Amerika met 50 jaren
moderne kunst
C
Je hoort nooit wat uit het lancT,
zegt Wilmy de Zwaan
De „Sjaantjes" van
ds. Van Veldhuizen
Cultureel
venster
Slavische dansen en zigeunerliederen
Kunst in
het kort
NIEUWE LEIDSCHE COURANT
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 17 MAART 1956
toonstelling, die
Tentoonstelling, meer een
i
(Van onze Kunstredacteur)
IS HET JUIST te spreken van een specifiek Ameri
kaanse kunst? In haar algemeenheid zou ik deze vraag
ontkennend willen beantwoorden. Maar ik geloof ook niet
aan specifiek Europese kunst. En ik zou zelfs nog verder
willen gaan door het nationalisme in de kunst te ontken
nen. Kunst is niet iets van een bepaald volk of van een
bepaald werelddeel, maar van de gehele mensheid. Volkse
elementen of eigenschappen kunnen in de kunstproductie
van een land verwerkt worden, zij maken niet de kunst
zelf uit. De echte volkskunst laat ik in dit geval buiten
beschouwing.
demonstratie, dan getuigenis
ffWIMiiP'
- --
moderne
tigde Sta-
toonstelling, die in het
Haagse Gemeentemuseum op
het ogenblik landelijke aan
dacht verdient. Onze kunst
redacteur schreef over deze
expositie in nevenstaand
artikel. Op de1 foto: Het
grote paneel van Andrew
Wyethgetiteld „De wereld
van Christina", dat meer een
filmisch, dan een schilder
kundig effect heeft.
Begaafde radio-zangeres
van liederen en oratoria
Het merkwaardige is ook dat de
ontwikkeling der kunst in vrijwel
alle landen gelijke tred houdt, waar
bij er wederzijdse beïnvloeding door
de kunstenaars is te bespeuren. Men
spreekt wel eens ten aanzien van de
beeldende kunst over de Hollandse
degelijkheid, de Duitse zwaarheid,
de Scandinavische tragiek en de
Franse lichtheid. Het zijn ongetwij
feld bepaalde facetten van de kunst,
maar niet de kunst zelf in haar
totaliteit. Die facetten houden ten
nauwste verband met de geestesge
steldheid van de kunstenaars en zul
len derhalve ook in één land kunnen
worden aangetroffen.
AM'rSlKANISME
Het Amerikanisme in de kunst is
dus ook maar een zeer relatief be
grip, vooral daar men hieronder
meestal verstaat een soort nuchtere
langrijker zijn dan de verinnerlij
king. Er zijn zo tal van Europese
kunstenaars aan. te treffen, bij wie
dit ook liet geval is. En bovendien
is het onjuist de kunst uit Amerika
alleen maar vermaterialiseerd te
noemen. Dat is gevaarlijk generali
seren. Wie vóór 15 april in het Haag
se Gemeentemuseum de enorme ten
toonstelling Vijftig jaar moderne
kunst in de Ver. Staten" bekijkt, zal
tot een andere ontdekking komen.
Hij zal ook Ieren inzien dat deze
kunst niet naar schilderwijze of
vormgeving Amerikaans
derwerp.
De toestanden in Ame-
desnoods. Komt het omdat de Ame
rikaan in de chaos van deze tijd te
veel in een beschermde vesting
heeft geleefd? Komt het omdat zijn
dollars de armoede van de franc,
de gulden of de Mark niet kennen?
Geen strijd is het, maar mode. En
hoe knap er soms ook gewerkt is,
hoe eerlijk de bedoelingen soms ook-'
zijn geweest, er achter staat niet de
kracht vam een door de tijd gevorm
de persoonlijkheid, noch de gerijpte
wijsheid van de denker.
EEN LEEMTE
Als ik "in de veelheid' van de 200
kunstwerken een paar figuren zou
mogen aanwijzen, die uitsteken bo
ven andere kunstenaars, dan zijn het
Jack Levine, Max. Wgber. Hyman.
Bloom, John Marin er) Maurice
Prendergast. En wellicht zou ook
een realist als Charles Burchfield
kunnen worden genoemd. Maar het
wil me voorkomen dat er in de ex
positie een leemte is, dat er tussen
de vaak waf sentimentele roman
tiek en de moderne progressiviteit,
werken gemist worden, veel werkéA
van surrealisten en realisten. De.
ruimte liet niet toe alles op te han
gen en dus moest er wat in de kel
der van het museum worden opge
borgen Dat is jammer, .want wel
licht was hét beeld dan vollediger,
geweest.
heven éoelt boven de stad) en een
Leonard Baskin hebben meesterlijk
ke-vondsten en een goede technische
beheersing. Bij de beeldhouwers is
het vooral: Alexander Calder, die
de aandacht 'trekt. In de hal van het
museum is er. al direct zijn speels
..mobiel", een soort technisch ver
nuftig spèl.: 'maar toch niét zondet^j
droom, zonder poëzie, zonder mu
ziek Met ijzer speelt Calder, zoals,
een-Bartók met noten speelde. Zo is
ook zijn plaatijzeren. „Walvis" (zie
afbeelding), nu geen ..mobiel",
maar een ,.?tabiel". Het is 'niet de
nuchtere, bekende eh naturalistische
voorstelling vap een walvis, maar
meer. een suggestie van dat grote,
Dat ds. Van Veldhuizen
de schrijver i
pa en dus zullen de kun
stenaars ook door andere
dingen worden geïnspi
reerd of tot andere ver
houdingen komen. Een
flatgebouw van Mies van
der Rohe in Chicago, een
laboratorium van Frank
Lloyd Wright in Racine
of een landhuis van Phi-
lip Johnson in New Ca
naan zijn in feite niet-
anders dan onze moderne Europese
architectuur. Ze zijn alleen maar
aangepast bij de mogelijkheden in
Amerika. De stijl is niet Ameri
kaans maar internationaal. Het is
een indrukwekkend beeld dat deze
tentoonstelling geeft van de archi
tectuur in Amerika. Enorm grote
afbeeldingen en maquettes geven een
heel duidelijke indruk van wat er
met Amerikaans kapitaal en met
Amerikaans materiaal mogelijk is.
De bouwkunst in Amerika is, net
zoals de bouwkunst overal ter we
reld. afhankelijk van natuurlijke
omgeving en psyohologisch klimaat.
I" wezen is ze echter niet specifiek
Amerikaans.
SCHILDERKUNST
eigen-
derd, "met welk een realisme ii
gedacht. Maar is dat liggende meis-- -- - ,„ifi
die ruimte vuil „piepende »an het dler zelfl
In de schilderkunst
lijk hetzelfde. De romantiek
Edward Hopper (met een in
i sfeer afgrijselijk schilderij
„Diuatuop") hebben ook wij gekend,
de sociaal-gerichte kunst van een
Jack Levine (met de bijtende iro
nie van zijn schilderij „Feest van
de zuivere rede"), de geometrisch-
abstrakte kunst van een Fritz Gla-
iner (met een heel erg verzwakte
Mondriaanse „relatieve composi
rif t* alleen-maar-verf-kunst vai.
Clyfford Still (mef een grote mate
van verfverspilling in een werk ge
titeld „Schilderij"), het is alles in
ternationaal. Afmetingen, kleuren,
intensiteit en voorstellingen zijr
veelal afgestemd op het Amerikaan-
jje_ ,eP' maa.r in sf'jl is er directe
aansluiting bij Europa. Zo is c
ook het geval met het abstraot-c
pressionisme van een Arthur Dove
en het harde realisme van Stuart
Davis m zijn Lucky Strike-schilde-
Wat bepaalt dan eigenlijk het
aparte karakter dezer kunst uit
Amerika van de laatste 50 jaren?
Het is m.i. althans volgens deze
tentoonstelling de zwakheid in
voorstelling en expressie bij de
ouderen en het pogen te overrom
pelen door massaliteit, grote kleur
vlakken en wolkenkrabber-a chtige
constructies bij de jongeren. Kort-
om: te weinig overtuigend. Wat me
bij deze expositie opviel was het vol
komen ontbreken van een belijdenis,
van een getuigenis, van een kreet
heid in de ruimte geeft),
een Gaston' Lachaïsë
uA'V1"'':r" (die -devi'ouiwefig-uur
.Christina's ivorcld" uitu^j eHS, Na-
1948 de joonstel ills van liet ,tt. detaan (die hel in een speelse.sty-
lamde meisje dal het huis moei. elegantie zoekti en een
ee, „rellen d?! uer^LhT Salid Hare (die zijn bronzen
eel precisie is dit werk geschilJ Kraih.. meergaf Van-de griezeling
'n. dier ondergaan, dan
iedere gelegenheid aangrijpt onderhoudende intrige te vinden,
om aan „de nette mensen van! Hij heeft het aldus opgelost: ds.
,1, - -j. e Remmers gaat met zijn vrouw naar
Nederland die weinig 01 cen gerenommeerd pension op de
niets, weten van de zelfkantVeluwe om wat van de buitenlucht
„der samenleving iets te laten ^„Vde'Slien" a'toi*i°nin d™!™"
gèvaarte ais'een zien van de geestelijke en|re bijeenkomen. Het boek heet dan
om d^a-alviT materiële nood in de grote^^„in ^aurr.--. Uit,,
„.co. de idee walvis, stadswijk, is: volkomen te be-
En-daarbij werkt Calder grjjpen mjj wej eens j HUISARREST
te6waarin "een bepaald laten vertellen dat deze. pre-
ding staat of zich be-;dikant na de oor-log een voor
"Daarnaast zijn er nog;rijn journalistieke
een Seymour Lipton (die aanleg; aantrekkelijke functie
Sn1üzonfer"bêJloTm van. pers-predikant vrijwillig
dus niet i
achtig effect? Hoe knap het geheel A™eriki* -
ook zecomnoneerd is het onderwer- n,et volledige tentoonstelling gew
pelijke prevaleert hiér weer bij het den, die op kuhstgebied geen nieuwe als de Schetsen van ds. van Veld- Dominee" v
schilderkunstige. Toch Is het werk I wegen opent, die niet verrast door, huizen in hun oorspronkelijke vorml dgjft wacj.
fascinerend door zijn directheid. grote gedachten of wijze speelsheid. zouden zon pbundeld. mriptpn:zo graag v;
die niet overtuigt van het eigen ka- Nu dit niet gebeurd moet» »d«« f)s
GRAFIEK raktur dat Amerika in de knnat zou hjj terwaie va„ het goede doei,
Bij de grafici zip, tal van grote hunnen tonen en die ook „iet doel
Vijftig jaar moderne kunst ln
heeft opgegeven om weer on*
cl er te duiken in het Teven.
Welk leven, dat hebben de
'lezers van ons Zondagsblad Vvijze de gasten
kunnen - lezen irï de rubriek zig gehouden,
van ,,eeri wijkprëdikant".
Reeds de dag na de aankomst van
ds. Remmers wordt aan alle gasten
huisarrest opgelegd omdat een,
eveneens pas gearriveerd, Indone
sisch meisje plotseling ernstig ziek
is geworden en het vermoeden van
een gevaarlijke besmettelijke ziek
te bestaat. Als de consternatie wat
geluwd klemt de vraag op welke
Het toen reeds niet denkbeeldige
In het ontworpen programma
krijgt ook ds. Remmers een taak.
Hij zal iedere avond in de serre een
•erhaal vertellen uit zijn wijkwerk
Aangezien hij goen bö
de
j mond neemt, worden de goed gesi
erhaaitjës" zouden
I sumeren, is mr acuut geworden,
het is een interessante, deze stof js verwerkt, in een ron
jJJS: b^em^en.
agt de heer Asten-
;ns even. Ik wilde
weten of u zulke
j S j a a.nt j e
Amerika in de kunst zouhij.'terw"^vil het gDefe'dMl. tol vindt. Ik vind ze
kunnen tonen en die ook niet d°et j bezweken er een roman" van te! dan beesten
kunstenaars en eefliik eezeed "is de °Pzien naar het culturele leven cn| maken. i Dan probeert de dominee
grafiek me eigenlijk op deze ten- de culturele aspiraties van de „nleu- Het heeg .echter weinig "zin om gasten .diudelijk_ te mfken. da* hu
toonstelling nóg liever ge
1W110KUUI6 6- -.-.irden dani w-e wereld",
de schilderkunst. Een André Racz. Jtienaal^ afhankelijke kui
een Misch Kohn. een Leona Piorce)
(geniale verbeelding van -het kleine
meisje, dat zich op stelten
dit boek literaire maatstaven I in die kleine
iai ainai.ae.yae nu..» iuuu. ie leggen We weten al te goed. wel degelijk
jongere staat, die de rijkdom dat het h1eF óm de Sjaantjes' gaat.[het zelfs bert bedoelen,
een traditie mist en ook de zoals dé -wijkprédikant die elke dag
yer-l kracht van een strijdbaar leven. fn "zijh werk ohtmoet.
minder
grote ..Sjaantjes'
dat
„Je hoort nooit wat uit het land, je bent helemaal aan
gewezen op meningen uit je eigen kring...." aldus de harte-
kreet van Wilmy de Zwaan, een onzer meest begaafde sopranen,
wier recitals men geregeld via de Hilversumse radio kan boren.
Inderdaad, een zanger voor de radio kan alleen maar hopen
dat zijn begeleider een gunstig rapport over hem uitbrengt.
Echter, er *i6 geen andere maatstaf, omdat noch rechtstreeks,
noch via de omweg van de kunstcritiek er met het luisterend
publiek enig contact bestaat.
Het onder zulke handicap drei
gende gevaar van vervlakking heeft
Wilmy de Zwaan, die thans verbon
den is aan de Ned. Radio Unie,
glansrijk overwonnen. Haar per
soonlijkheid en haar kunst berusten
beide op een zoveel mogelijk stre
ven naar waarheid. Zij kan niet
vervlakken zolang zij haar honora
rium als een nodig en prettig ne
venverschijnsel ziet van de nood
zaak tot zingen.
„Lieder ohne Worte
De manier, waarop zij tot de
zang is gekomen is typerend. De
twaalfjarige Wilmy speelde met
haar rappe vingertjes zo vlijtig de
Sonatines van Clementi en Diabelli
op de piano, dat zij door haar trot
se vader al spoedig werd meegeno
men ter opluistering van vereni
gingsavondjes in Voorburg. Maar zij
kon hét niet laten met de melo
dieën mee te zingen.
Zij kreeg zangles van de paeda-
goge mevrouw Mossel, mét Ravel-
li, Vincent, Van Tulder uit de school-
Comélie van Zanten. Later heeft zij
nog gestudeerd onder de, om zijn
bracht haar tot het oratorium
tot het lied, waarmee ze in v
steden triomfen vierde.
verschillen eindeloos groot, maar
hoe ziet God ons?
En dan krijgt de lezer de sleutel
in handen van de titel.
„We doen in zwart-wit tekeningen.
Zo in de trant van: die uitzuiger
van een werkgever en die edele
werknemer; die smerige boef en
die smetteloze commissaris. Of om
gekeerd. Het nette christelijke ge
zin en de bestiale familie, waar ze
nergens aan doen.
ZEBRA'S
Ik geloof dat dit niet mag. Ik ge
loof aat er geen witte en zwarte
mensen bestaan' Laten we zeggen
dat we zebra's zyn. Sommigen in
ons oog zebra's met mooie witte
strepen en weinig zwart. Anderen
'precies andersom. Voor God hoogst
waarschijnlijk nog weer anders ge
tekend. Maar in ieder geval ze
bra's. En daarin zijn we onderling
gelijk. Onverschillig wat we verder
aan verschilpunten hebben: arm of
rijk, blank of(ik aarzel even)
„Dank u", zegt freule van Spij-
cker. Want ze denkt aan haar Indo
nesisch nichtje, dat de oorzaak is
van hun quarantaine. Het nichtje,
dart nog een rol zal spelen om het
verhaal tot een goed einde te bren-
„De Zebra in de serre" kan men
een goede strekkingsroman noemen.
Laat u echter niet te zeer afleiden
door het verhaaltje dat ds. Van
Veldhuizen moest verzinnen om van
zijn schetsen een roman te maken.
Hij deed dat weliswaar ter wille
van de lezer, maar het gaat om
„Sjaantjes". Het gaat om zijn werk
in de volkswijk met zijn vierduizend
gezinsverbanden.
P. J. RISSEEUW
-»*«-*
VIA
NAALD EN PLAAT
JOHANNES BRAHM
Simrock in Berlijn op de Bohe<
-ö-
I suggestie „II alvis" va
beeldhouwer Alexander Caldei
uit 1937.
1077 zijn uitgever Frits
mse componist Antonin
Dvorak. Bij de toekenning van een nutziekbeurs had Brahms
namelijk in de jury gezeten en maakte hij kennis met de „Mahri-
schen Düette" Van DvorAk. Hij was zo Ontzettend' enthousiast,
dat hij deze „Klangé ails Mtihrendirect voor uitgave aanbeval.
Simrock ging op het voorstel in en had een eitorm succes met
die vocale duetten.
Zakelijk zag de uitgever wel wat
in die Dvorak (spreekt U de naam
vooral uit als Dworsjaak) en bestel
de een serie Slavische dansen voor
vierhandig-piano. Met d,e „Hongaar
se Dansen" van Brahms waren ook
wel goede zaken gedaan, dus -allicht
zou die vroegere slagersknecht .en,
herbergierszoon Dvorók in dit genre
ook wel wat kunnen betekenen voor
de uitgever. Dvorak was ongeloof-
lijk blij met die op
dracht, begon er ter- j
stond aan en onderbrak
er voor zelfs zijn werk
aan de „Slavische Rhap-
sodieën" voor orkest.
Hij was er zo door be
zeten, dat hij nog voor
hij de laatste dans klaar
had al bezig was met
de orkestratie van de
eerste dans. Het was
wel bedoeld als piano-
werk en als zodanig zou
hij de serie van 8 dan-
sen ook afleveren, maar
in gedachten hoorde
Dvorak al de kleuren
der orkestinstrumenten.
Voor de opdracht kreeg
Dvorak een honorarium
van 300 Mark ('het is bij
elkaar ongeveer 35 -minu
ten muziek), maar de
uitgeveï' verdiende er
enkele duizenden aan.
Zo gaat het nu eenmaal
altijd in het kunstleven:
de kunstenaar fietst en
de uitgever rijdt in een.
dure auto, de pianist
I rookt sha-e en de 'im
presario dikke sigaren.
Voor die tijd was 300
Merk overigens niet zo
gek betaald Het is ove
rigens geen wonder dat
Simrock enkele jaren la
ter nog eeri serie van 8 Slavische
dan-sen bijDvorAk bestelde. Die
tweede serie kwam in 1886 klaar, al
had Dvorak :dart op dit verzoek, aan
vankelijk wat afwijzend gereageerd
en geschreven: „Tweemaal een
soortgelijke serie maken is ver
draaid moeilijk". Maar in de twee
de helft van1886 schreef hij Sim-
brillant geïnst:
spat er af".
Brahms en Dvorak
Was" Brahms bij zijn Hongaarse
Dansen uitgegaan van de muziek
der. oorspronkelijke volksdans'.iede-
cen.i Dvorak schiep geheel eigen
dansen, waarin- hij alleen het ritme
der volksdansen als kenmerkend
element overnam. De dansen zijn
wel als het ware uit de ziel van het
Slavische ras geboren, maar ge
bouwd uit eigen materiaal en in een
geniale inspiratie. Dvorak gebruikte
voor de orkestratie het volledige or
kest met uitzondering van tuba cn
harp, althans wat de eerste serie
betreft In die eerste serie, waar
over ik het thans uitsluitend wil
HÏ^En,
geschre
pe. met Uitzondering van de tweede
dans.
De eerste dans (33/a minuut) is
een drieste en wervelende Furiant
(snelle Boheemse dans met wisse
lende maatsoorten). De tweede dans
(■Ui minuut) is geen idealisering
van een Tsjechische dans maar
een Dumka. een dans uit de Oekra
ïne. met een wat elegisch karakter
Voor de derde dans 14 minuten)
zocht Dvorak aansluiting bij de Bo-
ïeemse volksdans ;n tweedelige
maat, de Polka. De vierde dans
(6Va minuut) is een meer rustige
Sousedska (misschien te vertalen
als dans van de peetoom). De vijf
de dans (3Va minuut) is een snelle,
uitgelaten dans in 2/4 maat, een
Skocna, een soort Boheemse —spring
dans. De :zesde dans (4Va minuut)
is weer een Sousedska, wederom in
maat-, en de zevende dans (3Vi
minuut) is een gestileerde Skocna
in rondovorm.- De rij wordt beslo
ten gelijk ze is geopend, nl. met
een vurige Furiant. (4Va minuut).
Zelden- is het een componist gelukt
•met eigen materiaal-zo geniaal de
volksziel .-.tot-uitdrukking brengen
als hier Dvorak, de componist over
wie ik kort geleden schreef naar
aanleiding- van de hernieuwde uit
gave van al zijn werken door Artia
in Praag,
De Deutsche Graanmophon Gesell-
schaft maakte van de eerste serie
Slavische Dansen (Opi
ieke opnam
dansen wordt speelplaat (LPE 17038) met de Mün-
d. het vuur onener Philha .noniker onder lei
ding van Fritz Rieger. Het is wer-
k niet eenvoudig deze dansen
uit te voeren, d.w.z. het we-
ervan te begrijpen en de rit-
niet metronomisch getrouw
r levend op te vangen. Dat is
Fritz Rieger wel gelukt; hij heeft
elke dans in een intense spanning
2n intense vreugde gegeven. Hij
heeft het orkest ook tot een subliem
spel weten te krijgen. En de techni-
hebben de opnamen akoestisch
rukkelijk weten te realiseren,
len zeer bijzondere aanwinst voor
de discofielen.
Legenden en Slavische Rhapsodieën
gecomponeerd, hij schreef ook een
serie van zeven Zigeunermelodieën
op tekst van de Tsjechische dichter
Adolf Heyduk. Ook deze in 1880 ge
schreven liederen voor een zang
stem met pianobegeleiding, zijn
geen oorspronkeü''- zigeunermelo-,
dieën, doch a: een" gevangen binnen
ritme en tonaliteit der zigeuhermu-
ziek. Johannes Brahms had hetzelfde
an. Hij leerde de tekst van
acht zigeunerliederen kennen in de
vertaling van de Weense koopman
Hugo Coiïrat en schreef er muziek
bij. Thematisch berusten ook deze
liederen op eigen inventie.
Zowel Dvorak als Brahms heeft
zich volkomen gegeven aan de
tekstuele atmosfeer. De „Ciganske
melodie" Opus 55 van Dvorak en de
„Zigeunerlieder" Opus 103 van
Brahms zijn qua sfeer en bouw
ideale verklankingen van het zigeu-
nerlied. Het is aan Philips te dan
ken dat beide series op één plaat zijn
opgenomen, nl. op een 25 cm. lang
speelplaat in de favourites-series
(S 06062 R), gezongen door de so
praan Hilde Zadek met pianobege
leiding van Geza Frid.
Hilde Zadek
Hilde Zadek, die in Nederland be
kend is door haar medewerking aan
Mahler's Achtste Symfonie o.l.v.
Eduard Flipse cn aan de Ned. Ope
ra, werd op 15 december 1917 in
Bromberg geboren, ten tijde dat
Bromberg nog Duits grondgebied
was. Enkele jaren later werd het in
gedeeld bij Polen, maar toen ver
huisde de familie naar Stettin, waar
natuurstem is, hoe gecultiveerd ook, Wilmy de Zuaai
natuurlijk gebleven. De zweving
(het vibrato) welke de menselijke
stem verlevendigt, gaat nooit buiten
de perken, zodat m - bij haar nooit
naar de tonen behoeft te raden. In
deze tijd van valszingende lieden
kan haar glaszuivere intonatie nau
welijks worden volprezen.
„Ik zou echt geen scheiding kun
nen maken tussen het lied en de
tekst. Of nu het woord of de melo
die het belangrijkst is, moeten an
deren maar uitmaken. Ik probeer
zo te zingen dat ikzelf en ieder an
der het mooi kan vinden."
Daarom neemt zij nog geregeld
stemcontrole bij Phine de Nocker
en ook vraagt Wilmy bij elke micro
foon-repetitie aan de geluidstechni
cus haar te waarschuwen wanneer
hij de tekst niet verstaat. In deze
twee-eenheid van muziek en tekst
vindt Wilmy geestelijke aansluiting
bij Wolff, welke liederencomponist
boven aan haar lijstje staat. Het
technisch detail de zang louter
als techniek interesseert haar al
leen als middel om het lied tot gro
tere uitdrukking te brengen,
Dit bréngt met zich, dat zij niet
bewust naar haar tonen luistert,
een onder vocalisten noodlottige ge
woonte, te herkennen aan het steeds
vertragen van het tempo, bewijzend
dat zij het leerlingenstadium nog
niet zijn ontgroeid.
/Vief bang
Uit het voorgaande zou misschien
zijn te concduderen dat deze zange
res afkering van modern werk zou
zijn. Met haar onbevangen houding
tegenover alle dingen mag dit ech
ter niet worden verwacht, „Ik
moest er wél .-.elemaal ingroeien"
zegt zij hierover. „Ghedini vond ik
heel erg moeilijk en op Kurt Weils
cyclus voor een vrouwenstem met
(het Radio-philharmonisch) sextet
heb ik een vol jaar gestudeerd eer
ik die ontzettend moeilijke interval
len erin had. Maar nu vind ik het
heel mooie muziek".
Naast herscheppend talent toont
zij zeker ook scheppende tendensen.
Het opstellen van programma's bijv.
Js een van haar prettigste bezighe
den. Met veel waardering herinner
ik mij de cyclus „In de schaduw
der Groten", een idee van Wilmy
zelf, waarbij zij, samen -met George
van Renesse, liederen van compo
nisten van het tweede plan uit de
19e en 18e eeuw heeft gebracht met
de intentie aan te tonen welke
schatten ook door Adolph Jensen,
- j anderen
Vele luisteraars
Speciaal haar denkbeeld, dat een
synthese van muziekjes, samenge-'
bracht uit grotere en kleinere vor
men (zo men wil ernsfige en lich
tere genres), vele luisteraars van
alle ontwikkeliitgsniveaux zou kun
nen opvangen, verdient naar mijn
stellige overtuiging door de Omroep
te worden beproefd, ware het alleen,
omdat de zg. „opzettelijke" educa
tie de cultuur-a verse groepen dik
wijls afstoot. Hierbij is nl. onvol
doende rekening gehouden met de
psychologie van de volwassene, die
verdere opvoeding te sterker af
wijst, naar mate hij haar meer be
hoeft.
Wie Wilmy de Zwaans kunnen in
grotere lied-vórmen wil toetsen,
krijgt hiertoe binnenkort weer gele
genheid, aangezien op 26 maart as.
plm. 17 uur voor de N.C.R.V. wordt
uitgevoerd de Bach-Cantate „Mein
Herz erschwimmt im Blut" door
Meindert Boekei met het Radio
Cembalo-Gezelschap.
Wilmy kent een ontstellend aantal
liederen en oratoria. Nog onophou
delijk speurt zij naar nieuw talent.
Ook haar landgenoten vergeet zij
niet. Dat zij het dichtbij evengoed
meent te kunnen vinden als ver
weg, wordt geïllustreerd door haar
voornemen binnenkort een speciaal
programma met nieuwe Nederland
se muziek- in te dienen.
CARL LANS.
Hilde tot haar 17e jaar bleef. In
1934 emigreerde ze naar Palestina
en werd er verpleegster in een kin
derziekenhuis. Onderwijl stud, .de
ze zang bij Madame Boroscheck en
bij Rose Pauly. Later kwam ze bij
Ria Ginster ln Zürich en bij Elisa
beth Hóngen in Wenen. In februari
1947 maakte ze haar debuut als
Aïda bij de Weense staatsopera,
aan welke instelling ze nu nog ver
bonden is. Nimmer heeft Hilde Za
dek een kleine rol in de opera ge
zongen. Haar prachtig geplaatste
metaalachtige wat Slavisch gekleur
de stem is zo goed geëigend voor
deze zigeunerliederen. Zang en
voordracht van hoog gehalte, waar
bij de Nederlander Geza Frid uit
nemend begeleidt. Het merkwaardi
ge van de opname echter is. dat het
is alsof de stem meer ruimte heeft
dan de piano. Bovendien hebben de
technici de forte-passages niet hele
maal correct opgevangen. Overi
gens een interessante en artistiek
prachtige plaat.
CORN. BASOSKI.
Op 21 maart a.i. is het 40
jaar geleden dat de Neder,
landse kunsthistoricus, publi
cist en caricaturist (o.m. het
„zweetkamertje" in het Aca
demiegebouw te Leiden), jhr.
Victor E. L. de Stuers, pionier
van de Ned. raonumententzorg,
te 's-Gravenhage overleed.
In april a.s. wordt onder
auspiciën van het Staatsfilm-
bedrjjf van de Sowjetunie de
Nederlandse speelfilm „Ciske
do Rat", die in ons land werd
opgenomen onder regie van de
Oostduitse filmregisseur Wolf
gang Staudte naar bet gelijk
namige boek van Piet Bakker,
vertoond in Moskou. De heer
H. S. Boekman, directeur van
de N.V. Filmmaatschappij
„Amsterdam", te Amsterdam,
is uitgenodigd naar. Moskou te
komen.
Willem van Iependaal is
geen onbekende figuur meer
in ons land. Zijn volksromans
als „Kriebeltje's hoogtepunt",
„Pollet jé Piekhaar", „Lord
Zeepsop" en „De commissaris
vertelt" zün door velen stuk
gelezen, Niet minder aftrek
vond zün radioreeks „Hotel
stoot je hoofd niet". Die Wil
lem van Iependaal heet eigen
lek W. v. d. Kulk, woont in
Laren (N.H.) en hoopt 24
maart zqn 65ste verjaardag te
In de herberg „Hof van
Holland" achter het Haagse
stadhuis kwamen op 25 maart
165.6 enkele kunstbroeders .bij
een voor de oprichtingsverga
dering van de schilders-con
frérie „Pictura". Die confrérie
kreeg van de magistraat vier
vertrekken hoven het zgn.
Korenhuis op de Prinsegracht,
waar lessen werden gegeven
en tentoonstellingen georgani
seerd. In 1682 besloot men
zich naar Italiaanse trant te
hervormen tot een academie
en hieruit ontstond de huidige
Academie voor Beeldende
Kunstente 's-Gravenhage,
Driehonderd jaar geleden werd
hiervoor dus „de eerste steen
gelegd".
Ter gelegenheid van de
100ste sterfdag van de Duitse
dichter Heinrich Heine ver
schijnt nog dit voorjaar bü de
Uitgeverij Kiepenheuer und
Witsch in Keulen een twee
delige uitgave van Heine's
werken onder redactie van de
befaamde germanist prof. Mar-
De legendarische Italiaanse
vioolvirtuoos en componist
Nicolö Paganini (17821840)
Z(jn vierde Vioolconcert droeg
hü geregeld bq zich, nadat li\j
het op 25 maart 1831 (dus 125
jaar geleden) in Parijs ten
doop had gehouden. Het werk
is later spoorloos verdwenen,
tot een Italiaanse voddenkoop
man Ronzilli de orkestpartij
terugvond by een stapel oud
papier, die hy bij een der
nazaten van de componist
moest weghalen. Ronzilli ver
kocht hel stuk aan de Itali
aanse uitgever Natali Gallini,
die na jarenlang zoeken einde-
lyk in 1954 de ontbrekende
vioolparly terugvond. Op 7
november 1954 werd het werk
voor de tweede maal in Parys
uitgevoerd, nu door de violist
Arthur Gromiaux met een
orkest o.l.v. Gallini's zoon
Franco Gallini.
Matth. 2752
De bergen en de rotsen scheurden
in 's werelds nieuw geboorte-uur.
Ontbonden krachten der natuur
verschrikten hen die rouwend treurden.
En uit de holle graven beurden
zich midden in het hemelvuur
de doden, die de steile muur
van 't rotsgraf niet meer rond zich speurden,
Waar is de schrik des doods gebleven?
Zo dan de doden weder leven
is dit het werk alleen van Hèm.
Die dood was heeft hun kracht gegeven.
De laatste vijand wordt verdreven
beginnend bij Jeruzalem.