedska, wederom in maat-, en de zevende dans (3Vi minuut) is een gestileerde Skocna in rondovorm.- De rij wordt beslo ten gelijk ze is geopend, nl. met een vurige Furiant. (4Va minuut). Zelden- is het een componist gelukt •met eigen materiaal-zo geniaal de volksziel .-.tot-uitdrukking brengen als hier Dvorak, de componist over wie ik kort geleden schreef naar aanleiding- van de hernieuwde uit gave van al zijn werken door Artia in Praag, De Deutsche Graanmophon Gesell- schaft maakte van de eerste serie Slavische Dansen (Opi ieke opnam dansen wordt speelplaat (LPE 17038) met de Mün- d. het vuur onener Philha .noniker onder lei ding van Fritz Rieger. Het is wer- k niet eenvoudig deze dansen uit te voeren, d.w.z. het we- ervan te begrijpen en de rit- niet metronomisch getrouw r levend op te vangen. Dat is Fritz Rieger wel gelukt; hij heeft elke dans in een intense spanning 2n intense vreugde gegeven. Hij heeft het orkest ook tot een subliem spel weten te krijgen. En de techni- hebben de opnamen akoestisch rukkelijk weten te realiseren, len zeer bijzondere aanwinst voor de discofielen. Legenden en Slavische Rhapsodieën gecomponeerd, hij schreef ook een serie van zeven Zigeunermelodieën op tekst van de Tsjechische dichter Adolf Heyduk. Ook deze in 1880 ge schreven liederen voor een zang stem met pianobegeleiding, zijn geen oorspronkeü''- zigeunermelo-, dieën, doch a: een" gevangen binnen ritme en tonaliteit der zigeuhermu- ziek. Johannes Brahms had hetzelfde an. Hij leerde de tekst van acht zigeunerliederen kennen in de vertaling van de Weense koopman Hugo Coiïrat en schreef er muziek bij. Thematisch berusten ook deze liederen op eigen inventie. Zowel Dvorak als Brahms heeft zich volkomen gegeven aan de tekstuele atmosfeer. De „Ciganske melodie" Opus 55 van Dvorak en de „Zigeunerlieder" Opus 103 van Brahms zijn qua sfeer en bouw ideale verklankingen van het zigeu- nerlied. Het is aan Philips te dan ken dat beide series op één plaat zijn opgenomen, nl. op een 25 cm. lang speelplaat in de favourites-series (S 06062 R), gezongen door de so praan Hilde Zadek met pianobege leiding van Geza Frid. Hilde Zadek Hilde Zadek, die in Nederland be kend is door haar medewerking aan Mahler's Achtste Symfonie o.l.v. Eduard Flipse cn aan de Ned. Ope ra, werd op 15 december 1917 in Bromberg geboren, ten tijde dat Bromberg nog Duits grondgebied was. Enkele jaren later werd het in gedeeld bij Polen, maar toen ver huisde de familie naar Stettin, waar natuurstem is, hoe gecultiveerd ook, Wilmy de Zuaai natuurlijk gebleven. De zweving (het vibrato) welke de menselijke stem verlevendigt, gaat nooit buiten de perken, zodat m - bij haar nooit naar de tonen behoeft te raden. In deze tijd van valszingende lieden kan haar glaszuivere intonatie nau welijks worden volprezen. „Ik zou echt geen scheiding kun nen maken tussen het lied en de tekst. Of nu het woord of de melo die het belangrijkst is, moeten an deren maar uitmaken. Ik probeer zo te zingen dat ikzelf en ieder an der het mooi kan vinden." Daarom neemt zij nog geregeld stemcontrole bij Phine de Nocker en ook vraagt Wilmy bij elke micro foon-repetitie aan de geluidstechni cus haar te waarschuwen wanneer hij de tekst niet verstaat. In deze twee-eenheid van muziek en tekst vindt Wilmy geestelijke aansluiting bij Wolff, welke liederencomponist boven aan haar lijstje staat. Het technisch detail de zang louter als techniek interesseert haar al leen als middel om het lied tot gro tere uitdrukking te brengen, Dit bréngt met zich, dat zij niet bewust naar haar tonen luistert, een onder vocalisten noodlottige ge woonte, te herkennen aan het steeds vertragen van het tempo, bewijzend dat zij het leerlingenstadium nog niet zijn ontgroeid. /Vief bang Uit het voorgaande zou misschien zijn te concduderen dat deze zange res afkering van modern werk zou zijn. Met haar onbevangen houding tegenover alle dingen mag dit ech ter niet worden verwacht, „Ik moest er wél .-.elemaal ingroeien" zegt zij hierover. „Ghedini vond ik heel erg moeilijk en op Kurt Weils cyclus voor een vrouwenstem met (het Radio-philharmonisch) sextet heb ik een vol jaar gestudeerd eer ik die ontzettend moeilijke interval len erin had. Maar nu vind ik het heel mooie muziek". Naast herscheppend talent toont zij zeker ook scheppende tendensen. Het opstellen van programma's bijv. Js een van haar prettigste bezighe den. Met veel waardering herinner ik mij de cyclus „In de schaduw der Groten", een idee van Wilmy zelf, waarbij zij, samen -met George van Renesse, liederen van compo nisten van het tweede plan uit de 19e en 18e eeuw heeft gebracht met de intentie aan te tonen welke schatten ook door Adolph Jensen, - j anderen Vele luisteraars Speciaal haar denkbeeld, dat een synthese van muziekjes, samenge-' bracht uit grotere en kleinere vor men (zo men wil ernsfige en lich tere genres), vele luisteraars van alle ontwikkeliitgsniveaux zou kun nen opvangen, verdient naar mijn stellige overtuiging door de Omroep te worden beproefd, ware het alleen, omdat de zg. „opzettelijke" educa tie de cultuur-a verse groepen dik wijls afstoot. Hierbij is nl. onvol doende rekening gehouden met de psychologie van de volwassene, die verdere opvoeding te sterker af wijst, naar mate hij haar meer be hoeft. Wie Wilmy de Zwaans kunnen in grotere lied-vórmen wil toetsen, krijgt hiertoe binnenkort weer gele genheid, aangezien op 26 maart as. plm. 17 uur voor de N.C.R.V. wordt uitgevoerd de Bach-Cantate „Mein Herz erschwimmt im Blut" door Meindert Boekei met het Radio Cembalo-Gezelschap. Wilmy kent een ontstellend aantal liederen en oratoria. Nog onophou delijk speurt zij naar nieuw talent. Ook haar landgenoten vergeet zij niet. Dat zij het dichtbij evengoed meent te kunnen vinden als ver weg, wordt geïllustreerd door haar voornemen binnenkort een speciaal programma met nieuwe Nederland se muziek- in te dienen. CARL LANS. Hilde tot haar 17e jaar bleef. In 1934 emigreerde ze naar Palestina en werd er verpleegster in een kin derziekenhuis. Onderwijl stud, .de ze zang bij Madame Boroscheck en bij Rose Pauly. Later kwam ze bij Ria Ginster ln Zürich en bij Elisa beth Hóngen in Wenen. In februari 1947 maakte ze haar debuut als Aïda bij de Weense staatsopera, aan welke instelling ze nu nog ver bonden is. Nimmer heeft Hilde Za dek een kleine rol in de opera ge zongen. Haar prachtig geplaatste metaalachtige wat Slavisch gekleur de stem is zo goed geëigend voor deze zigeunerliederen. Zang en voordracht van hoog gehalte, waar bij de Nederlander Geza Frid uit nemend begeleidt. Het merkwaardi ge van de opname echter is. dat het is alsof de stem meer ruimte heeft dan de piano. Bovendien hebben de technici de forte-passages niet hele maal correct opgevangen. Overi gens een interessante en artistiek prachtige plaat. CORN. BASOSKI. Op 21 maart a.i. is het 40 jaar geleden dat de Neder, landse kunsthistoricus, publi cist en caricaturist (o.m. het „zweetkamertje" in het Aca demiegebouw te Leiden), jhr. Victor E. L. de Stuers, pionier van de Ned. raonumententzorg, te 's-Gravenhage overleed. In april a.s. wordt onder auspiciën van het Staatsfilm- bedrjjf van de Sowjetunie de Nederlandse speelfilm „Ciske do Rat", die in ons land werd opgenomen onder regie van de Oostduitse filmregisseur Wolf gang Staudte naar bet gelijk namige boek van Piet Bakker, vertoond in Moskou. De heer H. S. Boekman, directeur van de N.V. Filmmaatschappij „Amsterdam", te Amsterdam, is uitgenodigd naar. Moskou te komen. Willem van Iependaal is geen onbekende figuur meer in ons land. Zijn volksromans als „Kriebeltje's hoogtepunt", „Pollet jé Piekhaar", „Lord Zeepsop" en „De commissaris vertelt" zün door velen stuk gelezen, Niet minder aftrek vond zün radioreeks „Hotel stoot je hoofd niet". Die Wil lem van Iependaal heet eigen lek W. v. d. Kulk, woont in Laren (N.H.) en hoopt 24 maart zqn 65ste verjaardag te In de herberg „Hof van Holland" achter het Haagse stadhuis kwamen op 25 maart 165.6 enkele kunstbroeders .bij een voor de oprichtingsverga dering van de schilders-con frérie „Pictura". Die confrérie kreeg van de magistraat vier vertrekken hoven het zgn. Korenhuis op de Prinsegracht, waar lessen werden gegeven en tentoonstellingen georgani seerd. In 1682 besloot men zich naar Italiaanse trant te hervormen tot een academie en hieruit ontstond de huidige Academie voor Beeldende Kunstente 's-Gravenhage, Driehonderd jaar geleden werd hiervoor dus „de eerste steen gelegd". Ter gelegenheid van de 100ste sterfdag van de Duitse dichter Heinrich Heine ver schijnt nog dit voorjaar bü de Uitgeverij Kiepenheuer und Witsch in Keulen een twee delige uitgave van Heine's werken onder redactie van de befaamde germanist prof. Mar- De legendarische Italiaanse vioolvirtuoos en componist Nicolö Paganini (17821840) Z(jn vierde Vioolconcert droeg hü geregeld bq zich, nadat li\j het op 25 maart 1831 (dus 125 jaar geleden) in Parijs ten doop had gehouden. Het werk is later spoorloos verdwenen, tot een Italiaanse voddenkoop man Ronzilli de orkestpartij terugvond by een stapel oud papier, die hy bij een der nazaten van de componist moest weghalen. Ronzilli ver kocht hel stuk aan de Itali aanse uitgever Natali Gallini, die na jarenlang zoeken einde- lyk in 1954 de ontbrekende vioolparly terugvond. Op 7 november 1954 werd het werk voor de tweede maal in Parys uitgevoerd, nu door de violist Arthur Gromiaux met een orkest o.l.v. Gallini's zoon Franco Gallini. Matth. 2752 De bergen en de rotsen scheurden in 's werelds nieuw geboorte-uur. Ontbonden krachten der natuur verschrikten hen die rouwend treurden. En uit de holle graven beurden zich midden in het hemelvuur de doden, die de steile muur van 't rotsgraf niet meer rond zich speurden, Waar is de schrik des doods gebleven? Zo dan de doden weder leven is dit het werk alleen van Hèm. Die dood was heeft hun kracht gegeven. De laatste vijand wordt verdreven beginnend bij Jeruzalem.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1956 | | pagina 11