onze jeuqó-p&qin&= Ook oma zei Gaby Gevecht op de bodem der zee X KARL MAY, fantast en kunstenaar Hunkering naar de lente 1^61 J.MVVM Ot aViaSOVQMOZ ZONDAGSBLAD 10 MAART 1956 MA noemde haar altijd heel def- tig „Gabriëlle". Maar mamma zei altijd heel gewoon ,,Gaby". Toen Gaby dat voor de eerste keer hoorde, zei ze tegen haar mammie: „Omj noemt me Gabriëlle, gek hè. „Neen." zei mamma toen, „Neen, schat, dat is niet gek, want je heet Gabriëlle." Nu, dat vond Gaby raar. „Ja, maar waarom noemt U me dan Gaby?" „Omdat dit een beetje korter is," had mammie glimlachend geant woord. „Oh...." zei Gaby. Maar toch vond ze het een beetje vreemd, dat oma altijd Gabriëlle zei en mamma en pappie Gaby. Waarom zei oma dan ook niet Gaby. „Omdat die andere naam deftiger en mooier is," zei mam lachend. Nou, oma was deftig. Ze reisde nooit met de trein. Altijd reed Bert haor ergens heen in haar auto. Een beetje verveeld keek Gaby naar buiten, waar de regen neer- str.>omde. Hè, zou het nou nooit eens ophouden? Opeens schoot ze overeind waa- zuu Flokkie toch zijn? Flokkie was een heel ondeugend klein hondje. „Maar hij is ook wel lief, hoor!" /ei Gaby altijd, als Flok iets stouts gedaan had Want hij kon zo lief kij ken en dan kon je niet meer kwaad op hem blijven. Gaby liep al ijverig te zoeken en te roepen. „Flok! Kom eens! Flokkie, waar ben je dan toch?" Ze liep naar haar slaapkamer, naar de keuken, keek onder de stoelen, maar waar ze ook zocht, Flokkie was weg en bleef weg. Beteuterd stond Gaby stil. Pappie hield spreekuur, (h-aar vader was dokter), die mocht ze niet storen En mammie was naar tante Ina. Hè. aan wie moest ze nu toch vragen waar Flok was. Op de zolder zou ze ock wel eens kunnen kijken. Maar hu. het was daar zo donker Zou ze dat wel durven? Och nee, daar kon hij toch niet komen.... het lu:k zat immers dicht. Maar ja, waar dan? Buiten regende het nog steeds. Bah, Wat was alles vervelend. Gaby had zin om te gaan schoppen, wan', er was niemand en ze verveelde zich. Plotseling werd er gebeld Dat za! mammie wel zijn, dacht Gaby blij. En ja hoor. daar was mammie Maar ze had Flokkie niet bij zich. ..Flokkie?" vroeg mam, toeu Gaby verteld had. dat hij weg was „Die hel» ik nog gezien voordat ik weg ging Kom, we zullen samen eens gaan zoeken." Mam deed haar natte mantel op een haakje en met Gaby aar, de hand zocht ze het hele huis door. Ook op de donkere zolder, want je weet nooit, waar een lenig en speels jong hondje kan komen, zei mam. Maar neen, ze vonden hem niet. Gaby's lipjes gingen een beetje tril len en die lastige waterlanders kwa men ook al bijna te voorschijn. „Strakskomt hij nnnnooit meer terug.. beefde haar stem metje. Troostend tilde mam haar kleine meid omhoog: „Nou, zo'n vaart zal het niet lopen, hij is natuurlijk op avontuur uit. Vanavond is hij wel weer terug." Maar Gaby geloofde dat zo gauw niet. Mam zei. dat ze oma eens op zou gaan bellen, misschien was Flok kie daar wel verzeild geraakt. Ze draaide het nummer en kreeg Tilly, het dienstmeisje aan de lijn: „Oh, mevrouw, belt U om Flokkie? Ik zag hem op straat lopen, en ik heb hem meegenomen. Ik had hem al lung teruggebracht, maar de oude mevrouw rust en dan kan ik niet weg Vanavond zal ik hem brengen, is dat goed?" ratelde ze meteen af. „Ja. zal. oooooooü!" riep Tilly opeens heel hard en smeet de hoorn neer. Daar stonden mammie en Gaby. Nu kon den ze niet meer met Tilly praten. Want de verbinding was verbroken. „Misschien had ze hem wel opge sloten in de keuken." zei Gaby met haar handjes voor de mond, „want oma houdt immers niet van Flokkie en nu is hij vast ontsnapt!" „Ja," zei mammie, „dat kan best, laten we er maar vlug heen gaan, an ders springt hij overal bovenop." Vlug kleedden ze zich aan en een kwartiertje later waren ze in de Den nenlaan. waar oma woonde. Nu, het was maar goed. dat ze kwamen, want het was me daar een rommel! Flokkie was tegen een gla zen kastje opgesprongen, waar heel tere porseleinen kopjes op stonden. Het kastje stond nogal wankel en toen Flokkie er op sprong, was het omgevallen en alle kopjes waren ka pot. Van het glazen kastje was na tuurlijk niets meer heel. Oma. die al dat lawaai gehoord had, Liep gauw naar beneden. Mammie wilde haar nog uit de kamer houden, maar oma wilde zien wat er gebroken was. „Oei...." dacht Gaby angstig. „Nou krijgen we...." En mammie was ook al een beetje bang, zag ze. Tilly durfde haast niet te kijken, want daar zou ze een stand je voor krijgen. Die Flokkie ook! Tilly had niet gedacht, dat Flokkie door zo'n smalle kier kon. Want ze had de deur niet helemaal dicht ge daan omdat .deze klemde. Toch had Flokkie zich er door weten te wrin gen. En toen hij merkte, dat Tilly achter hem aan zat, werd hij zo vro lijk, dat hij pardoes op het glazen kastje sprong Tja, en daar waren de scherven van gekomen! Voorzichtig deed oma de deur open en keek naar binnen. Ze zag natuur lijk meteen de scherven. Toen keek ze naar Flokkie, die met z'n staartje tussen de benen naar Gaby liep. „Zo kwajongen." zei oma, „heb jij dat gedaan? Nou. dank je wel hoor!" zei ze vriendelijk en tegen Tilly: „Wil je deze rommel In de asbak gooien?" „Hèè. is omabent Udan niet boos''" flapte Gaby er verwon derd uit. „Stil toch, brutaaltje!" zei mammie bestraffend „Nee hoor, Gaby, ik ben niet boos, want eigenlijk vond ik die kopjes zo lelijklachte oma. Opeens vloog Gaby op oma af en Hier zien jullie twee jongetjes, die aan het vliegeren zijn. Een leuk spel, maar jammer, dat de touwen zo in de war gekomen zijn. Wélke vlieger hoort bij welke jongen? Volg met een potlood de lijn en dan kun gaf haar een klinkende zoen: ,,U hebt Gaby gezegd, ozegt U dat al tijd?" juichte ze opgewonden. Oma deed of ze schrok: „Heb ik Gaby gezegd? Oh, maar dat moest Gabriëlle zijn, hoor!" Maar ze hield haar kleindochtertje een beetje voor de mal, dat zag Gaby wel. „Ja, zie je," zei oma tegen mam ma, „ik heb die dingen eens gehad van mijn vriendin, en omdat die je het wel ontdekken. Oplossingen inzenden vóór dinsdag 13 maart en vergeet niet naam, adres en leeftijd in de brief te zetten. Ik zal de brief jes beantwoorden van de kinderen, van wie de achternamen beginnen met de letters H tot en met N. nogal vaak hier komt, durfde ik ze niet weg te zetten, maar nu heeft Flokkie er voor gezorgd en zo heb ben we toch onze zin gekregen, en dat zonder ruzie!" zei oma en ze aai de Flokkie eens. Toen Gaby 's avonds in haar bed je lag zei ze tegen mamma: „Fijn hè, mam, nu heet ik voor goed Gaby en oma was zooo-aardiig!" W.H onze BRievenBus Hallo neven en nichten! Het treintje met die lange stoomwolk reed naar Boskoop, Alkmaar, Deventer en Breda. Wat een reis, hè. hebben jul lie wel eens zo lang in de trein gezeten? Ineke Brienen heeft de hoofdprijs gewon nen en de troostprij zen zijn voor Ria Grootveld, Frans Blom en Tilly Ben schop. Hartelijk ge feliciteerd allemaal! Ea nu komen dan weer de briefjes voor de kinderen van A tot en met G. Daar hebben we eerst Koelie Am bachtsheer. die het helemaal niet fijn vindt dat het nu dooit, want nu moe ten ze weer naar school. Maar wat jij dan. Koelie? Dat het het hele 'riezen? Wat een had jij bij die oplos jaar door mooie landkaa sing gedaan. Hansje van Es! Dat'had je zeker samen met papa gedaan. Heb je fijn geschaatst met mamma? Nou, het volgend jaar zul jij bes goed leren zwieren op de schaats, I'ieta Damsteeg;!. Hoe komt dat nou, Leen van Delft, dat jij je gezicht hebt ver brand en later nog eenr je pols? Ja dat ijs is ook wel een beetje verleide lijk. hè Ilans van Bemmel? Leuk dat je nu weer trouw gaat meedoen. Ja, ik had je brief wel gekregen, Johan nes Bleichrodt. maar die heb ik be waard, omdat je letter nog niet aan de beurt was! Jij had het wel fijn voor el kaar: schaatsen rijden en toch dicht bij huis blijven! Heeft je broertje zich geen pijn gedaan toen hij zo viel op dat ijs. Henk Binnendijk? Ik hoop dat de keelpijn nu weer over is. Arie van Duyvenvoorde. Wanneer worden je amandelen geknipt? Laat Aatje maar meedoen, Wim Benard, dan schrijf jij wel voor hem. hè? Had hij al echte schaatsjes of liep hij zomaar over het ijs? Dudley Everts hoort nog maa.r pas tot onze brievenbusfami lie, maar hij gaat al weer gauw weg ook. Hij gant nl emigreren naar Zuid- Afrika. Heeft je zusje een prettige verjaardag gehad, Gerric Fossen en ben jij zelf al weer beter? Wat een grap pig plaatje stond er op jouw postpa pier. Marian de Bruin, het was een mannetje in een luchtballon. hè? Is jullie tante lang gebleven, Flip en Mar- ja Akerboom? Het was zeker wel een feest, hè? Ja. zo'n baby'tje is altijd erg lief. hè Tineke Bos? Ik denk dat jij je nichtje wel erg verwennen zult Wat heb je voor je moeder gemaakt met haar verjaardag? Alvast hartelijk gefeliciteerd met je verjaardag, Nellie Donkers! Wat heb jij je rapport al vroeg gekregen. Paula. Het zag er keu rig uit. zeg. Die feestmiddag van Zon dagsschool zal wel fijn geweest zijn. Dat was een grappig versje dat je moeder en jij gemaakt hadden, Annie Baancn. Weet je al of je bent over ge gaan? Dus al is er ook geen ijs, jij kunt toch fijn blijven schaatsen, hè Arienne de Graaff? Wat vindt je leuker, rolschaatsen of echte schaatsen? Stuur je poëzie-album dan maar op, Thea Geleynse, ik zal er een mooi versje in schrijven, hoor. Weet je al wat je voor je moeder gaat kopen? Mis schien hebben Ria en Nellie Leerling geen tijd meer om te schrijven, wie weet. Maar als ze dit lezen, zul je mis schien gauw weer wat van ze horen! De drieling Faber en sus Riet hebben leuke toneelstukjes gespeeld toen oom en tante 25 jaar getrouwd waren. Dat grapje van dat papieren bootje kende ik niet, ik vond het erg leuk! Jantje de Goede is voor het eerst naar school gegaan en hij vur.d het o. zo fijn. Be dankt voor het leuke foto'tje van Cokkie, hoor! Dat lijkt me mooi. Retina v. d. Berg, zo'n groepstekening. Wat heb jij voor je rekening genomen? Ada van Egmond schrijft: Ik heb fijn ge schaatst van de winter, maar ik heb toch liever de zomer. Ja, met zo'n klein zusje kun je haast geen visites maken, Piet Boer, maar als ze groter Is gaan jullie vast wel weer naar opa en oma in Boskoop hè? Fijn dat jul lie het spel leuk vinden, Corrle Bok horst. je kunt er veel pret mee heb ben. hè? Wat dat andere betreft: trek je er niets van aan. zeg! Ik ben ook erg nieuwsgierig of de eitjes uitkomen van het kanariepietje. Greetje. Schrijf je me of het zo is? Hoeveel jaar is je zusje nu geworden. Jaap Bremmer? Is ze al op de grote school? Heb jij je schaatsen al opgeborgen? Bij de fami lie Grootendorst wordt veel feest ge vierd, want Nelly en moeder zijn alle bei jarig geweest. Wat heb je gekre gen, Nelly, je was toch zo benieuwd? Ik hoop dat het met de kraan nu weer ln orde is, Ada Bax. Zijn er nog zo veel zieken op school? Ik denk niet dat jullie veel geleerd hebben op de dag dat de meester jarig was, is het wel. Adriaan den Bleker? Wat hebben jullie hem gegeven, een mooi boek? Wim Droogcrs is donderdag jarig ge weest, en hij is acht jaar geworden Nog wel gefeliciteerd, Wim! Heb je veel pret gehad? Nou. dat is een best rapport van de volksmuziekschool. Jet ty Boers. Wat een leuke tekening die jij en je tante samen gemaakt heb ben! Het kleine broertje van Pleunie van Dam denkt dat Pleunie „opge hoogd" wordt in plaats van verhoogd op school. Grappig hè? Heb je je nieu we jas al gekregen. Pleunie? Het adres ls uitstekend. Riet Boevé, pre cies zoals het hoort. Angenita van F aas sen vraagt hoe het komt dat haar naam niet in de brievenbus heeft ge staan. Ja. lieve kind, als je zelf geen briefje schrijft, maar wèl de oplossing stuurt, wat moet ik dan in de brieven bus antwoorden? Ik weet niet waar ik dan over schrijven moet! Schrijf me maar gauw eens een lange brief en als je letter dan aan de beurt is, krijg je antwoord. Hetzelfde geldt voor Jannie van de Griend. Als je te Laat bent, moet je brief heus wachten tot je aan de beurt bent. Jenny rn Lida van den Berg hebben een lief klein broertje. Die wordt zeker om het hardst door Jullie vertroeteld, hè? Jullie hadden de kleurplaat van een paar weken geleden heel mooi gedaan, Tineke en Tjark van Dam. Ben je weer helemaal opgeknapt. Aart Boekee? Schrijf je veel met de corresponden tievriendin, Martha Brcimcr? En hoe is het met je gevulde kies? Wim Ame- Ilng was blij dat hij weer schrijven kon. Fijn. Woutje van Harten, dat jij zo goed voor de vogeltjes hebt gezorgd! En hier zijn de nieuwelingen: Henk Bolluyt. Greetje Boom, Nico van Da len, Henkje Andeweg, Willy' Gravc- kamp, Henk en Ad van der Beek, Ni- ta de Groot, Piëta van Dam, Corrie Bak. Ankie Beekhuizen. Welkom alle maal! Tot de volgende week, dan beantwoord ik briefjes van de kinderen van wie de achternamen beginnen met de letters H tot en met N. 9£6i xavvm 01 avisisovawoz ZONDAGSBLAD 10 MAART 1956 Z 3 Ontmoeting met een merou, die een inktvis achtervolgde HET WAS TWEE UUR in de middag, en de zon brandde fel op de rotsen van Cap Camarat. Vóór ons strekte zich wijd de blauwe Middelland se zee: een grote vrachtboot voer langs de horizon voorbij. Ik liep voorop met de zwemvinnen en duikmaskers bengelend aan het har- poengewcer, de zware, eigengemaakte, onderwater-filmcamera had ik deze keer thuis gelaten. Henske liep al geruime tijd achter mij. toen ik opeens haar voetstappen niet meer hoorde. Mij omdraaiende, zag ik haar beteuterd staan kijken met haar enkels in het water, en toen ik bij haar was gekomen wees ze kinder lijk met haar wijsvinger naar een klei ne sombere holte vóór haar, een halve meter onder de oppervlakte. „Wat is er?" vroeg ik. „Ik zag een mooi parelmoer schelpje op de bodem., schitteren", verklaarde Henske. „maar net wilde ik het grij pen toen het door een lange arm onder mijn vingers werd weggeritst!" „Oh! Het is maar een inktvisje," zei ik lachend „Na het beestje ervan te hebben opgegeten, bewaart hij het schelpje voor zijn hol, vooral daar hij gek is op alles wat glimt. Zie je die kleine stenen voor de opening? Die ver zamelt hij daar. en als hij aangevallen is. zuigt hij ze op met zijn zuignappen en sluit daarmee de ingang van zijn hol af Henske waar zit je?" Maar ze was zachtjes weggeslopen. Nu moet u weten, dat ik Henske dap per vind. speciaal op de ogenblikken dat ik naar beneden duik en haar alleen achterlaat aan de oppervlakte, drijvend boven al dat blauw, met de zware ca mera in de handen. Maar een inktvis kruipt als een slang, is bovendien week en glibberig, en men kan voor zoiets absoluut geen genegen heid voelen althans een vrouw niet Het kostte mij dan ook moeite om Henske weer voor de opening te krij gen Ik had echter het plan opgevat om haar vriendschappelijke betrekkingen jnet de inktvissen te doen sluiten. Dit plan mislukte volkomen. Nadat ik mijn handen aan ettelijke zecëgcls had ge stoken. was uitgegleden en in het water gevallen rukte ik druipend en triom fantelijk een inktvisje zo groot als een hand naar boven. ..Kijk eens." riep ik opgewonden, „ik zal hem voor je charmeren En Lk streek over de aan mijn arm vastge plakte inktvis, die alle kleuren aan nam. speciaal zwart, wat bij hem bete kende een naderende woede-uitbarsting Toen Henske op mijn verzoek om dichterbij te komen helaas gehoorzaam de, werd ze begroet door een enorme inktstraal die haar van onder tot bo ven bedekte. De rest zal ik maar niet vertellen, maar een half uur later zwom ik naar de diepte met de opdracht om dan maar gewone vissen te vangen voor de avondmaaltijd. TN TEGENSTELLING met de drie rots- 1 eilanden waren de stenen muren hier niet kaal gespoeld, maar dicht begroeid met kort donker groen zeewier Hier en daar on de rotswand prijkten git zwarte zeeëgcls. Onder mij. boven een twaalf meter diepe algenbodem, zwommen zilverkleu rige ..Saismaar mijn oog werd aan getrokken door een vloeiende beweging iets verder bij de rotsen Het was een grote kruipende octopus. Ik kreeg kwa de gedachten: Henske zou vanavond Ik nam adem door het korte buisjj. knikte dubbel en dook heel rustig naar beneden, toen er eensklaps iets volko men onverwachts gebeurde Een grote zwarte schaduw was van uit een donkere hoek naar voren ge schoven een „Merou"! De gro.e vis kwam tot stilstand vlak onder mij. Op de bodem dreef nog een stofwolk, daar waar de inktvis was geweest Tegelijk?r- tijd zag de Merou mij boven zich we waren allebei geschrokken. De grote vis bleef onbeslist één seconde in het wa ter hangen, deze seconde was hem nood lottig. Mijn harpoen flitste weg en trof hem met een doffe klap vlak achter de Met een reuze zwaai van zijn grote staart schoot de merou recht op de rots wand af. Ik kreeg niet veel tijd om na te denken, werd meegesleurd en kon nog net zien hoe de vis zich in de algen aan de voet V3n de rotswand scheen op te lossen Ik hield het koord .stevig vast en werd met ongelofelijke kracht dwars door de algen heen gesleurd in een ver borgen opening onder de rotsmuur. Een inktzwarte duisternis omringde mij opeens, en ik voelde dat mijn rech ter schouder door de scherpe grotope ning was opengehaald. Ik trok mij aan het koord en pakte de stalen harpoen beet. stootte mijn hoofd en knieën, en merkte dat de grot hier veel kleiner was geworden De vis had zich ln een nauwe rots gang vastgeklemd met zijn scherpe rug vinnen Mijn oorvliezen deden pijn door de plotselinge drukverandering, ik strekte me uit, mijn handen kwamen in contact met iets wat sterk heen en weer zwaaide; het was de staart. Ik greep die vast en trok uit alle macht, maar mijn armen werden heen en weer ge schuurd tegen de wanden, en ik zag dat ik op die manier de vis niet kon bemachtigen. MIJN OGEN waren nu langzamerhand gewend aan het donker, en ik zag vaag de omtrek van zijn brede kop. Ik pakte de vis met twee handen bij de oogkassen De muil ging wagenwijd open. de kieuwen sloegen opeens dicht en in de daardoor veroorzaakte water verplaatsing sloeg mij iets tegen de borst, wat mij meteen in een koude greep beetpakte om de keeL Ik zag opeens niets meer. duwde mijzelf ach teruit en kwam tot het besef, dat de van de meroukaken bevrijde inktvis zich uit alle macht in de greep der wanhoop aan mijn hoofd, nek en borst vast klemde Een paar tentakels haddea zich vast gezogen op de ruit van mijn duikbril. Snel greep ik ernaar, maar raakte ver ward in het lichaam van het beest mijn masker werd afgerukt, het water drong mij in neus en mond en verblind- Ik stikte bijna, voelde dat ik met de borst tegen de grotplafond aandreef, duwde mij er vanaf en sloeg wild om me heen met het feit voor ogen dat ik aan het verdrinken was. Opeens scheen alles lichter te worden. Mijn handen woelden door de algen, en ik begreep dat ik uit de opening was gekomen. Met mijn laatste krachten trapte ik mij van de bodem, en kwam hoestend en gorgelend met het hoofd boven de oppervlakte, waar ik een paar minuten lang met open mond bleef ademen met het gevoel dat de hele zee zwaaiend om mij heen draaide telkens wanneer ik mijn ogen opende. Ik zwom een paar meter verder en greep mij vast aan een rots van de kust. waar ik mij half ophees, met de inktvis nog vastgeplakt aan het lichaam. Net wilde ik mij hoger op trekken. of ik kreeg een flinke stomp, gevolgd door een reeks andere. „Bernard!" hoorde ik gillen. Henske, huilend van angst, was bezig de inkt vis met haar kleine vuisten te bewer ken. Ze dacht dat het beest bezig was Ik stond op. rukte tentakel na tenta kel van mijn lichaam en wierp de inkt vis een eindje verder op de rotsen, na hem op de vissersmanier tussen de ogen doodgestoken te hebben. Henske snikte. Ze had van land af alles gezien en was erg geschrokken. De inktvis mat van poot tot poot een goede twee meter. Terwijl ik even later bezig was de spieren van de dode inktvis met een eind hout murf te slaan, om hem eet baar te maken, vertelde ik Henske. hoe die arme inktvis het eigenlijke slacht offer was en mij helemaal niet had aangevallen. „Morgenochtend ga ik de merou ha len," zei ik opgewonden.„Als h dood is kan ik hem makkelijker uit de grot trekken. Het is de grootste vis van zijn soort die ik ooit heb gezien Jij filmt het boven halen van deze vangst vanuit de oppervlakte." DIE ZELFDE AVOND dacht ik beslist, dat Henske de octopus alleen al uit wraakgevoelens zou opeten. Maar ik had het mis. Toen het beest zachtjes stond te sud deren. sloopt Henske naar de hoge pan en haalde het deksel eraf. De rood ge bakken inktvis veerde in een wolk van stoom hoog uit de pan omhoog gelijk een reuze-vogelspin. Ik deed even later mijn best om het beest in kleine stuk ken te snijden en door een hoop groen ten en aardappelen heen te roeren De eetkamer binnenkomende met twee dampende borden in beide handen zag ik, een bleek en verschrikt gezicht mij met een geforceerde glimlach van achter de tafel aankijken. Toen ik het bord voor Henske had neergezet, was ik ge tuige van een zeer precies werkje en weldra lagen alle aardappelen en groen ten aan één kant. en alle stukjes inkt vis aan de andere. Aandringen hielp niets en ik at de inktvis alléén. De volgende ochtend dook ik vol ver wachting door de algen in het duister van de grot. Henske lag boven te wach ten. rillend in het nog koude water, met de electrische onderwatercamera in aan slag. Eerst kon ik niets zien. maar mijn ogen wenden langzaam aan het don ker. en opeens bemerkte ik dat het koord niet meer strak gespannen was. ik stootte mijn masker aan het achter gebleven harpoengeweer, dat tegen de rotsplafond aandreef. WE SCHRIJVEN 30 Maart 1912. Ergens in Wenen ligt een man te sterven. Hij is niet bang voor de dood, maar schijnt hem bijna te verwelkomen als een goede vriend. Een dodelijke ver koudheid heeft hem in haar macht en laat hem niet meer los „Dit is een overwinning, een overwinning! Ik zie alles rooskleurig". Na dit met een stra lende blijdschap gezegd te hebben zakt de m3n terug in de zachte kussens. Karl May was gestorven op 70-jarige leeftijd Voor de wereldjeugd leeft hij echter voort in zijn onsterfelijke boeken en in de grote avonturen, waarvan hij vertelt; avonturen, die niet gebonden zijn aan één enkele generatie. Karl May is gestorven, maar Old Shatterhand en Kara Ben Nemsi leven Tijdens zijn bewogen leven waren Karl May en Old Shatterhand .en Kara Ben Nemsi dezelfden bij de gratie van May's werken en het lezend publiek. De grote schrijver, want over hem hebben we het. heeft een avontuurlijk leven geleid; niet zo zeer, omdat hij grote reizen en ontdekkingstochten maakte, maar meer omdat hij zowpI de zoete smaak van de massa-vcre ng als de bitter gekruide verguizin neeft meegemaakt In een steeds terugkeren de wisseling maakten deze twee zijn leven respectievelijk licht en vrolijk en donker en zwaar Geboren in het armoedige texliclstad- je Enstthal als zoon V3n een wever. wan Karl May niet voorbestemd, zo leek het althans, om grootse daden te verrich ten en lange reizen te maken En het was juist dat waaraan May zich wilde onttrekken Hij verlangde aanzien, eer en misschien zelfs rijkdom. De harpoen lag gekromd op de bo dem. ik begreep er niets van. keek in het rond. en zag ineens vlak naast mij in het duister een paar grijzige tenta kels opdoemen zo groot als mijn dij, bedekt met zuignappen met de afmeting van theekopjes Verdere uitleg voor de verdwijning van mijn Merou was mij overbodig. Ik nam weer bezit van mijn hari»ocn- geweer, gleed voorzichtig door de algen heen naar buiten, en steeg op naar het licht. Henske keek mij door de ruil van haar masker verwonderd aan Ik heb haar toen maar niet verteld wat ik daar op de zeebodem had meegemaak' Trouwens, ik geloof niet. dat he i aad- zaam is tweemaal achtereen inktvis te BERNARD KRUIJSEN. Vader May. hoofd van een gezin van twaalf kinderen, zocht zijn vertier in de drank en hij verstond de kunst wonder wel om boosaardigheid af te wisselen met een weke goedmoedigheid. Het is wellicht deze karaktereigenschap, die in een andere vorm op Karl is overgegaan. Kort na zijn geboorte kreeg de jonge Karl een ernstige oogziekte en tot aan zijn vierde jaar was hij nagenoeg blind. Een kundig geneesheer gaf hem het ge zicht terug. Hoewel Karl May onderwij zer wilde worden, heeft hij nimmer voor de schoolbanken gestaan, want wegens een onbenullige diefstal werd hij van de kweekschool verwijderd. Een latere, meer ernstige diefstal bracht hem voor vier jaar in de gevangenis van Zwiekan. Soms was Karl May een ziekelijke fantast, en daaraan is het te verklaren, dat hij zich uitgaf voor arts, officier en baron. Hij is kapelmeester geweest van een reizend muziekgezelschap, en ook organist van een katholieke gevangenis- Hoewei Karl May protestant was, raakte hij bevriend met pastoor Kochta, die hem aanmoedigde avonturenverha len te schrijven en weldra verschenen de eerste verhalen in dag- en weekbla den onder pseudoniem. De verhalen en boeken van Karl May zijn allen in de ik-vorm geschreven en de indruk dat hij zelf Old Shatterhand of Kara Ben Nemsi was, was gauw ge vestigd. Karl May maakte de onbegrij pelijke fout, dat te bevestigen en htj ging zelfs zover, dat hij een museum inrichtte, waarin de „souvenirs" van zijn reizen tentoon werden gesteld. Hij liet zich fotograferen met de beroem de buks van Winnetou en in de jacht- kleding van Old Shatterhand. Zwaar heeft de schrijver hiervoor moeten boeten. Hij werd beschimpt en bespot. Van het een kwam het ander en hot ging zelfs zover, dat pedagogen de boe ken van Karl May ongeschikt achtten voor de jeugd en in sommige Duitse bondsstaten werden ze verboden. Gedurende zijn hele leven hebben zijn vijanden hem achtervolgd met laster praatjes en roddelgeschriften. Door ve len werd hij diep veracht en door ande ren zeer bewonderd. Op 22 maart 1912. acht dagen voor zijn dood. sprak hij voor een duizendkoppige menigte over „Mens en Wereldvrede" Gerehabili teerd en bejubeld keerde May naar zijn woning in Wenen terug, waar hij een week later overleed. Zesentwintig jaar later kwam het op perhoofd van de Sioux-indianen. Grote Slang, naar Europa en bracht een be zoek aan het graf van de schrijver der grote avonturen-verhalen; de man die het wilde Westen kende, hoewel hij er nooit was geweest; de man die de meest fantastische geschiedenissen over Azië en Arabië schreef; de man die een van de grootste auteurs ter wereld is gebleven Juist deze dagen worden zijn boeken opnieuw uitgegeven in de Verenigde Staten en in Engeland. Radio en Tele visie (ook in ons land) hebben zijn boeken als hoorspel uitgezonden of ver filmd. Insiders verwachten een nieuwe vraag naar Karl May-boeken, waarvan U en ik in onze jeugd zo hebben genoten. Wellicht zouden wij ons ook nu nog met schitterende ogen en hoogrode kleur verdiepen in de avonturen van Winne tou en Old Shatterhand. En als wij een twaalfjarige knaap horen vragen: „Heb ben Old Shatterhand en Winnetou be staan?", dan zijn we geniegd te ant woorden: „Jongen, ze bestaan nóg'". THEO P M. PALSTRA Ik hoor de spreeuwen radder kwelt'ren, de drukke vinken luider slaan en aan de schijnbaar dode vlieren zie ik al knoppen opengaan. Ik voel iets in de milder winden, dat aan de lente denken doet. Een ivolkje is zó licht van binnen, of het van blijdschap glanzen moet. Er parelt aan de natte takken een zilv'ren melkweg van geluk; en, naar de laatste nieuwsberichten, is 't ijs in de rivieren stuk. Gaat nu het grote feest beginnen o gulle zon yt Is amper maart Een hart, dat hunkert viert de lente reeds, als één dag de hemel klaart. P. DE VRIES

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1956 | | pagina 17