onze jeuqó-p&qin&=
Ook
oma zei
Gaby
Gevecht op de bodem der zee
X
KARL MAY,
fantast
en kunstenaar
Hunkering naar de lente
1^61 J.MVVM Ot aViaSOVQMOZ
ZONDAGSBLAD 10 MAART 1956
MA noemde haar altijd heel def-
tig „Gabriëlle". Maar mamma
zei altijd heel gewoon ,,Gaby".
Toen Gaby dat voor de eerste keer
hoorde, zei ze tegen haar mammie:
„Omj noemt me Gabriëlle, gek hè.
„Neen." zei mamma toen, „Neen,
schat, dat is niet gek, want je heet
Gabriëlle."
Nu, dat vond Gaby raar. „Ja, maar
waarom noemt U me dan Gaby?"
„Omdat dit een beetje korter is,"
had mammie glimlachend geant
woord.
„Oh...." zei Gaby. Maar toch
vond ze het een beetje vreemd, dat
oma altijd Gabriëlle zei en mamma
en pappie Gaby. Waarom zei oma
dan ook niet Gaby.
„Omdat die andere naam deftiger
en mooier is," zei mam lachend.
Nou, oma was deftig. Ze reisde
nooit met de trein. Altijd reed Bert
haor ergens heen in haar auto.
Een beetje verveeld keek Gaby
naar buiten, waar de regen neer-
str.>omde. Hè, zou het nou nooit eens
ophouden?
Opeens schoot ze overeind waa-
zuu Flokkie toch zijn? Flokkie was
een heel ondeugend klein hondje.
„Maar hij is ook wel lief, hoor!" /ei
Gaby altijd, als Flok iets stouts
gedaan had Want hij kon zo lief kij
ken en dan kon je niet meer kwaad
op hem blijven. Gaby liep al ijverig
te zoeken en te roepen.
„Flok! Kom eens! Flokkie, waar
ben je dan toch?" Ze liep naar haar
slaapkamer, naar de keuken, keek
onder de stoelen, maar waar ze ook
zocht, Flokkie was weg en bleef weg.
Beteuterd stond Gaby stil. Pappie
hield spreekuur, (h-aar vader was
dokter), die mocht ze niet storen En
mammie was naar tante Ina. Hè. aan
wie moest ze nu toch vragen waar
Flok was. Op de zolder zou ze ock
wel eens kunnen kijken. Maar
hu. het was daar zo donker Zou ze
dat wel durven? Och nee, daar kon
hij toch niet komen.... het lu:k zat
immers dicht. Maar ja, waar dan?
Buiten regende het nog steeds. Bah,
Wat was alles vervelend. Gaby had
zin om te gaan schoppen, wan', er
was niemand en ze verveelde zich.
Plotseling werd er gebeld Dat za!
mammie wel zijn, dacht Gaby blij.
En ja hoor. daar was mammie Maar
ze had Flokkie niet bij zich.
..Flokkie?" vroeg mam, toeu Gaby
verteld had. dat hij weg was „Die
hel» ik nog gezien voordat ik weg
ging Kom, we zullen samen eens
gaan zoeken."
Mam deed haar natte mantel op
een haakje en met Gaby aar, de
hand zocht ze het hele huis door. Ook
op de donkere zolder, want je weet
nooit, waar een lenig en speels jong
hondje kan komen, zei mam. Maar
neen, ze vonden hem niet.
Gaby's lipjes gingen een beetje tril
len en die lastige waterlanders kwa
men ook al bijna te voorschijn.
„Strakskomt hij nnnnooit
meer terug.. beefde haar stem
metje.
Troostend tilde mam haar kleine
meid omhoog: „Nou, zo'n vaart zal
het niet lopen, hij is natuurlijk op
avontuur uit. Vanavond is hij wel
weer terug."
Maar Gaby geloofde dat zo gauw
niet. Mam zei. dat ze oma eens op
zou gaan bellen, misschien was Flok
kie daar wel verzeild geraakt.
Ze draaide het nummer en kreeg
Tilly, het dienstmeisje aan de lijn:
„Oh, mevrouw, belt U om Flokkie?
Ik zag hem op straat lopen, en ik
heb hem meegenomen. Ik had hem al
lung teruggebracht, maar de oude
mevrouw rust en dan kan ik niet weg
Vanavond zal ik hem brengen, is dat
goed?" ratelde ze meteen af.
„Ja.
zal.
oooooooü!" riep Tilly opeens heel
hard en smeet de hoorn neer. Daar
stonden mammie en Gaby. Nu kon
den ze niet meer met Tilly praten.
Want de verbinding was verbroken.
„Misschien had ze hem wel opge
sloten in de keuken." zei Gaby met
haar handjes voor de mond, „want
oma houdt immers niet van Flokkie
en nu is hij vast ontsnapt!"
„Ja," zei mammie, „dat kan best,
laten we er maar vlug heen gaan, an
ders springt hij overal bovenop."
Vlug kleedden ze zich aan en een
kwartiertje later waren ze in de Den
nenlaan. waar oma woonde.
Nu, het was maar goed. dat ze
kwamen, want het was me daar een
rommel! Flokkie was tegen een gla
zen kastje opgesprongen, waar heel
tere porseleinen kopjes op stonden.
Het kastje stond nogal wankel en
toen Flokkie er op sprong, was het
omgevallen en alle kopjes waren ka
pot. Van het glazen kastje was na
tuurlijk niets meer heel. Oma. die al
dat lawaai gehoord had, Liep gauw
naar beneden. Mammie wilde haar
nog uit de kamer houden, maar oma
wilde zien wat er gebroken was.
„Oei...." dacht Gaby angstig.
„Nou krijgen we...."
En mammie was ook al een beetje
bang, zag ze. Tilly durfde haast niet
te kijken, want daar zou ze een stand
je voor krijgen. Die Flokkie ook!
Tilly had niet gedacht, dat Flokkie
door zo'n smalle kier kon. Want ze
had de deur niet helemaal dicht ge
daan omdat .deze klemde. Toch had
Flokkie zich er door weten te wrin
gen. En toen hij merkte, dat Tilly
achter hem aan zat, werd hij zo vro
lijk, dat hij pardoes op het glazen
kastje sprong Tja, en daar waren de
scherven van gekomen!
Voorzichtig deed oma de deur open
en keek naar binnen. Ze zag natuur
lijk meteen de scherven. Toen keek
ze naar Flokkie, die met z'n staartje
tussen de benen naar Gaby liep. „Zo
kwajongen." zei oma, „heb jij dat
gedaan? Nou. dank je wel hoor!" zei
ze vriendelijk en tegen Tilly: „Wil je
deze rommel In de asbak gooien?"
„Hèè. is omabent Udan
niet boos''" flapte Gaby er verwon
derd uit.
„Stil toch, brutaaltje!" zei mammie
bestraffend „Nee hoor, Gaby, ik ben
niet boos, want eigenlijk vond ik die
kopjes zo lelijklachte oma.
Opeens vloog Gaby op oma af en
Hier zien jullie twee jongetjes, die
aan het vliegeren zijn. Een leuk
spel, maar jammer, dat de touwen
zo in de war gekomen zijn. Wélke
vlieger hoort bij welke jongen? Volg
met een potlood de lijn en dan kun
gaf haar een klinkende zoen: ,,U hebt
Gaby gezegd, ozegt U dat al
tijd?" juichte ze opgewonden.
Oma deed of ze schrok: „Heb ik
Gaby gezegd? Oh, maar dat moest
Gabriëlle zijn, hoor!" Maar ze hield
haar kleindochtertje een beetje voor
de mal, dat zag Gaby wel.
„Ja, zie je," zei oma tegen mam
ma, „ik heb die dingen eens gehad
van mijn vriendin, en omdat die
je het wel ontdekken. Oplossingen
inzenden vóór dinsdag 13 maart en
vergeet niet naam, adres en leeftijd
in de brief te zetten. Ik zal de brief
jes beantwoorden van de kinderen,
van wie de achternamen beginnen
met de letters H tot en met N.
nogal vaak hier komt, durfde ik ze
niet weg te zetten, maar nu heeft
Flokkie er voor gezorgd en zo heb
ben we toch onze zin gekregen, en
dat zonder ruzie!" zei oma en ze aai
de Flokkie eens.
Toen Gaby 's avonds in haar bed
je lag zei ze tegen mamma: „Fijn
hè, mam, nu heet ik voor goed Gaby
en oma was zooo-aardiig!"
W.H
onze BRievenBus
Hallo neven en
nichten!
Het treintje met
die lange stoomwolk
reed naar Boskoop,
Alkmaar, Deventer
en Breda. Wat een
reis, hè. hebben jul
lie wel eens zo lang
in de trein gezeten?
Ineke Brienen heeft
de hoofdprijs gewon
nen en de troostprij
zen zijn voor Ria
Grootveld, Frans
Blom en Tilly Ben
schop. Hartelijk ge
feliciteerd allemaal!
Ea nu komen dan weer de briefjes
voor de kinderen van A tot en met
G. Daar hebben we eerst Koelie Am
bachtsheer. die het helemaal niet fijn
vindt dat het nu dooit, want nu moe
ten ze weer naar school. Maar wat
jij dan. Koelie? Dat het het hele
'riezen? Wat een
had jij bij die oplos
jaar door
mooie landkaa
sing gedaan. Hansje van Es! Dat'had
je zeker samen met papa gedaan. Heb
je fijn geschaatst met mamma?
Nou, het volgend jaar zul jij bes goed
leren zwieren op de schaats, I'ieta
Damsteeg;!. Hoe komt dat nou, Leen
van Delft, dat jij je gezicht hebt ver
brand en later nog eenr je pols? Ja
dat ijs is ook wel een beetje verleide
lijk. hè Ilans van Bemmel? Leuk dat
je nu weer trouw gaat meedoen. Ja,
ik had je brief wel gekregen, Johan
nes Bleichrodt. maar die heb ik be
waard, omdat je letter nog niet aan de
beurt was! Jij had het wel fijn voor el
kaar: schaatsen rijden en toch dicht
bij huis blijven! Heeft je broertje
zich geen pijn gedaan toen hij zo viel
op dat ijs. Henk Binnendijk?
Ik hoop dat de keelpijn nu weer over
is. Arie van Duyvenvoorde. Wanneer
worden je amandelen geknipt? Laat
Aatje maar meedoen, Wim Benard, dan
schrijf jij wel voor hem. hè? Had hij
al echte schaatsjes of liep hij zomaar
over het ijs? Dudley Everts hoort
nog maa.r pas tot onze brievenbusfami
lie, maar hij gaat al weer gauw weg
ook. Hij gant nl emigreren naar Zuid-
Afrika. Heeft je zusje een prettige
verjaardag gehad, Gerric Fossen en ben
jij zelf al weer beter? Wat een grap
pig plaatje stond er op jouw postpa
pier. Marian de Bruin, het was een
mannetje in een luchtballon. hè? Is
jullie tante lang gebleven, Flip en Mar-
ja Akerboom? Het was zeker wel een
feest, hè? Ja. zo'n baby'tje is altijd
erg lief. hè Tineke Bos? Ik denk dat jij
je nichtje wel erg verwennen zult Wat
heb je voor je moeder gemaakt met
haar verjaardag? Alvast hartelijk
gefeliciteerd met je verjaardag, Nellie
Donkers! Wat heb jij je rapport al
vroeg gekregen. Paula. Het zag er keu
rig uit. zeg. Die feestmiddag van Zon
dagsschool zal wel fijn geweest zijn.
Dat was een grappig versje dat je
moeder en jij gemaakt hadden, Annie
Baancn. Weet je al of je bent over ge
gaan? Dus al is er ook geen ijs, jij
kunt toch fijn blijven schaatsen, hè
Arienne de Graaff? Wat vindt je leuker,
rolschaatsen of echte schaatsen?
Stuur je poëzie-album dan maar op,
Thea Geleynse, ik zal er een mooi
versje in schrijven, hoor. Weet je al
wat je voor je moeder gaat kopen? Mis
schien hebben Ria en Nellie Leerling
geen tijd meer om te schrijven, wie
weet. Maar als ze dit lezen, zul je mis
schien gauw weer wat van ze horen!
De drieling Faber en sus Riet hebben
leuke toneelstukjes gespeeld toen oom
en tante 25 jaar getrouwd waren. Dat
grapje van dat papieren bootje kende ik
niet, ik vond het erg leuk! Jantje
de Goede is voor het eerst naar school
gegaan en hij vur.d het o. zo fijn. Be
dankt voor het leuke foto'tje van Cokkie,
hoor! Dat lijkt me mooi. Retina v.
d. Berg, zo'n groepstekening. Wat heb
jij voor je rekening genomen? Ada
van Egmond schrijft: Ik heb fijn ge
schaatst van de winter, maar ik heb
toch liever de zomer. Ja, met zo'n
klein zusje kun je haast geen visites
maken, Piet Boer, maar als ze groter
Is gaan jullie vast wel weer naar opa
en oma in Boskoop hè? Fijn dat jul
lie het spel leuk vinden, Corrle Bok
horst. je kunt er veel pret mee heb
ben. hè? Wat dat andere betreft: trek je
er niets van aan. zeg! Ik ben ook erg
nieuwsgierig of de eitjes uitkomen van
het kanariepietje. Greetje. Schrijf je
me of het zo is? Hoeveel jaar is je
zusje nu geworden. Jaap Bremmer? Is
ze al op de grote school? Heb jij je
schaatsen al opgeborgen? Bij de fami
lie Grootendorst wordt veel feest ge
vierd, want Nelly en moeder zijn alle
bei jarig geweest. Wat heb je gekre
gen, Nelly, je was toch zo benieuwd?
Ik hoop dat het met de kraan nu weer
ln orde is, Ada Bax. Zijn er nog zo
veel zieken op school? Ik denk niet
dat jullie veel geleerd hebben op de
dag dat de meester jarig was, is het
wel. Adriaan den Bleker? Wat hebben
jullie hem gegeven, een mooi boek?
Wim Droogcrs is donderdag jarig ge
weest, en hij is acht jaar geworden Nog
wel gefeliciteerd, Wim! Heb je veel
pret gehad? Nou. dat is een best
rapport van de volksmuziekschool. Jet
ty Boers. Wat een leuke tekening die
jij en je tante samen gemaakt heb
ben! Het kleine broertje van Pleunie
van Dam denkt dat Pleunie „opge
hoogd" wordt in plaats van verhoogd
op school. Grappig hè? Heb je je nieu
we jas al gekregen. Pleunie? Het
adres ls uitstekend. Riet Boevé, pre
cies zoals het hoort. Angenita van
F aas sen vraagt hoe het komt dat haar
naam niet in de brievenbus heeft ge
staan. Ja. lieve kind, als je zelf geen
briefje schrijft, maar wèl de oplossing
stuurt, wat moet ik dan in de brieven
bus antwoorden? Ik weet niet waar ik
dan over schrijven moet! Schrijf me
maar gauw eens een lange brief en
als je letter dan aan de beurt is, krijg
je antwoord. Hetzelfde geldt voor
Jannie van de Griend. Als je te Laat
bent, moet je brief heus wachten tot je
aan de beurt bent. Jenny rn Lida
van den Berg hebben een lief klein
broertje. Die wordt zeker om het
hardst door Jullie vertroeteld, hè?
Jullie hadden de kleurplaat van een
paar weken geleden heel mooi gedaan,
Tineke en Tjark van Dam. Ben je
weer helemaal opgeknapt. Aart Boekee?
Schrijf je veel met de corresponden
tievriendin, Martha Brcimcr? En hoe is
het met je gevulde kies? Wim Ame-
Ilng was blij dat hij weer schrijven
kon. Fijn. Woutje van Harten, dat jij zo
goed voor de vogeltjes hebt gezorgd!
En hier zijn de nieuwelingen: Henk
Bolluyt. Greetje Boom, Nico van Da
len, Henkje Andeweg, Willy' Gravc-
kamp, Henk en Ad van der Beek, Ni-
ta de Groot, Piëta van Dam, Corrie
Bak. Ankie Beekhuizen. Welkom alle
maal!
Tot de volgende week, dan beantwoord
ik briefjes van de kinderen van wie de
achternamen beginnen met de letters H
tot en met N.
9£6i xavvm 01 avisisovawoz
ZONDAGSBLAD 10 MAART 1956
Z
3
Ontmoeting met een merou, die een inktvis achtervolgde
HET WAS TWEE UUR in de middag,
en de zon brandde fel op de
rotsen van Cap Camarat. Vóór ons
strekte zich wijd de blauwe Middelland
se zee: een grote vrachtboot voer langs
de horizon voorbij.
Ik liep voorop met de zwemvinnen en
duikmaskers bengelend aan het har-
poengewcer, de zware, eigengemaakte,
onderwater-filmcamera had ik deze
keer thuis gelaten.
Henske liep al geruime tijd achter
mij. toen ik opeens haar voetstappen
niet meer hoorde. Mij omdraaiende,
zag ik haar beteuterd staan kijken met
haar enkels in het water, en toen ik
bij haar was gekomen wees ze kinder
lijk met haar wijsvinger naar een klei
ne sombere holte vóór haar, een halve
meter onder de oppervlakte.
„Wat is er?" vroeg ik.
„Ik zag een mooi parelmoer schelpje
op de bodem., schitteren", verklaarde
Henske. „maar net wilde ik het grij
pen toen het door een lange arm onder
mijn vingers werd weggeritst!"
„Oh! Het is maar een inktvisje,"
zei ik lachend „Na het beestje ervan
te hebben opgegeten, bewaart hij het
schelpje voor zijn hol, vooral daar hij
gek is op alles wat glimt. Zie je die
kleine stenen voor de opening? Die ver
zamelt hij daar. en als hij aangevallen
is. zuigt hij ze op met zijn zuignappen
en sluit daarmee de ingang van zijn hol
af Henske waar zit je?"
Maar ze was zachtjes weggeslopen.
Nu moet u weten, dat ik Henske dap
per vind. speciaal op de ogenblikken
dat ik naar beneden duik en haar alleen
achterlaat aan de oppervlakte, drijvend
boven al dat blauw, met de zware ca
mera in de handen.
Maar een inktvis kruipt als een slang,
is bovendien week en glibberig, en men
kan voor zoiets absoluut geen genegen
heid voelen althans een vrouw niet
Het kostte mij dan ook moeite om
Henske weer voor de opening te krij
gen Ik had echter het plan opgevat om
haar vriendschappelijke betrekkingen
jnet de inktvissen te doen sluiten. Dit
plan mislukte volkomen. Nadat ik mijn
handen aan ettelijke zecëgcls had ge
stoken. was uitgegleden en in het water
gevallen rukte ik druipend en triom
fantelijk een inktvisje zo groot als een
hand naar boven.
..Kijk eens." riep ik opgewonden, „ik
zal hem voor je charmeren En Lk
streek over de aan mijn arm vastge
plakte inktvis, die alle kleuren aan
nam. speciaal zwart, wat bij hem bete
kende een naderende woede-uitbarsting
Toen Henske op mijn verzoek om
dichterbij te komen helaas gehoorzaam
de, werd ze begroet door een enorme
inktstraal die haar van onder tot bo
ven bedekte. De rest zal ik maar niet
vertellen, maar een half uur later
zwom ik naar de diepte met de opdracht
om dan maar gewone vissen te vangen
voor de avondmaaltijd.
TN TEGENSTELLING met de drie rots-
1 eilanden waren de stenen muren hier
niet kaal gespoeld, maar dicht begroeid
met kort donker groen zeewier Hier
en daar on de rotswand prijkten git
zwarte zeeëgcls.
Onder mij. boven een twaalf meter
diepe algenbodem, zwommen zilverkleu
rige ..Saismaar mijn oog werd aan
getrokken door een vloeiende beweging
iets verder bij de rotsen Het was een
grote kruipende octopus. Ik kreeg kwa
de gedachten: Henske zou vanavond
Ik nam adem door het korte buisjj.
knikte dubbel en dook heel rustig naar
beneden, toen er eensklaps iets volko
men onverwachts gebeurde
Een grote zwarte schaduw was van
uit een donkere hoek naar voren ge
schoven een „Merou"! De gro.e vis
kwam tot stilstand vlak onder mij. Op
de bodem dreef nog een stofwolk, daar
waar de inktvis was geweest Tegelijk?r-
tijd zag de Merou mij boven zich we
waren allebei geschrokken. De grote vis
bleef onbeslist één seconde in het wa
ter hangen, deze seconde was hem nood
lottig. Mijn harpoen flitste weg en trof
hem met een doffe klap vlak achter de
Met een reuze zwaai van zijn grote
staart schoot de merou recht op de rots
wand af. Ik kreeg niet veel tijd om na
te denken, werd meegesleurd en kon
nog net zien hoe de vis zich in de algen
aan de voet V3n de rotswand scheen op
te lossen Ik hield het koord .stevig vast
en werd met ongelofelijke kracht dwars
door de algen heen gesleurd in een ver
borgen opening onder de rotsmuur.
Een inktzwarte duisternis omringde
mij opeens, en ik voelde dat mijn rech
ter schouder door de scherpe grotope
ning was opengehaald.
Ik trok mij aan het koord en pakte
de stalen harpoen beet. stootte mijn
hoofd en knieën, en merkte dat de grot
hier veel kleiner was geworden
De vis had zich ln een nauwe rots
gang vastgeklemd met zijn scherpe rug
vinnen Mijn oorvliezen deden pijn door
de plotselinge drukverandering, ik
strekte me uit, mijn handen kwamen in
contact met iets wat sterk heen en weer
zwaaide; het was de staart. Ik greep
die vast en trok uit alle macht, maar
mijn armen werden heen en weer ge
schuurd tegen de wanden, en ik zag
dat ik op die manier de vis niet kon
bemachtigen.
MIJN OGEN waren nu langzamerhand
gewend aan het donker, en ik zag
vaag de omtrek van zijn brede kop. Ik
pakte de vis met twee handen bij de
oogkassen De muil ging wagenwijd
open. de kieuwen sloegen opeens dicht
en in de daardoor veroorzaakte water
verplaatsing sloeg mij iets tegen de
borst, wat mij meteen in een koude
greep beetpakte om de keeL Ik zag
opeens niets meer. duwde mijzelf ach
teruit en kwam tot het besef, dat de
van de meroukaken bevrijde inktvis zich
uit alle macht in de greep der wanhoop
aan mijn hoofd, nek en borst vast
klemde
Een paar tentakels haddea zich vast
gezogen op de ruit van mijn duikbril.
Snel greep ik ernaar, maar raakte ver
ward in het lichaam van het beest
mijn masker werd afgerukt, het water
drong mij in neus en mond en verblind-
Ik stikte bijna, voelde dat ik met de
borst tegen de grotplafond aandreef,
duwde mij er vanaf en sloeg wild om
me heen met het feit voor ogen dat ik
aan het verdrinken was.
Opeens scheen alles lichter te worden.
Mijn handen woelden door de algen, en
ik begreep dat ik uit de opening was
gekomen. Met mijn laatste krachten
trapte ik mij van de bodem, en kwam
hoestend en gorgelend met het hoofd
boven de oppervlakte, waar ik een paar
minuten lang met open mond bleef
ademen met het gevoel dat de hele zee
zwaaiend om mij heen draaide telkens
wanneer ik mijn ogen opende.
Ik zwom een paar meter verder en
greep mij vast aan een rots van de
kust. waar ik mij half ophees, met de
inktvis nog vastgeplakt aan het
lichaam. Net wilde ik mij hoger op
trekken. of ik kreeg een flinke stomp,
gevolgd door een reeks andere.
„Bernard!" hoorde ik gillen. Henske,
huilend van angst, was bezig de inkt
vis met haar kleine vuisten te bewer
ken. Ze dacht dat het beest bezig was
Ik stond op. rukte tentakel na tenta
kel van mijn lichaam en wierp de inkt
vis een eindje verder op de rotsen, na
hem op de vissersmanier tussen de
ogen doodgestoken te hebben. Henske
snikte. Ze had van land af alles gezien
en was erg geschrokken. De inktvis mat
van poot tot poot een goede twee meter.
Terwijl ik even later bezig was de
spieren van de dode inktvis met een
eind hout murf te slaan, om hem eet
baar te maken, vertelde ik Henske. hoe
die arme inktvis het eigenlijke slacht
offer was en mij helemaal niet had
aangevallen.
„Morgenochtend ga ik de merou ha
len," zei ik opgewonden.„Als h dood
is kan ik hem makkelijker uit de grot
trekken. Het is de grootste vis van
zijn soort die ik ooit heb gezien Jij
filmt het boven halen van deze vangst
vanuit de oppervlakte."
DIE ZELFDE AVOND dacht ik beslist,
dat Henske de octopus alleen al uit
wraakgevoelens zou opeten. Maar ik
had het mis.
Toen het beest zachtjes stond te sud
deren. sloopt Henske naar de hoge pan
en haalde het deksel eraf. De rood ge
bakken inktvis veerde in een wolk van
stoom hoog uit de pan omhoog gelijk
een reuze-vogelspin. Ik deed even later
mijn best om het beest in kleine stuk
ken te snijden en door een hoop groen
ten en aardappelen heen te roeren
De eetkamer binnenkomende met twee
dampende borden in beide handen zag
ik, een bleek en verschrikt gezicht mij
met een geforceerde glimlach van achter
de tafel aankijken. Toen ik het bord
voor Henske had neergezet, was ik ge
tuige van een zeer precies werkje en
weldra lagen alle aardappelen en groen
ten aan één kant. en alle stukjes inkt
vis aan de andere. Aandringen hielp niets
en ik at de inktvis alléén.
De volgende ochtend dook ik vol ver
wachting door de algen in het duister
van de grot. Henske lag boven te wach
ten. rillend in het nog koude water, met
de electrische onderwatercamera in aan
slag. Eerst kon ik niets zien. maar mijn
ogen wenden langzaam aan het don
ker. en opeens bemerkte ik dat het
koord niet meer strak gespannen was.
ik stootte mijn masker aan het achter
gebleven harpoengeweer, dat tegen de
rotsplafond aandreef.
WE SCHRIJVEN 30 Maart 1912. Ergens
in Wenen ligt een man te sterven.
Hij is niet bang voor de dood, maar
schijnt hem bijna te verwelkomen als
een goede vriend. Een dodelijke ver
koudheid heeft hem in haar macht en
laat hem niet meer los „Dit is een
overwinning, een overwinning! Ik zie
alles rooskleurig". Na dit met een stra
lende blijdschap gezegd te hebben zakt
de m3n terug in de zachte kussens.
Karl May was gestorven op 70-jarige
leeftijd Voor de wereldjeugd leeft hij
echter voort in zijn onsterfelijke boeken
en in de grote avonturen, waarvan hij
vertelt; avonturen, die niet gebonden
zijn aan één enkele generatie.
Karl May is gestorven, maar Old
Shatterhand en Kara Ben Nemsi leven
Tijdens zijn bewogen leven waren Karl
May en Old Shatterhand .en Kara Ben
Nemsi dezelfden bij de gratie van
May's werken en het lezend publiek.
De grote schrijver, want over hem
hebben we het. heeft een avontuurlijk
leven geleid; niet zo zeer, omdat hij
grote reizen en ontdekkingstochten
maakte, maar meer omdat hij zowpI de
zoete smaak van de massa-vcre ng
als de bitter gekruide verguizin neeft
meegemaakt In een steeds terugkeren
de wisseling maakten deze twee zijn
leven respectievelijk licht en vrolijk en
donker en zwaar
Geboren in het armoedige texliclstad-
je Enstthal als zoon V3n een wever. wan
Karl May niet voorbestemd, zo leek het
althans, om grootse daden te verrich
ten en lange reizen te maken En het
was juist dat waaraan May zich wilde
onttrekken Hij verlangde aanzien, eer
en misschien zelfs rijkdom.
De harpoen lag gekromd op de bo
dem. ik begreep er niets van. keek in
het rond. en zag ineens vlak naast mij
in het duister een paar grijzige tenta
kels opdoemen zo groot als mijn dij,
bedekt met zuignappen met de afmeting
van theekopjes Verdere uitleg voor de
verdwijning van mijn Merou was mij
overbodig.
Ik nam weer bezit van mijn hari»ocn-
geweer, gleed voorzichtig door de algen
heen naar buiten, en steeg op naar het
licht. Henske keek mij door de ruil van
haar masker verwonderd aan Ik heb
haar toen maar niet verteld wat ik daar
op de zeebodem had meegemaak'
Trouwens, ik geloof niet. dat he i aad-
zaam is tweemaal achtereen inktvis te
BERNARD KRUIJSEN.
Vader May. hoofd van een gezin van
twaalf kinderen, zocht zijn vertier in de
drank en hij verstond de kunst wonder
wel om boosaardigheid af te wisselen
met een weke goedmoedigheid. Het is
wellicht deze karaktereigenschap, die in
een andere vorm op Karl is overgegaan.
Kort na zijn geboorte kreeg de jonge
Karl een ernstige oogziekte en tot aan
zijn vierde jaar was hij nagenoeg blind.
Een kundig geneesheer gaf hem het ge
zicht terug. Hoewel Karl May onderwij
zer wilde worden, heeft hij nimmer voor
de schoolbanken gestaan, want wegens
een onbenullige diefstal werd hij van de
kweekschool verwijderd. Een latere,
meer ernstige diefstal bracht hem voor
vier jaar in de gevangenis van Zwiekan.
Soms was Karl May een ziekelijke
fantast, en daaraan is het te verklaren,
dat hij zich uitgaf voor arts, officier en
baron. Hij is kapelmeester geweest van
een reizend muziekgezelschap, en ook
organist van een katholieke gevangenis-
Hoewei Karl May protestant was,
raakte hij bevriend met pastoor Kochta,
die hem aanmoedigde avonturenverha
len te schrijven en weldra verschenen
de eerste verhalen in dag- en weekbla
den onder pseudoniem.
De verhalen en boeken van Karl May
zijn allen in de ik-vorm geschreven en
de indruk dat hij zelf Old Shatterhand
of Kara Ben Nemsi was, was gauw ge
vestigd. Karl May maakte de onbegrij
pelijke fout, dat te bevestigen en htj
ging zelfs zover, dat hij een museum
inrichtte, waarin de „souvenirs" van
zijn reizen tentoon werden gesteld. Hij
liet zich fotograferen met de beroem
de buks van Winnetou en in de jacht-
kleding van Old Shatterhand. Zwaar
heeft de schrijver hiervoor moeten
boeten. Hij werd beschimpt en bespot.
Van het een kwam het ander en hot
ging zelfs zover, dat pedagogen de boe
ken van Karl May ongeschikt achtten
voor de jeugd en in sommige Duitse
bondsstaten werden ze verboden.
Gedurende zijn hele leven hebben zijn
vijanden hem achtervolgd met laster
praatjes en roddelgeschriften. Door ve
len werd hij diep veracht en door ande
ren zeer bewonderd. Op 22 maart 1912.
acht dagen voor zijn dood. sprak hij
voor een duizendkoppige menigte over
„Mens en Wereldvrede" Gerehabili
teerd en bejubeld keerde May naar zijn
woning in Wenen terug, waar hij een
week later overleed.
Zesentwintig jaar later kwam het op
perhoofd van de Sioux-indianen. Grote
Slang, naar Europa en bracht een be
zoek aan het graf van de schrijver der
grote avonturen-verhalen; de man die
het wilde Westen kende, hoewel hij er
nooit was geweest; de man die de meest
fantastische geschiedenissen over Azië en
Arabië schreef; de man die een van de
grootste auteurs ter wereld is gebleven
Juist deze dagen worden zijn boeken
opnieuw uitgegeven in de Verenigde
Staten en in Engeland. Radio en Tele
visie (ook in ons land) hebben zijn
boeken als hoorspel uitgezonden of ver
filmd.
Insiders verwachten een nieuwe vraag
naar Karl May-boeken, waarvan U en
ik in onze jeugd zo hebben genoten.
Wellicht zouden wij ons ook nu nog met
schitterende ogen en hoogrode kleur
verdiepen in de avonturen van Winne
tou en Old Shatterhand. En als wij een
twaalfjarige knaap horen vragen: „Heb
ben Old Shatterhand en Winnetou be
staan?", dan zijn we geniegd te ant
woorden: „Jongen, ze bestaan nóg'".
THEO P M. PALSTRA
Ik hoor de spreeuwen radder kwelt'ren,
de drukke vinken luider slaan
en aan de schijnbaar dode vlieren
zie ik al knoppen opengaan.
Ik voel iets in de milder winden,
dat aan de lente denken doet.
Een ivolkje is zó licht van binnen,
of het van blijdschap glanzen moet.
Er parelt aan de natte takken
een zilv'ren melkweg van geluk;
en, naar de laatste nieuwsberichten,
is 't ijs in de rivieren stuk.
Gaat nu het grote feest beginnen
o gulle zon yt Is amper maart
Een hart, dat hunkert viert de lente
reeds, als één dag de hemel klaart.
P. DE VRIES